Project Stevig Ouderschap
Eindrapportage van het project “Stevig Ouderschap” in de gemeente Drimmelen
Thebe Jeugdgezondheidszorg Annemiek Jacobs, projectleider Augustus 2008
Inhoudsopgave 1
Inleiding
pagina
3
2
Doel project
3
3
Doelstellingen
3
4
Doelgroep
4
5
Methodiek en werkwijze
4
6
Uitgevoerde activiteiten en behaalde resultaten 6.1 2006 6.2 2007 6.3 2008
4 5 6 7
7
Conclusies
7
8
Gemaakte kosten
8
9
Cofinanciering
8
10 Aansluiting met regionale organisaties, initiatieven en projecten
8
11 Tot slot
9
Bijlage 1
2
1 Inleiding In 2006 is door de gemeente Drimmelen samen met de gemeente Moerdijk provinciale subsidie aangevraagd voor de uitvoering van het project Stevig Ouderschap. Dit in het kader van de gebiedsgerichte aanpak regionale sociale agenda. De provincie heeft de aanvraag gehonoreerd en een beschikking afgegeven voor 2006. Gezien de aard van de methodiek is toestemming verkregen de middelen door te schuiven naar 2007 en 2008. Dit rapport bevat de eindrapportage van het project. In het rapport wordt zowel inhoudelijke als financiële verantwoording afgelegd. De laatste jaren is er in de media en politiek veel aandacht voor kinderen de knel. Binnen het actuele jeugdbeleid nemen opvoedingsondersteuning en evidence -based werken een belangrijke plaats in. In opdracht van het in 2004 opgerich te samenwerkingsverband ‘Operatie Jong’ werd in 2005 door de Inventgroep het rapport uitgebracht met de naam: ‘Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller, beter’. Dit rapport adviseert over vroegtijdig signaleren en interveniëren bij opvoed- en opgroeiproblematiek. In dit rapport wordt Stevig Ouderschap (toen nog Oké genaamd) genoemd als een veelbelovend interventieprogramma. Stevig Ouderschap is een preventief ondersteuningsprogramma voor jonge ouders ter voorkoming van opvoedingsproblematiek met als mogelijk gevolg kindermishandeling. De doelgroep bestaat uit gezinnen met een pasgeboren kind, die zijn geselecteerd op basis van een aantal risicofactoren. De uitvoering van het project is gedaan door Thebe Jeugdgezondheidszorg (voorheen Kruiswerk M ark en Maas) in alle kernen van de gemeenten Moerdijk en Drimmelen De daadwerkelijke start, het uitdelen van de vragenlijsten en de screening van gezinnen vond voor de beide gemeenten plaats op 1 mei 2006. De vragenlijsten worden uitgedeeld 4 – 7 dagen na de geboorte tijdens het huisbezoek voor de hielprik en de neonatale gehoorscreening. Voorafgaand aan het uitdelen van vragenlijsten heeft voorbereiding en scholing van medewerkers plaatsgevonden. Deskundigheidsbevordering was onder andere gericht op complexe problematiek die binnen de doelgroep bestaat en het motiveren van ouders tot extra begeleiding.
2 Doel van het project Het programma richt zich vooral op de ouder in diens sociale context. Er wordt aandacht besteed aan de steun die de ouder ervaart vanuit zijn omgeving, van vrienden, familie, werk en professionals. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de ouder zelf en diens ontwikkelingsgeschiedenis. Belangrijk is het helpen ontwikkelen van pedagogisch besef, waardoor ouders worden geholp en hun verwachtingen ten aanzien van hun kind realistisch te maken. Mede door de perceptie van hun kind en hun eigen rol als ouder te bespreken vergroot dit hun sensitiviteit zowel naar zichzelf als naar hun kind.
3 Doelstellingen De praktische doele n van Stevig Ouderschap zijn tweeledig: 1. Het opsporen van risicogezinnen (evidence based) 2. Het voorkómen van opvoedingsproblematiek in de zin van emotionele - en gedragsproblemen. 3. Het voorkómen van kindermishandeling en verwaarlozing als exces van deze opvoedingsproblematiek. 4. Bewustwording van de werkwijze van de werkwijze van verpleegkundigen Deze doelen worden bereikt middels de volgende subdoelen: § Verbeterde kennis van en inzicht in de ontwikkeling van het kind; § Verbeterde kennis en vaardigheden m.b.t. de verzorging van het kind; § Verbeterde vaardigheden en attitudes in de omgang met het kind; § Versterking van zelfvertrouwen en competentiebeleving als opvoeder; § Herkenning van en omgang met ambivalenties ten opzichte van het kind en het ouderschap bij de ouders; § Verbetering van stresshantering door ouders; § Vergroting van de sociale steun en vermindering van het isolement.
3
4 Doelgroep Gezinnen met een pasgeboren kind die een verhoogd risico hebben op opvoedingsproblematiek, met als exces hiervan kindermishandeling. Op grond van ervaringscijfers en huidige registraties is aanvankelijk gekozen voor de kernen Terheijden en Wagenberg. Op basis van dezelfde informatie is een inschatting gemaakt dat in de beiden kernen 15 gezinnen geselecteerd zouden worden, dit is een percentage van 15 % van het toen verwachtte geboortecijfer van 95. Daling van het aantal geboortes heeft tot gevolg dat uiteindelijk alle kernen hebben deelgenomen, aanvankelijk met Lage Zwaluwe als uitzondering (zie 6.1). Risico’s worden in kaart gebracht door middel van vragenlijsten die ouders en de verpleegkundige invullen.
5 Methodiek en werkwijze Tussen de 4 e en de 7 e dag na de geboorte krijgen alle ouders in de kernen van de gemeente Drimmelen de eerder genoemde vragenlijst uitgereikt samen met een begeleidende brief en een folder over de methode. Tijdens het intakehuisbezoek worden de vragenlijsten ingenomen en vult de verpleegkundige haar vragenlijst in. Als het gezin positief scoort, volgt een uitnodiging deel te nemen aan de interventie. De interventie bestaat uit 6 huisbezoeken van elk ± 90 minuten verdeeld over 18 maanden. De belangrijkste aandachtspunten binnen deze huisbezoeken zijn: § De beleving van het ouderschap § De verwachting van de ouders ten aanzien van de ontwikkeling van het kind § Het hanteren van de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van de ouders § Sociale steun § Indien nodig verwijzen naar de juiste instanties De huisbezoeken worden gebracht door een interventieverpleegkundige. Deze ervaren jeugdverpleegkundige heeft een aanvullende s choling gevolgd gericht op de problematiek waarmee zij binnen dit project in aanraking komt. Door de methodische manier van werken worden risico’s vroegtijdig gesignaleerd en kunnen preventieve interventies worden ingezet voordat problemen zijn ontstaan. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan: Kennisverbreding van ouders in de ontwikkeling hun kind. Hanteringadviezen geven die passen bij de ontwikkelingsfase van hun kind. Ouders vroegtijdig verwijzen voor bijv. psychologische hulp, maatschappelijk werk. Inzetten sociale netwerken bij bijv. hulp in de huishouding, oppas. Dit ter preventie van te hoge draaglast van ouders. Zonder dit project komen jeugdverpleegkundigen over het algemeen pas binnen vergelijkbare gezinnen, wanneer er vaak al een opvoedcrisis heerst. Deze gezinnen worden daardoor sneller overgedragen naar andere instanties zoals Bureau Jeugdzorg. Kinderen en ouders volgen dan een langer en zwaarder traject om de balans te herstellen. Nu kan dit voorkomen worden.
6 Uitgevoerde activiteiten en behaalde resultaten Vanaf de start van het project is één jeugdverpleegkundige 0 -4 jaar, werkzaam op het consultatiebureau in Zevenbergen, in de functie van interventieverpleegkundige gestart met het uitvoeren van het project Stevig Ouderschap. In samenwerkin g met andere organisaties (Vivent, Zuidzorg, STBNO), die het project ook uitvoeren sinds mei 2006, is er een scholing opgezet om de interventieverpleegkundigen te bekwamen op het gebied van veelvoorkomende problematiek binnen het project. Deze scholing omvatte in totaal 5 werkdagen met onderwerpen als: werkwijze met materialen behorende bij project, gespreksvaardigheden, kindermishandeling, psychische problematiek, verslavingsproblematiek. Gezien de zwaarte van de problematiek is het noodzakelijk de in terventieverpleegkundigen intensief te begeleiden. Dit gebeurt door middel van intervisie en supervisie. Tijdens de intervisiebijeenkomsten wordt onder begeleiding van de projectleider, methodisch, casuïstiek besproken. In de supervisie is er gelegenheid om lastige gesprekssituaties met een getrainde acteur te oefenen. Dit geeft handvaten om hier in de vervolghuisbezoeken mee om te gaan. De huisbezoeken verlopen zonder problemen. De interventieverpleegkundige voelt zich welkom bij de gezinnen, maar desondanks is vooral het eerste huisbezoek een zware mentale belasting. Vaak komen zaken aan de orde die bij de standaard huisbezoeken en consulten niet of nauwelijks besproken worden. Hierbij kan gedacht worden aan mishandeling in jeugd van ouders, ernstige psychische problematiek van
4
ouders, agressiviteit tussen ouders etc. Deze punten komen methodisch aan de orde aan de hand van het speciale Stevig Ouderschap dossier. Vervolghuisbezoeken worden minder zwaar ervaren, omdat dan ingehaakt kan worden op wat in het voorgaande huisbezoek aan de orde is geweest. De gemiddelde tijd van 1 ½ uur is voor de meeste vervolghuisbezoeken voldoende. Het eerste huisbezoek kost over het algemeen meer tijd. De interventieverpleegkundige moet vertrouwen winnen en voor ouders is het vaak de eerste keer dat zij deze gevoelige informatie en ervaringen aan iemand kunnen en willen vertellen. Het rapporteren in het dossier kostte bij de start van het project meer dan geplande tijd. Ervaring met het materiaal zorgt ervoor dat dit steeds makkelijker gaat. De response met betrekking tot het retourneren van de vragenlijsten ligt boven het landelijk gemiddelde. Dit gemiddelde ligt tussen de 50 en 55 %; in Drimmelen geldt een percentage van meer dan 75%. Van de geselecteerde gezinnen nemen uiteindelijk 10 gezinnen deel aan het interventieprogramma. Het consultatiebureauteam is extra alert bij die gezinnen die weigeren de lijsten in te vullen, de lijsten niet retourneren of niet deelnemen na selectie. In de onderstaande paragrafen worden de re sultaten procentueel inzichtelijk gemaakt. De financiële verantwoording is beschreven in hoofdstuk 8.
6.1 Resultaten 2006 Bij de start in 2006 is in eerste instantie Lage Zwaluwe niet meegenomen omdat in deze kern het project “bemoeizorg” loopt en twee projecten in een kern als belastend voor medewerkers werd beschouwd. Vanwege kwantitatief tegenvallende resultaten en de verwachte positieve wisselwerking tussen beide projecten (zie hoofdstuk 10) is Lage Zwaluwe vanaf 2007 betrokken in het project. Tabel 1 Responspercentage bij aantal geboortes (N) Terheijden Made Hooge Zwaluwe N=41 N=63 N=4 Lijsten retour 88% 76% 75% Invullen geweigerd 6% Voldoen aan criteria 10% 5% 25% Deelname interventie 5% 2% 25%
Wagenberg
Drimmelen
N=18 72% 5% 11% 6%
N=3 75% -
In onderstaande tabel zijn de gesignaleerde risico’s in kaart gebracht voor de geselecteerde gezinnen. Voor één gezin gelden over het algemeen meerdere risico’s. Tabel 2 Aanwezige risicofactoren bij geselecteerde gezinnen Risicofactoren Terheijden Made N=4 N=3 Prematuriteit 33% Jeugdervaringen moeder 75% 33% Jeugdervaringen vader 50% Alleenstaand ouderschap 25% Psychische problemen moeder 50% 67% Psychische problemen vader 50% Alcohol/drugs 25% Onvoldoende opvoedcompetenties 25% 33% Huisvesting Financiële problemen Onbalans draaglast/draagkracht 33% Rouwverwerking 25% Negatieve seksuele ervaring <16jaar Ambivalente gevoelens tav ouderschap 50% Allochtoon Advies jeugdverpleegkundige 25% 33% (op basis van “pluis/niet pluis” taxatie)
Hooge Zwaluwe N=1 100% 100% 100%
5
Vanuit 2006 zijn geen gegevens beschikbaar ten aanzien van verwijzing. De zorgcoördinatie was bij alle gezinnen in handen van de interventieverpleegkundige.
6.2 Resultaten 2007 Zoals beschreven in paragraaf 6.1 is de kern Lage Zwaluwe pas later ingestroomd. De lage respons is naar alle waarschijnlijkheid te wijten aan de afwijkende logistieke procedure. De vragenlijsten zijn per post toegezonden met een begeleidend schrijven en een antwoordenvelop. Tabel 1 Responspercentage bij aantal geboortes (N) Terheijden Made Hooge Zwaluwe N=65 N=86 N=18 Lijsten retour 85% 76% 89% Invullen geweigerd 15 % 6% Voldoen aan criteria 8% 3% Deelname interventie 5% -
Lage Zwaluwe N=52 38% 2% -
Wagenberg
Drimmelen
N=25 68% 8% -
N=2 50% -
Tabel 2 Aanwezige risicofactoren bij geselecteerde gezinnen Risicofactoren Prematuriteit Jeugdervaringen moeder Jeugdervaringen vader Alleenstaand ouderschap Psychische problemen moeder Psychische problemen vader Alcohol/drugs Onvoldoende opvoedcompetenties Huisvesting Financiële problemen Onbalans draaglast/draagkracht Rouwverwerking Negatieve seksuele ervaring <16jaar Ambivalente gevoelens tav ouderschap Allochtoon Advies jeugdverpleegkundige (op basis van “pluis/niet pluis” taxatie)
Terheijden N=5 40% 40% 40% 60% 20% 40% 40% 20% 40% 20% 60% 20% -
Made N=3 33% 33% 33% 33% 33% 66% -
Lage Zwaluwe N=1 100%
De voornaamste redenen dat ouders niet deelnemen aan de interventie zijn: problemen uit het verleden zijn middels eerdere hulpverlening voldoende verwerkt er is reeds voldoende professionele hulpverlening binnen het gezin kindje prematuur geboren maar verder geen enkel probleem en voldoende steun vanuit het bestaande netwerk Tabel 3 Verwijzing en zorgcoördinatie Verwezen naar Psycholoog Maatschappelijk werk Schuldhulpverlening Woningbouwvereniging GG en GD Novadic/Kentron MASS Zorgcoördinatie interventieverpleegkundige
Terheijden N=5 40% 60% 60% 20% 20% 20% 20% 60%
6
6.3 Resultaten 2008 Tabel 1 Responspercentage bij aantal geboortes (N) Terheijden Made Hooge Zwaluwe N=9 N=11 N=1 Lijsten retour 100% 72% 100% Invullen geweigerd 9% Voldoen aan criteria 22% Deelname interventie 100% -
Lage Zwaluwe N=7 72% -
Wagenberg
Drimmelen
N=1 100% -
N=0 -
Tabel 2 Aanwezige risicofactoren bij geselecteerde gezinnen Risicofactoren Terheijden N=2 Prematuriteit Jeugdervaringen moeder 50% Jeugdervaringen vader Alleenstaand ouderschap Psychische problemen moeder 50% Psychische problemen vader Alcohol/drugs 50% Onvoldoende opvoedcompetenties Huisvesting Financiële problemen 50% Onbalans draaglast/draagkracht 100% Rouwverwerking Negatieve seksuele ervaring <16jaar 50% Ambivalente gevoelens tav ouderschap 50% Allochtoon Advies jeugdverpleegkundige 100% (op basis van “pluis/niet pluis” taxatie)
De cijfers in deze tabel kunnen een vertekend beeld geven omd at deze trajecten nog maar net van start zijn gegaan. Tabel 3 Verwijzing en zorgcoördinatie Verwezen naar Terheijden N=2 Psycholoog Maatschappelijk werk 50% Schuldhulpverlening Woningbouwvereniging GG en GD Novadic/Kentron 50% MASS Zorgcoördinatie interventieverpleegkundige 100%
7 Conclusies In mei 2006 is in de gemeente Drimmelen gestart met het project Stevig Ouderschap; een interventie ter preventie van ernstige opvoedkundige problemen, waaronder kindermishandeling. Een jeugdverpleegkundige is geschoold tot interventieverpleegkundige. De ondersteuning is in het bijzonder gericht op het versterken van de ouderlijke competenties, zodat ouders de zorg voor hun kind(eren) geheel zelf oppakken. Door het versterken van deze competenties voelen ouders zich zekerder in hun opvoeding en kunnen opvoedkundige problemen met als exces kindermishandeling, op latere leeftijd voorkomen worden. Wat ook opvalt, is dat de interventieverpleegkundige vaak verwijst naar aanvullende begeleiding op het gebied van opvoedingsondersteuning, psychische en financiële problematiek.
7
De vragenlijst van Stevig Ouderschap brengt deze problemen vroegtijdig aan het licht, zodat de interventieverpleegkundige bij de start van het project hier direct op kan anticiperen. Door gebruik van de materialen behorende bij Stevig Ouderschap, wordt het voor de interventieverpleegkundige eenvoudiger om procesmatig te werken en de geboden zorg regelmatig met ouders te evalueren. De resultaten na ruim twee jaar kunnen positief genoemd worden. Zowel ouders als ketenpartners zijn tevreden en zien meerwaarde in het project. Ouders die deelnemen zien het project als een welkome aanvulling op het basistakenpakket. Over de kwalitatieve resultaten kan het volgende gezegd worden: 1. Ouders delen gra ag hun (jeugd)ervaringen en belevingen met de interventieverpleegkundige in hun vertrouwde thuissituatie. 2. Door een goede samenwerking tussen interventieverpleegkundige en consultatiebureauteam ontstaat een zorgketen, waardoor ouders zich beter geholpen voelen en adviezen beter aansluiten. 3. Ouders weten het consultatiebureauteam beter te vinden bij vragen en stellen ook eerder vragen. 4. Problemen op langere termijn worden voorkomen door het inzetten van preventieve interventies zoals kennisoverdracht, hanterin gsadviezen en inzetten sociaal netwerk. 5. Door deze preventieve interventies worden ouders geholpen de balans te behouden tussen draagkracht en draaglast of indien nodig de balans sneller te herstellen. 6. In een aantal gezinnen is het project inmiddels afgesloten en geëvalueerd en ouders hebben aangegeven zich erg gesteund te hebben gevoeld. Zij hebben aangegeven zich af te vragen of zonder deze interventie de afgelopen periode niet veel moeizamer zou zijn geweest. De in hoofdstuk 2 genoemde doelstellingen zijn behaald. In de gemeente Drimmelen zijn risicogezinnen beter in beeld. In hoofdstuk 4 is beschreven dat naar verwachting 15 gezinnen bereikt zouden worden. Vanuit landelijke cijfers blijkt dat ongeveer 10 % van de nieuwgeborenen tot de risicogezinnen behoort. Als Stevig Ouderschap wordt aangeboden binnen een gemeente doet 50 tot 70 % van de geselecteerde gezinnen mee aan de interventie. Gedurende de looptijd van het project zijn in de gemeente Drimmelen 392 kinderen geboren; 20 gezinnen zijn geselecteerd . Dit is lager dan verwacht mag worden. Wat hiervan de oorzaak is, is onduidelijk. Terheijden onderscheidt zich van de andere kernen door een hoger percentage geselecteerde gezinnen (13 %) en een grote deelname bereidheid.
8 Financiële verantwoording Voor een gedetailleerde verantwoording van de kosten van het project verwijs ik naar bijlage 1. In 2006 heeft voorafgaand aan de start van het project een scholing plaatsgevonden, die noodzakelijk is voor het goed kunnen uitvoeren van de interventie. Daarnaast een behoorlijk deel van het budget besteed aan projectleiding noodzakelijk voor de implementatie van het project en ondersteuning van het team bij deze nieuwe manier van werken. De kosten voor 2007 en 2008 komen voornamelijk voor rekening van de uitvoering en de aanschaf van noodzakelijke materialen.
9 Cofinanciering De drie samenwerkende thuiszorgorganisaties hebben in eerste instantie cofinanciering aangevraagd bij ZonMw, maar deze is afgewezen. Wel heeft de gemeente een rol gehad in de cofinanciering van het project vanuit de subsidie voor reguliere zorg JGZ 0 -19. Zie hiervoor ook bijlage 1.
10 Aansluiting met regionale organisaties/initiatieven en projecten Vanuit provinciaal overleg op managementniveau is door drie thuiszorgorganisaties (Vive nt, STBNO, Thebe) het initiatief genomen samen te werken rondom de implementatie van dit project. Er is een stuurgroep gevormd waarin de drie organisaties vertegenwoordigd zijn. Op een later moment heeft ook Zuidzorg zich aangesloten. Er is een nauwe samenwerking geweest tussen de projectleiders en scholingen, intervisie en supervisie worden gezamenlijk georganiseerd. Bovendien is er een nauw contact met de vereniging Stevig Ouderschap welke onder andere is opgericht om de kwaliteit van de methodiek te borg en en nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Vanuit de bestaande risicoregistratie werd verwacht de meeste problematiek te vinden in de kernen Wagenberg en Terheijden. De verantwoording in hoofdstuk 6 laat zien dat met name Terheijden hoog scoort.
8
In die kern van de gemeente waar het project Bemoeizorg loopt, blijken deze projecten goed op elkaar aan te sluiten. Ouders die positief scoren, maar niet willen deelnemen aan de interventie, kunnen vanuit “Bemoeizorg” gevolgd worden en eventueel worden gemotiveerd a lsnog deel te nemen. Het project is gelijktijdig met de gemeente Drimmelen van start gegaan in de gemeente Moerdijk. Dit heeft geleid tot een nauwe samenwerking tussen beide gemeenten en Thebe. Er zijn gedurende de loop van het project een aantal gezamenlijke overlegsituaties geweest.
11 Tot slot Samenvattend blijkt dat het project Stevig Ouderschap zijn meerwaarde in de deelnemende Brabantse gemeenten laat zien. Hoewel de gemeente Drimmelen in haar nota jeugdbeleid aangeeft vroegsignalering erg belangrijk te vinden is besloten geen extra gelden vrij te kunnen maken om het project voort te zetten. Dit betekent dat het uitdelen van de vragenlijsten inmiddels is gestopt. Dit is te meer jammer omdat de verwachting is dat bij voortzetting van het project het a antal deelnemende gezinnen relatief zal toenemen; door een grotere bekendheid zal voor sommige ouders de drempel verlaagd worden. Hopelijk kan er in de toekomst in overleg met de aanbieder een financieringsvorm gevonden worden die het mogelijk maakt Stevig Ouderschap opnieuw aan te bieden binnen deze gemeente. Met de ervaring vanuit dit project kan eventueel gekozen worden voor voortzetting in een of meerdere kernen waarbij zeker aandacht moet zijn voor Terheijden.
9
Bijlage 1
Financiële verantwoording subsidie project Stevig Ouderschap gemeente Drimmelen 2006/2007/2008 Subsidieregeling: Regionale Sociale Agenda Projectnummer: kenmerk 1173807 Inkomsten Voorschot subsidie provincie (80%)
€ 18.000,00
Cofinanciering (inzet vanuit reguliere budgetten partners) € 27.787,00 Totale inkomsten project
Verhouding inkomsten/uitgaven
Nog te ontvangen
€ 42.787,00
2006 Scholing interventieverpleegkundige (20 uur x € € 900,00 45,00 per uur) Kosten docent en huisvesting t.b.v. deze scholing € 253,00 Huisbezoeken (9x 1.5 uur x € 45,00 per uur) Intervisiebijeenkomsten (4 uur x € 45,00 per uur)
€ 607,50
€ 42.787,00
Kosten trainer supervisiebijeenkomst
€ 37,50
€ 47.947,00-
Supervisiebijeenkomst (2 uur x € 45,00 per uur) € Bespreking vra genlijsten met ouders (10 uur x € € 45,00 per uur) Verwerking vragenlijsten (10 uur x € 45,00 per uur) € Evaluatiemomenten team (7 pers. x 1 uur x € 45,00 per uur) € Kosten projectleiding (166 uur x € 45,00 per uur) € Reiskosten projectleider (1905 km x € 0,19 per € km)
€ 5.160,00
Maximale subsidie Was € 22.500,00 Te ontvangen subsidie
Uitgaven Thebe JGZ
€ 4.500,00
€ 180,00
90,00 450,00 450,00 315,00 7.470,00 362,00
Deelname landelijke dag Stevig Ouderschap
€ 360,00
Subtotaal Thebe JGZ 2007
€ 11.475
Huisbezoeken (23 x 1,5 uur x € 45,00 per uur) € Contactmomenten andere hulpverleners (23 uur x € 45,00) € Verwerken en bespreken vragenlijsten (37 uur x € € 45,00) Intervisiebijeenkomsten (8 uur x € 45,00 per € uur) Kosten trainer supervisiebijeenkomsten
1035,00 1.395,00 409,00
€ 107,50
Supervisiebijeenkomst (6 uur x € 45,00 per uur) € Tussentijdse evaluatie met team (7 x 2 uur) € Bespreking met team neonatale screening (6 uur € x € 35,00) Kosten projectleiding (51 uur x € 45,00 per uur) € Reiskosten projectleider (1500 km x € 0,19 per km) € Kosten drukwerk € Subtotaal
1.552,50
270,00 630,00 210,00 2.295,00 285,00 185,00
€ 8.595.00
Thebe JGZ 2008 Huisbezoeken (8 x 1.5 uur x € 45.00 per uur) € 540.00 Contactmomenten andere hulpverleners (8 uur x € 360.00 € 45.00) Verwerken en bespreken vragenlijsten (5 uur x € € 225.00 45.00) Intervisiebijeenkomsten (4 uur x € 45.00)
€ 180.00
10
Eindevaluatie team ((7 x 2 uur) Eindevaluatie neonatale screeners (6 uur x € 35.00) Kosten projectleiding (20 uur x € 45.00) Reiskosten projectleider (250 km x € 0.19 per km) Subtotaal
€ 630.00
Totaal
€ 23.160,00
€ 210.00 € 900.00 € 45.00 €3.090.00
Co financiering gemeente Gemeentelijke kosten: afstemmingsoverleg 5 x 2 € 875,00 uur ad € 87,50 per uur Reguliere JGZ inzet (gemeentelijke subsidie) contactmomenten 4 -7 dagen o.b.v. 392 kinderen in projectperiode met kostprijs € 61,00 per kind) € 23.912,00 Subtotaal co-financiering
€ 24.787,00
Totale uitgaven project
€ 47.947,00
11