Rapportage ‘Effectieve samenwerking ouders en school in Gouda’
Colofon Uitgever:
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling in opdracht van de Lokaal Educatieve Agenda Gouda en in samenwerking met de werkgroep ouderbetrokkenheid van de LEA Tekst: M. Viëtor en A. Manraj Datum uitgave: mei 2013 Bezoekadres: JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda Postbus 540, 2800 AM Gouda T 0182 547888 F 0182 547889 E
[email protected] www.jso.nl
Copyright © 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, retrieval systemen of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van JSO.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
2
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4.
Aanleiding, opdracht en verantwoording ......................................................................................... 5 Inleiding ............................................................................................................................................ 7 Aanpak en werkwijze ....................................................................................................................... 9 Beleidskader .................................................................................................................................. 11 4.1 Onderwijsvisie gemeente Gouda ........................................................................................... 11 4.2 Passend Onderwijs ................................................................................................................ 11 5. Inhoudelijk kader ............................................................................................................................ 13 6. Hoe kunnen we de relatie tussen school en ouders beschrijven? ................................................ 15 6.1 Onderscheid qua rollen en verantwoordelijkheden ouders en school ................................... 15 6.1.1 Wat mag de school van ouders verwachten? .............................................................. 16 6.1.2 Wat mogen ouders van de school (leerkrachten en mentoren) verwachten? ............. 16 6.1.3 Waar raken de verantwoordelijkheden elkaar? ........................................................... 16 6.2 Onderscheid in kennis over het kind ...................................................................................... 17 6.2.1 Welke kennis hebben ouders? .................................................................................... 17 6.2.2 Welke kennis hebben scholen? ................................................................................... 17 6.2.3 Hoe kunnen ouders en scholen elkaar aanvullen? ...................................................... 18 6.2.4 Op welke punten kan er verschil van inzicht tussen ouders en school bestaan? ....... 18 6.3 Onderscheid in onderling contact en samenwerking ............................................................. 19 6.3.1 Schooltypes en ouderbetrokkenheid ........................................................................... 19 6.3.2 Typen ouders (communicatiestijlen en behoeften) ...................................................... 20 6.3.3 Combinaties typen ouders/scholen met de meeste risico’s op botsingen c.q. kansen op samenwerking ........................................................................................................ 20 7. Hoe kunnen we een ‘goede samenwerking’ ouders/school omschrijven? .................................... 23 7.1 Wanneer werken ouders en school goed samen? ................................................................ 23 7.2 Wat zijn randvoorwaarden en criteria voor goed samenwerken? .......................................... 23 7.3 Wat is er bekend over de effecten van een goede samenwerking tussen ouders en school op de leerprestaties en het welbevinden van leerlingen? ...................................................... 24 7.4 Zijn er ‘good practises’ beschreven? ..................................................................................... 25 8. Welke vormen van samenwerking tussen ouders en school zijn te onderscheiden? .................. 27 8.1 Ouderparticipatie .................................................................................................................... 27 8.2 Ouderbetrokkenheid ............................................................................................................... 27 8.3 Educatief partnerschap .......................................................................................................... 27 9. Op welke al bestaande kansrijke ontwikkelingen en trajecten binnen Gouda kan worden aangesloten ................................................................................................................................... 29 10. Welke kansrijke aangrijpingspunten doen zich voor om de relatie tussen school en ouders te verbeteren ...................................................................................................................................... 35 11. Samenvattende conclusies ............................................................................................................ 37
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
3
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
4
1.
Aanleiding, opdracht en verantwoording
Ouderbetrokkenheid is een van de speerpunten van de onderwijsvisie van de gemeente Gouda 20112015. De gemeente wil met de onderwijssector een effectieve samenwerking tussen ouders en school in de gemeente Gouda bevorderen. De LEA heeft in overleg met de gemeente daartoe het projectvoorstel ‘‘Effectieve samenwerking ouders/school in de gemeente Gouda’ ontwikkeld (november 201). JSO werd gevraagd een literatuuronderzoek uit te voeren, interviews te houden en op basis daarvan een ‘evidence based’ aanpak te schrijven die de aansluiting en samenwerking tussen ouders en school moet bevorderen. JSO voert deze opdracht uit met middelen die de Regionale Agenda Samenleving Midden Holland daarvoor beschikbaar stelt.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
5
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
6
2.
Inleiding
De contacten tussen ouders en school staan al jaren in de belangstelling. Goede contacten tussen school, ouders en leerlingen hebben een positief effect op de kwaliteit van de school en op de leerprestaties en de maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen. Groepen (allochtone) ouders zijn moeilijk bereikbaar en bovendien ervaren veel ouders belemmeringen in hun contacten met de school. Dit alles draagt ertoe bij dat er extra investeringen nodig zijn in deze school-ouder-contacten. De school heeft de professionele verantwoordelijkheid voor de schoolcarrière van de kinderen en een sturende rol in de vormgeving van de contacten met ouders. Openheid en een actieve houding van de school ten opzichte van ouders zijn een sleutel voor succes. Bewustwording bij het schoolteam dat samenwerking met ouders van belang is voor de ontwikkeling van het kind is een eerste voorwaarde. Vervolgens bepaalt de school in grote mate het kader waarbinnen ouders functioneren. Het initiatief voor contact tussen school en ouders ligt in eerste instantie bij de school om zo de drempel voor ouders te verlagen. Ook zou de school maatregelen kunnen nemen voor een minder vrijblijvende rol van de ouders” (deels gebaseerd op ‘Betrokken ouders, open scholen’ van Forum, 2008).
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
7
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
8
3.
Aanpak en werkwijze
Uitgangspunt voor deze rapportage is het hier bovengenoemde projectvoorstel ‘Effectieve samenwerking ouders/school in de gemeente Gouda’. In overleg met werkgroep ouderbetrokkenheid van de LEA is gekozen voor onderstaande aanpak. Uitvoeren van een literatuuronderzoek (o.a. via desk- en internet research). De uitkomsten geven een antwoord op de eerste drie vragen die in de projectopdracht werden gesteld: 1. Hoe kan de relatie tussen school en ouders worden beschreven (rollen / verantwoordelijkheden; kennis over het kind / de leerling en de onderlinge contact name en samenwerking) 2. Kan worden beschreven wat een goede samenwerking tussen school en ouders inhoudt en zijn daarvoor criteria te geven? 3. Welke vormen van samenwerking tussen ouders en school zijn te onderscheiden en welke daarvan zijn het meest effectief zijn voor de ontwikkeling van leerlingen? Via een kringgesprek met acht ouders uit PO en VO, een kringgesprek met vier schoolleiders PO en VO en drie telefonische interviews met leerkrachten en docenten PO en VO werd vanuit de praktijk van de Goudse scholen in beeld gebracht wat er goed gaat en waar verbeterpunten liggen in de relatie tussen school en ouders. Tevens werden er antwoorden gevonden op bestaande kansrijke ontwikkelingen binnen Gouda waarop kan worden aangesloten. Op basis van het literatuuronderzoek en de kringgesprekken/interviews zijn aangrijpingspunten beschreven en voorzichtige conclusies getrokken om de relatie tussen ouders en school te verbeteren. Tussentijdse concepten werden met de opdrachtgever (werkgroep ouderbetrokkenheid LEA) besproken en aangescherpt en aangevuld, onder andere via inbreng van de deelnemers aan het LEA overleg van maart 2013.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
9
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
10
4.
Beleidskader
De opdracht aan JSO en de vragen die JSO geacht wordt te onderzoeken zullen worden beantwoord vanuit het beleidskader dat gegeven is in de onderwijsvisie van de gemeente Gouda en het wetsvoorstel Passend Onderwijs dat in 2014 van kracht wordt. 4.1 Onderwijsvisie gemeente Gouda In Onderwijsvisie van de gemeente Gouda wordt gesteld dat in 2012 vanuit de LEA het onderwerp ouderbetrokkenheid en participatie dient te worden uitgewerkt en versterkt. Daarbij gaat het om het ondersteunen van ouders om betrokkenheid bij opvoeding, onderwijs en omgeving te bevorderen met het doel schoolprestaties van leerlingen te verbeteren en schoolverzuim en uitval te voorkomen. 4.2 Passend Onderwijs Passend onderwijs wordt in 2014 ingevoerd. Ouders hebben zowel een formele als inhoudelijk rol in het passend onderwijs. Het wetsvoorstel Passend Onderwijs verplicht samenwerkingsverbanden om een ondersteuningsplan op te stellen en scholen krijgen een ondersteuningsplicht. Die ondersteuningsplicht houdt in dat een school voor elk aangemeld kind een passende plek dient te vinden. Dat lukt alleen als scholen met ouders overleggen en samenwerken. Als een kind extra ondersteuning nodig heeft of een afwijkend onderwijsprogramma moet volgen wordt aan ouders gevraagd een bijdrage te leveren aan het zogenoemde ontwikkelingsperspectief. Daarin worden de onderwijsdoelen van de leerling beschreven. In de wet Passend Onderwijs is vastgelegd dat ouders - in de rol van belanghebbende - ook formeel invloed op het onderwijs kunnen uitoefenen. De MR heeft namelijk adviesrecht t.a.v. het zogenoemde ondersteuningsprofiel van de school. Daarin wordt beschreven welke ondersteuning de school de leerling kan bieden. Verder hebben ouders, net als leraren, medezeggenschap t.a.v. het beleid en de verdeling van middelen van het samenwerkingsverband via de zogenoemde ondersteuningsplanraad, waarin een afvaardiging van de medezeggenschapsraden van de samenwerkende scholen zitting heeft.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
11
5.
Inhoudelijk kader
hudelijk kader Onderstaand schema brengt de kenmerken en voorwaarden voor ouderbetrokkenheid/participatie in beeld. Duidelijk wordt wie ‘de spelers’ zijn, welke taken en rollen moeten worden ingevuld en hoe partnerschap tussen school en ouders kan worden opgebouwd. Ouders
School
Mogelijkheden en capaciteit van ouders
Ouders betrekken bij school
Betrokken als:
open cultuur en partnerschap
klant
verwachtingen van ouders in
belanghebbende
vrijwilliger
helder geformuleerd ouderbeleid
opvoeder
bereidheid tot investeren in
beeld
ouderbetrokkenheid thuis
Partnerschap Ouders & School
Ouder- kind interactie
steunen, sturen, stimuleren
verdiepende communicatie
hoge reële verwachtingen
rijke leefomgeving
Leerkracht / Kind interactie Geïnformeerde ouders Gezamenlijke doelen
Opvoedings- en onderwijsondersteunend gedrag ouders
Zelfbeeld, motivatie, leervermogen Kind
Schoolsucces Kind
Bron: gebaseerd op de brochure ouderbetrokkenheid van Spectrum (2007)
steunen, sturen, stimuleren
verdiepende communicatie
hoge reële verwachtingen
rijke leeromgeving
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
14
6.
Hoe kunnen we de relatie tussen school en ouders beschrijven?
6.1 Onderscheid qua rollen en verantwoordelijkheden ouders en school De school heeft in eerste instantie een onderwijskundige opdracht. De school moet zorgen voor goed onderwijs en ouders en leerlingen moeten erop kunnen vertrouwen dat het onderwijs voldoende kwaliteit heeft. Schoolbesturen zijn daarvoor verantwoordelijk en moeten verantwoording afleggen over de resultaten. Daarnaast dienen scholen ook een plezierige leef- en leeromgeving te bieden, waarin leerlingen zich gekend en gewaardeerd voelen. Kinderen moeten nog groeien, er is dus ruimte en uitdaging nodig voor leerlingen om zich goed te ontwikkelen. Maar dat kan alleen als de school leerlingen voldoende ondersteuning en veiligheid biedt. Ouders hebben in eerste instantie een pedagogische opdracht. Zij zorgen ervoor dat hun kinderen zich goed ontwikkelen, gezond en veilig opgroeien en gelukkig worden. Om dat te bereiken bieden ouders kinderen een veilige en stimulerende omgeving die uitnodigt tot ontdekken en die zelfredzaamheid bevordert. Maar ouders dienen hun kinderen ook te ondersteunen, regels te stellen en instructie te geven en adequaat te reageren wanneer hun kind ongewenst gedrag vertoont. School en ouders hebben elkaar nodig opdat kinderen zich gezond kunnen ontwikkelen en goed te presteren op school. Daarvoor is afstemming en samenwerking nodig: ouders en school willen weten wat ze aan elkaar hebben en wat ze van elkaar (mogen) verwachten. Hieronder werkt Smit (2012) uit wat de school van ouders mag verwachten en wat de ouders van de school.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
15
6.1.1 Wat mag de school van ouders verwachten? Volgens Smit mag de school van ouders verwachten dat zij: hun kind helpen het huiswerk te organiseren en te ondersteunen en waar nodig hiervoor een gunstig klimaat te creëren; de mentor informeren over factoren die leren / naar school gaan (kunnen) belemmeren. NB: de school geen wettelijke middelen hier wat aan te doen als de ouders dit niet doen); met hun kind praten over school en vervolgopleiding/loopbaan; hun kind helpen op tijd op school aanwezig te zijn en boeken, gymspullen ed. bij zich te hebben; hun kind tijdig afmelden bij ziekte en weer tijdig beter melden; deelname aan hobby- of sportclubs en buitenschoolse activiteiten stimuleren; aanwezig zijn bij kennismakings- en voortgangsgesprekken en informatieavonden. 6.1.2 Wat mogen ouders van de school (leerkrachten en mentoren) verwachten? Ouders mogen volgens Smit van de school verwachten dat: de school zich inzet voor goed onderwijs waarbij het talent van de leerling optimaal benut wordt; de leerling ondersteund wordt bij vragen over huiswerk, schoolloopbaankeuzes of bij vragen over het omgaan met klasgenoten of leraren; de school moeite doet om kennis te maken en contact te houden met de ouders van elke leerling en ouders op de hoogte houdt van leerprestaties, aanwezigheid, gedrag, buitenschoolse activiteiten en schoolloopbaankeuzes; de school ouders altijd op de hoogte stelt als de leerling verzuimt of te laat komt en met ouders en leerling naar een oplossing zoekt. Dat de school snel en adequaat handelt bij verzuim en te laat komen. De school is verplicht bij veelvuldig (ziekte)verzuim of te laat komen de leerplicht ambtenaar en eventueel de GGD in te schakelen; leerkrachten en mentoren opkomen voor de belangen van de leerling naar de collega’s; de school waar nodig extra ondersteuning zoekt voor de leerling (bij huiswerk, sociale vaardigheden of schoolloopbaankeuzes); de school bereikbaar is voor ouders en tijdig reageert op vragen van ouders. 6.1.3 Waar raken de verantwoordelijkheden elkaar? Hoewel er verschillen zijn in rollen en taken tussen school en ouders, komen uit het overzicht van Smit ook duidelijke overeenkomsten naar voren. De onderwijskundige opdracht van de school en de pedagogische opdracht van de ouders raken elkaar. School en ouders hebben immers een gemeenschappelijk belang: zorgen voor optimale omstandigheden voor ontwikkelingskansen, schoolprestaties en welbevinden van kinderen / leerlingen in een veilige omgeving met een stimulerend pedagogisch klimaat. Het verbeteren van zowel ontwikkeling als leerprestaties vergt van school en ouders een gedeelde inzet en verantwoordelijkheid. Scholen mogen ouders aanspreken op hun betrokkenheid bij het leren van hun kind en ouders mogen van scholen verwachten dat zij worden betrokken bij wat er op school gaande is. Daar is een goede onderlinge afstemming voor nodig en een open en respectvolle benadering.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
16
6.2 Onderscheid in kennis over het kind Om goed te kunnen opvoeden en onderwijzen hebben ouders en school kennis nodig die hen daarbij kan helpen. Omdat school en ouders kinderen in verschillende situaties en omstandigheden meemaken, bestaat er verschil in kennis over en ervaring met een kind. Maar er zijn ook overeenkomsten. We zetten de kennis die ouders van een kind (kunnen) hebben en de kennis die scholen van een kind (kunnen) hebben op een rij. Daarna benoemen we waar de kennis van ouders en school elkaar kan aanvullen en waar er verschillen kunnen bestaan. Een deel van de informatie is ontleend aan de lezing ‘Mét ouders kom je verder’ (de Vries, CPS 2011). 6.2.1 Welke kennis hebben ouders? Hieronder zetten we op een rij welke kennis ouders van hun kind (kunnen) hebben en wat de bron van die kennis is. Ouders maken hun kind vrijwel dag en nacht mee. Ze kennen de geschiedenis van hun kind vanaf de geboorte, de erfelijke factoren en meestal ook de familietrekjes. Maar ook de omgeving waarin het kind opgroeit, enzovoort. Die kennis is van belang als een kind op school moet worden getest of onderzocht: ouders zijn de zogenoemde ‘context deskundigen’. Ouders hebben kennis en inzicht in gezondheid en leefstijl van hun kind (‘medisch dossier’); ze waren en zijn aanwezig bij bezoek aan de huisarts of andere eerstelijnszorg. Ouders weten waar hun kind letterlijk en figuurlijk ‘van wakker ligt’. Ze hebben bijvoorbeeld kennis over slecht slapen door medische- of psychosociale oorzaken, kennis over angsten, vermoeidheid etc. Het internet is ook voor ouders een belangrijke informatiebron. Via google vinden ouders vaak diepgaande kennis en informatie: wetenschappelijke informatie, kennis opgedaan in forums met ouders met vergelijkbare ervaringen, etc. Uiteraard bestaan er verschillen tussen ouders in aard en omvang van de kennis. Ook zal de kennis die ouders van kind hebben soms meer impliciet of expliciet aanwezig zijn. Een ouder-kind relatie is een bijzondere relatie vanwege de grote loyaliteit. Deze relatie is niet te vergelijken met de relatie tussen het kind en een professional uit het onderwijs. De ouder-kind relatie zorgt voor andersoortige kennis dan de kennis van een onderwijs professional, maar is juist daarom van waarde in de samenwerking tussen ouders en school. 6.2.2 Welke kennis hebben scholen? Hieronder zetten we op een rij welke kennis scholen van hun leerlingen (kunnen) hebben, meer in het bijzonder de onderwijzers/leerkrachten die vrijwel dagelijks met de leerlingen in contact zijn. Onderwijzers/leerkrachten zijn op de hoogte van het leerproces en de schoolprestaties van leerlingen. Hoe staat het met de reken- en taalkennis of met hun schrijf- of onderzoek vaardigheden in een schoolproject? Onderwijzers/leerkrachten hebben inzicht in de werkhouding van de leerling; hoe gemotiveerd is een kind om te leren, heeft het doorzettingsvermogen en wilskracht, kan het goed samenwerken, neemt het actief deel in de klas? Hoe gaat het om met kennis en vaardigheidstoetsen? Behalve inzicht in het leren hebben onderwijzers / leerkrachten ook inzicht in de sociaalemotionele ontwikkeling van hun leerlingen. Hoe gaat een leerling om met de eigen en andermans gevoelens? Heeft een leerling een goed zelfvertrouwen, is hij weerbaar, etc. Onderwijzers/leerkrachten hebben inzicht in het gedrag van leerlingen zowel in als om de school. Hoe gaan leerlingen met elkaar om? Wie domineert en wie past zich aan? Hoe zit het met respect voor elkaar, zijn er leerlingen die antisociaal gedrag vertonen, die elkaar plagen tijdens de pauze, vloeken in de klas of andere kinderen buitensluiten bij de gymles.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
17
Net als bij de kennis van ouders over hun kind, zullen er ook bij onderwijzers/leerkrachten verschillen zijn in aard en omvang van de kennis van een leerling. En ook hier zal de kennis meer of minder expliciet aanwezig zijn, en (sommige) leerkrachten zullen zich ongetwijfeld de vraag stellen wat ze van een leerling willen of moeten weten om goed te kunnen onderwijzen en begeleiden.
6.2.3 Hoe kunnen ouders en scholen elkaar aanvullen? Vanuit de eerder beschreven vaststelling dat ouders en school elkaar nodig hebben om de leerling optimale ontwikkelingskansen te bieden dient de vraag beantwoord te worden op welke onderwerpen ouders en school elkaar ontmoeten’, en hoe ze elkaar daarbij (kunnen) aanvullen en versterken. We geven hieronder twee voorbeelden. Onderwijsondersteuning in de thuissituatie Ouders kunnen dit op verschillende manieren vormgeven. Bijvoorbeeld door thuis met hun kind over school te praten of de leermogelijkheden thuis te vergroten (inpassen van huiswerk en overhoren van huiswerk bv) maar ook door hun kinderen aan te moedigen en te bevestigen in hun schoolactiviteiten. Vaak gaat dit niet vanzelf en hebben ouders daarbij ondersteuning nodig. De school kan veel betekenen bij het stimuleren van onderwijs ondersteunend gedrag van ouders, en hen daarbij ook praktisch helpen bijvoorbeeld door ouders in de klas gelegenheid te bieden voor een kijkje in de klas, door hen inzicht te geven in de lesstof en instructies mee te geven voor het huiswerk. Vragen en zorgen delen Soms gaat het (tijdelijk) niet goed met een kind op school wat een negatieve invloed kan hebben op de leerprestaties. Er kunnen vragen en zorgen zijn rond het leren of gedrag of beiden. Om een kind in zo’n situatie zo goed mogelijk te ondersteunen kan de school niet zonder de kennis en medewerking van ouders. Hoe eerder ouders en school de vragen en/of zorgen bespreekbaar maken en delen, hoe eerder een kind geholpen kan worden en hoe groter de kans dat de situatie niet verslechtert. Bovengenoemde voorbeelden laten zien dat de combinatie van de kennis van school en ouders elkaar versterken, aanvullend zijn. Een vraag die daarbij regelmatig wordt gesteld is wie het initiatief tot contact moet nemen. Het initiatief kan van beide kanten komen en hangt af van de individuele situatie en omstandigheden. Voor de school is het van belang dat onderwijzers/leerkrachten signalen van leerlingen goed en snel oppakken en zo vroeg mogelijk met ouders contact leggen. Dat neemt niet weg dat ouders hierin ook een eigen verantwoordelijkheid hebben om -als het nodig is- op tijd met de onderwijzer/leerkracht contact te leggen. In elk geval moet voorkomen worden dat het contact tussen school en ouders laat of niet tot stand komt. Het is aan de school om dit te bewaken en zo tijdig mogelijk initiatief te nemen. 6.2.4 Op welke punten kan er verschil van inzicht tussen ouders en school bestaan? Uit de bovenstaande paragraaf blijkt dat scholen en ouders elkaar op verschillende onderwerpen goed kunnen (en soms moeten) aanvullen. Maar er zijn ook onderwerpen waarop school en ouders van inzicht verschillen, bijvoorbeeld vanuit de verschillende normen en waarden die thuis en op school worden gehanteerd. Ter illustratie een aantal voorbeelden. Opvattingen en regels die thuis en op school worden gehanteerd komen vaak overeen, maar er kan ook verschil in opvattingen bestaan. Denk bijvoorbeeld aan de structuur en de eisen die de leerkracht in de klas aan leerlingen stelt en de (in het algemeen) wat grotere vrijheid thuis. Sommige leerkrachten zijn van mening dat ouders hun kinderen thuis te weinig rust en structuur bieden en niet consequent optreden bij regelovertreding.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
18
e
e
Allochtone ouders (1 en 2 generatie) hebben t.a.v. opgroeien en opvoeding vaak andere waarden en normen. De waarden uit de thuiscultuur kunnen verschillen met de waarden omgangsregels in de schoolcultuur. Dat kan leiden tot misverstanden of conflicten omdat leerlingen en leerkrachten verschillende dingen als vanzelfsprekend beschouwen en verschillende verwachtingen kunnen hebben over het eigen gedrag en dat van anderen. Gebruik van sociale media / mobiele telefoons op school en thuis. Thuis worden er meestal minder regels gesteld dan op school waar het gebruik van mobieltjes meestal wordt beperkt tot de pauzes. De verschillende opvattingen van ouders en school leiden regelmatig tot verschil van inzicht en soms conflicten.
In bovengenoemde drie voorbeelden worden verschillen zichtbaar tussen de school- en thuissituatie in welk gedrag wel en niet wordt toegestaan. De verschillen in inzicht zijn vaak te verklaren vanuit andere waarden en normen die thuis en op school worden gehanteerd. Dat kan leiden tot misverstanden, verschil van inzicht, maar ook tot conflicten. Daar waar deze verschillen het onderwijs verstoren is er alle reden voor de school om met de leerling en zo nodig ook met ouders over deze (verschillen in) waarden en normen in gesprek te gaan en tot een oplossing te komen.
6.3 Onderscheid in onderling contact en samenwerking Scholen zijn er in vele soorten en maten. Allen beogen goed onderwijs te geven, ondersteuning en veiligheid te bieden en ouders te betrekken en te informeren. Scholen geven hieraan op eigen wijze invulling. In de literatuur worden verschillende schooltypen onderscheiden waarbij de positie en rol van ouders per type verschilt. De indeling van de Vries (2007) kan helpen bij het vormgeven van een schoolspecifieke visie op ouders. Welke school wil en kun je zijn voor ouders? Door te bepalen wat het type van de school is, wordt het makkelijker ouderbetrokkenheid vorm te geven. De indeling van de Vries helpt de school ook bij het maken van keuzes die aansluiten bij de mogelijkheden van de school. Je kunt de typen ook zien als verschillende fasen in de schoolontwikkeling, elke opvolgende fase bevat onderdelen van vorige fasen. 6.3.1 Schooltypes en ouderbetrokkenheid De informatiegerichte school: scholen van dit typen zijn gericht op het verstrekken van de juiste informatie aan ouders. Zoals een informatiebulletin, handelingsprotocollen ed. De structuurgerichte school; structuurgerichte scholen richten zich naast het geven van informatie aan ouders ook op het vormgeven van duidelijke structuren. Zoals taken en bevoegdheden zijn goed geregeld, en ouders en school weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. De relatiegerichte school; naast het geven van informatie en duidelijke structuur investeren scholen van dit type ook in sociale relaties met ouders. E zijn persoonlijke contacten, docenten en ouders kunnen goed met elkaar overweg ed. De participatiegerichte school; naast informatie voor ouders, duidelijke structuren en een goede relatie met ouders richten de scholen van dit type zich ook op ouderparticipatie: de deskundigheid van ouders wordt ten volle benut en scholen hebben meestal een visie op ouderparticipatie als onderdeel van het schoolbeleid. De innovatiegerichte school. Naast het verstrekken van de juiste informatie, het creëren van duidelijke structuren voor een optimale relatie met ouders en een effectieve participatie van ouders, ziet de school ouders als partner in het proces van continue verbetering van de school.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
19
6.3.2 Typen ouders (communicatiestijlen en behoeften) Frederik Smit ontwierp in 2005 zogenoemde ouderprofielen. Onder de kop ‘herken de ouder’ plaats hij ouders in zes categorieën die leerkrachten houvast beogen te bieden in de omgang met de ouder en het vormgeven van ouderbetrokkenheid. De supporter Laag/midden opgeleid, betrokken en behulpzaam, geschikt voor hand- en spandiensten voor de school. De kwelgeest Hoogopgeleid, voelt zich snel miskent, ziet altijd fouten van de school, geschikt voor bestuurlijke klussen. De carrièremaker Midden/hoogopgeleid, ziet ook opvoeding als taak van de school, niet geschikt voor hand- en spandiensten, wel voor bestuurlijke klussen. De politicus Midden/hoogopgeleid, is betrokken als hij kan meebeslissen, vooral geschikt voor medezeggenschapsraad, niet voor hand- en spandiensten. De afwezige ouder Laag/midden opgeleid, vrij ontevreden, onbereikbaar, geschikt als bruggenhoofd naar andere ontevreden ouders. De super ouder Hoogopgeleid, voelt zich samen met school verantwoordelijk, denkt mee, inzetbaar voor alles. Hoewel zo’n indeling nuttig kan zijn om ouders te herkennen worden er door ouders en leerkrachten ook kanttekeningen geplaatst bij deze stereotypering. De werkelijkheid laat zich immers niet in hokjes plaatsen en sommige ouderorganisaties vinden zo’n stereotype indeling van ouders beledigend en niet bevorderlijk voor het opbouwen van partnerschap met ouders. Elke school zal zelf een oordeel moeten vormen en dienen te bepalen of zij met zo’n indeling (als hulpmiddel) wil werken of niet. Combinaties typen ouders/scholen met de meeste risico’s op botsingen c.q. kansen op samenwerking Als we de hierboven gepresenteerde schooltypen relateren aan verschillende typen ouders, dan lijken de kansen op een vruchtbare samenwerking groot tussen de scholen die relatie-, participatie- en innovatiegericht zijn en ouders die te typeren zijn als de supporter en super ouder. Genoemde schooltypen kenmerken zich door investeren in sociale relaties met ouders en ze beschouwen ouders als partner in het proces van continue verbetering van de school. School en ouder spreken elkaar daarop aan en voelen zich ervoor verantwoordelijk. 6.3.3
Met het type ‘kwelgeest’ zullen deze scholen de nodige problemen ondervinden. Dit type ouder stelt zich immers op als kritische consument die vooral de fouten van de school aan de kaak stelt. De informatiegerichte- en structuurgerichte scholen, die vooral formele oudercontacten kennen en waar ouderparticipatie nog nauwelijks vorm gekregen heeft, zullen botsen met de ‘super ouder’, en de ‘supporter’. Deze twee oudertypen voelen zich immers verantwoordelijk voor wat er op school gebeurt en willen bij beslissingen worden betrokken. Voor de ‘carrièremaker’ en de’ afwezige ouder’ maakt het allemaal niet zoveel uit. De ‘carrièremaker’ legt de verantwoordelijkheid voor opvoeding, opvang en onderwijs bij de school. Samenwerking met de school vindt meestal plaats via zitting in de MR of het schoolbestuur, mits dit past in het carrièreperspectief van deze ouder. Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
20
De ‘afwezige ouder’ ziet nut en de noodzaak van betrokkenheid en participatie niet in. Deze ouder heeft nauwelijks contacten met andere ouders en doet geen moeite de samenwerking met de school op te zoeken. Het belang van het kind heeft voor dit type ouder geen prioriteit. Dit is de groep ouders die scholen nauwelijks kunnen bereiken terwijl betrokkenheid juist voor deze groep erg belangrijk is. Een manier om toch een brug naar deze ouders te slaan kan afleggen van huisbezoeken zijn. Leraren krijgen zo meer oog voor de thuissituatie van de leerling en de behoeften en wensen van de gezinnen. Verder is het van belang dat dit type ouders heldere en doelgerichte informatie krijgt en dat scholen vanaf de intake duidelijk hun verwachtingen aangeven (Lusse, 2011). Samenvattend De werkelijkheid laat zich niet in hokjes plaatsen: op ouders en scholen kun je niet zomaar een label plakken. Echter, bovengenoemde indelingen kunnen wel helpen als houvast, als hulpmiddel of in ieder geval als inspiratiebron om ouders bij de school te betrekken en met hen een passende relatie op te bouwen. Volgens Hooiveld (2010) is het belangrijk dat een school ‘kleur bekent’ en dat één van de prototypen richtinggevend is voor een school. Voor ouders is het vooral van belang dat een school een sfeer uitstraalt waarin zij zich welkom voelen. Waar zij goed geïnformeerd worden over de voorzieningen en activiteiten op school, en over de vorderingen van hun kind. Ouders die zich gezien en erkend weten, voelen zich eerder welkom op school. Er wordt in de literatuur gesproken over het zogenaamde ‘joining process’: dat de school ouders verwelkomt, het belang van ouderparticipatie erkent en focust op de kinderen en hun leerproces (Lusse, 2011). Een goede leraar voelt zich niet aangevallen als ouders een zorg of probleem hebben. Hij beseft dat dit vooral betekent dat ouders gehoord willen worden en aandacht nodig hebben.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
21
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
22
7.
Hoe kunnen we een ‘goede samenwerking’ ouders/school omschrijven?
Wat kunnen we verstaan onder een goede samenwerking tussen ouders en school? Zijn daar criteria en randvoorwaarden voor? En wat is er bekend over de effecten van goed samenwerken op de leerprestaties en het welbevinden van leerlingen? Dit zijn complexe vragen waar vanuit onderzoek wel een aantal algemene antwoorden op kunnen worden gevonden. We geven de voornaamste uitkomsten hieronder weer. De uitdaging en opgave is deze uitkomsten schoolspecifiek met ouders en de betrokken oudergeledingen uit te werken. 7.1 Wanneer werken ouders en school goed samen? Voor een goede samenwerking tussen ouders en school bestaan geen standaard recepten of pasklare oplossingen. Want wat goed samenwerken is dat bepalen de school en ouders samen! In de literatuur vinden we wel richtlijnen en uitgangspunten. Samengevat komen die erop neer dat een goede onderlinge samenwerking tussen school en ouders er het meest bij is gebaat als: scholen en ouders zich gezamenlijk verantwoordelijkheid voelen voor onderwijs en opvoeding; scholen en ouders zoveel mogelijk vanuit gezamenlijk geformuleerde doelstellingen voor opvoeden en onderwijs werken; leerkrachten en ouders open en respectvol met elkaar omgaan, goed naar elkaar (leren) luisteren en positieve feedback regels gebruiken; gelijkwaardige posities van school en ouders het uitgangspunt zijn, met begrip voor de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van school en ouders; resultaten van de (veelal langdurige) samenwerking tussentijds worden geëvalueerd en de uitgezette koers waar nodig wordt bijgesteld. 7.2 Wat zijn randvoorwaarden en criteria voor goed samenwerken? Wat geldt voor ‘goed samenwerken’ tussen school en ouders geldt ook voor de randvoorwaarden en criteria: die kunnen school en ouders alleen samen bepalen. Maar ook hier kunnen we vanuit geraadpleegde literatuur wel een aantal richtlijnen en uitgangspunten formuleren. Scholen dienen bij voorkeur al bij de intake aan ouders duidelijk te maken wat zij van hen verwachten t.a.v. opvoeding en onderwijs. Scholen dienen goed aan te sluiten bij de behoeften en mogelijkheden van ouders, met speciale aandacht voor moeilijk bereikbare (allochtone) groepen ouders. Transparante, goed getimede communicatie waarbij scholen en ouders samen bepalen hoe en met welke middelen het best gecommuniceerd kan worden; tweerichtingsverkeer in het contact: van ouders naar school, en van school naar ouders (dialoog). Vertrouwen van de school in de ouders en ook omgekeerd. Scholen die ruimte voor emoties van ouders bieden maar die ook grenzen stellen aan ongewenst gedrag. Scholen, ouders en leerlingen respecteren elkaar en nemen elkaar serieus; klachten zijn een teken van betrokkenheid!
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
23
7.3
Wat is er bekend over de effecten van een goede samenwerking tussen ouders en school op de leerprestaties en het welbevinden van leerlingen? Alvorens scholen tijd, geld en menskracht voor ouderbetrokkenheid/participatie willen vrijmaken, hoor je nogal eens de vraag ‘wat levert dit de school en de leerling op? Welke activiteiten dragen nu echt bij aan ontwikkeling, welbevinden en leerprestaties van kinderen? Dat zijn belangrijke en terechte vragen waarnaar inmiddels heel wat (inter)nationaal onderzoek is gedaan. Sardes ontwikkelde een speciale editie over ouderbetrokkenheid (nummer 13, juni 2012) met een factsheet waarin uiteengezet wordt wat we uit onderzoek weten over de wijze waarop ouderbetrokkenheid kan bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot zelfstandige, gewetensvolle mensen. Een deel van de onderstaande informatie is overgenomen van dit factsheet. Er wordt hieronder een indeling gemaakt in ‘algemeen’, ‘ouders betrekken bij leren en opvoeden thuis’ en ‘ouders betrekken bij leren/opvoeden op school’. Algemeen Ouderbetrokkenheid levert het meest op bij jonge kinderen. Jonge kinderen zijn afhankelijker van hun ouders dan oudere kinderen en de ontwikkeling op jonge leeftijd is zeer bepalend voor de latere ontwikkeling (Heckman). Hoge verwachtingen en ambities van ouders leiden tot meer succes op school. Initiatieven die gericht zijn op versterking van de ouderbetrokkenheid, moeten ouders inspireren om hoge verwachtingen te hebben van hun kind (Fan & Chen). Een aanpak die is gericht op zowel het gezin als de instelling (‘home-based’ en ‘centre-based’)is effectiever dan een aanpak die zich richt op een van beide (Blok & Leseman). Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie hebben invloed op opvoeding en onderwijs. Als de school ouders ondersteunt bij het opvoedingsklimaat (zowel op school als thuis) kan dit een positieve houding van ouders t.a.v. de school en zelfs verandering van opvoedgedrag veroorzaken. Voor het slagen van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie dient het ouderbeleid aan te sluiten bij de missie van de school en te worden gedragen en uitgevoerd door alle betrokkenen (directie, team en ouders) Cijvat & Voskens (2010). Het is onduidelijk welke vormen van ouderbetrokkenheid nu precies effecten hebben op welke aspecten van de ontwikkeling van kinderen. Er is empirisch bewijs voor het belang van ouderbetrokkenheid voor het leren van kinderen. Desondanks is voorzichtigheid gewenst bij het trekken van algemene conclusies over de effecten van ouderbetrokkenheid op het leren en de ontwikkeling van kinderen. Over de differentiële (interactie-)effecten van ouderbetrokkenheid op leerling prestaties is namelijk weinig bekend (Cijvat & Voskens, 2008). Vooral allochtone moeders komen door een actieve stimulering van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie makkelijker uit hun sociale isolement, gaan het Nederlands beter beheersen en krijgen betere kansen krijgen op de arbeidsmarkt (Cijvat & Voskens 2010). Ouders betrekken bij leren en opvoeden thuis Een voorspoedige ontwikkeling wordt bevorderd door een liefdevolle band met de ouders, een stabiele omgeving en stimulerende interacties tussen ouders en kind. Inspanningen om ouderbetrokkenheid te stimuleren moeten daarom rekening houden met de thuissituatie. Het is belangrijk om ouders als opvoeders zelfvertrouwen te geven (Shonkoff & Philips; Epstein). Niet zozeer participatie op school, maar betrokkenheid thuis levert een grote bijdrage aan de ontwikkeling en het leersucces van kinderen. ‘Good parenting at home’ leidt doorgaans tot meer zelfvertrouwen, meer positieve attitudes richting de school, betere prestaties in taal en rekenen, en een verdere ontwikkeling van sociale competenties. Het is hierbij vooral van belang dat ouders met hun kinderen praten over school en hen helpen bij het leren en maken van hun huiswerk (Cijvat & Voskens, 2008). Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
24
Ouders betrekken bij leren/opvoeden op school Er blijkt een significant positief effect van ouderbetrokkenheid op het functioneren van kinderen binnen school. Dit betreft zowel de leerprestaties als het gedrag en de werkhouding. Dit verband is aanwezig bij gezinnen van alle economische achtergronden en opleidingsniveaus, van alle etnische achtergronden en bij leerlingen van alle leeftijden (Cijvat & Voskens, 2008). Volgens Cijvat & Voskens (2010) heeft ouderbetrokkenheid een significant positief effect op het functioneren van kinderen op school (gedrag en werkhouding). Verder zorgt ouderbetrokkenheid thuis (praten over school en helpen bij schoolwerk) voor betere prestaties (taal, rekenen, lezen), meer zelfvertrouwen en een positieve houding t.a.v. school en betere sociale competenties. 7.4 Zijn er ‘good practises’ beschreven? Ouderbetrokkenheid en participatie zijn thema’s waar inmiddels al heel wat ervaring mee is opgedaan. Vooral met het betrekken van ouders bij de basisschool. Maar inmiddels krijgt het thema ook steeds meer aandacht op scholen voor voortgezet onderwijs. Sinds enkele jaren is het onderwerp in een stroomversnelling terechtgekomen en zijn inmiddels heel veel goede voorbeelden en hulpmiddelen beschreven en via het internet ontsloten. Het is ondoenlijk en ook niet nodig hiervan een totaaloverzicht te maken: er zijn simpelweg teveel goede voorbeelden! Daarom volgt hieronder een aantal recente weblinks naar hulpmiddelen en goede voorbeelden die voor Gouda en omstreken inspiratie en tips kunnen opleveren. Deze links kunnen weer behulpzaam zijn naar andere, aanvullende informatiebronnen. Nuttige weblinks Landelijk http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouders-en-school-samen/hulpmiddelen-voor-scholen-enouders www.ouders-school.nl; Een initiatief van Vensters voor Verantwoording in samenwerking met het ministerie van OCW, KPCgroep en scholen voor voortgezet onderwijs. Belangrijkste doel is om de bestaande expertise op dit terrein zichtbaar te maken met inspirerende praktijkvoorbeelden en bruikbare achtergrondinformatie Regio Rotterdam http://www.onderwijsbeleid010.nl/primair-onderwijs-0 http://www.onderwijsbeleid010.nl/voortgezet-onderwijs-0 Ook op de Goudse scholen zijn er initiatieven om de samenwerking tussen ouders en school te verbeteren. Zie hiervoor hoofdstuk 9 ad 4 (Succesvolle) initiatieven.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
25
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
26
8.
Welke vormen van samenwerking tussen ouders en school zijn te onderscheiden?
Met het oog op goed overleg en afstemming tussen school en ouders zijn er - zoals in het vorige hoofdstuk beschreven- veelvuldig contacten en relaties tussen school en ouders en omgekeerd. Soms gaat het om individuele rechten en plichten van ouders zoals de informatieplicht of het recht om bijvoorbeeld een klacht in te dienen. Maar veel vaker – en in het kader van dit onderzoek relevanter gaat het over de vorderingen of schoolprestaties van een leerling of over opvoedingsvragen. Afhankelijk van de beoogde resultaten, effecten en werkwijze kunnen meer formele of meer inhoudelijk gerichte vormen van samenwerking worden onderscheiden. In de literatuur zijn verschillende indelingen te vinden. We kiezen hier voor de gangbare indeling in ouderparticipatie, ouderbetrokkenheid en educatief partnerschap omdat deze begrippen ook door de deelnemers aan de kringgesprekken en interviews naar voren zijn gebracht. Hieronder volgt een korte invulling van de drie begrippen die in de meeste vakliteratuur rond onderwijs en opgroeien op dezelfde wijze worden gehanteerd. 8.1 Ouderparticipatie Bij ouderparticipatie zijn ouders daadwerkelijk actief in het belang van de school. De ouder levert een actieve bijdrage aan het onderwijs of aan activiteiten die met het reilen en zeilen van school te maken hebben. De ouders doen dit door bijvoorbeeld mee te denken met het beleid van de school door zitting te nemen in de medezeggenschapsraad, de ouderraad of een oudercommissie. Maar ouders kunnen ook participeren door bijvoorbeeld praktisch te helpen met het organiseren van een schoolfeest of te helpen als leesmoeder/vader, knutselmoeder/vader, of bij het schoolzwemmen, om maar een paar voorbeelden te noemen. 8.2 Ouderbetrokkenheid Bij ouderbetrokkenheid gaat het volgens Smit (2012) om de betrokkenheid van ouders bij de opvoeding en het onderwijs van hun kind, thuis (bijvoorbeeld door voorlezen) en op school (helpen met huiswerk en rapportbesprekingen voeren met de leerkracht). School en ouders stemmen hun visie op de opvoeding van kinderen en jongeren op elkaar af en beide leveren daaraan vanuit de eigen rol en positie een bijdrage. Ouders volgen het leerproces van hun kind, geven daar thuis ondersteuning aan en hebben hierover regelmatig contact met de school om de prestaties van hun kind verbeteren. Daarnaast ondersteunen ouders de werkzaamheden en taken van leraren, waarmee zij bijdragen aan een zo goed mogelijke ontwikkeling en ‘schoolcarrière’ van de leerlingen. Het CPS vat in het recent verschenen boek ‘ Ouderbetrokkenheid voor elkaar’ (CPS, juni 2012) ouderbetrokkenheid als volgt samen: “ Ouderbetrokkenheid is een niet vrijblijvende en gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en school, waarin ouders en school vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de (school) ontwikkeling van het kind (de leerling). 8.3 Educatief partnerschap Nauw verbonden met de begrippen ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid is het begrip educatief partnerschap dat de laatste jaren in onderwijskringen steeds vaker opduikt. Als scholen en ouders (educatief) partner zijn wil dat zeggen dat zij opvoeding en onderwijs als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwen. Dat scholen (en ouders) hun samenwerking via educatief partnerschap willen versterken is volgens Menheere (2010) te verklaren door het gunstige effect op de cognitieve ontwikkeling, de schoolprestaties en het sociaal functioneren van leerlingen. Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
27
Als scholen en ouders ‘educatief partner’ zijn wil dat zeggen dat zij er voor kiezen samen te werken bij het creëren van zo gunstig mogelijke omstandigheden voor de ontwikkeling en het leerproces van de leerling. Achterliggende gedachte is dat de opvoedmilieus thuis, op school en in de buurt elkaar zouden moeten versterken om te voorkomen dat kinderen tussen de ‘pedagogische wal en het schip vallen’. Educatief partnerschap betekent dat men samenwerkt en elkaar (onder)steunt bij de inhoud en vormgeving van onderwijs, opvoeding en zorg. In een al wat oudere, maar belangrijke publicatie van De Wit (2002) wordt het begrip omschreven als een gedeelde verantwoordelijkheid die in samenwerking wordt gerealiseerd met het doel elkaars activiteiten te versterken en wederzijds te ondersteunen, waarvoor onderling vertrouwen een essentiële voorwaarde is. Educatief partnerschap is volgens Beek, van Rooijen en de Wit (2007) gericht op drie doelen. 1. Pedagogisch doel: het realiseren van afstemming in pedagogisch denken, handelen en benaderen van kinderen, thuis en in de school. 2. Organisatorisch doel: het optimaliseren van het reilen en zeilen van de school als organisatie en gemeenschap, mede door de inbreng van ouders. 3. Democratisch doel: het informeel en formeel meedenken en meebeslissen van ouders met de school en het afleggen van verantwoording door de school over haar werk aan de ouders. Uit ervaringen binnen de onderwijspraktijk blijkt dat het opbouwen en onderhouden van educatief partnerschap een hele opgave is. Voor veel leraren en schoolleiders blijken een open dialoog, intensieve samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid niet eenvoudig. Dat heeft ook te maken met de gelijkwaardige posities van leerkracht en ouders die door leerkrachten soms wordt opgevat als een bedreiging voor hun professionaliteit en status. Voor educatief partnerschap bestaat geen kant en klaar recept, geen blauwdruk; het gaat veel meer om een gezamenlijke zoektocht in het belang van het versterken van onderwijs en opvoeding op school en thuis. Partner ben je immers niet, maar daar zal je als school en ouders gezamenlijk in moeten investeren in het belang van het kind en vanuit het besef dat je samen meer kunt dan alleen. Partnerschap vergt een andere houding dan professionals op school en ouders gewend zijn in hun onderling contact. Het gaat om een andere manier van in het leven staan. Zeker bij lastige problemen of als de relatie om andere redenen onder spanning komt te staan, komt het aan op die grondhouding.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
28
9.
Op welke al bestaande kansrijke ontwikkelingen en trajecten binnen Gouda kan worden aangesloten
Inbreng vanuit de praktijk van de Goudse scholen voor primair en voortgezet onderwijs vormt een belangrijke aanvulling op de uitkomsten van het literatuuronderzoek. Kringgesprekken en interviews dienen antwoord te geven op aangrijpingspunten voor verbetering van de relatie tussen ouders en school. Er zijn twee kringgesprekken gehouden: één met acht ouders (PO en VO) en één met vier schoolleiders van Goudse scholen voor PO en VO. Verder werden enkele interviews gehouden met leerkrachten/docenten/IB’ers. Daarbij werd antwoord gezocht op de volgende vragen. 1. Wat verstaan ouders onder een goede samenwerking tussen school en ouders? 2. Wat verstaan schoolleiders onder een goede samenwerking tussen school en ouders? 3. Wat zijn criteria voor een goede samenwerking? 4. Welke initiatieven bestaan er in Gouda om de samenwerking tussen ouders en school te verbeteren en welke blijken succesvol en waarom en welke initiatieven blijken weinig succesvol en om welke reden? Uit de antwoorden op de vragen 1 en 2 over wat ouders en school onder een goede onderlinge samenwerking verstaan komen vier hoofdonderwerpen naar voren: 1. communicatie 2. verwachtingen 3. partnerschap 4. zorgen delen Die worden hieronder inhoudelijk uitgewerkt. De analyse daarvan levert het antwoord op de criteria voor samenwerking vanuit het perspectief van de ouders en van de schoolleiders (vraag 3). Voor beantwoording van vraag 4 is gebruikgemaakt van voorbeelden die door ouders en schoolleiders zijn gegeven in de kringgesprekken, en van de antwoorden van de deelnemers aan de interviews. Ad 1. Wat verstaan ouders onder een goede samenwerking tussen school en ouders? 1. Communicatie Algemeen waar het kan en maatwerk waar het moet, met een gedeelde verantwoordelijkheid voor school en ouders Enkele reacties Een systematische en planmatige aanpak passend bij de behoefte van de ouders. Niet vrijblijvend (’t mag verplichtender). Digitaal en ‘face to face’ gecombineerd. Specifieke aandacht voor moeilijk bereikbare groepen ouders (via intermediairs, kort van tevoren, persoonlijk). 2. Verwachtingen Ouders en school spreken de verwachtingen die ze van elkaar hebben uit en leggen die vast opdat ouders weten waarvoor de school verantwoordelijk is en de school weet waarvoor ouders zich verantwoordelijk voelen Enkele reacties Scholen zouden in het betrekken van ouders niet te veel moeten zenden, het gaat om elkaar ontmoeten, er dient sprake te zijn van tweerichtingsverkeer. De mentaliteit van de school zou moeten veranderen, laat de school gewoon uitspreken wat zij van ouders verwacht. Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
29
Als de school zich committeert aan een gemeenschappelijk project met ouders dan dient de school de verwachtingen die ze bij ouders creëert ook waarmaken.
3. Partnerschap Ouders verwachten dat zijn respectvol worden behandeld en dat hun inbreng serieus wordt genomen, waarbij er een heldere rolverdeling is tussen school en ouders Enkele reacties ‘Open deur’ politiek. ‘Gehoord en gezien’ worden en zich welkom voelen op school. Special aandacht voor VO omdat ouders meer op afstand staan (dan bij basisonderwijs) ; terwijl ook in het VO contact van ouders met de scholen belangrijk is evenals contact van ouder onderling. 4. Zorgen delen met ouders Als er problemen zijn tussen leerlingen en leerkrachten of zorgen rond een leerling dan erkennen leerkrachten dit, treden leerkrachten als team op en gaat de school het gesprek aan met de ouders Enkele reacties Ouders tijdig te betrekken en uitwisseling met ouders. Heldere communicatie en adequate terugkoppeling naar ouders. Deskundige hulp te mobiliseren waar nodig. Ad.2 Wat verstaan schoolleiders onder een goede samenwerking tussen school en ouders? 1. Communicatie Communicatie vorm geven vanuit het perspectief van de ouder Enkele reacties Laat de boodschap aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van (allochtone) ouders. Naast digitale communicatie ook face tot face met ouders in gesprek gaan; duurzaam contact met ouders, hen blijven zien en spreken. Meer planmatig en systematisch inzetten van communicatie middelen. Bij allochtone ouders intermediairs in schakelen (groepsondersteuner, collega’s uit de doelgroep, andere ouders) met speciale aandacht voor: persoonlijk en telefonisch benaderen; kort van tevoren informatie verstrekken. 2. Verwachtingen School en ouders spreken hun verwachtingen over en weer uit, maken hierover afspraken en leggen deze vast. Enkele reacties Schoolleiders en ouders dienen samen een visie te ontwikkelen en te delen. Wederzijds dienen verantwoordelijkheden en rollen te worden vastgelegd. Het is belangrijk om ook de schoolteams in dit proces te betrekken. 3. Partnerschap Partnerschap met ouders vanuit gelijkwaardige posities met een heldere afbakening van taken, rollen en verantwoordelijkheden
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
30
Enkele reacties Partnerschap opbouwen met ouders; dit doe je door als school ouders zo vroeg mogelijk kennis te laten maken met de school; daarbij is een centrale rol weggelegd voor de mentor die spil is in het bevorderen van duurzame contacten van ouders en school. Tijd maken voor ouders, investeren in contact met ouders, dat is noodzakelijk om vertrouwen op te bouwen. 4. Zorgen delen met ouders Zorgen rond leerlingen aan ouders kenbaar maken en er met ouders over in gesprek te gaan Enkele reacties Zorg dat je de zorgen die je hebt om een leerling kenbaar maakt aan de ouders, daarover met hen in gesprek gaat, de zorgen deelt. Als een leerling zijn huiswerk niet maakt dan bespreek je dat met de leerling; maakt een leerling na drie keer zijn huiswerk nog steeds niet, dan ga je als school in gesprek met de ouders. Ad 3. Wat zijn criteria voor een goede samenwerking? Uit de uitkomsten van de kringgesprekken met ouders en schoolleiders en de interviews met leerkrachten / docenten / IB-ers kunnen de volgende criteria voor goed samenwerken worden afgeleid. Criteria ouders Ouders en school zijn samen verantwoordelijk voor de (school) ontwikkeling van een leerling. Heldere verwachtingen, weten waar ouders en waar school voor verantwoordelijk is. Respectvol bejegend worden. Je als ouder “gehoord, gezien en welkom voelen”. Criteria schoolleiders Samen met ouders bouwen aan- en borgen van samenwerking rond ontwikkeling en leerprestaties van leerlingen. Gelijkwaardige posities van ouders en school ingevuld vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Wederzijdse verwachtingen uitspreken en vastleggen om ontwikkeling en presteren van leerlingen te bevorderen.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
31
Ad 4. (Succesvolle) Initiatieven in Gouda om de samenwerking tussen ouders en school te verbeteren Het bevorderen en invullen van de samenwerking met ouders vindt nogal eens plaats op initiatief van de school. Scholen hebben vaak de lead bij ouderbetrokkenheid en participatie. Maar in de kringgesprekken met ouders zijn ook voorbeelden genoemd die ouders binnen hun school gestart zijn. Hieronder acht initiatieven op een rij vanuit beide perspectieven. Educipatie (PO) Half 2012 is Educipatie gestart. Dat is een samenvoeging van educatie en participatie: ouders en anderen betrekken bij het onderwijs. De Aloysiusschool (http://aloysius.ning.com/) en de Casimirschool (http://casimirschool.ning.com/) proberen een online omgeving uit. Hierop kunnen ouders, leerkrachten en anderen bijvoorbeeld informatie, vragen, foto's en filmpjes delen. Dat kan per klas/groep of per thema (zoals de Kinderboekenweek). Als iemand een vraag of aanbod heeft dat school overstijgend is, kan hij terecht op www.educipatie.nl. Ouderdatabank (VO) Dit is een initiatief van de ouderraad van een school geweest met de vraag aan ouders wat hun achtergrond is en of ze vanuit hun professie bereid zijn om de lessen op school te verlevendigen door een praktijkverhaal of door bv. een beroepenmarkt mee op te zetten om de profiel en studiekeuze te ondersteunen. Hiervan is behalve voor het project Taaldorp (ERK) nog geen gebruikgemaakt. Overblijf initiatief allochtone ouders (PO) Op één van de BO scholen hebben allochtone moeders het overblijven opgepakt. Dit verkleint de afstand tussen allochtone gezinnen en de school. De moeders zijn inmiddels bekende gezichten binnen de school en worden steeds actiever. Ze verzorgen thee en lekkernijen tijdens een buitenschoolse activiteit en voeren dit merkbaar trots uit. Een initiatief met een grote reikwijdte omdat de kinderen op de school uit een groot aantal culturen afkomstig zijn en zo op een vanzelfsprekende manier bekend raken met elkaars achtergrond. Mentoren uitwisseling (VO) Mentoren vervullen in het Voortgezet Onderwijs een spilfunctie om ouders bij de school te betrekken. Mentoren beschikken over veel kennis en ervaring die nog onvoldoende gedeeld wordt met collegamentoren. Het Coenecoop College in Boskoop verzorgt uitwisselingsbijeenkomsten tussen mentoren, om de ervaringen te delen en om van elkaar te leren. Jenaplan, rol ouders bij de vijf basisactiviteiten (PO) Binnen het Jenaplan onderwijs heeft ouderbetrokkenheid een vaste plek in het schoolbeleid. Al bij inschrijving van het kind op school wordt met ouders de afspraak gemaakt dat zij meedenken en meepraten met de zogenoemde ‘vijf basisactiviteiten’. De verwachting die de school van ouders heeft wordt meteen vastgelegd. Schoolbreed project met ouders (PO) De Casimirschool (BO) organiseert ieder jaar een school breed project waarbij ouders op basis van hun competenties worden betrokken. In 2012 hebben de leerlingen een kookboek gemaakt, waar onder andere een fotograaf, een tekstschrijver en een uitgever bij geholpen hebben. Een mooi project, maar een aantal ouders hadden verwachtingen die de school niet heeft kunnen waarmaken wat teleurstelling opleverde. School en ouders hebben ervan geleerd om de verwachtingen vooraf uit te spreken en goed te communiceren over (het verloop van) het project.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
32
Klankbordgroep, een inhoudelijke rol voor ouders (VO en PO) Eén VO school heeft een klankbordgroep die 4x per jaar bij elkaar komt. Daarin zijn naast teamleiders en docenten ook ouders vertegenwoordigd. De klankbordgroep heeft een signaleringsfunctie, geeft de school advies hoe zaken aan te pakken; de onderwerpen wisselen. Vrijwel altijd worden de adviezen uitgevoerd, de resultaten worden teruggekoppeld naar de leden van de klankbordgroep. Als succesfactoren worden genoemd dat ouders op de inhoud worden aangesproken en dat het niet over structuren, regels en formele zaken gaat. Ook in het BO zijn er goede ervaringen met klankbordgroepen vanwege dezelfde redenen. Meer Kansen met Ouders (MKMO) – PO Veel scholen betrekken ouders bij hun school. Maar er zijn maar weinig scholen die een ouderbeleidsplan hebben en hier planmatig en systematisch uitvoering aan geven. In de periode 2005-2009 hebben 10 basisscholen in Gouda meegedaan met het project MKMO, waaronder de Westerschool. De school heeft een visie op ouderbetrokkenheid ontwikkeld met daaraan gekoppeld een activiteitenplan. De school heeft hier nog steeds veel baat bij. Een voorbeeld is dat als er zich problemen voordoen in de thuissituatie dat er van de ouders wordt verwacht dat ze dit aan de school melden en er samen over in gesprek gaan.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
33
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
34
10.
Welke kansrijke aangrijpingspunten doen zich voor om de relatie tussen school en ouders te verbeteren
Nog niet zo lang geleden waren de kaders duidelijk: ouders voeden op en de school is er voor het onderwijs. Die tijd is voorbij. Opvoeden en onderwijs (en daarmee ouders en school) zijn meer en meer naar elkaar toe gekropen. Dat heeft - zoals uit de vorige hoofdstukken is gebleken - gevolgen voor de relatie tussen school en ouders. Hieronder zetten we een aantal aangrijpingspunten en ontwikkelingen op een rij die mogelijkheden en kansen kunnen bieden om de samenwerking tussen school en ouders te versterken. We maken een onderscheid in aangrijpingspunten/ontwikkelingen binnen het onderwijs- en jeugdbeleid en meer algemeen in de samenleving. Het overzicht pretendeert geen volledigheid. Ook biedt het geen pasklaar antwoord op de vraag hoe de aangrijpingspunten direct vertaald kunnen worden in aanbevelingen of suggesties voor het versterken van de relatie tussen school en ouders. Wel zal elke school onderstaande punten herkennen en er bij het vormgeven van ouderbeleid (al) rekening mee houden of mee moeten gaan houden, dan wel er zijn voordeel mee doen. Sommige ontwikkelingen bieden regelrecht kansen om de samenwerking met ouders (nog) beter op orde te brengen! Aangrijpingspunten in het onderwijsbeleid De Rijksoverheid zet met een samenhangend pakket aan maatregelen in op de verbetering van de kwaliteit van het basis- en voortgezet onderwijs. Aandachtsgebieden zijn onder meer het taalen rekenonderwijs en (in het voortgezet onderwijs) het voorkomen van schooluitval. Naast de taken voor schoolbesturen en de scholen zelf, kunnen juist ook ouders daarin een grote rol spelen. De initiatieven van het ministerie van OCW (2012) gericht op het bevorderen van goed partnerschap tussen school en ouders onder de noemer “Ouders en school samen” en de oproep aan scholen om meer te doen om ouders te betrekken bij school. OCW vindt de tijd rijp voor scholen om structureel te investeren in visievorming en beleidsontwikkeling t.a.v. ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie en te werken aan partnerschap met het doel een veilige en stimulerende leeromgeving voor het kind te creëren, zowel thuis als op school. De invoering van het passend onderwijs in 2014 waarbij iedere school verplicht is om – samen met het samenwerkingsverband waar de school deel vanuit maakt – voor ieder kind dat extra ondersteuning nodig heeft een passende onderwijsplek moet vinden. Ouders krijgen een formele en inhoudelijke rol in het passend onderwijs. Om passend onderwijs tot succes te maken is een goede relatie en samenwerking tussen school en ouders een essentiële voorwaarde. Aangrijpingspunten in het jeugdbeleid Een ontwikkeling in het gemeentelijk jeugdbeleid is de zogenoemde ‘Pedagogische Civil Society (PCS)’. Het gedachtegoed van de Pedagogische Civil Society krijgt binnen gemeenten een steeds belangrijker rol. De PCS - ook wel ‘Samen opvoeden’ genoemd - staat voor vrijwillige verbanden van burgers rond opvoeden en opgroeien waarvan naast de sportvereniging, de kinderopvang, het buurthuis of de buurman/vrouw ook de school deel uit maakt. Bij ‘Samen opvoeden’ ligt de nadruk op de ‘gewone’ opvoeding binnen de sociale context. Uit onderzoek is gebleken dat sociale steun de daadkracht van gezinnen vergroot en opvoedingsmoeilijkheden helpt voorkomen. Het onderwijs kan daarin aanvullend een belangrijke rol spelen. Het kabinet wil het jeugdzorgstel eenvoudiger maken door alle zorg voor jeugd onder te brengen bij de gemeente. Deze zogenoemde transitie/transformatie van de jeugdzorg van de provincie naar de gemeente krijgt naar verwachting per januari 2015 zijn beslag. Deze ontwikkelingen zullen
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
35
ertoe leiden de verbinding van de school met de jeugd(zorg) instellingen te herijken, inclusief de samenwerking met ouders. Aangrijpingspunten in de samenleving Er doen zich veranderingen voor in de verhouding tussen ouders en school. Ouders zijn mondiger geworden, stellen (steeds) hogere eisen aan het onderwijs en lijken (onderdelen van) de opvoeding soms uit te besteden aan school. Deze ontwikkeling roept bij scholen de vraag op wat nog toelaatbaar is en wanneer een acceptabele grens door ouders wordt overschreden. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor scholen bij het vormgeven van hun ouderbeleid. Verschillende onderzoeken tonen aan dat kinderen en jongeren overbelast (dreigen te) raken, bijvoorbeeld door ziekte, handicap, armoede, schulden en woonproblemen. Met veel van deze jongeren gaat het niet goed; er komen onder deze groep jongeren meer gedrags- en ontwikkelingsproblemen voor dan bij leeftijdgenoten. Een goede omgang van beroepskrachten met deze jongeren kan problemen voorkomen of verminderen. Ook de scholen hebben met deze ontwikkeling te maken. Een goede communicatie en samenwerking met ouders is daarbij van cruciaal belang. De sociale media spelen een steeds dominantere rol in de samenleving en ook op school. Naast de minder gunstige of lastige aspecten, biedt digitale communicatie voor ouders en school ook kansen en mogelijkheden om snel en op maat te communiceren, een tweerichtingsverkeer van school naar ouders en van ouders naar school. In de toekomst zal naar ieders verwachting het gebruik van deze communicatiemiddelen nog sterk groeien. Dat vraagt ook van scholen een visie op de inzet van deze middelen in het onderwijs en in de communicatie met ouders.
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
36
11.
Samenvattende conclusies
De vraag is welke conclusies er nu op basis van het literatuuronderzoek, de interviews en de kringgesprekken kunnen worden getrokken om effectieve verbeteringen in de relatie ouders en scholen in Gouda te realiseren. Omdat er slechts een zeer beperkte doelgroep is bevraagd kan aan onderstaande conclusies geen algemene geldigheid worden ontleend. Inhoud en conclusies in deze rapportage zijn vooral nuttig als hulpmiddel om in de school en met ouders te bespreken. Het is aan iedere school zelf om te bepalen hoe hiermee aan de slag te gaan.
Scholen vinden ouderparticipatie belangrijk en betrekken ouders wel bij de school, maar ontberen in de meeste gevallen een uitgewerkte visie en hebben nog geen ouderbeleid van waaruit zij denken en handelen. De tijd is rijp voor scholen om regie te gaan voeren op de samenwerking met ouders en te bepalen “welke type school ze voor ouders willen zijn”.
Ouders en scholen vinden dat de communicatie van de school met ouders beter kan. De school sluit nog onvoldoende aan bij de behoeften en mogelijkheden van ouders. Ouders en scholen ervaren de onderlinge communicatie als te vrijblijvend, te ad hoc, en willen een systematischer en planmatiger aanpak. Daarbij moet digitale communicatie hand in hand gaan met persoonlijke aandacht en ontmoeting.
Partnerschap staat bij ouders en school hoog in het vaandel, maar beide zijn van mening dat er nog heel wat moet gebeuren om een gelijkwaardige relatie op te bouwen, vanuit de eigen rol en positie. Scholen kunnen meer tijd investeren in ouders, en ouders voelen zich soms onvoldoende gezien en gehoord in hun contacten met school.
Ouders en school hebben veelal onuitgesproken verwachtingen van elkaar als het gaat om opvoeding en onderwijs op school en thuis. Omdat school en ouders de verwachtingen niet expliciet maken, kan er verwarring en onbegrip ontstaan en soms ook conflicten. Zowel school als ouders zouden de wederzijdse verwachtingen graag naar elkaar uitspreken, en vastleggen, opdat de rollen, taken en verantwoordelijkheden helder worden.
Zorgen delen met ouders is onderdeel van ouderbetrokkenheid en partnerschap. Ouders worden soms niet tijdig genoeg betrokken, en ervaren de geboden (externe) hulp niet altijd als adequaat. Ook de communicatie en terugkoppeling van de school naar de ouder kan verbeterd worden.
Tot slot een woord van dank aan de werkgroep ouderbetrokkenheid van de LEA (Els van Elderen, Lid College van Bestuur De Groeiling en Bas Oldemans, rector Carmelcollege Gouda). Bas en Els hebben een onmisbare rol gehad bij het tot stand komen van deze rapportage! Onze dank gaat verder uit naar schoolleiders, leerkrachten en ouders van de Groeiling en het Carmelcollege Gouda die via kringgesprekken en interviews een zeer waardevolle inbreng hebben geleverd!
Rapportage effectieve samenwerking ouders en school in Gouda, mei 2013 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
37