pro

SCHOOLBELEIDSPLAN vmbo-mavo/pro Christelijke Ontmoetingsschool Het Streek

2010 – 2015

De school voor ondernemende jongeren!

Versie 5 – april 2011

Schoolbeleidsplan vmbo-mavo/pro

Christelijke Ontmoetingsschool Het Streek

Pagina 1 van 28

INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Inleiding Motivatie Onderwijsaanbod Zeven speerpunten School van de toekomst Learning Companies

blz. blz. blz. blz. blz. blz.

2 3 4 5 7 8

BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5.

Kaders Analyse Implementatieplan Eerste uitwerking Learning Companies Bronnen

blz. 9 blz. 12 blz. 16 blz. 22 blz. 25

1. INLEIDING Voor u ligt het schoolbeleidsplan van de locaties vmbo-mavo/pro van CSG Het Streek te Ede. Het sluit aan bij het strategisch beleidsplan “Talenten verbinden”(2008 – 2012) van Het Streek (bestuurlijk niveau), dat in het najaar van 2008 definitief is geworden. Het geeft het bestaansrecht aan van onze school en het geeft richting en kaders voor de komende vijf jaar. Allereerst moeten we stellen dat de drie locaties van vmbo-mavo/pro op weg zijn naar een nieuwe toekomst in een nieuw gebouw. Dat betekent dat we de komende jaren zullen toewerken naar integratie, samenwerking en versterking van zowel vmbo-mavo als praktijkonderwijs. De vloot van drie wordt omgebouwd tot een trots vlaggenschip. De muren die tot op heden hebben gestaan tussen de ORL, BKM en ADW zullen in vlot tempo worden afgebroken, waarbij de kleinschaligheid en veiligheid worden geborgd in de nieuw op te richten afdelingen. Het managementteam zal zich in toenemende mate manifesteren als het managementteam van de hele school. Een beleidsplan moet altijd verbinding hebben met het Strategisch beleid van het gehele Streek. Die verbinding is nadrukkelijk gelegd, evenals de verbinding met tal van documenten die de afgelopen jaren zijn geproduceerd. Sommigen zijn al enkele jaren oud, anderen zitten nog in het rijpingsproces. Ik noem: het beleidsdocument betreffende de opleidingsschool (2007), de zorgplannen, het strategisch ICT beleidsplan, de financiële kaders en een hele lijst andere plannen, onderzoeken e.d. De afgelopen jaren is een stevige bezuinigingsslag gemaakt om de inkomsten en uitgaven met elkaar in balans te brengen. Hierin zijn goede stappen gezet. De grootste uitdaging de komende jaren zal zijn om het aantal leerlingen weer te doen groeien. Daarop zal stevig worden ingezet en ik zie voldoende mogelijkheden om daar een slag te slaan. Jan Haasjes, directeur vmbo-mavo/pro



Pagina 2 van 28

2. MOTIVATIE Daarmee kom ik op mijn eigen motivatie en drijfveren. Ooit ben ik het onderwijs ingegaan vanwege mijn betrokkenheid bij jonge mensen. Ik wilde en wil een steentje bijdragen aan de ontwikkeling van jonge mensen tot volwaardige deelnemers aan onze samenleving. Daar heb ik altijd wat bagage aan willen toevoegen, zowel vakmatig als op sociaal terrein. Ik geniet bijvoorbeeld van de ontmoetingen met oudleerlingen, vooral als je hoort wat ze zijn gaan doen en dan ontdek je de meest boeiende carrières. Maar de grootste kick krijg ik van leerlingen die tijdens hun schoolperiode dreigden te ontsporen en door o.a. mijn betrokkenheid toch goed zijn terechtgekomen. Als ik dan een Marokkaanse jongen tegenkom in de trein die op alle fronten was ontspoord, meerdere scholen heeft versleten en die toch op mijn school een diploma haalde en dan trots vertelt dat hij nu een eigen bedrijf heeft, dan denk ik: Ja daar ben ik het onderwijs voor ingegaan! Onderwijs is meer dan lesgeven alleen. Je probeert iets te betekenen voor jonge mensen, als opvoeder, als docent en rolmodel. Daarmee draag ik een steentje bij aan een tolerantere en ik hoop betere samenleving. Om die reden ben ik in het onderwijs gebleven. Nu op een andere plek, maar wel met dezelfde drive. Ik probeer vooral in te zoemen op onze huidige schoolpopulatie en dan stel ik me voor hoe die de school ervaart. Wat ik dan ontdek is dat veel leerlingen niet voldoende worden uitgedaagd. En ook dat we in het onderwijs niet in de pas lopen met de ontwikkelingen op digitaal gebied. En we worstelen met antwoorden op de diversiteit aan zorg en begeleiding die nodig is, elke dag weer in te grote groepen. We zijn eigenlijk teveel naar binnen gericht en ook nog teveel op onszelf. Dat wil ik graag doorbreken. Het Streek heeft m.i. voldoende potentie om een school te zijn die jonge mensen uitdaagt, een school met een missie en een maatschappelijke opdracht. En ons bestaansrecht ontlenen we daarbij vooral aan de boodschap die we willen uitdragen op grond van de Bijbel. Een boodschap van naastenliefde en zorg voor de schepping met als kernwoorden vriendschap, respect en tolerantie. Ik geloof in een school die jonge mensen op weg helpt naar een volwaardige plek in onze samenleving. Een school die jonge mensen leert om op respectvolle wijze met elkaar om te gaan, een school die laat zien dat je vanuit religieuze principes kunt bouwen aan een betere wereld. Zo‟n school daagt jongeren uit, neemt ze serieus door goed naar ze te luisteren, zorgt voor optimale begeleiding en levensecht leren. Een school waar iedereen trots op is. Waarvan gezegd wordt: daar moet je heen! Een school die zich onderscheidt door innovatieve onderwijskundige concepten zoals bijvoorbeeld de Learning Companies. Om dat te bereiken moet iedere medewerker van de tribune af, moeten er onderwijskundige initiatieven worden genomen zoals de ondernemersroute, het vakcollege en de sportklas. Wanneer Het Streek jouw school is en ook jouw bestaansbron, dan kan niemand meer achterover leunen. Eenieder zal zich moeten afvragen: ben ik een deel van het probleem of ben ik een deel van de oplossing? Ondernemendheid en dynamiek wil ik ontdekken in alle hoeken en gaten van de school. Met als doel: het aantal leerlingen doen groeien. En ik geloof er heilig in dat ons dat gaat lukken! Dat doet me ook denken aan het verhaal van Gideon. Hoe hij uiteindelijk met een kleine kern de strijd moest leveren met de Midjanieten. Bijna niemand geloofde in de overwinning, maar het lukte toch….Zo‟n kern heb ik ook nodig, een Gideonsbende, een enthousiaste groep medewerkers die me helpt de zaak in beweging te krijgen…… En het mooie is: die beweging is al begonnen! Jan Haasjes



Pagina 3 van 28

3. ONDERWIJSAANBOD De vmbo-mavo/pro locaties bieden de volgende onderwijsstromen aan: A. Praktijkonderwijs op de Oranjelaan – ORL. B. Basisberoepsgerichte leerweg op de Amsterdamseweg - ADW. C. Kaderberoepsgerichte leerweg op de Amsterdamseweg – ADW. D. Gemengde en theoretische leerweg in Bennekom – BKM. Kaderberoepsgericht en tl/havo – BKM. Noot: De gemengde en theoretische leerweg noemen we mavo. Binnen deze leerwegen onderscheiden we nog een aantal speciale leerroutes: Vakcollege – ADW. Sportklas – ADW. Talent in Techniek – ADW. Intersectoraal – Commercie en Dienstverlening – ADW. VM 2- ADW. Talentstroom Ondernemen – BKM. VM1 – ORL.



Pagina 4 van 28

4. ZEVEN SPEERPUNTEN De inleiding eindigt met de volgende woorden: “De grootste uitdaging de komende jaren zal zijn om het aantal leerlingen weer te doen groeien. Daarop zal stevig worden ingezet en ik zie voldoende mogelijkheden om daar een slag te slaan.” Alle maatregelen in het beleidsplan zijn daarop gericht. Veel maatregelen zijn nodig, maar we focussen met name op onderstaande zeven speerpunten: 1. Verdere ingrepen in de formatie om de inkomsten en uitgaven in balans te brengen. Een evenredige verdeling van de formatie over de afdelingen moet daaraan parallel lopen, want dat is nu uit balans. Door bovenstaande noodzakelijke ingrepen ontkomen we niet aan een herschikking van de onderwijsafdelingen. Dat betekent bijvoorbeeld een versnelling op de ADW richting Intersectoraal omdat de afdelingenstructuur niet meer is te betalen. Ook de indelingen in de toekomstige afdelingen moeten in het schooljaar 2011-2012 vorm krijgen. 2. De bedrijfsvoering. Ieder bedrijf moet streven naar een optimale bedrijfsvoering. Dat geldt ook voor Het Streek. Dat is de eerste slag die je kunt maken naar je klanten. En onze klanten zijn de leerlingen en de ouders. We beginnen dan waar we voor bestaan: onderwijs verzorgen en kwaliteit leveren. Dan is het duidelijk dat je maximaal moet garanderen dat je de onderwijstijd haalt en de leerlingen in vier jaar tijd aan een diploma helpt of na vijf of zes jaar aan een plek op de arbeidsmarkt. Lesuitval maximaal beperken is dan een voorwaarde, evenals het starten van een kwaliteitscyclus. Communiceren. In elk bedrijf een sleutelbegrip, maar ook in heel veel bedrijven een struikelblok. Optimale communicatie met leerlingen en ouders zegt iets over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Dat is dus ook een doel, maar tevens een verantwoordelijkheid voor iedere medewerker, inclusief mijzelf. Aandacht voor de medewerkers door o.a. de cyclus van gesprekken m.i.v. 20102011 te starten, waarin resultaten/opbrengsten en ontwikkelafspraken een belangrijk element zullen vormen. 3. Positionering van onze school als Christelijke Ontmoetingsschool. Als vervolg op de totstandkoming van het boekje Ontmoeting zal over vijf jaar in elk leerjaar en in elke afdeling zichtbaar zijn hoe wij structureel concreet gestalte geven aan onze visie op christelijk onderwijs en aan onze kernwaarden. Alle basisscholen en andere relevante doelgroepen in de regio hebben d.m.v. een doelgerichte PR-campagne precies in beeld waar we voor staan. Dat houdt in dat we in de loop van dit schooljaar doelgericht gaan werken aan een nieuw concept voor onze christelijke ontmoetingsschool met de nadruk op een concrete vertaling van dit concept in ons onderwijs. 4. Over drie jaar is de nieuwe school onderwijskundig georganiseerd rond Ondernemendheid en Ondernemerschap. Acht Learning Companies draaien volop volgens het geschetste model in het beleidsplan. De komende jaren wordt daar stapsgewijs naar toe gewerkt. Om dit te bereiken is samenwerking gezocht met Het Groenhorst, PTC+ en ROC A-12, Kenniscentrum Handel, Jong Ondernemen. Tevens worden kenniskringen opgericht rond iedere Company van betrokken bedrijven en instellingen. Dit past goed bij de Intersectorale route en ook het vak Technologie kan hierin een cruciale rol spelen. In gang gezette ontwikkelingen als vakcollege, sportklas, ondernemersroute e.d. worden in dit concept ingepast.



Pagina 5 van 28

5. Over twee jaar is iedere onderwijsmedewerker in staat om te werken met digitaal lesmateriaal en over drie jaar is dit zichtbaar verankerd in het curriculum. Iedere medewerker is zelf verantwoordelijk voor het verwerven van de benodigde vaardigheden, waarbij de school vraaggestuurd en op maat cursussen zal aanbieden. 6. Over twee jaar is iedere mentor voldoende getraind om als coach voor onze leerlingen te fungeren. In principe is iedere docent mentor. Coachingsvaardigheden zullen de komende twee jaar op de scholingsagenda worden gezet, gekoppeld aan pedagogische vaardigheden. Loopbaanbegeleiding zal hier een integraal onderdeel van zijn. 7. Over twee jaar is iedere docent voldoende geprofessionaliseerd en handelingsbekwaam om in het kader van passend onderwijs klassen met een diversiteit aan “zorgleerlingen” te bedienen.



Pagina 6 van 28

5. SCHOOL VAN DE TOEKOMST: “Ondernemend en dynamisch….” Hieronder volgt een schets van de school die we over vijf jaar willen hebben gerealiseerd. De doelen van dit schoolbeleidsplan moeten in dat licht worden bezien. Het sleutelwoord is “ondernemen” op alle niveaus. Eerst een aantal richtinggevende uitspraken die DSDW moeten kenmerken. Bronnen: projectplan pro/vmbo uit 2007 (o.a. van M3V), De Uitdaging en diverse actuele uitgaven.  De leerling staat centraal en dan met name de loopbaan van die leerling. Leerlingen moeten worden begeleid naar een passend type vervolgonderwijs en/of toe geleid naar de arbeidsmarkt. Iedere docent is loopbaancoach.  Elk teamlid is expert op een of meerdere vakgebieden als “leercoach”- iemand met de bekwaamheid om leerlingen te begeleiden bij hun leer- en ontwikkelproces.  Betrokkenheid bij leerlingen bevorderen: aanboren van de passie (waar heeft die leerling plezier in?) en het talent (wat kan die leerling?).  De leerling, de leervraag van die leerling en de beroepspraktijk zijn leidend in de school. Leerlingen construeren hun eigen kennis. Dit vergt actief en onderzoekend leren.  De school kenmerkt zich door een autoritieve opvoedingsstijl: dat is een combinatie van veel aandacht en zorg met duidelijke grenzen.  Het onderwijs is gebaseerd op activerende didactiek, die diversiteit in leerstijlen hanteert. Differentiatie in leerstijlen biedt elke leerling de gelegenheid om optimaal naar eigen vermogen te kunnen presteren. Docenten kennen meerdere leerstijlen.  Diagnostiek in toetsing en portfolio gestuurde leerlingvolgsystematiek, naast individuele coaching en loopbaanbegeleiding moeten recht gaan doen aan de verschillen tussen leerlingen.  Docenten werken in sterke teams en zijn zelf verantwoordelijk voor hun professionalisering: zowel vakinhoudelijk als op pedagogisch/didactisch terrein. Van mensen met minimaal een HBO opleiding mag verwacht worden dat ze in staat zijn om hun competenties in lijn te brengen met de eisen die de school stelt.  Elke afdeling bezit een basisteam bestaande uit in ieder geval docenten Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen, aangevuld met medewerkers die hun hoofdtaak in die afdeling hebben. Het gaat dus om onderwijsmedewerkers die vrijwel dagelijks contact hebben met de leerlingen. Daarnaast zullen diverse docenten hun diensten verlenen aan andere afdelingen vanwege hun specialiteit op een bepaald vakgebied.  In de school zal de praktijk steeds meer de theorie gaan sturen.  Vakkenintegratie zal plaatsvinden in een haalbaar tempo, waarbij projectonderwijs het voertuig is om dit te bereiken.  Samenwerking met bedrijven neemt een prominente plaats in in het onderwijs leerproces; bedrijfsbezoeken, voorlichting, stages, opdrachten voor bedrijven uitvoeren e.d.  Doorlopende leerlijnen naar het mbo zijn geborgd. Afstemming, samenwerking, verdieping en vrijstellingen zijn geregeld per leerroute.  De school is opleidingsschool, waarbij iedere docent zijn aandeel levert.  Taal en rekenen vormen een belangrijk bestanddeel van het curriculum, evenals sport en cultuur.  De leerling ontwikkelt zich op persoonlijk vlak (sociaal) en naar een vervolgopleiding of een beroep (praktijkonderwijs).



Pagina 7 van 28

6. LEARNING COMPANIES Wanneer je stelt dat Het Streek aan de Zandlaan een ondernemende school moet worden is het van belang om vast te stellen wat onder ondernemerschap wordt verstaan. Tevens wordt hierbij het concept van ´Learning Companies` geïntroduceerd.  Onder ondernemerschap wordt iemands vermogen verstaan om ideeën in daden om te zetten. Het omvat creativiteit, innovatie en het nemen van risico‟s, alsook het vermogen om te plannen en projecten te beheren om doelstellingen te verwezenlijken. Een ondernemende houding helpt iedereen in het dagelijks leven thuis en in de maatschappij. Het helpt werknemers zich bewust te worden van hun arbeidsomgeving en kansen te grijpen, en is de basis voor meer specifieke vaardigheden en kennis die ondernemers nodig hebben voor sociale of economische bedrijvigheid. Volgens deze definitie is ondernemerschap veel meer een bepaalde werkhouding of competentie, die net zo relevant is voor de werknemer als voor de ondernemer. Je kunt spreken van ondernemendheid als het gaat om de „werkhouding‟ en van ondernemerschap als het gaat om „je eigen bedrijf starten‟. Ondernemerschap komt voort uit ondernemendheid. Voor ondernemerschap zijn naast ondernemendheid ook bepaalde vaardigheden nodig, specifiek voor ondernemers, zoals financiën, het opstellen van een businessplan, etc. Ondernemendheid, de werkhouding, is van toepassing voor iedere opleiding en dat moet de rode draad zijn in de nieuwe school. Het bedrijfsleven geeft aan dat ze juist hier op zit te wachten. Wanneer we jongeren willen uitdagen tot ondernemendheid, zullen docenten/medewerkers dit voor moeten leven als rolmodel. Dat vergt een cultuur- en attitude omslag. Projectonderwijs (mini ondernemingen, sportactiviteiten, multiculturele schoolfeesten, etc) kan dit bevorderen. En om het bedrijfsleven goed te betrekken bij Het Streek aan de Zandlaan zal iedere docent contactpersoon worden van enkele bedrijven om bedrijfsbezoeken, stages, voorlichting etc. te bewerkstelligen. Hierdoor wordt de relatie tussen school en bedrijfsleven geïntensiveerd en geborgd. In de loop van de tijd zal iedere docent een bedrijfsportfolio opbouwen. Hieronder staat de eerste uitwerking van het Onderwijsconcept rond Learning Companies. (zie ook bijlage 5) Over vijf jaar is een achttal ondernemingen opgericht: Learning Companies. In eerste instantie gericht op de doelgroep Basisberoeps en Kaderberoeps (Intersectoraal). De theoretische leerwegleerlingen kunnen later aanhaken als we in de nieuwe school zitten, evenals de leerlingen van het praktijkonderwijs. Die ondernemingen moeten worden opgebouwd rond de volgende domeinen i.v.m. de doorlopende leerlijnen richting mbo (werktitels):        

On Stage (kunst, cultuur, theater,muziek, dans, beeld en geluid) Sport & Veiligheid (sport, spel en recreatie) Milieu & Duurzaamheid (I.s.m. Het Groenhorst) Mode & Design (o.a. gekoppeld aan Talent in Techniek) Techniek (vakcollege, hightech als mechatronica, domotica + Talent in Techniek) Zorg & Welzijn (verzorging, uiterlijke verzorging, wellness en gezondheid) Food & Co (restaurant, bakkerij, catering, hospitality) Bizznizz@school (handel, verkoop, administratie, ondernemen)



Pagina 8 van 28

BIJLAGE 1: KADERS Kaders worden bepaald door: 1. Wettelijke regels en voorschriften. 2. Speerpunten uit het Strategisch Beleidsplan (2008-2012). 3. Beleidsplan “Het Streek als opleidingsschool” (nov. 2007). 4. Strategisch ICT beleidsplan 2010-2012 (2010). 5. Zorgplannen. 6. Besluiten en afspraken binnen het vmbo-mavo/pro. 1. Wettelijke regels en voorschriften. De volgende thema‟s worden of blijven leidend in de komende 5 jaar:  Referentieniveaus taal en rekenen.  Passend onderwijs.  Maatschappelijke stages.  Kwaliteitszorg.  Personeelsbeleid: Wet Bio, Actieplan leerkracht en Functiemix. 2. Speerpunten uit het Strategisch beleidsplan: 1. De scholen van Het Streek hebben een duidelijk profiel in de regio. Ze zijn herkenbaar aan op christelijke kernwaarden gebaseerd onderwijs. Uitgangspunt is het boekje “Ontmoeting, identiteit tussen traditie en toekomst” (2005). Levensbeschouwelijk zijn wij het beste te typeren als een christelijke ontmoetingsschool, waarbij de Bijbel onze bron van inspiratie is. Dit wordt de komende jaren geconcretiseerd in het curriculum. Daartoe is een onderzoeksopdracht gegeven aan collega Beja Toonen als afstudeeropdracht van haar studie. ZIE SPEERPUNT 3. Het onderwijs is van uitstekende kwaliteit en leidt tot goede resultaten. De kwaliteit van het onderwijs zal in het schooljaar 2010-2011 een impuls krijgen door eerst de examencijfers te analyseren op docentniveau (5 jaar) en vervolgens acties af te spreken om de knelpunten op te lossen. Tevens zullen we dit schooljaar aansluiten bij het kwaliteitszorgtraject “Vensters voor verantwoording”. ZIE SPEERPUNT 2. 2. Het Streek biedt een goede (loopbaan)begeleiding voor alle leerlingen. Waar nodig biedt Het Streek extra ondersteuning. De grenzen van wat Het Streek kan bieden, zijn voor een ieder, intern en extern, helder. In de nieuwe school wordt een loopbaan- en leerlingbegeleidingscentrum gepositioneerd om fysiek aan te tonen dat de loopbaan en de begeleiding van leerlingen centraal staan. Ook zal in beeld worden gebracht welke begeleiding het vmbo-mavo/pro kan bieden aan de doelgroep, waarbij de grenzen duidelijk worden vastgelegd. Het onderwijszorgprofiel van de school zal scherp worden neergezet tot op afdelingsniveau, evenals de organisatiestructuur (de lijnen). Daarnaast zal iedere mentor worden geprofessionaliseerd in de rol van coach en (loopbaan) begeleider. ZIE SPEERPUNTEN 6 EN 7. 3. Het Streek is maatschappelijk verankerd en heeft een belangrijke plek in de educatieve infrastructuur van Ede e.o. Het Streek is daarbij vanuit haar kernwaarden een betrouwbare samenwerkingspartner. In de kalenderjaren 2009 en 2010 is stevig ingezet op samenwerking met andere scholen in de regio, gemeente, bedrijven en instellingen. Tevens is aangesloten bij landelijke organisaties. Het Streek profileert zich als een echte netwerkschool en is in die samenwerking leidend en initiatiefrijk.



Pagina 9 van 28

Het vmbo-mavo/pro participeert in de volgende overlegstructuren:  PO-VO. In 2010 heeft Het Streek samen met Basisschool De Brugge het initiatief genomen om een platform PO-VO op te richten.  VO-overleg. Het Streek participeert actief in het VO-overleg van EdeWageningen, waarin een groeiende samenwerking is waar te nemen.  Aanval op de Uitval: vmbo-mavo/pro is vertegenwoordigd in de stuurgroep vombo van het samenwerkingsverband 17.1/17.2 – Ede, Wageningen, Veenendaal, Barneveld.  Doorlopende leerlijnen: Het Streek is vertegenwoordigd in het Platform vmbombo. Met regelmaat wordt het voorzitterschap van dit platform opgepakt.  vmbo-mavo/pro is partij in het overleg over de inrichting van de Kenniscampus.  vmbo-mavo/pro is deelnemer aan de Sapfabriek.  vmbo-mavo/pro is deelnemer aan de Technetkringen die zijn georganiseerd vanuit het Technocentrum te Ede.  vmbo-mavo/pro is actief in overleg met ROC A-12 om doorlopende leerroutes te realiseren. Samenwerking met het ROC zal worden geïntensiveerd.  vmbo-mavo/pro is actief in overleg met het Groenhorst College (vmbo) om samenwerking te realiseren.  vmbo-mavo/pro participeert in Techno Discovery.  Er zijn contacten gelegd met de CHE in het kader van identiteit en inzet van studenten.  Er is een contact gelegd met de Universiteit van Wageningen in het kader van Opleiden in School en Food Valley.  Er zijn goede contacten opgebouwd met de gemeente. Hieruit volgen verschillende acties om het vmbo te ondersteunen: Overname van het gebouw aan de ADW om de exploitatiekosten beheersbaar te maken. Subsidie “School en Partners” om de doelgroep jongeren op de ADW na schooltijd activiteiten aan te bieden in het kader van de Brede School. Cultuursubsidie om meer vmbo-jongeren in aanraking te brengen met cultuuruitingen. Samenwerking met Sportservice Ede: combifunctionarissen zijn speciaal voor het vmbo aangesteld om meer sportactiviteiten onder de aandacht te brengen van jongeren. Tevens werken zij mee aan de realisatie van de sportklas op de ADW. Breed overleg betreffende de Maatschappelijke Stage (MAS).  vmbo-mavo/pro participeert in het vorig jaar opgerichte Regionaal Centrum voor Techniek om de contacten met het bedrijfsleven te intensiveren en uit te bouwen. De bedrijfsmakelaar van RCT organiseert bijeenkomsten tussen Het Streek en groepen bedrijven.  vmbo-mavo/pro participeert in het Samenwerkingsverband: Directieberaad, Sub Regio Management Team (SMT), Platform van Zorgcoördinatoren.  Er is bilateraal overleg met Radar/Pactum en REC 4 om te komen tot vormen van samenwerking.  vmbo-mavo/pro is mede-initiatiefnemer om op de kenniscampus te komen tot een Horeca-leerbedrijf, gekoppeld aan het Food Valley concept.  vmbo-mavo/pro participeert in het Lokale Platform Installatietechniek (LPI).  Vanuit de school voor praktijkonderwijs is er structureel overleg met het UWV, MEE-Veluwe en de gemeente.



Pagina 10 van 28

Landelijk zijn we lid van of participeren in:  De landelijke Werkmaatschappij Vakcollege.  Het landelijke Platform Intersectoraal.  Het Platform Bètatechniek.  Netwerk Naschoolse Begeleiding voor leerlingen van het praktijkonderwijs.  Vereniging van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs. Daarnaast zijn er contacten gelegd met:  De VHTO – meisjes in Techniek.  KCH – Kennis Centrum Handel om Het Streek om te vormen tot een ondernemende school.  De Kamer van Koophandel en de landelijke organisatie “Jong Ondernemen” i.v.m. de ondernemende school. 4. De organisatiestructuur is zodanig ingericht dat: er sprake is van een transparante besluitvorming; een adequate verantwoording intern en extern van het beleid van Het Streek gewaarborgd is. Dit speerpunt verdient nog veel aandacht. Besluitvorming is transparant, maar zit nog niet goed in de lijn. Datzelfde geldt voor de verantwoording intern en extern van het beleid. Aanzetten zijn gegeven, maar de cyclus van kwaliteitszorg moet nog in gang worden gezet. Insteek zal dan zijn de PDCA (Plan, Do, Check, Act) cyclus opstarten èn afmaken. ZIE SPEERPUNT 2. 5. Er wordt een duidelijke visie op personeel ontwikkeld. Deze visie is door de hele organisatie voelbaar en Het Streek staat zowel intern als extern bekend als een aantrekkelijke en eigentijdse werkgever. Uit het onderzoek van KPC naar opbrengstgericht werken blijkt dat aandacht voor het personeel heel veel positieve impulsen geeft in de organisatie i.v.m. de correlatie met diverse aspecten van het onderwijs. Dit wordt dan ook de insteek. In 2011 wordt hiermee gestart in de PDCA-cyclus. In overleg met het hoofd P&O wordt gewerkt aan een nieuw systeem van gesprekken: resultaat- en ontwikkelgesprekken, waarin expliciet aandacht wordt gegeven aan resultaatafspraken en waarneembaar gedrag. Tevens zal in het kader van de functiemix worden omschreven aan welke criteria nieuwe LC‟ers moeten voldoen. ZIE SPEERPUNT 2. 6. Het Streek beschikt over twee goed geoutilleerde moderne gebouwen en zijn de ICTvoorzieningen up to date. Dit doel wordt bereikt door de realisatie van Het Streek aan de Zandlaan in 2012. 3. Besluiten en afspraken binnen vmbo-mavo/pro. Binnen het GMT zijn/worden de volgende afspraken gemaakt:  Elke klas haalt ieder jaar de onderwijstijd, te weten 1000 uur (excl. examenklassen). Elke teamleider produceert daarvoor een plan. Elke maand vindt rapportage plaats.  Schoolexamens en Centrale examens liggen gemiddeld niet meer dan een halve punt uit elkaar.  Per vak mag het percentage onvoldoendes op het examen maximaal 5% zijn.  Het gemiddelde examencijfer per vak is minimaal een zes.  Uitstroom praktijkonderwijs: 90% van de leerlingen heeft werk. Na twee jaar moet 75% van deze leerlingengroep een bestendige plek in de samenleving hebben. Dit betekent dat iedere teamleider verantwoordelijk is voor het behalen van bovenstaande resultaten. Daarvoor worden per jaar door iedere teamleider actieplannen geproduceerd die zijn afgestemd met het team.



Pagina 11 van 28

BIJLAGE 2: ANALYSE Dit beleidsplan beschrijft welke doelen moeten zijn gehaald op korte termijn tot doelen die over vijf jaar moeten zijn gerealiseerd. Van belang daarbij is de positiebepaling van het vmbo-mavo/pro, waarbij ook wordt ingezoemd op de afzonderlijke locaties. Daarna volgen uitkomsten uit een aantal onderzoeksrapporten. Zoals veel vmbo-scholen heeft ook onze school te maken met teruglopende leerlingenaantallen en ontoereikende bekostiging. Dat betekent dat een enorme inspanning moet worden verricht om de formatie in evenwicht te brengen met het aantal leerlingen. Zowel in 2009 als voor het schooljaar 2010-2011 is de formatie substantieel teruggebracht. Maar dat is nog niet genoeg. Naast structurele tekorten voor het vmbo-mavo/pro als geheel, vooral veroorzaakt door een te grote formatie in verhouding tot het aantal leerlingen, is er ook nog een verdelingsprobleem. Met name de locatie Amsterdamseweg laat grote tekorten zien, terwijl de locatie Oranjelaan juist een flink surplus veroorzaakt. Dit is nog niet voldoende vertaald in een evenredige verdeling van de formatie. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 zal die evenredigheid worden gerealiseerd. O.a. door de formatie van vmbo-mavo/pro in één hand te leggen. Nog verder teruggaan in formatie wordt echter wel steeds lastiger en de effecten van de krimp treffen nu de leerlingen i.v.m. de groepsgrootte en lastige combinaties. Daarvoor is o.a. een herschikking nodig van de onderwijsafdelingen. De voorbereidingen daarvoor zullen gedurende dit schooljaar plaatsvinden zodat een en ander kan worden geëffectueerd in het schooljaar 2011-2012. Daarnaast moeten medewerkers worden toegerust om complexere groepen te bedienen. Ook de exploitatiekosten moeten beheersbaar en evenwichtig worden gemaakt. Daartoe houden we de vinger aan de pols bij alle uitgaven en hebben we een stevige inhuizingsoperatie achter de rug op de ADW. Desondanks proberen we toch nieuwe initiatieven te honoreren door externe bronnen aan te boren (subsidies). Op die wijze kunnen we bijvoorbeeld starten met het vakcollege, de sportklas, intersectoraal en de talentstroom ondernemen. Tevens wordt onderzocht of we in 2011 een eigen Jobcoach organisatie kunnen opzetten om leerlingen vanuit de eigen organisatie goed voor te kunnen bereiden op een werkzaam en zelfstandig leven. Tevens willen we graag een Arbeids Trainings Centrum (ATC) realiseren om leerlingen die geen (stage)plek kunnen vinden bij een bedrijf of instelling vaardigheden te leren in een bedrijfssetting.

Zowel landelijk als regionaal groeit het aantal leerlingen dat extra begeleiding nodig heeft. Ook hier zijn de grenzen van het haalbare overschreden. Om die reden is binnen het Samenwerkingsverband per school in kaart gebracht welke problemen er spelen. Op grond daarvan zal een schoolprofiel worden opgesteld. Daarmee kunnen ook de grenzen van de begeleiding worden vastgesteld. Om toch zoveel mogelijk jongeren adequaat te kunnen begeleiden wordt een efficiënte zorgstructuur opgebouwd en wordt samenwerking gezocht binnen het Samenwerkingsverband. Nieuwe initiatieven worden ontwikkeld, zoals het inrichten van een loopbaan- en leerlingbegeleidingscentum. De grootste slag die moet worden geslagen is echter de professionalisering van mentoren/docenten. Want leerlingenzorg is docentenzorg. Passend Onderwijs zal hierop een zware wissel trekken omdat we worden geconfronteerd met de zorgplicht (nu ook al).



Pagina 12 van 28

Leren omgaan met complexe groepen is voor iedere medewerker de komende jaren essentieel om in het vmbo-mavo/pro met succes te kunnen functioneren. In overleg met het Samenwerkingsverband en REC 3/4 wordt een plan geproduceerd om de handelingsbekwaamheid van medewerkers te vergroten. Tevens zal extra worden ingezet op de beheersing van de gedragsproblematiek. Onderwijskundig was er enkele jaren geleden theoretisch een flinke stap gezet op weg naar de nieuwe school. De geproduceerde onderwijsvisie leek op papier voldoende draagvlak te bezitten, in de praktijk bleek echter het tegendeel. En praktisch zijn onderwijsconcepten onvoldoende uitgewerkt en toegepast. I.v.m. de naderende nieuwbouw moest onder hoge druk aanpassing plaatsvinden van het uitgewerkte concept, waarbij vooral is ingestoken op haalbaarheid en een meerjaren invoeringstraject. De nieuwe indeling in afdelingen werd vervolgens positief ontvangen en door duidelijk aan te geven dat we onderwijskundige ontwikkelingen in haalbare stappen zouden realiseren werd de druk van de ketel gehaald. De bouw moet zich dus kenmerken door flexibiliteit om in de toekomst een ander onderwijsaanbod te kunnen realiseren. Identiteit. Deze is volgens verschillende aanleverende basisscholen onduidelijk. Niet meer herkenbaar in de regio. Er wordt teveel geteerd op “oude roem”. Er ligt een prima theoretisch concept onder De Christelijke Ontmoetingsschool met aandacht voor de veelkleurigheid van de school. De komende jaren moet daar echter handen en voeten aan worden gegeven: eigentijds, doelgroepgericht, vanuit eigen visie en kracht. Medewerkers dienen zich te committeren aan dit concept willen zij geloofwaardig kunnen blijven werken op Het Streek. In gesprekken zal dit een leidend thema worden. Amsterdamseweg: Reeds diverse jaren loopt de instroom van leerlingen op de ADW terug. Prognose: per 01-10-10 346 leerlingen door grotere uitstroom en minimale instroom. Oorzaken van terugloop: Imagoprobleem: * zwarte school/witte vlucht. * Identiteit: onduidelijk naar de buitenwacht. * Veiligheid: het onterechte beeld naar buiten is een school waar het niet veilig is en waar het pedagogisch klimaat te wensen overlaat, met name door de kleurrijkdom van de schoolpopulatie. Onderwijsaanbod: niet voldoende concurrerend/nog te weinig uitdagend/voor een categorie leerlingen te breed. Gemiddeld lager aantal leerlingen op met name bbl-niveau (landelijke trend). Het hele vmbo krimpt. In de derde klas van het VO, als leerlingen definitief over de schoolsoorten verdeeld zijn, is nu ruim 50% vmbo‟er; de rest gaat naar havo of vwo. Vijf jaar geleden ging nog 61% naar het vmbo. Deze krimp treft vooral het laagste vmbo-niveau, de basisberoepsgerichte leerweg hard. In vijf jaar tijd daalde het leerlingenaantal van die stroom met een derde, blijkt uit cijfers van het CBS. Met dit effect heeft de ADW ook te maken. Concurrentie van Groenhorst (witte vlucht) en Barneveld (o.a. identiteit): we zijn bijna het hele buitengebied kwijtgeraakt.



Pagina 13 van 28

Bennekom: Reeds diverse jaren loopt de instroom van leerlingen in BKM terug. Vanaf 2006 een daling met ongeveer 100 leerlingen. Prognose: per 01-10-10 363 leerlingen door grotere uitstroom en lagere instroom. Ook dit jaar is het aantal aanmeldingen met ongeveer een klas gedaald. Oorzaken: Imagoprobleem (vanuit gesprekken met teamleiders, medewerkers, enkele ouders en eigen waarnemingen): lesuitval, ict-storingen, communicatie en veiligheid zijn daarbij aandachtsvelden. Groeiend aantal zorgleerlingen. Aantal allochtonen groeit: met de daarmee gepaard gaande problematiek en uitstraling. Identiteit: onduidelijk naar de buitenwacht. Onderwijsaanbod: niet voldoende concurrerend met de andere tl‟s in de regio. Het gebouw is niet geschikt voor eigentijds/modern onderwijs. Tevens is het in slechte staat: geen aantrekkingskracht meer. Oranjelaan: Samen waar het kan, apart waar het moet…….. Deze locatie voor praktijkonderwijs biedt een kleinschalige en veilige setting. Kenmerkend is de grote betrokkenheid van de medewerkers bij de leerlingen. Een aantal jaren geleden is ingezet op meer teamwork. Door het feit dat de teamleider voor vier dagen per week en later drie dagen per week werd benoemd tot projectleider voor De School Die Werkt, bleven veel medewerkers toch opereren in hun eigen lokaal. Doordat de teamleider met ingang van kalenderjaar 2010 weer geheel werkzaam is op de ORL is bovenstaande draad weer opgepakt. De aanmeldingen laten de laatste jaren een positieve ontwikkeling zien en je kunt dan ook spreken van een economisch gezonde locatie. Per 01-10-2010: 145 leerlingen. Ondernemerschap is duidelijk aanwezig op de ORL. Er zijn de afgelopen jaren diverse ESF-aanvragen gedaan en die zijn voor een deel ook gehonoreerd. Helaas niet in 2010. Een nieuwe aanvraag wordt dit schooljaar gerealiseerd. Er zijn collega‟s die zijn geschoold tot Jobcoach en die worden gedetacheerd bij een commerciële Jobcoachorganisatie. In 2011 gaan we een eigen Jobcoachorganisatie in het leven roepen. De VM1 en VM2 routes zijn i.s.m. ROC A-12 met succes gerealiseerd. Er worden initiatieven genomen om te komen tot een Arbeidstrainingscentrum (ATC). Samen met het Groenhorst College is een Horeca activiteit tot stand gekomen. Er is gestart met een kwaliteitszorg cyclus. Aandachtsvelden: Richting nieuwe school is het van belang dat het teamwork een impuls krijgt. Maatwerk realiseren, o.a. door de inzet van individuele ontwikkelingsplannen, is gezien het laatste inspectierapport van groot belang. Lesuitval: wordt maximaal opgevangen, maar trekt een zware wissel op de medewerkers. Prioritering van taken is dus van belang. De kwaliteit van de medewerkers in relatie tot de doelgroep. De laatste jaren zijn er diverse vmbo-docenten ingezet vanwege de krimp op andere locaties. Dat geeft voordelen op het terrein van integratie, maar het houdt ook een risico in m.b.t. de benodigde vaardigheden voor de praktijkonderwijsleerlingen. Docenten uit het vmbo zijn niet automatisch vaardig voor het praktijkonderwijs. Het verwerven van voldoende en goede stageplaatsen is een knelpunt. Vandaar dat wordt ingezet op de realisatie van een ATC. Schoolbeleidsplan vmbo-mavo/pro


Pagina 14 van 28

Conclusies uit het rapport van Joost v.d. Weide: Onderzoek naar de positionering van de twee tl’s van Het Streek. CSG Het Streek staat in de regio bekend om het bieden van een goede structuur, zorg en begeleiding. Aandachtspunten zijn daarbij de communicatie naar basisscholen, ouders en leerlingen en het hebben van een aantrekkelijk en herkenbaar profiel voor leerlingen vmbo-tl waarbij de identiteit niet domineert. Relevante conclusies uit het rapport: Het Streek moet de twee tl‟s blijven aanbieden. Twee verschillende routes binnen dezelfde school, maar wel gelijkwaardig en elkaar aanvullend. Belangrijk hierbij in de profilering is dat er een goede samenwerking tot stand komt tussen de beide tl-afdelingen. Loopbaanbegeleiding is hierbij essentieel. Dit blijkt uit landelijk onderzoek. Regel een goed communicatieplan richting basisscholen en vervolgonderwijs. Blijf vasthouden aan de sterke punten van de school, zoals kleinschaligheid, goede zorg en begeleiding, ontplooiingsmogelijkheden op o.a. artistiek en sportief gebied.

Conclusies uit het Rapport (monitor) “Opbrengstgericht werken in een opbrengstgericht klimaat” - KPC (september 2010). Opbrengstgerichtheid wordt omschreven als een kenmerk van een school waarbij concrete doelstellingen voor leerlingen worden geformuleerd op basis van de leerlingenpopulatie en waarbij alle betrokken partijen er gericht aan werken de gestelde doelen te bereiken (Onderwijsraad 2008). En dat op een bewuste, systematische en cyclische wijze (PDCAcyclus). De conclusies en aanbevelingen uit dit rapport zijn te vinden op de bladzijden 26 t/m 31. Na uitvoerig overleg met de onderzoekers van KPC wordt de volgende conclusie opgenomen in dit beleidsplan. Dit vanwege de grote correlatie die ze heeft met andere variabelen. Dit betekent dat extra aandacht voor deze variabele een vliegwieleffect zal genereren op veel andere zaken in de school.  Plezier in het werk verhogen. Dit heeft namelijk een positieve correlatie met leerresultaten, doelmatigheid, kwaliteit, energie in het werk, bevlogenheid en socialisering. Dat betekent meer aandacht voor de medewerkers en dat sluit weer goed aan bij een van de leuzen van Passend Onderwijs: leerlingenzorg is docentenzorg. Feiten en cijfers m.b.t. het vmbo. De regio waar CSG Het Streek zich bevindt is geografisch gezien groot. Ook het aantal scholen dat de theoretische leerweg aanbiedt in de regio is groot. Gezien de demografische ontwikkeling in Ede en omgeving is de verwachting dat de basisgeneratie licht groeit en dat de bevolkingsgroep 0-19-jarigen tot 2025 stabiel blijft. Verder kenmerkt de bevolkingsgroei van de gemeente Ede zich met relatief een groeiende groep allochtonen en relatief veel laagopgeleiden (BMC –rapport “De kansen voor de vmbo theoretische leerweg”).



Pagina 15 van 28

Toch ervaren we dat Ede de landelijke trend volgt: Het aantal vmbo-leerlingen daalt. 2004 – 37,4 % van alle VO-leerlingen. 2008 – 34,5 % van alle VO-leerlingen. 2010 – Groenhorst en Het Streek verliezen twee klassen vmbo-leerlingen, terwijl het aantal Havisten is gegroeid. De tl wordt het meest gevolgd. Het grootste domein is Zorg en Welzijn. Het aantal LWOO leerlingen neemt toe. 2005 – 17,9 %. 2008 – 20,2 %. Het aantal voortijdig schoolverlaters is het grootst in het vmbo. De trend laat echter wel een daling zien. 2004 – 5 %. 2007 – 3,1 %. De meeste leerlingen gaan na het vmbo naar het mbo.



Pagina 16 van 28

BIJLAGE 3: Implementatieplan De speerpunten uit hoofdstuk 4 worden hieronder vertaald in een implementatieplan: (Hieronder de eerste conceptversie). Speerpunt 1: Verdere ingrepen in de formatie om de inkomsten en uitgaven in balans te brengen. Een evenredige verdeling van de formatie over de units moet daaraan parallel lopen, want dat is nu enorm uit balans.

Wat is er straks af?

Waarom Wat is het beoogde effect?

Wie Wanneer Hoe concretiseert? is het af? wordt het gemaakt? Wat zit er minimaal in? Wie moeten betrokken worden in welke rol?

Balans tussen aantal leerlingen en formatie

Gezond maken financiёle positie vmbo-mavo/pro

Directie en teamleiders

01-10-12

De afdelingenstructuur wordt m.i.v. 01-09-11 ingevoerd.

Efficiёnte verdeling van teamleiders, LC‟ers en oop.


01-09-11

De formatie van vmbo-mavo/pro wordt m.i.v. 0101-11 centraal geregeld. De verhouding lesgeeftaken en algemene taken wordt doorgelicht.

Evenredige verdeling van formatie over de afdelingen.

Directie, serviceleider P&O en teamleiders

01-08-11

Evenredige verdeling van lessen en taken over de medewerkers en een efficiёncyslag maken.

Directie en teamleiders i.s.m. serviceleider P&O

01-08-11


I.s.m. de serviceleider P&O wordt waar mogelijk op natuurlijke afvloeiing gestuurd. Per 01-09-11 worden de afdelingen in klas 3 samengevoegd tot één intersectoraal programma en één programma Techniek Breed. Er komen vier onderwijskundige teamleiders: voor elke afdeling een. Eén teamleider wordt de coördinator van de algehele leerlingbegeleiding. Eén teamleider heeft hierin de coördinerende en sturende rol. Elk type leerling wordt gewogen en hieraan wordt een bedrag gelabeld. Overzichten worden geproduceerd van lessen en taken per locatie. Daar wordt een benchmark naast gelegd. Op basis van de bevindingen worden bijstellingen doorgevoerd.


Pagina 17 van 28

Speerpunt 2: De bedrijfsvoering. Ieder bedrijf moet streven naar een optimale bedrijfsvoering. Dat geldt ook voor Het Streek. Dat is de eerste slag die je kunt maken naar je klanten. En onze klanten zijn de leerlingen en de ouders.




Onderwijstijd wordt gehaald

Voldoen aan de eisen van de inspectie.


01-08-11

Lesuitval wordt maximaal beperkt

Onderwijstijd halen + PR naar buiten (ouders).


01-08-11

Onderwijskwaliteit wordt verhoogd

Vergroting doorstroomkansen van leerlingen + PR

Teamleiders en docenten

2011

Gesprekkencyclus met medewerkers wordt structureel ingevoerd. Communicatie verbeteren, zowel intern als extern.

Onderwijskwaliteit verhogen.


2011

Klanttevredenheid verhogen.

Directie, teamleiders en mentoren

2011


Elke maand komt een uitdraai van de behaalde onderwijstijd op tafel ter bespreking met directie. Op 1 februari en op 1 mei wordt de balans opgemaakt. Indien nodig worden extra onderwijsactiviteiten gepland. Elke locatie heeft een schaduwrooster. Iedere medewerker wordt geacht in te vallen om lesuitval te voorkomen. Aan de hand van IDU-gegevens worden actieplannen per locatie gemaakt. Dit jaar starten we met vensters voor verantwoording. En we starten dit jaar met een meerjarig traject “Opbrengstgericht werken” i.s.m. het KPC. Insteek: resultaatafspraken maken en ontwikkelpunten afspreken.

In 2011 wordt een communicatieplan geproduceerd en als afgeleide daarvan worden communicatie actieplannen geproduceerd per unit/locatie.


Pagina 18 van 28

Speerpunt 3: Positionering van onze school als Christelijke Ontmoetingsschool. Als vervolg op de totstandkoming van het boekje Ontmoeting zal over vijf jaar in elk leerjaar en in elke unit zichtbaar zijn hoe wij structureel concreet gestalte geven aan onze visie op christelijk onderwijs en aan onze kernwaarden. Alle basisscholen en andere relevante doelgroepen in de regio hebben d.m.v. een doelgerichte PRcampagne precies in beeld waar we voor staan. Dat houdt in dat we in de loop van dit schooljaar doelgericht gaan werken aan een nieuw concept voor onze christelijke ontmoetingsschool met de nadruk op een concrete vertaling van dit concept in ons onderwijs.




Nieuw concept voor onze christelijke ontmoetingsschool.

Stevige positionering in de regio. Groei leerlingenaantal.

Directie en teamleiders + medewerkers

2012

Vertaling van het vastgestelde concept in concrete (onderwijs)activiteiten.

De identiteit (in brede zin) van onze school positief onderscheidend laten zijn in de regio. Daardoor steviger concurrentiepositie verwerven. De nieuwe identiteit + de kernwaarden verankeren in de samenleving

Directie, teamleiders en medewerkers.

2015 Start in het schooljaar 2011-2012. Eigenlijk nooit af…..

Directie, PRteam, teamleiders en alle medewerkers.

2012

Communicatie- en marketingplan ontwerpen, vaststellen en uitvoeren.

1.

Via identiteitsmarketingtraject komen bestuur en directie tot een eerste concept. 2. Medewerkers en leerlingen worden optimaal betrokken. 3. Ouders, bedrijven en instellingen worden geraadpleegd. 4. Vaststelling kernwaarden voor onze christelijke ontmoetingsschool. Per afdeling wordt een identiteitskring opgericht die in een doorlopend proces plannen ontwikkelt om het nieuwe concept te vertalen in concrete acties. Vervolgens worden deze acties door de verschillende teams geadopteerd en geїmplementeerd. Directie maakt eerste opzet. Bespreekt met PR-team en teamleiders. Vervolgens ter consultatie naar de teams.

Speerpunt 4: Over drie jaar is DSDW onderwijskundig georganiseerd rond Ondernemendheid en Ondernemerschap. Acht Learning Companies draaien volop volgens het geschetste model in het concept beleidsplan. De komende jaren wordt daar stapsgewijs naar toe gewerkt. Om dit te bereiken is samenwerking gezocht met Het Groenhorst en ROC A-12, Kenniscentrum Handel, Jong Ondernemen. Tevens worden kenniskringen opgericht rond iedere Company van betrokken bedrijven en instellingen. Dit past goed bij de Intersectorale route en ook het vak Technologie kan hierin een cruciale rol spelen. In gang gezette ontwikkelingen als vakcollege, sportklas, ondernemersroute e.d. worden in dit concept ingepast.



Pagina 19 van 28



Wie concretiseert?

Wanneer is het af?

Intersectoraal programma Commercie en Dienstverlening is ingevoerd in bbl en kbl. Techniek Breed is ingevoerd in bbl en kbl.

Gezonde afdeling overeind houden. Uitdagender onderwijs realiseren. Idem.

Teamleider + LCdocenten, samen met het team.

2013


2013

Vakcollege is ingevoerd.

Techniekonderwijs promoten i.v.m. groeiende vraag op de arbeidsmarkt.


2016

Learning companies (LC‟s) zijn ingevoerd in kbl en bbl.

Optimale aansluiting op de domeinen van ROC A-12. Uitdagend, dynamisch, ondernemend onderwijs realiseren.


2013

Learning companies zijn ingevoerd op de mavo.

Idem.


2014

Carrousel van learning companies is ingevoerd in klas 1 bbl, kbl en mavo.

Uitdagend, dynamisch, ondernemend onderwijs realiseren. Optimaliseren van PSO en LOB.


2012

Hoe wordt het gemaakt? Wat zit er minimaal in? Wie moeten betrokken worden in welke rol? Invoering klas 3: 2011-2012 Invoering klas 4: 2012-2013 We worden ondersteund door het landelijk platform intersectoraal waar we lid van zijn. Invoering in klas 3: 2011-2012 Invoering in klas 4: 2012-2013 Stapsgewijs zal worden aangesloten bij intersectoraal. e Invoering 1 jaar: 2010-2011 e Invoering 2 jaar: 2011-2012 e Invoering 3 jaar: 2012-2013 e Invoering 4 jaar: 2013-2014 e Invoering 5 jaar: 2014-2015 e Invoering 6 jaar: 2015-2016 Ondersteuning door de werkmaatschappij vakcollege waar we lid van zijn. Tevens door VHTO om meer meisjes enthousiast voor techniek te maken. Invoering klas 3: 2011-2012 Invoering klas 4: 2012-2013 De eerste LC wordt opgericht in het voorjaar van 2011: De techniekcompany. Gevolgd door nog nader te bepalen LC‟s binnen intersectoraal – voor de zomervakantie van 2011. In het schooljaar 2011-2012 worden de andere LC‟s opgericht. Zie voor meer informatie bijlage 5. Invoering klas 3: 2012-2013 Invoering klas 4: 2013-2014 Eén dagdeel per week wordt ingeruimd voor de learning companies. Aansluiting wordt gerealiseerd bij BB en KB. Invoering klas 1: 2011-2012

Carrousel van learning companies is ingevoerd in leerjaar 2. Ondernemersroute is ingevoerd.

Idem.

Teamleider + LCdocenten, samen met het team. Teamleider + docenten.

2013

Invoering klas 2: 2012-2013

2014

Invoering klas 3 mavo: 2010/11 Invoering klas 4 mavo: 2011/12 Invoering klas 3 kbl: 2012/13 Invoering klas 4 kbl: 2012/14 Ondersteuning door KCH en Jong Ondernemen.

Teamleider + vakdocenten

2014

Invoering klas 1: 2010-2011 Invoering klas 2: 2011-2012 Invoering klas 3: 2012-2013 Invoering klas 4: 2013-2014 In het schooljaar 2010/2011 wordt onderzocht of samenwerking mogelijk is met de sportklas van Pallas Athene. Tevens wordt samenwerking uitgebouwd met ROC A-12 en sportservice Ede.

Sportklas is ingevoerd.

Leerlingen van de mavo (incl. gl) en kbl kunnen de school verlaten met een extra diploma: praktijkdiploma ondernemen van MKB. Meer jonge mensen gevoelig maken voor sport en gezondheid.



Pagina 20 van 28



Pagina 21 van 28

Speerpunt 5: Over twee jaar is iedere onderwijsmedewerker in staat om te werken met digitaal lesmateriaal en over drie jaar is dit zichtbaar verankerd in het curriculum. Iedere medewerker is zelf verantwoordelijk voor het verwerven van de benodigde vaardigheden, waarbij de school vraag gestuurd en op maat cursussen zal aanbieden. Wat is er straks af?


Wie concretiseert?

Wanneer is het af?

In ieder vakgebied is werken met digitaal lesmateriaal ingevoerd. Alle methodes worden hierop aangepast.

Leerlingen worden meer uitgedaagd met ict mogelijkheden waardoor het onderwijs aantrekkelijker en uitdagender wordt. Medewerkers gaan meer didactische werkvormen hanteren met moderne digitale middelen. Betere aansluiting op de belevingswereld van jongeren.

Teamleiders, ictwerkgroep, serviceleider ict.

2014

Iedere medewerker is zelf verantwoordelijk voor deze professionalisering.

2013

Iedere medewerker is in staat om met digitaal lesmateriaal te werken in minimaal het eigen vakgebied.

Hoe wordt het gemaakt? Wat zit er minimaal in? Wie moeten betrokken worden in welke rol? De ict-werkgroep wordt samengesteld. Deze groep gaat in 2011-2012 met iedere vaksectie in gesprek om digitalisering te veroorzaken. Concrete actie- en invoeringsplannen worden geproduceerd en daarna uitgevoerd.

De serviceleider ict verzamelt scholingsverzoeken en verzorgt met regelmaat een aanbod op maat. De teamleiders maken hier resultaatafspraken over tijdens gesprekken.

Speerpunt 6: Over twee jaar is iedere mentor voldoende getraind om als coach voor onze leerlingen te fungeren. In principe is iedere docent mentor. Coachingsvaardigheden zullen de komende twee jaar op de scholingsagenda worden gezet, gekoppeld aan pedagogische vaardigheden. Loopbaanbegeleiding zal hier een integraal onderdeel van zijn. Wat is er straks af?


Wie concretiseert?

Wanneer is het af?

Iedere medewerker is studie- en loopbaanbegeleider (coach).

Elke leerling wordt persoonlijk gekend door de individuele gesprekken. Daardoor groeit motivatie en kan er beter worden gekozen. Idem.

Directie, teamleiders en teamleider loopbaanbegeleiding.

2011

Teamleider loopbaanbegeleiding.

2013

De teamleider loopbaanbegeleiding produceert een scholingsplan dat in het schooljaar 2011-2012 wordt uitgevoerd met een vervolg in het schooljaar daarop.

Dit veroorzaakt een grote verbondenheid tussen de opvoeders thuis en op school. Minder kans op ontsporingen. Klanttevredenheid groeit. Prima PR.

Directie en teamleiders.

2011

Het management produceert een communicatieprotocol. Dit wordt door de teamleiders in de teams besproken en vervolgens geёffectueerd. Tevens is het gespreksthema in de resultaatgesprekken. Daar wordt verantwoording afgelegd.

Iedere medewerker bezit voldoende loopbaankennis en gespreks- en coachingsvaardigheden om jongeren goed te kunnen begeleiden. Iedere coach communiceert optimaal met de aan hem/haar toevertrouwde leerlingen en ouders/verzorgers.


Hoe wordt het gemaakt? Wat zit er minimaal in? Wie moeten betrokken worden in welke rol? Er wordt een plan geproduceerd waarin precies wordt aangegeven wat er op dit gebied wordt verwacht van iedere studieloopbaanbegeleider. Teamleiders bespreken dit in de teams en in persoonlijke gesprekken. Hier wordt verantwoording afgelegd.


Pagina 22 van 28

Speerpunt 7: Over twee jaar is iedere docent voldoende geprofessionaliseerd en handelingsbekwaam om in het kader van passend onderwijs klassen met een diversiteit aan “zorgleerlingen” te bedienen.



Wie concretiseert?

Wanneer Hoe is het af? wordt het gemaakt? Wat zit er minimaal in? Wie moeten betrokken worden in welke rol?

Iedere docent/onderwijsassistent is in staat om onderwijs te geven aan complexe leerlinggroepen.

Rust in leerlinggroepen zodat onderwijs beter tot zijn recht komt. Meer resutaat/ meer kwaliteit. Meer plezier, zowel bij leerlingen als collega‟s. Daardoor is eenieder in staat om op de juiste wijze op bepaalde kinderen te reageren. Minder ontsporingen.


2013


2013

Iedere docent/onderwijsassistent heeft voldoende kennis over alle voorkomende kenmerken van leerlingen: autisme, adhd, etc.


Planmatige aanpak: scholingstraject in teamverband en op maat. Teamleider loopbaanbegeleiding, zorgcoördinatoren, ortho‟s en externe experts worden hierbij betrokken. In resultaatgesprekken is dit een vast agendapunt. Idem.


Pagina 23 van 28

BIJLAGE 4: EERSTE UITWERKING LEARNING COMPANIES Behalve de doorlopende leerlijnen is het van belang te beschikken over voorzieningen die bovenstaande mogelijk maken. In de nieuwe school en bij partners op de kenniscampus zijn de volgende voorzieningen aanwezig en beschikbaar (na een eerste verkenning): 01 02 03 04 05 06 07 08

Een theatervoorziening. Op ROC A-12 zijn studio‟s. Er is een filmopleiding op de CHE (Christelijke Hogeschool Ede). Een sporthal, sportvelden, een dansstudio en een theatervoorziening. Tuin, kas en veel mogelijkheden bij het Groenhorst en PTC+. Ontwerpstudio met speciale ict-apparatuur, technologieruimte, werkplaatsen, Sapfabriek. Vaklokalen techniek (o.a. met mechatronica), techniekmogelijkheden op ROC A-12, PTC+, Groenhorst, Technodiscovery. Eigen voorzieningen: verpleging, uiterlijke verzorging, facilitair, kleinkeuken, + voorzieningen op ROC A-12. Grand Café, Personeelscafé, Grootkeuken, Bakkerij, Horecavoorzieningen op de kenniscampus (PTC+). Intersectorale afdeling met mogelijkheden voor ict, etaleren (ook in PTC+), winkelpraktijk (verkoop) e.d.

Rode draad door alle ondernemingen is ondernemendheid en ondernemerschap, gevoed en gestuurd vanuit de afdeling Handel/Administratie/Verkoop. Met een grote ICT-component: Het is de bedoeling dat elke leerling met een digitaal rijbewijs de school verlaat. Tevens wordt de verbinding tot stand gebracht met bedrijven die zich bewegen op bovenstaande domeinen. Dat worden de kenniskringen, gegroepeerd in clusters van bedrijven (met de vetgedrukte bedrijven hebben we reeds contacten gelegd): 01 Media Ondernemingen/Instellingen: 02 LOE, Lukkien, Cinemac, Theaters als De Reehorst, Cultura, Musea, Theaters, Dansscholen, Muziekscholen, etc. 03 Sportinstellingen en verenigingen: Sportservice Ede, Physical, Tesqua, etc. Via Sportservice Ede zijn diverse contacten gelegd met sportverenigingen in Ede. 04 Groene ondernemingen i.s.m. Het Groenhorst. 05 Modezaken, Designondernemingen: Commotion - Barneveld, Coen - Veenendaal 06 Technische bedrijven: Alliander, Jadima - Ede, Heidenhain - Ede, Somatech - Ede, Kuijpers - De Meern/Arnhem, Shapeways, Leertouwer - Barneveld, Techcom light Ederveen, Roseboom - Ede, FOC – Amsterdam. 07 Ziekenhuis, Opella, Sauna‟s, gezondheidswinkels, en – bedrijven, etc. 08 Horeca ondernemingen, cateringbedrijven en bakkerijen: ’t Pakhuis De Klomp, leerwerkrestaurant PTC+. Elke docent die een rol speelt bij de ondernemingen wordt ambassadeur/contactpersoon van een aantal bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan drie bedrijven p.p. Elke Learning Company wordt aangestuurd door een LC of LD docent. In het kader van Het Streek als opleidingsschool, zullen studenten van lerarenopleidingen en pabo‟s worden ingezet binnen de Learning Companies als onderzoeker, ontwikkelaar en uitvoerder van onderwijsactiviteiten. Tevens kunnen studenten van het mbo (onderwijsassistent bijv.) in de Companies worden ingezet. Om die Company wordt een kenniskring geformeerd (bedrijven en instellingen). Deze kenniskring komt drie keer per schooljaar bij elkaar, georganiseerd door de LC/LD docent.



Pagina 24 van 28

Doelen:

1. Kennismaken/contactverfrissing. 2. Presentatie activiteitenplan door de school. Feedback door bedrijven. 3. Concrete afspraken maken rond bedrijfsbezoek door docenten, door leerlingen, workshops door bedrijven, stages.

De ondernemingen starten in het derde leerjaar. In leerjaar 1 en leerjaar 2 vinden de eerste verkenningen en voorbereidingen plaats. Klas 1: vijfwekelijkse modules (carrouselsysteem) gekoppeld aan de acht Learning Companies. Vijf weken lang zullen ze een dagdeel per week worden ondergedompeld in de beginselen van ondernemendheid binnen de volgende thema‟s:  Kunst, cultuur, theater,muziek, dans, beeld en geluid.  Sport, spel en recreatie.  Verkenning van de foodindustrie, agrarische wereld e.d. - i.s.m. Het Groenhorst.  Design: mode, industrieel design, etc.  Techniek: high-tech als mechatronica en domotica en traditionele technieken + ambacht.  Verzorging, uiterlijke verzorging, wellness en gezondheid.  Horeca, bakkerij, catering, hospitality.  Handel, verkoop, administratie, ondernemen. Iedere module van de carrousel kent een viertal fasen: 1. Oriëntatiefase – m.b.v. het vak Technologie. 2. Onderzoeksfase. 3. Praktijkfase: opdrachten binnen/buiten school, bedrijfsbezoeken, workshops door externen bijv. 4. Presenteren en vastleggen in portfolio. Klas 2: per kwartaal duiken de leerlingen in één module: zij kiezen er dus drie uit. In dit jaar vindt verdieping plaats. Naast bedrijfsbezoeken en workshops wordt er een prestatie per module vereist. Die prestatie is verbonden aan een opdracht die de leerlingen zelf hebben binnengehaald van een extern bedrijf, instelling, particulier, etc. het begrippenkader rond ondernemerschap wordt uitgebouwd. Klas 3: de leerlingen maken een keuze voor twee ondernemingen: één tot 1 februari en één tot de zomervakantie. Naast bedrijfsbezoeken, workshops e.d. vinden er nu ook stages plaats. Ondernemerschap wordt verder aangeleerd en geoefend in levensechte simulaties. Opdrachten worden binnengehaald, uitgevoerd en gepresenteerd. Klas 4: specialisatie en realisatie van de doorlopende leerlijn naar het mbo door modules van het ROC aan te bieden, gastdocenten van het ROC in te zetten, vrijstellingen te regelen, samen te werken door studenten van het mbo te koppelen aan leerlingen van klas 4. Leerlingen kunnen een praktijkdiploma ondernemer halen. Netwerken: We zoeken samenwerking op drie fronten: 1. Met andere onderwijsinstellingen in en rond Ede, met name met de scholen op de Kenniscampus van Ede. 2. Met bedrijven en instellingen. 3. Met landelijke (onderwijs)organisaties.



Pagina 25 van 28

1. Onderwijsinstellingen waarmee contacten zijn gelegd voor samenwerking: ROC A-12: verschillende afdelingen/domeinen. Groenhorst College. Christelijke Hogeschool Ede. PTC+ Wageningen Universiteit (WUR) Alle VO-scholen in Ede-Wageningen. 2. Bedrijven en instellingen: zie hierboven. 3. Landelijke organisaties en platforms: Werkmaatschappij Vakcollege. VHTO – meisjes in techniek. Platform Bètatechniek. RCT De Vallei (Regionaal Centrum voor Technologie). Technocentrum De Vallei. Platform vmbo Intersectoraal Kenniscentrum Handel.



Pagina 26 van 28

BIJLAGE 5: BRONNEN Bouwstenen voor dit beleidsplan komen uit: Strategisch beleidsplan “Talenten verbinden” (2008). Beleidsplan “Het Streek als opleidingsschool” (nov. 2007). Strategisch ICT beleidsplan 2010-2012 (2010). De uitdaging (2009). Actieplan Amsterdamseweg (2009). Concept actieplan Bennekom (2009). Nulmeting Amsterdamseweg door de KPC groep (maart 2009): Buiten leren, binnen valideren. Notitie m.b.t. De School Die werkt – M3V. Identiteitsboekje “Ontmoeting” (2005). Projectplan pro/vmbo van juli 2007. Notitie vmbo-t (talentstromen) i.s.m. Jan Dekker (2010). Onderzoek naar de positionering van de twee tl-locaties door Joost v.d. Weide (2010). Onderwijs en ondernemen – Carola te Kloeze (2010). Beleidsplan mavo plus van Peter Leistra (2010). Zorg(beleids)plannen. De loopbaanschool – denktank vanuit de argumentenfabriek (2010). De ontwikkelagenda van de toekomst? Kwaliteit van leerlingenzorg in het vmbo & praktijkonderwijs (februari 2007). De toekomst in eigen hand: de ambachtseconomie in perspectief – Hoofdbedrijfschap Ambachten (2010). De P-factor: Samen sturen op doelmatige zelfsturing en samenwerking – OPB (2010). Gesprekken met vertegenwoordigers van bedrijven en scholen(2009 en 2010). Rapport (monitor) “Opbrengstgericht werken in een opbrengstgericht klimaat”KPC (september 2010). Beleidsplan “Opleiden in de school”. Onderzoek naar leerlingbegeleiding en zorg – Jon Wijnakker en Lex Jansen. Learning Companies – Carola te Kloeze (februari 2011).



Pagina 27 van 28

pro

Recommend Documents