Preek zondag 7 juni 2009 Tekst Hand 2: 42 Lezen Fil 2: 1-12 Hand 2: 41-47 Zingen LbGz 249: 1, 3
vooraf
Stil gebed Ps Gez Ps Ps LbGz
122: 3 179B 138: 1, 2, 4 133 241
na zegengroet geloofsbelijdenis na lezing form. 3 HA na viering HA na de preek slotzang
Gemeente van onze Here Jezus, broeders en zusters, jongens en meisjes, Meeleven ‘Je kunt in het vervolg met ons meerijden naar de kerk’ zeggen ze tegen de vrouw. Een al wat oudere weduwe. Het valt haar steeds moeilijker om naar de kerk te gaan. Ze is ook zo alleen. Ze is blij met het aanbod. Er zijn mensen uit de gemeente die echt aan haar denken. Ze nemen haar wel vaker mee, niet alleen naar de kerk. Ze komen op bezoek bij haar. Dat doet goed. Ik zal eens langskomen nu je man er niet meer is. En het ene bezoek wordt een wekelijks bezoek. In het kerkblad of in de kerk een mededeling dat iemand ziek is of andere moeite meemaakt? Het brengt een stroom van kaarten op gang. Het dressoir is te klein om ze allemaal neer te zetten. En het blijft niet bij kaarten. Mensen bidden voor je. En ze laten ook andere attenties bezorgen. Er is veel meeleven in de gemeente. Het doet heel goed. Hoor je vaak. Maar soms hoor je dat iemand in de gemeente zich alleen gelaten voelt. Je zit in een echtscheiding. Je hebt het al zo moeilijk. Je praat er niet gemakkelijk over. Je schaamt je misschien wel. Nee, je zult er zelf niet over beginnen. Hoe gaan anderen daarmee om? Je ziet dat mensen in de supermarkt een andere gang ingaan als jij eraan komt. Er zijn ook mensen die wegkruipen. Hun verdriet, hun moeite is zo groot. Ze willen er niemand mee lastig vallen. Ze vinden het ook moeilijk om over hun moeite te praten. Ze zijn al eens teleurgesteld in andere mensen. Ze dragen het alleen. En niemand merkt hen op. Terwijl ze diep in hun hart graag meeleven ondervonden. Avondmaal Wij vierden avondmaal. We aten van het ene brood en dronken uit de ene beker. Broeders en zusters, wij leven allen van genade. Zonder de Here Jezus waren wij allemaal door onze zonden bestemd voor de eeuwige dood. Alleen omdat Jezus voor mij gestorven is, zal ik leven. Dat vierden we aan het avondmaal. Wat doet die genade met ons? Je kunt samen op de tribune zitten te kijken naar de wedstrijd van jouw favoriete voetbalclub. Je juicht samen als ze een doelpunt maken. Maar als de scheidsrechter affluit ga je ieder een kant op. En je kijkt niet meer naar elkaar om. Je hebt niets met elkaar. Hoe is dat als we samen avondmaal hebben gevierd? Wat doet de genade van God die doden levend maakt met ons?
Van de eerste christenen staat er: Zij vormden een gemeenschap. Thema: ‘Zij vormden een gemeenschap’ zonde drijft mensen uiteen In het Paradijs waren Adam en Eva een eenheid. Maar de zonde drijft mensen uiteen. Ieder zorgt voor zichzelf. Als het moet ten koste van de ander. Adam heeft gezondigd. God roept hem ter verantwoording. Dan neemt hij zijn vrouw niet in bescherming, maar hij geeft haar de schuld. En Kaïn slaat Abel dood uit jaloezie en afkeer. En dan die brallende Lamech. Hij slaat anderen om het minste of geringste dood. Zo werd de aarde in Gods ogen door en door slecht. Iedereen leide een verderfelijk leven. Vol onrecht van de een tegen de ander. Dat leidde tot de zondvloed. de belangeloze liefde van Christus verbindt mensen Maar Christus heeft de macht van de zonde in ons leven gebroken. Hij maakt weer ruimte voor onbaatzuchtige liefde. Zodat je vrede wilt met je medemens. Zodat je weer gericht bent op de ander. Christus deed dat door die daad van uiterste liefde. Hij kwam uit de hemel op aarde. De Zoon van God kwam niet op aarde om zich te laten gelden. Hij vernederde zich tot de dood aan het kruis. Hij offerde zijn leven voor de zijnen. Zie Hem daar aan het kruis in de felste pijn. Zie Hem sterven om u/ om jou het leven te geven. Het is een en al liefde. Anders waren wij voor eeuwig verloren. Kijk zo naar de anderen bij u in de kerk. Zij zijn misschien uw buren, uw collega’s. Die ander is misschien uw baas of uw werknemer of familielid. Maar dat is niet wat ons hier bindt. We zijn hier ook niet als vrienden aan elkaar verbonden. Of als mensen die elkaar wel liggen. Wij hebben ook elkaar niet uitgezocht. Nee, de Here heeft ieder van ons geroepen. Hij heeft ons bij elkaar gebracht. Wat ons hier bindt is de genade van God. Omdat Christus zijn leven voor de ander heeft gegeven, zijn we aan elkaar in liefde verbonden. Dat is het wonder dat je herkent in de kerk: de gemeenschap van de heiligen. dat zie je in Jeruzalem ‘En ze vormden een gemeenschap’ staat er van die duizenden gelovigen in Jeruzalem. - de verschillen Er waren grote verschillen. Daar waren de leerlingen die van het begin af met Jezus waren opgetrokken. Anderen hadden om het hardst geroepen: aan het kruis met Hem! Ze waren wel allemaal Joden of toegetreden tot de Joodse gemeenschap. Maar ze kwamen uit totaal verschillende landen. Je had geboren Jeruzalemmers, maar ook Joden uit ver gelegen landen. Ze spraken verschillende talen. Dat taalverschil zal later in de christelijke gemeente ook voor een probleem zorgen. Je had rijken en armen. Petrus had alleen van de persoonlijke bekering en redding gesproken. Je bekeren en je laten redden en je laten dopen, dat is een strikt persoonlijke zaak. We horen niet dat Petrus zoiets gezegd heeft als: jullie moeten ook bij elkaar blijven. En jullie moeten trouw naar de samenkomsten komen. Die oproep is helemaal niet nodig. De mensen die ieder voor zich de keus voor Jezus maakten, vormen een gemeenschap. Je leest in dat stukje Handelingen 2: 41-47 wat dat allemaal betekende.
1e onderlinge eenheid
1e Betekent het dat ze onderling een eenheid vormen. Ze zijn één van hart en ziel. Eén naar hun diepste wezen. En eensgezind komen ze bijeen. In de huizen van wie een groter huis hebben. Ze zijn ook bijeen in de tempel. Samen houden ze maaltijd en vieren ze het avondmaal. Dat is dè manier om aan te geven dat je bij elkaar hoort. Samen bidden, samen zingen, samen getuigen van Christus. Een hechte eenheid. Verbonden aan Christus in één geloof. Verbonden in liefde aan elkaar. Dat bewerkt de Heilige Geest. De Geest van de gemeenschap. Van verbondenheid, mag je ook zeggen. De Geest verbindt ons aan elkaar. Hij maakt ons eensgezind door één geloof in de ene Heiland Jezus Christus. Hij geeft onderlinge vrede. We gingen samen aan tafel. Denk er niet alleen aan dat jij persoonlijk dat brood at en die wijn dronk. Denk er ook aan dat je met anderen aan tafel zat. De broeders en zusters die God aan je gegeven heeft. 2e goederen gemeenschap Die eenheid blijft niet iets van alleen mooie woorden. Als er staat dat ze een gemeenschap vormden, betekent het ook dat ze alles gemeenschappelijk hadden. Zoals je verderop leest: ‘Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.’ Hand 4:32 Dat ging dan zo: ‘Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelde de opbrengst onder hen die iets nodig hadden.’ Hand 2:45. Dat was geen verplichting. Ze deden het spontaan, op vrijwillige basis. Hun gemeenschap was niet alleen een kwestie van woorden, maar ook van daden. We vierden avondmaal. De verbondenheid die we beleefden aan tafel moeten we ook aan elkaar laten merken. In de voorbede voor de ander. Het kaartje dat je stuurt. Het bezoekje dat je brengt. Je ontmoet elkaar op de bijbelstudievereniging. Leef met elkaar mee. In sommige wijken van de gemeente komen de leden vanavond bij elkaar. Je ziet elkaar op zo’n ontmoeting op de avondmaalszondag. Maar zie elkaar ook door de week. En leef met elkaar mee. Er zijn een paar huiskringen in de gemeente. En we denken erover na of dat iets is voor onze gemeente als mogelijkheid van daadwerkelijke gemeenschapsoefening. In zo’n huiskring ontmoet je elkaar. Je leest samen uit de Bijbel. Je leeft met elkaar mee. Je bidt voor elkaar. Intense gemeenschap: één zijn zoals de Vader en de Zoon één zijn Als er één hechte en intense gemeenschap is dan de gemeenschap van de Vader en de Zoon door de Heilige Geest. De gemeenschap van de drie-enige God. De Here Jezus zegt daarvan: De Vader heeft de Zoon lief. En Hij heeft zijn naam aan zijn Zoon gegeven. De Vader en Zoon zijn volmaakt één. De Vader is in de Zoon en de Zoon in de Vader. Nu wil de Here Jezus dat alle mensen die in Hem geloven één zijn zoals Hij één is met de Vader. Eén in liefde. Eén van geest. Eensgezind. Eén in dienstbetoon. In Jeruzalem zie je daar iets van. Dit is zoals God de mensheid bedoeld heeft. Ze staan niet tegenover elkaar, maar gaan samen. De één voelt zich niet meer dan de ander, maar acht de ander belangrijker dan zichzelf. Je streeft niet je eigen belang na, maar dat van de ander. De één dient de ander door de liefde. Dat is een wonderlijke eenheid. Zo hecht dat als één lid lijdt, alle leden lijden. En als één lid vreugde heeft delen allen in de vreugde. Als iemand armoede lijdt, helpen anderen in die nood. Als iemand ziek is, sta je elkaar bij. Uitnodigende gemeenschap en niet uitsluitend De Vader en de Zoon zijn op elkaar gericht. Maar ze zijn niet afgesloten naar buiten toe. De Vader wil een groot deel van de mensen redden. Hij stuurt zijn Zoon naar de aarde voor die redding. God wil vele mensen opnemen in zijn liefde en gemeenschap. En de Zoon wil sterven aan het kruis om vele mensen terug te brengen tot God.
Die gemeenschap van gelovigen in Jeruzalem sluit zich ook niet af voor anderen. Zij geven het evangelie door aan anderen. In Jeruzalem. En daarbuiten. Dat evangelie gaat steeds verder. De Here voegt dagelijks nieuwe mensen toe. In Jeruzalem. En later ook daarbuiten. In het Joodse land. En in alle andere landen. Dat gaat door tot op de dag van vandaag. Een gemeente kan naar binnen gericht zijn. Dat je als gelovigen onder elkaar wilt zijn. Je hebt geen oog voor de mensen buiten. Je hebt geen boodschap aan hen. Maar zo wil God het niet. God wil dat zijn kerk een wervende gemeenschap is. Waar mensen uit alle landen, mensen van alle rassen, van alle talen welkom zijn. Waar mensen die oorspronkelijk een andere godsdienst hadden, ook welkom zijn. De kerk heeft de boodschap: buiten Jezus Christus om is er geen redding. Daarom, bekeer je tot Hem. Dan zul je gered worden. Laat dat onze gezindheid en onze houding zijn naar mensen buiten de kerk. Dat wij het evangelie niet voor onszelf houden. Maar uitdragen. Daarom gaan zendelingen de wereld in. Daarom gaan onze zusterkerken in Utrecht aan de slag om het evangelie uit te dragen aan de moslims in de stad. Dat is heel anders dan wat Geert Wilders van de PVV voorstaat. Hij sluit mensen uit. Hij zou de Koran willen verbieden. Hij wil de immigratie van niet westerse allochtonen beperken. Minder asielzoekers opnemen. Wil verschillende maatregelen om de Islam tegen te werken. Ook al is er in ons land godsdienstvrijheid. Hij speelt in op onlustgevoelens in de samenleving. Het ongenoegen kan sterker worden in een tijd van crisis waarin ontslagen vallen. Dan kan de gedachte opkomen: wij kunnen de vreemdelingen er niet bij gebruiken. Zij pikken onze banen in. Dan sluit je je als gemeenschap af voor buitenstaanders. Je voelt je ook meer dan zij. Er zijn problemen. Wat doe je als vluchtelingen uit ontwikkelingslanden in het rijke Europa een goed heenkomen zoeken? Dat is een lastige opgave voor de politiek. Maar als christen moet je houding open zijn. Wervend. Dan noem je mensen geen parasieten die teren op onze welvaart. Maar dan zie je ook de zwarte en de moslim als mensen naar het beeld van God geschapen. Dan wil je dat zij ook het evangelie horen. Opdat zij gered worden. volharden in de gemeenschap In onze vertaling: ‘ze vormden een gemeenschap.’ En dat deden ze ook. Maar er is ook mee bedoeld dat ze volhardden in de gemeenschap. Ze zijn er steeds mee bezig. En ze gaan ermee door. Niet alleen in het begin als iedereen nog enthousiast is. Maar ook als je later botsingen krijgt. Als je teleurgesteld wordt in elkaar. Als er dingen gebeuren die de gemeenschap onder druk zetten. Ik noemde de onvrede die er ontstond toen de Griekssprekende weduwen werden achtergesteld bij de dagelijkse ondersteuning. Discriminatie op grond van taalverschil. De apostelen namen gelijk maatregelen om recht te zetten wat er mis ging. Want de gemeenschap mag niet verbroken worden. Want Christus heeft ieder lid van de gemeente duur gekocht. Of die ander jouw taal spreekt of een andere taal. Of iemand jouw huidskleur heeft, of bruin is of zwart. Of die arm is of rijk. Gezond of ziek. We zijn allen gelijk. In de gemeenschap van de kerk kunnen de meningen botsen. Heel hevig botsen. Maar bedenk altijd dat je broeders en zusters van elkaar bent. Dat Christus zijn bloed heeft vergoten voor jou, maar ook voor die ander met die andere opvatting. Je moet elkaar niet uitsluiten. Je moet de ander niet wegzetten als niet gereformeerd. Je moet niet gaan denken in wij en zij. Je moet ook bedenken dat jouw mening niet gelijk is aan de waarheid van God. En dat wie anders denkt, dwaalt. Er zijn kerkleden die het niet eens zijn met allerlei besluiten van de synode. Ze verspreidden een folder gericht tegen de besluiten van de synode. Een folder, en dan met die inhoud, is niet het goede middel binnen de gemeenschap van broeders en zusters. Die folder zaait verdeeldheid. Meningen kunnen hevig botsen. Je moet met elkaar spreken.
Christus heeft ons niet geroepen tot verdeeldheid. Maar tot eenheid. Hij heeft jou èn die ander in de kerk met een andere mening duur gekocht. Hij is jouw broeder. Zij is jouw zuster in de Here. Denk aan de oproep van Paulus: ‘Er is zo grote verbondenheid door de Geest. Maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn. Eén in liefde, één in streven, één van geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan aar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan jezelf. Heb niet alleen de belangen van uzelf voor ogen, maar ook die van de ander.’ De éénheid van de gemeente is een kostbaar geschenk van God. ‘Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft.’ Dat geeft God vreugde. Dat bouwt de gemeente. Dat maakt de gemeente aantrekkelijk voor anderen. Amen.