Rail Partner – Management Review Bijlage 27
Milieu en Co2 reductie doelstellingen
iUitgevoerd door: ·Ron Al en Martin Welker
Waalwijk, 08.05.2015
Algemeen Rail Partner zoekt structureel naar mogelijkheden om haar producten en diensten verder te verduurzamen. Gerichte keuze van materialen en middelen, beperking en beheersing van afvalstromen en zorgvuldige monitoring, analyse en reductie van co2 emissies binnen de organisatie zijn geïntegreerde onderdelen van onze bedrijfsvoering. Strategische milieu en co2 reductie doelstellingen De belangrijkste doelstelling om de negatieve impact op het milieu te reduceren, is om uiteindelijk te komen tot een andersoortige totstandkoming en planning van inzetten. Hierdoor zal een significante vermindering van Co2 uitstoot ontstaan. Deze laat zich echter nog lastig of niet kwantificeren. Er bestaat een directe relatie tussen het aantal uit te voeren inzetten en de Co2 uitstoot. Voornamelijk veroorzaakt door het brandstof verbruik als gevolg van de logistieke heen- en terugreis. De drivers achter het aantal inzetten zijn: - Geografisch marktgebied en locatiespreiding - Marktpotentieel en ontwikkelingsfase van de markt - Bestaande, meerjarige contractafspraken en OH cyclus - Technische configuratie van het systeem - Aard van de werkzaamheden (nieuwbouw, instandhouding en projecten) - Planning van de benodigde inzetten - Inrichting van het operationele (buitendienst) proces Onderstaand worden deze drivers puntsgewijs uitgewerkt. Om vervolgens tot een aantal doelstellingen te komen. Geografisch marktgebied en locatiespreiding De werkzaamheden worden in verschillende markten vanuit Nederland verzorgd. Het grote aantal in de Nederlandse railinfra geplaatste systemen zorgt er voor dat de Nederlandse markt de meeste impact op de Co2 uitstoot heeft. Het gemiddeld aantal systemen per locatie is hoog en de afstanden tot de locaties is relatief gezien beperkt. In het buitenland is het aantal nieuw geplaatste systemen op verschillende locaties momenteel versnipperd. Dit zorgt voor extra Co2 uitstoot. De RAIL PARTNER monteurs moeten verder rijden om aan minder systemen dan in Nederland te kunnen werken. Het gemiddeld aantal systemen per locatie is laag en de afstanden tot de locaties is relatief hoog. Marktpotentieel en ontwikkelingsfase van de markt In alle markten is er groeipotentieel aanwezig. De impact van groei in het aantal in de infra geplaatste systemen in Nederland is beperkt. Uitbreiding van het aantal systemen in de Nederlandse infra zal RAIL PARTNER in staat stellen om haar instandhouding nog efficiënter in te richten. In het buitenland staat de toepassing van spoorstaafconditionering nog in de kinderschoenen. Toepassing vindt momenteel op geografisch ver van elkaar verwijderde locaties plaats. Het aantal geplaatste systemen is vooralsnog ook beperkt. Bestaande, meerjarige contractafspraken en geldend veiligheidsregime Binnen de niche markt waarin Rail Partner zich begeeft is het aantal klanten zeer beperkt. Met deze klanten worden meerjarige service overeenkomsten afgesloten, op basis waarvan Rail Partner haar dienstverlening inricht. Het aanpassen van de afspraken tijdens de looptijd van een dergelijke overeenkomst is zeer beperkt. In het buitenland is de onderhoudsfrequentie derhalve nog altijd 4x per jaar. Ook de locatie specifieke omstandigheden (o.a. berijdingsintensiteit van het geconditioneerde spoor) heeft invloed op de onderhoudscyclus. Daarnaast heeft het veiligheidsregime een belangrijke invloed op het aantal benodigde inzetten. Het aanpassen van de nachtgaten in de Management Review
1
Rail Partner – Management Review Bijlage 27
Milieu en Co2 reductie doelstellingen
dienstregeling van 2013 – 2014 in verband met het verscherpte veiligheidsregime zorgen er voor dat er minder tijd beschikbaar is om de benodigde werkzaamheden uit te voeren. Rail Partner moet dan met meer monteurs per inzet gaan werken of gebruik gaan maken van meer inzetten. Beiden hebben een nadelig effect op het aantal gereden kilometers. Technische configuratie van het systeem Binnen de technische configuratie van het systeem zijn er mogelijkheden benut om de onderhoudsfrequentie naar 3 keer per jaar te reduceren. De reductie van de OH frequentie bij ProRail van 4 naar 3 maal per jaar door de toepassing van composiet hoge druk N2 cilinders is een belangrijke maatregel geweest met een grote impact op de C02 uitstoot. Uitrol van deze toepassing bij andere klanten staat op de agenda om met deze klanten te bespreken. Aard van de werkzaamheden (nieuwbouw, instandhouding en projecten) We hebben binnen onze dienstverlening te maken met nieuwbouw, instandhouding en projectmatige werkzaamheden. De bulk van de werkzaamheden valt binnen de instandhouding. Hier kan Rail Partner in verband met het procesmatige karakter ook op sturen. Nieuwbouw projecten worden voornamelijk door de klant gestuurd. Hetzelfde geldt voor projecten. Beiden hebben een projectmatig karakter. Indien, zoals recentelijk gebeurd is, een spoorstaaf in Zurich / Zwitserland op korte termijn vernieuwd dient te worden, dan zal Rail Partner de systemen uit moeten bouwen. Terwijl we 2 weken van te voren voor het onderhoud ter plekke waren. De planbaarheid bepaalt daarmee in belangrijke mate het aantal inzetten. Planning van de benodigde inzetten De juiste afstemming van het aantal benodigde monteurs tijdens een inzet, de procesmatige voorbereiding van de inzet (zijn alle juiste materialen in de juiste aantallen tijdig voor de buitendienstmonteur aanwezig), de kwaliteit van de buitendienstmonteur (realisatie kwalitatieve alsook kwantitatieve productie) alsook de geplande aantallen tijdens de inzet zijn van belang op het volgens planning realiseren van de geplande aantallen. Indien er een extra inzet nodig is om eventueel restwerk of niet gerealiseerde aantallen alsnog te realiseren, heeft dit wederom invloed op de Co2 uitstoot. Integrale beheersing van het proces is derhalve van belang. Inrichting van het operationele (buitendienst) proces Het SpoorStaafConditioneringsSysteem en het daaraan gekoppelde operationele onderhoudsproces zijn gebaseerd op een aantal verschillende ontwerpprincipes. Deze samenhang zorgt er voor dat de tijdsbesteding tijdens het onderhoud hiervan een afgeleide is. Aanpassen van dit systeem door de ontwerpprincipes opnieuw tegen het licht te houden kunnen er voor zorgen dat er minder tijd in het veld voor het spoorwerk nodig is. Daarnaast kan er ook gekeken worden op welke wijze werkzaamheden in het veld naar buiten het veld kunnen worden verplaatst. Denk hierbij o.a. aan het reduceren van de administratieve zaken in het veld. De inzet van de communicatie box of een beter en vooral goedkoper alternatief past in deze benadering.
Management Review
2
Rail Partner – Management Review Bijlage 27
Milieu en Co2 reductie doelstellingen
Milieu en co2 reductie doelstellingen 2015 Rail Partner BV heeft voor 2015 de onderstaande milieu en co2 reductie doelstellingen. * Scope 1 emissies: - 5% reductie Co2 uitstoot t.o.v. referentiejaar 2011. D.w.z.: in 2016 20% reductie in Co2 uitstoot ten opzichte van referentiejaar 2011 - 5% reductie Co2 uitstoot per gereden km t.o.v. referentiejaar 2011 D.w.z.: in 2016 20% reductie in co2 uitstoot ten opzichte van referentiejaar 2011 Scope 1 betreft directe uitstoot, bijvoorbeeld van auto's en materieel en het gasverbruik in het pand Zinkerweg. Voor 2015 staan de onderstaande zaken gepland om de bovenstaande doelstellingen te realiseren:
Vervangen van stalen stikstofflessen door composiet stikstofflessen. Composiet flessen zijn lichter van gewicht wat een positief effect heeft op het brandstofverbruik van de bussen. Daarnaast kunnen door gewichtsreductie minder bussen worden ingezet wat per inzet ook zorgt voor brandstofbesparing. Mogelijkheden bekijken voor installatie van een zonneboiler. Hiermee kan tot 50% bespaard worden aan energiekosten voor het gebruik van warm water. (Voorstel) Het aantal inzetten te beperken (door SSCS per GSM te ontsluiten, en dus minder kilometers te maken (communicatie box). Optimaliseer de inzet van monteurs binnen een buitendienststelling (BD), waardoor het aantal benodigde inzetten daalt. Zorg er voor dat de geplande werkzaamheden realistisch gepland worden, goed voorbereid worden en volgens planning uitgevoerd worden. Dit moet er voor zorgen dat de werkzaamheden in 1 keer goed uitgevoerd worden en we geen extra inzetten nodig hebben om restwerk of net gerealiseerd onderhoud alsnog uit te voeren. De huidige instandhouding BD’s die wij aanvragen worden op dit moment ook onderzocht t.b.v. optimalisatie (is het wel de juiste BD qua duur en onttrekking enzovoorts). Dit project wordt op gedragen door Werkvoorbereiding / Planning in samenwerking met Teamleider Buitendienst t.b.v. een verbetering van het aantal inzetten en productie. Plan de inzetten van de monteur op een dusdanige wijze dat het aantal te rijden kilometers van de monteur minimaal is (regioplanning). Uitgangspunt waar mogelijk van de werkvoorbereiding / Planning is de woonplaats van de monteurs voor het bepalen van de inzetten. Dit om reistijd en kilometers te beperken per monteur. Combineer verschillende buitenlandse locaties met weinig systemen op een dusdanige wijze dat het onderhoud door een monteur in een gecombineerde inzet kan worden uitgevoerd. Voortzetting van de cursus “Het nieuwe rijden”. Onderzoek binnen de lopende contracten, contractafspraken en veiligheidsregimes de mogelijkheden om meer werk met minder mensen in een inzet te realiseren.Er is gestart met het kast-kop project. Hierbij worden (indien mogelijk) kastwerkzaamheden in de veilige zone verricht, voorafgaande aan een buitendienststelling. Deze kastwerkzaamheden kunnen mogelijk overdag al plaatsvinden. Vervolgend kan aansluitend tijdens een buitendienststelling kopwerkzaamheden worden verricht. Dit zal meestal in de nacht plaatsvinden. In de tijd tussen de dag- en nachtwerkzaamheden kan de monteur in de buurt van de werkzaamheden overnachten waardoor niet op- en neer gereden hoeft te worden. Daarnaast kan het aantal monteurs per inzet mogelijk worden gereduceerd. Of bovengenoemde daadwerkelijk leidt tot een vermindering van de CO2 uitstoot zal komende periode duidelijk worden. Challenge de ontwerpprincipes op haalbare aanpassingen aan de reeds geplaatste en nieuw te plaatsen systemen, om daarmee werkzaamheden die tijdens de inzet in het spoor moeten worden uitgevoerd zo veel mogelijk naar buiten het spoor worden verplaatst. Door meer voorbereidend werk tijdens interne assemblage uit te voeren (bijvoorbeeld: koppelingen al aan cilinders en slangen te monteren) kunnen werkzaamheden tussen het spoor worden gereduceerd. Hierdoor blijft er meer tijd over voor werkzaamheden tijdens een inzet
Management Review
3
Rail Partner – Management Review Bijlage 27
Milieu en Co2 reductie doelstellingen
waardoor meer systemen kunnen worden geplaatst/onderhouden. Dit kan ook inhouden dat per inzet minder monteurs ingezet kunnen worden.
*Scope 2 emissies: -jaarlijks 5% reductie Co2 uitstoot t.o.v. referentiejaar 2012. D.w.z. in 2015 15% reductie in co2 uitstoot ten opzichte van referentiejaar 2012. Scope 2 betreft indirecte uitstoot als gevolg van energieverbruik, bijvoorbeeld van energieproductie door de energieleverancier m.b.t. het stroomverbruik in het pand Zinkerweg. Voor 2015 staan de onderstaande zaken gepland om de bovenstaande doelstellingen te realiseren:
Blijvend communiceren over scope 2 emissies met als doel bewustwording gericht / efficiënt gebruik kantoorapparatuur / equipment bevorderen. Plaatse van een tijdschakelaar op de boiler. Als er ’s nacht bijvoorbeeld geen behoefte is aan warm water dan kan de boiler uit. Mogelijkheid bekijken voor het vervangen van de huidige TL- buizen voor energiezuinige exemplaren. Hiervoor is een offerte aangevraagd bij Greenfox. (Voorstel) Plaatsen van zonnepanelen op het dak van pand Zinkerweg. Indien optimaal gebruik wordt gemaakt van het platte dak kan dit gemiddeld 7000 kWh per jaar opleveren. (Voorstel)
Voor scope 2 zal dan met name een financieel voordeel te behalen zijn. Door het gebruik van groene stroom is de CO2 uitstoot voor stroom al minimaal (< 1 ton per jaar). Kijkend naar de bovenstaande feiten kan de vraag gesteld worden of de jaarlijks reductie niet naar beneden bijgesteld dient te worden omdat we bijna aan het plafond zitten. 5% reductie voor de komende periode zal een behoorlijke uitdaging worden en wellicht niet realistisch.
*Verdere milieu doelstellingen 2015: De milieu doelstellingen zijn eveneens verwerkt in het milieuprogramma in het milieu aspecten register (MR bijlage 12). 1 Verdere verduurzaming van de SSCS. De afdelingen Inkoop, Operations en Kwaliteit zijn een verbeterproces ingegaan om te komen tot een goede beoordeling van kernleveranciers De module ‘Leveranciersbeoordeling’ in NAV kent een tweetal onderdelen die naast elkaar gebruikt kunnen worden: Kwantitatieve beoordeling op basis van aantallen en datums. Kwalitatieve beoordeling op basis van prestatie indicatoren. De kwantitatieve beoordeling bestaat uit het vastleggen van gegevens bij de ontvangst van de goederen, zoals het aantal afgekeurde artikelen of het verschil tussen werkelijke en bevestigde ontvangstdatum. De kwalitatieve beoordeling geeft de mogelijkheid om zelf beoordelingsonderwerpen, scores en normen in te stellen. Vanuit bijvoorbeeld een inkooporder of ontvangst, kan een beoordeling worden opgestart en kunnen scores aan diverse criteria worden gegeven. Op deze wijze zijn er inzichten te verkrijgen in welke leverancier op welk onderdeel goed of slecht scoort. Hierin kan het aspect milieu in worden meegenomen. Bovengenoemd verbeterproces is een proces in wording wat naast verbetering van leverings- en kwaliteitsprestaties ook moet leiden tot gebruik van duurzame materialen en componenten. Management Review
4
Rail Partner – Management Review Bijlage 27
Milieu en Co2 reductie doelstellingen
2 Zoeken naar mogelijkheden om de toepassing van de SSCS op recht spoor (rolgeluid) buiten het huidige domein te vergroten.
3 Verminderen volumes significante afvalstromen Significante stromen zijn: conditioneringsmiddel, batterijen en metaal. Conditioneringsmiddel: reductie met 15% per jaar t.o.v. referentiejaar 2012 (980 kg). Batterijen: reductie met 2% per jaar t.o.v. referentiejaar 2012 (2639 kg). Metaal: reductie met 3% per jaar t.o.v. referentiejaar 2012 (7715 kg).
4 Verminderen significante papierstroom (hoeveelheid ingekochte pakken A4 papier) met 2% per jaar per FTE ten opzichte van referentiejaar 2013.
Management Review
5