Provinciaal blad nr. 2009 - 63
Rubriek
Uitgegeven op
Inlichtingen bij
I
3 november 2009
dhr. J. van Oene, telefoon 038 499 75 63
Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007; onderdeel Subsidieregeling KwaliteitsImpuls Toerisme 2010 (KITO 2010). Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13 oktober 2009, kenmerk 2009/0155215.
Kennisgeving Gedeputeerde Staten van Overijssel,
besluiten: 1.
de subsidieregeling ‘KITO 2010’ vast te stellen en per 1 januari 2010 in werking te laten treden;
2.
dat aanvragen per 1 november 2009 kunnen worden ingediend, onder het voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2010 door Provinciale Staten op 14 november 2009;
3.
hiertoe in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel, subparagraaf 2.13. KwaliteitsImpuls Toerisme 2008 te wijzigen in ‘KwaliteitsImpuls Toerisme 2010’, zoals hieronder is opgenomen;
4.
dat het subsidieplafond voor deze subsidieregeling wordt vastgesteld na goedkeuring van de provinciale begroting en gezamenlijk wordt gepubliceerd met de subsidieplafonds 2010 van de provincie Overijssel;
5.
de bestaande subsidieregeling KITO 2008 per 1 januari 2010 in te trekken.
Subparagraaf 2.13 komt als volgt te luiden:
Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen Economie, Milieu en Toerisme Subparagraaf 2.13. KwaliteitsImpuls Toerisme in Overijssel (KITO) 2010
Artikel 3.71. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. onderneming: duurzame organisatie die erop is gericht met behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen aan het maatschappelijk productie- en/of handelsproces met het oogmerk om winst te behalen, waarbij het behalen van winst ook redelijkerwijs verwacht kan worden. Deze organisatie is geen publiekrechtelijk lichaam en wordt niet voor meer dan 10% structureel gefinancierd door overheidsbijdragen; b. toeristische onderneming: een bestaande onderneming gevestigd in de provincie Overijssel die valt in ten minste één van de volgende bedrijfsgroepen van de standaardbedrijfsindeling (SBI 2008) van het Centraal Bureau voor de Statistiek: • hotels, pensions en conferentieoorden (551); • kampeerterreinen en overige voorzieningen voor recreatief verblijf (552, 553, 559); • pretparken, verkeerstuinen en recreatieparken (93211);
ISSN 0920-0762
• jachthavens en overige recreatie (93291, 93299); of dat een verhuurbedrijf van pleziervaartuigen is. Toeristische nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf, waarbij de activiteiten in bedrijfseconomisch opzicht afgezonderd opereren (te identificeren aan KvK-nummer), kunnen behandeld worden als een toeristische onderneming. Activiteiten, uitgesloten van een bijdrage, zijn opgenomen in Verordening (EG) nr 1/2004 van de Commissie van 23 december 2003 dan wel bijlage 1 van het Verdrag van de EU-gemeenschappen; c. dochteronderneming: een onderneming die geheel of gedeeltelijk eigendom is van de moederonderneming, artikel 2:24A, lid 1 Burgerlijk Wetboek, is van toepassing; d. bedrijfsmiddel: vaste zaak of object dat het economisch eigendom van de onderneming is en dat langdurig gebruikt wordt voor de bedrijfsuitvoering en dat niet is aangekocht om te verkopen; e. investering: een technisch, functioneel, in tijd samenhangend geheel van investeringen die leidt tot voor de consument zichtbare verbeteringen van de kwaliteit en uitstraling van een onderneming; f. vervangingsinvestering: vervanging van bestaande bedrijfsmiddelen door een vergelijkbaar bedrijfsmiddel; g. deskundige: degene die op grond van opleiding of ervaring geacht moet worden gekwalificeerd te zijn voor het geven van een advies op het gebied van (economische) kwaliteitsverbetering, innovatie natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing of duurzaamheid. Een deskundige is onafhankelijk; h. adviestraject: een door een externe deskundige ten behoeve van de aanvrager uitgevoerd advies ter ondersteuning van de beslissing over te gaan tot een investering; i. investeringsplan: een plan waarin de volgende aspecten met betrekking tot de onderneming zijn uitgewerkt: • aard en omvang van de onderneming; • doelgroep van de onderneming; • visie op toekomstige ontwikkelingen van de onderneming ten aanzien van drie tot vijf jaren; • ruimtelijke ontwikkeling. j. Green Key: internationaal keurmerk voor bedrijven in de toerisme- en recreatiebranche; k. rondvaartboot: een boot met een capaciteit van minimaal 20 zitplaatsen waarmee toeristen een boottocht kunnen maken; l. passiefhuis: woning waarvoor het passiefhuiscertificaat is verstrekt; m. arbeidplaats: de permanent bezette en tot volledige dagtaak omgerekende arbeidsplaats op jaarbasis. n. overheidssteun: totaal van de verleende steun door een overheid in welke vorm en met welk doel dan ook. Artikel 3.72. Subsidiabele activiteiten Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen aan een toeristische onderneming voor: 1. een adviestraject; 2. een investering gericht op vernieuwing van de fysieke kwaliteit en uitstraling van een toeristische onderneming. Op een investering gericht op vernieuwing van de ruimtelijke kwaliteit van een toeristische onderneming is paragraaf 8.23 over bedrijfsnatuurplannen van toepassing. 3. een van de volgende investeringen gericht op duurzaamheid: a. het behalen van een Green Key, goud, zilver of brons of b. het behalen van een energielabel voor recreatiewoningen of c. elektrificeren van rondvaartboten. 4. projecten gericht op stimulering van samenwerking in de toeristische sector, waarbij het productresultaat een marktgerede nieuwe product-markt-partner-combinatie/arrangement is. Artikel 3.72a. Criteria 1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3.72, sub 1, voldoet aan de volgende criteria: a. de subsidiabele kosten voor een adviestraject bedragen minimaal € 3.000,--; b. het resultaat van een adviestraject is een investeringenplan. 2. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3.72, sub 2, voldoet aan de volgende criteria: a. de investering is nieuw/vernieuwend voor de onderneming; b. de investering leidt tot verbetering van de fysieke kwaliteit en uitstraling van de onderneming; c. de investering leidt niet tot vermindering van het aantal arbeidsplaatsen; d. de investering moet binnen twee jaren na subsidieverlening zijn afgerond; e. vervangingsinvesteringen komen niet in aanmerking voor subsidie; f. de investering bedraagt minimaal € 50.000,--.
2
Provinciaal blad nr. 2009 - 63
3. 4.
5.
6.
7. 8.
Een investering als bedoeld in artikel 3.72, derde lid, onder a, leidt tot het behalen van een Green Key-label. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3.72, derde lid, onder b, voldoet aan de volgende criteria: a. voor recreatiewoningen geldt de energielabeling zoals die geldt voor woonhuizen; b. bij renovatie van bestaande woningen is het eindresultaat een energielabel A of een energielabel B als er geen ruimte genoeg is; c. bij nieuwbouw is het eindresultaat energieleverende woning (A+) of het certificaat voor passiefhuis. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3.72, derde lid, onder c, voldoet aan de volgende criteria: a. de onderneming heeft een vergunning voor het exploiteren van een rondvaartboot; b. de subsidie wordt verleend voor: i. de bouw van een nieuwe rondvaartboot of aanpassing bestaande rondvaarboot; ii. een elektrische installatie aan boord; iii. een elektrische installatie aan de wal; iv. maatregelen of bouwkundige aanpassingen voor behandeling en opslag voor batterijen ten behoeve van de rondvaartboot. Een aanvraag als bedoeld in artikel 3.72, vierde lid, voldoet aan de volgende criteria: a. het project is een samenwerkingsproject met minimaal twee partners, waarbij minimaal één toeristische onderneming; b. het project moet binnen een jaar na subsidieverlening zijn afgerond; c. het project: i. is nieuw in Overijssel of ii. levert een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van één van de Beeldverhalen IJssel, Kop van IJssel, Vechtdal Overijssel, Salland of Twente of iii. is een uitwerking van de door Saxion Hogescholen opgestelde Leisure Scan of iv. het project past binnen een van de in Overijssel Werkt! voor toerisme genoemde thema’s Wellness, Natuur- en Plattelandsbeleving, Cultuurbeleving of Proeven en Ruiken of v. het project is een aansluiting op de in Overijssel aanwezige toeristische basiskwaliteiten zoals de TOP’s, fietsroutenetwerk of wandelnetwerk. Na subsidieverlening bedraagt het totaal van de verleende overheidsteun aan de onderneming over de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar maximaal € 200.000,--. Steun wordt verleend conform nr. 70/2001 van de Commissie d.d. 12 januari 2001 (MKBregeling inzake moeder/dochterondernemingen).
Artikel 3.72b. Grondslag subsidie 1. De subsidie voor een adviestraject als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 6.250,--. 2. De subsidie voor een investering als bedoeld in artikel 3.72, tweede lid, alsmede het derde lid, sub b en c, bedraagt 30% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 200.000,--. 3. De subsidie voor het behalen van een Green Key-goud, zilver of brons als bedoeld in artikel 3.72, derde lid, onder a, bedraagt respectievelijk 35%, 25% of 15% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 200.000,--. 4. De subsidie voor samenwerkingsprojecten als bedoeld in artikel 3.72, vierde lid, bedraagt maximaal 25% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 50.000,--. Artikel 3.72c. Indieningstermijn aanvraag In afwijking van artikel 1.13 kan een subsidieaanvraag het gehele jaar door ingediend worden. Artikel 3.72d. Aanvullende stukken bij de aanvraag 1. De aanvrager maakt bij zijn aanvraag gebruik van de een daartoe beschikbaar aanvraagformulier KITO 2010. 2. In aanvulling op artikel 1.14 overlegt de aanvrager alle gegevens en stukken zoals genoemd in het Aanvraagformulier KITO 2010.
Provinciaal blad nr. 2009 - 63
3
Toelichting subsidieregeling KITO 2010 Gedeputeerde Staten willen via de subsidieregeling KITO 2010 de kwaliteit van de Overijsselse ondernemingen verbeteren. Het doel van deze regeling is versterking van de toeristische sector door middel van subsidiëring van strategische activiteiten van toeristische ondernemingen in de provincie Overijssel op het gebied van kwaliteitsverbetering, innovatie, natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing en duurzaamheid.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 3.71, sub a Tot de doelgroep van de subsidieregeling behoren toeristische ondernemingen die voor eigen rekening en risico en zonder steun van de overheid een onderneming in de toeristische sector exploiteren, met het oogmerk om winst te behalen. De onderneming moet geregistreerd zijn in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Toeristische nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf, waarbij de activiteiten in bedrijfseconomisch opzicht in voldoende mate afgezonderd opereren, kunnen behandeld worden als een toeristische onderneming. Ook hierbij geldt dat deze activiteiten staan ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De activiteiten mogen geen betrekking hebben op de primaire agrarische bedrijfsvoering zoals uiteengezet in de EU-verdragen/verordeningen. Ter voorkoming van misverstanden volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van ondernemingen die niet voor subsidie in aanmerking komen: • sport- en recreatie-instellingen; • exploitatie van en handel in onroerende zaken; • (café-)restaurants; • musea. Artikel 3.71, sub l Passiefhuiscertificaat wordt behaald wanneer de warmtevraag voor het huis minder dan 15 kWh/m2 en het totale energiegebruik < 120 kWh/m2 (primaire energie) op jaarrondbasis. Artikel 3.72 De subsidieregeling KITO 2010 is gericht op het verbeteren van de kwaliteit en uitstraling van een toeristische onderneming. • Investeringen die leiden tot verbetering van de fysieke kwaliteit van de onderneming. De fysieke kwaliteit van een onderneming wordt bijvoorbeeld verbeterd door productvernieuwing, door een nieuw bedrijfsconcept of als er nieuwe digitale technieken worden toegepast. De hoofddoelstelling is dat het resultaat van de investering een voor de consument zichtbare verbetering van de kwaliteit en uistraling van de onderneming is. Als de investering is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van een onderneming is de subsidieregeling Bedrijfsnatuurplannen recreatieondernemers (paragraaf 8.23) van toepassing. • Duurzaamheid is een aspect dat de kwaliteit van de onderneming ten goede komt. Daarom is er voor gekozen om drie items met betrekking tot duurzaamheid te subsidiëren. Het gaat hierbij om het behalen van een Green Key, Energiezuinig bouwen en Elektrisch varen. • Verder biedt deze subsidieregeling de mogelijkheid om samenwerking binnen de toeristische sector te stimuleren door samenwerkingsprojecten die nieuw in Overijssel zijn, te subsidiëren. • Uit ervaringen van de brancheorganisaties (Recron, Hiswa en KHN) blijkt dat slechts een gering aantal ondernemers beschikt over een goed ondernemersplan. Dit is een gemis, waardoor veel beslissingen omtrent investeringen vaak op een ad hoc-wijze worden genomen en niet zijn ingebed in een bedrijfsstrategie. Het stimuleren van het opzetten van een investeringsplan komt de kwaliteit van de onderneming ten goede. Daarom heeft Gedeputeerde Staten ervoor gekozen om het adviestraject dat leidt tot een investeringsplan te subsidiëren. Artikel 3.72a c. KITO 2010 is een zgn. de-minimisregeling. Dit betekent dat op deze subsidieregeling de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Europese Commissie van 15 december 2006 PbEU, L379 van 28 december 2006, blz. 5, van toepassing zijn. Tevens geleden de verordenigen 70/2001 van 12 januari 2001 (MKB-steunregeling) van de Commissie en 1/2004 van 23 december 2003 (staatssteun MKB-landbouwproducten) van de Commissie. Lid 1 Gedeputeerde Staten subsidiëren de kosten van een adviestraject. Een adviestraject wordt uitgevoerd door een externe deskundige en resulteert in een investeringplan waarin de aard en omvang van de toeristische onderneming, de doelgroep, de visie op toekomstige ontwikkelingen van de
4
Provinciaal blad nr. 2009 - 63
toeristische onderneming ten aanzien van drie tot vijf jaren en de ruimtelijke ordening is beschreven. Subsidiabel zijn de aan de toeristische onderneming op factuur in rekening gebrachte kosten door de deskundige. De kosten bedragen minimaal € 3.000,--. Artikel 3.72a, lid 2 Een toeristische onderneming die een subsidieaanvraag voor een investering indient moet een investeringplan zoals hierboven omschreven overhandigen bij de subsidieaanvraag. Gedeputeerde Staten subsidiëren investeringen die gericht zijn op het verbeteren van de fysieke kwaliteit en uitstraling van een toeristische onderneming die nieuw is voor de onderneming. De toeristische onderneming moet hierbij aantonen wat het vernieuwde element in de investering is. Vervangingsinvesteringen zijn daarom uitdrukkelijk uitgesloten om gesubsidieerd te worden. Er is sprake van een vervanginginvestering als een bedrijfsmiddel wordt vervangen door een vergelijkbaar bedrijfsmiddel. Gedeputeerde Staten behouden zich het recht om te beslissen wanneer sprake is van vernieuwing of vervangingsinvestering. Verder mag de investering niet leiden tot vermindering van het aantal arbeidplaatsen en moet de investering binnen twee jaar na subsidieverlening zijn gerealiseerd. Artikel 3.72d d. De subsidieaanvraag wordt ingediend aan de hand van een daarvoor bestemd aanvraagformulier KITO 2010. In het aanvraagformulier wordt aangegeven welke stukken de aanvrager moet overleggen bij de subsidieaanvraag. Gedeputeerde Staten voornoemd.
Provinciaal blad nr. 2009 - 63
5