Piotr Fomenko . Atelier Piotr Fomenko Oorlog en Vrede van Lev Tolstoj wo 5, do 6, vr 7, za 8 november 2003
redactie programmaboekje deSingel druk Tegendruk duur van de voorstelling ongeveer 3 uur en 40 minuten inclusief twee pauzes 1ste deel: Sint-Petersburg 1 uur pauze 2de deel: Moskou 1 uur 15 minuten pauze 3de deel: het dorp ‘De Kale Bergen’ 50 minuten gelieve uw gsm uit te schakelen!
Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO's at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag
Piotr Fomenko . Atelier Piotr Fomenko Oorlog en Vrede van Lev Tolstoj
regie scenografie kostuums choreografie literair en muzikaal advies
regieassistentie assistent dictie licht geluid assistentie kostuums rekwisieten algemene ondersteuning zakelijk directeur technisch directeur lichttechnici geluidstechnici en machinerie
kleedsters grimewerk accessoires
Piotr Fomenko Vladimir Maximov Maria Danilova Valentina Gourevitch Galina Pokroskaja
Eugene Kalintsev Vera Kamychnikova Alexej Nenachev Dmitri Belobrov Serguej Bartotsjevitch Irina Batsjourina Oksana Globa Guennadi Choumilov Konstantin Lebedev Vladislav Frolov, Sofia Teleguina, Pavel Tiapkine, Eugene Vinogradov Natalja Kalasjnikova, Oleg Profiev, Yuri Frolenko, Victor Kostrovskï, Stepan Piankov Valerie Kourotsjkina, Anna Podionova, Ivanka Poltsjenko Anna Melechko, Larissa Guerassimtsjouk Anastassia Sergueeva, Alla Sedakova, Olga Sedakova
rolverdeling Galina Tunina Rustem Youskaev Karen Badalov Andrej Kazakov Ilia Lioubimov Ksenia Koutiepova / Irina Pegova Madeleine Djabraïlova Polina Agureeva Ludmila Arinina Kirill Pirogov Tomas Motskus Serguej Yakoubenko Karen Badalov Boris Gorbatsjev Galina Tunina Rustem Youskaev Polina Agureeva Kirill Pirogov Oleg Talisman Ksenia Koutiepova / Irina Pegova Oleg Lioubimov Ludmila Arinina Serguej Yakoubenko Boris Gorbatsjev Ludmila Arinina Tomas Motskus Karen Badalov Serguej Yakoubenko Karen Badalov Galina Tunina Ksenia Koutiepova / Polina Agureeva Madeleine Djabraïlova Serguej Yakoubenko Boris Gorbatsjev
Anna Pavlovna Scherer prins Vassili Sergueievitsj Koeragin Graaf de Mortemart Pierre Bezoechov prins Andrej Bolkonski prinses Elisaveta Bolkonskaja prinses Anna Mikhaïlovna Droubetskoj Helene Koeragin de tante Dolokhov Anatol Yakov Stevens de oude huzaar gravin Natasja Rostova graaf Ilia Andreievitsj Rostov Natasja Rostova Nicolaj Rostov Petia Rostov Sonia Boris Droubetskoj Maria Dmitrievna Achrossimova Mitenka graaf Kirill Vladimirovitsj Bezoechov Catiche Lorrainn, de Franse dokter de Duitse dokter geestelijke prins Nicolaj Andreevitsj Bolkonski prinses Maria Bolkonskaja Julie Karaguina Juffrouw Bourienne Tikhone Mikhaïl Ivanovitsj
“Kunst is als een microscoop waarmee de kunstenaar de geheimen van zijn ziel ontdekt om deze gemeenschappelijke geheimen aan anderen te tonen.”
Lev Tolstoj
Lev Tolstoj, 1896
Opstand der naties Het griezelige nationalisme is historisch gezien nog geen oud verschijnsel. Men kende het tot aan het einde van de achttiende eeuw nauwelijks. Tot op dat moment bestonden er natio-
nale gevoelens, nationale trots, het bewustzijn van eigen karakter, soms, bij vlagen, ook gevoelens van minderwaardigheid of aanmatiging bij de volken. Maar men had toch principieel het gevoel dat men
1ste bedrijf - Sint-Petersburg Proloog De monoloog van Pierre Bezoechov “Welke kracht is het die volkeren in beweging brengt ?” Anna Scherer, de gastvrouw van een salon dat erg in trek is, deelt de uitnodigingen rond voor haar soiree waarop een politiek vluchteling uit het Bonapartistische Frankrijk, de burggraaf van Mortemart, de attractie zal zijn. Scherer voert hevige discussies over de laatste politieke ontwikkelingen en probeert tezelfdertijd een verloofde te vinden voor Anatol, de zoon van Vasili Koeragin. De keuze valt op Maria Bolkonskaja, die met haar vader op het platteland woont. Pierre, die net terug is uit Frankrijk, ontmoet voor de eerste keer de mooie Helene Koeragina (in de roman, verderop, zal zij zijn eerste vrouw worden). De burggraaf vertelt een verhaal over Bonapartes valsheid, Pierre probeert tot een discussie te komen, maar de enige die hem bijspringt, is zijn oude vriend Andrej Bolkonski. Tijdens diezelfde avond doet Droebetskaja alles om Vasili Koeragin ervan te overtuigen de militaire carrière van haar zoon Boris Droebetskoj te begunstigen. Ten huize van Andrej Bolkonski praten Pierre en Andrej na over de mensen die op de voorbije soiree aanwezig waren. Pierre doet zijn best om te begrijpen waarom Andrej uit eigen wil naar de oorlog wil trekken, een feit waarover Liza, Andrejs zwangere echtgenote, verontwaardigd is. Andrej legt daarop uit dat hij wil ontsnappen aan zijn huidige levenswijze, aan het mondaine leven, en ook aan zijn vrouw. Andrej raadt Pierre aan nooit te trouwen en verzoekt hem nadrukkelijk zeker nooit deel te nemen aan de orgieën die Anatol Koeragin organiseert. Pierre belooft hem niet meer
vanzelfsprekend bij één of ander volk behoorde en dat men daarover niet onophoudelijk sprak of er zelfs maar aan dacht. Het was psychisch gezond dat men in zijn eigen volk leefde en de eigenaardigheden
op bezoek te gaan bij Koeragin, maar zal al onmiddellijk zijn woord niet nakomen. Bij Koeragin thuis wordt een weddenschap aangegaan: Dolochov wedt met de Engelsman Stevens dat hij al zittend op de vensterbank een fles rum ad fundum zal opdrinken. Dolochov wint de weddenschap en Pierre probeert diens ‘heldendaad’ te imiteren. Anatol Koeragin slaagt erin hem van dit plan af te brengen met het voorstel eens “bij de actrices” langs te lopen. Pierre begrijpt nog altijd niet waarom Andrej Bolkonski ten strijde trekt.
2de bedrijf - Moskou Bij graaf Rostov thuis is men bezig met de voorbereidingen voor een dubbel feest: zowel de gravin als haar dochter heten Natasja met hun voornaam. Droebetskaja vertelt hun dat de schatrijke Moskouse graaf Kirill Bezoechov op sterven ligt en dat diens onwettige, maar geliefde zoon Pierre net als Dolochov en Anatol Koeragin verbannen is uit SintPetersburg vanwege zijn baldadig gedrag. Boris Droebetskoj en Nikolaj Rostov bereiden zich voor om in dienst te gaan. De twaalfjarige Natasja bespiedt haar nicht Sonja die Nikolaj aan het kussen is, en wil op haar beurt Boris zoenen. Droebetskaja voert een conversatie met haar oude vriendin Natalja Rostova, en beklaagt zich over haar armoede. Vervolgens trekt ze naar het huis van de stervende Bezoechov; aangezien ze een ver familielid van hem is, hoopt ze van hem wat middelen los te krijgen voor Boris. Vasili Koeragin is ook bij Bezoechov, hij is immers ook een bloedverwant die op de erfenis rekent, net als Catiche, een familielid van de graaf dat bij hem inwoont en hem verzorgt. Droebetskaja gebruikt een list om in het huis van de
daarvan volgde, zonder daarvan veel ophef te maken. Binnen de beschaafde kringen was zelfs een gevoel ontstaan van wereldburgerschap, dat rustte op de overtuiging, dat de mensen van alle volkeren
oude Bezoechov binnen te geraken. Intussen maakt Boris kennis met Pierre en nodigt hij hem uit op een etentje bij de Rostovs. Natalja Rostova vraagt een som geld aan haar man die ze vervolgens aan Droebetskaja geeft voor de legeruitrusting van Boris. De genodigden verzamelen zich, Achrosimova arriveert. Iedereen neemt plaats aan tafel. Sonja vertelt Natasja over haar gevoelens voor Nikolaj; ze vreest echter dat ze nooit zullen mogen trouwen en is daar heel verdrietig over. De familie voert samen een toneelstuk voor amateurs op, "Het water van de bron stroomt over de keien". Natasja vraagt Pierre ten dans (op het einde van de roman zal Pierre haar echtgenoot worden). Terwijl er bij de Rostovs gedanst wordt, krijgt Kirill Bezoechov opnieuw een hartaanval. Vasili Koeragin gaat Catiche opzoeken om de hele geschiedenis rond het testament van Bezoechov op te helderen: de reusachtige erfenis zou aan hen beiden toekomen, was het niet dat Bezoechov de keizer had aangeschreven met de vraag van Pierre zijn wettelijke erfgenaam te maken. Catiche bevestigt dat die brief inderdaad geschreven werd en zich nu in een portefeuille onder het oorkussen van de stervende bevindt. Vasili en Catiche besluiten hem te stelen. Droebetskaja komt echter onverwacht weer opdagen, samen met Pierre en dwarsboomt dit plan. De graaf overlijdt. Droebetskaja smeekt Pierre om voor haar zoon Boris te zorgen.
Moskou woont en de laatste nieuwtjes doorspeelt: over de oorlog tegen Napoleon die voor de deur staat, over de immense erfenis die naar Pierre is gegaan. Ze zinspeelt ook op de trouwplannen van Maria en Anatol Koeragin. Marie beantwoordt haar brief. Voor hij terugkeert naar het leger, zorgt Andrej Bolkonski ervoor dat zijn zwangere vrouw Liza onderdak vindt bij zijn vader. Zij is heel bang (in Tolstoj’s werk overlijdt ze bij de bevalling). Andrej heeft een onderhoud met zijn vader. Wanneer hij hem vertelt over de toekomstige militaire campagne, stuit hij op hevige kritiek van zijn vader. Tijdens het eetmaal zetten vader en zoon hun discussie verder. Andrej wil ten strijde trekken en wel zo snel mogelijk. Maria verzoekt hem een kleine icoon aan te nemen en altijd bij zich te dragen. Wanneer hij afscheid neemt van zijn vader, vraagt Andrej hem zich te willen ontfermen over zijn toekomstige kleinzoon, indien hijzelf niet meer van de oorlog terug zou komen. Pierre komt tot het inzicht dat “de wereld uit zijn evenwicht is geraakt” en nogmaals vraagt hij: “Waarom neemt u deel aan de oorlog ?” Andrej Bolkonski trekt naar het front (in de roman keert hij niet meer terug). Uit: programmaboek ‘Oorlog en Vrede’, Atelier Piotr Fomenko. (vertaling Liesbet Waegemans)
3de bedrijf - Het dorp “De Kale Bergen”
De oude graaf Nikolaj Bolkonski en zijn dochter Maria wonen op hun landgoed. Tijdens een les meetkunde geeft hij aan zijn dochter de brief van haar vriendin Julie, die in
open stonden voor de idealen van verstandig en edelmoedig optreden. Dit nieuwe bovennationale gevoel was vooral in Duitsland zeer sterk. Lessing noemde de vaderlandsliefde een heroïsche zwakte,
Schiller vond dat het vaderland als een ideaal alleen geschikt was voor onrijpe naties en Herder beschouwde de natie als niets anders dan een grote hoeveelheid ongewied kruid en onkruid. Toen de Fransen het
Piotr Fomenko en het Atelier Piotr Fomenko
Piotr Fomenko studeerde af aan de faculteit voor regie aan het GITS in 1961. Zijn leermeesters waren N. Okhlopkov, N. Gortsjakov, N. Petrov en A. Gontsjarov. Vanaf 1970 werkte hij als regisseur voor de Komedie van Leningrad, die hij leidde van 1977 tot 1981. Sedert 1981 geeft hij les aan de Academie voor Theatrale Kunsten van Rusland (RATI, vroeger GITIS). In 1993 richt Piotr Fomenko het theater Atelier Piotr Fomenko op waarvan hij directeur is. Het gezelschap bleef gedurende lange tijd zonder vaste plek, waarna het in een oude cinemazaal in Moskou twee ruimtes toegewezen kreeg die aangepast werden voor het theater. Officieel werd het theatergezelschap Atelier Piotr Fomenko opgericht in juli 1993, per decreet ondertekend door de burgemeester van Moskou. Maar in realiteit werken de acteurs en de regisseurs die verbonden zijn aan dit theater al samen sinds juli 1988. In dat jaar selecteerde Fomenko zijn tweede groep studenten voor het studie-atelier dat hij leidde aan de faculteit theaterregie van de Academie voor Theatrale Kunsten van Rusland (GITIS). Gedurende vijf jaar hebben de acteurs en de regisseurs van de groep samen gestudeerd en na de afronding van hun studies zijn ze samen gebleven om een theatergezelschap te vormen. Het Atelier is dus ontstaan uit de tweede generatie ‘Fomenkis’ (zo worden de leerlingen van Fomenko sedert lang genoemd); een groep van tien acteurs en vier regisseurs. Daarenboven zijn twee pedagogen van het studie-atelier, Eugene Kamenkovitsj en Serguej Genovatsj, tevens regisseurs van het nieuwe gezel-
schap geworden. Eén van de studenten regie, Ivan Popovski, creëerde in het derde jaar van zijn studies de voorstelling ‘Het Avontuur’ (stuk van Marina Tsvetaeva) die hem tijdens zijn studentenperiode een wereldwijde reputatie verschafte. De vijf eerste producties die later de basis van het repertoire van het Atelier gingen vormen, werden trouwens gecreëerd tijdens deze studiejaren. Vandaag hebben de acteurs die voortgekomen zijn uit de latere lichtingen acteurs opgeleid door Fomenko aan het GITIS (gepromoveerd in 1998 en 2001), de oprichters van het theater vervoegd. Gedurende verschillende jaren bleef het Atelier zonder vast theater en speelde haar stukken op verschillende podia. In 1997 bood het stadsbestuur van Moskou het theater een lokaal aan op het gelijkvloers van een gebouw waarin voorheen een kleine cinemazaal werd uitgebaat. In september 1999 was de renovatie van het lokaal grotendeels afgewerkt en op 13 januari 2000 vond de officiële inwijding van dit kleine theater plaats dat bestaat uit twee ruimtes van dezelfde afmetingen. De huidige vraag van de toeschouwers overtreft de capaciteit van de twee zalen ruimschoots en het stadsbestuur van Moskou heeft besloten om een nieuw gebouw met meer ruimte te bouwen voor een van de jongste en meest interessante theatergezelschappen van de stad.
Rijnland binnentrokken begroette Josef Görres hen als de nieuw-Frankische broeders. Het ontwaken uit deze droom was zeer verschrikkelijk. Doordat de revolutie het koningschap, dat de Fransen tot dusver-
re met de grotere gemeenschap had verbonden, ten val bracht, verbond zij de Fransen direct met hun staat. Daarmee gaf zij hun het gevoel zelf verantwoordelijk te zijn voor het lot van de natie, haar
Uit: programmaboek ‘Oorlog en Vrede’, Atelier Piotr Fomenko (vertaling Bernadette Scheerders)
Zeven jaar ‘Oorlog en Vrede’
Lev Tolstoj werkte gedurende zes jaar aan ‘Oorlog en Vrede’ – het literaire epos dat een centrale plaats inneemt binnen zijn oeuvre – met name tussen 1863 en 1869. De vier delen van zijn roman omvatten een tijdperk van de Russische en Europese geschiedenis tussen 1805 en 1813, de periode van Napoleontische oorlogen, terwijl de epiloog tot het jaar 1820 loopt. Het theatergezelschap Atelier Piotr Fomenko heeft wat langer aan haar voorstelling naar de roman van Tolstoj gewerkt: ongeveer zeven jaar. Het is in 1994 dat Piotr Fomenko ‘Oorlog en Vrede’ als werkmateriaal voorstelt; op dat moment is er geen precies project voor een voorstelling voorhanden, zelfs geen scenische adaptatie van de roman. De acteurs van het theater en Fomenko vatten een werk zonder precedent aan: gedurende verschillende maanden lezen ze elke dag ‘Oorlog en Vrede’ hardop volgens de rollen. Tezelfdertijd en parallel aan de tekstlezing stellen ze een gedetailleerde lijst van de romanpersonages samen en maken een chronologie op. De tekstlezingen vonden plaats in één van de salons van het Huis van de Acteurs in Moskou; op het eind waren de muren van dit salon behangen met bladzijden vol notities. Toen de tekst volledig gelezen was, na de laatste tekstlezing, werd er champagne gedronken. Maar het werken aan de voorstelling moest uitgesteld worden: de scenische realisatie van ‘Oorlog en Vrede’ bleek onmogelijk binnen de nomadische condities waarin het Atelier Fomenko op dat ogenblik functioneerde. Het bleek noodzakelijk om de voorbereiding van de voorstelling en de repeti-
ties op eenzelfde plek te laten plaatsvinden. Ondertussen realiseerde een stagiair van Fomenko die courant Russisch sprak, de Canadees Everett Dixon, een scenische adaptatie van heel de tekst van ‘Oorlog en Vrede’. In de loop van de volgende jaren verliet Fomenko de idee om ‘Oorlog en Vrede’ te regisseren niet en verschillende keren werden repetities ondernomen. Uiteindelijk besloot hij om zich te beperken tot het eerste deel van de eerste roman, de ‘ouverture’, waarin de actie plaatsvindt in 1805 en doordrongen is van de voorgevoelens van een naderende oorlog. In dit deel stelt de auteur aan de lezer de belangrijkste personages voor die de roman doorkruisen en worden de grote lijnen van het onderwerp uitgezet. Het uiteindelijk werk kon aangevat worden in de herfst van 2000: het gezelschap verwierf zijn eigen – zij het erg kleine – podium en na twee succesrijke regies die hierop gecreëerd werden – ‘Een absoluut gelukkig dorp’ naar de novelle van B. Vakhtine en ‘Het huwelijksgeluk’ naar een van de eerste novelles van Tolstoj – startte Piotr Fomenko de repetities van ‘Oorlog en Vrede’ met het gevoel dat het “nu of nooit” was. De première van het stuk vond plaats op 17 februari 2001.
mede te bepalen en met haar te lijden. Zij maakte het beleven van de nationaliteit tot een dieper doorleefd gevoel dan voordien het geval was. Niet voor niets waren de begrippen tegenstander van het koning-
schap en patriot identiek. Dat had helemaal niet noodlottig behoeven te worden als niet de oververhitte, al te licht ontvlambare en onrijpe en mateloze passie van de Franse revolutionairen ook deel was gaan
Uit: programmaboek ‘Oorlog en Vrede’, Atelier Piotr Fomenko (vertaling Bernadette Scheerders)
‘Beweren dat een kunstwerk mooi is, maar voor de meeste mensen onbegrijpelijk, is hetzelfde als te beweren dat bepaald voedsel heel gezond is, maar dat de meeste mensen het niet kunnen eten.’
Anton Tsjechov (l) en Lev Tolstoj
Lev Tolstoj
uitmaken van het nieuw gevormde nationale gevoel. Het geloof dat zij dragers waren van een bijzondere missie in Europa, dat zij andere volken vrijheid en beschaving dienden te brengen, zo nodig zelfs met
geweld, is het heilloze geschenk van de revolutie aan de Fransen. 'Wij kunnen slechts rustig zijn indien Europa, en wel geheel Europa, in brand staat'. Geen enkele minister van de Franse monarchie had deze
Oorlog en Vrede © Atelier Piotr Fomenko
para bellum
uitspraak, die stamt van Brissot, de leider van de Girondijnen in de Nationale Vergadering, kunnen doen. Doordat deze nationaal-revolutionaire passie zich verbond met de oude uitbreidingsplannen van de
De eerste stap is gezet in wat belooft het mooiste theaterfeuilleton van dit ogenblik te worden. Het vermaarde enfant terrible van het sovjettijdperk, de Russische regisseur Piotr Fomenko, houdt zich al zeven jaar bezig met de bewerking voor toneel van ‘Oorlog en Vrede’ van Tolstoj. Twee jaar geleden ging de eerste voorstelling van dit lange termijnproject in Moskou in première. Tijdens een blitzbezoek aan Moskou in een weekendje op en af maakten we dit beklijvend spektakel mee dat vier uur lang in het Russisch op de toeschouwers afgevuurd werd. Piotr Fomenko heeft zich daarin alleen op het eerste boek van ‘Oorlog en Vrede’ gebaseerd. De oorlog is nabij, maar Napoleon is nog ver weg en de Russische soldaten zitten nog niet vast in de modder. Het zijn nog de liefde en sombere geldgeschiedenissen die de oorlog doen ontvlammen in de harten aan het hof van de tsaar. Toch dient er zich een verschuiving in tijd en ruimte aan. Dit komt het uitzonderlijke theaterexperiment waarop het Atelier Piotr Fomenko met zijn meester en zijn leerlingen ons onthaalt ten goede. Het is moeilijk uit te leggen hoe het komt dat de toeschouwer onmiddellijk helemaal ondergedompeld wordt in het hart van het Rusland der tsaren, nog lang voor er van revolutie sprake is… Sfeer, wanorde en spanningen, doodsstrijd en ondergang, het tumult van de geschiedenis en de storm in de harten, kanonschoten en verraad, het huiselijk leven en het leven aan het front, alles wat Tolstoj in tweeduizend
Bourbons, kreeg zij een geheel nieuwe gloed. De republiek kon er toe overgaan de algemene dienstplicht in te voeren en daardoor massale legers te vormen, die na aanvankelijke nederlagen de legers van sol-
bladzijden beschrijft, wordt hier met elkaar verweven, dan weer uit elkaar gehaald. We maken kennis met de hoofdpersonages van dit epos die behoren tot twee Russische adellijke families: de Bolkonski’s en de Rostovs. Centraal staat de stervende figuur van graaf Bezoechov, die zijn buitenechtelijke zoon Pierre tot erfgenaam van zijn vermogen maakt. Verder levert ‘Oorlog en Vrede’ een indrukwekkende galerij van portretten. Om te beginnen zijn er twee onafgewerkte doeken die elk aan één kant van de scène zijn opgesteld - het portret van Napoleon en dat van tsaar Alexander. In het midden beeldt een enorm doek een kaart van het Europa van 1805 tot aan de Oeral uit. Tegen deze achtergrond wordt de strategie van veldslagen en gevoelens opgezet: boven de kaart van het rijk van de liefde hangt kruitdamp... Het moet gezegd: Fomenko’s acteurs geven ontzettend goed gestalte aan de personages van ‘Oorlog en Vrede’. Hun manier van acteren is uitgelaten, onderbouwd, gedistantieerd. De aanwezigheid van een mezzanine op de scène maakt het mogelijk op twee niveaus te spelen en vooral de toeschouwer te laten meekijken door de ogen van de stervende Bezoechov. De ironische blik van een man die van het leven wist te genieten en het uiteindelijk, op het goede moment, verlaat… Dat de toeschouwer echt voelt dat de oorlog in de lucht hangt, komt doordat Fomenko en zijn acteurs helemaal op dezelfde golflengte zitten als Tolstoj. Ze hebben hem van a tot z gelezen, dag in dag uit, maanden aan een stuk, daardoor weten ze dat de oorlog er is, altijd, in het hart van de vrede zelf. Hij zit in de kleine trucjes om een deel van de erfenis op te strijken; hij is aanwezig in het trieste huwelijk dat de man naar de oorlog drijft en de vrouw naar het moederschap. Hij leeft in de mateloze ambitie, in de waanzinni-
ge illusies en het verlamde bewustzijn van grote idealen. Hij laat zich voelen in de dood, die overlevert of in de steek laat, in het kind dat door de moeder gedragen wordt, in de jeugdliefdes, in de salons en op de bals. Hij is overal, als een verborgen angel, als een onzichtbaar gif. Hij heeft de hand in de vrede en is tegelijk ook haar ondergang. De geschiedenis is een vuil spel…
deniers van de oude machten overwonnen. Het revolutionaire Frankrijk, en zijn voltooier Napoleon, zijn dank zij de nieuw gewekte nationale kracht verder opgedrongen als ooit binnen het bereik van de
koningen had kunnen liggen. Maar zij riepen ook sterker weerstanden op dan de Bourbons en daarover zijn zij tenslotte gestruikeld. Deze neiging tot wereldburgerschap in de leidende kringen van Duits-
Uit: Fabienne Arvers, ‘para bellum’, Les Inrockuptibles, 8 oktober 2002 (vertaling Liesbet Waegemans)
Een Rus in Parijs Interview met Piotr Fomenko
Oorlog en Vrede © Atelier Piotr Fomenko
De regisseur Piotr Fomenko is emblematisch voor het Russische theater, dat ludiek is en vol van leven. Hij wil niets liever – als individu, burger en artiest – dan in het gezelschap te zijn van ‘Oorlog en Vrede’ waarvan hij de uitgangspunten weet te benutten. Na Dostojevski, Gogol, Tsjechov, heeft Fomenko Tolstoj gekozen als ambassadeur van een hedendaags humanistische visie.
land verdween snel tijdens de vreemde overheersing. In onze tijd vol beklemming, waarin de verdeling van Europa zulke gevaarlijke gevolgen heeft, heeft menigeen die de toestand overdenkt zich met een
Wat trok u aan in dit meesterwerk van Tolstoj? Piotr Fomenko: “De totstandkoming van dit theaterstuk is een werk van vele jaren geweest door een tekstlezing op te zetten met de acteurs. Het is natuurlijk niet het complete werk dat op de scène weergegeven wordt, maar enkel het begin van het eerste romandeel, dat bestaat uit een inleiding tot ‘Oorlog en Vrede’. Het blijft bij een poging om dit immense werk integraal te regisseren, een volledig mensenleven volstaat niet. Het begin van de roman zet de personages binnen de gegeven omstandigheden neer die zich moeten metamorfoseren door de gebeurtenissen die gevolg zijn van de onwaarschijnlijke koers die de geschiedenis neemt. Ik denk dat het de taak van het theater is de vraag te stellen naar het al dan niet verdwijnen van problemen doorheen een scenische voorstelling. Ofwel lossen de vragen die een voorstelling oproept zich natuurlijk op, ofwel bezitten ze zulke potentialiteit dat ze, en vaak zonder antwoord, voor altijd in het geheugen van de toeschouwer blijven hangen.
zucht herinnerd hoe Europa tijdens de heerschappij van keizer Napoleon bijna aaneengesloten was en velen hebben het betreurd, dat hij zijn werk niet heeft kunnen voltooien. Een groter misverstand is niet
Wat vertelt ‘Oorlog en Vrede’ ervan uitgaand dat het werk kadert in de oorlogen tegen Napoleon tussen 1805 en 1812? Piotr Fomenko: “Eerst moet je de volledige roman lezen. Wat je als embleem kan beschouwen en wat het integrale werk onthult is de geschiedenis voor de oorlog, tijdens de oorlog en na de oorlog. De regie heeft zich als taak gesteld om paradoxaal genoeg de oorlog tijdens de vrede en de sereniteit van het leven bloot te leggen en de vrede tijdens de oorlog en de gevechtsscènes.” Het verband tussen het theater en de roman is manifest. Piotr Fomenko: “Dit verband is tevens complex en moeilijk te formuleren: dat maakt het avontuurlijk en passioneel. De voorstelling geeft zelf een antwoord! Daarom moet je ze komen bekijken …” Hoe kijkt men momenteel in Rusland tegen de schrijver Tolstoj aan? Piotr Fomenko: “Wat mijzelf betreft, ik apprecieer hem vandaag evenzeer als ik gisteren deed. Ik spreek natuurlijk niet in naam van heel Rusland. Tolstoj stelt antwoorden voor op vragen die de mens in zijn tijdperk verontrustten en die ons vandaag de dag nog meer verontrusten. De vragen gaan over het lot van de mens, het lot van de samenleving, het lot van de staat en het lot van de familie. De proloog van de voorstelling stelt de vraag naar de drijvende kracht van het volk, een vraagstuk dat om opheldering vraagt. De blik van de schrijver blijft stilstaan bij het lot van elk individu. De roman ontplooit op die manier een waaier van afzonderlijke lotsbestemmingen. Wat is de natuur van de drijvende kracht van het volk, dat bewegingen en stromingen op gang brengt. Het is het lot, in gang gezet door de golvende liefde, door de realiteit van de familie, door het instinct van de wreedheid, door het gevoel slachtoffer te zijn.”
mogelijk: Napoleon was geen schepper van eenheid, maar een onderdrukker. Het keizerschap der Habsburgers had, indien het sterker geweest was, misschien Europa bijeen kunnen brengen. In elk geval
Tolstoj privilegieert de menselijke dimensie binnen zijn begrip van de wereld. Piotr Fomenko: “Het lot van een mens is een metafoor voor het lot van een heel volk. Het volstaat het begin en de epiloog van de roman te lezen: het is binnen dit interval dat al deze verscheidene lotsbestemmingen elkaar kruisen. Natuurlijk verdient het de voorkeur dat de toeschouwer het gehele literaire werk ‘Oorlog en Vrede’ kent. Wat mij blijft verbazen is de innerlijke strijd van de mens, belicht in al zijn consequenties. Tolstoj heeft de mensen immens lief: hij graaft diep in de ziel van het individu, geconfronteerd met de geschiedenis zowel als met zijn eigen geschiedenis. De toeschouwer wordt geïnformeerd over de narratieve en historische ontwikkeling van zowel de Russische als de Franse samenleving. Dat alles als resultaat van een diepgaand onderzoek van de auteur naar het wel en wee van een samenleving gedurende een periode die start in 1805 en eindigt in 1814, met als knooppunt de oorlog van 1812. Een boeiende periode in een oorlogstijd waarin de adel in Rusland zich aan het hof uitdrukte in het Frans en in het Russisch. Het Frans, de diplomatieke taal bij uitstek, doet zich dan ook sterk gevoelen in deze voorstelling.” Uit: Véronique Hotte, ‘La Terasse’, oktober 2002 (vertaling Bernadette Scheerders)
koesterde het een diep respect voor alle volksgroepen en in zijn beste momenten voelde het zich verantwoordelijk tegenover een Hogere Macht. Maar het zou ook een macht, die geen andere heiligheid
Oorlog en Vrede © Atelier Piotr Fomenko
Over het ontstaan van ‘Oorlog en Vrede’
erkende dan de majesteit van Napoleon en de grootheid van zijn land, mogelijk moeten zijn Europa tot een eenheid te brengen. De volken begrepen spoedig dat zij niet bijeengebracht werden, maar over-
(…) Tolstoj moet het plan hebben gehad, drie romans over drie verschillende tijdperken te schrijven: op de roman over de invasie van Napoleon moest er een over de opstand der Dekabristen en voorts een over de tijd na de oorlog in de Krim volgen. Van deze drie werd er slechts één voltooid, die Tolstoj zes jaar (1863-1869) van creatieve inspanning kostte. Het eerste deel van de roman verscheen met de onschuldige titel ‘Het jaar 1805’ in het tweede en derde nummer van Katkóvs 'Russische Koerier' van 1865. Tolstoj had oorspronkelijk het plan om het hem ter beschikking staande materiaal tot een soort van familiekroniek te rangschikken; de titel zou zijn: 'Eind goed - al goed'. Stap voor stap evenwel ontplooide het thema zich tot de monumentale roman ‘Oorlog en Vrede’ - een roman over Rusland gedurende de opwindendste en heldhaftigste periode van zijn geschiedenis. Er is dikwijls op gewezen, dat dit werk eerder een grandioos epos dan een roman is. Het is een epos, waarin het collectieve doen en laten van een hele natie is samen geweven met de lotgevallen van talrijke personen. De auteur beschrijft deze zo levendig, dat wij ze menen te kennen alsof wij jaren lang met hen samen hebben geleefd. Wij zien het panorama der veldslagen, van de inval in Rusland en van de huiveringwekkende terugtocht uit Moskou van La grande armée. Maar ToIstoj laat ons ook de vreedzame gebeurtenissen thuis zien, vooral het leven in het herenhuis op het landgoed dat hij zo goed kende. Deze beide motieven wisselen elkaar af, worden dooreen gestrengeld en houden elkaar in evenwicht als in een gigantische fuga. ‘Oorlog en
heerst. In West-Duitsland bijvoorbeeld werd het Frans de officiële taal. Duits zou tot een dialect van de gewone man moeten afzakken. Als enige krant verscheen in Aken nog de ‘Journal de Roer’. Het was de
Vrede’ is waarlijk Homerisch, niet alleen door de stroom der gebeurtenissen, maar ook doordat de taferelen de glans van het leven hebben bewaard, om het even of de schrijver ons de gruwelen van het slagveld toont of dat hij de opgewekte sfeer van een gezin verrijkt met de vrolijkheid en de streken van opgroeiende kinderen. Met hetzelfde realisme tekent hij in krachtige lijnen de inferioriteit van enkele keiharde figuren uit de hogere kringen, de gekunsteldheid, de conventionaliteit en het klatergoud van de hofkringen, de bekrompen sluwheid van de bureaucraten, de halsstarrige volharding en het gezonde verstand van de boeren. En hoe opwindend de gebeurtenissen ook mogen zijn, de mensen leiden hun dagelijks bestaan zoals gewoonlijk. De gebeurtenissen kunnen verschillend zijn, de kern van de menselijke natuur blijft dezelfde. ToIstojs spontane verrukking over de aardse wereld bereikt hier haar toppunt. Geen enkele keer wordt hieraan iets onttrokken door zijn uitweidingen over krijgskunde, geschiedenis of de onbewuste impulsen van massa's of naties als de voornaamste beweegkrachten van de gebeurtenissen. Men vergeet zelfs, dat tsaar Alexander I door de schrijver zonder twijfel is geïdealiseerd, terwijl Napoleon als karikatuur verschijnt. Kennelijk hebben wij hier te maken met het proces van de ontmaskering en onttovering van een verwaand dictator, die dacht de geschiedenis in beweging te brengen, terwijl hij (volgens Tolstoj) slechts een marionet van de historische krachten was waarvan hij tenslotte het slachtoffer werd. Het gelukt Tolstoj echter, dit aanvaardbaar te maken. Vooral dank zij zijn gave om, gecombineerd met bijtende ironie, plastisch en psychologisch mensen en dingen weer te geven, is dit portret van Napoleon overtuigend en levend. Tolstojs gave om een figuur door zijn manier van spreken met alle eigenaardige uitdrukkingen en nuances te ken-
schetsen, blijkt in deze roman zo verbijsterend, dat wij elke dramatis persona reeds bij de eerste woorden, die worden uitgesproken, niet alleen als karakter maar ook als sociologisch type zien. De 'betere kringen' van die tijd gaven natuurlijk de voorkeur aan het Frans boven het Russisch. Tolstoj heeft die snobistische voorliefde nauwkeurig weergegeven. Zodra er sprake is van die kringen, komen wij dit mengelmoes van twee talen tegen. Aan de andere kant gebruikt hij zelf, als verteller, die nauwkeurige, eenvoudige en van nature krachtige taal, die uitsluitend hem ter beschikking staat en die door geen ander schrijver kan worden nagebootst. Hoewel ‘Oorlog en Vrede’ een bepaald historisch tijdperk beschrijft, treedt dit werk toch ver buiten de grenzen van een uitsluitend historische roman. De beschreven periode is het eerste kwart van de negentiende eeuw, het 'gouden tijdperk' van de Russische adel. Tolstojs figuren worden, hoewel zij het authentiek stempel van hun tijd dragen, niet alleen in dit door de tijd bepaalde aspect getoond; zij zijn ook met de diepere menselijke trekken toegerust, die bij elk willekeurig tijdperk horen. Daarom bewegen wij ons tussen hen als tussen onze eigen tijdgenoten. Sommigen zijn portretten van personen die Tolstoj werkelijk kende. Het grondschema van de roman berust op het lot van twee families, waarmee Tolstoj de nauwste betrekkingen had: de Rostovs zijn grootouders van vaders kant, en de Bolkonski's - zijn grootouders van moeders kant. Nikolaj Rostov, die aan de oorlog tegen Napoleon deelneemt, is Tolstojs vader: het type van een heel gewoon landedelman, maar steeds opgewekt en levendig. Zijn zuster Natasja, een van de bekoorlijkste meisjesfiguren uit de wereldliteratuur, is een portret van de jongste dochter van Dr. Behrs, Tatjana. Lisa Behrs wordt Natasja's koele en gereserveerde zuster Vera. Tot de koste-
openlijk uitgesproken bedoeling van de keizer het Duitse nationale gevoel haar basis te ontnemen, dépayser l’esprit allemand. De weergaloze willekeur, waarmee mensen als een kudde schapen naar links
en naar rechts werden gedreven naar één of ander vaderland zoals dat net goed uitkwam, bracht trotse en eergevoelige harten in beweging. En in alle landen marcheerden steeds opnieuw de regimenten, waren
lijke sfeer van het gezin der Rostovs draagt vooral de jongere generatie veel bij. Hoe fijngevoelig zijn voorts de uren van heimelijk geluk beschreven, die Nikolaj met zijn hartsvriendin Sonja doorbrengt. Voor Sonja heeft 'Tantetje' Jergolskaja model gestaan. Tolstojs voorvader van moeders kant is geportretteerd in de oude, eigenzinnige vorst Bolkonski, de vader van vorst Andrej en van de oude vrijsterachtige, schuwe prinses Maria. Met het oog op het bewogen historische tijdperk wordt de lezer voortdurend van de ene familie naar de andere verplaatst, totdat Nikolaj Rostov Maria (Tolstojs moeder) huwt - kennelijk een huwelijk uit berekening, terwille waarvan hij zijn beminde Sonja prijsgeeft. Hij redt daardoor echter de familie van de financiële ondergang. In nauwe relatie met de Rostovs staan Pierre Besoechov en Maria's broer vorst Andrej Bolkonski. Beiden vertegenwoordigen bepaalde kanten van Tolstojs eigen natuur. Pierre is de onwettige zoon van een invloedrijk edelman wiens fortuin hij erft en die zich zelf bijna te gronde richt doordat hij een verdorven vrouw uit de hogere kringen, 'la belle viande' Helena Koeragin, huwt. Hij wordt getekend als een plompe kerel met een ruim hart, een groot kind, een goede makker en een zoeker naar de essentiële dingen van het leven. Vorst Andrej daarentegen is een eerzuchtige, uiterlijk koele aristocraat, die veeleer een sceptisch steller van vragen en een criticus is dan een zoeker. Nadat hij op Natasja verliefd is geworden, ondergaat hij een reeks teleurstellingen, waartoe ook Natasja's affaire met de minderwaardige vrouwenjager Anatol Koeragin (de broer van Helena) behoort. In de veldslag van Borodino zwaar gewond, sterft Andrej later, nadat hij zich met zijn vroegere verloofde verzoend heeft. Pierre, wiens vrouw kennelijk aan de gevolgen van abortus overlijdt, vindt tenslotte in Natasja een ideale echtgenote. Op deze wijze wordt dus de oor-
spronkelijke titel 'Eind goed - al goed', tenminste voor zover het de lotgevallen van de beide families betreft, enigszins verklaard. Het is duidelijk, dat Tolstoj enkele van zijn eigen problemen of dilemma's in de beide elkaar aanvullende figuren van Pierre en Andrej heeft geprojecteerd. Eerzuchtig, rationalistisch en sceptisch zoals vorst Andrej, gelukt het Tolstoj toch, een tegenwicht te vinden in de karaktertrekken van Pierre: deze gaat emotioneel recht op de dingen af, hij kan met de mensen omgaan en staat dicht hij het volk. Inderdaad wordt het zoeken van Pierre naar de zin van het leven in een eigenaardige richting gestuurd door de eenvoudige boer Karatajev, met wie hij toevallig als gevangene van de Fransen in aanraking komt. Dit gebeurt tijdens de terugtocht van de Fransen gedurende de gevechten van de partisanen (na de brand van Moskou) in de gruwelijk harde winter van het noorden. Karatajev kan worden gezien als de verpersoonlijking van de geïdealiseerde patriarchale boeren, voor wie Tolstoj steeds een groot zwak had. De slag van Borodino is in zuiver historische betekenis de centrale gebeurtenis in de roman. Deze is zowel wat de geschiedkundige juistheid als wat de beschrijving der taferelen van de veldslag betreft uniek. Tolstojs historisch-wijsgerige inlassingen en beschouwingen kan men daarentegen gerust naast zich neerleggen. Dit geldt in het bijzonder voor zijn dogma, dat het alleen de nationale collectieven, de volkeren zijn, niet de grote persoonlijkheden, die in werkelijkheid de geschiedenis in beweging brengen. De Russische opperbevelhebber Koetoesov bijvoorbeeld is hier (geheel ten onrechte) meer een passief uitvoerder van de instincten der massa dan het militair genie en de grote strateeg, die hij toch ongetwijfeld was. Dergelijke misgrepen worden evenwel ruimschoots goedgemaakt door de artistieke waarde van de roman.
er steeds nieuwe contributies, requisities en inkwartieringen. De jeugd van alle onderworpen landen werd door heel Europa gejaagd en miljoenen moesten sterven voor een doel dat ze niet begrepen. De
bewondering, die men in het begin had gekoesterd voor de verbeteringen in het recht en voor de gelijkheid van alle staatsburgers maakte plaats voor afkeer van de vreemdeling. Zelfs bij de wereldburgers
Die wordt mede bepaald door de merkwaardige en kenmerkende rol, die de tijd in dit werk speelt. Om slechts één voorbeeld te noemen: alle kinderen van de familie Rostov groeien voor onze ogen op. De roman omspant ongeveer drie generaties, die elkaar even natuurlijk afwisselen als de jaargetijden. En de stroom van de tijd met al de veranderingen, die hij in de verschillende personen en karakters heeft teweeggebracht, gaat verder en verder, ook nadat de gebeurtenissen tot een afronding zijn gekomen. Natasja bijvoorbeeld, eens een impulsief en zorgeloos meisje, verandert na haar huwelijk met Pierre volkomen. Zij is niet alleen een zorgzame vrouw en moeder (in de patriarchale stijl waar Tolstoj zo van hield), maar zij verwaarloost zelfs haar uiterlijk. En hoe paradox: ondanks Pierres morele inspanning om de zin van het leven te zoeken spreekt eigenlijk het premorele levensinstinct in de roman het laatste woord. De onzelfzuchtige en toegewijde Sonja, die Nikolaj Rostov beminde, maar haar liefde ten offer bracht opdat hij met een rijke erfgename kon huwen, wordt thans door Natásja verweten dat zij een tekort aan egoïsme heeft getoond. “Wie heeft, zal gegeven worden en van wie niet heeft, zal genomen worden”, citeert Natasja in een gesprek met Maria. Daarop voegt zij er dit negatieve oordeel over Sonja aan toe: “Zij is iemand die niet heeft; waarom, dat weet ik niet. Misschien omdat er geen egoïsme in haar is ... Zij is een 'onvruchtbare bloem', weet je, zoals er in een bloemperk staan.” Natasja's broer Nikolaj echter, die zijn liefde heeft verraden om de familie van een bankroet te redden, werd ook later met geluk en welstand gezegend. Om met Tolstoj te spreken: “En stellig omdat Nikolaj nooit de gedachte bij zich liet opkomen, dat hij iets terwille van anderen, uit braafheid deed, droegen al zijn daden vrucht: zijn vermogen groeide
snel aan; de lijfeigenen uit de omtrek kwamen hem vragen, of hij hen wilde kopen, en nog lang na zijn dood bleef zijn bestuur in gezegend aandenken bij het volk”. Zo is echter het leven. En wat de stem van de moraal ook zegt, in deze roman triomfeert het leven zelf. Samenvattend zou men van ‘Oorlog en Vrede’ kunnen zeggen, wat de criticus Belinski over Poesjkins 'Eugenius Onegin' zei: Dit is een encyclopedie van het totale Russische leven - tenminste wat dit tijdperk aangaat. In geen andere roman vinden wij zoveel maatschappelijke verschillen, karakters, types, beroepen en toestanden beschreven als Oorlog en Vrede - een van de grootste romans, die ooit werd geschreven. (…)
deed deze druk een nationaal gevoel ontwaken. Josef Görres werd de heraut in de strijd tegen het knechtschap en een heel andere Schiller riep zijn medeburgers ertoe op zich bij het vaderland aan te sluiten.
Heinrich von Kleist schreef de 'Hermanns-schlacht' en het gedicht 'Germania', getuigenissen van een demonisch haatgevoel dat slechts werd geadeld door et genie van de dichter. Te Berlijn hield Fichte die
Uit: Janko Lavrin, ‘Lev Tolstoj – leven en werk’, Antwerpen, 1963, p. 65-71
Oorlog en Vrede © Atelier Piotr Fomenko
Geschiedenis en geschiedschrijving in Tolstojs ‘Oorlog en Vrede’
bewuste en merkwaardige 'Toespraak tot de Duitse Natie', waarbij hij het Duitse volk uitverkoren noemde boven alle andere. Dit waren de eerste tekenen van wat niet meer alleen een nationaal gevoel was,
(…) Tolstoj verdeelde de lezers van ‘Oorlog en Vrede’ in twee categorieën. Het zijn categorieën die nu, meer dan honderd jaar later, nog steeds van toepassing zijn. De meeste lezers is het, meende Tolstoj, louter en alleen te doen om het verhaal dat hij vertelt. De lezers in deze categorie vinden de historische en filosofische passages eigenlijk maar vervelend, bladeren haastig verder zodra er gehistoriseerd of getheoretiseerd wordt en pakken de draad weer op zodra de fictieve hoofdrolspelers het toneel betreden. Dit soort lezers beviel ToIstoj naar eigen zeggen het meest: als romanschrijver deed het hem veel meer deugd dat men zijn boek gretig las dan dat men het met de pen in de hand bestudeerde. Niet dat hij zijn ideeën niet van het allergrootste belang voor de mensheid achtte - dat vond hij wel degelijk - maar hij meende het best begrepen te zullen worden door lezers die onbedorven genoeg waren om zich door zijn boek te laten meeslepen. Het andere gedeelte van zijn publiek bestaat volgens ToIstoj uit lezers die vooral geïnteresseerd zijn in de historische en filosofische kanten van ‘Oorlog en Vrede’. De lezers in deze - volgens hem gelukkig veel kleinere - categorie halen de schouders op voor de lotgevallen van personages die zij niet al uit geschiedenisboeken kennen en zijn vooral benieuwd naar de manier waarop historische gebeurtenissen, personages en achtergronden weergegeven zijn - en naar het antwoord van de auteur op de vraag waarom de beschreven gebeurtenissen zich voltrokken zoals ze zich voltrokken.
maar tot een nationalistische oververhitting werd. Maar vroeger maakte men nog niet zulke nauwkeurige onderscheidingen. Het belangrijkste was dat overal de wil was ontwaakt om tot nationale vrijheid te
ToIstoj dacht dat lezers uit deze tweede categorie vooral op zoek waren naar opinies die ze al hadden en wetenswaardigheden die ze al wisten. Het verhaal van hoe Napoleons hoogmoed in het memorabele jaar 1812 door de Russen afgestraft werd, kon hen, dacht hij, niet vaak genoeg opgedist worden, de heldendaden van maarschalk Koetoezov en generaal Bagration verrukten hen meer naarmate ze er vaker over hadden horen vertellen, en voor Murat, Davoust en al die andere Franse schurken wilden zij, ook al lazen zij er voor de zoveelste keer over, net zo kunnen huiveren als toen zij in de schoolbanken voor het eerst over hen hoorden vertellen. Op dit soort lezers had ToIstoj het niet begrepen. Hij kon zich niet goed voorstellen dat er mensen waren die zonder dat daar een dringende noodzaak voor bestond geschiedenisboeken lazen - en dat er mensen waren die van het raadplegen van manuscripten, documenten en archiefstukken hun beroep maakten kwam hem al helemaal merkwaardig voor. Hij ging er voetstoots vanuit dat dergelijke historisch ‘angehäuchte’ lezers zich kwaad zouden maken over de manier waarop hij in ‘Oorlog en Vrede’ gevestigde reputaties afbreekt en gevierde helden bekladt. Van deze categorie lezers verwachtte hij slechts botte kritiek. Die kwam ook. Toen ‘Oorlog en Vrede’ vanaf 1865 begon te verschijnen waren de reacties precies zoals ToIstoj verwacht had. Als roman werd het boek over het algemeen prachtig gevonden, maar de meeste critici vonden ToIstojs weergave van de meest bejubelde periode uit de Russische geschiedenis ontluisterend en moeilijk te verteren. Dat ToIstoj bladzijden lang de vloer aanveegde met de geschiedbeoefening van zijn tijd en in uitvoerige geschiedfilosofische passages haarfijn uitlegde hoe het vak dan wel beoefend moest worden, lag al helemaal zwaar op de maag. Toergenjev vond
dat de historische gedeeltes van ‘Oorlog en Vrede’ niet gebaseerd waren op kennis van zaken maar op bluf. Tolstoj, zegt Toergenjev, beschrijft hoe de punt van de laars van tsaar Alexander eruitzag en hoe de lach van Speranski klonk en wekt zo de indruk buitengewoon goed op de hoogte te zijn, terwijl hij in feite alleen deze details weet. Toergenjev bewonderde ‘Oorlog en Vrede’, maar vond Tolstoj als historicus een charlatan. Hij wist zich geen raad met de inhoud van Tolstojs ideeën, was geschokt door de heftigheid waarmee deze wonderlijke opvattingen verkondigd werden en vond het genre 'roman' niet de juiste plaats om theoretische beschouwingen ten beste te geven. Slechts een enkeling liet zich door Tolstojs weergave van historische gebeurtenissen overtuigen. Meestal betrof de lof de slagveldscènes. Generaal Dragomirov bijvoorbeeld, een tsaristische opperofficier die zich minstens zoveel voor literatuur als voor krijgskunst interesseerde, schreef een lovend stuk waarin hij Tolstoj complimenteerde met de manier waarop hij veldslagen van binnenuit beschrijft. Stukken als dat van Dragomirov konden het tij echter niet meer keren: de heetgebakerde Tolstoj beliefde slechts het onbegrip voor zijn ideeën te zien en deed toen zelf de deur maar dicht. Het is - daar ‘Oorlog en Vrede’ bij gedeeltes verscheen - weliswaar alleszins aannemelijk dat Tolstoj in het derde en vierde deel van zijn boek reageerde op de kritiek die de eerste delen hadden opgeroepen (waarschijnlijk een van de redenen dat historiografische beschouwingen in de laatste delen aanzienlijk meer ruimte in beslag nemen dan in de eerste), maar van een vruchtbare gedachtewisseling kan men onmogelijk spreken. Tolstoj engageerde zijn critici niet op individuele basis, maar rekende groepsgewijs met hen af, ging niet op argumenten in maar verhief zijn stem, relativeerde zijn ideeën niet maar scherpte ze aan - en
komen. De opstand in Spanje, de eerste uiting van een gevoelskracht waartegen hij tot dusver nog nooit gevochten had, had de keizer al tot nadenken moeten stemmen. Hij heeft daarvan niets begrepen en
hij meende dat hij het weer met geweld moest neerslaan. Ook in de andere landen liet hij de politiek van geweld niet los. Daardoor ontstak hij eerst recht een vuur van offervaardig nationaal gevoel, waar-
bevestigde zo nog eens wat zijn critici hem toch al verweten: dat hij meeslepend kon schrijven maar op historisch gebied een barbaar was. Nadat zijn boek zo goed als klaar was gaf Tolstoj - in het in 1868 gepubliceerde ‘Enige opmerkingen over Oorlog en Vrede’ - nog één keer tekst en uitleg. Daarna deed hij er op historisch gebied verder het zwijgen toe: een geschiedwetenschap die zo slecht in staat was zijn ideeën naar waarde te schatten, moest maar zien hoe ze het zonder hem redde. Een discussie over inhoud en strekking van Tolstojs ideeën over geschiedenis kwam niet op gang. (…)
Uit: Eelco Henk Runia, ‘De pathologie van de veldslag. Geschiedenis en geschiedschrijving in Tolstojs ‘Oorlog en vrede’, Leiden, 1995, p. 11-13
voor hij in 1813 bij Leipzig en tenslotte in 1815 bij BeIle-Alliance bezweek. Uit: Paul Sethe, ‘Keerpunten in de wereldgeschiedenis’, Den Haag, 1968, p. 157-160