Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015
Inhoudsopgave 0. Kadernotitie 2014-2015 1. Inleiding 2. Werken aan opbrengsten 2.1. Cognitieve leeropbrengsten 2.1.1. Verbetering opbrengsten bij alle vakken vmbo 2.1.2. Verbeteren rekenen en taal vmbo 2.1.3. Talentontwikkeling 2.1.4. Route vmbo-havo: van 4 naar 4 2.2. Sociaalemotionele ontwikkeling 2.2.1. Competenties 2.2.2. Veilige school 2.3. Tevredenheid 2.3.1. Tevredenheid ouders en leerlingen 3. Professionele docenten en schoolleiders 3.1. ‘Onderwijs 2020’ 3.2. Gesprekscyclus en –voering in de professionele organisatie 3.3. Organisatie passend onderwijs 1
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
3.4. Verantwoording 3.5. Waardering initiatiefrijke docenten 3.6. Rolvervulling schoolleiding 4. Adequate randvoorwaarden 4.1. Financiën 4.2. Scholing 4.3. ICT 4.4. Procesmatig werken 4.5. Huisvesting Bijlage: Onderwerpen in het sectorjaarplan in relatie tot waarderingskader Inspectie van het Onderwijs (2013)
2
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
0. Kadernotitie Commanderij College schooljaar 2014-2015
Vooraf Ieder schooljaar leggen we in de kadernotitie door middel van een thema het accent op een aspect van onze missie: Van kinderen succesvolle leerders maken. Nu leren voor kansen later. We vinden het belangrijk dat iedereen in het nieuwe schooljaar extra aandacht besteedt aan dit thema en op dit vlak ook resultaten bereikt. We zien het thema ook als een gemeenschappelijk verlangen of uitgangspunt, iets wat zoveel mogelijk medewerkers aanspreekt en waaraan ook zoveel mogelijk medewerkers hun bijdrage leveren.
2014-2015 De kwaliteit van een schoolorganisatie wordt in hoge mate bepaald door docenten en ondersteuners die samen werken aan het realiseren van de gemeenschappelijke visie. Maar dat maakt een school nog niet excellent. Naast de gemeenschappelijke koers moeten ook andere voorwaarden op orde zijn: onderlinge afstemming en een krachtige schoolorganisatie, waarbij initiatiefrijke docenten en medewerkers voldoende professionele ruimte ervaren en zij kunnen doen wat zij goed achten voor hun leerlingen en het primair proces.
‘Commitment, eigenaarschap en focus’ Die uitdaging vraagt dus om samenspel tussen docenten, medewerkers en schoolleiding, samenwerking, waarin wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden werkende weg worden verduidelijkt. Het gaat er niet zozeer om, dat vooraf uitgebreid wordt vastgelegd wie wat moet en mag doen. De essentie is, dat medewerkers op ieder niveau in de school initiatieven nemen. Dit vraagt om een positieve schoolcultuur, een cultuur waarin ‘ja, maar’ is vervangen door ‘ja, en’. Het vraagt ook om (zelf)reflectie en feedback. En het vraagt dus vooral om commitment, eigenaarschap en focus in je werk. Ook ons nieuwe organisatiemodel biedt de ruimte om te focussen, initiatief te tonen, eigenaarschap te voelen en commitment te hebben. Zo willen we een krachtige leeromgeving vormen, waarin onze leerlingen succesvolle leerders worden en de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om op hun niveau te excelleren. Bij dat boetseren van die succesvolle leerders kunnen wij als medewerkers voorbeeldgedrag tonen. Juist! Door te laten zien hoe wij zelf focussen, hoe wij zelf initiatief nemen, hoe we eigenaarschap tonen en hoe we ons commitment uitstralen.
3
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
1.
Inleiding
Mede onder invloed van het Bestuursakkoord 2012-2015 is ook in onze sector opbrengstgericht werken (OGW) belangrijk geworden. Aanvankelijk werd het nog ervaren als iets ‘dat erbij kwam’, maar ondertussen is het een manier van werken geworden, die we steeds beter weten te hanteren in alles wat we doen. De kern ervan is dat we van te voren afspreken wat we gaan doen en wanneer we tevreden zijn met de uitkomsten en achteraf nagaan of we hebben bereikt wat we wilden bereiken. De maatschappij, met de ouders voorop, wil weten wat er van ons verwacht kan worden. In dit proces zijn het sectorjaarplan en de teamplannen belangrijke documenten, omdat we hierin beoogde resultaten en stappen beschrijven. Om van kinderen succesvolle leerders te maken moeten de opbrengsten goed in balans zijn. Wanneer alleen opbrengsten worden nagestreefd die relatief gemakkelijk meetbaar zijn, zoals examenresultaten en rendementscijfers, vatten we onze taak te smal op. Als onderwijsmensen weten we dat goede opbrengsten breder zijn. In onze sector en in dit jaarplan brengen we dit tot uitdrukking door drie soorten opbrengsten te onderscheiden: naast cognitieve leeropbrengsten (zie 2.1) ook de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen (zie 2.2) en ouder- en leerlingtevredenheid (zie 2.3). Voor wat betreft de cognitieve leeropbrengsten zijn goede indicatoren beschikbaar. Sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen is lastiger meetbaar, maar we zetten op dit gebied verdere stappen (competenties, zie 2.2.1). Hoofdstuk 2 van dit plan betreft de opbrengsten die we willen realiseren. Hoe we die opbrengsten gaan realiseren, zal verschillen van team tot team, aansluitend bij de kenmerken van de eigen specifieke leerlingenpopulatie. In de teamplannen werken de docenten in de teams zelf uit hoe zij de opbrengsten die we wenselijk vinden, gaan realiseren. Professionele docenten en schoolleiders vormen bij het realiseren van opbrengsten een allereerste vereiste. Wat we komend jaar gaan doen om dit nader in te vullen, is beschreven in hoofdstuk 3 van dit plan. Vervolgens komen in hoofdstuk 4 de overige randvoorwaarden aan de orde. Ten opzichte van vorige jaren zijn in dit plan meer activiteiten bij de vakgroepen belegd. In het afgelopen schooljaar is de structuur van de vakgroepen steviger neergezet. Het effect hiervan moet in 2014/2015 merkbaar worden. De verstevigde vakgroepstructuur draagt mede bij aan vergroting van het eigenaarschap van docenten. Landelijk is het Bestuursakkoord 2012-2015 inmiddels opgevolgd door het Sectorakkoord 2015-2020. De focus van het nieuwe akkoord is breder dan die van het Bestuursakkoord, waarin onder het motto ‘de basis op orde, de lat omhoog’ de nadruk vooral lag op het verbeteren van de opbrengsten van het huidige onderwijs. Het nieuwe Sectorakkoord, met 2020 als horizon, biedt perspectief op vernieuwing van het onderwijs en gepersonaliseerd leren (zie 3.1). Vanuit dit perspectief gaan we het komend schooljaar kijken naar de ontwikkelingen in onze sector, naar de stappen die we al hebben gezet en verder kunnen gaan zetten.
4
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
2. Werken aan opbrengsten 2.1. Cognitieve leeropbrengsten 2.1.1. Verbetering opbrengsten bij alle vakken vmbo Aansturing door Teamleiders vmbo (Martien Verhagen) Uitvoering door Docenten en secties vmbo Waarom werken we hieraan? We willen dat alle leerlingen hun ontwikkelingskansen optimaal benutten. De cijfers die zij behalen, vormen hierbij een belangrijke maatstaf: wanneer bijvoorbeeld CE-cijfers achterblijven bij landelijke gemiddelde cijfers is dat een indicatie dat we als school leerlingen onvoldoende uitdagen. Zolang we nog niet bereikt hebben dat de CE-cijfers op of boven het landelijk gemiddelde liggen, blijft het van belang hier in de juiste balans aan te werken. Wat willen we ermee bereiken? Alle docenten werken aan optimalisering van de opbrengsten. Er zijn actuele vakwerkplannen (uitgewerkt in PTO en PTA) waarin de doorlopende leerlijn en het niveau is geborgd en er een goede overgang is van onder- naar bovenbouw. Uiterlijk in het derde leerjaar zit iedere leerling op de meest geschikte plek. De CE-cijfers die leerlingen behalen liggen bij alle vakken op of boven het landelijk gemiddelde. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In schooljaar 2013-2014 zijn leerlingen aan het begin van het eerste leerjaar en aan het einde van het tweede leerjaar getoetst (Cito-VAS). Op basis van de resultaten is het onderwijs voor individuele leerlingen aangepast. Leerlingresultaten zijn per klas en docent inzichtelijk gemaakt, meestal met individuele docenten besproken en gedeeltelijk vastgelegd (in documenten in het kader van de gesprekscyclus). Om leerlingresultaten gemakkelijker inzichtelijk te maken, zijn binnen Magister nieuwe bladwijzers ingevoerd. De analyses van de behaalde resultaten hebben geleid tot het ad hoc invoeren van extra begeleidingsuren, ook in de bovenbouw. Er is een duidelijke vakgroepsstructuur afgesproken, die aan het eind van het jaar in werking is getreden. Hierdoor zullen de vakgroepen beter in staat zijn het SO goed onderbouwde analyses en adviezen te bieden, onder andere over verbetering van de resultaten. De verhoging van de opbrengsten komt mede tot stand door verbetering van het onderwijsproces. Met het oog hierop zijn in het afgelopen schooljaar bij een aantal teams verkenningen gedaan naar het werken met RTTI. De conclusie is dat deze methodiek ons goed verder kan helpen. Ook het thema differentiatie is uitgebreid onder de aandacht gebracht met als conclusie dat ook dit thema veelbelovend is in de vakgroepen en in de teams verder concreet te maken. Als extra actie heeft er ten behoeve van zelfevaluatie een terugkoppeling van de examenresultaten (WOLF) naar de docenten plaatsgevonden. Dit is ook veelvuldig gedeeld onderling, in de docentenkamer en met teamleiders. De Opbrengstenkaart 2014 van de locatie vmbo-Gemert (zie: http://iturl.nl/snUZnb) laat zien dat de opbrengsten van de locatie over het algemeen op het landelijke gemiddelde liggen. Voor vmbo-k lag de indicator gemiddeld cijfer CE boven het landelijke gemiddelde. Voor vmbo-b lag de indicator rendement bovenbouw beneden het landelijke gemiddelde. De Opbrengstenkaart 2014 van de locatie vmbo-Laarbeek (zie: http://iturl.nl/snQj_d) laat zien dat de opbrengsten van de locatie over het algemeen op het landelijke gemiddelde liggen, met uitzondering van de indicator rendement onderbouw (beneden het landelijk gemiddelde). Ook het gemiddeld
5
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
cijfer CE (vmbo-g/t) lag beneden het landelijke gemiddelde. In schooljaar 2013/2014 is op de beide vmbo-locaties samen in totaal 97,6% van de leerlingen geslaagd. In totaal acht leerlingen zijn afgewezen voor het diploma. In het praktijkonderwijs ontvingen 20 leerlingen getuigschriften en/of AKA-diploma. In de tabel hieronder zijn de gemiddelde CE-cijfers per locatie/per leerweg weergegeven (met tussen haakjes het Benchmarkgemiddelde (bron: MMP). Vm-L Vm-G K TG B K TG 2013/2014 6,25 6,34 6,66 6,67 6,82 (6,32) (6.37) (6,62) (6,30) (6,36) Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1 Opnemen structureel begeleidingsuur in de bovenbouw September: teamleiders bovenbouw bekijken hoe dit praktisch kan1 2 Borgen van de vernieuwde vakgroepstructuur; scholen van voorzitters in hun rol naar behoefte September: organiseren scholing/training vakgroepvoorzitters (Henk, Annemarie, Pieter) 3 Vakgroepen analyseren leerlingresultaten en voorzien die van adviezen ten behoeve van het SO. Idem PTO/PTA en methodekeuze. Vakwerkplannen worden zo nodig hierop aangepast. 4 Periodieke bespreking van resultaten in de teams, de vakgroepen en het SO leidt tot borging van opbrengstgericht werken September: kalender bespreking resultaten is opgenomen in planning SO (Martien, Henk, Greetje) September: afronding bespreking resultaten examens en overgangsrapporten, adviezen teams en vakgroepen in SO (teamleiders) September: gebruik Dashboard Directeur 5 SO bespreekt introductie van RTTI en de daarmee beoogde doelen. Voortzetten van de introductie ervan, eerst in drie teams (zie plannen VmL en MX) 6 Uitwerken van het thema differentiatie en het in de praktijk toepassen door de teams (zie de teamplannen) en de vakgroepen 7 In beeld krijgen wat docenten nodig hebben om resultaten te verbeteren – onder meer in de functioneringsgesprekken - en het vervullen van die randvoorwaarden September en oktober: doelstellingsgesprekken docent met teamleider oa over te behalen resultaten cognitieve leeropbrengsten Februari en maart: in de functioneringsgesprekken bespreken vakdocenten met hun teamleider resultaten lesgroepen en mogelijke verbeteringen Juni: terugkijken op resultaten teamleider en docent, benoemen mogelijke verbeteringen
1
Indien dit leidt tot een verhoging van de onderwijstijd worden die gevolgen meegenomen in een bredere discussie over de lessentabel
6
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
2.1.2. Verbeteren rekenen en taal vmbo Aansturing door Team- en projectleiders per vmbo-team (Henk van den Broek) Uitvoering door Alle vmbo-docenten Waarom werken we hieraan? Om succesvol te kunnen zijn in het vervolgonderwijs en in de samenleving is het belangrijk dat leerlingen taal- en rekenvaardig zijn. In de referentieniveaus taal en rekenen heeft de overheid vastgelegd op welk niveau leerlingen deze vaardigheden moeten beheersen. Het examen Nederlands is hierop met ingang van schooljaar 2014-2015 afgestemd. De rekenvaardigheden worden apart getoetst als onderdeel van het eindexamen. Deze rekentoets is in het schooljaar 2013-2014 ingevoerd. Het eindcijfer wordt vermeld op het diploma. Vanaf schooljaar 2015-2016 telt het cijfer ook mee in de slaag-/zakregeling. Wat willen we ermee bereiken? Alle vakdocenten zijn ook taal- en/of rekendocent, dat wil zeggen dat zij in hun vaklessen expliciet aandacht besteden aan taal- en rekenvaardigheden van leerlingen, onder meer door het toepassen van gemeenschappelijke leerstrategieën op het gebied van taal en rekenen. Drie keer in de schoolloopbaan meten we de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (m.b.v. de Cito/VAS-toetsen en de Rekentoets); op basis van de uitkomsten passen we het onderwijs voor (individuele) leerlingen aan. Leerlingen behalen de referentieniveaus (2F) zoals de overheid die heeft gesteld. Ten aanzien van leerlingen die 2F niet kunnen behalen, verantwoordt de school zich over de gerealiseerde inspanningen. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Het in de sector ontwikkelde ‘Het Gele Boekje’ wordt door veel docenten gehanteerd, maar nog niet door alle. In de loop van het schooljaar is het daarom opnieuw onder de aandacht gebracht. Bovendien is een verbeterde versie uitgebracht. Het doet een beroep op alle docenten om in het eigen vak aandacht te besteden aan taal en rekenen en vraagt eenzelfde manier te hanteren van uitleggen en aanpakken. In teamvergaderingen hebben docenten afspraken gemaakt over het gebruik ervan in de eigen lessen. Er is geen behoefte aan een apart reken- en taalbeleid voor de sector, Het Gele Boekje is voldoende. De bijdrage van docenten aan het verbeteren van de taal- en rekenprestaties is meestal met individuele docenten besproken en gedeeltelijk vastgelegd (in documenten in het kader van de gesprekscyclus). In het derde leerjaar is een extra uur rekenen ingeroosterd. In het vierde leerjaar vindt reparatie plaats op maatwerkbasis. Daarnaast werken leerlingen tijdens invaluren onder begeleiding aan rekenwerk. Er zijn geen invallessen Nederlands ingesteld. Daar is ook te weinig gelegenheid voor. Wel hebben alle leerlingen een leesboek bij zich, dat in veel lessen wordt gebruikt. De resultaten van de inspanningen op het gebied van rekenen en taal zijn getoetst (Cito/VAS). De resultaten van rekenen zijn heel goed in vergelijking met het landelijke gemiddelde – we hebben niet voor niets met onze aanpak de aandacht van het ministerie getrokken – maar verdere verbetering is nog steeds noodzakelijk. Percentage leerlingen dat is geslaagd voor de rekentoets Vm-L K TG 2012/2013 50% 54% 2013/2014 84% 81%
B 62% 70%
Vm-G K 81% 82%
TG 83% 81%
7
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. In de gesprekken in het kader van de gesprekscyclus wordt besproken, vastgelegd en geëvalueerd hoe docenten bijdragen aan het verbeteren van de taal- en rekenprestaties van leerlingen en wat er nodig is voor verdere verbetering. Oktober: in de doelstellinggesprekken vastleggen wat docenten bijdragen aan taal/rekenen Februari en maart: docenten en teamleider bespreken in de functioneringsgesprekken de bijdrage van docenten aan taal/rekenen Juni: terugkijken naar resultaten 2. Op basis van Het Gele Boekje leggen vakdocenten verbinding tussen taal en/of rekenen met onderdelen van het eigen vak via de vraag: wat draag ik bij? Wat is er nodig voor verbetering? Oktober: in de vakgroepen bespreken hoe vakdocenten de verbinding leggen met onderdelen van het eigen vak Januari: tussentijdse evaluatie taal-rekenplan in teamoverleg 3. In de teams analyseren van de resultaten van leerlingen (Cito/VAS-toetsen) en in de teams nagaan wat de effecten zijn van de gevolgde aanpak. Oktober: analyseren Cito-0: vaardigheidsscores van alle leerlingen m.b.t. spelling en grammatica, begrijpend lezen en rekenen zijn in beeld (bebo) Mei: terugkoppeling Cito-2 aan SO: vaardigheidsscores van alle leerlingen m.b.t. spelling/grammatica, begrijpend lezen en rekenen zijn in beeld, op basis waarvan de teamleiders risicoleerlingen en in te zetten acties formuleren Juni: analyseren leeropbrengst aan de hand van de resultaten Cito 0 en Cito 2 (bebo) 4. Doorgaan met rekenen in de invallessen en de begeleidingsuren. 5. Taal en rekenen op de agenda van de POVO-groep, zodat primair onderwijs is geïnformeerd over de aanpak die wij hanteren. Oktober: workshop taal/rekenen POVO-middag en overbrengen werkwijze Gele Boekje.
2.1.3. Talentontwikkeling Aansturing door Clem van Lamoen Uitvoering door Docenten Waarom werken we hieraan? We willen onze leerlingen uitdagen hun talenten te ontplooien. Daarom bieden we bijvoorbeeld in de vmbo-onderbouw Topklassen aan ten behoeve van verbreding of verdieping. Door middel van Topklassen krijgen leerlingen in de onderbouw in twee extra lesuren de kans hun talenten op het gebied van kunst, muziek en sport verder te ontwikkelen. In 2014-2015 gaan de Topklassen het vierde jaar van hun bestaan in. Daarnaast stimuleren we talenten in niet-schoolse vakken door middel van de schoolbrede CoCo Award. In het PrO stimuleren we dat leerlingen specifieke certificaten behalen. Wat willen we ermee bereiken? Docenten herkennen leerlingen met specifieke talenten en stimuleren hen die te ontplooien. Leerlingen voelen zich door de school gestimuleerd hun talenten te ontplooien. We willen bekend staan als talentschool en we koesteren vakkanjers.
8
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? De Topklassen zijn voor de derde keer georganiseerd. De leerlingen onderbouw krijgen twee extra lesuren kunst, muziek, techniek en sport. Er hebben in totaal 59 leerlingen deelgenomen (sport-1 18 leerlingen, sport-2 13 leerlingen, techniek 8 leerlingen, beeldend 13 leerlingen en muziek 7 leerlingen). Naar aanleiding van deze aantallen hebben we voor 2014/2015 besloten alleen sport-1 en -2, beeldend en muziek aan te bieden. Eind 2013/2014 hebben we op basis van de evaluatie geconcludeerd dat de Topklassen een relatief dure aanpak is. We zijn ingegaan op de vraag van het koor Koskoier om samen hun jubileumconcert in te vullen; dit wordt een speciale Topklas. De conclusie is dat we voor 2014-2015 nog een keer de Topklassen organiseren en ondertussen op zoek gaan naar een meer duurzaam concept. Er zijn vanuit de sector 7 talenten ingezonden voor de competitie van de CoCo Award. De 3 winnaars (1 BMX rijder, 1 race fietser en 1 striptekenaar) hebben alle 3 een prijs gekregen die vooral een aanmoediging inhoudt om verder te gaan met hun talent. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Onderzoeken hoe we het concept van de Topklassen duurzaam kunnen ontwikkelen naar de bovenbouw, naar andere talenten, naar meer flexibiliteit (werktitel: Ateliers) Januari: overleg directie duurzame vorm Topklassen/Ateliers (Clem en dir) Maart: haalbaarheid Ateliers binnen lesroosters 2015-2016 inbrengen in SO Juni: presentatie nieuwe aanpak op Ouderavond (Clem) 2. PrO werkt met certificaten ten behoeve van talentontwikkeling en profileert zich daarmee 3. De CoCo Award wordt de climax van het herkennen en stimuleren van talenten gedurende het schooljaar September: start zoektocht naar talenten en behoeve van de CoCo Award in alle klassen van VMBO en PrO (mentoren) Oktober: talentontwikkeling in SO aan de orde November: vergadering leerlingenraad April: uitreiking CoCo-Award 4. Verbeteren van de PR rond talentontwikkeling, zowel extern als intern via Green September: CoCo Award, Topklassen en CoCo-Show opnemen in info-avonden klas 1 t/m 4 September: oriëntatiegesprek over PR rond Topklassen, CoCo-Show en certificaten (topklasteam en Martin Jacobs) Oktober: contact met PR-afdeling over draaiboek December: presentatie Kerstmarkt Februari: presentatie Talentontwikkeling op Open Dag 5. Talenten en vakkanjers/kampioenen worden in de etalage gezet tijdens de CoCo-Show en in Laarbeek Live 6. Green – online leerlingenmagazine September: per team 1 medewerker (10 uur)
2.1.4. Route vmbo-havo: van 4 naar 4 Aansturing door Directeur Uitvoering door Teamleiders MX en VmL bovenbouw
9
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Waarom werken we hieraan? Voor veel vmbo-leerlingen ligt de route naar het mbo het meest voor de hand. Deze route hebben we in onze sector ook goed georganiseerd. Voor een klein aantal leerlingen is de route van havo naar hbo een aantrekkelijke. Uit benchmarkgegevens (hinkelpaden) blijkt dat meer leerlingen van onze school deze route zouden kunnen bewandelen. Wat willen we ermee bereiken? Meer leerlingen dan nu het geval is bewandelen n vmbo-4 de route naar havo-4 (van 4 naar 4): het streven is de landelijke benchmark (hinkelpaden) te evenaren. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Eind 2013-2014 hebben we in samenwerking met de sector havo/vwo afspraken gemaakt op welke punten we vooruitgang willen boeken. We hebben afgesproken om te beginnen met de overgang van 4 naar 4. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Verbetering van de route naar de Havo, om te beginnen van 4 naar 4 September: werkgroep werkt acties uit, o.a. voorbereiding studiemiddag (TLs VmL bovenbouw en MX, directeur); Havo stelt Menukaart op. Oktober: studiemiddag 2 oktober ‘van 4 naar 4’ voor docenten 3 en 4 van MX en VmL (werkgroep doorstroom vmbo-havo) Januari: leerlingen van 4 naar 4 in beeld en naar intake op havo ten behoeve van warme overdracht (mentoren MX en VmL)
2.2
Sociaalemotionele ontwikkeling
2.2.1. Competenties Aansturing door SO (Marco van Houtum) Uitvoering door Teams Waarom werken we hieraan? We willen naast de aandacht voor de cognitieve leeropbrengsten in een goede balans ook aandacht besteden aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Om leerlingen te ondersteunen in hun ontwikkeling tot zelfbewuste en zelfstandige jonge mensen die succesvol kunnen doorstromen naar werk of vervolgonderwijs, zijn we gestart met het gericht ontwikkelen van leerlingencompetenties. Daartoe zijn competenties beschreven voor de onderbouw (samenwerken, ict-gebruik, communiceren/presenteren, zelfstandig werken) en de bovenbouw (professioneel handelen en reflecteren). De competenties dekken naar ons gevoel nog niet het hele spectrum van de sociaal emotionele ontwikkeling, vooral waar het gaat om zelfbewustzijn en motivatie, dus gaan we komend jaar verdere onderzoeken welke indicatoren daar bruikbaar voor zijn. Om maatschappelijke competenties (burgerschap, democratische waarden) te ontwikkelen zetten we onder andere de maatschappelijke stage in. De maatschappelijke stage is niet langer verplicht en ook houdt de overheidsfinanciering ervan op. De school wil zich bezinnen op voortzetting van de maatschappelijke stage vanwege de meerwaarde die dit heeft voor de vorming van de leerlingen. Wat willen we ermee bereiken? Door de gerichte aandacht die docenten besteden aan leerlingencompetenties, worden leerlingen zich bewuster van hun eigen gedrag en de mogelijkheden die zij hebben om dat gedrag te veranderen, zodat zij beter in staat zijn zelf de regie over hun eigen competentieontwikkeling te voeren. Als
10
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
de leerlingen hun competenties goed ontwikkelen zijn ze beter in staat om de gewenste cognitieve resultaten te behalen. We stimuleren de bredere ontwikkeling van leerlingen door het registreren van competenties en bespreken met leerlingen en hun ouders. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In 2013/2014 zijn we gekomen tot een gemeenschappelijk kader (Rubrics, omgezet in de taal van de leerling). Daarmee kunnen we het niveau van een leerling benoemen, de gewenste en mogelijke ontwikkeling aangeven en komen tot een aanpak om die competenties te (helpen) ontwikkelen. PRO koppelt competentieontwikkeling aan het IOP en de uitstroomprofielen van leerlingen. Deze leerweg zoekt hierbij aansluiting bij de wettelijke termen en ligt hiermee goed op koers. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Brede inzet competenties mbv Rubrics September: mentoren en vakdocenten beginnen met de rubrics in te vullen September: koppeling rubrics aan Magister wordt onderzocht ism AZ, daarna uitgevoerd. Oktober: leerlingen maken kennis met (hun) rubrics en gaan ook zelf invullen 21 november: bij LIF2 zijn de rubrics gescoord; opvallende zaken met leerling besproken en afspraak gemaakt December: bij 10 minutengesprek worden opvallende zaken uit de competenties ontwikkelingin het gesprek met de ouders betrokken 13maart: Rubrics voor de 2e keer ingevuld (LIF3)en bespreking opvallende zaken met leerlingen April: Bespreking rubrics meenemen bij 10 minuten gesprekken Mei: evaluatie gebruik Rubrics en koppeling aan Magister in de teams Juni: input voor verbeteringen naar SO. 2. Input leveren voor de continuering van de maatschappelijke stage door het Commanderij College Oktober: SO input leveren over doorstart MAS aan AZ t.b.v. CoCo-breed vervolg
2.2.2. Veilige school Aansturing door SO (Marco van Houtum) Uitvoering door Teams Waarom werken we hieraan? Leerprestaties van leerlingen en hun sociaalemotionele ontwikkeling zijn erbij gebaat als zij zich veilig en prettig voelen op school. Het is in ieder geval van belang dat er geen sprake is van pestgedrag van andere leerlingen en ander gedrag dat onveiligheid met zich meebrengt (drank, drugs, enz.). Wat willen we ermee bereiken? Leerlingen voelen zich veilig en prettig op school. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Aan het einde van schooljaar 2013/2014 hebben we nog geen keuze gemaakt voor het te hanteren (gecertificeerde) pestprogramma, omdat de landelijke screening nog niet is afgerond. De 2 krachtcoördinatoren op de twee vmbo-locaties zijn geschoold om met hun werkzaamheden te starten en het SO heeft besloten hen op een concreet takenpakket in te zetten om in 2014-15 slagvaardig aan de gang te gaan: bewustmaking, informatie, advisering en ondersteuning (2x 80 uur). Er is een kort onderzoekje gedaan en een enquête afgenomen naar de problematiek rond het gebruik van drugs en
11
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
alcohol, om te bekijken wat er nodig is. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Op beide vmbo-locaties zijn anti-pestcoördinatoren die als ‘krachtcoördinator’ (werknaam) een aanpak gaan opzetten. Oktober - december: keuze anti-pestprogramma en introductie daarvan in het VMBO Oktober – november: communicatie naar de Ouderraad 2. Naar aanleiding van het onderzoekje naar de aard van de drugs- en alcoholproblematiek wordt een plan van aanpak opgesteld.
12
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
2.3. Tevredenheid 2.3.1. Tevredenheid leerlingen en ouders Aansturing door Pieter Verberne Uitvoering door Teams Waarom werken we hieraan? Het is belangrijk om ouder- en leerlingtevredenheid te analyseren, omdat er belangrijke aanwijzingen uit voort kunnen komen over hoe wij ons onderwijs, de manier waarop wij omgaan met ouders en leerlingen en de wijze waarop wij zaken organiseren, kunnen verbeteren. Bij grote ontevredenheid kunnen ouders kiezen voor een andere school, wat onze positie als onderwijsinstelling aantast. Het (meren)deel dat blijft zal eventuele ontevredenheid uiten tegen docenten, in de gemeenschap of zelfs in de krant. Zij zijn dan geen goede ambassadeurs van de school en kunnen hun betrokkenheid bij de school verliezen en dat is niet goed voor de school. Wat willen we ermee bereiken? Wij willen bereiken dat leerlingen en ouders tevreden zijn over wat wij hun bieden en dat ook aan anderen willen vertellen. Zij moeten er op kunnen rekenen dat wij hun signalen serieus nemen. Op basis daarvan kunnen we samen verder bouwen aan de school en hun enthousiasme voeden. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In 2013 – 14 hebben we in het SO het onderwerp serieus op de agenda gezet en besloten het als derde opbrengst in evenwicht met de andere 2 te brengen. De enquêtes over het jaar 2013/2014 zijn geanalyseerd en met de directeur besproken. De grootste verbeterpunten (waar wij het verste onder de benchmark zitten) zijn in essentie de volgende: Docenten zijn niet eenduidig in het stellen van regels (brugklasonderzoek, november) Ik ben niet tevreden over mijn schoolkeuze (brugklasonderzoek,november) Ik heb last van drukke leerlingen die de les verstoren (brugklasonderzoek, november) Voor VMBO Gemert geldt bovendien: Het schoolklimaat is niet prettig en veilig (ouders en leerlingen klas 3) Ontevreden over (duidelijkheid over) leerlingenzorg en begeleiding (ouders en leerlingen klas 3) Voor VMBO Laarbeek alleen: Onderwijsaanbod is niet zoals beloofd (ouders en leerlingen klas 3) Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. De benoemde verbeterpunten aanpakken: Augustus: verbeterpunten in SO bespreken als voorbereiding op bespreking in de teams; wat kunnen we leren van goed scorende collega’s? September: bespreking in de teams Oktober: bespreken in de Ouderraad en Leerlingenraad 2.
Verbetering gebruik enquetes door teamleiders: September: planning enquetes in de teams, oa om respons te optimaliseren; SO: instructie hoe via ‘Kwaliteitsscholen’ de onderzoeken te analyseren zijn tot op laagste niveau’s (iom AZ)
3.
Oppakken enquetes 2014-15: November: brugklasonderzoek December: terugkoppeling resultaten in teams en vaststellen actiepunten Januari/februari: leerlingen krijgen enquetes over hun docenten
13
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Februari/ maart: terugkoppeling in Functioneringsgesprek Maart/ april: enquete klas 3 ouders en leerlingen Juni: terugkoppeling in de teams. Waar kunnen we leren van elkaar? Actiepunten als input voor teamplannen volgend jaar.
14
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
3.
Professionele docenten en schoolleiders
3.1. ‘Onderwijs 2020’ Aansturing door Directeur Uitvoering door SO en werkgroep ELO Waarom werken we hieraan? De mogelijkheden die ICT biedt zijn we in de afgelopen jaren steeds vaker en beter gaan benutten om het bestaande onderwijs te optimaliseren. Het nieuwe Sectorakkoord 2015-2020 reikt onder de noemer ‘gepersonaliseerd leren’ een nieuw perspectief op onderwijs en leren aan, waarbij ICT ook een belangrijke rol speelt. Het komend schooljaar willen we gebruiken om aansluitend bij dat perspectief het eigen ambitieniveau te (her)formuleren, van waaruit we vervolgens kunnen kijken naar de huidige onderwijspraktijk en daarbinnen naar bestaande (ICT)ontwikkelingen die we willen versterken en nieuwe (ICT)ontwikkelingen die we willen starten. Ondertussen zullen we de in gang gezette ontwikkeling van het ICT-gebruik voortzetten, omdat we verwachten dat we hiermee het onderwijs beter en leuker kunnen maken. Wat willen we ermee bereiken? Een tegen de achtergrond van het Sectorakkoord geactualiseerd ambitieniveau, op basis waarvan we het huidige onderwijs en de randvoorwaarden kunnen evalueren en kunnen bepalen welke ontwikkelingen wenselijk en nodig zijn (Scenario 2020) (zie ook 4.2). De ingeslagen weg consolideren door ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk docenten kunnen profiteren van de ICT-mogelijkheden. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In het afgelopen schooljaar hebben we het gebruik van Magister ondersteund door instructie en workshops. Door de grootschalige introductie van de iPad zijn veel meer docenten dan voorheen betrokken bij nieuwe toepassingen. De ICT-leerdag heeft ervoor gezorgd dat de ICT-vaardigheid onder medewerkers is toegenomen. Er zijn meer docenten die zelf digitale en interactieve lessen maken, leerlingen met apps laat werken, enzovoorts. Er is een ICT-notitie opgesteld met een bescheiden, realistische ambitie, die als leidraad heeft gediend voor de ontwikkelingen. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. We zullen op basis van het Sectorakkoord 2015-2020 ons eigen ambitieniveau (her)formuleren. Vanuit dit ambitieniveau kunnen we vervolgens de stand van zaken binnen de sectoren evalueren en een plan van aanpak opstellen. 2. Concrete scholing in het gebruik van ICT-voorzieningen September: cursus Easitech November en februari: ICT-workshops i.o.m. vakgroepen en interne voortrekker 3. Lidmaatschap VO Content: met vakgroepen de mogelijkheden van o.a. de Stercollecties ontdekken en implementeren November: workshop op ICT-middag 4. Adviezen van de CoCo brede ELO werkgroep oppakken.
15
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
3.2. Gesprekscyclus en –voering in de professionele organisatie Aansturing door Directeur Uitvoering door Teamleiders Waarom werken we hieraan? Teamleiders zijn de direct-leidinggevenden van docenten. Het voeren van gesprekken met docenten vormt een belangrijk sturingsinstrument van teamleiders. Zij moeten in staat zijn met individuele docenten gesprekken te voeren over functioneren, resultaten, bijdrage aan de werksfeer, samenwerking, verzuim, scholing, enzovoorts en daar concrete afspraken en verbeterpunten aan te verbinden. Wat willen we ermee bereiken? Professionele match tot stand te brengen tussen enerzijds de missie van de organisatie en anderzijds die mogelijkheden en behoeften van medewerkers. De expliciete aandacht in de gesprekken voor wat medewerkers nodig hebben om vorm te kunnen geven aan hun eigen ontwikkeling binnen het gemeenschappelijke sectorbelang, vergroot hun betrokkenheid en eigenaarschap. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Afgelopen schooljaar zijn doelstellings- en beoordelingsgesprekken gehouden met alle medewerkers. Daarnaast speciale gesprekken rond de LC- en LD-bevorderingen. De doelstellingsgesprekken zijn relatief laat gehouden, waardoor het effect minder was. De aard van de doelstellingsgesprekken loopt uiteen. In de meeste gesprekken zijn resultaten, scholing, bijdrage aan rekenen en taal en passend onderwijs wel aan de orde geweest, maar over de uitkomsten ervan is weinig vastgelegd. Ook is nog te weinig zichtbaar welke afspraken de teamleider met de docent heeft gemaakt over hoe verbeteringen kunnen worden gerealiseerd en wat beide gesprekspartners daartoe gaan doen. Met alle docenten zijn beoordelingsgesprekken gehouden na een brede en zorgvuldige voorbereiding in de sector (werklunches, aparte Flits-toelichtingen, trainingen, intervisie, enz.). Ook is van te voren duidelijk afgesproken welke scores tot een bepaalde kwalificatie moeten leiden. Tevens is afgesproken dat bij bepaalde kwalificaties bepaalde vervolgtrajecten dienen te worden afgesproken. De vastlegging daarvan geeft te zien dat de beoordelingen voldoende concreet zijn en onderbouwd. De afgesproken trajecten zijn nog niet allemaal concreet gemaakt. Met alle teamleiders zijn doelstellingsgesprekken, ontwikkelgesprekken en beoordelingsgesprekken gehouden en afspraken gemaakt over het vervolg. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Teamleiders plegen intercollegiale consultatie op hun uitvoering van de gesprekscyclus September: TLs zoeken een maatje 2. Format DGs beter aansluiten op doelen: September: vaste punten toevoegen aan format 3. Verbetering passende gespreksvoering tbv gesprek over opbrengsten realiseren: November: Scholing/ training (aard van vragen stellen, onderzoeken wat belemmert/ wat is nodig, fasering in het gesprek, proces voor en na, concreet maken gewenste verandering in gedrag) 4. Uitvoeren van de functioneringsgesprekken (teamleiders). Februari/maart: Aandachtspunt is goede verslaglegging van de gevoerde gesprekken. 5. Evaluatie bereikte opbrengsten: Juni: ‘eindgesprekken’, TLs kijken terug met docenten naar hun bijdragein de opbrengsten 6. Verloop jaarcyclus evalueren en eventueel bijsturen: Juli: SO kijkt terug en benoemt verbeterpunten
16
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
3.3. Organisatie passend onderwijs Aansturing door Henk van den Broek Uitvoering door Alle vakdocenten, mentoren, Tib’ers, teamleiders en zorgteam Waarom werken we hieraan? In het kader van een pilot is in ons samenwerkingsverband passend onderwijs vorig schooljaar al ingevoerd. Dat betekent dat de leerlinggebonden financiering vanaf dat schooljaar is komen te vervallen. In plaats daarvan heeft de school extra middelen gekregen om de basisondersteuning te versterken, zodat we zoveel mogelijk leerlingen passend onderwijs kunnen bieden. Alleen voor leerlingen waar we echt mee vastlopen kunnen we via het samenwerkingsverband een plaats in het voortgezet speciaal onderwijs aanvragen. Om ervoor te zorgen dat de ondersteuning voor zoveel mogelijk leerlingen op orde is, is scholing en ontwikkeling noodzakelijk. Door de invoering van passend onderwijs kan de variatie tussen leerlingen toenemen. Wat willen we ermee bereiken? 1. Iedere docent is klaar voor passend onderwijs, dwz pedagogisch en didactisch in staat om te gaan met verschillen tussen leerlingen en de benodigde ondersteuning te geven. Daar waar zij ten aanzien van bepaalde leerlingen handelingsverlegen zijn worden zij door TIBer, orthopedagoog of ambulant begeleider gericht ondersteund. 2. De rol mentor is helder en wordt goed ingevuld. 3. De rol van de Tib’er is helder en wordt goed ingevuld. 4. Het planmatig bespreken van leerlingen in een teamoverleg moet opleveren dat er meteen goede digitale informatie is voor intake door het zorgteam, dat CoCo breed werkt. Met de Tib’ers zal hier in de studiebijeenkomsten veel aandacht aan besteed worden. Alle leerlingen met een ondersteuningspakket worden regelmatig besproken in het teamoverleg, zodat de inzet van de extra ondersteuning geëvalueerd wordt en de ondersteuningspakketten aangepast kunnen worden. De zorgcoördinator krijgt een centrale taak bij het vaststellen en evalueren van deze pakketten. Met deze werkwijze spelen we snel en adequaat in op de behoefte. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In 2013/2014 hebben we ons voorbereid op de invoering van passend onderwijs, in samenwerking met de andere scholen van ons samenwerkingsverband. Binnen het Commanderij College is de intakeprocedure aangepast, is een intakecommissie gevormd waarin de basiswerkzaamheden gedaan worden door de Tib’ers per team, met ondersteuning van de orthopedagoog en een ambulant begeleider. Indien nodig wordt ook schoolmaatschappelijk werk betrokken. We hebben de leerlingebonden financiering omgebouwd tot schoolse ondersteuningspakketten in verschillende gradaties; we hebben voor alle leerlingen die dat nodig hebben een ondersteuningspakket voorbereid, in goed overleg met ouders en basisscholen. We hebben een CoCo-breed zorgteam ingericht. Een groot aantal docenten heeft een of meerdere modules van de Mastercursus SEN gevolgd. Eind van het schooljaar is er een orthopedagoog voor het CoCo in dienst genomen. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Start CoCobrede zorgteam en nieuwe werkwijze: Zodra de nieuwe CoCo zorgcoordinator is aangesteld kan dit echt van start gaan. Tot die tijd wordt al zoveel mogelijk voorgesorteerd. 2. Versterking mentoren, zodat zij de leerlingen met een ondersteuningspakket zelf kunnen begeleiden:
17
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
September en volgende: met steun van de ambulant begeleiders mentoren, vakdocenten en het teamoverleg versterken. mentortrainingen organiseren 3. Scholing voor de Tib’ers (dossierkennis, leerlingenproblematiek, coachen, gesprekken voeren en vergadertechniek) September en oktober: scholingsbehoefte van TIBers bepalen Najaar: scholing organiseren 4. Vervolg scholingsaanbod alle docenten Oktober en november: bezinnen op scholingsaanbod Master Sen en bepalen hoe verder. 3.4. Verantwoording Aansturing door Directeur Uitvoering door Teamleiders en docenten Waarom werken we hieraan? Docenten (individueel en in team- en vakgroepverband) hebben ruimte nodig om als professional de juiste keuzen te kunnen maken. Op die manier vergroten we het eigenaarschap. Tegelijkertijd willen we bereiken dat het afleggen van verantwoording over het gebruik van die ruimte een natuurlijk proces gaat worden. De teamleiders vormen de spil in het geven van ruimte en het afleggen van verantwoording. Wat willen we ermee bereiken? Het is voor iedereen vanzelfsprekend om als professional de geboden ruimte te gebruiken en over dat gebruik proactief verantwoording af te leggen. Dit resulteert in een meer transparantie (wie doet wat, waarom en met welk resultaat) en eigenaarschap. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Toegepast op het thema differentiatie hebben we een methodiek (format en werkwijze) ontwikkeld met behulp waarvan in de teams en het SO reviews kunnen plaatsvinden waarin verantwoording wordt afgelegd voor wat op welke wijze is gedaan met welk resultaat. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Met behulp van de reviewmethodiek verbetert de schoolleiding de wijze waarop zij zich verantwoordt. We gaan de reviewmethodiek verder ontwikkelen zodat het de basis wordt van hoe we in het algemeen in de sector verantwoording afleggen. September/ oktober: ontwikkelde format verder in praktijk gebruiken en verbeteren 2. Docenten verantwoorden zich in de gesprekscyclus en teamleiders hanteren passende gespreksvoering (zie gesprekscyclus). 3.5. Waardering initiatiefrijke docenten Aansturing door Sectordirecteur Uitvoering door Docenten Waarom werken we hieraan? Docenten moeten de ruimte nemen en krijgen om zelf initiatieven te nemen die ertoe leiden dat leerlingen ‘nog succesvollere leerders’ worden. Wanneer docenten binnen de gemeenschappelijke kaders zelf keuzen kunnen maken, zal dat hun eigenaarschap ten goede komen. Wat willen we ermee bereiken? Docenten nemen steeds vaker initiatieven die bijdragen aan het gemeenschappelijke streven van leerlingen succesvolle leerders te maken.
18
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In 2013/14 is nieuw beleid incidenteel belonen vast gesteld in MO en in het SO geïntroduceerd. Eind van het schooljaar hebben we aan de hand van casus de mogelijkheden verder verkend. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Docenten die initiatieven nemen worden zoveel mogelijk materieel ondersteund (tijd en middelen) en immaterieel gewaardeerd (vertrouwen en aandacht) Via SO praktijk incidenteel belonen verder vormgeven. 2. Inschrijving in het lerarenregister wordt gestimuleerd en op prijs gesteld. Teamleiders brengen dit bij iedere gelegenheid onder de aandacht 3.6. Rolvervulling schoolleiding Aansturing door Sectordirecteur Uitvoering door SO Waarom werken we hieraan? Naast leidinggeven aan het eigen team verwachten we in het kader van de nieuwe organisatiestructuur dat teamleiders ook locatiebrede en evt. -overstijgende taken op zich nemen (portefeuilles). Bovendien moet er per locatie een teamleider de locatie in- en extern representeren (locatieleider). De nieuwe structuur gaat in met ingang van augustus 2015. Dit betekent dat we er in 2014/2015 vooral op willen voorsorteren. Voor de directie is het van belang om overzicht te houden, te weten wie waarvoor de verantwoordelijkheid op zich neemt en de goede interventies (inclusie ondersteuning) op het juiste moment te plegen. Wat willen we ermee bereiken? Voorsorteren op de nieuwe situatie die in 2015 ontstaat, waarin teamleiders in staat moeten zijn het geheel aan beleidsmatige werkzaamheden uit te voeren op een manier die ondersteunend is aan de doelen die met de nieuwe organisatiestructuur worden nagestreefd. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? In 2013/2014 lag de focus op het (beter) uitvoeren van de ‘eigen’ werkzaamheden van teamleiders (zoals het voeren van de gesprekken in het kader van de gesprekcyclus en de verslaglegging daarvan). Op directieniveau is een zg Dashboard ontwikkeld met informatie, aan de hand waarvan de directeuren (ook in de toekomst), het overzicht bewaren, de juiste signalen kunnen ontvangen en tijdig trends kunnen zien. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. In het SO werken met portefeuilles, zodat teamleiders betrokken raken bij locatiebrede en evt. -overstijgende taken. Hiermee sorteren we voor op de situatie die in 2015 ontstaat. 2. Op directienievau (directeur VMBO en directeur Havo/VWO) wordt het dashboard gevuld en in praktijk gebracht. 2014/15 geldt als leer- en ontwikkeljaar
19
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
4.
Adequate randvoorwaarden
4.1. Financiën Aansturing door Directeur Uitvoering door Waarom werken we hieraan? De sectorbegroting moet de uitvoering van dit sectorbeleidsplan ondersteunen en faciliteren. We willen de middelen doelmatig en efficiënt inzetten. Wat willen we ermee bereiken? Een sobere en doelmatige begroting tbv voldoende formatie voor goed onderwijs, goede scholing, adequate ICT en voldoende huisvesting. Ten tweede willen we toewerken naar meerjaren perspectief en scenario’s om beter op lange termijn ontwikkelingen te kunnen in spelen. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? De opgestelde begroting en latere formatieplan zijn opgesteld en daarop wordt gestuurd, oa via de maandelijkse MARAP. Zij geven voldoende ruimte voor de ambities van de sector. De verbetering van het budgetbeheer is niet gerealiseerd, heeft geen prioriteit gekregen Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Opstellen begroting: Oktober: Kritische analyse budgetten November: concept investeringsplan en ICT plan opstellen December: concept begroting opstellen 2. Beheersing: September: start optimalisering budgetbeheer tbv betere beheersing Gebruik Dashboard Directeur 3. Lange termijn beeld: Ism AZ onderzoeken hoe we aan langere termijn inzicht kunnen werken
4.2. Scholing Aansturing door SO (Annemarie Nistelrooij) Uitvoering door Docenten Waarom werken we hieraan? Onderwijs staat of valt met de docent voor de klas; beter onderwijs staat of valt met beter toegeruste docenten. Scholing en professionalisering van docenten is daarmee een belangrijk speerpunt, niet alleen van onze school, maar ook van het nieuwe Sectorakkoord 2015-2020. Belangrijke thema’s daarin zijn ICT/personaliseren van het onderwijs, basisvaardigheden (zoals klassenmanagement) en complexere vaardigheden van docenten (zoals differentiatie) en het ondersteunen van leerlingen in hun loopbaanontwikkeling (LOB). Binnen het perspectief dat het Sectorakkoord biedt zullen we als sector ons eigen ambitieniveau moeten vaststellen (zie ook 3.1), dat vervolgens het kader kan vormt voor verdere scholing en professionalisering van alle medewerkers. Wat willen we ermee bereiken? Alle docenten en overige medewerkers ontwikkelen zich door middel van scholing en andere professionaliseringsactiviteiten, zodat zij in staat zijn bij te dragen aan de ambities die we als sector nastreven. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Docenten hebben volop verschillende scholingsactiviteiten deelgenomen. In totaal is er 100x een
20
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
module van Master SEN gelopen. Deze cursussen werden steeds zeer positief geëvalueerd en zeer bruikbaar geacht. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Uitvoeren van de voorgenomen scholingsplannen (met betrekking tot onder andere master SEN, differentiatie, workshops ICT/ELO). 2. Aansluitend bij het ambitieniveau (Scenario 2020; zie 3.1) evalueren van de huidige onderwijspraktijk en docentvaardigheden. Onderzoeken in hoeverre bestaande instrumenten (bijv. de lesobervatieformulieren) hiertoe moeten worden aangepast; Stimuleren dat docenten bij elkaar in de les kijken om op die manier een goed beeld te krijgen van de huidige onderwijspraktijk en docentvaardigheden. Onderzoeken stand van zaken en realistisch ambitieniveau mbt scholing in ICT/personaliseren van het onderwijs, basisvaardigheden (zoals klassenmanagement) en complexere vaardigheden van docenten (zoals differentiatie) en het ondersteunen van leerlingen in hun loopbaanontwikkeling (LOB).
21
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
4.3. ICT Aansturing door Sectordirecteur Uitvoering door Teams Waarom werken we hieraan? De ICT-ontwikkelingen gaan snel, ook in het onderwijs. Dit biedt veel nieuwe mogelijkheden, onder andere voor het veel beter toesnijden op de leerling van onderwijsproces en -inhoud. ICT kan helpen bij differentiatie en personalisatie van het onderwijs. In het VMBO en bij PrO kunnen wij er enorm ons voordeel mee doen als we hier gericht aan werken. Zowel docenten als leerlingen hebben hieraan de behoefte. Wat willen we ermee bereiken? De mogelijkheden die ICT bieden willen we optimaal benutten, zowel voor wat leerlingen leren als voor hoe zij leren. De inzet van ICT kan leiden tot aantrekkelijker, effectiever en meer gedifferentieerd en gepersonaliseerd onderwijs. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? De ICT-notitie is geaccepteerd als uitgangspunt en ambitie. Er zijn nieuwe voorzieningen geïnstalleerd en in gebruik genomen. Ook is besloten het VDI-systeem te omarmen. Niet alle pilots zijn van de grond gekomen, bv omdat lesmethodes niet beschikbaar zijn gekomen (NASK). De pilot Klassenboek in Magister is nog niet afgerond. Om het gebruik van de ICT-voorzieningen verder te stimuleren, heeft een ICT-scholingsmiddag plaatsgevonden. ICT-gebruik is ook gestimuleerd door de introductie van de iPad, maar onduidelijk is nog in hoeverre dit sectorbreed heeft geleid tot de inzet van meer ICT in de les. Wel maken docenten op eigen initiatief meer gebruik van Apps in de klas. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Vaststellen van een realistisch ambitieniveau is ten aanzien van gepersonaliseerd leren (Onderwijs 2020, zie ook 3.1 en 4.2). 2. Ondertussen wel concrete stappen zetten: ELO van N@tschool naar Magister; per vak stappen zetten in ontwikkeling en gebruik ELO meer scholing/workshops ten behoeve van het praktisch gebruik voorzieningen (o.a. TVs met Easy teach; Onderwijs maak je samen) Scholing per vakgroep ten behoeve van digitale lessen (VO content) iPad klas: NASK gaat niet door. Aanvraag PrO honoreren? Afronden pilot Klassenboek in Magister (teams VML onderbouw en MX) 3. ICT-notitie evalueren in hoeverre die nog relevant is als kompas. 4.4. Procesmatig werken Aansturing door Sectordirecteur Uitvoering door SO Waarom werken we hieraan? Scholen zijn complexe organisaties, onder meer doordat veel processen in elkaar grijpen en van elkaar afhankelijk zijn. Dit betekent dat ‘lineaire stappenplannen’ niet toereikend zijn, maar dat processen in samenhang (ketengedachte) moeten worden uitgewerkt en beschreven. Op die manier worden afhankelijkheden zichtbaar en kunnen we daarmee veel beter rekening houden. Als we dat doen, hoeven we minder vaak dan nu het geval is, ad hoc te werken. Dit leidt tot minder stress en tot grotere efficiency en effectiviteit.
22
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Wat willen we ermee bereiken? Transparante beschrijving van belangrijke processen in de sector, waaraan vervolgens uitvoering wordt gegeven, zodat processen voorspelbaar en betrouwbaar verlopen. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Er is een procesbeschrijving opgesteld voor wat betreft de werkzaamheden van het examensecretariaat. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: De ervaring die we hebben opgedaan met het beschrijven van de werkzaamheden van het examensecretariaat gaan we toepassen op andere complexe processen in de sector, zoals het proces van aanmelding tot lesverdeling, of eenvoudiger, het inwerken van nieuwe collega’s. 4.5. Huisvesting Aansturing door Sectordirecteur Uitvoering door SO Waarom werken we hieraan? Een prettig fysiek leer- en werkklimaat draagt bij aan welbevinden en prestaties van medewerkers en leerlingen. Wat willen we ermee bereiken? Medewerkers en leerlingen voelen zich gestimuleerd door de fysieke leer- en werkomgeving. Wat hebben we gedaan en bereikt in 2013/2014? Vm-L betrok de nieuwbouw. In de locatie VmG is gestart met verbetering van het klimaat. Wat gaan we in 2014/2015 doen? Belangrijkste acties: 1. Verbeteren klimaat overige lokalen Josephstraat 2. Realiseren van een eigen kantoor voor de teamleiders VmG 3. Inpassen van twee extra klassen in Laarbeek 4. Huisvesting PrO op een verantwoorde wijze (kwetsbaarheid van de doelgroep; bedrijfsmatig verantwoord) 5. Met het oog op de invoering van de beroepsgerichte programma’s bekijken van de leslokalen eventueel aanpassen: nav besluit in november? 6. VmG: realiseren van Cruijff Court in samenhang met de plannen voor Groen
23
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
Bijlage
Onderwerpen in het sectorjaarplan in relatie tot waarderingskader Inspectie van het Onderwijs Onderwerpen uit dit sectorjaarplan
Indicatoren - de kernindicatoren zijn rood weergegeven, de aanvullende indicatoren blauw en de verdiepende indicatoren groen.
5. Werken aan opbrengsten 1.1. Cognitieve leeropbrengsten 1.1.1. Verbetering opbrengsten bij alle vakken vmbo
1.1 De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding 1.3 De leerlingen behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 De verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen zijn van een aanvaardbaar niveau. 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
1.1.2. Verbeteren rekenen en taal vmbo
1.3 De leerlingen behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 3.4 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus taal dat past bij alle leerlingen. 3.5 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus rekenen dat past bij alle leerlingen. 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwali-
24
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
teit van de opbrengsten. 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 1.3.1. Talentontwikkeling
3.6 De school heeft een aanbod dat afgestemd is op (hoog)begaafde leerlingen. 6.1 De school is gericht op het stimuleren van talent.
1.3.2. Route vmbo-havo: van 4 naar 4
3.9 Het aanbod is afgestemd op het vervolgonderwijs of de beroepspraktijk
1.4. Sociaalemotionele ontwikkeling 1.4.1. Competenties
3.7 De school heeft een specifiek aanbod om de sociale en maatschappelijk competenties van leerlingen te ontwikkelen passend bij de wettelijke voorschriften. 5.1 De leraren bevorderen door hun handelen de verwerving van sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen.
1.4.2. Veilige school
2.1 De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau. 5.3 De school vormt een sociaal veilige gemeenschap.
1.5. Tevredenheid 1.5.1. Tevredenheid ouders 1.5.2. Tevredenheid leerlingen 2. Professionele docenten en schoolleiders 2.3. ‘Onderwijs 2020’
14.2 De schoolleiding zorgt voor draagvlak bij leraren voor de schooleigen visie en de daarvan afgeleide ambities en verbeterdoelen
2.4. Gesprekscyclus
14.3 De schoolleiding stuurt via haar personeelsbeleid op het realiseren van de onderwijskundige
25
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
doelen van de school. 15.1 Leraren evalueren de kwaliteit van het onderwijs die zij bieden. 15.2 Leraren vullen het onderwijs in passend bij de onderwijsvisie van de school/afdeling. 15.3 Leraren werken doelgericht aan hun bekwaamheden en de benodigde competenties voor het realiseren van de visie van de school. 2.5. Organisatie passend onderwijs
10.2 (PrO) De leerling ontvangt onderwijs zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief 10.3 (PrO) De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. 11.1 De school zorgt voor een adequate overgang van zorgleerlingen die van andere scholen komen. 11.2 De school zorgt voor een adequate overgang van zorgleerlingen naar andere scholen. 11.4 School vervult haar rol in de zorgketen.
2.6. Verantwoording
14.5 De schoolleiding verantwoordt zich intern over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 15.4 Lerarenteams verantwoorden zich over de bereikte resultaten van hun professionaliseringsen verbeteractiviteiten.
2.7. Waardering initiatiefrijke docenten 2.8. Rolvervulling schoolleiding 3. Adequate randvoorwaarden 3.3. Financiën 3.4. Scholing
15.3 Leraren werken doelgericht aan hun bekwaamheden en de benodigde competenties voor het realiseren van de visie van de school.
3.5. ICT 3.6. Procesmatig werken
26
Vmbo/pro sectorjaarplan 2014-2015 – def. 1 okt. 2014
3.7. Huisvesting
27