Raadgevend Bureau Lievense B.V.
Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding Projectnummer: 20080712
Status Datum Opgesteld door
Definitief 11 september 2008 Renata Fortuin
Gecontroleerd
Jouke Kampen
AquaTerra – KuiperBurger ATKB Geldermalsen Poppenbouwing 34, 4191 NZ Geldermalsen
Paraaf
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding ...............................................................................................................3 2. Materiaal en methode..........................................................................................4 2.1. 2.2. 2.3.
Onderzoeksgebied ..................................................................................................4 Bureaustudie ...........................................................................................................4 Veldbezoek .............................................................................................................4
3. Resultaten............................................................................................................6 3.1. 3.2.
Bureaustudie ...........................................................................................................6 Veldbezoek .............................................................................................................6
4. Conclusies en aanbevelingen ..........................................................................10 Literatuur.................................................................................................................11 Bijlage 1:
Rapportage voor kilometerhokken....................................................12
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
2
1.
INLEIDING
Aanleiding De Flora- en faunawet (FF-wet) is op 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet schrijft voor dat voor alle nieuwbouwlocaties een quickscan uitgevoerd dient te worden naar het voorkomen van beschermde dieren- en plantensoorten. Door de FF-wet is de bewijslast bij de opdrachtgever komen te liggen, waardoor het van belang is de quickscan afgerond te hebben voor aanvang van de werkzaamheden. Op deze manier kan een eventuele vertraging bij latere (bouw)werkzaamheden worden voorkomen. De Flora- en faunawet quickscan is uitgevoerd in het kader van een nieuw aan te leggen watertransportleiding in de Anna-Mariapolder in de gemeente Reimerswaal. Doel De quickscan dient om te beoordelen of in het bovengenoemde werkgebied FF-wet beschermde plant- en diersoorten aanwezig zijn. Wanneer beschermde plant- en diersoorten aanwezig zijn zal worden beoordeeld of er, als gevolg van de werkzaamheden, handelingen worden verricht die strijdig zijn met de Flora- en faunawet.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
3
2.
MATERIAAL EN METHODE
2.1. Onderzoeksgebied De onderzoekslocatie is gelegen in de Anna-Mariapolder in de gemeente Reimerswaal. In de huidige situatie wordt het terrein gebruikt door een agrariër en liggen in het terrein meerdere leidingen. Daarnaast staan er meerdere windmolens op het terrein. Op afbeelding 2 is het onderzochte tracé zichtbaar gemaakt waarbij een werkbreedte van 37,5 meter gehanteerd zal worden. Hierbij geeft de pijl de locatie van de dijk aan. Aan de oostzijde wordt het tracé begrensd door de Anna Maria Polderweg en aan de westzijde door de Sint Martijnsweg. Het onderzoeksgebied ligt in de kilometerhokken X: 076 – Y: 377 en X: 077 – Y: 377 (afbeelding 1). Waterschap Zeeuwse Eilanden beheert de waterkwaliteit- en kwantiteit in het gebied.
076-378
077-378
B
A
076-377
077-377
©© Topografische Topografische Dienst, Dienst, Emmen Emmen
Afbeelding 1: Locatie onderzoeksgebied (bron: www.natuurloket.nl)
Afbeelding 2: Onderzocht tracé (bron: Google Earth)
2.2. Bureaustudie De bureaustudie heeft als doel in beeld te krijgen welke soorten in de ruime omgeving voor komen zodat de kans op voor komen op het betreffende terrein kan worden ingeschat. Bij het Natuurloket is opgevraagd of recente gegevens beschikbaar zijn en/of deze volledig zijn. Een volledig rapport is niet aangevraagd. Een vertaling naar het projectgebied is noodzakelijk, om vast te kunnen stellen of deze soorten daadwerkelijk in het onderzoeksgebied voorkomen. Hiertoe is een veldonderzoek uitgevoerd. 2.3. Veldbezoek De locatie is éénmaal bezocht op 15 juli jl., met het doel de verschillende biotopen met eventueel voorkomende beschermde soorten in het gebied en de directe omgeving in kaart te brengen. Het veldwerk is uitgevoerd in samenwerking met Bureau Veldkamp te Steenwijk. Tijdens het veldbezoek zijn de actualiteit en de bruikbaarheid van de aanwezige gegevens van de bureaustudie getoetst. Het tracé van de aan te leggen leidingen straat werd door de onderzoekers afgelopen bekeken op het voorkomen van soorten die genoemd worden in de Flora- en faunawet. De aanwezige vogels werden vooral vastgesteld aan de hand geluid (zang, alarmroep en andere geluiden) en zichtwaarnemingen (ondermeer met verrekijker). Verder werd bekeken of er bijzondere planten groeiden. De aanwezigheid van zoogdieren werd vastgesteld aan de hand van sporen en zichtwaarnemingen. Voorts werd gelet op het voorkomen van beschermde insecten en werd er gelet op de aanwezigheid van een geschikte amfibieënbiotoop.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
4
De quickscan is een momentopname op basis van expert judgement en kan geen uitsluitsel geven over de afwezigheid van soorten. Indien op basis van het veldbezoek verwacht wordt dat strikt beschermde soorten (tabel 2 of 3 van de toelichting FF-wet) in het projectgebied leven (maar niet zijn waargenomen tijdens het veldbezoek) en recente veldinventarisaties ontbreken, is aanvullend nader onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek geeft uitsluitsel of de strikt beschermde soorten al dan niet voorkomen.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
5
3.
RESULTATEN
3.1. Bureaustudie Het onderzoeksgebied is gelegen in km hokken X: 076 – Y: 377 en X: 077 – Y: 077. Een eerste indruk van mogelijk aanwezige beschermde soorten geeft het Natuurloket (www.natuurloket.nl, bijlage 1). In bijlage 1 is per soortgroep aangegeven hoeveel beschermde soorten voorkomen en onder welke beschermde status ze vallen. Van de soortgroepen zijn alleen de vaatplanten goed onderzocht waarbij er 5 Rode Lijst soorten zijn aangetroffen. Watervogels zijn redelijk onderzocht en het merendeel van alle soortgroepen zijn niet onderzocht. Representativiteit Natuurloket De gegevens van het Natuurloket zijn niet representatief aangezien niet alle soortgroepen goed onderzocht zijn. Op basis hiervan is de conclusie getrokken dat een veldbezoek noodzakelijk is en het niet zinvol is de exacte gegevens van natuurloket te betrekken. 3.2. Veldbezoek Foto 1 geeft een algemeen beeld van het landschap waar voorgesteld is de watertransportleiding aan te leggen. Het is een agrarisch gebied waar boeren het land intensief exploiteren. Tussen de landbouwpercelen staan meerdere windmolens waardoor het gebied te bestempelen is als “windmolenpark” (deels nog in aanleg). Langs het tracé was een dichtgegroeide sloot van enkele meters lang aanwezig.
Foto 1: Indruk omgeving onderzocht tracé
Vaatplanten Op de akkers werden op het moment van het terreinbezoek verschillende gewassen geteeld zoals bonen, maïs en uien (foto’s 2-4). De akkers op zich bevatten geen waardevolle vegetatie en er komen dan ook geen plantensoorten voor die genoemd worden in de FF-wet.
Foto 2: Bonen
Foto 3: Maïs
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
Foto 4: Uien
6
Langs het tracé van de aan te leggen watertransportleiding zijn kruidenrijke randen aanwezig (foto 5). Hier groeien soorten als tuinwolfsmelk (foto 6), harig wilgenroosje, akkerwinde (foto 7), kamille (foto 8) speerdistel (foto 9), akkerdistel, paardenbloem, bijvoet en groot streepzaad. Dit zijn algemene soorten en worden dan ook niet genoemd in de Flora – en faunawet.
Foto 5: Kruidenrijke rand
Foto 6: Tuinwolfsmelk
Foto 7: Akkerwinde
Foto 8: Kamille
Foto 9: Speerdistel
Op het dijklichaam werd een bloemrijke vegetatie aantroffen (foto 10) met onder andere wilde peen, pastinaak, jacobskruiskruid en asperge (foto 11). Uit de vele ter plekke aanwezige bordjes bleek dat hier al eerder leidingen waren aangelegd.
Foto 10: Bloemrijke ruigte
Foto 11: Asperge
Insecten Vanwege het slechte weer kon een slechte inschatting gemaakt worden van het voorkomende insectenleven. Gezien de aanwezige biotopen en verspreiding van beschermde soorten volgens de boekenserie “Nederlandse Fauna” is het niet te verwachten dat er beschermde soorten voorkomen op het onderzochte tracé (Bos et al., 2006 en Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, 2002). Vissen, amfibieën en reptielen Vissen, amfibieën en reptielen worden niet verwacht op het onderzochte tracé aangezien een geschikte biotoop ontbreekt. Slecht enkele meters drooggevallen sloot bevond zich naast het tracé waarin geen enkele soort is waargenomen.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
7
Vogels Op het moment van het terreinbezoek was het niet meer mogelijk om vast te stellen of er weidevogels op of bij het tracé voorkwamen. Daarvoor was het seizoen te ver gevorderd. Op de akkers werden houtduiven, holenduiven en talrijke kauwen en zwarte kraaien aangetroffen. Zij gebruiken de akkers als foerageergebied en niet als broedgebied vanwege het uitblijven van een geschikte broedbiotoop op de akkers. Verwacht wordt dat zij van elders zijn gekomen. De kauwen en kraaien bleken tarwe te eten. De halmen werden uit een naburige akker gehaald en opgegeten op de kale boden van een bonenakker (foto 12). Het is niet uit te sluiten dat op of langs het tracé scholeksters broeden vanwege het aantreffen van een veer van deze soort.
Foto 12: Opgegeten tarwe
Er werden enkele bijzondere vogelsoorten vastgesteld, waarvan het zeer waarschijnlijk lijkt dat ze ter plekke broeden: patrijs, paapje en graspieper (foto 13-15). Deze soorten staan op de Rode Lijst. Ook werd de gele kwikstaart waargenomen. Het voorkomen van deze vogels is waarschijnlijk in belangrijke mate te danken aan het voorkomen van de kruidenrijke randen in combinatie met het agrarische gebied.
Foto 13: Patrijs
Foto 14: Paapje
Foto 15: Graspiepier
Tussen de akkers en de dijk bevindt zich op de beoogde locatie voor het aanleggen van de watertransportleiding een met riet dichtgegroeide sloot. Hier bevonden zich enkele territoria van kleine karekieten. Na een uitgebreid onderzoek van deze rietkraag zijn nesten niet aangetroffen. Zoogdieren Op de akkers werd een volwassen haas waargenomen en tevens een jongeling. Haas wordt genoemd in tabel 1: Algemene soorten van de Flora- en faunawet. De haas komt in Nederland algemeen voor en lijkt zich op het ogenblik te herstellen van de virusziekte EBHS (Broekhuizen, et al. 1995). Er mag nog steeds op deze soort gejaagd worden. Voor soorten uit tabel 1 geldt een vrijstelling tenzij ze voorkomen in combinatie met soorten uit tabel 3. Op het onderzochte tracé staan geen oude bomen die eventueel als nestgelegenheid voor vleermuizen kunnen dienen. Ook blijft een geschikt biotoop voor marterachtigen uit. Op basis van de quickscan zijn er geen aanwijzingen dat het terrein de biotoop vormt voor door de Flora- en faunawet beschermde zoogdieren.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
8
Samenvattende bevindingen Beschermde plantensoorten zijn niet aangetroffen gedurende het veldbezoek, evenals beschermde soorten van de soortgroepen insecten, vissen, amfibieën en reptielen onder de Flora- en faunawet. Vanwege het uitblijven van een geschikte biotoop voor deze soorten worden zij niet verwacht op het tracé. In de soortgroep vogels zijn patrijs, paapje, graspieper, gele kwikstaart, houtduif, holenduif, kauw en zwarte kraai waargenomen. Nesten zijn niet waargenomen, maar vermoedelijk broeden de eerste drie soorten ter plekke. Het zijn grondbroeders en dat maakt ze kwetsbaar voor predators. Met name de patrijs is op veel plekken waarschijnlijk verdwenen door de toename van de vos in ons land. Patrijs, paapje en graspieper kunnen zich handhaven in een gebied met grote windmolens. Een verklaring voor het voorkomen van genoemde soorten kan gelegen zijn in het feit dat er in het gebied relatief weinig predators als de vos voorkomen, en in het feit dat er nogal wat kruidenrijke vegetatieranden aanwezig zijn. Deze bieden broedbiotoop en voedsel in de vorm van zaden en insecten. In de groep zoogdieren is alleen haas waargenomen gedurende de quickscan. Vanwege het uitblijven van een geschikte biotoop voor beschermde zoogdieren, worden deze niet verwacht op en in de nabijheid van het onderzochte tracé.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
9
4.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De aanleg van de beoogde watertransportleiding zal naar het inzicht van de onderzoekers geen negatieve invloed te hebben op de ecologische waarden van het gebied. Hierbij geldt dat het van belang is dat de bloemrijke randen blijven bestaan. Dat er enige graafwerkzaamheden op het tracé zal plaatsvinden, hoeft absoluut niet nadelig te zijn. Op recent vergraven grond vestigen scholeksters zich bijvoorbeeld graag. Alle vogels in Nederland zijn beschermd. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- en/of verblijfplaatsen worden verstoord, zijn verboden. Om te voorkomen dat nesten van vogels verstoord worden, is het van belang dat de werkzaamheden buiten het broedseizoen (dus niet in de maanden april tot en met oktober worden uitgevoerd). Wellicht is het van belang dat het tracé niet al te netjes wordt afgewerkt zoals werd waargenomen tijdens het veldbezoek (foto 16), zodat delen van het terrein een enigszins ruderaal karakter behouden. Met name een in Nederland sterk bedreigde soort als de patrijs zou hiervan kunnen profiteren.
Foto 16: Te netjes afvlakken na graafwerkzaamheden
Op de vergraven stukken zal spoedig weer akkerbouw mogelijk zijn, en bloemrijke randen kunnen snel weer opnieuw ontstaan. Het onderzochte dijklichaam liet zien dat zich op een leidingenstraat een interessante plantengroei kan ontwikkelen. In ieder geval is het van belang dat indien kruidenrijke randen verwijderd worden gedurende de graafwerkzaamheden, deze na afloop van de aanleg van de watertransportleiding weer hersteld worden. Dit zorgt ervoor dat de randvoorwaarden voor het voorkomen van de broedvogels patrijs, paapje en graspieper gehandhaafd blijven. Naast de vogels komt nog één FF-wet tabel 1 soort voor, namelijk de haas. Voor deze soort geldt een vrijstelling. Op basis van de quickscan zijn geen aanwijzingen dat het terrein biotoop vormt voor nog andere door de FF-wet beschermde soorten. Indien voorgaande aanbevelingen worden opgevolgd, is de aanleg van een watertransportleiding door de Anna-Maria polder niet strijdig met de Flora en faunawet.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
10
LITERATUUR Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff, De Vlinderstichting 2006. De Dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna 7. Leiden. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survay. Nederland. Broekhuizen, S., Hoekstra, B., Laar. V. van, Smeenk, C. & Thissen, J.B.M. (red.). 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Stichting uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. Hustings, F., Borggreve, C., Turnhout, C. van & Thissen, J. 2004. Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandseen IUCN-criteria. SOVON-onderzoeksrapport 2004 2004/13, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, 2002. De Nederlandse Libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
11
BIJLAGE 1: RAPPORTAGE VOOR KILOMETERHOKKEN X: 076 – Y: 377 Soortgroep Vaatplanten Mossen Korstmossen Paddestoelen Zoogdieren Broedvogels Watervogels Reptielen Amfibieën Vissen Dagvlinders Nachtvlinders Libellen Sprinkhanen Overige ongewervelden
FF*
FF23*
H /V*
R L* 5
3 27 31
6
1
Volledigheid* goed niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht matig niet onderzocht redelijk niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht matig
Detail*
1-10% 0% 0%
0%
Actualiteit* 1991-2006 1996-2006 1991-2006 1991-2006 1996-2006 1995-2006 96/97-03/04 1992-2006 1992-2006 1992-2006 1995-2006 1980-2005 1992-2006 1992-2006 1992-2006
(www.natuurloket.nl) X: 077 – Y: 377 Soortgroep FF* Vaatplanten Mossen Korstmossen Paddestoelen Zoogdieren 3 Broedvogels Watervogels Reptielen Amfibieën Vissen Dagvlinders Nachtvlinders Libellen Sprinkhanen Overige ongewervelden
FF23* H/V*
31
RL* 3
Volledigheid* goed redelijk niet onderzocht niet onderzocht matig niet onderzocht redelijk niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht niet onderzocht matig niet onderzocht niet onderzocht
Detail* Actualiteit* 1991-2006 1996-2006 1991-2006 1991-2006 0% 1996-2006 1995-2006 0% 96/97-03/04 1992-2006 1992-2006 1992-2006 1995-2006 1980-2005 1992-2006 1992-2006 1992-2006
(www.natuurloket.nl) FF = Flora- en Faunawet lijst 1 / lijst 2+3 H/V = Habitatrichtlijn (alleen bijlage 1 en 2) of Vogelrichtlijn RL = Rode Lijst Grijze velden = soortgroep is niet opgenomen in de bovenstaande rij met beschermde lijsten Volledigheid onderzoek: Hiermee wordt aangegeven of op basis van de gebrachte bezoeken een volledig overzicht is te verwachten van de soorten van de betreffende soortgroep. Actualiteit: per groep is aangegeven uit welke periode de gegevens zijn opgenomen.
ATKB Geldermalsen Quickscan Flora- en faunawet Watertransportleiding
12