Poeders, zalfjes en kruidenmengsels in Scherpenzeelse drogisterijen. De jongste drogist van Nederland werkte in de drogisterij van zijn vader in de Dorpsstraat in Scherpenzeel. Al op 19-jarige leeftijd was Jan van der Breggen gediplomeerd drogist en was hij de rechterhand van zijn vader. Kort daarna moest Jan de drogisterij noodgedwongen zelfstandig voortzetten, omdat Hermanus van der Breggen in 1955 plotseling kwam te overlijden. Ook anderen hebben in de loop der jaren als drogist hun brood verdiend in ons dorp. Oud-Scherpenzeel brengt de geschiedenis van de Scherpenzeelse drogisterijen tot leven.
Hermanus en Leentje van der Breggen
Hermanus van der Breggen is in 1896 in Rijnsburg geboren. Als zijn vader op jonge leeftijd in 1918 overlijdt, verhuist zijn moeder al snel met haar gezin naar Oudewater om daar met Hermanus een drogisterij te beginnen. Hij is de oudste in het gezin van zes kinderen, en Hermanus is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de opvoeding van zijn jongere broer en zussen. Als zijn 2 jaar jongere broer oud genoeg is om hem te vervangen in de drogisterij, gaat Hermanus als hij 26 is en graag wil trouwen, op zoek naar een locatie waar hij zijn eigen drogisterij kan beginnen. Van een vertegenwoordiger krijgt hij de tip uit te kijken naar een plaats waar een grote, levendige markt is in een plattelandsomgeving waar dus veel boeren op de markt komen. Boeren zullen tenslotte belangrijke klanten van Hermanus kunnen worden. Scherpenzeel kent in die periode een grote eiermarkt, terwijl er ook wekelijks veel varkens op de markt verhandeld worden. Na omzwervingen in het midden van het land, komt Hermanus uiteindelijk terecht in Scherpenzeel. Hij stapt bij de dames Van der Goor binnen en koopt twee rollen closetpapier. En passant doet hij de nodige informatie over Scherpenzeel op. Hermanus ziet voldoende mogelijkheden om hier een drogisterij te starten. Hij huurt een pand van Toon de Leeuw aan de Dorpsstraat dat hij van woonhuis tot drogisterij verbouwt en waar hij in november 1922 als gediplomeerd drogist zijn eigen zaak begint, in dezelfde maand trouwt Hermanus met Leentje Jacoba Heij uit Oudewater.
Leentje van der Breggen
Harmanus van der Breggen
Het echtpaar Van der Breggen krijgt vier kinderen: Bert, Adrie, Jan en Janny. In 1925 heeft Hermanus het pand gekocht, toen De Leeuw naar Canada is geëmigreerd. Voor de inrichting neemt hij de inventaris van een apotheek over. Tot die inventaris behoort ook een apothekersboek waarin de werking en samenstelling van veel middeltjes staan omschreven. Hiervan heeft Hermanus vaak gebruik gemaakt bij het zelf maken van poeders, zalfjes en kruidenmengsels. Hij verdiept zich ook in de homeopathie en heeft veel homeopathische middeltjes in voorraad. Menigeen krijgt advies en hij weet het juiste middel aan te raden. Bovendien vindt hij het prachtig als hij iemand kan helpen door het behandelen en verbinden van wonden. Het is dan ook niet voor niets dat Hermanus door de bevolking vaak wordt aangesproken met “Dokter van der Breggen”.
Interieur Drogisterij van der Breggen
Om een klantenkring op te bouwen fietst hij met allerlei monsters door de wijde omgeving en probeert hij zijn producten aan de man te brengen. Hij nodigt de boeren bij zijn vrouw op de koffie als ze op woensdag naar de markt gaan. Terwijl Hermanus ‘de boer op is’ staat zijn echtgenote in de drogisterij, schenkt ze koffie voor de boeren en boerinnen en maakt ze een praatje met hen. Langzamerhand wint familie Van der Breggen het vertrouwen van boeren en burgers en de zaken gaan steeds beter. Hermanus verstaat de kunst om op een plezierige manier met een dosis humor met mensen om te gaan. Samen met zijn eerlijkheid in handel en wandel is dit wellicht de sleutel tot het succes geweest. In die tijd verkoopt een drogist ook allerlei huishoudelijke artikelen als bezems, borstels en echte sponzen, die Van der Breggen, als hij bij de boerin binnenkomt, vaak aan een koord om zijn nek heeft hangen. Ook verkoopt hij verschillende diergeneesmiddelen. Een middeltje tegen ‘snot’ voor de kippen,’droes’ bij paarden, zogdrank, uierzalf en wat dies meer zij. Alsof het assortiment nog niet uitgebreid genoeg is, kun je in die tijd bij Van der Breggen ook terecht voor wijnen, siroop, kaasstremsel en –kleursel en natuurlijk niet te vergeten levertraan, waarvan ieder kind tegen de zin zo lang de R in de maand is dagelijks een eetlepel krijgt toegediend. Schoonmaak- en onderhoudsmiddelen als verf en carbolineum zijn eveneens verkrijgbaar. De meeste artikelen zijn dan nog onverpakt en worden in de drogisterij afgewogen. De zaken gaan goed, want al in 1927 verbouwt Van der Breggen zijn zaak en vraagt hij per advertentie “een nette jongen van 14 à 15 jaar die goed kan fietsen”. Veel boeren gaan eerst bij Van der Breggen te rade voordat ze een dierenarts consulteren, bij wie de rekening vaak wat hoger uitvalt. Boeren die aan middeltjes die Van der Breggen verkoopt twijfelen en hun geld terug willen als het middeltje niet werkt, dient Hermanus van repliek met de volgende woorden: ‘als het niet helpt krijg je je geld terug, maar als het wel helpt dan betaal je dubbel’. Het zal er wel niet van gekomen zijn. Om de aandacht te trekken van klanten en voorbijgangers zorgt Van der Breggen er altijd voor dat zijn etalage er aantrekkelijk uitziet. Een schitterend decor met een door een bevriende kunstenaar geschilderd wintergezicht steelt de show en haalt in 1931 de krant.
Drogisterij van der Breggen jaren dertig.
Drogisterij van der Breggen eind jaren vijftig.
In 1932 volgt een tweede verbouwing en wordt de zaak uitgebreid met een fotohandel. Aan het begin van de oorlog is ook de drogisterij niet ontkomen aan de verwoestingen in de meidagen van 1940. Na terugkeer in Scherpenzeel na de evacuatie blijkt het dak van het pand te zijn verdwenen en is de auto gestolen. Met hulp van zijn broer uit Oudewater, die een wagen vol bouwmaterialen en drogisterijartikelen naar Scherpenzeel laat komen, wordt met het vakmanschap van een meegestuurde timmerman de schade hersteld en kan de drogisterij weer open. Na de oorlog verkoopt Van der Breggen eerst geen fotospullen meer van het Duitse bedrijf Agfa, maar gaat hij over op Gevaert uit België. Later fuseren deze bedrijven tot één groot bedrijf.
Jan van der Breggen.
De gezondheid van Hermanus gaat begin jaren vijftig achteruit, hij heeft maagproblemen die hem uiteindelijk in 1955 fataal worden wanneer hij onverwachts na een operatie overlijdt. Jan, die al enkele jaren bij zijn vader in de drogisterij werkt, is gediplomeerd drogist en zet de drogisterij samen met zijn moeder voort. Jan trouwt in 1958 met An van der Meiden en samen met zijn echtgenote wordt de zaak verder uitgebouwd. Daarbij eerst geassisteerd door Teus Koudijs en vanaf 1959 door Evert du Pree die tot 1997 in de drogisterij is blijven werken. In 1963 opent familie Van der Breggen ook een drogisterij in Woudenberg en twee jaar later volgt een grote verbouwing in Scherpenzeel,
waarbij het naast de winkel gelegen woongedeelte bij de zaak wordt getrokken, zodat de winkelruimte twee keer zo groot wordt.
Drogisterij van der Breggen
In de loop der jaren verschuift het accent steeds meer naar de fotohandel en fotografie. In 1976 wordt besloten de beide drogisterijen te verkopen, zodat er meer tijd voor het gezin ontstaat. Jan van der Breggen richt zich vanaf dat moment op de fotohandel en fotografie in Woudenberg. In Scherpenzeel wordt de drogisterij in 1977 overgenomen door familie Westerduin. Verschillende verbouwingen en uitbreidingen volgen in de DA drogisterij. Als in 1996 het woonhuis boven de winkel door brand wordt getroffen, is er ook veel waterschade in de drogisterij beneden. Enkele jaren later, in 1999, verkoopt Westerduin de zaak aan drogist Tollenaar die de drogisterij tien jaar later definitief sluit.
Drogisterij van der Breggen
Simon Renes (Siempje Sigaar) heeft sinds de twintiger jaren een drogisterij schuin tegenover Van der Breggen. Simon is in het dagelijks leven schilder, terwijl zijn vrouw in de drogisterij staat. In 1967 verkoopt hij de drogisterij met inventaris aan Piet van Schaik. De winkel wordt drastisch verbouwd en uitgebreid. Zijn echtgenote Leida van Schaik-Hooijer volgt een tweejarige opleiding voor drogist en treedt in de voetsporen van haar zuster die een drogisterij in Zeist heeft. Ze verkoopt naast drogisterijartikelen verf en behang, maar ook parfum. Piet, die eerst rietdekker is geweest, begint een groothandel in behang. Als vaste kracht Alie Roeland in 1986 besluit te stoppen met haar werk in de drogisterij vindt Leida het ook welletjes geweest en verkoopt ze de zaak aan Breunesse, die daarna nog een jaar drogisterijartikelen heeft verkocht.
Drogisterij van Schaik