PROFESSIONEEL STATUUT ACCARE Wat is er gewijzigd? Op grond van nieuwe regelgeving van de Nederlandse Zorgautoriteit is het Professioneel Statuut gewijzigd. De eisen aan het hoofdbehandelaarschap zijn strikter geworden. Daardoor is de groep medewerkers die behandelverantwoordelijkheid kan dragen beperkter geworden. Zij zijn ook weer hoofdbehandelaar gaan heten. Ons beleid waarbij ook andere bekwame behandelaren hoofdbehandelaar konden zijn hebben we daarmee helaas bij moeten stellen.
Versie 4 4 april 2013
Professioneel Statuut Accare
Professioneel Statuut Accare Toelichting bij versie 4 van het Professioneel Statuut Dit is de vierde versie van het Professioneel Statuut. Het eerste professioneel statuut is in 2007 vastgesteld, het tweede in november 2011, de derde in 2012. Dit laat zien dat het Professioneel Statuut een dynamisch document is. Op grond van nieuwe regelgeving van de Nederlandse Zorgautoriteit moet het Professioneel Statuut worden gewijzigd. De belangrijkste wijziging is dat het hoofdbehandelaarschap is voorbehouden aan een selecte groep van medewerkers. Ons beleid waarin we ook behandelverantwoordelijkheid toekenden aan medewerkers met een andere achtergrond en die wij wel voldoende bekwaam achten om deze verantwoordelijkheid uit te kunnen oefenen, hebben we daarmee helaas moeten bijstellen. De zorgverzekeraar is daarmee niet akkoord gegaan. De volgende zaken zijn aangepast:
Behandelverantwoordelijke = Hoofdbehandelaar
Bevoegdheden: o
Behandelverantwoordelijkheid
o
DBC-Hoofdbehandelaar
o
Het stellen van een diagnose
o
Correspondentie
Pagina 2 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Documentgegevens Eigenaar
Raad van Bestuur
Auteurs
Peter Dijkshoorn (versie 1 t/m 4), Alice Broersma (versie 1 t/m 4) Erik Mulder (versie 3 en 4) Arien Storm (versie 4) Ruud Minderaa (versie 1 en 2), Peter van der Noord (versie 1)
Functie
leden Behandel Inhoudelijk Overleg (BIO)
Datum
26 februari 2013
Historie Oorspronkelijke versie (versie 1)
25 september 2007
Versie 2
23 november 2011
Versie 3
1 juni 2012
Evaluatie
12 maart 2013
Door
BIO
Aard wijziging
wijzigingen in de bevoegdheden (nav NZaBeleidsregel en afspraken zorgverzekeraar)
Procesgegevens Status
Vastgesteld
Versie
4
Organisatieonderdeel van toepassing
Accare
Vindplaats
Accarenet | Zorg |Professioneel Statuut
Vastgesteld door
Raad van Bestuur
Vastgesteld op
4 april 2013
Evaluatie/revisiedatum
november 2014
Code
BB | AJB | 2013.011
Aantal pagina‟s incl. voorblad en bijlagen
44
Pagina 3 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
Inhoudsopgave Inleiding
6
De high lights uit het professioneel statuut
8
1
Bestuurlijke verantwoordelijkheid
10
2
Organisatorische en professionele verantwoordelijkheid
10
2.1
Management
10
2.2
Behandelbeleid van de instelling versus professionele autonomie
10
2.3
Aansprakelijkheid
11
3
Begrippenkader
12
4
Bevoegdheden en bekwaamheden
13
4.1
Inleiding
13
4.2
De Wet BIG in vogelvlucht
13
4.3
Bevoegdheid en beschrijving van de deskundigheidsgebieden
15
4.4
Bekwaam
15
5
Behandelverantwoordelijkheid
17
5.1
Inleiding en definitie
17
5.2
Wie kan binnen Accare hoofdbehandelaar zijn?
19
5.3
Welke consequenties heeft behandelverantwoordelijkheid?
20
5.4
De rol van de kinder- en jeugdpsychiater als de behandelverantwoordelijk-
22
heid ligt bij een niet-kinder- en jeugdpsychiater 6
7
De verdeling van taken en bevoegdheden tussen de verschillende disciplines
23
6.1
Het stellen van de diagnose
23
6.2
Indicatiestelling voor behandeling
24
6.3
Vaststellen van het behandelplan
24
6.4
Het voorschrijven van medicatie
24
6.5
BOPZ-verantwoordelijkheden
24
6.6
Voorbehouden handelingen uit de BIG
25
6.7
Risicovolle handelingen
25
Verhouding tussen de diverse disciplines die bij een behandeling van een patiënt zijn
26
betrokken 8
Opleidingssituaties
27
8.1
Inleiding
27
8.2
De opleideling is een arts in opleiding tot psychiater
28
8.3
De opleideling is een psychiater in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater
28
8.4
De opleideling is een gedragswetenschapper in opleiding tot GZ-psycholoog
28
8.5
De opleideling is een GZ-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog
28
8.6
Stagiaires van andere opleidingen
29 Pagina 4 van 36
Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
9
Spoedeisende hulpverlening
30
10
Detachering op andere werkplekken
31
11
Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg
33
Bijlage 1
Formulier Bevoegd- en Bekwaamheidsverklaring
Pagina 5 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
Inleiding De behandeling van een patiënt wordt binnen Accare regelmatig door meer dan één behandelaar uitgevoerd. Er is dan vrijwel altijd sprake van samenwerking tussen verschillende disciplines en behandelaars. Bovendien is het werk organisatorisch ingebed in clusters of afdelingen met leidinggevenden die eveneens een rol vervullen bij het dagelijkse werk. Accare is ervan overtuigd dat goed samenwerkende professionals een belangrijke factor zijn voor het aanbieden en verlenen van adequate zorg. Dit impliceert echter niet dat er gesproken kan worden van teamverantwoordelijkheid; professionals zijn te allen tijde conform relevante wettelijke voorschriften individueel verantwoordelijk te houden. In dit professioneel statuut wordt beschreven hoe de verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de verschillende disciplines1 zijn verdeeld en hoe de verantwoordelijkheden van behandelaars en leidinggevenden zich ten opzichte van elkaar verhouden. De beschrijving van de juridische en organisatorische kaders waarbinnen wordt gewerkt is in de eerste plaats ingegeven door de behoefte aan duidelijkheid van medewerkers. Er worden door behandelaars regelmatig vragen gesteld over verantwoordelijkheden en de verdeling van verantwoordelijkheden ten opzichte van elkaar. Ook het begrip “medische eindverantwoordelijkheid” passeert regelmatig de revue waarbij nog regelmatig wordt gedacht dat de psychiater eindverantwoordelijk is voor de totale behandeling, inclusief het handelen van medebehandelaars. De kaders worden gesteld door: Wet- en regelgeving en jurisprudentie (inclusief gedragscodes) Opleidingseisen Beleid Accare Dit professioneel statuut biedt algemene kaders. Daarbinnen bestaat voor de divisies ruimte voor eigen beleid. Per divisie wordt uitgewerkt welke medewerkers welke verantwoordelijkheden hebben. In dit statuut zijn geen functieomschrijvingen opgenomen. Daar waar taken en verantwoordelijkheden van verschillende disciplines elkaar raken wordt duidelijkheid gegeven hoe de verhoudingen behoren te liggen. De invulling van de eis in de Kwaliteitswet Zorginstellingen dat er sprake moet zijn van transparante verantwoordelijkheden is een tweede reden om een professioneel statuut te maken. Het vastleggen van een heldere verantwoordelijkheidsverdeling is daarnaast ook een HKZ-norm (de rubrieken 2.3 en 5.3) waaraan het professioneel statuut tegemoet komt. Tenslotte beveelt de CAO GGZ een professioneel statuut in de instelling aan. Bij het opstellen van het professioneel statuut is het zinvol om naast een verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden ook iets te zeggen over beroepshouding. Dit vergemakkelijkt de toepassing van het professioneel statuut in de dagelijkse praktijk.
1
Daar waar gesproken wordt over disciplines wordt dit bedoeld in de zin van de functie waarin iemand is aange-
steld en op basis waarvan bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn toegekend. Pagina 6 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Accare hanteert de volgende uitgangspunten met betrekking tot de beroepshouding van de bij haar werkzame professionals. Deze uitgangspunten geven kort en krachtig weer wat professionals van elkaar en wat patiënten van Accare mogen verwachten: Medewerkers van Accare
stellen zich ten dienste van de patiënt en zijn of haar systeem
laten geen patiënten tussen wal en schip raken, dat wil zeggen dragen er zorg voor dat er binnen afgesproken en acceptabele termijnen passende hulp geboden wordt
nemen de verantwoordelijkheid voor hun eigen taak en daar waar nodig nog wat meer
werken volgens de principes van evidence based practice.
De Raad van Bestuur heeft de keuze gemaakt om niet te streven naar uniformiteit op alle aspecten maar op onderdelen verschillende werkwijzen tussen de divisies mogelijk te maken. Daar waar dit het geval is wordt het nadrukkelijk genoemd in dit statuut. Het professioneel statuut beschrijft, zoals gezegd, vanuit het multidisciplinaire karakter van de zorg de verhouding tussen Accare als instelling en de professionals en tussen de professionals onderling. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheden, beroepscodes, opleidingseisen evenals met de binnen Accare geldende richtlijnen en voorschriften. Dit professioneel statuut geeft weer hoe Accare invulling geeft aan de eis dat er sprake moet zijn van een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling dat dit redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde zorg en goed hulpverlenerschap. Het is de bedoeling dat Accarebreed volgens de uitgangspunten van dit professioneel statuut wordt gewerkt. Daar waar dit niet mogelijk is zal moeten worden bekeken hoe onder de gegeven omstandigheden de uitgangspunten zo dicht mogelijk worden benaderd. Afgezien van de wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheden (deze zijn aangegeven met een
)
is dit professioneel statuut geen wet maar een leidraad voor het werken binnen Accare. Professionals moeten echter steeds hun handelen blijven afwegen en het belang van de patiënt daarbij voorop stellen. Het professioneel statuut biedt daarbij een handvat maar als feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven kan van dit professioneel statuut gemotiveerd en beargumenteerd worden afgeweken in het belang van de patiënt. Soms is het in de praktijk niet mogelijk gebleken om volgens de uitgangspunten van het Professioneel Statuut te werken, bijvoorbeeld door krapte op de arbeidsmarkt en teruglopende budgetten. Dit wordt gezien als een organisatievraagstuk waarbij de divisiedirectie onder de gegeven omstandigheden beslist om taken en bevoegdheden anders te organiseren waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de geest van dit Professioneel Statuut. Het is geen reden geweest om de uitgangspunten aan te passen. Het stuk is op een aantal punten bijgesteld en aangevuld. Aan de totstandkoming van dit professionele statuut zijn discussies voorafgegaan. Dit professioneel statuut is blijvend in ontwikkeling. In 2015 zal het professioneel statuut opnieuw worden geëvalueerd, tenzij daartoe eerder aanleiding is.
Pagina 7 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
De highlights uit het professioneel statuut
Het duale management draagt gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het behandelbeleid en de bedrijfsvoering maar geen verantwoordelijkheid voor de behandeling van een individuele patiënt. (§ 2.1)
Accare respecteert de professionele autonomie van professionals. Aan de andere kant dient de professional protocollen en richtlijnen in de instelling in acht te nemen (§2.2).
Een behandelaar is alleen bevoegd handelingen verrichten:
die binnen het deskundigheidsgebied van de betreffende beroepsgroep vallen en
waartoe hij ook bekwaam is en
waartoe hij door de instelling is aangewezen (§ 4.1)
Onbekwaam = Onbevoegd (§ 4.2)
Voorbehouden handelingen mogen alleen in opdracht van een arts of psychiater worden uitgevoerd. (§ 4.2)
Bekwaamheid betekent niet alleen dat een medewerker door opleiding en ervaring goed toegerust is om een handeling te verrichten maar met name ook dat de medewerker weet wanneer de grens van zijn of haar deskundigheid en bekwaamheid is bereikt en wanneer hij of zij een deskundige collega dient te raadplegen c.q. de behandeling aan een ander dient over te dragen (§ 4.4).
Behandelverantwoordelijkheid is de primaire zeggenschap over en aanspreekbaarheid op de inhoud en uitvoering van het gehele zorgproces van een individuele patiënt. Er is sprake van behandelverantwoordelijkheid in alle fasen van het zorgproces: van de allereerste start in de diagnostiekfase tot ontslag. (§ 5.1)
Behandelverantwoordelijkheid kan slechts door één persoon worden uitgeoefend: door de hoofdbehandelaar. Verantwoordelijkheid kan niet door een team worden uitgeoefend. (§ 5.1). Bij afwezigheid van de hoofdbehandelaar hebben de overige leden van het team ieder voor zich en/of in gezamenlijkheid de plicht om te zorgen dat het behandelproces ook zonder de hoofdbehandelaar doorloopt.
Taken die behoren tot de behandelverantwoordelijkheid kunnen worden gedelegeerd (§ 5.1).
Ieder teamlid is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen aandeel in de behandeling en is daarop ook aanspreekbaar. Het teamlid voorziet de hoofdbehandelaar regelmatig van informatie zodat de hoofdbehandelaar zijn verantwoordelijkheid kan waarmaken (o.a. door adequate rapportage in het EPD). (§ 5.1)
Binnen Accare kunnen de volgende disciplines hoofdbehandelaar zijn:
De kinder- en jeugdpsychiater
De psychiater
De klinisch psycholoog Pagina 8 van 36
Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
De klinisch neuropsycholoog
De GZ-psycholoog
De orthopedagoog-generalist
De psychotherapeut
De orthopedagoog-generalist
De GGZ-arts die expliciet de bevoegdheid heeft gekregen om hoofdbehandelaar te zijn
(§ 5.2)
Behandelverantwoordelijkheid brengt met zich mee dat de hoofdbehandelaar beoordeelt of hij de patiënt zelf ziet. In de diagnostiekfase moet hij de patiënt wel zelf zien of spreken (face-toface, ear-to-ear of bit-to-bit. (§ 5.3).
Behandelverantwoordelijkheid kan worden overgedragen als het zwaartepunt in de behandeling anders komt te liggen. (§ 5.2)
Wanneer een ander dan de kinder- en jeugdpsychiater behandelverantwoordelijkheid draagt dan moet de kinder- en jeugdpsychiater in een aantal gevallen worden geraadpleegd (§ 5.4). Hetzelfde geldt in de dienst buiten kantooruren in de verhouding tussen voorwacht en achterwacht (H9).
Het stellen van de diagnose is binnen Accare voorbehouden aan dezelfde disciplines als de disciplines die hoofdbehandelaar kunnen zijn. (§ 6.1)
De indicatiestelling voor behandeling is voorbehouden aan bepaalde disciplines. Deze zijn omschreven in § 6.2.
Het voorschrijven van medicatie is voorbehouden aan artsen en onder voorwaarden aan verpleegkundig specialisten ggz (§ 6.4).
Op grond van de BOPZ zijn er bijzondere bevoegdheden voor psychiaters die andere disciplines niet hebben. Deze staan omschreven in § 6.5.
In opleidingssituaties moet de supervisor steeds de bekwaamheid van de opleideling inschatten en is ook verantwoordelijk voor deze inschatting (H8).
Hoe de verantwoordelijkheid is geregeld bij detachering naar andere werkplekken is afhankelijk van de afspraken daarover (H10).
Accare hanteert de volgende uitgangspunten met betrekking tot de beroepshouding van de bij haar werkzame professionals. Deze uitgangspunten geven kort en krachtig weer wat professionals van elkaar en wat patiënten van Accare mogen verwachten: Medewerkers van Accare
stellen zich ten dienste van de patiënt en zijn of haar systeem
laten geen patiënten tussen wal en schip raken, dat wil zeggen dragen er zorg voor dat er binnen afgesproken en acceptabele termijnen passende hulp geboden wordt
nemen de verantwoordelijkheid voor hun eigen taak en daar waar nodig nog wat meer
werken volgens de principes van evidence based practice.
Pagina 9 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
1
Bestuurlijke verantwoordelijkheid De Raad van Bestuur bestuurt Accare en is daarmee verantwoordelijk voor het totale beleid en de gang van zaken binnen de instelling. Dit betreft zowel de bedrijfsvoering, de patiëntenzorg, als het scheppen van adequate randvoorwaarden hiervoor. De Raad van Bestuur handelt binnen de Zorgbrede Governance Code. Concreet betekent dit het volgende:
De Raad van Bestuur draagt zorg voor het waarborgen van de rechten van de patiënt
De Raad van Bestuur draagt zorg voor de inzet van bevoegde en bekwame medewerkers
De Raad van Bestuur richt de organisatie zodanig in dat verantwoorde zorg kan worden geboden aan patiënten en dat professionals hun verantwoordelijkheid kunnen nemen
De Raad van Bestuur houdt toezicht op goed hulpverlenerschap van medewerkers
De Raad van Bestuur houdt toezicht op de naleving van richtlijnen, procedures en protocollen
De Raad van Bestuur kan taken delegeren aan divisiedirecties maar blijft eindverantwoordelijk voor de kaders. De divisiedirecties zijn bij delegatie verantwoordelijk voor de organisatie van de zorg binnen hun eigen divisie en de bedrijfsmatige aspecten daarvan. De leden van de Raad van Bestuur dragen, in die hoedanigheid, geen behandelverantwoordelijkheid voor de behandeling van een individuele patiënt maar zijn wel verantwoordelijk voor de randvoorwaarden waarbinnen de patiëntenzorg wordt uitgevoerd.
2
Organisatorische en professionele verantwoordelijkheid
2.1
Management Leidinggevenden dragen, in die hoedanigheid, geen behandelverantwoordelijkheid voor de behandeling van een individuele patiënt. De functies van leidinggevende en hoofdbehandelaar zijn onderscheiden, maar kunnen wel door dezelfde persoon worden uitgeoefend. Binnen Accare is er sprake van duaal management. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een leidinggevende behandelbeleid en een leidinggevende algemene zaken die gezamenlijk collegiaal verantwoordelijk zijn voor het totaal van het desbetreffende organisatieonderdeel2. Er zijn verschillende functies en benamingen mogelijk (onder andere divisiedirecteur, clusterhoofd, afdelingshoofd). Binnen het management zijn de taken verdeeld. Zo heeft de leidinggevende algemene zaken de organisatie- en beheersaspecten als primair aandachtsgebied en heeft de leidinggevende behandelzaken het behandelbeleid binnen het organisatieonderdeel als primair aandachtsgebied. Dit alles binnen de kaders die door de Raad van Bestuur worden gesteld.
2
Alleen de verantwoordelijkheden die een directeur behandelzaken heeft als geneesheer-directeur in de zin van
de BOPZ vallen niet onder deze collegiale verantwoordelijkheid. In gevallen van afwezigheid wordt deze verantwoordelijkheid waargenomen door een collega-directeur behandelzaken van een andere divisie. Zie hiervoor notitie “Verplichtingen en bevoegdheden geneesheer-directeur voortvloeiend uit de BOPZ” in het Kwaliteitshandboek (Documenten Zorg Juridisch) Pagina 10 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare 2.2
Behandelbeleid van de instelling versus professionele autonomie Een groot aantal beroepsbeoefenaren heeft een eigen professionele autonomie. Dit wil zeggen dat de beroepsbeoefenaar vanuit zijn specifieke deskundigheid en beroepscodes een eigen verantwoordelijkheid (professionele standaard3) heeft. Accare moet en wil deze professionele autonomie respecteren. De beroepsbeoefenaar moet de ruimte hebben om vanuit zijn deskundigheid invulling te geven aan zijn professionele verantwoordelijkheid. Concreet houdt dit in dat Accare niet van een beroepsbeoefenaar kan eisen dat hij of zij handelt in strijd met zijn/haar professionele standaard. Onder professionele autonomie is inbegrepen de verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar om verantwoording af te leggen over zijn of haar handelen. De instelling kan aan de uitoefening van de patiëntenzorg wel regels en richtlijnen stellen. Zo dient een beroepsbeoefenaar zich te houden aan protocollen en richtlijnen die de instelling heeft opgesteld, bijvoorbeeld behandelbeleid voor bepaalde doelgroepen. Als de medewerker in een individuele casus afwijkt van instellingsprotocollen dan dient hij dit gemotiveerd te doen met een vermelding in het dossier.
2.3
Aansprakelijkheid Een behandelaar moet betrouwbaar en transparant zijn in de relatie met de patiënt. Dit betekent dat zorgvuldig moet worden gehandeld. Elke behandelaar is alleen verantwoordelijk voor zijn of haar eigen aandeel in de behandeling en is hierop ook aanspreekbaar voor de patiënt. Bij een eventuele procedure4 zal steeds het toetsingscriterium zijn: “de zorgvuldigheid die onder de omstandigheden van het concrete geval van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht”. Dit is het goed hulpverlenerschap conform de WGBO. Een behandelaar kan individueel worden aangesproken via het klachtrecht, het tuchtrecht (alleen de BIG-geregistreerde disciplines), het verenigingstuchtrecht (bijv. bij het NIP of de NVO voor leden van die beroepsverenigingen), het strafrecht of het burgerlijk recht. Daar waar onzorgvuldig handelen leidt tot aansprakelijkheid voor de eventuele schade ligt de aansprakelijkheid bij Accare als instelling (Accare heeft hiervoor een aansprakelijkheids-verzekering) en niet bij de individuele medewerker, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid 5.
3
Evidence based werken maakt als regel deel uit van de professionele standaard.
4
Wanneer de patiënt van mening is dat een behandelaar inbreuk maakt op zijn of haar rechten dan staan er
verschillende wegen open: de klachtencommissie, de tuchtrechter (alleen bij een BIG-geregistreerde behandelaar), verenigingstuchtrecht (bijv. NIP, NVO), de burgerlijke rechter of de strafrechter. 5
Zie hiervoor de nota Schadebeleid Pagina 11 van 36
Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
3
Begrippenkader Allereerst is het goed om te starten met het vastleggen van de begrippen die verder in dit professioneel statuut steeds terug zullen komen.
Professional De hulpverlener die beroepsmatig diagnostiek, begeleiding of behandeling verleent aan een patiënt en die een arbeidsovereenkomst met Accare heeft.
Behandelaar De professional die rechtstreeks betrokken is bij de zorg voor een individuele patiënt.
Behandelcoördinator Behandelcoördinator is een functiebenaming en geen aanduiding van een verantwoordelijkheid. De behandelcoördinator is iemand die behandelverantwoordelijkheid draagt voor het geheel van de behandelingen van een team, bijvoorbeeld in een klinisch team. Daarvoor kan dan eventueel de functiebenaming behandelcoördinator gebruikt worden.
Behandelverantwoordelijkheid Behandelverantwoordelijkheid is de primaire zeggenschap over en aanspreekbaarheid op de inhoud en uitvoering van het gehele zorgproces van een individuele patiënt. Er is sprake behandelverantwoordelijkheid in alle fasen van het zorgproces: van de allereerste start in de diagnostiekfase tot ontslag.
Behandelplan Het individuele plan dat is afgesproken met de patiënt en/of wettelijk vertegenwoordigers en dat het onderzoek en de behandeling beschrijft naar aanleiding van de hulpvraag. Wanneer er meerdere behandelaren zijn betrokken bij de behandeling van een patiënt kan het behandelplan zijn samengesteld uit verschillende deelplannen die zijn opgesteld voor de verschillende onderdelen van de behandeling.
Bevoegd Een handeling mogen uitvoeren op eigen gezag. Iemand is bevoegd als de handeling behoort tot het deskundigheidsgebied van de professional én de professional bekwaam is om de handeling uit te voeren en iemand hiertoe is aangewezen
Bekwaam Beschikken over de benodigde kennis en vaardigheden, verkregen uit opleiding en/of ervaring, om een handeling uit te voeren door opleiding en ervaring.
Hoofdbehandelaar Degene die behandelverantwoordelijkheid draagt. De hoofdbehandelaar is voor de patiënt en anderen aanspreekbaar op de voorgenomen en uitgevoerde diagnostiek, behandeling of begeleiding.
Verantwoordelijkheid De aanspreekbaarheid van een behandelaar op de inhoud en uitvoering van een onderdeel van het behandelplan (deelplan) van een individuele patiënt. Pagina 12 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
4
Bevoegdheden en Bekwaamheden
4.1
Inleiding In de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG) wordt voor een aantal beroepen de bevoegdheid geregeld. Iemand mag alleen handelingen verrichten die binnen het deskundigheidsgebied van de beroepsgroep vallen. Bovendien moet de medewerker ook door Accare zijn aangewezen om deze handelingen te verrichten (bijv. in een functiebeschrijving). Het is aan de divisiedirectie om bevoegdheden toe te kennen c.q. aan te geven welke medewerkers welke handelingen mogen uitvoeren. Deze taak kan, binnen gegeven kaders, naar de clusterleiding worden gedelegeerd. Daarnaast moet iemand ook bekwaam zijn, immers “onbekwaam maakt onbevoegd”. Kortom bevoegdheid is een optelsom van opleiding, beroep, bekwaamheid en aanwijzing door Accare. Dit uitgangspunt geldt niet alleen voor de BIG-beroepen maar voor alle disciplines die binnen Accare werkzaam zijn.
4.2
De Wet BIG in vogelvlucht Bij de verantwoordelijkheidstoedeling zijn een aantal onderwerpen uit de BIG van belang.
1) Titelbescherming Basisberoepen:
In de wet BIG is voor acht basisberoepen sprake van titelbescherming en
registratie. Dit zijn: de arts, de verpleegkundige, de GZ-psycholoog, de psychotherapeut, de apotheker, de verloskundige, de fysiotherapeut en de tandarts. Aan deze beroepen zijn opleidingseisen gesteld. Als iemand aan de opleidingseisen heeft voldaan kan hij/zij zich laten inschrijven in het BIG-register. Pas dan mag iemand de titel voeren. Een arts die niet is ingeschreven in het register mag zich geen arts noemen. Op deze geregistreerde beroepen is het tuchtrecht van toepassing. Specialisten:
Binnen onze organisatie zijn er vier specialismen in de zin van de BIG:
de psychiater,
de klinisch psycholoog,
de klinisch neuropsycholoog en
de verpleegkundig specialist ggz.
Om de specialistentitel te mogen voeren moet iemand erkend zijn door de Medisch Specialisten Registratie Commissie (psychiater), de Federatie van Gezondheidspsychologen (klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen) of de Registratiecommissie Specialismen Verpleegkunde (RSV) (verpleegkundig specialisten). Daarnaast moet iemand worden ingeschreven in het specialistenregister, dit leidt automatisch tot registratie in het BIG-register. De BIG kent geen “superspecialismen”, zoals bijv. de kinder- en jeugdpsychiater, dit is een interne aantekening van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.
2) Voorbehouden handelingen Het uitgangspunt van de wet BIG is dat iedereen vrij is handelingen te verrichten op het gebied van de individuele gezondheidszorg, inclusief geneeskundige handelingen. Pagina 13 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Op dit uitgangspunt zijn twee uitzonderingen:
wanneer iemand buiten noodzaak 6 of buiten het eigen deskundigheidsgebied schade of aanmerkelijke kans op schade veroorzaakt dan kan iemand strafrechtelijk worden vervolgd (= dit is een sanctie achteraf tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen).
voorbehouden handelingen mogen alleen door bevoegde, in de wet genoemde beroepsbeoefenaren worden uitgevoerd.
Voorbehouden handelingen zijn:
heelkundige handelingen, verloskundige handelingen, verrichten van endoscopieën, verrichten van katheterisaties, geven van injecties, verrichten van puncties, het onder narcose brengen, gebruikmaken van radioactieve stoffen of toestellen, verrichten van electieve cardioversie, het toepassen van defibrillatie, het toepassen van elektroconvulsieve therapie, steenvergruizing voor geneeskundige doeleinden, verrichten van handelingen ten aanzien van menselijke geslachtscellen en embryo‟s. Daarnaast is ook het voorschrijven van medicatie een voorbehouden handeling, niet op grond van de BIG maar op grond van de Wet Geneesmiddelenvoorziening. De belangrijkste voorwaarden voor het zelfstandig indiceren en uitvoeren van een voorbehouden handeling zijn:
degene die de handeling uitvoert is bevoegd (op grond van de BIG zijn dit de arts, tandarts, verloskundige of verpleegkundig specialist, de laatste voor een beperkt aantal voorbehouden handelingen7)
degene die de handeling uitvoert is bekwaam
Risicovolle handelingen Daarnaast zijn er ook risicovolle handelingen. Deze zijn niet in de BIG geregeld maar deze handelingen vereisen wel extra zorgvuldigheid en dus bekwaamheid. Dit zijn de volgende handelingen: fixeren, afzonderen, separeren, het verstrekken van medicatie en het toedienen van sondevoeding door middel van een al ingebracht katheter. De voorbehouden en risicovolle handelingen zijn geprotocolleerd. De uitvoeringsprotocollen schrijven voor hoe de handelingen moeten worden uitgevoerd8.
6
Buiten noodzaak impliceert dat je in acute noodgevallen wel een voorbehouden handeling zou mogen uitvoe-
ren onder opdracht van een arts als dit noodzakelijk is om een leven te redden (denk bijv. aan ambulanceverpleegkundigen). 7
Het geven van injecties, het verrichten van puncties, het toepassen van defibrillatie, het voorschrijven van
injecties en het voorschrijven van geneesmiddelen op recept. De bevoegdheid geldt uitsluitend voor zover het handelingen betreft die binnen de uitoefening van het deelgebied van het beroep waarvoor zij een erkende specialistentitel voeren (ic de GGZ), het handelingen betreft van een beperkte complexiteit waarvan de risico‟s zijn te overzien en die worden uitgeoefend volgens landelijk geldende richtlijnen standaarden en daarvan afgeleide protocollen. In het geval van Accare betreft het alleen het voorschrijven van medicatie op recept (zie hiervoor verder § 6.4) 8
Zie hiervoor de Notitie Bevoegdheidsverdeling en uitvoeringsprotocollen voorbehouden en risicovolle hande-
lingen. Pagina 14 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare 3) Het uitvoeren van voorbehouden handelingen in opdracht Andere dan in de BIG genoemde beroepen zijn bevoegd om voorbehouden handelingen in opdracht van een zelfstandig bevoegde uit te oefenen. Hetzelfde geldt voor de risicovolle handelingen. De arts moet aanwijzingen geven over de wijze waarop de handeling moet worden uitgevoerd en moet toezicht houden of bereikbaar zijn om in te grijpen, voor zover redelijkerwijs nodig is. In het kader van de Wet BIG is vastgelegd dat verpleegkundigen beschikken over de deskundigheid om bepaalde injecties (subcutane, intramusculaire of intraveneuze), venapuncties, blaaskatheterisaties en het inbrengen van een maagsonde „functioneel zelfstandig‟ uit te voeren. Dit is wel in opdracht maar kan zonder toezicht en tussenkomst. Zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer moet er van overtuigd zijn dat de opdrachtnemer bekwaam is. Immers: niet bekwaam is niet bevoegd.
4) Niet bekwaam is niet bevoegd Als je bevoegd bent op basis van je beroep dan wil dit niet per definitie zeggen dat je de handeling ook mag verrichten. Je verliest nl. je bevoegdheid als je niet meer bekwaam bent. Dit geldt voor alle behandelaars binnen Accare, ook voor de niet-BIG-geregistreerde behandelaars. Als een behandelaar zich niet bekwaam voelt of niet bekwaam wordt geacht dan dient hij de behandeling of de handeling over te dragen aan een andere behandelaar of een andere behandelaar te consulteren.
Voorbeeld Een arts is op grond van de BIG zelfstandig bevoegd om een maagsonde aan te leggen. Na het behalen van zijn artsenbul, inmiddels 15 jaar geleden, heeft een arts dit nooit meer gedaan en voelt en weet zich dan ook niet meer bekwaam. Daarmee is hij ook zijn bevoegdheid verloren. Wel kan hij een ervaren verpleegkundige vragen deze opdracht uit te voeren. Om de sonde zelf weer in te mogen brengen zal de arts eerst bijgeschoold moeten worden. 4.3
Bevoegdheid en beschrijving van de deskundigheidsgebieden De professional is bevoegd om handelingen te verrichten die binnen het deskundigheidsgebied vallen, mits hij of zij bekwaam is. De deskundigheidsgebieden van afzonderlijke disciplines zijn te vinden in de Wet BIG (voor de BIGgeregistreerde beroepsbeoefenaren) of zijn beschreven door de eigen beroepsverenigingen.
4.4
Bekwaam Een professional mag alleen handelingen verrichten als hij bevoegd én bekwaam is. Dit geldt met name voor de voorbehouden en risicovolle handelingen zoals hierboven genoemd in § 4.2 onder 3. Accare hecht eraan dat medewerkers zich verantwoordelijk tonen. Het begrip “bekwaam” vervult hierbij een centrale rol.9 Bekwaam wil zeggen: op grond van opleiding en ervaring ertoe uitgerust. Kenmerk van bekwaamheid is dat het begrip in enige mate dynamisch van karakter is. Niet alleen vastliggende zaken als bijvoorbeeld opleidingscertificaten maar ook zich wijzigende zaken als persoonlijke ervaring, professionele context en organisatorische inbedding beïnvloeden de bekwaamheid.
9
Voor Wet BIG en bekwaam en bevoegd zie paragraaf 4.3. Pagina 15 van 36
Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Omdat bekwaamheid een dynamisch begrip is, is per discipline niet altijd een strikte grens aan te geven van wat de desbetreffende professional wel of niet zou mogen. Accare erkent dat dergelijke grenzen voortdurend opnieuw moeten worden bepaald en biedt hiertoe onder andere met dit professioneel statuut een kader. Ook is het van belang dat de medewerker steeds in acht neemt wanneer de grens van zijn of haar deskundigheid is bereikt en wanneer hij of zij een deskundige collega dient te raadplegen c.q. de behandeling aan een ander dient over te dragen.
Wie beoordeelt of een medewerker bekwaam is?
De medewerker zelf. De medewerker dient bij de uitvoering van het werk steeds zelf te beoordelen of hij of zij bekwaam is. Het beoordelen van de eigen bekwaamheid behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van de medewerker. Indien de medewerker van mening is dat hij of zij niet bekwaam is om bepaalde handelingen te verrichten dan dient hij of zij dit te melden aan de leidinggevende.
De leidinggevende of supervisor Ook de leidinggevende of supervisor kan beoordelen dat een medewerker bekwaam is of niet. De leidinggevende bespreekt de bekwaamheid met de medewerker, bijvoorbeeld in het werkoverleg of in het jaargesprek. De supervisor bespreekt dit met de medewerker in het supervisieoverleg en meldt dit bij de opleider, die zo nodig met de leidinggevende van de medewerker in overleg gaat. Indien nodig worden passende maatregelen getroffen, bijv. het anders inrichten van de functie, aanvullende opleiding of training of in het uiterste geval arbeidsrechtelijke maatregelen.
Voor bekwaamheid gelden de volgende voorwaarden: 1)
Bij voorbehouden en risicovolle handelingen moet er een opdracht zijn van een arts of psychiater (bij fixeren en separeren in acute situaties waarbij niet kan worden gewacht op de opdracht van de arts of psychiater moet deze zo spoedig mogelijk worden ingelicht voor een toetsing achteraf10).
2)
De medewerker is bekwaam Als ondersteuning voor het bepalen van de vraag of een medewerker bekwaam is moeten de volgende vragen positief kunnen worden beantwoord:
Behoort de handeling tot het deskundigheidsgebied van de medewerker?
Bezit de medewerker de kennis en vaardigheden voor het uitvoeren van deze handeling?
Is de medewerker op de hoogte van het geldende protocol voor deze handeling?
Weet de medewerker wat hij of zij moet doen als er een onverwachte reactie optreedt?
Is de medewerker toegerust op deze specifieke context/situatie?
Voldoet de medewerker aan de ervaringseis voor deze handeling?11
Weet de medewerker wanneer de grens van zijn of haar deskundigheid en bekwaamheid is bereikt en wanneer hij of zij een deskundige collega dient te raadplegen c.q. de behandeling aan een ander dient over te dragen?
10
Zie hiervoor de notitie “Het toepassen van middelen en maatregelen en de rol van de arts/psychiater”.
11
Deze ervaringseisen staan beschreven in de notitie Bevoegdheidsverdeling en uitvoeringsprotocollen voorbe-
houden en risicovolle handelingen. Pagina 16 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Kunnen één of meerdere vragen niet met ja worden beantwoord dan is de medewerker niet bekwaam om de handeling uit te voeren. 3)
De medewerker moet eventuele aanwijzingen en protocollen in acht nemen.
5
Behandelverantwoordelijkheid
5.1
Inleiding Het begrip behandelverantwoordelijkheid vind je niet terug in wetgeving. Wel is in de Kwaliteitswet Zorginstellingen bepaald dat er een goede verantwoordelijkheidstoedeling moet zijn (iedereen moet weten wie waarvoor verantwoordelijk is). De toedeling van deze verantwoordelijkheid aan bepaalde functionarissen is gebaseerd op het beleid van de organisatie, aangevuld door jurisprudentie. In 2013 is de regelgeving over de invulling van het DBC Hoofdbehandelaarschap aangescherpt12. Dit betekent dat een beperkte groep disciplines DBC Hoofdbehandelaar kan zijn. Nu de definitie van hoofdbehandelaar13 de definitie van behandelverantwoordelijke in de vorige versies van dit professoneel statuut grotendeels overlapt is een onderscheid gekunsteld, wat kan leiden tot verwarring. Daarom is besloten om de term “hoofdbehandelaar”(weer) te gaan gebruiken.
Definitie behandelverantwoordelijkheid14 Behandelverantwoordelijkheid is de primaire zeggenschap over en aanspreekbaarheid op de inhoud en uitvoering van het gehele zorgproces van een individuele patiënt. Er is sprake behandelverantwoordelijkheid in alle fasen van het zorgproces: van de al lereerste start in de diagnostiekfase tot ontslag. De hoofdbehandelaar is voor de patiënt en anderen aanspreekbaar op de voorgenomen en uitgevoerde behandeling of begeleiding.
Toelichting De hoofdbehandelaar is verantwoordelijk voor de behandeling (inclusief de diagnostiekfase) van de patiënt en voor de organisatie daar om heen. De hoofdbehandelaar draagt ervoor zorg dat alle noodzakelijke besluiten worden genomen. Bij een onoverkomelijk verschil van inzicht over de behandeling tussen de hoofdbehandelaar en medebehandelaren wordt dit verschil van inzicht voorgelegd aan het (cluster)hoofd behandelzaken15. Wanneer er sprake is van oponthoud in de behande-
12
NZa regeling NR/CU 524 in combinatie met de Spelregels DBC Registratie GGZ 2013 en eventuele aanvullende
afspraken met de zorgverzekeraar. 13
DBC Hoofdbehandelaar: Zorgverlener die, in reactie op de zorgvraag van een patiënt, bij de patiënt de dia-
gnose stelt en door wie of ander wiens verantwoordelijkheid de behandeling plaatsvindt. Dit houdt in dat de hoofdbehandelaar verantwoordelijk is voor alle acties die in het kader van de behandeling van een patiënt gedurende het gehele DBC-traject (openen / typeren / registreren /sluiten) plaatsvinden. Die verantwoordelijkheid kan zich dus ook uitstrekken tot gedragingen van andere zorgverleners. Uitsluitend zorgverleners met een beroep dat is opgenomen in het BIG-register en die bevoegd en bekwaam zijn om patiënten te classificeren volgens de systematiek van de DSM-IV-TR kunnen als hoofdbehandelaar worden aangemerkt. 14
Deze definitie is afgeleid van het model-professioneel statuut, opgesteld door GGZ Nederland
15
Indien het (cluster)hoofd behandelzaken zelf de hoofdbehandelaar is wordt het verschil van inzicht voorge-
legd aan de directeur behandelzaken van de divisie. Pagina 17 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare ling dan stelt de hoofdbehandelaar het behandelbeleid bij, wat niet wegneemt dat iedere andere betrokken behandelaar daartoe zo nodig ook initiatieven in kan nemen, in afstemming met de hoofdbehandelaar (bij voorkeur vooraf of zo spoedig mogelijk achteraf). De hoofdbehandelaar draagt ervoor zorg dat het inhoudelijke beleid afgestemd is met medebehandelaren. De focus van de hoofdbehandelaar ligt bij continuïteit, overzicht, afstemming en communicatie rondom het zorgproces van een individuele patiënt. Behandelverantwoordelijkheid is geen hiërarchische verantwoordelijkheid. De hoofdbehandelaar kan wel functionele en operationele aanwijzingen geven aan andere medewerkers die bij de behandeling zijn betrokken maar hij of zij kan geen hiërarchische maatregelen nemen. Dit laatste is voorbehouden aan een leidinggevende.
Eén hoofdbehandelaar Behandelverantwoordelijkheid kan slechts door één persoon worden uitgeoefend. Teamverantwoordelijkheid bestaat niet. Waar nodig vindt overleg plaats tussen teamleden en wordt er samen gezocht naar de beste zorg voor de patiënt, maar de hoofdbehandelaar is uiteindelijk degene die de knopen doorhakt. De hoofdbehandelaar voert de regie en is de interne casemanager en is ook naar buiten het aanspreekpunt voor de totale behandeling. Teamleden kunnen uiteraard wel als woordvoerder optreden voor hun eigen onderdeel van de behandeling. De hoofdbehandelaar is niet verantwoordelijk voor de uitvoering van medebehandelaren. Deze zijn hiervoor zelf verantwoordelijk en hierop zelf aanspreekbaar. Wanneer de medebehandelaren afwijken van het behandelplan zonder overleg met de hoofdbehandelaar dan dient de hoofdbehandelaar ze daarop aan te spreken. De hoofdbehandelaar kan ook vanuit zijn specifieke verantwoordelijkheid en deskundigheid aanwijzingen geven aan medebehandelaren. Daarnaast moet het ook vanzelfsprekend zijn dat medewerkers binnen een behandelteam elkaar feedback geven. Medewerkers binnen én buiten een behandelteam kunnen elkaar altijd raadplegen wanneer ze met vragen zitten over de behandeling. Wanneer een deel van de behandeling door een andere behandelaar wordt uitgevoerd dan voorziet deze de hoofdbehandelaar regelmatig van informatie zodat de hoofdbehandelaar zijn verantwoordelijkheid kan waarmaken. Dit kan onder andere door middel van een adequate rapportage in het EPD.
Delegatie van taken De hoofdbehandelaar kan onderdelen van zijn of haar taak delegeren aan teamleden maar blijft wel verantwoordelijk voor het behandelproces als geheel. In een opleidingsorganisatie als Accare is dat meestal deel van de praktijk. Er is dan sprake van getraptheid in de omvang en de aard van de taken van de hoofdbehandelaar die door andere behandelaren kunnen worden uitgevoerd. Bij het overdragen van (een deel van) de taken van de hoofdbehandelaar aan anderen krijgen deze anderen geen zelfstandige bevoegdheid. De anderen voeren (een deel van) de taken van de hoofdbehandelaar uit, maar werken onder instructie, begeleiding én verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar. Een medewerker aan wie behandelverantwoordelijkheid gedelegeerd wordt kan dezelfde taak niet delegeren aan een ander. Binnen de divisies kan een eigen invulling worden gegeven hoe de afspraken over delegatie worden vastgelegd, bijvoorbeeld d.m.v. protocollen, werkinstructies of werkafspraken.
Voorbeeld
Pagina 18 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Op een polikliniek is een klinisch psycholoog hoofdbehandelaar bij de behandeling van een jongere. Er is een tijdelijke opname buiten Accare geïndiceerd. Voorwaarde is wel dat Accare casemanager blijft. De hoofdbehandelaar kan dit delegeren aan één van de andere behandelaars die bij de behandeling is betrokken. Deze regelt de papierwinkel en pakt de ambulante behandeling weer op na ontslag uit de kliniek. Wel ziet de klinisch psycholoog er op toe dat alle taken en werkzaamheden die uit het casemanagement voortvloeien worden uitgevoerd.
Overdracht De behandelverantwoordelijkheid kan in de loop van het behandelproces worden overgedragen aan een andere behandelaar. Zo kan de behandelverantwoordelijkheid in het begin van het onderzoeken behandelproces liggen bij een bepaalde discipline en worden overgedragen aan een andere discipline in het verdere verloop van het behandelproces, bijv. omdat de accenten in het behandelproces anders komen te liggen. Deze overdracht wordt afgestemd met de patiënt en/of ouders.
Waarneming De behandelverantwoordelijkheid moet bij afwezigheid worden overgedragen aan een waarnemer of vervanger. Bij afwezigheid van de hoofdbehandelaar hebben de overige leden van het team ook ieder voor zich en/of in gezamenlijkheid de plicht om te zorgen dat het behandelproces ook zonder de hoofdbehandelaar doorloopt. 5.2
Wie kan binnen Accare hoofdbehandelaar zijn? De behandelverantwoordelijkheid is juridisch niet gekoppeld aan de discipline kinder- en jeugdpsychiater. Ook andere disciplines kunnen behandelverantwoordelijkheid dragen en hoofdbehandelaar zijn, mits ze daar op basis van opleiding en ervaring voldoende bekwaam voor zijn. Het uitgangspunt van Accare is dat behandelverantwoordelijkheid alleen kan worden gedragen door medewerkers die én bevoegd én bekwaam zijn. Het uitgangspunt van de regelgeving is dat een aantal disciplines in het algemeen redelijkerwijs bekwaam wordt geacht om hoofdbehandelaar te kunnen zijn. Deze beroepsbeoefenaren hebben voldaan aan de opleidingseisen van de voor die discipline noodzakelijke beroepsopleiding en hebben voldoende kennis en ervaring opgedaan. Wanneer de bekwaamheid in individuele gevallen ontbreekt kan worden besloten om de betreffende medewerker geen behandelverantwoordelijkheid toe te kennen. Voor deze beroepsgroepen geldt dat ze bevoegd zijn, tenzij bekwaamheid onvoldoende aanwezig is. Binnen Accare kunnen de volgende disciplines hoofdbehandelaar zijn : 1)
de kinder- en jeugdpsychiater
2)
de psychiater
3)
de klinisch psycholoog
4)
de klinisch neuropsycholoog
5)
de GZ-psycholoog
6)
de psychotherapeut
7)
De GGZ-arts die expliciet de bevoegdheid heeft gekregen om hoofdbehandelaar te zijn
8)
de orthopedagoog-generalist
Pagina 19 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare De bevoegdheid van de disciplines 1 t/m 7 is gebaseerd op de NZA-regelgeving. De bevoegdheid van de orthopedagoog-generalist is gebaseerd op aanvullende afspraken met de zorgverzekeraar. T.a.v. de GGZ-arts geldt het volgende. GGZ-artsen zijn basisartsen met (langdurige) ervaring in de (kinder- en jeugdpsychiatrie). Er is geen speciale opleiding tot GGZ-artsen. De ervaring onderscheidt ze van AIOS en ANIOS, die ook basisartsen zijn. Een GGZ-arts kan hoofdbehandelaar zijn als de directeur behandelzaken van de divisie hem of haar die bevoegdheid expliciet heeft toegekend. Er is een formulier beschikbaar dat kan worden gebruikt als bepaalde bevoegdheden worden toegekend. Het formulier is als bijlage toegevoegd aan dit professioneel statuut. De keuze voor een discipline is deels afhankelijk van de betrokkenheid van de betreffende behandelaar bij de behandeling en eveneens afhankelijk van waar het zwaartepunt in de behandeling ligt. Dit vereist een goede inschatting in de intake-/screeningsfase. In de loop van de behandeling kan dit veranderen. Het aanwijzen van een hoofdbehandelaar vindt in de regel plaats via de regulier omschreven afspraken (bijv. door degene die de intakes toewijst of indien de taak behoort tot de functie van behandelcoördinator dan draagt deze ook de behandelverantwoordelijkheid). Indien hierover geen overeenstemming bestaat dan is het (cluster)hoofd behandelzaken degene die bepaalt wie hoofdbehandelaar is. voorbeeld Als het zwaartepunt in de behandeling ligt bij psychologische behandelvormen dan kan de keuze om een GZ-psycholoog of een klinisch psycholoog als hoofdbehandelaar aan te wijzen voor de hand liggen. Dit laat onverlet de mogelijkheid een kinder- en jeugdpsychiater bij de behandeling te betrekken. Ligt het zwaartepunt van de behandeling bij medisch-psychiatrische behandeling (bijv. medicatie) dan ligt het voor de hand om een kinder- en jeugdpsychiater als hoofdbehandelaar aan te wijzen. Dit laat onverlet de mogelijke betrokkenheid van een andere discipline.
Naamgeving In relatie tot de individuele patiënt wordt alleen de term hoofdbehandelaar nog gebruikt. Begrippen als behandelverantwoordelijke of behandelcoördinator gebruiken we niet meer in relatie tot de individuele patiënt. Het dragen van behandelverantwoordelijkheid is in de regel geen functie op zich maar een onderdeel van de taken, bijvoorbeeld van een kinder- en jeugdpsychiater of een gedragswetenschapper. Het is wel voorstelbaar dat iemand behandelverantwoordelijkheid draagt voor het geheel van de behandelingen van een team, bijvoorbeeld in een klinisch team. Daarvoor kan dan eventueel de functiebenaming behandelcoördinator gebruikt worden.
5.3
Welke consequenties heeft behandelverantwoordelijkheid? De verplichting om een patiënt te zien/spreken Belangrijk uitgangspunt is dat een behandelaar normaal gesproken alleen behandelverantwoordelijkheid kan dragen als hij of zij de patiënt ook zelf ziet. De hoofdbehandelaar moet de patiënt in de Pagina 20 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare diagnostiekfase zelf zien/spreken (face-to-face, ear-to-ear, bit-to-bit) 16 en daarna geldt dat de hoofdbehandelaar de patiënt zelf moet zien/spreken zo vaak als nodig is om verantwoorde zorg te kunnen waarborgen. Dit is afgeleid van jurisprudentie uit het tuchtrecht. De hoofdbehandelaar kan besluiten om, buiten de diagnostiekfase, de patiënt niet te zien (bijvoorbeeld wanneer de gedelegeerde behandelaar de gedelegeerde taken in een lopende behandeling goed uitvoert). Dit is ter beoordeling aan de hoofdbehandelaar. Deze is op deze inschatting aanspreekbaar. Voorbeeld 1 Het zwaartepunt in de behandeling ligt bij de ouderbegeleiding van de ouders en het kind komt voor medicatiecontrole bij de nursepractitioner op de medicatiepolikliniek. Een kinder- en jeugdpsychiater is hoofdbehandelaar. Tijdens het spreekuur op de medicatiepoli zijn er vragen over de hoogte van de dosering van de medicatie. De nursepractitioner spreekt de informatie door met de kinder- en jeugdpsychiater en overlegt de waarden (gewicht, bloeddruk e.d.). De kinder- en jeugdpsychiater weet dat de nursepractitioner op de hoogte is van welke informatie noodzakelijk is voor om een goede inschatting te kunnen maken en ook bij twijfel zal zij aangeven dat de kinder- en jeugdpsychiater het kind zelf moet zien. Op basis van die informatie besluit de kinder- en jeugdpsychiater de dosering aan te passen. Hij acht het niet nodig om het kind te zien omdat hij vertrouwt op de informatie van de nursepractitioner.
Voorbeeld 2 Een arts-assistent voert een individuele behandeling uit van een patiënte. In de diagnostiekfase heeft de kinderpsychiater, die werkbegeleider en de hoofdbehandelaar is, kort kennisgemaakt met het meisje en haar ouders. De ouders van het meisje nemen contact op met de arts-assistent dat het thuis helemaal niet goed gaat en dat het meisje rondloopt suïcideplannen. Zij zijn bang dat ze zichzelf iets aandoet. De arts-assistent spreekt de situatie door met zijn werkbegeleider. De kinder- en jeugdpsychiater weet dat de arts-assistent een dergelijke situatie nog niet vaak bij de hand heeft gehad. Hij besluit om het meisje samen met de artsassistent te zien om een goede inschatting van de situatie te maken.
Is de hoofdbehandelaar geen psychiater dan is raadpleging van een psychiater altijd verplicht in de gevallen zoals genoemd in 5.4. De hoofdbehandelaar moet bekwaam zijn om deze inschatting te kunnen maken.
Correspondentie Voor wat betreft het verzenden van correspondentie is het niet per definitie vereist dat de hoofdbehandelaar de brieven tekent of mee ondertekent. Een brief kan worden geschreven en verzonden door de meest aangewezen behandelaar. Dit kan de hoofdbehandelaar zelf zijn maar ook een ander lid van het team. Dit neemt niet weg dat dit andere teamlid de hoofdbehandelaar moet voorzien van alle informatie die deze nodig heeft om zijn taak goed te kunnen uitoefenen. Dit kan in een andere vorm dan het zetten van een handtekening onder een brief. 16
Vanaf 1 januari 2013 is een voorwaarde voor het declareren van DBC‟s, dat de hoofdbehandelaar, voor het
stellen van de diagnose direct cliëntgebonden tijd levert aan de patiënt (faceto-face, ear-to-ear, bit-to-bit) waarvoor hij declareert. De NZa legt niet op hoeveel direct cliëntgebonden tijd dit moet zijn. Deze tijd moet worden verantwoord in het EPD.
Pagina 21 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare De hoofdbehandelaar en medebehandelaren stemmen zelf onderling af of medeondertekening nodig is. Indien er sprake is van een supervisierelatie dan tekent de hoofdbehandelaar altijd mee. Voorbeeld Een GZ-psycholoog is hoofdbehandelaar. Een arts is betrokken bij de behandeling i.v.m. medicatie. Het is het meest logisch dat de arts de huisarts op de hoogte stelt van medicatiewijzigingen., Deze brief kan de arts zelf schrijven. Het is niet noodzakelijk dat de hoofdbehandelaar de brief (mede) ondertekent. Wel moet de arts de hoofdbehandelaar op de hoogte stellen van de wijzigingen in het medicatiebeleid.
DBC‟s De hoofdbehandelaar is verantwoordelijk is voor alle acties die in het kader van de behandeling van een patiënt gedurende het gehele DBC-traject (openen/typeren/registreren/sluiten) plaatsvinden. Deze acties kunnen administratief door anderen worden uitgevoerd maar vallen onder de verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar.
Pagina 22 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
5.4
De rol van de kinder- en jeugdpsychiater als de behandelverantwoordelijkheid ligt bij een niet-kinder- en jeugdpsychiater Wanneer de hoofdbehandelaar geen kinder- en jeugdpsychiater is maar een psychiater in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater, een klinisch psycholoog, een GZ-psycholoog, een orthopedagooggeneralist, een psychotherapeut dan dient de kinder- en jeugdpsychiater in de volgende gevallen geraadpleegd te worden, ook al is deze (nog) niet betrokken bij de behandeling: 1.
Bij vragen over medicatie (in ieder geval bij nieuwe patiënten die psychofarmaca gebruiken).
2.
Bij vragen over somatische klachten of ziektebeelden of wanneer een lichamelijke ziekte of klacht de diagnostiek of behandeling compliceert.
3.
Bij vragen over psychotische of ernstig depressieve symptomen.
4.
Bij vragen over (mogelijke) suïcidaliteit, automutilatie en agressief gedrag.
5.
Bij vragen over onvoorziene of onverklaarbare verergering of wijziging van de symptomen of bij onverklaarbaar uitblijven van verbetering.
6.
Wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet BOPZ.
7.
In alle gevallen van twijfel over de vraag of de kinder- en jeugdpsychiater moet worden ingeroepen.
De Hoge Raad heeft in een arrest uitgemaakt dat de instelling een veiligheidsnorm overtreedt als de psychiater niet wordt geconsulteerd in risicovolle situaties, bijvoorbeeld zoals bovengenoemd en maakte daarmee de instelling aansprakelijk voor alle mogelijke schade. De psychiater wordt door de Hoge Raad gezien als de specialist die de deskundigheid in huis heeft om een goede beoordeling te maken in de bovenstaande situaties. Indien de kinder- en jeugdpsychiater wordt geraadpleegd dan moet deze de inschatting maken of hij de patiënt ook zelf ziet. De kinder- en jeugdpsychiater moet de patiënt zelf zien als dit nodig is om verantwoorde zorg te kunnen waarborgen. De kinder- en jeugdpsychiater kan besluiten om de patiënt niet te zien. Dit is ter beoordeling aan de kinder- en jeugdpsychiater zelf. Deze is op deze inschatting aanspreekbaar. Dit is vergelijkbaar aan de passages in 5.3. Indien de kinder- en jeugdpsychiater zelf twijfelt dan dient deze uiteraard een collega te raadplegen (zie 4.2 onder 4). Veranderende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat het nodig is de behandelverantwoordelijkheid over te dragen aan de kinder- en jeugdpsychiater, bijvoorbeeld als het accent in de behandeling anders komt te liggen.
Pagina 23 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
6
De verdeling van taken en bevoegdheden tussen de verschillende disciplines
6.1
Het stellen van de diagnose Het stellen van de diagnose17 is wettelijk gezien geen voorbehouden handeling. Toch mag een behandelaar alleen een diagnose stellen als hij daartoe bekwaam is. Het stellen van de diagnose is binnen Accare voorbehouden aan dezelfde disciplines die ook hoofdbehandelaar kunnen zijn:
de kinder- en jeugdpsychiater
de psychiater (in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater)
de klinisch psycholoog
de klinisch neuropsycholoog
de GZ-psycholoog
de psychotherapeut
De GGZ-arts die expliciet de bevoegdheid heeft gekregen om hoofdbehandelaar te zijn
de orthopedagoog-generalist
Het stellen van een somatische diagnose is voorbehouden aan een arts of (kinder- en jeugd)psychiater, mits deze daartoe bekwaam is.
Medici: Ook een, GGZ-arts of ANIOS kan een diagnose stellen onder supervisie van een kinder- en jeugdpsychiater.
Gedragswetenschappers: Andere gedragswetenschappers dan de GZ-psycholoog, de klinisch psycholoog, de klinisch neuropsycholoog, de psychotherapeut, de orthopedagoog-generalist mogen screenen en informatie verzamelen. Het stellen van een diagnose kan onder supervisie en verantwoordelijkheid van een GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, (kinder- en jeugd)psychiater, orthopedagoog-generalist of psychotherapeut.
Andere disciplines: Niet-gedragswetenschappers, groepsleiding,
systeemtherapeuten, vaktherapeuten en nurse-
practitioners of physician assistents mogen in het kader van diagnostiek screenen en informatie verzamelen, maar niet diagnosticeren. Wel mogen ze een diagnostische overweging geven aan degene die de diagnose stelt.
Het kinder- en jeugdpsychiatrisch onderzoek wordt afgesloten met het formuleren van een diagnose. Hierin wordt de problematiek van het kind/de jongere beschreven in termen van samenhang van symptomen in een verklaringsmodel rekening houdend met de sterkte en zwakte van het individu en de opvoedingsomgeving waarin het opgroeit. Deze diagnose wordt vervolgens geclassificeerd volgens de criteria van DSM-IV-TR (APA 2004) op vijf assen. Wanneer bij hele jonge kinderen DSM-IV-TR onvoldoende aanknopingspunten biedt, kan gebruik gemaakt worden van de systematiek van Zero to Three (Visser, 2005). (bron: website Landelijk Kenniscentrum KJP). 17
Pagina 24 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare 6.2
Indicatiestelling voor behandeling Ook het indiceren voor een bepaalde behandeling is geen voorbehouden handeling. Het beleid binnen Accare is dat het stellen van een indicatie voor behandeling is voorbehouden aan: medicamenteuze behandeling
arts onder supervisie van de kinder- en jeugdpsychiater kinder- en jeugdpsychiater psychiater verpleegkundig specialist ggz (onder de voorwaarden genoemd in § 6.4)
psychologische behandelvormen18
arts onder supervisie van de kinder- en jeugdpsychiater kinder- en jeugdpsychiater psychiater klinisch psycholoog GZ-psycholoog orthopedagoog-generalist psychotherapeut
Daarnaast zijn in speciale gevallen uitzonderingen mogelijk. Dit zijn dezelfde uitzonderingsgronden als bij behandelverantwoordelijkheid (zie § 5.2) De individuele behandelaar die een behandeling krijgt toebedeeld kan de indicatie ter bespreking voorleggen aan de hoofdbehandelaar als wordt getwijfeld over de indicatie.
6.3
Vaststellen van het behandelplan De hoofdbehandelaar stelt het behandelplan vast (zie hiervoor § 5.1). Het vaststellen van het behandelplan houdt niet per definitie in dat de hoofdbehandelaar het behandelplan opstelt. Dit kan worden gedelegeerd. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar om te bewaken dat er een vastgesteld behandelplan in het dossier aanwezig is.
6.4
Het voorschrijven van medicatie Het voorschrijven van medicatie (via een recept) is op grond van de Geneesmiddelenwet voorbehouden aan een arts en op grond van de wet BIG onder bepaalde voorwaarden aan een verpleegkundig specialisten ggz (zie voor de voorwaarden hierna). Dat betekent dat binnen onze organisatie alleen artsen en (kinder- en jeugd) psychiaters en verpleegkundig specialisten medicatie kunnen voorschrijven. Verpleegkundig specialisten GGZ mogen medicatie voorschrijven onder de volgende voorwaarden: 1.
Het gaat om het voorschrijven van medicatie binnen de GGZ;
2.
De verpleegkundig specialist GGZ mag alleen medicatie voorschrijven als dit een routinematige handeling betreft, van een beperkte complexiteit en waarvan de risico‟s te overzien zijn.
3.
Het voorschrijven van medicatie is gebaseerd op landelijk geldende richtlijnen, standaarden en daarvan afgeleide protocollen.
18
Hieronder wordt mede verstaan de vaktherapeutische behandelingen. Pagina 25 van 36
Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Binnen Accare worden de voorschrijfbevoegdheden van de verpleegkundig specialist vastgelegd in een protocol. Dit protocol wordt gemaakt door de divisie c.q. het cluster waarbinnen een verpleegkundig specialist werkzaam is. In dit protocol wordt aangegeven bij welke patiëntengroepen medicatie mag worden voorgeschreven, welke medicatie mag worden voorgeschreven (en evt. welke niet) en in welke gevallen de verpleegkundig specialist een arts of (kinder- en jeugd) psychiater moet raadplegen. Daarnaast wordt vastgelegd welke protocollen en richtlijnen de verpleegkundig specialist met het oog op het voorschrijven van medicatie nog meer in acht dient te nemen. Uiteraard gelden de algemene regels van bekwaamheid.
6.5
BOPZ-verantwoordelijkheden Psychiaters hebben op grond van de Wet BOPZ en de jurisprudentie bijzondere bevoegdheden die andere disciplines nadrukkelijk niet hebben gekregen:
het afgeven van een geneeskundige verklaring bij een IBS (artikel 21 lid 1 BOPZ) (n.a.v. jurisprudentie van het Europese Hof: Varbanov-arrest).
het afgeven van een geneeskundige verklaring bij een voorlopige machtiging (artikel 5 lid 1 BOPZ)
het afgeven van een geneeskundige verklaring bij een (verlenging van een) voorwaardelijke machtiging + opstellen van een BOPZ-behandelplan in overeenstemming met de patiënt (artikel 14a lid 4 + 5/artikel 14c lid 3 BOPZ).
Bij het toepassen van middelen en maatregelen is een arts of psychiater verantwoordelijk voor de beslissing en moet daarom altijd zo mogelijk vooraf en anders direct achteraf door medewerkers worden ingeschakeld. De arts/psychiater moet beoordelen (vooraf) of toetsen (achteraf) of toepassing van middelen of maatregelen gerechtvaardigd is. (zie hiervoor de notitie Het toepassen van
middelen en maatregelen en de rol van de arts/psychiater, 20 juni 2006)
6.6
Voorbehouden handelingen uit de BIG De in de BIG en de Geneesmiddelenwet genoemde voorbehouden handelingen (zie hoofdstuk 4) kunnen alleen zelfstandig worden uitgeoefend door een arts of psychiater, mits bekwaam. Binnen Accare gaat dit alleen om het geven van injecties, het inbrengen van een sonde en enkele heelkundige handelingen. Alle andere disciplines kunnen dergelijke handelingen slechts uitvoeren in opdracht van een psychiater of arts.
6.7
Risicovolle handelingen Binnen Accare wordt ook een aantal handelingen uitgevoerd die als risicovol kunnen worden betiteld. Dit houdt in dat bij deze handelingen extra zorgvuldigheid in acht moet worden genomen. Dit zijn de volgende handelingen:
separeren
afzonderen
fixeren
verschillende manieren van medicatieverstrekking (anders dan via een injectie)
toedienen van sondevoeding middels een reeds ingebracht katheter
glucosebepalingen middels een glucosemeter
EHBO/Reanimatie Pagina 26 van 36
Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
Van al deze handelingen is in de Notitie Bevoegdheidsverdeling en uitvoeringsprotocollen voorbehouden en risicovolle handelingen en de uitvoeringsprotocollen beschreven wie bevoegd is tot het stellen van de indicatie en waaraan het geven van een opdracht tot het uitvoeren van een risicovolle handeling dient te voldoen.
Pagina 27 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
7
Verhouding tussen de diverse disciplines die bij een behandeling van een patiënt zijn betrokken De hoofdbehandelaar is niet verantwoordelijk voor de feitelijke uitvoering van andere behandelaars binnen en buiten de kaders van het behandelplan. Deze zijn hiervoor zelf verantwoordelijk en aanspreekbaar. Wanneer de andere behandelaars buiten de kaders van het behandelplan treden dan dient de hoofdbehandelaar ze daarop aan te spreken. Ook behandelaars onderling dienen elkaar waar nodig aan te spreken op elkaars verantwoordelijkheden. Wanneer een deel van de behandeling door een andere behandelaar wordt uitgevoerd dan voorziet deze de hoofdbehandelaar regelmatig van informatie zodat de hoofdbehandelaar zijn verantwoordelijkheid kan waarmaken. Behandelaars kunnen elkaar altijd over en weer raadplegen. In paragraaf 5.4 staat omschreven onder welke omstandigheden de kinder- en jeugdpsychiater in ieder geval moet worden geraadpleegd. Is er nog geen kinder- en jeugdpsychiater betrokken bij de behandeling, dan verloopt het raadplegen van een kinder- en jeugdpsychiater via de hoofdbehandelaar en als er sprake is van een spoedsituatie dient direct de dienstdoende psychiater te worden ingeschakeld. Is er al wel een kinder- en jeugdpsychiater betrokken bij de behandeling dan kan de behandelaar ook rechtstreeks de behandelend kinder- en jeugdpsychiater inschakelen. De hoofdbehandelaar dient hierover wel geïnformeerd te worden. Een behandelaar is altijd zelf verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie aan de patiënt over de eigen behandeling en voor het vragen van toestemming voor het uitvoeren van de eigen behandeling. Zie voor opleidingssituaties hoofdstuk 8.
Pagina 28 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
8
Opleidingssituaties
8.1
Algemeen In alle opleidingssituaties geldt dat de mate van zelfstandigheid van de opleideling groter wordt naarmate de opleideling verder in de opleiding is gevorderd. Dit gaat in de praktijk samen met een afnemende betrokkenheid van de supervisor bij de behandeling. Wel moet de supervisor steeds de bekwaamheid van de opleideling blijven inschatten en is de supervisor verantwoordelijk voor deze beoordeling. Zo nodig moet de supervisor weer nauwer bij de behandeling worden betrokken.
8.2
De opleideling is een arts in opleiding tot psychiater19 Een AIOS is altijd verantwoordelijk voor zijn eigen handelen en kan hier op basis van het tuchtrecht op worden aangesproken.
De opleider De opleider c.q. de waarnemend opleider is verantwoordelijk voor een kwalitatief goede en goed georganiseerde opleiding maar draagt, in die hoedanigheid, geen behandelverantwoordelijkheid voor individuele patiënten. Wel kan de opleider worden aangesproken op de kwaliteit van de opleiding en zo zal de tuchtrechter bijvoorbeeld een opleider aanrekenen wanneer er onvoldoende supervisie is aangeboden.
De instelling De instelling is verantwoordelijk voor de structuur waarbinnen een AIOS werkt en dat houdt in dat er een duidelijk beleid moet zijn waarbij protocollen, procedures en instructies aanwezig zijn voor de AIOS hoe te handelen. De AIOS is bevoegd alle handelingen te verrichten die behoren bij het deskundigheidsgebied van de arts, mits hij of zij bekwaam is. De handelingen die behoren tot het specialistische gebied van de (kinder- en jeugd) psychiater kunnen alleen onder verantwoordelijkheid van een medisch specialist, i.c. de kinder- en jeugdpsychiater worden uitgeoefend.
De supervisor De mate van zelfstandigheid van een AIOS wordt groter naarmate de AIOS verder in de opleiding gevorderd is. De supervisor dient steeds de bekwaamheid van de AIOS in te schatten en te beoordelen. De supervisor is verantwoordelijk voor deze beoordeling. De AIOS is veelal op grond van zijn hoedanigheid als arts volledig bevoegd maar nog niet altijd volledig bekwaam zodat de verantwoordelijkheden van de AIOS en de supervisor als het ware communicerende vaten zijn. De verantwoordelijkheden van de arts-geneeskundige (zowel AIOS als ANIOS) zijn nader omschreven in de modelinstructie assistent-geneeskundigen (1998). De behandelverantwoordelijkheid en het toezicht op de AIOS ligt bij de supervisor. Voor zover de AIOS handelt in overeenstemming met het afgesproken behandelplan draagt de kinder- en jeugdpsychiater als medisch specialist de behandelverantwoordelijkheid voor de behandeling die door de AIOS aan de patiënt wordt geboden. Dit heeft een aantal consequenties:
19
Op arts-geneeskundigen niet in opleiding (ANIOS’s) zijn dezelfde regels van toepassing. Hieronder vallen ook de GGZartsen. Pagina 29 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
wijzigingen in het behandelbeleid moeten door de behandelverantwoordelijke supervisor (hoofdbehandelaar) worden geaccordeerd.
de raadpleging van een psychiater is altijd verplicht in de gevallen zoals genoemd in 5.4.
de kinder- en jeugdpsychiater moet door de AIOS daadwerkelijk worden betrokken bij het behandelbeleid. Dit betekent niet alleen dat de AIOS de supervisor goed op de hoogte moet houden. De kinder- en jeugdpsychiater moet zich hierin ook actief opstellen. De supervisor moet de patiënt zelf zien/spreken in de intakefase en daarna zo vaak als nodig is om verantwoorde zorg te kunnen waarborgen.
Een aantal handelingen zijn voorbehouden aan de kinder- en jeugdpsychiater:
aan een gedwongen opname op grond van een IBS moet altijd een beoordeling door een psychiater ten grondslag liggen (vooraf of zo spoedig mogelijk daarna). Alleen een psychiater kan een geneeskundige verklaring uitschrijven (Zie § 6.5).
8.3
De opleideling is een psychiater in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater De psychiaters die het aantekeningsjaar kinder- en jeugdpsychiatrie volgen hebben hun opleiding tot psychiater achter de rug. Dit betekent dat zij specialist zijn in de zin van de BIG. Zij zijn bevoegd alle handelingen te verrichten die behoren bij het deskundigheidsgebied van de psychiater, mits hij of zij bekwaam is. Voor die handelingen die tot het specifieke deskundigheid van de kinder- en jeugdpsychiater behoren staan zij onder supervisie.
8.4
De opleideling is een gedragswetenschapper in opleiding tot GZ-psycholoog of tot orthopedagoog-generalist De juridische positie van een GZ-psycholoog in opleiding is te vergelijken met die van een coassistent. Dit houdt in dat er altijd een werkbegeleider is die toezicht houdt op het handelen van de GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog in opleiding kan niet via het tuchtrecht worden aangesproken, de werkbegeleider wel. Bij de orthopedagoog-generalist in opleiding gelden dezelfde uitgangspunten, zij het dat de orthopedagoog-generalist niet onder wet BIG valt en niet via het tuchtrecht kan worden aangesproken. Dit leidt tot de volgende consequenties:
wijzigingen in de behandeling moeten door de werkbegeleider worden geaccordeerd. Dit betekent dat een werkbegeleider daadwerkelijk moet worden betrokken bij de behandeling. Dit betekent niet alleen dat de GZ-psycholoog in opleiding de supervisor goed op de hoogte moet houden maar ook dat de supervisor zich hierin actief moet opstellen. De supervisor moet de patiënt zelf zien/spreken in de intakefase en daarna zo vaak als nodig is om verantwoorde zorg te kunnen waarborgen.
8.5
de raadpleging van een psychiater is altijd verplicht in de gevallen zoals genoemd in 5.4.
De opleideling is GZ-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog De juridische positie van de klinisch psycholoog in opleiding is te vergelijken met die van een arts in opleiding tot specialist. De klinisch psycholoog in opleiding is in principe zelf tuchtrechtelijk verantwoordelijk (deze is immers GZ-psycholoog) als deze niet volgens de instructies heeft gehandeld. De werkbegeleider kan eveneens tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor diens rol in de opleiding waaronder de beoordeling van de bekwaamheid van de klinisch psycholoog in opleiding, vgl. AIOS/ supervisor. Pagina 30 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare De klinisch psycholoog in opleiding is bevoegd alle handelingen te verrichten die behoren tot het deskundigheidsgebied van de GZ-psycholoog, mits hij of zij bekwaam is. De handelingen die behoren tot het specialistische gebied van de klinisch psycholoog kunnen alleen onder verantwoordelijkheid van een klinisch psycholoog of kinder- en jeugdpsychiater worden uitgeoefend. De mate van zelfstandigheid van een klinisch psycholoog in opleiding wordt groter naarmate de deze verder in de opleiding gevorderd is. Wel moet de werkbegeleider steeds de bekwaamheid van de klinisch psycholoog in opleiding blijven inschatten en beoordelen en de werkbegeleider is verantwoordelijk voor deze beoordeling. Dit leidt tot de volgende consequenties:
wijzigingen in de psychologische behandeling moeten door de supervisor worden geaccordeerd. Dit betekent dat een werkbegeleider/supervisor daadwerkelijk wordt betrokken bij de behandeling. Dit betekent niet alleen dat de klinisch psycholoog in opleiding de supervisor goed op de hoogte moet houden maar ook dat de supervisor zich hierin actief moet opstellen. De supervisor moet de patiënt zelf zien/spreken in de intakefase voor psychologische behandeling en daarna zo vaak als nodig is om verantwoorde zorg te kunnen waarborgen.
8.6
de raadpleging van een psychiater is altijd verplicht in de gevallen zoals genoemd in 5.4.
Stagiaires van andere opleidingen Stagiaires van de overige opleidingen werken altijd onder supervisie. Dit houdt in dat er altijd een stagebegeleider/supervisor is die toezicht houdt op het handelen van de stagiaire en daarvoor ook verantwoordelijk is.
Pagina 31 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
9
Spoedeisende hulpverlening De crisisdienst buiten kantoortijd is binnen Accare verschillend geregeld. In de diensten van het Accare UCKJP is de arts de voorwacht en de kinder- en jeugdpsychiater de achterwacht. De diensten van Accare Drenthe/Overijssel worden uitgevoerd door de GGZ-artsen en kinder- en jeugdpsychiaters. Hier is geen onderscheid tussen een voor- en achterwacht, behalve in de situatie dat een GGZ-arts dienst heeft. De directeur behandelzaken van Accare Drenthe/Overijssel of een waarnemer vervult in dat geval een achterwachtfunctie. Indien de dienstdoende arts of psychiater ook de behandelaar is dan wordt gebruik gemaakt van de dienst in de andere provincie. Zie hiervoor de notitie “IBS beoordeling bij de situatie dat de behandelend psychiater dienst heeft”(in het Kwaliteitshandboek onder Documenten Zorg Juridisch).
De situatie in Groningen (divisie Accare UCKJP) In de crisisdienst heeft de voorwacht het eerste contact met de patiënt. De voorwacht heeft tot taak te beoordelen of de achterwacht moet worden ingeschakeld en moet dit tijdig doen. De voorwacht kan slechts die hulp verlenen of nalaten binnen de eigen deskundigheid en bekwaamheid. De voorwacht rapporteert aan de achterwacht hoe hij of zij heeft gehandeld. De voorwacht kan de achterwacht vragen een patiënt al dan niet samen te beoordelen. De achterwacht moet de patiënt dan ook zelf zien. De achterwacht moet in ieder geval komen in geval van suïcide(dreiging) of ernstige calamiteiten. De achterwacht moet altijd worden ingeschakeld in één van de situaties zoals genoemd in hoofdstuk 5.4. Vanaf het moment dat de achterwacht wordt ingeschakeld is hij of zij verantwoordelijk voor de hulpverlening aan de patiënt. De achterwacht is verantwoordelijk voor een IBS-beoordeling. Indien de achterwacht geen IBSbeoordeling kan doen, omdat deze ook behandelend psychiater van de desbetreffende patiënt is wordt de dienstdoende kinder- en jeugdpsychiater van Drenthe ingeschakeld. De achterwacht is de waarnemer van de geneesheer-directeur in de zin van de BOPZ buiten kantooruren.
De situatie in Drenthe (divisie Accare Drenthe/Overijssel) De dienstdoende psychiater is verantwoordelijk voor de beoordeling van de patiënt. In geval degene die dienst heeft geen psychiater is maar GGZ-arts, dan dient de achterwacht te worden ingeschakeld in geval van een situatie zoals genoemd in hoofdstuk 5.4 of een IBS-beoordeling bij een eigen patiënt. De dienstdoende GGZ-arts/kinder- en jeugdpsychiater is waarnemer van de geneesheer-directeur in de zin van de BOPZ buiten kantooruren.
Pagina 32 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
10
Detachering op andere werkplekken Hoe de verantwoordelijkheden liggen van behandelaars van Accare die gedetacheerd zijn op werkplekken buiten Accare, bijvoorbeeld in de jeugdzorg, is afhankelijk van de specifieke afspraken die daarover zijn gemaakt. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst of een detacheringsovereenkomst. In dit hoofdstuk wordt alleen de rol van de arts en psychiater nader beschreven omdat dit de disciplines zijn binnen Accare die vooral op andere werkplekken zijn gedetacheerd en waarvan de verantwoordelijkheid kan verschillen afhankelijk van de gemaakte samenwerkingsafspraken. Voor de arts gelden dezelfde richtlijnen als voor de kinder- en jeugdpsychiater, zij het dat de werkzaamheden altijd onder supervisie van een kinder- en jeugdpsychiater worden uitgevoerd.
1) De kinder- en jeugdpsychiater is hoofdbehandelaar Indien de kinder- en jeugdpsychiater hoofdbehandelaar is, is deze primair verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van het behandelplan van een individuele patiënt. Deze kinder- en jeugdpsychiater is voor de patiënt en anderen aanspreekbaar voor de voorgenomen en uitgevoerde behandeling of begeleiding. Een belangrijk uitgangspunt is dat een behandelaar normaal gesproken alleen behandelverantwoordelijkheid kan dragen als hij de patiënt ook zelf ziet. De hoofdbehandelaar moet de patiënt zelf zien/spreken in de intakefase en daarna zo vaak als nodig is om verantwoorde zorg te kunnen waarborgen. Ook andere leden van een behandelteam moeten de hoofdbehandelaar kinderen jeugdpsychiater op de hoogte houden zodat deze zijn rol kan waarmaken. Omdat het aantal uren dat beschikbaar is voor detachering vaak gering is zal het niet vaak voorkomen dat de kinder- en jeugdpsychiater als hoofdbehandelaar optreedt. De geringe aanwezigheid van de kinder- en jeugdpsychiater maakt dat deze zijn of haar verantwoordelijkheid als hoofdbehandelaar niet waar kan maken.
2) De kinder- en jeugdpsychiater is lid van het team en geen hoofdbehandelaar Indien de kinder- en jeugdpsychiater lid is van het team dan is deze slechts verantwoordelijk voor
zijn
of
haar
eigen
aandeel
binnen
de
totale
behandeling
van
de
patiënt.
De kinder- en jeugdpsychiater draagt geen behandelverantwoordelijkheid. In dergelijke gevallen verdient het bijhouden en beschikbaar hebben van het medisch dossier bijzondere aandacht.
3) De kinder- en jeugdpsychiater vervult een consultfunctie De kinder- en jeugdpsychiater kan als consultverlener worden ingeroepen. Er dient sprake te zijn van een duidelijke vraagstelling op basis waarvan de kinder- en jeugdpsychiater een advies kan geven. De consultaanvraag kan alleen plaatsvinden binnen de kaders die daarvoor zijn afgesproken (tijd, plaats e.d.). De consultverlenende kinder- en jeugdpsychiater moet de patiënt ook zelf zien wanneer dit wordt gevraagd en wanneer afgesproken is dat dit tot de mogelijkheden van de consultvrager behoort. In andere gevallen is het aan de consultverlener zelf om in te schatten of hij het wenselijk vindt de patiënt zelf te zien. Is tussen organisaties afgesproken dat de kinder- en jeugdpsychiater slechts kan worden benaderd om telefonisch consult te geven dan dient de kinder- en jeugdpsychiater zich te onthouden
Pagina 33 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare van advies wanneer hij of zij de situatie niet telefonisch kan inschatten 20. De consultvrager zal dan de regionale 7x 24-uursdienst in moeten schakelen. De consultvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de adviezen.
4) De kinder- en jeugdpsychiater is medebehandelaar in collegiaal verband met een andere specialist In intercollegiaal verband kan er sprake zijn van medebehandeling. Er moet dan goed worden afgesproken hoe de verschillende activiteiten op het gebied van de betrokken specialismen op elkaar worden afgestemd. In dergelijke gevallen verdient het bijhouden en beschikbaar hebben van het medisch dossier bijzondere aandacht.
20
Voorbeeld van een dergelijke samenwerkingsafspraken zijn de samenwerking tussen de divisie UCKJP en
Wilster Intensieve Jeugdzorg in Groningen. Pagina 34 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare
11
Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg Met ingang van 1 februari 2010 is de Handreiking Verantwoordelijksheidsverdeling bij samenwerking in de zorg van kracht geworden. De handreiking is een initiatief van een groot aantal koepelorganisaties, waaronder GGZ NL en de KNMG.
Juridisch kader De handreiking is een invulling van het begrip “verantwoorde zorg” uit de Kwaliteitswet en “goed hulpverlenerschap” uit de WGBO. De handreiking richt zich op samenwerking in de gezondheidszorg en niet op samenwerking tussen gezondheidszorg en jeugdzorg. De inhoud is voor een belangrijk deel gebaseerd op jurisprudentie en kan daarom nu al in overwegende mate als geldend recht worden gezien. Er is er sprake van een implementatietermijn van drie jaar (tot begin 2013).
Inhoud De handreiking formuleert bij samenwerking in de zorg (intern of extern, parallel of opvolgend) dertien aandachtspunten (“kernaspecten”) die bij samenwerking in de zorg in acht moeten worden genomen. Hieronder staan de aandachtspunten beschreven en samengevat. De complete Handreiking is opgenomen in het kwaliteitshandboek. Aandachtspunt 1 Voor de cliënt is te allen tijde duidelijk wie van de betrokken zorgverleners:
het aanspreekpunt is voor vragen van de cliënt of diens vertegenwoordiger;
de inhoudelijke (eind)verantwoordelijkheid heeft voor de zorgverlening aan de cliënt;
belast is met de coördinatie van de zorgverlening aan de cliënt (zorgcoördinator).
Het is van belang dat deze drie taken over zo weinig mogelijk zorgverleners worden verdeeld. Zo mogelijk zijn deze taken in één hand.
Toelichting werkwijze Accare De hierboven genoemde taken behoren tot de behandelverantwoordelijkheid zoals deze beschreven is in dit professioneel statuut. Wel kunnen taken door de hoofdbehandelaar worden gedelegeerd naar medebehandelaars. Voor de patiënt en ouders moet duidelijk zijn bij wie welke taken uitvoert en bij wie ze terecht kunnen met vragen. Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare moet duidelijk zijn wie welke taken uitvoert. Dit moet worden vastgelegd in het behandelplan. Aandachtspunt 2: Alle bij de samenwerking betrokken zorgverleners beschikken zo nodig over een gezamenlijk en up-to-date zorg- of behandelplan betreffende de cliënt.
Toelichting werkwijze Accare Bij interne samenwerking is de hoofdbehandelaar verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van het behandelplan en draagt zorg voor de afstemming tussen de behandelaren. Deze taak kan worden gedelegeerd. Medebehandelaren maken hun eigen disciplineplan voortbouwend op en in lijn met het behandelplan. Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare is de hoofdbehandelaar verantwoordelijk dat afspraken worden vastgelegd en afgestemd. Zo nodig kan een gePagina 35 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare zamenlijk behandelplan worden opgesteld als dit een meerwaarde biedt boven de afzonderlijke behandelplannen. Aandachtspunt 3: Gegarandeerd wordt dat de rechten van de cliënt, zoals deze voortvloeien uit wetgeving en rechtspraak, op de juiste wijze worden nagekomen. Waar nodig worden afspraken gemaakt om te vergemakkelijken dat de cliënt de hem toekomende rechten kan uitoefenen.
Toelichting werkwijze Accare Alle professionals die betrokken zijn bij een cliënt zijn gehouden zich aan de wet en de professionele standaard te houden. Cliënten en ouders ontvangen bij aanvang van de zorg een folder waarin hun rechten en plichten zijn beschreven. Bij samenwerkingsprojecten wordt afgesproken waar cliënten een klacht kunnen indienen en welke klachtenregeling van toepassing is. Aandachtspunt 4: Een zorgverlener die deelneemt in een samenwerkingstraject vergewist zich ervan dat hij/zij beschikt over relevante gegevens van collega‟s en informeert collega‟s over gegevens en bevindingen die zij nodig hebben om verantwoorde zorg te kunnen verlenen.
Toelichting werkwijze Accare Bij samenwerking binnen Accare wordt gebruik gemaakt van het EPD. Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare moet direct bij de start met de cliënt worden besproken dat uitwisseling van relevante informatie noodzakelijk is om verantwoorde zorg te kunnen bieden. Gekeken moet worden welke informatie de andere professional nodig heeft om zijn of haar werk goed te doen. De toestemming voor informatie-uitwisseling wordt in het dossier vastgelegd. Informatie-uitwisseling zonder toestemming is alleen mogelijk bij een conflict van plichten wanneer de cliënt of anderen schade dreigen op te lopen als de informatie niet wordt uitgewisseld. Aandachtspunt 5: Relevante gegevens worden aangetekend in een dossier betreffende de cliënt. Bij voorkeur is dit een geïntegreerd dossier, dat door alle bij de samenwerking betrokken zorgverleners kan worden geraadpleegd en aangevuld. Zo niet, dan worden afspraken gemaakt over de wijze waarop samenwerkingpartners relevante informatie uit een dossier kunnen verkrijgen.
Toelichting werkwijze Accare Bij samenwerking binnen Accare wordt gebruik gemaakt van het EPD. Iedere medewerker die rechtstreeks betrokken is bij het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst heeft toegang tot het EPD en kan beschikken over de informatie uit het dossier voor zover dit relevant is voor het uitvoeren van het werk. Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare zal afhankelijk van de intensiteit van de samenwerking worden bekeken of een geïntegreerd dossier tot de mogelijkheden behoort. In andere gevallen zal verslaglegging voor beide partijen uitgewisseld worden , mits dit noodzakelijk is om verantwoorde zorg te kunnen bieden.
Pagina 36 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Aandachtspunt 6: Zorgverleners die deelnemen aan een samenwerkingsverband maken duidelijke afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de zorgverlening aan de cliënt.
Toelichting werkwijze Accare Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare moet duidelijk zijn wie welke taken uitvoert. Dit moet worden vastgelegd in het behandelplan. Het is van belang dat afspraken en regelingen voor alle betrokkenen kenbaar zijn. Het gaat daarbij zowel om afspraken en regelingen in algemene zin als specifiek rondom een individuele cliënt. Dit betekent dat alle betrokkenen op de hoogte moeten zijn van de principes en procedures voor samenwerking, inclusief de regelingen voor inschakeling of consultatie van andere disciplines (bijv. § 5.4 van dit professioneel statuut). Aandachtspunt 7: Zorgverleners die deelnemen aan een samenwerkingsverband zijn alert op de grenzen van de eigen mogelijkheden en deskundigheid en verwijzen zo nodig tijdig door naar een andere zorgverlener. Zij zijn op de hoogte van de kerncompetenties van de andere betrokken zorgverleners.
Toelichting werkwijze Accare Accare streeft met dit professioneel statuut naar waarborging daarvan. Aandachtspunt 8: In gevallen waarin tussen zorgverleners een opdrachtrelatie bestaat, geeft de opdrachtgevende zorgverlener voldoende instructies met betrekking tot de zorgverlening aan de cliënt.
Toelichting werkwijze Accare Voor de situatie binnen Accare: zie hiervoor het hoofdstuk over voorbehouden en risicovolle handelingen. De uitwerking daarvan is terug te vinden in de Notitie Bevoegdheidsverdeling en uitvoeringsprotocollen voorbehouden en risicovolle handelingen. Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare gelden dezelfde protocollen tenzij hierover andere afspraken zijn gemaakt. Aandachtspunt 9: Overdracht van taken en verantwoordelijkheden vindt expliciet plaats. Bij de inrichting van overdrachtsmomenten is van
belang om zowel rekening te houden met bij overdrachtssituaties in het algemeen veel voorkomende risico‟s als met eventuele specifieke kenmerken van de cliëntsituatie.
Toelichting werkwijze Accare Bij de overdracht van taken en verantwoordelijkheden moet sprake zijn een goede overdracht. Een taak of verantwoordelijkheid is pas overgedragen wanneer deze door de overnemende behandelaar ook is geaccepteerd. Dat kan persoonlijk, telefonisch of per e-mail. Zolang dit nog niet is gebeurd is degene die de taken en verantwoordelijkheden wil overdragen nog verantwoordelijk.
Pagina 37 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare Aandachtspunt 10: Waar nodig voor een goede zorgverlening wordt in situaties van samenwerking in de zorg voorzien in controlemomenten (overleg, evaluatie).
Toelichting werkwijze Accare Er worden controle- en evaluatiemomenten ingebouwd in het zorgproces waarin steeds gekeken wordt of het zorgproces nog loopt zoals de bedoeling was. Daarnaast zijn dergelijke momenten goede momenten voor overleg en bezinning. Deze controle en evaluatiemomenten moeten expliciet worden vastgelegd in het behandelplan en bewaakt worden door de hoofdbehandelaar of degene aan wie de coördinatie van de zorgverlening is gedelegeerd. De evaluatie kan zo nodig of zo gewenst leiden tot bijstelling van het behandelplan. Aandachtspunt 11: De cliënt of diens vertegenwoordiger wordt intensief betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het zorg- of behandelplan. De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt in relatie tot het zorgproces wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. Elke zorgverlener bespreekt met de cliënt ook diens ervaringen met het samenwerkingsverband.
Toelichting werkwijze Accare Het is van belang om de cliënt en ouders zoveel mogelijk te betrekken bij de inrichting en uitvoering van het behandelplan. Hun hulpvraag is immers het uitgangspunt voor behandeling. Dit betekent ook dat zij goed moeten worden geïnformeerd. Aandachtspunt 12: Afspraken die door samenwerkingspartners worden gemaakt over de aard en inrichting van de samen-werking en over ieders betrokkenheid worden schriftelijk vastgelegd.
Toelichting werkwijze Accare Deze afspraken worden zoveel mogelijk vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst en uitgewerkt in eventuele projectplannen. In het kwaliteitshandboek van Accare is een checklist voor het opstellen van samenwerkingsovereenkomsten. Nader moet worden bekeken hoe deze informatie beschikbaar komt voor behandelaren. Aandachtspunt 13: Met betrekking tot incidenten (waaronder begrepen fouten) geldt het volgende: a)
naar de cliënt wordt over incidenten openheid betracht;
b)
incidenten worden gemeld op een binnen het samenwerkingsverband afgesproken centraal punt;
c)
een aan het samenwerkingsverband deelnemende zorgverlener die in de ogen van een of meer collega‟s niet voldoet aan de normen voor verantwoorde zorg, wordt door hen daarop aangesproken.
Toelichting werkwijze Accare Het melden via incidenten vindt plaats op basis van het Reglement Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP). Melden zal in de loop van 2011 plaats gaan vinden in het VeiligheidsManagementSysteem (VMS).
Pagina 38 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Professioneel Statuut Accare a)
Dit spreekt voor zich en behoort tot de beroepsverantwoordelijkheid van een behandelaar. Zowel in de MIP-meldingsformulieren als in VMS is het bespreken van het incident met de patiënt en/of ouders een item dat kan worden ingevuld. Zodoende wordt elke behandelaar hier weer aan herinnerd.
b)
Bij samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg buiten Accare kan worden afgesproken hoe incidenten worden geregistreerd en besproken. Dit wordt vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst.
c)
Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van professionals om elkaar aan te spreken wanneer er sprake is van onvoldoende verantwoorde zorg.
Pagina 39 van 36 Datum: 4 april 2013 Code: BB | AJB | 2013.011 Evaluatiedatum: november 2014
Auteur: P. Dijkshoorn, E. Mulder, A.Storm en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld versie 4 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : Accarenet | Zorg
Bijlage 1
Formulier Bevoegdheid- en Bekwaamheidsverklaring
Professioneel Statuut Accare
Bevoegd- en bekwaamheidsverklaring21 Betreft Naam
:
Functie
:
Cluster
:
Divisie
:
Datum
:
Toelichting Als ondersteuning voor het bepalen van de vraag of een medewerker bekwaam is moeten de volgende vragen positief kunnen worden beantwoord:
Behoort de handeling tot het deskundigheidsgebied van de medewerker?
Bezit de medewerker de kennis en vaardigheden voor het uitvoeren van deze handeling?
Is de medewerker op de hoogte van het geldende protocol voor deze handeling?
Weet de medewerker wat hij of zij moet doen als er een onverwachte reactie optreedt?
Is de medewerker toegerust op deze specifieke context/situatie?
Voldoet de medewerker aan de ervaringseis voor deze handeling?22
Weet de medewerker wanneer de grens van zijn of haar deskundigheid en bekwaamheid is bereikt en wan-
neer hij of zij een deskundige collega dient te raadplegen c.q. de behandeling aan een ander dient over te dragen? Kunnen één of meerdere vragen niet met ja worden beantwoord dan is de medewerker niet bekwaam om de handeling uit te voeren.
Beoordeling door medewerker: Ik acht mezelf bevoegd en bekwaam om: behandelverantwoordelijkheid te dragen een psychiatrische diagnose te stellen een indicatie te stellen voor psychologische behandelvormen anders, nl. Ik acht mezelf bevoegd en bekwaam om te oordelen wanneer mijn kennis een grens bereikt heeft en ik een andere deskundige moet inschakelen. Ik heb kennis genomen van het Professioneel Statuut van Accare, ben op de hoogte van de inhoud en zal hiernaar handelen. Eventuele toelichting:
21
Bevoegd- en bekwaamheidsverklaring in verband met het toekennen van taken en verantwoordelijkheden die in het Professioneel Statuut van Accare niet rechtstreeks zijn toegekend. 22 Deze ervaringseisen staan beschreven in de notitie Bevoegdheidsverdeling en uitvoeringsprotocollen voorbehouden en risicovolle handelingen.
Datum: 15 november 2011 Code: BB | AJB | 2011.21 Evaluatiedatum: november ‘13
Auteur: P. Dijkshoorn, R.B. Minderaa, P. van der Noord en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld, versie 2 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : KHB | Documenten Zorg Juridisch
Professioneel Statuut Accare
Voor bovengenoemde taakuitoefening relevante beroepsopleidingen Opleiding
Datum diplomering
Bijzonderheden
Aantal voor bovengenoemde taakuitoefening relevante ervaringsjaren: Naam: Plaats en datum: Handtekening:
Beoordeling door clustermanager Behandelzaken: Ik acht
bevoegd en bekwaam om: behandelverantwoordelijkheid te dragen een psychiatrische diagnose te stellen een indicatie te stellen voor psychologische behandelvormen anders, nl.
Eventuele toelichting: Voorwaarden/beperkingen: Herbeoordeling: over 1 jaar in het jaargesprek over twee jaar in het jaar- of beoordelingsgesprek anders, nl.
Naam: Plaats en datum: Handtekening:
Beoordeling door divisiedirecteur Behandelzaken: ik acht - op grond van dit door betreffende medewerker en clustermanager Behandelzaken ingevulde en ondertekende formulier – betreffende medewerker bevoegd en bekwaam om de aangegeven werkzaamheden te verrichten en de daarbij behorende verantwoordelijkheden te dragen.
Datum: 15 november 2011 Code: BB | AJB | 2011.21 Evaluatiedatum: november ‘13
Auteur: P. Dijkshoorn, R.B. Minderaa, P. van der Noord en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld, versie 2 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : KHB | Documenten Zorg Juridisch
Professioneel Statuut Accare Naam: Plaats en datum: Handtekening:
Deze verklaring wordt opgenomen in het personeelsdossier Deze verklaring moet in cc worden toegezonden aan de afdeling A&I i.v.m. aanpassing bevoegdheden DBC/EPD.
Datum: 15 november 2011 Code: BB | AJB | 2011.21 Evaluatiedatum: november ‘13
Auteur: P. Dijkshoorn, R.B. Minderaa, P. van der Noord en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld, versie 2 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : KHB | Documenten Zorg Juridisch
Professioneel Statuut Accare
Bronnen
de Herziene Profielschets Psychiater, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Notitie GGZ Nederland (Tineke Stikker), Verantwoordelijkheidstoedeling bij inter- en multidisciplinaire samenwerking in de ggz (juni 2004)
Model Professioneel Statuut GGZ Nederland, oktober 2005
Anders leren, beter werken K. Kwakman (Nijmegen 2003)
Spelregels DBC GGZ versie, 2009
Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg (versie 26 januari 2010, diverse brancheorganisaties waaronder GGZ NL en de KNMG)
Datum: 15 november 2011 Code: BB | AJB | 2011.21 Evaluatiedatum: november ‘13
Auteur: P. Dijkshoorn, R.B. Minderaa, P. van der Noord en A.J Broersma Status en versie: vastgesteld, versie 2 Organisatieonderdeel: Accare
Eigenaar : Raad van Bestuur Vindplaats : KHB | Documenten Zorg Juridisch