VAN DE REDACTIE
Project Promise Veteranenbeleid in Nederland
1 Civiel Militair Interactie Commando
Nationaal Militair Museum Jaargang 76 - uitgave 342 nummer 1 - 2015
Tankontwikkelingen in China VOC Mededelingen
UNLOCK THE POWER OF WGS FOR SECURE BROADBAND COMMUNICATIONS » SATCOM ON-THE-MOVE » COMMAND AND CONTROL » BACKHAUL
WGS-Certified Systems with Advanced Networking and FIPS 140-2 TRANSEC Point-to-Point Networks
Full-Mesh Networks
Hub/Spoke Networks
MD-1366 EBEM
ViaSat LinkWayS2™ Modem
MD-1377 Joint IP Modem
» NATO STANAG 4486 Edition 3 » MIL-STD-188-165B
» Powering US Army WIN-T and USMC SWAN » On-the-Move and At-the-Halt
» NATO STANAG 4622 Edition 2 » US DoD Standard for Next-Generation
Communications
Hub/Spoke Networking
SurCom International BV Utrechtsestraatweg 206A NL-3911 TX Rhenen The Netherlands Tel: +31 318 477050 Mobile: +31 620 351594 Fax: +31 318 478355 E-mail:
[email protected] Website: www.surcom.nl
Copyright © 2013 ViaSat, Inc. All rights reserved. ViaSat and the ViaSat logo are registered trademarks of ViaSat, Inc. LinkWayS2 is a trademark of ViaSat, Inc. All other trademarks mentioned are the sole property of their respective companies.
INDEX Ereleden oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous,
UITGAVE 342
res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Dagelijks bestuur genm b.d. jhr. J.H. de Jonge oud-res lkol mr. D. van Zuidam res-elnt drs. R.J. Groot res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld ritm b.d. G.H. Snellen lkol b.d. D.G.G.M. Alexander maj L.J.J. Reinders lkol D.M. Brongers oudres-ritm drs. J.M.S. van Griethuysen
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester ledenadministratie bestuurslid bestuurslid toehoorder redactie toehoorder MNC
Wmr1 M. Wilms
toehoorder Kilacadmon
Secretariaat res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW
Van de redactie 4 Van de Voorzitter
5
Project Promise
7
1 Civiel Militair Interactie Commando
17
Veteranenbeleid in Nederland
21
Nationaal Militair Museum
25
Tankontwikkelingen in China
29
Interview met bgen Gerard Koot
35
Onthulling plaquette baron van Sytzama
38
Napoleon: tussen militair genie & mythe
41
Boekbespreking: Onze Jan in Indië
46
Bussum, T: 06 - 53408840 - E:
[email protected]
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E:
[email protected], Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie kol A.A. Leuvering lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj H. Plakke res-maj F. Koolhof kap H.C.J. van Vulpen
hr. Dennis Boom
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid redactielid
VOC-Mededelingen 48 51
Personeel
Overlijdensberichten 51
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en de bijbehorende foto’s elektronisch (minimaal 300 dpi) aan te leveren. Overname van artikelen is toegestaan, mits de bron en de schrijver worden vermeld en een presentexemplaar van de publicatie
In Memoriam
wordt toegezonden aan de redactie van de VOC Mededelingen.
Regelmatig terugkerende bijeenkomsten 54
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T: 06 - 53 56 95 50 E:
[email protected] Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Redactieadres lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten T: +31 341 266630 - E:
[email protected] E:
[email protected] - W: www.voc-cavalerie.nl E:
[email protected]
Vormgeving Druk
DRUK Concept & Design
Coverfoto Achterblad
Leopard-2A6 in Afghanistan
52
VOC-activiteitenkalender 55
7
29
41
Practicum - Soest - www.practicum.nl
Bushmaster en Hercules (Australië)
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 mei 2015 VOC Mededelingen
3
VAN DE REDACTIE
Stevige bosbranden... Voor u ligt alweer de eerste ‘Mededelingen’ van 2015. Het afgelopen jaar was voor onze Landmacht, en dus ook ons Wapen, een memorabel jaar. Om meerdere redenen wordt 2015 eveneens een interessant jaar. Van grotere afstand kijkend, zien we dat de wereld nog nooit zo onveilig is geweest sinds november 1989 als nu. Het voert te ver om te stellen dat de wereld in brand staat, maar er branden hier en daar flinke kampvuren die hier en daar al tot een stevige bosbrand hebben geleid. We zouden onze ‘Mededelingen’ om die reden anders kunnen inrichten om vanuit die thematiek onze (mogelijke) rol als ‘lichte’ én ‘zware’ Cavalerie, nu en in de toekomst, te belichten. Dat doen we niet. Er zijn voldoende aanleunende periodieken ons militaire vakmanschap betreffende, die deze branden en de (mogelijke) militaire rol daarin haarfijn weten te ontleden. Bovendien broeden er in ‘Utrecht’ en in ‘Den Haag’ voldoende kippen op wat onze ‘zware’ rol weer zou kunnen worden; en u weet: een broedende kip moet je vooral niet storen. Binnen ons format is er vanzelfsprekend aandacht voor de wereld om ons heen en niet te vergeten de toekomst. Dat ziet u deze keer vooral weerspiegeld in de bijdrages betreffende 1 Civiel Militair Interactie Commando, de tankontwikkelingen in China en het project PROMISE. Dat laatste staat voor PROjectMulti-touchInformation System Experiment. Het experiment is bedoeld om uit te zoeken of door het gebruik van civiele devices (smartphones & tablets) met diverse apps een command & control (C2)-omgeving gebouwd kan worden die de operationele commandovoering beter ondersteunt. En dat raakt ons natuurlijk ook, want waren wij ook niet van ‘funken’ ? Ook kijken we weer even achterom. Een verslag van de onthulling van een plaquette om de naamgever van ons voormalig 1e Regiment Huzaren te eren en een epistel over Napoleon die dit jaar 200 jaar gelden definitief werd verslagen. Met betrekking tot het ‘nu’ hebben we gekozen
4
VOC Mededelingen
voor een artikel over het veteranenbeleid. Velen onder u zijn het en het kan niet anders of ons ‘jonge haar’ zal het in de toekomst zeker worden. Verder herkent u in deze quarterly de vaste terugkerende rubrieken om te weten hoe het met onze wapenbroeders gaat en de activiteiten waar we elkaar weer kunnen ontmoeten. Uw redactie blijft gezegend met voldoende aanbod van copy. Toch blijven wij jongeren en oudere jongeren, tankers, maar vooral verkenners oproepen hun belevenissen en gedachten aan het papier toe te vertrouwen en ons toe te zenden. Het liefst digitaal, maar voor de officieren die nog heel goed weten welke functie gebouw O op onze ‘Bernhard’ in de goede oude tijd had, mag het ook met vulpen op geschept papier. Veel leesplezier gewenst! ●
VAN DE VOORZITTER
Naar aanleiding van het recent overlijden van ons oudste lid van de vereniging, Willem Clifford Kocq van Breugel, realiseerde ik mij weer hoezeer wij de band tussen ons - cavaleristen - moeten koesteren. Van Breugel investeerde veel in die cavalerie kameraadschap. Hij liet zich vaak zien op bijeenkomsten van de vereniging en was dan veelal prominent en hoorbaar aanwezig. Hij roept ons feitelijk op om door te gaan met elkaar te zien, naar elkaar te luisteren en geïnteresseerd te zijn in elkaar. En die oproep geldt alle cavaleristen, ongeacht leeftijd en anciënniteit. Bladerend door deze uitgave van de VOC Mededelingen ziet u weer plenty mogelijkheden om invulling te geven aan zo’n oproep. Zo organiseren wij samen met de Vereniging Infanterie Officieren in april wederom ons jaarlijkse symposium. Focus daarbij ligt op de missie in Mali en de door Nederland ingebrachte inlichtingenketen in die VN-missie. U kon dat al eerder lezen. Ik roep u op om die dag intensief mee te maken. Hetzelfde geldt voor de Algemene Vergadering VOC in mei, waar wij veel leden - traditioneel zijn de dames bijzonder welkom - hopen te begroeten. Wij buigen ons daar over het beleid zoals door het Bestuur is
VIO/VOC symposium op donderdag 2 april met als thema ‘Mali’ uitgezet - heel kort dan - en hebben daarna tijd en ruimte om bij te praten. Ook hier geldt geen leeftijdgrens. En dan natuurlijk een grote reeks borrels, lunches en buitenactiviteiten zoals bijzondere autoritten en ruiter evenementen op vele plaatsen in het land.
Een zestigtal officieren vierde tijdens de VOC Eemlandlunch op 20 november 2014 de honderdste verjaardag van oud-reserve ritmeester Jhr. Willem Clifford Kocq van Breugel. Gezeten in de voiture van erelid der vereniging oud-reserve eerste luitenant Jaap Heyse, werd hij opgewacht door een couloir van geestdriftig applaudisserende wapenbroeders om een aubade aan te horen van het Fanfarekorps der Bereden Wapens. Oud-reserve majoor - ook al erelid der vereniging - Evert Jan Vinkhuyzen vergastte hem op mooie anekdotes. Generaal Ruurd Reitsma bracht een heildronk op zijn welzijn uit, de kok offreerde een extra toetje en zijn regimentscommandant stuur-
Als laatste natuurlijk te belichten het stilstaan bij 200 jaar Slag bij Waterloo in de periode 18 t/m 21 juni 2015. Kijkt u vooral naar de VOC Activiteitenkalender elders in dit blad. En uiteraard op onze website. Uw vereniging organiseert veel en divers. Neemt u deel! ●
de van de andere kant van het aardrijk een mooie brief met teveel loftuitingen, althans volgens Willem. De laatste repliceerde met een fraaie toespraak, sprak de jongelui van tachtig jaar vrolijk toe en verslikte zich bijna in een graatje. Behouden evenwel is hij teruggekeerd op zijn residentie in Doorn, waar hij het nog vijf jaren wilde volhouden. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. Oud-reserve ritmeester Jhr. Willem Clifford Kocq van Breugel overleed op 22 januari 2015. Honderd jaar oud. Voor zijn verdiensten tijdens de meidagen van 1940 werd hij onderscheiden met het Bronzen Kruis. Een markante en sympathieke cavalerist is heengegaan. ●
VOC Mededelingen
5
‘Communicatie is voor ons letterlijk van levensbelang’
KPN Critical Communications
Verzeker u van continuïteit in vitale communicatie
Door mensen te verbinden wanneer elke seconde telt, kunnen we levens redden. Daarom ontwerpt, installeert en beheert KPN communicatiesystemen die de gebruikers in staat stellen altijd en overal hun werk te doen. Onder alle omstandigheden.
Kijk op kpn.com/criticalcommunications
PROJECT PROMISE
Luitenant-kolonel Duco Brongers, projectleider PROMISE Circa een jaar geleden is in de meeste militaire vakbladen een artikel verschenen over het project PROMISE (PROject Multi-touch Information System Experiment). Een breed opgezet experiment waarbij soldaten en kader van eenheden van 11 Infanteriebataljon Air Assault de beschikking kregen over smartphones met daarop diverse apps met als doel betere situational awareness (SA) te creëren binnen de command & control (C2)-keten door het benutten van commerciële civiele ontwikkelingen. Het PROMISE-team heeft gedurende 2014 diverse testen uitgevoerd en is op 15 januari 2015 afgerond met een grootse presentatie in Stroe aan vele genodigden van Defensie, Nationale Politie, brandweer, kennisinstituten en industrie. In dit artikel vertel ik u over de resultaten van PROMISE en hoe we verder willen gaan.
Belang van betere situational awareness Zoals aangegeven in de inleiding is het operationele doel van PROMISE betere SA te creëren. Voor iedere militair zal het belang hiervan duidelijk zijn. De zogenaamde benefit chain geeft dit helder weer. De netwerk- en transmissielaag zijn randvoorwaar-
delijk voor goede SA. Dit maakt het mogelijk alle gewenste informatie te versturen en daarmee een optimale gedeelde SA te creëren. Dit stelt commandanten in staat in de gehele hiërarchie betere besluiten te nemen die uiteindelijk uitmonden in betere effecten; het ultieme doel. PROMISE richt zich met name op ›› VOC Mededelingen
7
PROJECT PROMISE de sterke verbetering van de onderste twee lagen van de benefit chain via het uitvoeren van concept development & experimentation (CD&E). Daartoe voerde het PROMISE-team twee battlelab-experimenten uit. Dit betekent het (operationeel) testen in een gecontroleerde omgeving. Het experiment en het opdoen van kennis en ervaring staan hierbij voorop. Daarna heeft het team twee bataljonsgeleide oefeningen actief ondersteund. Hier hadden de oefendoelen van de eenheden prioriteit, maar de waarneming hoe het materieel reageerde in een reëel scenario was van hoge waarde. Ook werden passief twee andere kleinschalige oefeningen van 11 Infanteriebataljon Air Assault ondersteund door het ter beschikking stellen van de noodzakelijke middelen. Tot slot werd in november 2014 een oefening van 43 Gemechaniseerde brigade voor de Openbare Orde en Veiligheid actief ondersteund. De experimenten werden beoordeeld door een TNO-team, ondersteund door observer trainers van het Land Training Centre en het Defensie Expertise-
Battlelab in Amersfoort
Testen van de lichtverspreiding bij nacht
Voor de duidelijkheid: PROMISE is een experiment. Dat betekent concreet dat er geen product zal worden geïmplementeerd dat PROMISE heet. centrum Militaire & Uitrusting (DEC M&U), beide uit Amersfoort. Voor de duidelijkheid: PROMISE is een experiment. Dat betekent concreet dat er geen product zal worden geïmplementeerd dat PROMISE heet. Er is veel kennis en ervaring opgedaan en die zal zo snel mogelijk worden gebruikt om lopende projecten te verbeteren of andere initiatieven te starten.
Betere netwerk en transmissielaag Iedereen is gebaat bij een goede netwerk- en transmissielaag. Vanwege de vele belangen die hiermee samenvallen wordt aan deze randvoorwaarde 8
VOC Mededelingen
(LTE)-netwerk, ook wel 4G-netwerk genoemd. Binnen Defensie is de situatie echter heel anders en dat is opmerkelijk. Te meer daar met het optreden van Defensie mensenlevens gemoeid kunnen zijn. Redenen waarom niet eerder bij dergelijke civiele ontwikkelingen is aangesloten, zijn het beveiligingsvraag-
nadrukkelijk invulling gegeven in ons dagelijks leven. Vooral in Nederland zijn we gewend aan één van de hoogst breedbandige internetverbindingen ter wereld. Ook zien we dit aan het nagenoeg landelijk dekkende Long Term Evaluation
Benefit Chain
PROJECT PROMISE
Mastopstelling met militaire 4G in Stroe
De mini UAV heeft veel potentieel
stuk en de veelal (zeer) beperkte communicatie-infrastructuur in de missiegebieden. Deze redenen beginnen de laatste jaren echter te verbleken. Dankzij grote industriële investeringen komen er snel oplossingen om overal internet ter beschikking te hebben, maar ook om op diverse niveaus secure informatie uit te kunnen wisselen. Er liggen dus grote kansen, het is aan Defensie om ze te grijpen. Voor PROMISE is gebruik gemaakt van diverse vormen van WiFi, het 3G en 4G-netwerk en civiele satellietcommunicatie. Met name het gebruik van het 4G-netwerk was een groot succes. Dat betekent wel afhankelijkheid van een lokale provider in inzetgebieden. Dat is niet altijd gewenst, dus voldoende reden om een eigen (militair) 4Gnetwerk op te zetten. In samenwerking met KPN-Critical Communications is een militaire 4G-mast gebouwd. Deze is onlangs in oktober 2014 ter beschikking gekomen. Daar zal vooral in PROMISE 2.0, de opvolger van PROMISE 1.0, ervaring mee worden opgedaan.
Wel is de mast de afgelopen maanden aan de Nationale Politie uitgeleend, zodat zij er ook al ervaringen mee op konden doen en die met ons konden delen. Initieel is deze mast bedoeld om een 4G-netwerk op een compound neer te zetten, zodat iedereen daar draadloze en breedbandige verbinding heeft. Het streven is natuurlijk om de bandbreedte ook voor operaties buiten de compound ter beschikking te hebben. Om dit te realiseren kan gedacht worden aan het gebruik van een Zeppelin, waardoor de 4G-bubbel vele malen groter wordt. De Amerikanen hebben al succesvol geëxperimenteerd met 4G onder een UAV. Door deze boven een specifiek inzetgebied te laten vliegen, kan binnen dat gebied eigen 4Gdekking worden geleverd. Er zijn ook al ontwikkelingen bij bedrijven die onbemande vliegtuigen op grote hoogte lang in de lucht kunnen houden met behulp van zonnecellen. Vanuit dit platform kunnen vervolgens nauwkeurig bepaalde gebieden met 4G worden gedekt en ontstaan er onbeperkte mogelijkheden voor 4Gdekking overal in de wereld.
van meer dan een kilometer bleef het afstandsbereik meestal bij enkele honderden meters steken. De koppeling van de smartphone aan de Fastnet-radio werkte alleen in het ‘witte’ laboratorium, maar liet verstek gaan in het veld. Dit kwam door de eenvoudige bedrading van de civiele toestellen, waardoor interferentie ontstond, maar ook de beschikbare bandbreedte van de Fastnet bleek ontoereikend voor de gebruikte C2-toepassingen. De eerder genoemde snelle ontwikkelingen bij de industrie lijken ook hier weer snel voor oplossingen te zorgen. Zo liet Thales Huizen tijdens de dag van de eindpresentatie van PROMISE een ruggedized commerciële smartphone zien die gekoppeld met de militaire radio (in dit geval de Fastnet-radio die de Landmacht ook in gebruik heeft) een minimaal bereik haalde van 8,5 kilometer onder ongunstige omstandigheden (bij veel obstakels, zoals gebouwen en vochtige bossen). Voor het uitvoeren van de experimenten hebben we dus volledig vertrouwd op de koppeling met 4G. Conclusie: het gebruik van 4G, satelliet en WiFi was een succes. De koppeling met de militaire radio was dat niet, maar oplossingen dienen zich nu al aan.
Betere informatiedeling Hoe maak je betere informatiedeling tastbaar en inzichtelijk? Ik maak dan graag een vergelijking met de wijze waarop mens en dier situational ››
Bottom line: het is de verantwoordelijkheid van de defensieorganisatie om de bandbreedte naar de man toe te brengen! Uiteraard hebben we er ook bij stil gestaan bij een situatie waarin ergens in het inzetgebied geen internet beschikbaar is. In dat geval moet de militair met zijn smartphone of tablet kunnen terugvallen op de koppeling met zijn militaire radio. De testresultaten hiervan vielen tegen. De door het PROMISE-team gebruikte dataradio’s bleken een zeer beperkt bereik te hebben. In plaats van de beloofde afstand
Testen op de openbare weg VOC Mededelingen
9
SONIM XP7 SMARTPHONE
LONG BATTERY LIFE Continuous use for back-to-back work shifts GLOVE USABILITY Keys and screen can be used with heavy/wet gloves POWERFUL AUDIO 103 dB speaker performance and noise cancellation PROTECTION FROM MICRO PARTICLES Rated IP 68 – completely sealed against the intrusion of micro particles WATERPROOF Rated IP 68 for complete submergibility in water, up to 2 m for 30 minutes Rated IP 69 for resistance to high temperature pressure wash DROP/IMPACT RESISTANT Resistant to 2 m drops onto concrete from any angle SHOCK/VIBRATION RESISTANT Withstands sudden shocks of up to 30 G and vibrations from 5 Hz to 500 Hz TEMPERATURE RESISTANT Fully operational from -20° C to 55° C RESISTANT TO EXTREME PRESSURE Withstands up to a ton of metric pressure PUNCTURE RESISTANT Hardened rubber molded housing can withstand up to 4 J of impact energy, the Corning® Gorilla® Glass screen can withstand impacts of up to 2 J RESISTANT TO OILS AND CHEMICALS Resistant to petroleum oils and the corrosive nature of cleaning solvents 3-YEAR COMPREHENSIVE WARRANTY Covering even accidental damage
WWW.ADD-MISSION.COM Add-Mission B.V. - Dr. Anton Phillipsstraat 5 - 7903AL - Hoogeveen - +31 (0)528 820 993
PROJECT PROMISE aware worden door optimaal gebruik te maken van hun vijf zintuigen. Voor mij zijn de vijf zintuigen in de informatielaag: spraak, C2-data (zoals een kaart, blue force tracking, schetsen enz.), tekstberichten (zoals chat), versturen van files (zoals foto’s, schema’s, slides) en video. Als ik gebruik kan maken van al deze diensten (zintuigen), ongeacht waar ik ben (netwerken transmissielaag), dan kan ik een optimale SA realiseren. De situatie die we nu aantreffen bij bijvoorbeeld de luchtmobiele brigade is dat ze hun SA
was desondanks zeer beperkt. Binnen een uur wist het personeel ermee om te gaan. We hebben het zelfs een keer aan militairen gegeven zonder les te geven. Een paar dagen later kwamen we terug voor een contactuur; tien minuten bleken voldoende!
Het bataljon heeft uiteindelijk situational awareness
Alles op de voet te volgen vanuit de cp
voornamelijk opbouwen met behulp van spraak. Het zal u duidelijk zijn dat spraak vooral belangrijk is bij het snel doorgeven van berichten, maar ook hier geldt dat een plaatje meer zegt dan duizend woorden. Tijdens de eindpresentatie van PROMISE gaf majoor Harry van Riessen, Hoofd sectie S3 11 Infanteriebataljon Air Assault, een paar sprekende voorbeelden van spraakopnames van radioberichten die hij had gemaakt tijdens een grote oefening van het bataljon in december 2014. Het duurde soms twintig minuten om duidelijk te maken met de aldaar gebrekkige spraakverbinding, dat er een voertuig was gepasseerd. De huidige mogelijkheden voor het doorgeven van C2-data zijn nu bijzonder beperkt bij 11 Infanteriebataljon Air Assault. Tekst en foto’s kunnen al helemaal niet worden verstuurd, met uitzondering van het verkenningspeloton van het bataljon die daarvoor gebruikt maakt van een smalbandige HF-verbinding. Van video is al helemaal geen sprake. Kortom: ook hier is veel te winnen. Voor PROMISE werd
voornamelijk gebruik gemaakt van de Android smartphone Samsung Galaxy S4 Active, die wat sterker en waterbestendiger is dan de gewone S4. Ook de tablet Toughpad van Panasonic werd in kleine aantallen ingezet. Op de smartphone werd gebruik gemaakt van de command & control (C2)-app ‘SoldierView’ van Thales Canada en ‘Lifering’ van het Amerikaanse bedrijf AGIS, hier in Nederland vertegenwoordigd door het bedrijf Surcom. Op beide C2-apps werd een kaart getoond met daarop de actuele eigen positie en die van de collega’s met een smartphone (blue force tracking). Er konden schetsen op worden gemaakt en way points aangegeven, maar ook standaardberichten worden verstuurd. Voorbeelden hiervan zijn vijandmeldingen met APP-6 symboliek, vuuraanvragen, maar ook een call for medic of nine liner kon worden ingevuld en verstuurd. De C2-app was de meest uitgebreide app die er was. De trainingstijd die er voor nodig was,
Naast deze C2-app werden ook andere apps gebruikt. Zo was er een vertaalapp die met behulp van inspreken en een veeg over het scherm de gesproken tekst vertaalde. Handig voor elk uitzendgebied om hiermee contact te maken met de bevolking. Voorts een sniper app, waarop we geattendeerd werden door het Korps Commandotroepen, omdat zij die op hun eigen privé-smartphones al gebruikten! Uiteraard was er ook een app voor diverse instructiekaarten en handboeken. Het zijn slechts voorbeelden die het spreekwoordelijke ‘topje van de ijsberg’ symboliseren, want de hoeveelheid ideeën voor apps zijn legio. Het is de bedoeling om in de toekomst nieuwe apps ter beschikking te stellen via een militaire app store. Hierin worden de veilige apps gezet die door de industrie en Defensie (JIVC) kunnen worden ontwikkeld; soms op basis van een eigen idee, soms op basis van een bestaande app. Zo zal na het goedkeuren van een app binnen enkele maanden de nieuwe functionaliteiten kunnen worden toegevoegd via de app store op de militaire smartphone. De vele mogelijkheden om het eigen optreden te ondersteunen met diverse functionele apps is de belangrijkste reden dat in de optiek van het PROMISE-team iedere militair een smartphone moet hebben. Dan wordt hij daadwerkelijk een sensor in het veld die informatie snel en veilig kan delen. Uiteraard kan met de smartphone gechat worden en foto’s en video-opnames worden gemaakt. Zo werd via een opzetstuk de smartphone aan de Swarovski-kijker gekoppeld, foto’s gemaakt tot op meer dan 1000 meter, die vervolgens werden verstuurd in de commandolijn. Ook het opnemen van videobeelden met behulp van een camera onder een kleine UAV toonde de potentie van dit middel. 11 Air Assault heeft er nog geen operationeel gebruik van kunnen maken, maar dat zal in het ›› VOC Mededelingen
11
Panasonic raadt Windows aan.
TOUGHPAD: TABLETS VOOR ROBUUSTE MOBILITEIT OP HET TERREIN DE GLOEDNIEUWE TOUGHPAD TABLETS ZIJN COMPACT, LICHT EN TOCH ROBUUST CONFORM DE BEKENDE TOUGHBOOK KWALITEIT!
MPACTE, ONTDEK DE CCHOTIGE MAAR KRAGHPAD FZ-M1 7INCH TOU 8.1 PRO TABLET! WINDOWS
GECERTIFICEERD VOLGENS MILITAIRE STANDAARD De nieuwe Toughpad tablets voldoen aan de MIL-Standaard (MIL-STD810G) voor o.a. schokbestendigheids- en temperatuurklasses en aan de Ingress Protection standaard IP65 voor water – en stofbestendigheid. Toughpad tablets zijn er in verschillende groottes voor uiteenlopende toepassingen: gaande van een groot 13 inch beeldscherm tot een compact 7 inch beeldscherm dat eenvoudig op de man te dragen is. Toughpad tablets geven u optimale bewegingsvrijheid en toegang tot uw data en applicaties, ook onder de meest extreme omstandigheden!
Toughbook CF-D1, Toughpad FZ-M1 en FZ-G1 zijn uitgerust met Intel® Core™ i5 vPro™ processoren.
Voor vrijblijvend advies contacteer ons op: +31 73 640 2576 (Nederland) +32 2 481 03 73 (België) Of stuur ons een e-mail op
[email protected]
Nieuw in het gamma zijn de Toughpad FZ-E1 en Toughpad FZ-X1 5 inch handheld tablets.
Intel, het Intel logo, Intel Core, Intel vPro, Core Inside en vPro Inside zijn handelsmerken van Intel Corporation in de V.S. en andere landen.
www.toughbook.eu
PROJECT PROMISE vervolgproject PROMISE 2.0 zeker gaan gebeuren. Kortom: met het gebruik van smartphones was het in één keer mogelijk alle vijf de (informatielaag) zintuigen te gebruiken voor het creëren van SA op het gevechtsveld. In mijn optiek op gebied van SA een krijgshistorische stap voorwaarts! De smartphones werden op de man gedragen met behulp van zogenaamde pouches van het bedrijf AddMission. Zo was er een pouch om het device op de arm te dragen, maar ook één om voor de borst te houden. Ook kon de smartphone in een harde kunststof case worden gestopt met een klip eraan om hem overal aan het opsvest te kunnen bevestigen. Conclusie ten aanzien van de pouches was dat je niet voor een bepaalde oplossing moet gaan, maar de individuele militair zijn eigen keuze moet laten maken; zijn keuze is sterk afhankelijk van zijn functie. Met de kwetsbaarheid van de smartphone viel het erg mee. Na een jaar lang gebruik is slechts bij enkele devices het scherm beschadigd en vertoonden sommige smartphones wat kuren bij gebruik in regenachtige omstandigheden.
Security Tijdens PROMISE is gebruik gemaakt van de kennis van het bedrijf Fox-IT dat software leverde om encryptie toe te passen op het netwerk, de zogenaamde payload-encryption (PLE). Doordat de informatie op netwerkniveau is beveiligd kan van ieder willekeurig netwerk gebruik worden gemaakt, waaronder het Internet. De eis was dat op restricted niveau gecommuniceerd moest kunnen worden. In de optiek van het PROMISE-team is dat gelukt. Met het gebruik van de hierboven genoemde PLE-beveiliging, een app-locker en storage encryption denken we dit niveau te hebben gehaald. Uiteraard zal de beveiligingsautoriteit daar nog een oordeel over moeten geven. De voorkeur gaat uit naar het gebruik van een geïntegreerde mobile device management (MDM) oplossing. Dit is in PROMISE 1.0 om allerlei technische redenen nog niet gerealiseerd maar dit staat wel
Ook ’s nachts kunnen er foto’s worden verstuurd
gepland voor PROMISE 2.0. Het restricted niveau is overigens lager dan de huidige eis van Defensie, namelijk het confidentiële niveau. Dit geeft technisch veel meer uitdagingen, is veel duurder en volgens het PROMISE-team operationeel niet noodzakelijk. Dit was reden om aan de staf van de Commandant der Strijdkrachten te verzoeken een studie op te starten. In deze studie wordt onderzocht of het mogelijk is dit niveau, in navolging van vele andere landen, bij te stellen en om uit te zoeken wat de consequenties hiervan zijn. De studie loopt nog.
Conclusies TNO is door het PROMISE-team ingehuurd om een onafhankelijke rapportage van dit experiment uit te voeren. Hun belangrijkste conclusies zijn: 1. Commerciële devices zijn goedkoper dan militaire C2-middelen. Of over de gehele levenscyclus de invoer van dergelijke middelen goedkoper is, kon (nog) niet worden aangetoond, maar wordt waarschijnlijk geacht. 2. De trainingstijd voor dergelijke C2ondersteunende middelen neemt drastisch af. 3. Het uitrusten van iedere militair met een smartphone heeft toegevoegde waarde. Aan de rol als genetwerkte sensor in het veld voor betere SA wordt dan nadrukkelijk invulling gegeven. 4. De communicatielaag is flexibeler
De chest pouch
geworden door het gecombineerde gebruik van civiele en militaire communicatietechnologie. 5. Een militaire app-store kan snel functionaliteiten toevoegen. Integratie van open software maakt de software goedkoper. 6. Commerciële beveiligingsoplossingen op het niveau restricted zijn naar verwachting mogelijk.
PROMISE 2.0 Na de succesvolle afronding van PROMISE 1.0 staat het vervolg alweer in de steigers, namelijk PROMISE 2.0. Onderwerpen die op de agenda staan zijn onder andere het bekijken of een smartwatch toegevoegde waarde heeft voor de militair. Er wordt gekeken naar nieuwe apps. Er is ondertussen een warmtebeeldcamera aangeschaft die eenvoudig aan de smartphone kan worden gekoppeld en nu al verrassende resultaten heeft opgeleverd. Met een 3D-printer kunnen snel opzetstukken worden gemaakt om de ›› VOC Mededelingen
13
PROJECT PROMISE Restricted communicatie: inzet smart phone tijdens een raid in Heusden
Ondersteuning door de industrie smartphone ook voor andere kijkers dan de Swarovski-kijker geschikt te maken. Op communicatiegebied zal de militaire 4G-capaciteit verder worden beproefd en de connectiviteit met militaire radio’s verder worden onderzocht. Het is slechts een greep uit de voornemens die waarschijnlijk dit voorjaar van start gaan.
Afsluiting Met een tweetal aanbevelingen wil ik dit artikel afsluiten. In de eerste plaats liggen er voor Defensie heel veel nieuwe kansen op gebied van C2 als we beter gebruik maken van de vele miljarden euro’s die buiten de kazernepoorten besteed worden aan razendsnelle ontwikkelingen in de consumententechnologie. Kortom: we moeten nog meer smart buyer worden. Het is vervolgens onze uitdaging om de meest waardevolle Commercial off the shelf (COTS)-producten te selecteren en onze - op dit moment nog moeizame procedures aan te passen aan deze nieuwe tijd. In de tweede plaats is het belangrijk dergelijke experimenten goed op elkaar af te stemmen. Nog te vaak komt het voor dat we op meerdere plekken hetzelfde doen. Dat is niet alleen het geval binnen de land-
Belangstelling van de Nationale Politie bij de eindpresentatie macht, maar geldt voor heel Defensie en de partijen voor de Openbare Orde en Veiligheid. Niet voor niets waren deze allemaal genodigd voor de eindpresentatie op 15 januari. Dat moeten we in nauwe samenwerking doen met de kennisinstituten en industrie.
PROMISE heeft aangetoond dat dit een win-win situatie is. Internationaal zijn er ook mogelijkheden, maar die mogen niet tot grote vertragingen leiden. In dat geval ‘the future looks promising’! ● VOC Mededelingen
15
70mm IR Bi-LED Headlight The 70mm IR headlights provides both
housing, you will get a solid IR headlight
the manufacturers of civilian and military
designed for the tough, uncompromising
vehicles and the action forces with the
use. Different mounting clamps are
option to effectively adapt their night
additionally available as standard parts.
vision equipment to the individual
Special mountings and individual circuit
application requirements. The NCC 70mm
groups are
IR headlight series consists of innovative
available at
and modern products. The headlights can
any time.
be installed in or attached to almost any vehicle thanks to the very compact and inconspicuous design. Of course, the headlights are watertight, boast a fording ability and are equipped
Features: Highpower Infrared Headlight combines Lowbeam and Highbeam very compact
with a hardened polycarbonate front lens.
available in 850nm and 940nm
In combination with a resistant aluminium
Low Power Consumption Low Signature against detection
7 LED Headlight
Brand new 7 tripple Headlight System with LED High-/ Lowbeam and Positionlight. H4 Connector for LED High - and Lowbeam. Available in chrome and dark-chrome, matte black. ECE Homologation. Plug & Play Replacement for G-Model, Defender, Wrangler, Hummer and many others. Performance similar to HID and fully watertight design.
Mobile LED-Worklight A multi-purpose and Highpower LED work light. The stand alone battery powered kit is a very stable design offering both height
APPLICAT
adjustment and adaption to the most
The need t required to Requireme ! In the Typical org ! The po ! securit
uneven or sloping ground conditions. Alternatively with an optional magnetic adapter the light can be vehicle mounted for either 12V or 24V operation. A choice of
THE CHAL When resp ability to lig for a self c exactly wh
either close or long range illumination, or the combination of both with up to two work
SOLUTION The combi 115/4500 w are used b illumination capability f rugged co weight of o EMC teste
lights per mobile unit are possible. A remote control option is also available making the control of several mobile units possible enabling many options for unlimited applications even makeshift landing sites ADVANTAGES:
A multi-purpose LED work light. The stand alo NOLDEN CARS & CONCEPTS Robert-Perthel-Straße 27 | K50739 Köln | Germany | www.noldengmbh.de Nolden Cars GMBH & Concepts GmbH, Robert-‐Perthel-‐Strasse 27, 50739 öln, Germany, www.noldengmbh.de adjustment and adaption to the most uneven o Contact for Trading Holland: R &R Trading Company, Nieuwe Kerkplein 2 3, |44423 423 AAC C Shore, www.randrtradingcompany.com adapter the light can be vehicle mounted for eit Contact for Holland: R&R Company Nieuwe Kerkplein 23 Shore | www.randrtradingcompany.com
illumination, or the combination of both with u control option is also available (emergency bu many options for unlimited applications even m
REFERENCES: Our lights are specified and used by numerous
1 CMI CDO
DE ROL VAN 1 CIVIEL MILITAIR INTERACTIE COMMANDO TIJDENS EXPEDITIONAIRE OPERATIES Kapitein M.H. Leeuwerink en kapitein drs. M. Huizing In het traditionele militaire conflict beschouwden militairen de lokale bevolking slechts als obstakel. Daarom besteedden ze in hun commandovoering weinig aandacht aan de civiele omgeving. Na de Koude Oorlog werden militaire eenheden in toenemende mate ingezet voor vredeshandhavende missies. Daarbij bleek dat civiele omgevings(f)actoren tijdens de voorbereiding en uitvoering van operaties niet langer konden worden genegeerd. In de moderne operaties speelt de bevolking zelfs een beslissende rol voor het behalen van succes. Volgens onze doctrine is het voor een commandant dan ook essentieel inzicht te krijgen in de civiele (f)actoren in zijn operatiegebied. De specialistische kennis, informatie en vaardigheden waarover 1 Civiel en Militair Interactie Commando (1 CMI Cdo) beschikt, kunnen hem daarbij ondersteunen. In dit artikel betogen wij dat 1 CMI Cdo vanwege haar unieke informatiepositie een belangrijke rol kan spelen bij de voorbereiding en uitvoering van expeditionaire opera-
ties van de Nederlandse krijgsmacht.
War amongst the people In de jaren negentig van de vorige eeuw werden westerse krijgsmachten in toenemende mate ingezet voor vredesoperaties. Veelal in gebieden waar lokaal bestuur slechts beperkt of helemaal niet aanwezig was, zoals in Bosnië en Kosovo. In de praktijk bleek dat internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, traag waren met de opbouw van een civiel bestuursapparaat. Het gevolg was dat militaire eenheden er niet aan ontkwamen tijdelijk
civiele taken uit te voeren. De Britse generaal Rupert Smith constateert dat sinds het einde van de Koude Oorlog ‘war amongst the people’ dominant is geworden. Dit begrip is gebaseerd op het idee van een continue ‘crisscrossing between confrontation and conflict, regardless of whether a state is facing another state or a non-state actor’. Voor dit type oorlog is de inzet van militaire middelen niet altijd meer de doorslaggevende factor, zoals bij een ‘industrial war’. In een ‘war amongst the people’ is het doel van de militaire inzet niet het behalen van een defi- ›› VOC Mededelingen
17
1 CMI CDO
‘The sooner I can get rid of the questions that are outside the military scope, the happier I will be!’ War amongst the people
nitieve militaire overwinning om een politiek probleem op te lossen, maar het creëren van omstandigheden waarin het conflict met andere (machts) middelen kan worden opgelost. De talrijke civiele omgevings(f)actoren waarmee militairen tijdens operaties ‘amongst the people’ worden geconfronteerd, resulteren in een complexe operatieomgeving. Naast de lokale bevolking kunnen bijvoorbeeld internationale en niet-gouvernementele organisaties (IO’s en NGO’s), de media, religieuze leiders en criminele groeperingen grote invloed uitoefenen op de uitvoering van ope-raties. Deze civiele omgevings(f)actoren worden weergegeven als ‘Human Terrain/PMESII’, waarbij PMESII staat voor de onderwerpen Politiek, Militair, Economie, Sociaal, Infrastructuur en Informatie. Aandachtsveld CMI: GREEN, WHITE & BLACK lagen van het conflict. CMI beschrijft, analyseert en beoordeelt deze lagen van het conflict en biedt commandanten handelingsperspectief hieromtrent.
1 CMI Cdo Op 1 oktober 2013 is in Apeldoorn 1 Civiel en Militair Interactie Commando opgericht. 1 CMI Cdo is de opvolger van het gereorganiseerde 1 CIMIC bataljon dat in 2007 operationeel werd. Civiel en militaire interactie (CMI) is een breder begrip dan ‘civil military cooperation’ (CIMIC). CMI bestaat uit 18
VOC Mededelingen
General Dwight D. Eisenhower, 30 november 1942
de gecoördineerde voorbereiding, planning en cultureel afgestemde uitvoering van CIMIC, Key Leader/ Local Leader/Stakeholder Engagement, Public Affairs, Presence, Posture and Profile, PsyOps en Info Ops. Het Cdo is een ‘paarse’ eenheid van ongeveer tachtig beroepsmilitairen en meer dan achthonderd reserve militairen, de zogenaamde Functioneel Specialisten (FS’n). De uitvoerende elementen van het Cdo zijn het CIMIC- en het PsyOps-peloton. Deze pelotons bestaan respectievelijk uit dertig en twintig beroepsmilitairen en kunnen naar behoefte worden uitgebreid met FS’n. Sinds haar oprichting heeft het CIMICbataljon deelgenomen aan talloze missies. De eenheid vormde onder meer de kern van het Provincial Reconstruction Team 9 in Uruzgan. Op dit moment zijn de leden van 1 CMI Cdo actief in Zuid-Soedan, Uganda en voor de Somalische kust.
De speld in de hooiberg Bij de voorbereiding en uitvoering van expeditionaire operaties is op alle niveaus van optreden behoefte aan informatie over het operatiegebied. Het doel hiervan is de invloeden en dreigingen van de omgevings(f)actoren te identificeren, die van invloed kunnen zijn op de eigen opdracht. Dit proces wordt de ‘Intelligence Preparation of the Environment (IPE)’ genoemd. Zojuist hebben we geconstateerd dat
de huidige expeditionaire operaties worden uitgevoerd in een complexe omgeving, waarin vele civiele omgevings(f)actoren actief zijn. We typeren de civiele operatieomgeving voor het gemak als een ‘hooiberg’. In een ‘war amongst the people’ is de dreiging afkomstig van (niet-)militaire individuen en partijen. Deze dreiging staat niet op zich zelf, maar komt voort uit de omgeving. We typeren de dreiging van (niet-)militaire individuen en partijen in een civiele operatieomgeving als de ‘spelden in de hooiberg’. De primaire inlichtingeneenheden van onze krijgsmacht, de MIVD en het JISTARC, concentreren zich naar onze mening op dreiging gerelateerde informatie. Met andere woorden, de MIVD en het JISTARC leggen het zwaartepunt van hun activiteiten volgens ons bij het identificeren en analyseren van de spreekwoordelijke speld(en) in de hooiberg. Dat wordt onder meer veroorzaakt door beperkingen in hun capaciteit, maar ook door de aard van hun sensoren. Het afluisteren van een persoon of het inzetten van een onbemand vliegtuig is echter onvoldoende om een economisch system of een tribale samenleving in kaart te brengen. In een ‘war amongst the people’ zijn naar onze mening niet alleen de spelden in de hooiberg interessant, maar dient ook de hooiberg geïdentificeerd en geanalyseerd te worden. Hieraan kunnen de specialistische kennis, informatie en vaardigheden van 1 CMI
1 CMI CDO
IPE, terrein wordt gesplitst in fysieke en menselijke (human)terrein. Waarbij het human terrein gedeelte wordt beschreven aan de hand van de PMESII factoren. Om het ‘human terrain’ te beschrijven gebruikt 1 CMI Cdo PMESII over ASCOPE : Area, Structure, Capabilities, Organizations, People en Events. Cdo een belangrijke bijdrage leveren, die complementair is aan de inspanningen van de MIVD en het JISTARC.
De schaapskudde De complementaire bijdrage die 1 CMI Cdo kan leveren aan de activiteiten van de MIVD en het JISTARC verduidelijken we met het voorbeeld van een ‘schaapskudde’. Net als schapen leven mensen ook in groepen. Om het gedrag van de mens te analyseren en zijn/haar gedragspatronen te voorspellen, is kennis nodig van de groep waarin het individu actief is. Het Cdo richt zich niet op het ‘enkele schaap’ maar op de gehele ‘kudde’. Het Cdo kiest daarbij voor een sociologische benadering. Dat wil zeggen dat het Cdo groepsdynamica bestudeert, zoals de gedragingen van een volk of een stam. Het Cdo beschikt over de specialistische kennis en de middelen om een groep mensen te analyseren en hun gedrag te voorspellen. De MIVD en het JISTARC concentreren zich volgens ons wel op het enkele schaap (lees: het individu). Beide organisaties zijn met al hun specialistische middelen op zoek naar de ‘wolf in schaapskleren’ (lees: de dreiging van een individu) die zich in de schaapskudde schuilhoudt. Nadat ze de wolf in schaapskleren hebben gevonden, willen ze graag zijn gedrag (lees: de dreiging) voorspellen. De MIVD en het JISTARC beschikken over intentie-based sensoren, waarmee ze de attitude en het gedrag van de enkele persoon kunnen bestuderen en beïnvloeden. Samen zorgen de
producten van de MIVD, het JISTARC en 1 CMI Cdo ervoor dat de militaire commandant een compleet beeld krijgt van de invloed die de civiele omgeving in het operatiegebied heeft op zijn opdracht.
Informatievoorziening 1 CMI Cdo beschikt weliswaar niet over een sectie 2 (Inlichtingen en veiligheid) in haar organisatie, maar diverse functionarissen zijn actief met wat binnen het Cdo ‘informatievoorziening’ wordt genoemd. Hun werkzaamheden bestaan vooral uit het beantwoorden van ‘Requests for Information (RFI’s)’ over
(potentiële) buitenlandse missie- en oefengebieden. Daarvoor verzamelen, analyseren en verwerken ze informatie uit open bronnen. Ter ondersteuning van bijvoorbeeld oefening ‘African Winds 2013’ (zie ook VOC Mededelingen 2014 - nummer 1) heeft 1 CMI Cdo een uitgebreide landenstudie verricht. Daarbij werden vijf Afrikaanse landen in kaart gebracht. Verder ontvangt het Cdo regelmatig RFI’s van de Directie Operatiën (DOPS), maar ook van uitgezonden CMI-personeel.
Unieke capaciteiten 1 CMI Cdo kan op diverse manieren bijdragen aan het identificeren en analyseren van civiele omgevings(f)actoren. Om te beginnen is het personeel opgeleid en getraind om met een ‘civiele bril’ de operatieomgeving te beschouwen en te analyseren. Ten tweede beschikken de Functioneel Specialisten van het CDo vanuit hun civiele opleiding en hun werkervaring over specialistische kennis van de civiele aspecten in een bepaald interessegebied. Een voorbeeld is de kennis over telecomnetwerken in Afrikaanse landen. Verder hebben diverse FS’n vanuit hun civiele werkzaamheden wereldwijd rechtstreeks contacten met lokale bewoners of voor hun werk uitgezonden Nederlanders in een inte- ››
De complexe omgeving van het operatiegebied. Informatie van civiele en militaire actoren om een veelomvattend beeld te krijgen van het gebied van belangstelling. Integratie van CMI capaciteit in het verzamelen, analyseren en beoordelen van informatie (MINUSMA missie in Mali - 2014). VOC Mededelingen
19
1 CMI CDO
Samenwerking met Internationale Organisaties: UNHCR
3D-ARTS is een multilayered open-source database systeem ontwikkeld, onderhouden en toegepast door 1 CMI Cdo. 3D-ARTS is ingezet tijdens verschillende missies
Samenwerking Niet-Gouvernementele Organisaties: Artsen zonder Grenzen ressegebied. Met behulp daarvan kan 1 CMI Cdo rechtstreeks informatie verwerven uit conflictgebieden in de gehele wereld. Daarnaast onderhoudt het Cdo directe contacten met talloze IO’s en NGO’s. Deze organisaties zijn vanwege hun wereldwijde activiteiten een belangrijke bron van informatie. Ook treedt het Cdo regelmatig in contact met Nederlandse bedrijven die werkzaam zijn in de gebieden van belangstelling. Het Cdo maakt voor haar producten alleen gebruik van open bronnen en ongerubriceerde informatie. Al haar producten zijn dan ook deelbaar met partijen binnen en buiten de defensieorganisatie, zoals de VN en hulporganisaties. Dit in tegenstelling tot de inlichtingen, de bronnen en de systemen waarmee de MIVD en het JISTARC werken. Een binnen het Cdo ontwikkeld ICT-systeem om informatie te verzamelen, te verwerken en te verspreiden is 3D ARTS. 20
VOC Mededelingen
3D ARTS
Ten slotte
Een belangrijk instrument voor het informatievoorzieningsproces van het Cdo is het operationele informatiesysteem 3D ARTS. Dit op MS Access gebaseerde programma is een database met kwalitatief hoogwaardige informatie uit open bronnen. 3D ARTS is om meerdere redenen van toegevoegde waarde. Het programma slaat alle informatie gestructureerd op, zodat de gebruiker het gemakkelijk kan terugvinden. Voor het zoeken naar informatie in de database beschikt het programma bovendien over diverse zoekfuncties. 3D ARTS is ook vanuit de missiegebieden toegankelijk omdat geautoriseerde gebruikers met een internetverbinding en wachtwoord toegang kunnen krijgen tot de database.
In dit artikel hebben we betoogd dat 1 CMI Cdo vanwege haar unieke informatiepositie een belangrijke rol kan spelen in de voorbereiding en uitvoering van expeditionaire operaties van de Nederlandse krijgsmacht. Die operaties vinden tegenwoordig vooral ‘amongst the people’ plaats. Als gevolg daarvan worden militairen tijdens hun missies geconfronteerd met een complexe operatieomgeving, met daarin talloze civiele omgevings(f) actoren die van invloed zijn op de eigen opdracht. 1 CMI Cdo beschikt over de specialistische kennis, informatie en vaardigheden die kunnen bijdragen aan het identificeren en analyseren van de civiele operatieomgeving: op zoek naar de hooiberg om de speld.
Het snel kunnen delen van informatie met alle militaire en civiele spelers is een duidelijke meerwaarde van 3D ARTS. In tegenstelling tot de veelal gerubriceerde informatie van de MIVD en het JISTARC publiceert het Cdo immers alleen uit open bronnen. Een gebruiker heeft bovendien geen cursus nodig om met 3D ARTS te kunnen werken, omdat het programma eenvoudig in gebruik is.
Daarmee is het Cdo complementair aan de activiteiten van de MIVD en het JISTARC. Samen zorgen ze ervoor dat de militaire commandant een compleet beeld krijgt van de civiele omgeving van zijn gebied van verantwoordelijkheid en belangstelling. ●
VETERANENBELEID
Luitenant-kolonel b.d. Hans Petter, Oud-stafofficier Veteranenzaken van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix opende op 5 november 2013 in Doorn de nieuwbouw van de Stichting de Basis. Het is een prachtig gebouw waarin naast ‘huisbaas’ de Basis ook de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (BNMO), het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), het Veteraneninstituut (Vi) en het Veteranen Platform (VP) hun intrek hebben genomen. Je zou dus kunnen zeggen dat de big five van veteranenland elkaar in Doorn hebben gevonden, al doe je dan natuurlijk wel een andere ‘grote’ tekort, namelijk de Stichting Nederlandse Veteranendag. In ieder geval is door de collocatie een belangrijk deel van dienstverlening, zorg en belangenbehartiging voor veteranen onder één dak terug te vinden.
Inleiding Voor veteranen is de afgelopen twee decennia veel bereikt. Een recent voorbeeld daarvan is de Veteranenwet. Maar wat houdt deze wet in en waarom is de Veteranenwet belangrijk? Wie is anno 2015 eigenlijk veteraan? Welke organisaties zetten zich in voor veteranen en hun relaties? Wat zijn de laatste ontwikkelingen? Mede aan de hand van een ruime terugblik - waarmee ook duidelijk wordt dat de huidige erkenning, waardering, dienstverlening en zorg het resultaat zijn van jarenlange inspanningen - zullen deze en andere
vragen over veteranen en veteranenland in dit artikel worden beantwoord.
Nederlandse veteranen Tot het begin van 2012 was de veteranenstatus voorbehouden aan oudmilitairen die gediend hadden onder oorlogsomstandigheden dan wel deel hadden genomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde (‘vredesmissies’ en crisisbeheersingsoperaties). Een actief dienende militair kon tot in 2012 dus geen veteraan zijn, hoeveel missies er ook op het palmares ston-
den. Dit veranderde met de vaststelling van de Veteranenwet in februari 2012. Het ‘uit dienst zijn’ is geen voorwaarde meer voor toekenning van de veteranenstatus. Hierdoor krijgen militairen al direct na hun eerste uitzending de veteranenstatus toegekend. Het is de bedoeling dat dan ook de daarbij behorende veteranenpas en Draaginsigne Veteraan zo snel mogelijk worden uitgereikt. ‘Veteraan: de militair, de gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel van het Koninklijk Nederlands- ›› VOC Mededelingen
21
VETERANENBELEID Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen.’ (Bron: Veteranenwet) Sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland ruim 650.000 militairen en gemilitariseerde burgers ingezet tijdens militaire missies die recht geven op de veteranenstatus. Van hen zijn er bij het verschijnen van dit artikel nog ongeveer 115.000 (Bron: Veteranennota 2013 2014) in leven, inclusief bijna 30.000 veteranen in werkelijke dienst.
Veteranenwet Met de vaststelling van de Veteranenwet op 11 februari 2012 is de bijzondere positie van veteranen wettelijk vastgelegd. Deze wet regelt de bijzondere zorgplicht van de Nederlandse overheid voor haar veteranen. De wet is tot stand gekomen vanuit een initiatief uit de Tweede Kamer en het wetsvoorstel kreeg bij de behandeling in de Tweede Kamer op 27 oktober 2011 de steun van alle Kamerfracties, uitzonderlijk in de parlementaire geschiedenis. Dankzij deze Veteranenwet is wettelijk geborgd dat alle veteranen de erkenning, waardering en zorg krijgen waarop zij recht hebben. Door de samenwerking met militaire vakbonden, met verschillende veteranenorganisaties, en bovenal door de vele gesprekken van de initiatiefnemers van de wet met veteranen en hun familieleden, heeft de Veteranenwet een breed maatschappelijk draagvlak. De Veteranenwet is een kroon op bijna 25 jaar veteranenbeleid en belangrijk voor de juiste toekomstige implementatie van dat beleid. Het veteranenbeleid wordt door de verankering in wetgeving beter toetsbaar en controleerbaar door de Tweede Kamer. Veteranen en hun relaties krijgen hiermee gegarandeerde rechten op erkenning, waardering en zorg. De uitvoeringsbepalingen van de Veteranenwet zijn vastgelegd in het veteranenbesluit van 19 juni 2014. 22
VOC Mededelingen
Veteranenloket Dankzij de Veteranenwet is niet alleen de veteranendefinitie verruimd. Er is ook een Veteranen Ombudsman bij de Nationale Ombudsman ondergebracht en - wellicht de meest spraakmakende uitkomst - er is ook een Veteranenloket gekomen. Nederlandse veteranen en hun relaties kunnen bij dit belangrijke loket met al hun aan de veteranenstatus gerelateerde vragen, behoeften en problemen terecht. Het Veteranenloket maakt deel uit van het Vi, biedt toegang tot de bestaande zorg- en dienstverlening van het ministerie van Defensie, het LZV, het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en het VP, en maakt deze centraal bereikbaar via één website en één telefoonnummer. Voor acute zorgvragen is het loket dankzij het bedrijfsmaatschappelijk werk van Defensie ook buiten kantooruren bereikbaar. Op 11 juni 2014 opende de minister van Defensie, mevrouw Jeanine Hennis-Plasschaert, het Veteranenloket in Doorn met een ludiek telefoontje vanuit een ouderwetse Britse telefooncel. Elke vorm van hulp, zorg en informatie start door contact op te nemen met het Veteranenloket. Kijk op www.veteranenloket.nl of bel 088 334 00 00 of stuur een e-mail:
[email protected]
Naar een Nederlands veteranenbeleid De zorg voor veteranen is niet altijd zo goed geweest. Na de Tweede Wereldoorlog was er geen sprake van een samenhangend beleid en bestond het ‘veteranenbeleid’ primair uit medische zorg voor gewond geraakte militairen, een regeling van pensioenen voor militaire oorlogsslachtoffers en - vooral voor teruggekeerde Indiëgangers (1948-1951) - enkele voorzieningen op het gebied van wonen, (om)scholing en werk. Voor de rest werd de zorg voor veteranen voornamelijk uit particulier initiatief verleend, zoals door de BNMO, waaruit in 2007 Stichting de Basis is voortgekomen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw leidde het jarenlange gebrek aan nazorg en maatschappelijke waardering ten opzichte van vooral de Indiëveteranen tot de oprichting van diverse belangenorganisaties.
Nederlands Indië
Korea
Nieuw-Guinea De meesten bundelden in 1989 hun krachten in het overkoepelende VP. Juist in de jaren dat de Indiëveteranen zich sterk maakten voor waardering en nazorg, werd duidelijk dat een deel van de militairen en veteranen die aan de vredesmissie in Libanon hadden deelgenomen eveneens nazorg behoefde. Deze parallelle ontwikkelingen droegen ertoe bij dat het thema ‘zorg voor veteranen’ een prominente plek op de overheidsagenda kreeg. Dit resulteerde in de veteranennota Zorg voor veteranen in samenhang van toenmalig minister van Defensie Relus ter Beek en ontstond er vanaf 1990 een samenhangend Nederlands Veteranenbeleid. De nota was gericht op het uitdragen en bevorderen van maatschappelijke waardering voor veteranen en het aan veteranen verstrekken van nazorg en tal van andere aan hun militaire inzet gerelateerde diensten. Het eerste uitvloeisel van die eerste veteranennota was de oprichting van de Stichting Dienstverlening Veteranen (SDV), de voorloper van het huidige Vi. De SDV leverde aan veteranen tal van diensten
VETERANENBELEID en fungeerde bovendien als toegang tot de veteranenzorg die Defensie, de BNMO en civiele zorginstellingen boden. Daarnaast werd de InspecteurGeneraal der Krijgsmacht (IGK) in 1991 door de minister van Defensie tevens aangesteld als Inspecteur der Veteranen (IDV). Tot zijn taken behoorde o.m. het bijwonen en uitvoeren van ceremoniële activiteiten en het als speciale vertegenwoordiger van de minister van Defensie, zich richten op met name (na) zorg en maatschappelijke erkenning van en waardering voor veteranen, hun thuisfront en nabestaanden. Concreet betekent dat als er problemen zijn waardoor het welzijn of de rechtspositie van een (ex-) medewerker van Defensie in het geding raakt, dan kan hij of zij, maar ook zijn of haar thuisfront, met de IGK contact opnemen. Daar wordt naar het verhaal geluisterd en zo nodig geprobeerd conflictpartijen tot elkaar te brengen om zo tot een oplossing te komen. De IGK wordt in zijn werk bijgestaan door een staf van officieren, afkomstig van alle krijgsmachtdelen. Uit onderzoek naar gezondheidsklachten en zorgbehoefte onder vredesmissieveteranen bleek in de jaren negentig van de vorige eeuw dat de partijen die betrokken waren bij veteranenbeleid, intensiever moesten samenwerken. Maar ook het verzamelen, bundelen en verspreiden van kennis over de gevolgen van deelname aan oorlogen en vredesmissies en daaruit voortvloeiende behoeften verdienden meer aandacht. Daartoe werd in 2000 het Vi in Doorn opgericht. Met het Vi als hoofduitvoerder van het veteranenbeleid, toegangspoort tot veteranenzorg en centrum voor het verzamelen en verspreiden van kennis kreeg het veteranenbeleid vanaf 2003 verder gestalte. Een andere belangrijke stap voorwaarts op het gebied van maatschappelijke waardering was het instellen van de Nederlandse Veteranendag. Sinds 2005 heeft dit grootschalige publieke eerbetoon, dat jaarlijks op de laatste zaterdag van juni in Den Haag plaatsvindt, zich een niet meer weg te denken plek in ‘veteranenland’ verworven. Het succes van deze dag was bovendien voor steeds meer gemeenten aanleiding om
zelf of in samenwerking met andere gemeenten jaarlijks een eigen lokale of regionale veteranendag te organiseren. Ook op het gebied van veteranenzorg stonden de ontwikkelingen sinds 2003 niet stil. De aansluiting tussen zorg aan militairen met uitzendervaring en postactieve veteranen kreeg nadrukkelijker gestalte. Voor een betere samenwerking tussen militaire en de diverse civiele zorginstellingen werd in 2007 het LZV opgericht met het toenmalige
Libanon (UNIFIL)
Midden Oosten (UNTSO)
Opening van het Veteranenloket
uiten van waardering in de praktijk worden gebracht. Bij zowel politiek, media als de wetenschap is de belangstelling voor veteranen groot. Dat is een positieve ontwikkeling die de beeldvorming over veteranen in de samenleving sterk heeft verbeterd. Nederlanders hebben een positief beeld van veteranen en associëren hen met kenmerken als plichtsgetrouw, behulpzaam, moedig, dapper en trots, zo blijkt uit recent publieke opinieonderzoek van het Vi.
Doornse Big Five nader belicht Veteraneninstituut
Bosnië (ECCM, IFOR, OSCE) Centraal Aanmeldpunt van het Vi als voordeur. Vanaf dat jaar startte de Raad voor civiel militaire Zorg en Onderzoek (RZO) met het bewaken van de kwaliteit van veteranenzorg, het stimuleren van de samenwerking tussen zorgpartners en met het adviseren over onderzoek naar uitzend gerelateerde aandoeningen. Tot slot mag ook het opzetten en optimaliseren van het Veteranen Registratie Systeem (VRS) door het ministerie van Defensie niet onvermeld blijven. Met het VRS is niet alleen de veteranenpopulatie beter in beeld, maar kan ook een pro-actievere benadering van veteranen op het gebied van voorlichting, onderzoek en het
Het Vi is uitvoerder van het Nederlandse veteranenbeleid. Het Vi speelt een belangrijke rol in het uitdragen en stimuleren van waardering voor veteranen. Ook verwerft en verspreidt het Vi kennis over diverse veteranenthema’s. Belangrijke diensten voor veteranen zijn de veteranenpas (en de daarbij behorende voordelen), het Draaginsigne Veteranen en het veteranentijdschrift Checkpoint. Daarnaast heeft het Vi een interviewcollectie met meer dan 1.000 interviews met veteranen. Via het Vi kunnen scholen een gastles van het educatieve programma Veteraan in de klas aanvragen. Onderdeel van het Vi is het Veteranenloket: dé plek waar veteranen, oorlogs- en dienstslachtoffers en relaties terecht kunnen met al hun aan de inzet gerelateerde (zorg)vragen.
Veteranen Platform Het VP kwam in 1989 tot stand als een overkoepeling van tien veteranenorganisaties. Belangrijkste doelstelling was het gezamenlijk behartigen van de belangen van Nederlandse veteranen in het overleg met Defensie. Aan deze ›› VOC Mededelingen
23
VETERANENBELEID van is te komen tot een landelijk dekkend systeem van nuldelijnsondersteuning met veteranenhelpers die in Doorn door de Basis zijn opgeleid om veteranen te ondersteunen en wanneer nodig door te geleiden naar professionele zorgverleners.
Irak
Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers
Afghanistan
Zuid-Soedan
doelstelling is nog niets gewijzigd. De kernwoorden ‘erkenning, waardering en zorg voor veteranen’ zijn nog steeds actueel. Steeds meer veteranenverbanden en vakbonden sluiten zich aan bij het VP, inmiddels al meer dan 45. Samen vertegenwoordigen zij meer dan 70.000 individuele veteranen. Het VP streeft in samenspraak met het ministerie van Defensie, naar een adequaat en consistent veteranenbeleid. Het gezamenlijk optreden van steeds meer veteranenorganisaties binnen de koepel van het VP is in de loop der jaren erg succesvol gebleken. Het VP wordt algemeen erkend als belangrijk aanspreekpunt inzake veteranenzaken voor overheid en politiek. Velen halen het VP en het Vi nog wel eens door elkaar. Het verschil laat zich eenvoudig uitleggen. Het VP is vooral een belangenbehartiger en het Vi is vooral een uitvoerende organisatie. Het Vi is een instituut voor dienstverlening aan, (na) zorg voor veteranen en kennis over veteranen en daarmee de belangrijkste uitvoerder van het veteranenbeleid zoals dat door het ministerie van Defensie in nauw overleg met onder meer het VP tot stand is gebracht. Het VP heeft recentelijk het initiatief genomen om de nuldelijnsondersteuning uit te bouwen en de samenwerking op dit gebied te versterken. Het doel hier24
VOC Mededelingen
De BNMO, opgericht in 1945 en zonder meer de grondlegger van de huidige veteranenzorg, is de onafhankelijke belangenorganisatie voor beschadigde (ex-)militairen en hun gezinnen. De vereniging geeft juridische bijstand, is gesprekspartner van onder meer het ministerie van Defensie, organiseert regionale activiteiten, brengt het magazine De Kareoler uit en verzorgt in samenwerking met Stichting de Basis tal van ondersteunende activiteiten.
De Basis De Basis heeft in 2007 de dienstverlening aan veteranen en dienstslachtoffers van de BNMO overgenomen, en die verder geprofessionaliseerd en verbreed. (Oud)medewerkers van ambulance, brandweer, defensie, openbaar vervoer en politie en hun directe relaties kunnen er terecht voor laagdrempelige steun en psychosociale hulp- en dienstverlening. Vanuit het nieuwe trainings- en nazorgcentrum werkt de Basis samen met verschillende organisaties in Doorn en beschikt het over een landelijk netwerk van gespecialiseerd maatschappelijk werkers en trainers. De maatschappelijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in het duurzaam omgaan met mensen en middelen. De Basis kan hulpvragenden ondersteunen, en waar nodig in contact brengen met diensten van andere, gespecialiseerde instellingen. Voor de behandeling van PTSS bijvoorbeeld, verslavingszorg en bemiddeling bij schulden. Daarvoor onderhoudt de Basis onder meer contacten met verschillende zorginstellingen van het LZV.
Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen Het LZV biedt zorg voor veteranen, partners en gezinnen. Twaalf kwalitatief hoogwaardige zorginstellingen, waaronder drie van Defensie, werken samen onder de noemer van het LZV
voor veteranen. Door deze nieuwe, centraal gecoördineerde opzet, staan de veteraan en zijn directe verwanten direct in middelpunt, zoals het ook hoort. Waarom is zo’n zorgsysteem nodig? Veteranen zijn mensen met een ‘ongewoon verleden in een gewone omgeving’. Het merendeel van de veteranen ziet met trots terug op hun inzet bij militaire operaties en uitzendingen, maar desondanks kunnen in de periode na dienstverlating toch psychische en/ of lichamelijke klachten optreden. De diensten van het LZV liggen op het vlak van intake en maatschappelijk werk, laagdrempelige ondersteuning, en meer gespecialiseerde hulpverlening lopend van enkelvoudige behandelingen tot topklinische zorg. Het LZV levert maatwerk vanuit een herkenbare en geborgde kwaliteit, gebaseerd op actueel wetenschappelijk onderzoek, in principe zo dicht mogelijk bij huis.
Veteranendag 2014 - Koninklijke waardering voor onze veteranen
Slotwoord In Nederland is heel lang weinig aandacht voor veteranen geweest. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is dat stap voor stap veranderd. Wat zich inmiddels heeft ontwikkeld voor veteranen, partners, familie en nabestaanden op het gebied van erkenning, waardering, dienstverlening en zorg is goed. Het Nederlandse veteranenbeleid kan de vergelijking met veteranenbeleid in andere westerse landen zonder probleem doorstaan, hoewel dat misschien nog niet door iedere veteraan ook zo wordt ervaren. ●
NATIONAAL MILITAIR MUSEUM Het nevelen van het Nationaal Militair Museum. Het museumpark omringt het museum met heide, bos, en militair erfgoed.
Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis Na een periode van vier jaar plannen, selecteren, ontwerpen en bouwen en een investering van bijna 100 miljoen euro, was het eindelijk zover. Op donderdag 11 december 2014 opende Z.M. koning Willem Alexander het nieuwe Nationaal Militair Museum (NMM) te Soesterberg. Nederland is een indrukwekkend museum rijker dat zich kan meten met elke toonaangevende militaire collectie ter wereld. Met 35.000 m2 is het uiterst modern vormgegeven NMM een museum van wereldformaat.
Bewogen militaire geschiedenis Het Nationaal Militair Museum is een onderdeel van de Stichting Defensie Musea. Van deze organisatie maken tevens deel uit het Marinemuseum in Den Helder, het Mariniersmuseum in Rotterdam en het Marechausseemuseum in Buren. In het NMM zijn de collecties van het oude Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg en het Delftse Legermuseum samengevoegd. Het museum staat op historische grond. Op de plek waar in Soester-
berg in 1913 de Luchtvaartafdeling van de Koninklijke Landmacht werd opgericht, staat nu een indrukwekkend gebouw met een spectaculair dak van 110 x 250 meter en 13 meter hoge glazen buitenwanden. Het geeft de bezoeker een gevoel van ruimte en biedt zicht op de grote collectiestukken die buiten staan opgesteld. Het museum, de ateliers en het depot beslaan een totale oppervlakte van 35.000 m2. Het NMM is daarmee een van de grootste musea van Nederland.
Het museum neemt de bezoekers mee in de wereld van de krijgsmacht en vertelt persoonlijke en aangrijpende verhalen van militairen en veteranen uit verschillende perioden. In zes themaruimten wordt duidelijk hoe de krijgsmacht is verweven in de wereld om ons heen. Het Arsenaal vormt het centrum van het museum in het zeer moderne en transparante pand dat uitzicht geeft over Park Vliegbasis Soesterberg. Hier zijn alle topstukken uit de Nederlandse militaire krijgsgeschie- ›› VOC Mededelingen
25
NATIONAAL MILITAIR MUSEUM
De Schatkamer: een indrukwekkende museumzaal en een vergaderruimte met allure denis verzameld in een spectaculair overzicht. Vanaf de Bataafse ruiterij tot en met de Leopard-2A6 tank. Bezoekers kunnen hier dwalen tussen tanks, pantservoertuigen, artilleriestukken, gevechtsvliegtuigen en helikopters. In een heuse Schatkamer hangen prachtige schilderijen, sabels, zwaarden, maliënkolders, schilden, geweren en pistolen uit vervlogen tijden. Het NMM toont niet alleen de bewogen geschiedenis van ons land, maar laat bezoekers vooral ook zelf de krijgsmacht ervaren. X-plore is het deel van het museum waar de jeugd door middel van interactieve belevenissen en diverse workshops kan ervaren ‘hoe het werkt’ bij de Nederlandse strijdkrachten. Zo leren ze zelf buskruit te maken, vanuit een geschutskoepel virtueel vijandelijke tanks uit te schakelen, zelf een tank te besturen of kunnen ze plaatsnemen in een F16-simulator.
Museaal concept In het enorme museum met een totaal tentoonstellingsoppervlak van 20.000 m2 is een museaal concept ontwikkeld dat voorziet in twee typen tentoonstellingsomgevingen. Een groot ‘daglichtmuseum’ op de begane grond, waar de nadruk ligt op de omvangrijke collectie voertuigen en vliegtuigen van het NMM. En een ‘black box’ op de eerste verdieping, een thematisch museum zonder daglicht, waarin de verhalen 26
VOC Mededelingen
dere spannende themaruimten gecreëerd. Hier worden verhalen verteld over het belang van het water bij de verdediging van ons grondgebied, over forten en vestingsteden, over heden, verleden en toekomst van de krijgsmacht en de positie van de krijgsmacht in de Nederlandse samenleving. Inbegrepen controverses als dienstweigering tijdens de jaren van de militaire dienstplicht en de demonstraties rond de plaatsing van kruisraketten op ons grondgebied tijdens de Koude Oorlog. Maar vooral de vele persoonlijke verhalen en de dilemma’s waarvoor militairen kunnen worden gesteld, worden hier op een bijzondere manier zichtbaar gemaakt. In de museale presentatie zijn bijna drieduizend objecten verwerkt, met een enorme variatie in afmeting,
Het daglichtmuseum toont voertuigen en vliegtuigen
centraal staan. Het daglichtmuseum, ook wel het Arsenaal genoemd, biedt een chronologisch overzicht van circa duizend jaar militaire techniek. Naast de dertien meter hoge tentoonstellingsruimte, waar de grote collectiestukken als tanks en gevechtsvliegtuigen zijn opgesteld, zijn ook lagere ruimtes ingericht als natuurlijke omgeving voor kleinere objecten als handvuurwapens, verbindingsmiddelen, vliegtuigmotoren en uniformen. In de ‘black box’ zijn, met een mix van media en overdrachtsmiddelen als maquettes, panoramische films, animaties, dynamisch geluid en theatrale verlichting, meer-
materiaal en kunsthistorische waarde. Een van de uitdagingen was om de omvangrijke collectie op een dynamische manier te presenteren. Naast het gebruik van diverse media, waaronder zelfs een IMAX theater, heeft het ontwerpbureau om de objecten ‘tot leven te wekken’ o.a. aan de zuidwestkant van een gebouw de zogenaamde ‘Dogfight’ gecreëerd: een opstelling van vijf, elkaar achtervolgende straaljagers die samen een kurkentrekkerbeweging door de lucht maken. Deze unieke opstelling zorgt voor een sterke ruimtelijke verbinding tussen de objecten en de galerij, waarbij de ordening van
NATIONAAL MILITAIR MUSEUM prijs vastgesteld, waarbij de aanbieders geen extra punten konden binnen halen door voor een lagere prijs in te schrijven. Defensie heeft hierbij als klant geen oplossingen voorgeschreven, maar alleen diverse functie-eisen gesteld. De opdracht werd aan de firma Heijmans gegund op basis van WMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving): de meeste waar voor je geld. Het bood maximale ruimte voor creatieve oplossingen vanuit de markt. Het plan van Heijmans omvatte een volledig ingericht museum en landschapspark dat 25 jaar lang door Heijmans wordt onderhouden en voorzien van diensten als catering, beveiliging
Het Arsenaal
In de museale presentatie zijn bijna drieduizend objecten verwerkt, met een enorme variatie in afmeting, materiaal en kunsthistorische waarde.
Eén van de themaruimten
individuele objecten tot een dynamisch geheel is geworden. Om de immense collectie verder begrijpelijk te rangschikken, hanteert het NMM het grove maar effectieve model van de militair historicus Martin van Creveld: het tijdperk van de spierkracht, daarna het buskruit, de machines en ten slotte het tijdperk van de automatisering.
Uniek project De firma Heijmans heeft in opdracht van het Ministerie van Defensie het nieuwe NMM gerealiseerd. Een uniek project, want de opdracht omvatte niet alleen de bouw maar ook het ontwerp, het onderhoud, de financiering en het facilitair beheer van het museum en het museumkwartier op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Een zogenaamde DBFMO (Design, Build, Finance,
en schoonmaak. Heijmans wordt bij deze samenwerking als dienstverlener afgerekend. Tijdens de exploitatieperiode wordt maandelijks een bepaalde vergoeding ontvangen. Wordt er niet aan de specifieke prestatie-eisen voldaan, wordt de firma Heijmans gekort op deze vergoeding. Heijmans is niet verantwoordelijk voor de programmering, marketing en sales (aantal en prijs van de entreebewijzen), collectiebeheer en de personele bezetting van het museum (zowel de vaste museummedewerkers als de vrijwilligers). Dit is en blijft de kerntaak van de Stichting Defensie Musea. Het museum richt zich op 200.000 bezoekers per jaar.
Maintain & Operate) overeenkomst in de vorm van een PPS (Publiek Private Samenwerking) met een duur van 25 jaar. Heijmans heeft voor deze PPSopdracht diverse disciplines samengebracht. Er zijn ook expertisegebieden van buiten Heijmans aangehaakt: van de museale inrichting tot en met de catering. Tot dit consortium behoren o.a. de architecten Felix Claus en Dick van Wageningen, H+N+S landschapsarchitecten, Kossmann.dejong voor de museale vormgeving, Bruns voor de inrichting, Mijksenaar voor de bewijzering, Oostingh Staalbouw voor de constructie van het gebouw en Oskomera voor de opvallende gevelconstructie. Horecapartner Vermaat verzorgt de catering.
Museumpark
Er is ruim een jaar aan het plan voor het NMM gewerkt. Uitdaging was om de complexe vraag van de klant samen te brengen in een integraal plan. Defensie heeft de ingediende plannen beoordeeld op gebied van architectuur, landschappelijke inpassing en museale inrichting. Bijzonder was dat er alleen op kwaliteit kon worden gescoord en niet op de prijs. Er was een plafond-
Park Soesterberg is van oudsher een zeer belangrijke plek voor de Nederlandse militaire luchtvaart. Het park biedt de bezoekers een bijzondere natuur met zichtbare herinneringen uit ons militaire verleden. Centraal ligt de voormalige landingsbaan, die nog regelmatig wordt gebruikt door een lokale zweefvliegclub. In het park staat ook het volledig gerenoveerde ‘Gebouw 45’ uit 1910, ›› VOC Mededelingen
27
NATIONAAL MILITAIR MUSEUM het oudste luchtvaartgebouw van Nederland. Met een wandeling langs een ondergrondse atoomschuilkelder, munitiedepots, een commandobunker en een shelter waarin jachtvliegtuigen werden geparkeerd, gaan de bezoekers terug in de tijd. In het natuurgebied rondom het museum bevindt ook een stiltetuin met het herdenkingsplein en het monument voor de Koninklijke Luchtmacht. De vestiging van het NMM op de voormalige luchtmachtbasis is aangegrepen om het landschap een voorname rol te laten spelen. De ambitie was om de historische omgeving en de natuurlijke omgeving zo te ordenen, dat ze de beleving van museumbezoekers versterken. Het betekende een flinke transformatie van het 45 hectare grote museumterrein, de gebouwen, de verhardingen, het reliëf en de vegetatie. Het samenbrengen van cultureel erfgoed, recreatie en natuurontwikkeling was een uitdagende taak, waarvoor een zoneringsplan is verwerkt in het ontwerp van het museumpark. Door toepassing van schanskorven een van origine militair element - om terrassen in het terrein te creëren, het openen van bomkraters uit de Tweede Wereldoorlog voor de aanleg van wadi’s en vennen, en de restauratie van typerende gebouwen, maakt men het verleden weer zichtbaar. Het NMM wordt omringd door heide en bos, wat er voor zorgt dat het landschap in elke richting een levend decor vormt voor de collectie. Het museumkwartier is overdag toegankelijk voor het publiek. Het is onderverdeeld in drie terrassen, elk met een dominant thema. Boven op een heuvel bevindt zich het natuurdeel met een nieuw ontwikkelde heidevallei. Op het middenterras waar de bezoeker aankomt, is de geschiedenis van Soesterberg als bakermat van de luchtvaart het meest zichtbaar. Op het laagste terras, bij de start- en landingsbanen, bevindt zich het museumcomplex met aan de westzijde een arena voor 3000 toeschouwers (nog onder constructie tot 2016) voor demonstraties met voertuigen e.d. Zichtlijnen voorzien in een heldere oriëntatie, en afwisselend open en besloten paden met duidelijke informatieborden verwijzen naar de militaire ervaring van het landschap. 28
VOC Mededelingen
De laatste aanwinst van het museum. Een Mercedes Benz jeep van het Korps Commandotroepen uit Uruzgan. Met het zand van de woestijn en de .50 hulzen nog achter in de bak rolde het voertuig uit de container. De jeep staat in de oorspronkelijke toestand opgesteld. Frontgevel met Leopard-1V tank
De zwarte bladzijden uit de Nederlandse militaire geschiedenis worden niet uit de weg gegaan. Vanaf de 33 m hoge uitkijktoren in het museumgebouw heeft de bezoeker een prachtig uitzicht op de omgeving van Soesterberg en Utrechtse Heuvelrug.
Ten slotte De veelzijdige en gelikte presentaties in het museum vormen zeker geen lofzang op oorlogvoering en het toepassen van geweld. De zwarte bladzijden uit de Nederlandse militaire geschiedenis worden niet uit de weg gegaan en ook zijn de geluiden te horen en de posters te zien van de overtuigde tegenstanders van het militaire bedrijf. Wel maakt het prachtig vormgegeven
NMM duidelijk dat vrede een groot goed is en dat veiligheid absoluut niet vanzelfsprekend is. Het laat ook de waardevolle rol zien die de krijgsmacht speelt in de maatschappij. Het NMM wil een brug bouwen tussen de krijgsmacht van toen en nu, en de hedendaagse samenleving en toont zondermeer aan dat een moderne en effectieve krijgsmacht een bittere noodzaak blijft in deze onrustige wereld. Het NMM is een unieke aanwinst voor Nederland en uw (regelmatige) bezoek meer dan waard. ●
TANKONTWIKKELINGEN
Ritmeester Michael de Pauw Gerlings Het Chinese volksbevrijdingsleger heeft in de laatste twintig jaar diepgaande veranderingen ondergaan om te voldoen aan de nieuwe ambities van het land. Het Chinese leger moet niet enkel meer in staat zijn om het nationale grondgebied te verdedigen, maar ook de belangen van het land buiten haar grenzen. Haar omvang is sterk verminderd, waarbij tegelijkertijd sterk geïnvesteerd is in de kwaliteit van het personeel en in verregaande modernisering van het materieel. De prioriteit bij deze veranderingen ligt duidelijk bij de luchtmacht en de marine. Dat wil niet zeggen dat de landmacht stilstaat. Ook dit krijgsmachtdeel kent veel veranderingen. Aan het einde van de jaren tachtig bestond de Chinese landmacht hoofdzakelijk uit een groot aantal infanterie eenheden. 118 infanteriedivisies bestemd om massaal ingezet te kunnen worden ter verdediging van het nationaal grondgebied in het kader van een grootschalig conflict. Deze infanteriedivisies bestonden onder andere uit een aantal tankeenheden, welke als hoofdtaak het onder-
steunen van de infanterie hadden. Naast deze infanteriedivisies beschikte China ook over 13 tankdivisies. Het optreden van deze divisies was meer gebaseerd op de massale inzet van tanks dan op die van de verbonden wapens. Ze beschikten daarom maar over een kleine hoeveelheid pantserinfanterie eenheden. De Chinese tanks waren vaak van een relatief verouderde technologie en hun ontwerp was sterk geïnspireerd door dat van de Russische tanks. De Chinese landmacht is inmiddels overgegaan naar een moderne organisatie die in
staat moet zijn om binnen korte tijd een grote verscheidenheid aan operaties te kunnen uitvoeren in verschillende soorten omgevingen zowel op het nationaal grondgebied als daarbuiten. Deze taak berust voornamelijk bij de zogenaamde mobiele eenheden van de Chinese landmacht. Elke divisie of brigade van deze mobiele eenheden heeft een specialisatie: gemechaniseerd, licht gemechaniseerd, gemotoriseerd, optreden in bergachtig terrein of amfibisch. Naast deze mobiele eenheden bestaat het Chinese leger ook uit regionale troepen. Deze regionale troepen ›› VOC Mededelingen
29
TANKONTWIKKELINGEN
Type 96 A/G
hebben als taak het Chinese nationale grondgebied te verdedigen en het ondersteunen van de binnenlandse veiligheidsdiensten. De modernisering van de landmacht concentreert zich dan ook voornamelijk op de mobiele eenheden.
Tankbestand Het moderniseringsproces van het Chinees leger raakt natuurlijk ook haar tankbestand. Het aantal tanks is in de afgelopen jaren drastisch verminderd. De oudere generatie tanks, zoals de Type 59, 79 en 88 worden langzaam uitgefaseerd en vervangen door de modernere Type 96 A/G en bij de elite eenheden door de meer geavanceerde Type 99. De Type 96 A/G is de laatste versie van de Type 96 en is voor de eerste keer aan de pers vertoond in 2006. De Type 96 is een derde generatie tank van 40 ton met drie bemanningsleden en bewapend met een 125 mm L48 schietbuis met automatisch laadsysteem, een coax- en een torendakmitrailleur. De bepantsering van de Type 96 A/G is verbeterd door het plaatsen van aanvullende pantsermodules aan de voorzijde van de toren en snel vervangbare Explosive Reactive Armor (ERA) pakketten aan de voorzijde van het onderstel en aan de zijkanten van de toren. Volgens het Chinese bedrijf NORINCO bieden deze ERA pakketten dezelfde beschermingswaarde als de Russische Kontact 5 pakketten, oftewel een zeer goede bescherming tegen de meeste HEAT en KE tankmunitie. Deze nieuwe Type 96 beschikt tevens over een warmtebeeld kijker voor de schutter en een verbeterd vuurleidingssysteem. Deze maakt gebruik van de technologie die is ontwikkeld voor het vuurleidingssysteem van de Type 99. 30
VOC Mededelingen
TANKONTWIKKELINGEN
Type 99 De Type 99 is een derde generatie tank, ontwikkeld op basis van de Type 98G, de laatste versie van de Type 98. De eerste versie van de Type 99 is in 1999 aan het publiek getoond. Sindsdien heeft de tank meerdere moderniseringsprogramma’s ondergaan die tot verschillende versies van de tank hebben geleid, zoals de Type 99G, A1 en A2. De type 99A1 is momenteel waarschijnlijk de meest gebruikte versie binnen de Chinese landmacht. De tank is bewapend met een volledige gestabiliseerde 125 mm L50 schietbuis met automatisch laadsysteem. De tank kan verschillende munitiesoorten afvuren (HEAT, AFPDS en HE FRAG) met een snelheid van 8 schoten per minuut. Het voertuig beschikt over 63 patronen waarvan 22 in het laadsysteem. Zoals de moderne Russische tanks, kan ook de Type 99A1 de geleide anti-tank raket AT-11 Sniper afvuren die een bereik heeft van 4000m. Deze Russische raket wordt, onder licentie, in China geproduceerd. De overige bewapening bestaat uit een coaxiale mitrailleur van
7,62mm en een torendakmitrailleur van 12,7mm. De bepantsering heeft veel gelijkenissen met die van de Type 96A/G. Het beschikt over extra composietpantsermodules aan de voorzijde van de toren, ERA pakketten aan de voorzijde van het onderstel en aan beide zijden van de toren. De bescherming bestaat ook uit een laser warning system / laser jammer. Het systeem waarschuwt de bemanning wanneer de tank door een laser wordt aangestraald om vervolgens de toren automatisch in de richting van de dreiging te draaien. Het systeem stuurt aansluitend een relatief zwakke laserstraal om de locatie van het vijandelijk wapensysteem
vast te stellen en tenslotte neutraliseert het de optische middelen van het doel door het zenden van een zeer sterke laserstraal. De tank kan ook uitgerust worden met een systeem dat ontwikkeld is om infrarood signalen te storen. Deze heeft veel gelijkenis met het soortgelijke Russische systeem Shtora. De drie bemanningsleden beschikken over een modern vuurleidingssysteem, gekoppeld aan een windsensor. De tankcommandant heeft een periscoop met warmtebeeldcamera, waardoor de tank over een ‘killer-hunter’ capaciteit beschikt. De richtmiddelen van de schutter beschikken over een dag- ››
Type 99A1
VOC Mededelingen
31
TANKONTWIKKELINGEN Type 99A2
systeem is ook verbeterd en uitgerust met sensoren die de slijtage van de schietbuis meten. De overige bekende aanpassingen zijn: een nieuwe periscoop voor de tankcommandant, nieuwe generatie warmtebeeldcamera’s en een Battlefield Management System terminal. Het Chinese leger heeft in 2012 de eerste Type 99A2 in ontvangst genomen en zij beschikt momenteel, naar schatting, over ongeveer 30 tanks van dit type.
MBT 3000
en nacht kanaal (warmtebeeld) en de capaciteit om automatisch doelen te volgen. De 57 ton wegende tank wordt aangedreven door een krachtbron van 1500pk, waarmee een snelheid van 80km/u kan worden bereikt over een verharde ondergrond. Deze krachtbron is ontwikkeld door de Duitse firma MTU en gefabriceerd in China. Naast de traditionele radioapparatuur beschikt de Type 99A1 ook over een laser communicatie systeem. Zo lang men zich in zichtcontact bevindt, kunnen de tankbemanningen hiermee data (geluid, tekst) verzenden en ontvangen. Het systeem kan tevens gebruikt worden als een soort identificatiesysteem vriend vijand. Naar schatting beschikt het Chinese leger momenteel over nagenoeg 700 tanks Type 99 in verschillende versies. Ze zijn voornamelijk te vinden bij de eenheden gestationeerd in de omgeving van Beijing en aan de grens met Noord-Korea.
Type 99A2 De Type 99A2 is de laatste versie van de Type 99. Gezien de aard en de omvang van de aanpassingen, is het redelijker om het te zien als een compleet nieuwe tank. Dankzij het transversaal plaatsen van een nieuwe type krachtbron is het mogelijk gemaakt om deze tank te voorzien van een korter onderstel. Dit onderstel biedt ook betere bescherming tegen IED’s en anti-tank mijnen. De bescherming is tevens verbeterd door het plaatsen van een nieuwe versie ERA pakketten en het vervangen van de laser warning system door een Active Protection System met een millimeter band radar. Over deze APS is momenteel zeer weinig bekend. De Type 99A2 heeft ook een langere schietbuis gekregen (L 5). Het vuurleidings-
Het Chinese bedrijf NORINCO is in 2012 begonnen met de ontwikkeling van een exportversie van de Type 99, onder de naam MBT 3000. De MBT 3000 is een aangepaste versie van de Type 99G. De tank is bestemd om ontwikkelingslanden de mogelijkheid te bieden om moderne tanks aan te kunnen schaffen tegen relatief lage kosten. De tank beschikt over dezelfde bewapening, met een modern digitaal vuurleidingssysteem en de laatste generatie warmtebeeldcamera’s. In tegenstelling tot de Type 99G, beschikt de MBT 3000 over een Remote Control Weapon Systeem. Deze RCWS wordt bediend door de tankcommandant en is uitgerust met een 12,7 mitrailleur. De tank wordt aangedreven door een motor van 1300PK en beschikt over airconditioning en, volgens bepaalde bronnen, over een actief beschermingssysteem GL 5. NORINCO heeft de eigenschappen van het actieve beschermingssysteem nog niet bekend gemaakt. De ontwikkeling van de tank zal mogelijk in 2016 afgerond zijn.
ZTD05 China is sinds 20 jaar bezig zijn amfibische capaciteiten te vergroten. In 1980 beschikte China over een korps mariniers bestaande uit maar één brigade. Dit aantal is ondertussen naar 3 brigades gebracht. Om de amfibische capaciteit sneller te vergroten zijn twee divisies van de landmacht omgezet naar amfibische gemechaniseerde divisies. Elke amfibische gemechaniseerde divisie en mariniersbrigade beschikt over een tankregiment. Deze regimenten waren oorspronkelijk allemaal uitgerust met de amfibische lichte tank Type 63A, een Chinese versie van de Russische PT76. Vanaf 2006 is de invoer begonnen van een nieuwe amfibische lichte tank, de ZTD05. Deze tank behoort tot een familie amfibische pantservoertuigen die speciaal ontwikkeld is voor de Chinese amfibische eenheden. Deze familie voertuigen bestaat, naast de ZTD05
MBT 3000
Schuttersplaats MBT 3000
32
VOC Mededelingen
TANKONTWIKKELINGEN ZTD05
lichte tank, uit een pantserinfanteriegevechtsvoertuig, een 122mm houwitser, een genie- en een commandopost uitvoering. De ZTD05 is uitgerust met een gestabiliseerd 105mm kanon, een 12,7mm torendakmitrailleur en een 7,62mm coaxiale mitrailleur. Het kanon kan verschillende soorten munitie afvuren waaronder een geleide anti-tank raket. Deze laatste is afgeleid van de Russische 9M117 Bastion raket. De deining van de zee maakt, ondanks de stabilisatie, een nauwkeurig gebruik van het kanon vaak zeer lastig. De geleide raket biedt de mogelijkheid om toch effectief doelen te bestrijden vanuit zee tot een afstand van 5000m. De ZTD05 beschikt over zeer goede amfibische eigenschappen. De tank kan een snelheid bereiken van 45 km/uur op het water door middel van 2 waterjets en kan tot 10km vanaf de kust de zee in worden gelaten. Hierdoor lopen de marineschepen minder risico’s tijdens een
Type 99A2 lichte tank
ZTL 09
amfibische operatie. Gezien de aard van het voertuig is de bepantsering beperkt en biedt het de 4 bemanningsleden slechts bescherming tegen klein kaliber munitie en artilleriescherven. Een exportversie van deze tank is ondertussen beschikbaar en gaat mogelijk
binnenkort aangeschaft worden door Venezuela. China beschik momenteel over ruim 350 ZTD05 en nog over 350 Type 63A.
Type 99A2 lichte tank In het begin van de jaren ‘60 nam het Chinese leger de tank Type 62 in gebruik. Deze lichte tank was bedoeld om gebruikt te worden in bepaalde delen van China, die moeilijke begaanbaar zijn voor zware tanks, zoals de bergachtige gebieden in het westen van het land. De Chinese industrie is enkele jaren geleden begonnen met de ontwikkeling van een nieuwe lichte tank. Deze tank draagt dezelfde naam als de laatste MBT oftewel Type 99A2. De Type 99A2 lichte tank weegt nagenoeg 30 ton en is uitgerust met een 105mm kanon. Naast een scala aan conventionele munitie kan de tank, door middel van het kanon, moge- ›› VOC Mededelingen
33
TANKONTWIKKELINGEN
VN1
lijk ook de laser geleide anti-tank raket GP2 afvuren. Deze raket heeft een effectieve dracht van 5000m en is uitgerust met een tandem HEAT lading. De bepantsering bestaat uit gelast pantserstaal versterkt met ERA pakketten aan de voor- en zijkanten van de toren. De vlakke kanten van het onderstel maken het mogelijk om op een eenvoudige manier extra bepantsering te plaatsen. De tank is mogelijk uitgerust met een hydraulisch veersysteem waardoor de bestuurder de bodemvrijheid aan kan passen aan het terrein. In welke mate de nieuwe tank momenteel is ingevoerd bij de operationele eenheden is onbekend. Het Chinese leger zal in de toekomst uitgerust worden met circa 600 van deze lichte tanks. Het nieuwe Chinese transportvliegtuig zal waarschijnlijk in staat zijn om twee Type 99A2 lichte tanks te vervoeren. Hierdoor heeft China de mogelijkheid om snel en op grote afstanden tankcapaciteit in te zetten.
ZTL 09 Met het oog op de modernisatie van het leger, is China ook bezig haar gemotoriseerde eenheden te reorganiseren in moderne, mediane eenheden, 34
VOC Mededelingen
ZTD 05
vergelijkbaar met de Amerikaanse Stryker brigades of de Belgische mediane brigade. In dit kader is een nieuwe familie pantserwielvoertuigen ontwikkeld die zijn intrede heeft gedaan in 2009. Deze bestaat onder andere uit een lichte tank op wielen, de ZTL 09. De toren en de bewapening van dit pantservoertuig zijn identiek aan die van de ZTD05. Het voertuig beschikt over een, onder licentie gebouwde, Duitse motor van 400pk waarmee het een snelheid van 100 km/uur kan behalen op wegen. Zoals een groot deel van moderne Chinese voertuigen beschikt de bemanning over een Battlefield Management System terminal. Een exportversie van dit voertuig is ontwikkeld onder de naam VN1. Deze versie beschikt over een andere toren en is niet amfibisch.
De Chinese tankindustrie is lang afhankelijk geweest van technologie uit het buitenland, voornamelijk uit de voormalige Sovjet-Unie. De Chinese tanks waren vaak ook van een gemiddelde kwaliteit. Deze zelfde industrie heeft zich de afgelopen tientallen jaren ontwikkeld tot een meer onafhankelijke industrie die in staat is om tanks te ontwikkelen die aan de behoefte van de moderne nationale krijgsmacht beantwoorden. Ondanks de weinige beschikbare informatie kan men concluderen dat de kwaliteit van de huidige Chinese tanks sterk is verbeterd. De Type 99A1 en A2 doen weinig onder voor de moderne westerse tanks en behoren tot de beste tanks die momenteel in gebruik zijn. ●
VOC INTERVIEW
Interview met... Brigadegeneraal Gerard Koot
Kapitein Henk-Jan van Vulpen Hij houdt zich bezig met de krijgsmacht van nu en morgen. “Bij operationele capaciteit in spullen en middelen zit een frictie in wat we als organisatie willen en waar we budget voor hebben”, zegt brigadegeneraal Gerard Koot (51), Plaatsvervangend Directeur Directie Plannen. “Ook tank-denken is hier van toepassing: Je talmt niet, maar beslist en zet het aanvalsdoel centraal”. “Wat mijn functie bij de Directie Plannen in Den Haag omhelst? Ik werk bij de Directie Plannen als Plaatsvervangend Directeur. De Directie Plannen is een onderdeel van de Defensiestaf en vertaalt het beleid van de Hoofddirectie Beleid in plannen voor het realiseren van operationele capaciteiten, oftewel: spullen en middelen. Defensie hanteert daarvoor het Beleid, Plan en Begrotingsproces (BPB-proces). De Directie Plannen maakt daarbinnen het Defensie Investeringsplan (DIP), een meerjaren plan waarin alle te realiseren investeringen zijn opgenomen. Dit plan moet resulteren in het verkrijgen van nieuwe spullen. Een recent voorbeeld is de Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW), een megaproject. De Directie Plannen
geeft sturing aan het BPB-proces, waarbinnen dergelijke projecten worden uitgevoerd. Grote projecten, zoals DVOW, bestrijken meerdere jaren. Aan het begin en aan het einde van zo’n lang project kan de krijgsmacht er anders uit zien. Dàt is de dynamiek waar je mee te maken hebt. Je moet regelmatig bijstellen en keuzes maken. Bijvoorbeeld als het budget wordt verkleind of als de ontwikkeling van kosten hoger is dan vooraf ingeschat. Daarbij hebben we meer plannen dan budget. Dat is heel gezond, want dat betekent dat we goede ambities hebben. De Directie Plannen is verantwoordelijk voor het bewaren van de juiste balans, zodat we krijgsmachtbreed in staat zijn om de juiste spullen op de juiste momenten aan te schaffen. Samen met de direc-
teur stuur ik de Directie Plannen aan. Daarbij hebben we geen duidelijke boedelscheiding, want op 90 procent kunnen we elkaar direct vervangen. Het onderscheidt zit ‘m in specifieke dossiers: zo heb ik ‘Kennis en Innovatie’ en ‘Infra en Vastgoed’ op mijn bord. Hoe ik daar invulling aan geef? Als cavalerist ben ik groot geworden met tankdenken: je talmt niet, maar beslist en zet het aanvalsdoel centraal. Dat helpt hier ook. Maar, wat nog veel belangrijker is: de Directie Plannen bestaat uit een mix van mensen met verschillende achtergronden uit de operationele commando’s die de organisatie echt goed kennen - van A tot Z. Zo maken we keuzes met gevoel voor de materie. We hebben er beeld bij en weten wat het betekent voor de eenheden die straks met bepaalde spullen en middelen moeten werken. Wij creëren hier de randvoorwaarden voor onze operationele commando’s om eenheden op te leiden, te trainen en gereed te maken voor inzet. Dat klinkt heel simpel, de realiteit is een stuk moeilijker. Met name door de frictie tussen wat we willen en waar budget voor is. We weten wat er leeft en met welke problemen de operationele commando’s worden geconfronteerd. We kunnen niet alles direct oplossen, dat is ook aan onze kant soms frustrerend. Budget levert beperkingen op en door keuzes uit het verleden moeten we nog steeds bezuinigingsmaatregelen wegzetten. Het zijn bewuste keuzes geweest, we weten dat ze pijn (gaan) doen, maar liever dat dan bij wijze van spreken eenheden opheffen of stilzetten. We moeten door de zure appel heen bijten. Inmiddels ontstaat meer begrip voor de krijgsmacht. Het belang van een goed uitgeruste krijgsmacht wordt politiek breder gedeeld. Dat zijn positieve tekenen. Ik hoop dat dit zich vertaalt in een groeiende defensiebegroting, zodat we ›› VOC Mededelingen
35
VOC INTERVIEW de problemen van vandaag ècht kunnen oplossen en verder kunnen bouwen aan een sterke krijgsmacht. Dat brengt mij meteen bij onze missie: de krijgsmacht van vandaag beter maken, de krijgsmacht van morgen sterker maken. Dat is waar we mee bezig zijn. Als we, na een lange periode van meer dan twintig jaar bezuinigingen, mogen gaan denken over hoe de krijgsmacht eruit mag gaan zien als er meer geld beschikbaar is, vraagt dat om een heel andere manier van werken en denken. Dan ga je met een gelukzaliger gevoel naar huis dan wanneer je weer een heleboel bezuinigingen weg hebt moeten zetten. Einde van de zure appel? Ik zie zeker licht aan het einde van de tunnel. En het einde van die tunnel komt rap dichterbij...”
De keuze “Ik koos voor de cavalerie vanwege de dynamiek die het tankoptreden uitstraalt. Het echt kunnen beslissen van een gevecht, vanuit het speerpunt, dàt sprak mij aan! Ik weet niet of je als mens op voorhand geschikt bent voor de cavalerie. Je kiest en je wordt gevormd binnen jouw wapen of dienstvak. Daar voel je je senang bij, of niet.
‘Dienen, teamwerk, kameraadschap en respect Het militair zijn en de militaire wijze van optreden zie ik sterk kenmerken onze way of life’. vertegenwoordigd bij de cavalerie. Mensen met een flexibele geest, die snel en daadkrachtig beslissen en voortdurend het doel voor ogen hebben komen naar boven drijven binnen het wapen. En dat beeld ontwikkelt zich verder, van pelotonscommandant tot bataljonscommandant”.
Way of life “En zo ben je dan militair. Het is geen vak of baan, maar een way of life. Het zit in de genen. Het is ‘militair zijn’ en niet ‘ik werk bij de krijgsmacht’. Dat is een fundamenteel verschil. Zo zijn we gevormd door opleiding en operationele praktijk. Belangrijk punt daarbij is dat je leert dienen. Dat staat centraal. Dienen is dat je als militair je opdracht altijd centraal zet. Het halen van de opdracht gaat altijd boven alles. Zelfs boven je eigen persoonlijke veiligheid. Een ander belangrijk punt is teamwerk. Je bent als militair in je eentje niets, want de kracht zit ‘m in het team. Of het nu gaat om vier man op dat ene wapensysteem of de Haagse stafafdeling waar ik nu werk: het is altijd teamwerk (ondanks de belangrijke rol die individuen spelen). Dat zit in ons DNA. Collega’s die Defensie hebben verlaten beamen het: ze vonden een mooie baan in het civiele bedrijfsleven, maar vinden het teamwerk - dat ook in hun DNA zit - in de civiele omgeving veelal heel anders terug. En vaak is dat een hele andere factor van invloed, veel kleiner. Teamwerk is daarentegen bij ons een dominante factor, want het team: daar draait het allemaal om. Aan het team is onlosmakelijk verbonden: kameraadschap. Daardoor kun je boven jezelf uitstijgen en als team grotere prestaties leveren dan als individu. Kameraadschap is een van de ècht bindende factoren binnen de krijgsmacht. Als ik met een collega een afspraak maak, heb je aan een half woord genoeg en weet ik dat hij dat ook gaat doen. Kenmerkend voor de krijgsmacht, typerend voor de landmacht en zeker voor de cavalerie. 36
VOC Mededelingen
En dat heeft ook impact op hoe je als mens in elkaar steekt. En als laatste wil ik noemen: respect. In de civiele maatschappij is het een buzzwoord, maar bij ons heeft het een diepgaande betekenis. Respect voor elkaar. Dat uit zich in heel veel vormen, maar vooral in hoe we met elkaar omgaan. Zo tonen we respect, naar onze collega’s en naar de veteraan. De cavalerie heeft dit hoog in het vaandel. Dit alles maakt onze organisatie bijzonder. We zijn absoluut geen bedrijf, maar een hele bijzondere organisatie van mensen die hele bijzondere dingen doen”. Na diverse functies bij onder meer 43 Tankbataljon werd Koot uitgezonden naar Bosnië (2003: als G3 van de multinationale brigade noord-west), Uruzgan (2006-2007: commandant Provincial Reconstruction Team) en Kabul (2012-2013: Special Advisor voor de NATO Senior Civilian Representative). “Van het opbouwen van een land met een geweldig team in Uruzgan tot een kijkje aan de politiek bestuurlijke kant vanuit Kabul... Ik ben een gelukkig mens, want vanaf mijn eerste functies met de Leopard-2 tot aan mijn huidige functie: ik heb altijd mooie functies mogen bekleden”.
Verbondenheid “Met name in mijn tijd als bataljonscommandant en korte periode als regimentscommandant (eind 2007 - begin 2008) heb ik mij altijd ingezet voor activiteiten en betrokkenheid van wapenbroeders gestimuleerd. Het zijn belangrijke momenten waarop we elkaar ontmoeten als actief dienende militairen, maar ook als (oud)reservisten en collega’s die de dienst hebben verlaten. Dat is belangrijk. Waarom? Het is een fantastische mix van mensen met ervaringen en verhalen.
VOC INTERVIEW Veel zaken van nu zijn niet anders dan 10, 20 of 30 jaar geleden. De dimensies zijn misschien anders, maar er zijn zoveel raakvlakken. Dàt bindt ons. We moeten gelegenheden om elkaar te ontmoeten met z’n allen levend houden. Zeker nu het regiment geen staande eenheden meer heeft, moeten we blijven investeren. Het is zoveel meer dan een reünie: het zijn momenten om naar elkaar te luisteren en te discussiëren over uitdagingen waar we voor staan. Er zijn veel aanknopingspunten waar we elkaar kunnen inspireren en van elkaar kunnen leren. Daarbij is de sfeer uitstekend. Ik probeer er dan ook zoveel mogelijk bij te zijn.”
Toekomst “Cavaleristen zijn flexibel. Dat heeft bijvoorbeeld het C-eskadron van 11 Tankbataljon laten zien toen zij een van de gevechtseenheden waren die vochten bij Chora. Tankers die leiding gaven aan die infanteriecompagnie en dat ontzettend goed deden. Cavaleristen zijn professionals die niet weglopen voor andere niet-organieke taken en nemen de uitdaging aan. We laten zien dat we dat kunnen. Het is niet voor niets dat je bij de infanterie ex-cavaleristen als commandant ziet optreden. Ze laten zien dat ze het kunnen, stuk voor stuk. En dan heb ik het nog niet eens over onze onderofficieren. Dat is onze kwaliteit. Ze zijn met het verdwijnen van de tank niet verloren voor de krijgsmacht
- al kan er nog meer gebruik gemaakt worden van hun expertise. Wij weten wat gemechaniseerd vechten is, daar hebben we verstand van. En ook verkennen is een specialisme. Onze BVE’s zijn van hoge kwaliteit, top of the bill. De internationale waardering is hoog. Waar ligt het toekomstperspectief voor de cavalerie? Het feit dat de 11e Brigade nu eindelijk zijn eigen verkenningseskadron krijgt, geeft het belang van verkenning aan. Dat staat onomstotelijk vast. Het is een specialisme, niet iedereen kan dat, daar heb je mensen met een bepaald DNA en bepaalde professionaliteit voor nodig. Nou, die hebben wij. En als je kijkt naar het inlichtingenwerk. JISTARC is ontstaan uit het oude verkenningsbataljon. Verkenning en inlichtingen zijn twee handen op één buik. Ik denk dat in dat inlichtingendomein de cavalerie zijn plaats te claimen heeft en ook heel goed invult. We gaan voor een multifunctionele krijgsmacht. Dat staat ook in de nota ‘In het belang van Nederland’. Daarom moeten we voorbereid blijven op elk type conflict. Kijk maar naar Bosnië, Afghanistan, Mali en Oekraïne. De wereld is er niet veiliger op geworden. Al hebben we geen eigen tanks meer, de Commandant Landstrijdkrachten erkent dat hij behoefte heeft aan het behoud van expertise voor het vechten met en tegen tanks. Op de wereldbol rijden nog steeds 70.000 tanks rond. Een groot gedeelte zit bij potentiële te-
genstanders. Je komt ze tegen. En dan heb je een probleem als je zelf geen adequate pantserbestrijdingsmiddelen bij je hebt. We hebben daar een aantal middelen voor in onze eigen inventaris, zoals de Apache’s, de artillerie en de verschillende anti-tankwapens. Maar daarmee dek je niet volledig het risico af en kun je je eigen eenheden niet toereikend beschermen. Een tankwapensysteem kan dat laatste gat wel afdekken. Dat betekent dat wij nog steeds kennis en expertise over tankoptreden zelf in huis moet hebben. Daar hebben wij een rol te vervullen. Boeven vang je met boeven. Tanks bestrijd je met mensen die daar ook kennis en ervaring mee hebben. Wij kennen de mogelijkheden en zwakheden van dat wapensysteem. Dat is heel belangrijk. Ik ben niet somber over de toekomst van de cavalerie. Voor voormalige tankers is het een lastige periode, moeilijk om de toekomst vast te grijpen. Maar, ik voorzie op termijn nog steeds werk voor mensen met een tankachtergrond. In een andere rol misschien, maar wel binnen de manoeuvre: tankers kunnen als geen ander gemechaniseerd vechten. De cavalerie ziet er anders uit, maar aan de wezenlijke kenmerken van de cavalerist zal vandaag, morgen en overmorgen nog steeds behoefte zijn voor zowel verkenner als tanker. Ik zie in het hele nadenken over gemechaniseerd vechten en anti-tank bestrijding absoluut een rol voor de cavalerist.” ●
Het huidige aantal militairen, (oud-)medewerkers, reservisten, veteranen en hun omgeving beslaat ongeveer tien procent van de Nederlandse bevolking. Ze hebben een band met Defensie via werk, familie, vrienden en/of woonomgeving. Hun binding en draagvlak met de organisatie is groot. Maar hoe zit het met die andere 90 procent? Mensen die zich (nog) niet verbonden voelen met Defensie? Ligt daar een taak voor de militair? “Het werk dat wij doen als militair vinden wij vaak heel gewoon, logisch. Onze instelling is onze kracht. Niet lullen, maar poetsen, dat is het motto. Maar zijn we ons bewust van wat we nu eigenlijk allemaal doen? Wat is onze bijdrage aan de veiligheid in Nederland? Is dat heel gewoon? Duizenden mensen die dagelijks bijdragen aan veiligheid in Nederland. We praten er niet eens over omdat we het vanzelfsprekend vinden, terwijl Defensie voortdurend volop aanwezig is bij activiteiten om Nederland veilig te houden. Het is (valse) bescheidenheid en we staan er onvoldoende bij stil. En onze rol bij internationale missies? Het feit dat wij in Afghanistan of Mali zitten, draagt indirect bij aan de veiligheid van Europa. Alleen, je kunt dat heel moeilijk hard maken. Je kunt niet zeggen ‘omdat ik daar zat heeft u afgelopen vrijdag op uw gemak uw boodschappen kunnen doen bij Albert Heijn’. Het ligt natuurlijk complexer, maar we mogen heel trots zijn op wat we doen en dat mogen we gerust uitdragen. Als wij voorkomen dat er een vrijhaven voor terrorisme ontstaat, draagt dat bij aan de veiligheid in Nederland, in onze steden en onze dorpen. Maar, het feit dat we dat doen! Het werd tastbaar bij de ondersteuning rondom de crash van de MH-17. Met heel veel respect werden de slachtoffers teruggebracht via Eindhoven naar Hilversum. Je hoeft het aan niemand uit te leggen. Dan is het zichtbaar. En het is nog zo’n klein deel van wat we doen. Daar liggen kansen! Nadrukkelijk uitdragen dat we met z’n allen bijdragen aan meer stabiliteit en veiligheid in de wereld. Dat dit bijvoorbeeld ook bijdraagt aan de handelsstromen die via Rotterdam Nederland binnenlopen. Zo simpel is het. Alleen het is niet gemakkelijk uit te leggen, maar doe het vooral wel! Vertel over je werk. Enthousiaste mensen die enthousiast vertellen over hun werk hebben een goed verhaal en zijn altijd goede ambassadeurs.” Brigadegeneraal Gerard Koot
VOC Mededelingen
37
PLAQUETTE VAN SYTZAMA
Luitenant-kolonel b.d. J.A. de Jong Met gepast eerbetoon heeft de regimentscommandant van het Regiment Huzaren van Sytzama, kolonel C.G. Koek, op zaterdag 13 december 2014 een plaquette onthuld bij het graf van de in 1839, nu 175 jaar geleden, overleden luitenant-generaal Johannes Galenus van Sytzama. In 1814 was hij de oprichter van het regiment dragonders dat zich een jaar later op zo’n voortreffelijke manier heeft geweerd in de slag bij Waterloo. Op het kerkhof te Driezum (Friesland) waren aanwezig, naast de regimentscommandant, vertegenwoordigers van het bestuur en leden van de Stichting Regiment Huzaren van Sytzama, het bestuur en leden van het Veteranenplatform en van de Vriendenkring Wij Huzaren, de Reünieverenigingen 11 Tankbataljon en 43 Tankbataljon, de Regenten van de Sytzamastichting en leden van de Hervormde Gemeente te Driezum.
38
VOC Mededelingen
PLAQUETTE VAN SYTZAMA
Bezoek van de staf van 43 Tankbataljon aan het graf van de baron in 1980
overdenking de datum van 13 december gekozen om de plaquette aan te brengen, te weten de 175e sterfdag van de baron. En zo is het gekomen dat een onregelmatige colonne van 1x bus op 13 december 2014 uit Oirschot vertrok met aan boord een jeugdig elan van dames en heren, met voldoende gespreksstof om de afstand naar Driezum zo aangenaam mogelijk te overbruggen. Zich keurig aan de routetijdtabel te hebben gehouden arriveerde het gezelschap in Driezum, alwaar de oranjekoek en koffie met smaak werd ingenomen. Tevens kon worden kennisgemaakt met de aanwezige notabelen en een kleine expositie van verzameld Sytzama-materiaal worden bekeken.
De gedachte aan het plaatsen van een plaquette ontstond na het zien van de Vaandelgroet aan de koning op 9 januari 2014 op Plein 1813 te Den Haag. Bij deze herdenking werd de oprichting van de Koninklijke Landmacht 200 jaar geleden herdacht. Dus ook het moment dat de baron van achter zijn bureau te Leeuwarden de proclamatie opstelde en verspreidde met daarin ‘Gij dappere Friezen‘. In plaats van aanwezig te zijn in Den Haag, voerde mijn reisplan naar Driezum met de gedachte om aldaar een bloemengroet te brengen aan onze baron en zo aan deze herdenking een eigen draai te geven. De techniek staat voor niets, maar Google kon mij niet verder assisteren in de vindplaats van de baron. Dan maar via de bekende tamtam en zo bij de koster van de Hervormde Gemeente aangeklopt. Deze gaf mij tekst en uitleg waarbij een tombe omheind door een ijzeren hekwerk de uitkomst zou moeten geven van de zoektocht naar het graf van de baron. Dit was voor mij niet erg bevredigend daar er geen enkele aanwijzing was te vinden dat deze tombe ook de laatste rustplaats zou zijn van de baron en tegenwoordig iemand geloven op z’n blauwe ogen? Mijn bloemengroet heb ik achtergelaten op het graf van een naamgenoot van van Sytzama met de prachtige rang van ritmeester. De zoektocht werd voortgezet en door middel van de bekende zoekmachine kwam ik uit bij de gemeente Dantumadeel en
Wapenschilden familie van Sytzama in de kerk van Driezum
wel bij het archief. Door een bezoek aan deze instantie kreeg ik inzicht in aanwezig fotomateriaal en documenten van de viering 150 jaar Regiment Huzaren van Sytzama. Op diverse foto’s is duidelijk te zien dat door de toenmalige RC luitenant-kolonel Heshusius een krans wordt gelegd op de tombe. De reden van het aanhouden van een dergelijk archief is dat de nalatenschap van de van Sytzama’s nog steeds actief door Regenten van de van Sytzamastichting wordt beheerd. Zij vormen in het dagelijks leven het college van B&W. Dit alles vroeg om een vervolg en via de voorzitter van de Stichting Regiment Huzaren van Sytzama werd een traject opgestart en gevoelens van aanhankelijkheid uitgesproken om de locatie van het graf beter aan te geven. Na een korte mail- en briefwisseling kreeg het geheel vorm en werd na een korte
Als ceremoniemeester was het mijn taak om de genodigden te begeleiden en na een welkomstwoord verplaatste het gezelschap zich naar de kerk. In deze kerk zijn nog vele tastbare herinneringen en ornamenten aanwezig die herinneren aan de familie van Sytzama. Zo is daar een Heerenbank met wapenschilden van de familie en hangen er twee twaalf-armige kandelaren centraal in de kerk. De voorzitter van de stichting en tevens mijn klankbord, luitenant-kolonel b.d. E.A Puik, voerde hier het woord, excuseerde de afwezigheid van de baron en baronesse van Sytzama en vertelde daarna over de eerste periode van het regiment. Hij noemde hierbij ook de voor ons ook zeer bekwame majoor Lechleitner, zijn optreden als opleider en commandant van de eenheid in Waterloo. Vervolgde daarna in ›› VOC Mededelingen
39
PLAQUETTE VAN SYTZAMA zevenmijlslaarzen de geschiedenis met de uitgevoerde missies en eindigde met de oplegging van de standaard en daarmee het einde van het tijdperk van de actieve aanwezigheid van de tank. Het gezelschap verplaatste zich na afloop naar buiten naar de graftombe van baron van Sytzama. Na een korte toespraak van de RC, kolonel C.G. Koek, werd door de trompetter van dienst vol overgave de taptoe der bereden wapens gespeeld, waarna één minuut stilte in acht werd genomen. Na het signaal reveille werd door de regimentscommandant de plaquette onthuld door een aangebracht lint los te maken, waarna de bekende zakdoek die de plaquette bedekte kon worden verwijderd. Een ieder kon daarna de plaquette bewonderen. Door de onthulling van de plaquette wordt nu recht gedaan aan de herkenbaarheid van het familiegraf van de baron en wordt het voor geïnteres-
Plaquette bij het graf van luitenant-generaal baron van Sytzama op het kerkhof te Driezum seerde bezoekers een stuk eenvoudiger om het graf te vinden. Daarmee vond een waardig slot plaats van de plechtigheid en kon vervolgens in de ‘Ald Skoalle’ wederom gebruik worden gemaakt van de Friese gastvrijheid. Een goed gesprek, netwerken, maar ook de inwendige mens werd niet vergeten. Aan al het goede komt een einde en zo moest afscheid worden genomen van Driezum maar vond in Dokkum nog een gezellig diner plaats. Met na afloop in de bus voor het vertrek voor de dames nog een Beerenburgbonbon en voor de heren een Beerenburgborrel. Zo werd de thuisreis aanvaard en zal menig ooglid hebben geknipperd? Het was mij een waar genoegen een bijdrage te hebben kunnen leveren aan deze dag. ‘Door het juiste te doen vreest gij niemand’. ● 40
VOC Mededelingen
Ceremonie op het kerkhof bij de kerk in Driezum
NAPOLEON
Kornet drs. Thomas van der Wielen Het is dit jaar precies 200 jaar geleden dat de Geallieerden Napoleon Bonaparte versloegen in de Zesde Coalitieoorlog. De Franse veldheer maakte het zijn opponenten niet gemakkelijk. Tijdens de Zesdaagse Veldtocht van 1814 toonde Napoleon wederom zijn militaire kunde door met slechts 30.000 manschappen het ongeveer 120.000 soldaten tellende Geallieerde leger zware verliezen toe te brengen. De veldtocht was echter alleen tactisch succesvol want strategisch wist Napoleon de zaken niet meer te keren; daarvoor waren de vijandelijke legers te talrijk.
Mythevorming Toch zijn commentatoren en historici de mening toegedaan dat deze Zesdaagse Veldtocht een van zijn meest vernuftige campagnes was. Ironisch dus dat juist Napoleon het citaat (zie pagina 42) moest bezigen, want hoewel historici trachten de geschiedschrij-
ving zo objectief mogelijk te houden, is deze nooit immuun voor fabeltjes, mythes en legendes. Met name rond de (vroegere) groten der aarde is er in vele gevallen sprake van onbevestigde anekdotes, legendes en mythevorming. Winston Churchill, Adolf Hitler, Von Bismarck, Jeanne d’Arc, Henry V van
Engeland maar zeker ook Napoleon Bonaparte zijn in de loop der tijd allemaal gemythologiseerd. Over Napoleon en zijn omvangrijke lijst van prestaties (zowel beroemd als berucht) bestaan dus veel legendes. Frequent wordt met benamingen gestrooid als ‘militair genie’ of ‘revolutionair veld- ›› VOC Mededelingen
41
NAPOLEON
‘Qu’est-ce l’histoire, sinon une fable sur laquelle tout le monde est d’accord?’ Napoleon Bonaparte
Slag bij Aspern-Essling, 21 en 22 mei 1809 heer’, maar wat was hier nu precies van waar? Dit artikel zal ingaan op hoe het historiografische beeld rondom Napoleon zich vanaf de twintigste eeuw heeft ontwikkeld. Verder zal er gekeken worden naar de militaire hervormingen binnen het Franse leger gedurende de achttiende en begin negentiende eeuw en hoe Napoleon binnen deze hervormingen te plaatsen valt.
Het Franse leger en Napoleon Frankrijk stond lange tijd model voor andere Europese landen en ook op militair gebied probeerde men een voorbeeld te nemen aan het Franse leger. Dit beeld zou echter drastisch veranderen dankzij de Zevenjarige Oorlog (1756–1763). Frankrijk presteerde zeer slecht gedurende dit conflict en leed pijnlijk territoriaal en prestige verlies. Na deze oorlog besloot Frankrijk tot het doorvoeren van nieuwe militaire doctrines in de hoop beter te presteren in toekomstige conflicten. Na de oorlog verschenen dan ook redelijk wat werken van denkers zoals Bourcet, Du Teil en De Guibert waarin hervormingen 42
VOC Mededelingen
werden gepresenteerd. Frankrijk nam na de Zevenjarige Oorlog echter niet meer deel aan oorlogen op het Europese toneel, waardoor deze hervormingen pas in de praktijk getest zouden worden gedurende de Franse Revolutie en de daaropvolgende Napoleontische Oorlogen. Kort gezegd had Frankrijk dus de potentie om een omvangrijke oorlogsinspanning te leveren, maar de gelegenheid was niet daar om deze te kunnen verwezenlijken. Daar werd Napoleon uiteindelijk de belichaming van.
Napoleontische oorlogsvoering Napoleon streefde tijdens zijn campagnes een vrij rechtlijnig en simpel hoofddoel na: de vijand verschalken waardoor deze snel en beslissend verslagen kon worden. Dit was mogelijk geworden dankzij de grotere mobiliteit
die het gevolg was van de divisiestructuur en de beschikking over voldoende troepen. Dankzij de levée en masse kon een veldheer cynisch genoeg meer risico’s nemen met zijn soldaten. Beide ontwikkelingen zorgden op zowel tactisch als strategisch niveau voor meer slagkracht. Op tactisch niveau kon men nu oprukken in l’ordre mixte waarop de meeste Ancien Régime krijgsmachten geen antwoord hadden. Op strategisch niveau nam de slagkracht en mobiliteit verder toe dankzij de oprichting van legerkorpsen door Napoleon rond 1800. Een legerkorps bestond uit enkele divisies met zijn eigen bevelhebber en generale staf waardoor het als onafhankelijke strijdmacht kon optreden of samen kon worden gevoegd met andere korpsen in voorbereiding op grotere veldslagen. Aangezien legerkorpsen afzonderlijk konden oprukken, kwam er een eind aan de (meeste) logistieke problemen die zestiende en zeventiende eeuwse legers zo hadden beperkt. Dit betekende niet dat Napoleons legers ongehinderd konden manoeuvreren; logistieke beperkingen behoorden nog steeds tot de hoofdredenen waarom Napoleon een veldtocht snel wenste te beslechten. Lukte dit niet en viel zijn vijand terug op een diepteverdediging, zoals in Rusland, dan had hij een serieus probleem. Rusland is de pijnlijke uitzondering op de regel want in de meeste gevallen was Napoleons methode succesvol. David Chandler onderscheidt in The Campaigns of Napoleon drie verschillende modi operandi. Allereerst la manoeuvre sur les derrières waarbij een korps de vijand bezighoudt terwijl andere korpsen heimelijk het vijandelijke leger in de rug aanvallen. De tweede methode was die van de ‘centrale positie’ waarbij Napoleon de vijandelijke legers uiteen dreef en afzonderlijk versloeg. In de laatste instantie beval Napoleon de minder geliefde frontale aanval, maar zelfs deze optie was door-
Rusland is de pijnlijke uitzondering op de regel want in de meeste gevallen was Napoleons methode succesvol.
NAPOLEON dachter dan vermoed. Getracht werd om met een geconcentreerde aanval op de vijandelijke vleugel diens reserves uit te putten waarop Napoleon zijn goedverborgen reserves inzette om zo in het verzwakte vijandelijke centrum door te breken. In alle gevallen volgde een doorbraak met een cavaleriecharge die ervoor moest zorgen dat de vijand niet kon hergroeperen en totaal vernietigd kon worden. Het belangrijkste was wellicht dat Napoleon deze drie strategieën flexibel gebruikte en combineerde. Een andere belangrijk
zijn knapzak kon hebben’. Een meritocratische krijgsmacht waarin sociale mobiliteit mogelijk was, was ongekend in deze periode. Ook motiveerde en overtuigde hij zijn soldaten van de oprechtheid van hun zaak, door te stellen dat zij de idealen van de Revolutie personifieerden. Dit gaf de soldaten een doel dat ze waard achtten om voor te vechten en te sneuvelen. Verder gaf Napoleon ook om zijn soldaten; hij praatte met ze, toonde interesse voor hun verhalen en probeerde hun namen te onthouden. Paradoxaal
Deze memoires vormden de basis van de Mémorial de Saint Hélène, een van de meest gelezen werken van de negentiende eeuw. Maar net zoals bij alle memoires moeten we sceptisch blijven over de ware intenties van de hoofdpersoon. Zo presenteerde Napoleon de Slag bij Marengo als een grote overwinning, terwijl hij in werkelijkheid maar ternauwernood had gewonnen. Met de opkomst van moderne geschiedschrijving in de negentiende eeuw kreeg de beeldvorming rondom Napoleon een nieuwe dimensie.
Veldtocht naar Rusland: de terugtocht over de rivier de Berezina van 26 -29 nov 1812
aspect van Napoleons legers was het uitstekende moreel. Strikt genomen is dit geen militaire hervorming, maar de wijze waarop Napoleon zijn troepen wist te inspireren en motiveren was destijds zeer vernieuwend. In Franse legers kreeg men een respectvolle behandeling en werden militairen aangemoedigd om initiatief te tonen, hetgeen ook beloond werd met onderscheidingen en promoties. De Légion d’honneur, de hoogste Franse militaire onderscheiding, werd in 1802 ingevoerd en Napoleon stelde dat ‘iedere soldaat een maarschalksstaf in
genoeg schroomde hij er niet voor om zijn soldaten op te offeren in veldtochten en veldslagen. Wellicht kan Napoleon het best gezien worden als een boer die goed was voor zijn beesten, maar er niet voor terugdeinsde om ze naar de slachtbank te sturen.
Napoleon in de geschiedschrijving Churchill zou ooit gezegd hebben: ‘history shall be kind to me for I intend to write it’. Ook Napoleon zal er zo over gedacht hebben toen hij zijn gedachten deelde met Graaf Las Casas die ze vervolgens optekende.
Een lange tijd bleef Napoleon gezien worden als een militair genie wiens hervormingen revolutionair vernieuwend waren, maar wat hierbij vergeten wordt is dat een groot deel van de hervormingen niet van hem afkomstig waren. Volgens steeds meer historici is het belangrijk te realiseren dat Napoleon op de schouders stond van andere militaire denkers. In de woorden van Nederlands historicus Wim Klinkert: ‘Napoleon was geen revolutionair militair vernieuwer, zijn belang is vooral gelegen in het zien en combineren van alle mogelijkheden die de veranderingen van de revolutie boden. ›› VOC Mededelingen
43
NAPOLEON Sint Helena
Longwood House op Sint Helena - Emmanuel graaf van Las Casas en zijn zoon tekenen de memoires van Napoleon op Voortbouwend op de ervaringen van de eerste revolutionaire jaren verbrak Napoleon definitief de beperkingen van de achttiende-eeuwse oorlogsvoering, waardoor hij militaire macht kon inzetten op een wijze die nieuw was, zonder dat daaraan een wezenlijke (wapen)technische vernieuwing ten grondslag lag’. De Britse historici Jeremy Black en Charles Esdaile en Duits historicus Gunther Rothenberg ondersteunen deze visie. Black ziet in Napoleon vooral een militaire innovator die sterk leunde op en beïnvloed was door de ideeën van de eerder genoemde Franse militaire theoretici. Verder is er volgens Black eerder sprake van een capability gap, hetgeen betekent dat het hervormde Franse leger qua strategie en tactiek simpelweg over een 44
VOC Mededelingen
voorsprong beschikte op de andere Europese legers. Toen Napoleons opponenten de Franse stijl van oorlogvoeren overnamen werd er weer op gelijk niveau gevochten en was de capability gap volgens Black weer gesloten. De consensus onder deze historici is dus dat Napoleon geen militair genie was, maar wel een uitmuntende veldheer. Of in de woorden van Esdaile: ‘Napoleon was a commander of extraordinary capacities, being a master of detail, calculation, deception, celerity, concentration and morale. (…) With no enemy commander being able to match such dynamism, his dominance was virtually granted’. Sommige historici trekken de lijn verder door en stellen dat deze capability gap niet zozeer het gevolg was van Napoleons kwaliteiten als veldheer,
maar eerder werd veroorzaakt door de nog grotere fouten van zijn vijanden. Niet alleen wordt met dit beeld de Napoleontische mythe afgedaan als incorrect maar ze schiet daarin door en valt daarmee terug in de traditionele goed-slecht tweedeling. De Franse schrijver Patrick Rambaud en de Amerikaanse historici Geoffrey Wawro en Owen Connelly zijn een dergelijke mening toegedaan. Warwo stelt dat Napoleon zijn grootste overwinningen te danken heeft aan de incompetentie van zijn vijanden, maar is niet blind voor Napoleons kwaliteiten. Connelly gaat in zijn boek Blundering to Glory echter nog verder en schildert Napoleon af als niets anders dan een blunderende geluksvogel zonder strijdplannen die elke veldslag en campagne begon met strategische en tactische blunders. Kritiek is er natuurlijk ook.
NAPOLEON
De consensus onder deze historici is dus dat Napoleon geen militair genie was, maar wel een uitmuntende veldheer. Esdaile stelt dat Connelly zich vergist door te beweren dat Napoleon stelselmatig blunderde en zijn overwinningen boekte dankzij ‘scrambling’. ‘(…) But in arguing thus Connelly misses the point that, if France’s victories were not always the product of a preconceived plan, the French ruler did possess a single unwavering purpose [to destroy] the enemy’s means. (…) And ‘scrambler’ or not, Napoleon was a commander of extraordinary capacities’. Ook Black kan zich niet vinden in Connellys these en vindt dat deze succes versus mislukking beoordeling van Napoleons carrière te simplistisch is. Wat we volgens Black niet moeten vergeten is dat Napoleon uitzonderlijke prestaties leverde zelfs wanneer hij zich geconfronteerd zag met een vijandelijk overwicht. ‘Indubitably, Napoleon, like so many other great commanders, committed errors of judgement, but they were relatively few.
[Still] he won close to fifty major battles in his career, including the largest (…) engagements hitherto seen in the gunpowder age’. Een ander kritiekpunt is de opmerkelijk incorrectheid van Connellys beweringen. Zoals hiervoor beschreven, beschikte Napoleon wel over strijdplannen en het is vrij algemeen aanvaard dat militaire plannen zelden perfect verlopen waardoor veldheren genoodzaakt zijn flexibele, de facto aanpassingen te maken. Generaal Von Molkte stelde al: ‘Kein Plan überlebt die erste Feindberührung’. In de soortgelijke bewoordingen van Napoleon ‘on s’engage; et puis, on voit’, ziet Connelly echter het bewijs van een veldheer die niet anders kon dan ‘improvise and scramble’. Het is hoogst opmerkelijk dat Connelly, een Koreaoorlog veteraan, deze mening is toegedaan terwijl hij juist zou moeten weten dat plannen zelden vlekkeloos
verlopen. De Britse historicus Sudhir Hazareesingh beschrijft dit als de opkomst van een cynische hedendaagse Zeitgeist binnen de historiografie over Napoleon, waarin hij wordt afgeschilderd als een incompetente, blunderende en harde tiran. Connellys boek is daarvan een goed voorbeeld en het zou in de negentiende eeuw uitstekend gebruikt kunnen zijn als anti-Napoleontisch werk; want wie het boek leest, bespeurt een zeer negatieve connotatie die naar mijn mening bijna grenst aan het stereotype beeld (van de in zekere zin even stereotype opvatting) dat Amerikanen immer Franse militaire prestaties bagatelliseren. Als aanvulling hierop is het ter afsluiting wellicht het beste om Napoleon te zien als een ‘militaire Columbus’. Napoleon beschikte net als Columbus over de middelen om een grootse onderneming op gang te zetten, die de wereld zou veranderen. Beide historische actoren ontleenden deze middelen en methoden grotendeels aan anderen, maar het belangrijke punt is dat beiden over uitzonderlijke persoonlijke kwaliteiten beschikten, die nodig waren om de beschikbare mogelijkheden succesvol te maken. ●
Napoleon op het slagveld bij Austerlitz, 2 december 1805
VOC Mededelingen
45
BOEKBESPREKING
Laurens van Aggelen Wat ging er om in de Nederlandse militairen die na de Tweede Wereldoorlog naar Nederlands-Indië gingen? Wat maakten zij mee en welke impact had dat op hen? Keer op keer wordt in de media een beeld van hen geschetst wat hen geen recht doet. Niet gehinderd door enige kennis van zaken, wordt daarbij totaal voorbij gegaan aan wat er werkelijk speelde. Door op een gedegen manier te beschrijven wat deze militairen voor, tijdens en na hun uitzending naar Nederlands-Indië meemaakten, zet Indiëveteraan Gerard van der Lee (1927) niet alleen het ware verhaal neer, maar ook een blijvend monument voor de circa 150.000 militairen die ver van huis hun vaderland naar eer en geweten dienden.
Indiëveteranen Voor Indiëveteranen voelt het steeds weer als een trap na wanneer er in de media allerlei berichten opduiken over vermeende misstanden in Nederlands-Indië in de periode 1945-1950. Zo voelde het ook voor oud-reserve eerste luitenant Gerard van der Lee (Regiment Huzaren van Boreel), toen er in de zomer van 2013 foto’s werden gepubliceerd met in een greppel aan-
46
VOC Mededelingen
getroffen lijken. Omdat op die foto’s Nederlandse militairen afgebeeld stonden, werd in een landelijk dagblad gemakshalve meteen maar aangenomen dat zij degenen waren die deze slachtpartij op hun geweten hadden. Diverse instituten zoals instituten het KITLV (Koninklijk Instituut voor Taal, Land en Volkenkunde) en het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) kondigden aan voornemens te zijn om een breed onderzoek te gaan doen naar Nederlands militair geweld in Indonesië in de genoemde periode. Het bracht Van der Lee er toe het boek ‘Onze Jan in Indië’ te schrijven. Hij maakte daarvoor gebruik van hetgeen hij in 2011 en 2012 al aan ervaringen had opgeschreven ten behoeve van zijn kinderen en kleinkinderen. “Met ‘Onze Jan in Indië’ wil ik een beeld schetsen van de afkomst en achtergrond van de circa 150.000 Nederlandse militairen die in de periode 1945-1950 hun dienst hebben vervuld in Nederlands-Indië en van de omstandigheden waaronder zij dit hebben gedaan”, aldus Van der Lee die zich totaal niet herkende in het beeld dat er in kranten en op radio en televisie van de Indiëveteranen werd neergezet. “Naarmate ik er in de media meer over las, kreeg ik steeds meer het gevoel dat er iets ontbrak. Alles klonk wel heel erg ‘Nederland 2012’, terwijl
BOEKBESPREKING
het ging over de periode na de Tweede Wereldoorlog, een oorlog die had gewoed in Europa maar niet minder in Azië. Een periode die zich had afgespeeld in de tropen in een land met een totaal andere bevolking, een totaal andere cultuur en een ander geloof. In de berichtgeving kon ik nergens meer iets terugvinden van de sfeer, van de omstandigheden waaronder men verkeerde en van de verhoudingen waarin alles zich heeft afgespeeld. Hierdoor voelde ik mij steeds meer geroepen daarvan een juist beeld te scheppen.
Offer Het ging Van der Lee om de jonge mannen die net als hijzelf, na jaren van oorlog en bezetting in Nederland gedeeltelijk vrijwillig, grotendeels verplicht, de door onze democratische regering opgelegde taak drie à vier jaar lang hebben vervuld. “De officieren kregen een wedde. Soldaten en onderofficieren kregen slechts een kleine dagvergoeding van kwartjes. Zij offerden, met de opleiding en demobilisatie erbij, gemiddeld zo’n vier jaren van hun studie- of carrièremogelijkheden op. Reken je de oorlogsjaren waarin men moest onderduiken, deelnam in het verzet of als dwangarbeider in Duitsland moest werken mee, dan kostte dit dus zo’n zeven jaar van hun jonge leven.”
Genuanceerd tijdsbeeld
hij met dit boek erin om ook jongeren kennis te laten maken met de ervaringen van al die mannen die nauwelijks wisten wat hen destijds te wachten stond. Ervaringen die hen voor het leven tekenden”. Toegankelijk is de schrijfstijl van Van der Lee zondermeer. Zonder opsmuk en zonder overbodige heroïek. Indiëveteranen zullen zich vanaf de eerste tot de laatste pagina in het boek herkennen. Indringend is het verslag van de reis naar Indië, van het overleven in een totaal andere wereld, het omgaan met voortdurende angst en het verlies van kameraden en niet op de laatste plaats de wijze waarop de Nederlandse samenleving met hen omgaat. Schrijnend is het feit dat de Indiëgangers decennialang geen luisterend oor vinden, geen erkenning en waardering krijgen en zelfs verguisd worden. Niet voor niets zwegen deze oud-militairen nadien liever. Er leek toch niemand te zijn die er iets van begreep. Juist nu de laatste Indiëveteranen nog onder ons zijn, is het belangrijk dat dit beeld wordt rechtgezet. Daarom is het goed dat het boek ook jongeren zal aanspreken. Door de wijze waarop Van der Lee zijn kennis en ervaringen verhaalt, zullen ook zij zich kunnen verplaatsen in het lot van al die jonge militairen van toen.
Onze Jan in
INDIË
Gerard van der Lee De grootste kracht van het boek is dat Van der Lee erin is geslaagd om een genuanceerd tijdsbeeld neer te zetten en gebeurtenissen vanuit het juiste perspectief te beschouwen en te beschrijven. Media hebben immers te vaak de neiging om met kennis en inzichten van nu, te oordelen over een periode die zo anders is dan het heden. Wie door de ogen van de Nederlandse militairen van toen deze periode beschouwt, krijgt een heel ander beeld. Dit andere perspectief is onontbeerlijk om een goed oordeel te kunnen vormen over wat er destijds is gebeurd en vooral wat onze militairen van toen hebben gedaan en hebben meegemaakt. Luitenant-generaal B. Hoitink, Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, die het boek van Van der Lee van een voorwoord heeft voorzien: “Met het boek ‘Onze Jan in Indië’ is Gerard van der Lee er buitengewoon goed in geslaagd om een genuanceerd tijdsbeeld neer te zetten. Zijn beschrijvingen van de periode voor, tijdens en na de tijd in Nederlands-Indië laten de lezer intens voelen hoe het was. Door zijn zeer toegankelijke manier van schrijven, slaagt
De door Van der Lee bijzonder fraai getekende illustraties die in het boek rijkelijk voorkomen, maken het zeker voor jongere lezers bovendien nog eens extra gemakkelijk om zich een beeld te vormen. Tekeningen met een knipoog. Tekeningen die de soms behoorlijk indringende passages even op een gepaste en prettige manier verluchtigen.
Resumerend: ‘Onze Jan in Indië’ is een toegankelijk boek dat jong en oud zal aanspreken. Een boek dat een plekje verdient op de Nederlandse schoolbanken. Niet alleen omdat het een geschiedenis is waarvan we in Nederland te weinig weet hebben. Het boek doet je als lezer namelijk ook beseffen dat we als samenleving wel eens wat meer begrip zouden mogen hebben voor militairen die terugkomen uit een oorlogsgebied. Vanuit die optiek is ‘Onze Jan in Indië’ geen geschiedenis, maar een bron van informatie voor degenen die in hun naaste omgeving iets willen betekenen voor een veteraan. Veel van de in dit boek opgetekende ervaringen zijn immers geheel identiek aan de militairen die vandaag de dag terugkeren of eerder zijn teruggekeerd uit een oorlogsgebied. Met een minimale aanpassing van de tekst zou het boek dus ook ‘Onze Jan in Afghanistan’ kunnen heten. Een reden te meer om dit boek van harte aan te bevelen.
Het boek is te bestellen voor € 10,- (inclusief verzendkosten) door dit bedrag over te maken: IBAN NL08ABNA0575455632 ter attentie van White Elephant Publishing in Arnhem onder vermelding van ‘Boek Indië’. ● VOC Mededelingen
47
VOC MEDEDELINGEN
Te paard naar 200 jr Waterloo | 20 + 21 juni 2015 Naast andere activiteiten in het kader van ‘200 jaar Waterloo’, zal op 20 en 21 juni 2015 de 23e herdenkingsrit van de veldslagen bij Quatre-Bras en Waterloo plaatsvinden. Napoleon Bonaparte werd hier tweehonderd jaar geleden op 18 juni 1815 definitief verslagen door een alliantie van Britse, Nederlandse, Hannoveraanse en Pruisische legers. De slag bij Waterloo markeerde het einde van een reeks oorlogen en een keerpunt in de Europese geschiedenis. De Waterloorit wordt georganiseerd onder auspiciën van de Vereniging Officieren Cavalerie (VOC) in nauwe samenwerking met de officieren van de Belgische cavalerie. In totaal zullen naar verwachting een vijftigtal officieren van de cavalerie van de toenmalige geallieerden (Duitsland, Groot Brittannië en Nederland/ België) en de toenmalige tegenstander (Frankrijk) deelnemen. De deelnemers worden op zaterdagmorgen ontvangen door Zijner Majesteits Ambassadeur in zijn residentie (tenue: DT). Na dit bezoek is er een gezamenlijke lunch, gevolgd door een korte excursie. Deze dag wordt afgesloten met een galadiner in de Koninklijke Club der Officieren van het Belgische Regi-
ment der Gidsen/Club des Guides (tenue: attilla/AT. Voor partners avondkleding, dames lang). Zondagochtend vangt de rit rondom het slagveld om negen uur aan vanuit manege ‘La Gaillemarde’ in La Hulpe. Na een korte pauze en ongeveer vijf uur in het zadel, kan bij terugkomst op de manege worden genoten van een buffet en Belgisch bier (tenue: DT-rij met cap). Het streven is een gezellig, sportief, leerzaam en stijlvol weekend voor ruiters en hun partners, wiens aanwezigheid bijzonder op prijs wordt gesteld. Kostenindicatie: lunch en excursie op 20 juni € 40,-, galadiner in de Club des Guides op 20 juni € 75,-, overnachting 20 en 21 juni in een tweepersoonskamer in het ‘Thon Hotel EU’ inclusief ontbijt € 100,- (voor één of twee personen), eventueel paardhuur op 21 juni € 100,- en het buffet op 21 juni €40,-. Aanmelden voor 18 april bij majoor Harke in den Kleef (
[email protected]) voor het reserveren van paarden, maaltijden en kamers. Gelet op het beperkte aantal beschikbare paarden wordt het meenemen van een eigen paard aangemoedigd. Goede stalling is aanwezig. ●
Sint Joris Rally 2015 23 mei op Landgoed Maarsbergen Een gemengd en gezellig deelnemersveld, uitdagende kaartleesopdrachten, mooie auto’s over landelijke binnenwegen, een spectaculaire lunchlocatie, zomaar enige ingrediënten van de 3e Sint Joris Rally, die op zaterdag 23 mei 2015 verreden gaat worden. Aan de edities in 2013 en 2014 werd vooral deelgenomen door leden van de Vereniging Officieren Cavalerie en de Vereniging Onderofficieren Cavalerie. Inmiddels hebben diverse verzoeken de organisatie bereikt, om ook deelnemers uit andere (militaire) netwerken toe te staan aan de rally deel te nemen. En waarom niet, tenslotte is saamhorigheid ongeacht rang of stand een van de doelstellingen van de organisatie. De globale opzet van het programma is als volgt: • Rond 09.00 uur verzamelen van de deelnemers, aansluitend de start van de rally. • Tussen 12.00 uur en 13.00 uur lunch op Landgoed Bronbeek te Arnhem. • Rond 16.00 uur finish van de rally, borrel met prijsuitreiking. De start- en finishlocatie is (zoals vanouds) het Landgoed Maarsbergen en de lengte van de complete rally is ca. 150 kilometer. Er is een beginnersklasse en een klasse voor iets meer gevorderde kaartlezers. Maar in beide klassen doet de uitzetter zijn best, om u een paar ‘instinkers’ te bezorgen om u actief aan het werk te houden.
48
VOC Mededelingen
De organisatie stelt het erg op prijs als u met een bijzondere auto komt. De rally is namelijk bedoeld voor klassieke auto’s, of auto’s die het misschien in zich hebben wellicht ooit een klassieker te worden. Met het laatste deel van deze omschrijving wordt u uitgenodigd om in te schrijven: uw bijdrage aan de gezelligheid is net iets belangrijker dan de auto, waarin u deelneemt! Doordat een aantal sponsors hun medewerking alweer hebben toegezegd, kan de organisatie het inschrijfgeld laag houden, namelijk € 50 p.p. Hiervoor ontvangt u de koffie/ thee met iets lekkers bij de start, de lunch halverwege en een bijdrage aan de borrel na afloop. Bovendien ontvangt u de rallyboeken en een paar rallyschilden voor op de auto. Schrijft u zich vooral in! Dat kan via de website www.stjorisrally.nl. Deze website is vanaf 1 februari 2015 ‘in de lucht’ en na uw inschrijving ontvangt u ruim van te voren nadere informatie over de invulling van de dag en de rally. Verdere informatie nodig? Neem contact op met Gert-Jan Polman. E-mail: gjm.polman@ kpnmail.nl of GSM 06-19981358. ●
VOC MEDEDELINGEN
Brabantse VOC-lunchtafel onder nieuw beheer Na een kleine veertien jaar heeft de president en oprichter van de Brabantse lunchtafel in Boxtel, oud-reserve luitenantkolonel mr. Dirk van Zuidam op eigen verzoek op 28 januari j.l. met enig ceremonieel zijn ‘ambtslint’ afgegeven aan het oudste erelid luitenant-kolonel Jhr. Rob Goldman. De overste Goldman inaugureerde vervolgens drie opvolgers, te weten oud-reserve majoor Rob Hiltmann, luitenant-kolonel b.d. Eric Puik en oud-reserve ritmeester drs. Dick Soelaksana. Een nieuw fenomeen dus, tafelpresidenten in deeltijdfunctie, mogelijk gemaakt door speciale digitale en logistieke lijnen. De Brabantse VOC-lunchtafel heeft een gemiddelde attendance van een 35-tal leden en begint standaard met het op luide toon zingen van het Huzarenlied. Naast cavalerieofficieren
buiten dienst en oud-reservisten, behoren ook actief dienende officieren uit Oirschot, m.n. van 42 BVE, tot de regelmatige bezoekers van dit ‘Bourgondisch treffen in het hart van de Bossche Meierij’. In april van ieder jaar is de lunch in de vorm van ‘Het Buffet van Nix’, een compilatie van oriëntale gerechten uit het kookboek van luitenant-kolonel b.d. Robbert Nix. De lunch heeft zijn eigen chroniqueur in de persoon van oud-reserve eerste luitenant en oud burgemeester drs. Tijme Bouwers. Zijn verslagen zijn vaak van literair niveau. ●
Nieuwe VOC-borrel in Rotterdamsche Manege Herdenking Gevallenen Cavalerie In 2015 zal de herdenking van de gevallenen der Cavalerie plaatsvinden op vrijdag 1 mei bij het monument tussen gebouw A en B op de Bernhardkazerne te Amersfoort. Tijdens deze plechtigheid zal de Wapenoudste der Cavalerie tezamen met de Regimentscommandanten een krans leggen. Gedacht tijdschema: 14.00 uur ontvangst in gebouw O 14.35 uur opstelling ingenomen 14.45 uur intreden Standaardgroep 14.50 uur aankomst Wapenoudste en Regimentscommandanten 15.15 uur einde plechtigheid en gelegenheid tot samenzijn in gebouw O 16.30 uur einde bijeenkomst
Een nieuw Rotterdams initiatief! Tegemoetkomend aan de behoefte en de wens om elkaar weer maandelijks te treffen: een VOC-borrel in de avonduren. Naast de VOC-lunch op ‘de Maas’ (eens in de drie maanden), geeft deze bijeenkomst extra ruimte aan de VOC-leden die zich onder lunchtijd niet zo gemakkelijk vrij kunnen maken. De borrel zal plaatsvinden op de Rotterdamsche Manege op elke eerste donderdag van de maand. Deze VOC-borrel start op 5 februari 2015. Aanvang is om 19.30 uur en kan worden gevolgd door een diner om 20.30 uur op dezelfde locatie. Het lijkt ‘hippisch-zwaar’, maar de borrel is met name bedoeld voor cavalerie ‘platvoeters’, dus huzaren die zich niet elke dag te paard bewegen naar kantoor, maar die wel kunnen genieten van de geurcombinatie van paardenzweet en bier. Aanspreekpunt is de oud-reserve eerste luitenant Jurgen Venteville. Mobiel 06-37319965. De Rotterdamsche Manege is gevestigd aan de Kralingseweg 120 - 3062 CG Rotterdam. ●
De Wapenoudste der Cavalerie, brigadegeneraal G.W. van Keulen, nodigt de leden van de VOC en hun gezinsleden van harte uit om bij deze herdenking aanwezig te zijn. Commandanten worden verzocht de in hun eenheid aanwezige cavaleristen hiervan op de hoogte te stellen en hen in de gelegenheid te stellen om aan deze uitnodiging gevolg te geven. Tenue militairen: DT met modeldecoraties. ●
VOC Mededelingen
49
VOC MEDEDELINGEN
Op zaterdag 2 mei 2015 vindt in Dordrecht de Algemene Vergadering plaatst. Dordrecht is een gemeente met een uniek oud stadsgedeelte, een historische omgeving waar tevens de eerste Koningsdag zal worden gevierd. De leden worden ontvangen in het fraaie oude Stadhuis door burgemeester Arno Brok, die na een kort welkomstwoord iets zal vertellen over zijn fraaie historische gemeente. Dordrecht is de grootste en oudste stad van Holland en de ‘geboorteplaats’ van de Nederlandse Staat. Afgevaardigden van de adel en kooplieden uit de Hollandse steden kwamen in juli 1572 hier bijeen om Willem van Oranje in de strijd tegen de Spanjaarden te steunen. Na de vergadering wordt door de leden een borrel gedronken en de lunch genoten in De Raedtskelder onder het Stadhuis. De kelder stamt uit 1383 en was onderdeel van de Vlaamse Hal. Deze hal werd gebouwd als initiatief van Vlaamse kooplieden om de handel in Vlaanderen te stimuleren. Na de ontvangst op het Stadhuis is voor de partners een separaat programma samengesteld met een historisch-cultureel-toeristisch karakter. Uiteraard kan men ook op eigen gelegenheid de stad verkennen. De lunch zal worden gebruikt op een van de sfeervolle locaties. Na de lunch zullen op de schitterende locatie Groothoofd, waar de koninklijke familie vijf dagen eerder tijdens Koningsdag een vlootschouw zal afnemen, de dames en heren van de VOC opstappen op de overdekte fluisterboot De Halve Maen. De Halve Maen is de grootste salonboot op zonne-energie van Europa. Het schip is speciaal gebouwd voor de Biesbosch. Na de rondvaart door de Biesbosch zal de dag rond 16.00 uur worden beëindigd met een afsluitende borrel. Informatie kan worden verkregen bij de ondervoorzitter VOC, oud-reserve luitenant-kolonel mr. Dirk van Zuidam. Telefoon 06-10053946. Alle nadere bijzonderheden zijn gepubliceerd op de website. Opgave alleen via de website! ●
2015 Jubileumjaar Zutphense VOC-lunchtafel
Vrijdag 16 oktober 2015 herdenkt de op één na oudste Lunchtafel van de VOC haar 75-jarig bestaan. Daarvoor nodigen wij alle cavalerieofficieren uit dit gedenkwaardig feit met ons te vieren. Voor deze speciale gelegenheid keren wij terug naar de voormalige garnizoensstad Zutphen, waar het Vierde Half Regiment zijn afdrukken heeft achtergelaten. Helaas is er geen kazernecomplex meer te verkennen. Schoolgebouwen hebben het terrein overgenomen. De plaats van samenkomst zal zijn hotel ’s Gravenhof. Noteert u 16 oktober al vast in uw agenda. Nadere mededelingen volgen. ●
50
VOC Mededelingen
200 jr Regiment Huzaren Prins van Oranje Op 13 januari 1979 werd bij Koninklijk Besluit het op 4 april 1815 opgerichte Regiment Karabiniers Landmilitie (later bekend onder de naam 2e Regiment Huzaren) heropgericht onder de naam Regiment Huzaren Prins van Oranje. Het Regiment viert dit jaar zijn 200e verjaardag. De verjaardag zal op grootse wijze worden gevierd op zaterdag 11 april 2015 op de Bernhardkazerne te Amersfoort. Onder auspiciën van de Regimentscommandant, luitenantkolonel C.J.C.H. de Haan, en de vereniging RHPO is sinds geruime tijd een projectgroep bezig om een afwisselend programma samen te stellen. De bijeenkomst vangt aan om 13.30 uur en zal onder andere bestaan uit een regimentsappèl, een static show en een gezamenlijke Indische maaltijd. Uiteraard is er voldoende gelegenheid om met de dienstmakkers van weleer onder het genot van een drankje bij te praten. Deze bijeenkomst is zonder partners. Alle aanwezigen ontvangen een presentje als tastbare herinnering aan deze dag. Iedereen die ooit onder de Standaard van RHPO heeft gediend (ongeacht wapen of dienstvak) is van harte welkom om de viering van het 200 jarig bestaan bij te wonen. De inschrijving is inmiddels gestart. U kunt zich inschrijven via de website www.RHPO.nl of via ritmeester Poelakker op
[email protected]. De eigen bijdrage voor dit evenement is € 15. ●
PERSONEEL ›› BEVORDERINGEN Bevorderd tot rang
Actie/Reden
Ingangsdatum
Naam
Tlnt
Effectieve bevordering
01-03-2015
Olthof, André
Elnt
Effectieve bevordering
02-03-2015
Brinkgreve, Koen R.
Elnt
Effectieve bevordering
02-03-2015
de Wolf, Robert
Ritm
Effectieve bevordering
01-02-2015
Gouw, Marc
Ritm
Effectieve bevordering
01-02-2015
Senteur, Michael E.R.
Maj
Effectieve bevordering
01-02-2015
Borst, Timo de
Kol
Effectieve bevordering
16-01-2015
Dalen, Johannes A. van
PERSONEEL ›› UITSTROOM Rang
Naam
Datum
Reden
Leeftijd ontslagdatum
Elnt
Venteville, Jurgen
01-03-2015
Ontslag AMAR art. 39.2a
60
Elnt
Funke-Kaiser,Furlan
01-03-2015
Ontslag AMAR art. 154 b
34
OVERLIJDENSBERICHTEN Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van:
John G. van Brunschot Ritmeester b.d. | † 20 december 2014 in de leeftijd van 85 jaar
Gidion Janse Majoor b.d. | Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden † 27 december 2014 in de leeftijd van 75 jaar
Jhr. Willem Francois Clifford Kocq van Breugel Oud-reserve ritmeester, Drager van het Bronzen Kruis Ereteken voor Orde en Vrede met drie gespen | † 22 januari 2015 in de leeftijd van 100 jaar
Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.
VOC Mededelingen
51
IN MEMORIAM OU D -R E S E RVE EERSTE LUITENANT
JHR. MR. A.F.E. TEIXEIRA DE MATTOS ‘S-GRAVENHAGE 30 NOV 1934 Op 18 December werd in de monumentale Abdijkerk uit de 12e eeuw Abbaye de la Cambre, de eucharistieviering ter ere van Albert Teixeira de Mattos gehouden. In de plechtige anderhalf uur durende, rouwdienst, waarin prachtige gezangen ten gehore werden gebracht en o.a. gesproken werd door de drie zonen Alexander, Roland en Philip (lezingen), Claire, Albert’s zusje en Geert Boreel, werd waardig van Albert afscheid genomen. Kosmopolitisch opgegroeid met een vader in diplomatieke dienst, die achtereenvolgens ambassadeur was in Stockholm, Canberra, Moskou, Luxemburg en Brussel, was het voornamelijk zijn Engelse scholing, eerst op de EarlyWood School in Ascot en later bij de Benedictijnen op de Public School Downside in Bath, die hem gevormd heeft. Met name zijn gevoel voor discipline en militaire houding, zowel als zijn voorliefde voor sport en dan vooral rugby. Het liefst was hij in Engeland gebleven, maar zijn vader vond dat hij in Holland moest gaan studeren. Daartoe heeft hij eerst een jaar als toehoorder op een school in Den Haag gezeten om ‘Nederlands te worden’! In 1953 kwam hij in Leiden aan. Samen met zijn broer Pom en zijn neef Eduard zette hij daar de boel op stelten, maar hij was ook een actief corpslid en zat o.a. in de kroegcommissie, was lid van de studentenweerbaarheid Pro Patria en droeg Minerva een warm hart toe. Rugby speelde hij, omdat het Leidsch Studenten Corps geen rugbyvereniging had, n.b. in Delft om dan na de wedstrijd op Phoenix, in het hol van de leeuw, aan de borrel te gaan.
|
† BRUSSEL 6 DEC 2014
Meerdere keren heeft hij, als aanvoerder van zijn Leidenaren, de vierdaagse gelopen en wist hij met veel liederlijk gezang en indien nodig met opbeurende spiritualiën en desnoods nam hij hen op de nek, de mannen de streep over te krijgen. Ook in dienst liep hij een keer mee met zijn peloton, die hem o.a. hierdoor op handen droegen. Na het behalen van zijn rechtenbul, meldde hij zich in juni 1960 op de Willem III kazerne te Amersfoort, waar wij hem in onze lichting 60-3 begroetten. Hij maakte meteen een onuitwisbare indruk door zijn stoere en militante voorkomen en werd daardoor onze officieuze leider. Er was niemand die zo de Engelse groet (helaas verdwenen, net als de Sam Browne en de officiersstok) kon brengen als Albert en als hij zich meldde sloegen de stenen bijkans uit de grond. Maar hij zag ook de betrekkelijkheid van de strenge discipline in en met een zekere ironie zocht hij daar de grenzen van op. Zo marcheerde hij ons, nog in de rekrutentijd, met de rammelende eetblikken aan onze koppel, af naar de eetzaal en leerde ons toen tot onze grote hilariteit ‘het rechtsomkeert met sambapas’. Gelukkig niet onder het oog van een disciplinaire wachtmeester. Alles moest met korte orders snel gebeuren en als je zijn tempo niet kon bijbenen, dan had je een probleem. Zo wist je niet hoe snel je in zijn VW kever moest instappen en nog net het portier kon dichtslaan, of hij scheurde al de poort uit. Bijvoorbeeld naar Amsterdam, waar we in ons ‘eerste
OU D -R E S E RVE EERSTE LUITENANT
ROB KORPERSHOEK HILVERSUM, 26 JANUARI 1926 Onlangs vernamen wij dat Rob Korpershoek op 8 mei 2014 is overleden. Van 1940 tot 1945 was hij een zeer verdienstelijk verzetstekenaar en cartoonist, die over de gehele oorlogsperiode een groot aantal illegale pamfletten, strooibiljetten, affiches en spotprenten tekende en verspreidde. Met
52
VOC Mededelingen
|
† WEERSELO, 8 MEI 2014
zijn scherpe tekenpen hekelde hij de Duitse bezetters en hun trawanten en stak hiermee vele ‘goede’ burgers een hart onder de riem. November 1947 kwam hij als dienstplichtige op bij het Regiment Huzaren van Boreel. Van januari tot en met oktober 1948 volgde hij de opleiding tot reserve offi-
IN MEMORIAM
grijs’ brutaal het toentertijd duurste restaurant Dikker en Thijs binnenstapten en de gerant, minzaam overbluft door Albert, ons zuinigjes naar een tafel bracht. Maar de uiteindelijke cheque vergoedde veel. Ook het Havenrestaurant met een prachtig uitzicht over Amsterdam was favoriet bij Albert. Natuurlijk wist hij hoe het hoorde, maar met het nodige overwicht en met zijn charme, wist hij de etiquette en regels aardig op te rekken. Winter ’61 braken wij in tankoveralls in op een inteken diner op huize Kloosterend in de Bilt ter gelegenheid van het a.s. huwelijk van Willem Boellaard en Miente Stheeman. De oude Boellaard vond het prachtig en zette ons op een prominente plaats te midden van het keurige in rok gestoken gezelschap. De sociëteiten van Utrecht en Amsterdam werden regelmatig onveilig gemaakt, waar men ons vaak, niet zonder enig rumoer en met weinig politesse, tenslotte weer de deur uit wist te werken. De heren studenten bleken weinig onder de indruk van ons in SROC-uniform gekleed gezelschap. Samen hebben wij nog de MCAM gereden; kaartlezen was niet zijn fort, dat liet hij aan mij over, maar sturen kon hij als de beste. Zelfs toen de koppeling het begaf. De parate tijd bracht Albert door - na opgenomen te zijn in het Regiment Huzaren van Sytzama - bij 11 Tankbataljon in Oirschot als pelotonscommandant bij het B-eskadron van de toenmalige ritmeester M.C van der Hoog. Ook van deze tijd genoot hij; hij heeft zelfs 6 maanden bijgetekend. Een eigen peloton, schietoefeningen in Hohne, gepaard met een rugby wedstrijd tegen Engelse militairen, La Courtine, you name it en Teixeira was erbij en deed mee. Bij al deze verplaatsingen bediende Albert zich veelal van voornoemde VW Kever. Of dit hem in zijn militaire uniform aan de grenzen geen problemen bezorgde vroegen wij wel eens, maar hij hoefde slechts zijn diplomatieke paspoort te laten zien om ongehinderd door te kunnen rijden. Natuurlijk was het Albert die in juni 1991 SROC klas 60-3 opriep tot een reünie
cier bij de cavalerie (SROC Blauw) en slaagde als beste van zijn klas voor het kornetexamen. November 1948 vertrok hij met zijn klasgenoten met de ss ‘Waterman’ naar toenmalig Nederlands Oost-Indië. Daar werd hij ingedeeld bij het Eerste Regiment Huzaren van Boreel op West Java. In de zomer van 1950 keerde hij terug naar Nederland en werd toen gedemobiliseerd. Hij voltooide zijn studie Geologie en werkte daarna in de exploratie naar grondstoffen in Angola en Brazilië. Jarenlang was hij een vast en gewaardeerd lid van de
op de Bernhardkazerne. In zijn karakteristieke stijl eindigde hij de convocatie met: ‘a.u.b. onmiddellijke actie per retour’. Na de dienst startte zijn glanzende carrière in de vastgoedwereld, eerst als persoonlijk assistent van de heer Zwolsman, de vastgoed tycoon. In April ’64 trouwde hij met Reina de Blocq van Scheltinga met wie hij 3 zonen kreeg. Datzelfde jaar nam hij in Brussel de leiding over 3 man van een net opgerichte dochter van het grote Engelse vastgoed concern Jones Lang Wootton. Toen hij uiteindelijk uitgekocht werd door JLW in 1978, werkten daar 120 man. Daarna richtte hij zijn eigen vastgoed- en advies bureau op, waar hij zeer succesvol mee was, mede door zijn grote netwerk. Hij kende iedereen en meer nog, iedereen kende hem, van Jaap Rost Onnes tot Prinses Irene. In 1989 keerde hij terug in Holland, om in 1994 na zijn scheiding, het werk weer in Brussel voort te zetten. Helaas kon vanaf 2003 zijn lichamelijke, maar ook geestelijke gezondheid het allemaal niet meer bijbenen en vond hij het werken wel welletjes. Het ging allemaal langzaam achteruit en vooral de laatste maanden ging het hard. Omringd door zijn zusje Claire en zijn zoons Alexander, Roland en Philip overleed hij op 6 December in de kliniek Résidence Palace te Uccle. Zijn heengaan laat ons achter met een onuitwisbare herinnering aan zijn persoonlijkheid. Wij wensen zijn zoons en overige dierbaren veel courage bij het verwerken van het heengaan van onze wapenbroeder en deze huzaar pur sang. Namens de SROC-lichting 60-3, zoals hijzelf altijd ondertekende:‘Very best of beste groet, je oude vriend of makker!’ Oud-reserve eerste luitenant L.H. van Unen Oud-reserve eerste luitenant Jhr. Ir. A.J. Sandberg
Cavalerieborrel in Rio de Janeiro. Voor zijn optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving Rob Korpershoek het Verzetsherdenkingskruis en voor het redden van een Joods meisje de onderscheiding Yad Vashem. Wij verkiezen in hem een trouwe en oprechte vriend. Een man van ‘rechtdoor’ ! Luitenant-kolonel b.d. P. Hoevenaars Oud-reserve eerste luitenant G.F. van der Lee
VOC Mededelingen
53
REGELMATIG TERUGKERENDE BIJEENKOMSTEN Lunches Zutphen Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Bosrestaurant Joppe te Joppe. Info en opgave: maj b.d. H.A.G. Nix T 0575 528002 E
[email protected]
Den Haag Elke tweede donderdag van de maand in de Haagsche Club, Info en opgave: bij lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber. T 06 55 99 18 08 E
[email protected]
Eemland lunch Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave: bij kol b.d. mr. C.H. Blok. T 0546 601 091 E
[email protected]
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info en opgave: res elnt W. Aalders, E
[email protected]
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave: oud-res ritm drs. R. Soelaksana T 06-53815099 E
[email protected]
Borrels Nederland Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel wordt in beginsel in Loosdrecht gehouden in de maanden maart, juni en november. De borrel wordt gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm mr. M.P. Oortman Gerlings, E
[email protected] of bij de res lkol mr. J.F. Verhaert: E
[email protected]
54
VOC Mededelingen
Rotterdam Elke eerste donderdag van de maand vanaf 19.30 uur (en kan worden gevolgd met een diner om 20.30 uur) in de Rotterdamsche Manege - Kralingseweg 120. Info en opgave: oud-res elnt J. Venteville. T 06 37319965 E
[email protected]
Borrels buitenland Australië Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. T (privé) 029 634 18 22 E
[email protected]
België Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, E
[email protected]
Canada Cavaleristen woonachtig of op doorreis in Canada worden uitgenodigd voor een borrel bij iedere gelegenheid die zich aandient in ‘The Canadian Army Officers’ Mess’ - 149 Somerset Street West. K2P OH7 Ottawa. Contact (1 dag vooraf): res elnt Hubert Arnold T (1) 613-761-1939 E
[email protected]
Duitsland Fehmarn Oud res elnt Rolf Reijnders nodigt (oud-)cavaleristen die het eiland Fehmarn bezoeken, uit voor een borrel. Hauptstrasse 49, D-23769 Fehmarn OT Landkirchen. T +49 171 5510424 E
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. T +33 546 22 63 20 E
[email protected] Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf.
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten. E
[email protected]
Luxemburg Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F 00 (352) 770 436
Nieuw-Zeeland Oud-res ritm Rob Zaagman nodigt (oud-)cavaleristen die in NieuwZeeland zijn - uit voor een borrel. Contact via: Secretariaat ambassadeur Nederlandse Ambassade Cooperative Building, Level 10 Corner Featherstone & Ballance Streets, Wellington T +64 4 471 6394 E
[email protected]
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Contact: lkol b.d. Leo Venrooy. T 00277 85 81 55 82 E
[email protected]
USA Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. T (kantoor) 717 393 15 51 T (privé) 717 393 30 05
Atlanta bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327. T 404 323 60 75 / 404 843 39 46 E
[email protected]
VOC ACTIVITEITENKALENDER A PR IL Donderdag 2 april VOC & VIO Symposium ‘Mali’ Genm Kootkazerne - Stroe
[email protected] VOC Lunchtafel te Joppe Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002 De Rotterdamsche Manege Kralingseweg 120 - Rotterdam Borrel (vanaf 19.30 uur) en diner (20.30 uur). Info/aanmelden: oud-res elnt Jurgen Venteville E
[email protected] T 06 373 19965 Officierskantine Legerplaats Oldebroek Gezamenlijk borrel met maaltijd VOA/VOC. Aanvang 16.00 uur Info/aanmelden: lkol tit W.L. Plink (tenminste een week vooraf contact) E
[email protected] T 055-2070906
Donderdag 9 april Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Haagsche Club Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Donderdag 16 april VOC Eemland Lunch te Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601091
Woensdag 22 april VOC Brabantse Lunch Het Buffet van Nix Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud-res maj R. Hiltmann E
[email protected] T 06-12645640
MEI
15.15 uur gelegenheid tot samenzijn 16.30 uur einde bijeenkomst
Zaterdag 2 mei Algemene Vergadering VOC Locatie: Dordrecht. Ontvangst op het monumentale Stadhuis. Vanaf 10.30 uur tot ± 16.00 uur Voor bijzonderheden zie website. Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van Zuidam Opgave alleen via de website T 06 100 53 946
Donderdag 7 mei VOC Lunchtafel te Joppe Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002 De Rotterdamsche Manege Kralingseweg 120 - Rotterdam Borrel (vanaf 19.30 uur) en diner (20.30 uur). Info/aanmelden: oud-res elnt Jurgen Venteville E
[email protected] T 06 373 19965 Officierskantine Legerplaats Oldebroek Gezamenlijk borrel met maaltijd VOA/VOC. Klootschieten - met partners aanvang 15.00 uur Info/aanmelden: lkol tit W.L. Plink (tenminste een week vooraf contact) E
[email protected] T 055-2070906
Donderdag 14 mei Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Haagsche Club Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Donderdag 21 mei VOC Eemland Lunch te Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 27 mei Vrijdag 1 mei Herdenking Gevallenen Cavalerie Bernhardkazerne - Amersfoort 14.00 uur ontvangst 14.35 uur aanvang plechtigheid
VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: lkol b.d. E.A. Puik E
[email protected] T 06-48798193
JUNI Donderdag 4 juni VOC Lunchtafel te Joppe Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002 De Rotterdamsche Manege Kralingseweg 120 - Rotterdam Borrel (vanaf 19.30 uur) en diner (20.30 uur). Info/aanmelden: oud-res elnt Jurgen Venteville E
[email protected] T 06 373 19965 Officierskantine Legerplaats Oldebroek Gezamenlijk borrel en maaltijd VOA/ VOC. Info/aanmelden: lkol tit W.L. Plink (tenminste een week vooraf contact) E
[email protected] T 055-2070906
Donderdag 11 juni Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Haagsche Club Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Woensdag 17 juni Rotterdam VOC lunch Locatie: KR&ZV De Maas vanaf 12.00 uur. Info/aanmelden: oud-res elnt W.J.G. Aalders E
[email protected]
Donderdag 18 juni VOC Eemland Lunch te Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 24 juni VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud-res ritm drs. R. Soelaksana E
[email protected] T 06-53815099
VOC Mededelingen
55
VAN DE REDACTIE
VOC Mededelingen