Pedagogisch beleidsplan 0-4 jaar
1
Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Visie kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV 3. Verticale groep 4.Veiligheid & Welbevinden 4.1 Omgaan met zieke kinderen 4.2 Kinderen met opvallend gedrag 5. Samenwerken met ouders 5.1 Klachten van ouders 5.2 Oudercommissie 6. Dagindeling 6.1 Dagschema 6.2 Organisatie rondom ‘eten’ 6.3 Slapen 7.Aansluiten bij de manieren waarop jonge kinderen zich ontwikkelen 8. Sociale competenties 9. Persoonlijke competenties 10. Normen en waarden/morele competenties 11. De ontwikkeling van baby’s 12. Wennen, begroeten en afscheid nemen 12.1 Brengen en halen 13. Wie werken er op kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV 13.1 Inzet Pmio’er 13.2 Vier -ogen-of-oren –principe/cameratoezicht 13.3 Drieuursregeling 13.4 Achterwachtregeling 13.5 Extra dagdelen opvang 14. Aangrenzend beleid & Werkinstructies
Pag. 1 Pag. 2 Pag. 3 Pag. 4 Pag. 5 Pag. 6 Pag. 6 Pag. 7 Pag. 8 Pag. 8 Pag. 9 Pag. 10 Pag. 11/12 Pag. 12/13 Pag. 13 Pag. 14 Pag. 15/16 Pag. 17 Pag. 18 Pag. 19 Pag. 20 Pag. 20/21 Pag. 22 Pag. 22 Pag. 22/23 Pag. 23 Pag. 23/24 Pag. 24 Pag. 25
2
1.Inleiding: Een hele stap: je kind naar een kinderdagverblijf. Hoe je het ook wendt of keert, je geeft je kind een deel van de tijd uit handen. De verzorging en opvoeding van je kind wordt gedeeld met de pedagogisch medewerkers in wie je vertrouwen hebt, maar die in het begin toch 'vreemden' zijn. Eén van onze belangrijkste uitgangspunten is dat het 'vreemde' zo snel mogelijk verdwijnt; dat zowel kinderen als ouders zich thuis voelen bij kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV. Wij vinden het belangrijk dat ouders weten hoe een dag eruitziet; hoe we dingen aanpakken en waarom, kortom vanuit welke pedagogische visie we werken. Aan de hand van het Pedagogisch Kader 0 – 4 jaar, dat is opgesteld door Elly Singer en Loes Kleerekoper vanuit de opvatting dat kinderopvang steeds meer als pedagogische voorziening wordt gezien en de beleidsregels gesteld in de Wet Kinderopvang, is ons pedagogisch beleidsplan tot stand gekomen. In het pedagogisch beleidsplan proberen wij duidelijk te maken hoe we werken en waarom we dat zo doen. Het pedagogisch beleidsplan biedt een richtlijn voor het pedagogisch handelen van de leidsters. Een pedagogisch beleid is nooit af. Het is een voortdurend proces van pedagogische vernieuwing. Het gaat om blijvend nadenken over wat je wilt met de kinderen, nieuwe dingen uitproberen, elkaar kritische vragen durven stellen en regels ter discussie durven stellen. Het pedagogisch beleidsplan maakt voor ouders duidelijk waar kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV voor staat, wat het belangrijk vindt in de opvoeding van de kinderen en op welke manier hier uitvoering aan wordt gegeven. Het beleid is hierdoor inzichtelijk en er kan gemakkelijker over gepraat worden. Het pedagogisch plan is geschreven over de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar. Wanneer je kind nog baby is, lees je dit plan met een andere interesse, dan wanneer het al een dreumes of peuter is. Het is dan ook aan te raden in de loop der jaren dit plan nog eens door te lezen.
3
2. De visie Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV wil kwalitatief goede opvang bieden voor een zo breed mogelijk publiek. Het is voor de kinderen belangrijk dat zij de opvang ervaren als een plezierige en prettige omgeving. Te veel nadruk op georganiseerde activiteiten betekent dat een kind niet meer leert om zichzelf te vermaken. Anderzijds is een aanbod van uitsluitend vrij spel te weinig uitdagend voor een aantal kinderen. Zij willen graag iets nieuws leren of hun vaardigheden op bijvoorbeeld creatief of sportief vlak oefenen. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV streeft ernaar om hierin een zo goed mogelijk evenwicht te vinden. Wij staan als kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV voor het bieden van veiligheid, geborgenheid en vooral gezelligheid. In de begeleiding van de kinderen en het aanbod van activiteiten wordt steeds weer rekening gehouden met de ontwikkelingsfase en de behoefte van het individuele kind. Door kinderen te observeren en veel met hen en hun ouder(s)/verzorger(s) te communiceren, weet de pedagogisch medewerkster wat er in het kind omgaat, zodat zij daarop kan inspelen. Daarnaast wordt zoveel mogelijk aangesloten bij specifieke leeftijdskenmerken van de groep, zoals groei naar zelfstandigheid en het maken van eigen keuzes. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV werkt in haar kinderdagverblijf aan vier pedagogische doelen: Het bieden van veiligheid, zowel emotioneel als fysiek. Het tot ontwikkeling brengen van sociale competenties => kijk, we doen het samen. Het tot ontwikkeling brengen van persoonlijke competenties: Emotionele competenties => kijk, ik mag er zijn. Cognitieve competenties => kijk, ik voel, denk en ontdek. Communicatieve competenties en taal => luister, ik kan het zelf zeggen. Motorisch-zintuigelijke competenties => kijk, ik kan het zelf, het lukt me. Creatief-beeldende competenties => kijk, ik kan iets maken. Het tot ontwikkeling brengen van normen en waarden/morele competenties => kijk, ik ben een lief, goed kind.
4
3. Verticale groep Wij werken binnen kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV met 1 verticale groep van maximaal 16 kinderen van 6 weken tot 4 jaar oud. De ruimtes in het kinderdagverblijf zijn ruim. Ze lenen zich uitermate goed voor opvang van een verticale groep. Verder hebben wij gekozen voor een verticale indeling omdat wij hebben gemerkt dat een groep met verschillende leeftijden heel stimulerend en uitdagend kan werken. Kinderen leren spelenderwijs van elkaar, ze leren elkaar te respecteren en rekening te houden met elkaar. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid worden hierdoor bevorderd. In een verticale groep wordt ieder kind op zijn eigen niveau aangesproken en gestimuleerd. Broertjes en zusjes kunnen in dezelfde groep opgevangen worden, jongere kinderen kunnen zich optrekken aan oudere kinderen en oudere kinderen leren rekening te houden met jongere kinderen. Voor peuters is het een leuke activiteit om te helpen bij de verzorging van baby’s. Voorbeeld (toekomstschets): “Sazia is al bijna 4 jaar. Ze wordt vroeg gebracht en vermaakt zich dan met puzzels of in de poppenhoek. Als baby Maxim gebracht wordt, komt ze meteen naar hem toe. Ze helpt de moeder van Maxim met het afdoen van zijn muts. Maxim lacht vrolijk naar Sazia en kijkt met grote ogen naar haar”. De Kind-Leidster ratio De kind-leidster ratio geeft aan hoeveel kinderen er aanwezig mogen zijn op hoeveel leidsters. Hiervoor zijn wettelijke kaders afgesproken in de CAO en de Wet Kinderopvang. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV hanteert deze kaders en gebruikt de Rekentool om uit te rekenen hoeveel pedagogisch medewerkers ingezet dienen te worden. Leeftijd kinderen 0-1 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar
Pedagogisch medewerkster 1 1 1 1
Max. aantal kinderen 4 5 6 8
5
4.Veiligheid & Welbevinden… is voor ons het belangrijkste uitgangspunt Met veiligheid wordt bedoeld: een veilige basis, waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Pas als een kind zich veilig en vertrouwd voelt, kan het op verkenning uit gaan, nieuwe stappen zetten, kan het kind zich verder ontwikkelen en vriendjes maken. Kinderen veiligheid en vertrouwdheid bieden in een kinderdagverblijf gaat bij ons eigenlijk “vanzelf”: de leiding is er voor de kinderen, staat open voor de kinderen, benadert hen op eigen niveau en schept een gezellige, open sfeer waarin ieder kind zich fijn zal voelen. Door steeds met vaste pedagogische medewerksters op de groep te staan proberen we de continuïteit in de groep te waarborgen. Vaste pedagogische medewerksters zijn belangrijk voor het gevoel van veiligheid van het kind. Een goede band opbouwen gaat dan gemakkelijker. Bovendien leert de pedagogisch medewerkster het kind goed kennen zodat ze beter op hem/haar kan inspelen. De pedagogisch medewerkster hebben ook een aantal mentorkindjes die door hun worden geobserveerd en waarop dan een tien minuten gesprek volgt met de ouders. Bij kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV handelen de pedagogisch medewerkers naar sensitiviteit. Dit houdt in dat ze in staat zijn zich te verplaatsen in het kind en gevoelig is voor wat er in het kind omgaat. Elk kind is speciaal en wordt benaderd als een individu. Er wordt rekening gehouden met de karaktereigenschappen van een kind en er wordt hem/haar de ruimte gegeven om zich te kunnen ontwikkelen. We gaan uit van wat een kind al zelf kan en stimuleren en ondersteunen hem hierbij. We leren de kinderen samen te spelen en rekening met elkaar te houden. De pedagogisch medewerkster let tijdens het communiceren met een kind op de volgende punten: Actief te luisteren: oogcontact maken, door de knieën gaan, herhalen en bevestigen. Kinderen erop wijzen dat ze naar elkaar moeten luisteren. Eén op één gesprekjes voeren met de kinderen. Erop letten of het kind Nederlands of dialect praat, maar de pedagogisch medewerkers praten allemaal Nederlands. Kinderen die huilen, die niet lekker in hun vel zitten, worden niet aan hun lot overgelaten. De kinderen worden serieus genomen: als een kind huilt wordt dat in principe niet afgedaan met 'er is niets aan de hand'. Het kind krijgt aandacht, de manier waarop is afhankelijk van de leeftijd en de aard van het kind. Duidelijkheid en eerlijkheid biedt de kinderen houvast: kinderen krijgen vertrouwen in de mensen om zich heen wanneer ze merken dat beloften en afspraken die gemaakt zijn ook nagekomen worden. 4.1 Omgaan met zieke kinderen Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV biedt kinderopvang voor gezonde kinderen. Zieke kinderen vragen andere aandacht en verzorging dan gezonde kinderen. Als het kind ziek is, voelt het zich in een drukke omgeving nog zieker. De beslissing of een kind al dan niet in de groep kan blijven wordt genomen door de pedagogisch medewerkers. Het belang van het zieke kind staat hierbij voorop, maar er moet ook rekening worden gehouden met het belang van de andere kinderen en de pedagogisch medewerker zelf. Hiervoor wordt mede gebruik gemaakt van de voorschriften uit ons ziektebeleid & medisch handelen. Bij besmettelijke ziektes volgen we de richtlijnen van de GGD zie LCHV-gids die is te vinden op de plank in de hal. 6
4.2 Kinderen met opvallend gedrag De pedagogische medewerkers kijken altijd goed naar de kinderen en er wordt regelmatig een observatieformulier ingevuld. Daardoor kunnen ze hun aanpak afstemmen op de behoeftes en mogelijkheden van de kinderen. De pedagogische medewerkers voeren maandelijks een werkbespreking. Hierin wordt onder andere besproken hoe de groep functioneert, of alle kinderen zich prettig voelen in de groep en worden alle kinderen regelmatig individueel doorgenomen. Minstens 2 keer per jaar maken de pedagogisch medewerkers een observatie van elk kind. Deze observatie wordt gemaakt met behulp van een observatieformulier zodat bij ieder kind de ontwikkeling op verschillende gebieden wordt gemeten. Aan de hand van dit verslag wordt een gesprek met de ouders gevoerd. Soms is het wenselijk om kinderen extra te observeren, bijvoorbeeld als de pedagogische medewerkers de indruk hebben dat een kind zich niet veilig voelt op de groep, een ontwikkelingsstoornis heeft of gedragsproblemen vertoond. Het kind wordt dan gedurende enige tijd extra in de gaten gehouden en wordt er gekeken naar de mogelijkheden om intern of extern advies te vragen. Uiteraard wordt dit altijd gedaan in overleg met en na toestemming van de ouders. Naar aanleiding van deze observaties en eventueel advies wordt dan een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. De pedagogisch medewerkers zijn ook alert op tekenen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiervoor gebruiken zij: De ‘signalenlijst kindermishandeling 0-4 jaar’. Protocol kindermishandeling. Meldcode kindermishandeling.
7
5. Samenwerken met ouders Een ouder die zich welkom voelt op het kinderdagverblijf en vertrouwen heeft in de groepsleiding, brengt haar kind met een gerust hart naar de opvang. Dit heeft zijn weerslag op hoe het kind zich daar voelt. Het opbouwen van een goede samenwerking en wederzijdse informatie-uitwisseling veronderstelt goede communicatie en een open, uitnodigende houding. De gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid brengt dit met zich mee. Respect voor elkaar, elkaars mening, visie en achtergrond, vormt hierbij de basis. We besteden aandacht aan een goede, regelmatige informatie-uitwisseling. In beginsel is dit bij de eerste rondleiding, daarna de intake en vervolgens bij de dagelijkse haal- en brengcontacten en de oudergesprekken. De groepsleiding moet de ouder laten zien hoe er gewerkt wordt, hoe een kind zich gedraagt en voelt op het kinderdagverblijf. De informatie over het kind moet niet alleen gaan over de verzorging van het kind, maar ook bijvoorbeeld over emotie, sociale contacten en spel. Op deze manier kunnen ouders en groepsleiding elkaar in de opvang steunen. Opvoedingssteun kan het effect van risicofactoren voor gedragsproblemen bij kinderen verminderen. Een goede afstemming met ouders is van belang voor het kind met name voor praktische zaken, zoals: eet en slaapritme, factoren in de omgeving van het kind als ziekte, scheiding, gebeurtenissen, etc. Naast de bovengenoemde contactmomenten heeft kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV ook andere informatiestromen zoals: Diverse keren per jaar nieuwsbrieven ( 6 keer per jaar) De notulen van de oudercommissie; Jaarlijkse ouderavond; Feestjes waar ouders ook welkom zijn zoals (het Sinterklaasfeest, Vader en Moederdag en Kerstfeest); Afsluiting aan het eind van ieder thema; Middels het kinderdagverblijfschriftje (voor kinderen tot 1 jaar); Facebook. Uiteraard zijn ouders ook altijd welkom buiten deze contactmomenten om, een afspraak te maken met de pedagogische medewerksters. Overigens staat de deur van de directie altijd open voor ouders. Hiermee wil kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV het contact met de ouders zoveel mogelijk laagdrempelig houden. Uiteraard kunnen de ouders ook zitting nemen in de lokale oudercommissie. 5.1 Klachten van ouders Ondanks het feit dat we er naar streven de opvang zoveel mogelijk bij de wensen van ouders aan te laten sluiten, kan het gebeuren dat er tijdens de opvang van uw kind(eren) iets is voorgevallen waarover u een vraag of opmerking heeft. U kunt dit altijd bespreekbaar maken met een van de leidsters uit de groep waarin uw kind is geplaatst. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat een ouder het niet eens is met de handeling van een leidster of van de organisatie. Daarom is er een duidelijke klachtenprocedure. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV stimuleert de ouders om hun klacht eerst neer te leggen bij de desbetreffende persoon. Komen zij er samen niet uit, dan kan de ouder aankloppen bij de directie. Ouders zijn niet verplicht om eerst hun klacht neer te leggen bij de organisatie. Ook kunnen zij in alle gevallen gelijk gebruik maken van de externe klachtenregeling welke geregeld is bij de ZCKK waarvan de map te vinden is op de plank in de hal. 8
5.2 Oudercommissie Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV wil graag dat ouders zich betrokken voelen bij de organisatie. De oudercommissie is opgezet om zo goed mogelijk de belangen van de kinderen en ouders te behartigen. Daarnaast vertegenwoordigd de oudercommissie de ouders van Het Vliegende Tapijt BV. De oudercommissie heeft adviesrecht conform de wet kinderopvang. Alle ouders kunnen aangeven zitting te willen nemen in de oudercommissie. Ook voor klachten van oudercommissies is kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV aangesloten bij de Zuid-Hollandse Centrale Klachtencommissie Kinderopvang (ZcKK resp. ZcKK-OC) waarvan de map te vinden is op de plank in de hal.
6. Dagindeling Werken met een vaste dagindeling wil niet zeggen dat alle dagen op elkaar lijken: door middel van de activiteiten, en door de verschillende invulling van deze momenten, wordt aan de kinderen variatie geboden; dit terwijl de regelmaat gehandhaafd blijft. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV is 11 uur per dag geopend op werkdagen tussen 07.00 uur en 18.00 uur. Op aanvraag kan de opvang verlengt worden tot 19.00 uur. Elke dag wordt er tijd en aandacht geschonken aan overgang en overdracht, verzorging, samenzijn en vrij spel. Jonge kinderen vinden het prettig om te weten wat er gaat gebeuren. Dat geeft de kinderen houvast: ze weten dat je na het buitenspelen je handen gaat wassen, dat je na het slapen iets lekkers te eten en te drinken krijgt. De dag kent een afwisseling van rustige en actieve perioden, van spelen en verzorging. De dagindeling geeft mogelijkheden voor leuke activiteiten, zoals spelen in de poppenhoek, voorlezen, knutselen of een kringspel doen. Elke dag kent perioden van vrij spel binnen en buiten en van door de pedagogisch medewerker georganiseerde activiteiten. De activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en de belangstelling van de kinderen. Er worden veel en gevarieerde activiteiten aangeboden gekoppeld aan het thema wat er is. Verzorging is een belangrijke activiteit binnen ons kinderdagverblijf, zeker voor de baby’s en dreumesen. Zij zijn nog volledig afhankelijk van de leidsters. Zij worden gevoed, verschoond en te slapen gelegd. Baby's houden hun eet- en slaapritme van thuis aan. Er wordt met hen gewandeld, ze worden vertroeteld door de leidsters en wordt er veel tegen de baby's gesproken. De baby’s kunnen spelen met speelgoed dat bij zijn of haar belevingswereld past en kunnen bij speciale activiteiten in een stoel, box of op de mat meedoen met wat er in de groep gebeurt. Wij proberen een verbinding te maken tussen wat de baby van thuis gewend is en de mogelijkheden van de groep. Tijdens de verzorging groeit de emotionele band tussen leidster en kind. De leidsters vertellen de kinderen ook wat ze doen tijdens de verschoning. Oudere kinderen worden gestimuleerd in hun zelfredzaamheid tijdens de verzorging. Zij worden begeleid bij de toiletgang, het aan- en uittrekken van hun kleding en het wassen van hun handen. Zodra de ouders thuis beginnen met de zindelijkheidstraining wordt dat ook door de leidster opgepakt. Kinderen boven de 2 jaar worden gestimuleerd om naar de wc te gaan. Dit word besproken met de ouders. Kinderen gaan altijd onder begeleiding naar de wc. Er word daarvoor een beloningssysteem voor gebruikt.
9
6.1 Dagschema 7.00-9.30 Voordat de groep geopend word, worden al activiteiten op tafel gelegd. Deze activiteiten zijn afhankelijk van de thema. De kinderen worden gebracht. Ouders gaan door het ijzeren hek en bellen bij de schuifdeur aan. De kinderen doen hun schoenen uit en sloffen aan. Ouders worden gevraagd, wanneer ze op de groep willen komen, om hun schoenen uit te doen. De leidsters zullen een overdracht met de ouders houden. Er wordt geopend op de bovenste groep. Als kinderen na 09.30 gebracht worden graag doorgeven. Bij binnenkomst nemen we samen met de kinderen rustig afscheid van de ouders. De kinderen kunnen kiezen in welke hoek ze willen spelen of wat voor activiteit ze willen doen. Bijvoorbeeld een puzzel, een boekje of een tekening maken. Wanneer de tweede leidster aanwezig is, kan er voor gekozen worden om naar de beneden verdieping te gaan. Daar word ook in de hoeken gespeeld, of een activiteit gedaan. 9.30-10.00 Welkomstliedje ‘goedemorgen’ zingen en dagritmekaarten bespreken met de kinderen, zodat de kinderen kunnen meebeslissen wat we gaan doen en ze weten waar ze gedurende de dag aan toe zijn. De kinderen zullen de hele dag, helpen met de dagritmekaarten. Dit word gedaan aan tafel. Aan tafel kunnen de kinderen nog even praten over bijvoorbeeld, het weekend of andere belevenissen. 10.00-10.30 Fruit eten. Er worden verschillende soorten fruit schoongemaakt zodat de kinderen leren wat voor verschillende soorten fruit er zijn. Voordat we fruit gaan eten zingen we een liedje. De kinderen krijgen ieder een eigen bakje fruit. De kinderen worden gestimuleerd om met een vork te eten. De kleintjes eten vanuit hun vuistje. Voor de baby’s zijn er potjes fruit en vers fruit. Het verse fruit word gepureerd. Na 1 jaar worden ze gestimuleerd om stukjes te eten. 10.30-10.45 Verschonen en toilet bezoek. Tijdens het verschonen wordt er met de kinderen gepraat en uitgelegd wat we doen. Na het verschonen wassen we onze handen en maken we het verschoonkussen schoon met alcohol na ieder kind. De comode blijft zo goed als leeg. Wanneer kinderen in staat zijn om zelf op de comode te klimmen via het trappetje, word deze ook gebruikt. Wanneer je een billencreme gebruikt, worden er doekje of spatels gebruikt. Na gebruik van de thermometer, word deze gereinigd met alcohol. Kinderen boven de 2 jaar worden gestimuleerd om naar de wc te gaan. Dit word besproken met de ouders. Kinderen gaan altijd onder begeleiding naar de wc. Er word daarvoor een beloningssysteem voor gebruikt. 10.45-11.45 Dan wordt er een thema gericht activiteit gedaan. De thema’s zijn voor het hele jaar gepland. Voordat het nieuwe thema begint, worden alle activiteiten voorbereid. Voor elke week word er een planning gemaakt, met de activiteiten, die we die week zullen uitvoeren. Activiteiten doen we in kleine groepjes zodat een leidster hiermee bezig kan zijn en het niveau kan worden aangepast aan de kinderen. De andere kinderen kunnen vrij spelen maar dan wel in de hoeken of een activiteit waar ze voor kiezen zodat ze gericht bezig zijn. Daarnaast kan er ook gekozen worden om naar buiten te gaan. (zie protocol buitenspelen) 11.45-12.00 Boekje lezen. De leidster lees dan een themagericht boek voor waar de kinderen interactief aan meedoen, doordat de leidster vragen stelt. Dit kan aan tafel of op de grond. 12.00-13.00 Eten, dit is 2 á 3 keer per week warm eten en de overige dagen een broodmaaltijd. Voordat we we aan het eten beginnen, zullen we het liedje ‘smakelijk eten’ zingen. Er word altijd eerst gegeten en daarna gedronken. De kinderen eten met een vork. De 2+ kinderen worden gestimuleerd om hun eigen brood te smeren.
10
13.00-15.00 Verschonen en slapen. Met de kinderen die wakker zijn wordt er een activiteit gedaan die goed aansluit bij het niveau van het kind. Bij het slaapmoment wordt er rekening gehouden met het kind. De een heeft meer slaap nodig dan de ander, ook houden we rekening met de wensen van de ouders. In de slaapkamer mogen er maximaal 6 kinderen te gelijk slapen. Wanneer er meer kinderen zijn die moeten slapen worden ze op de groep op kinderbedjes gelegd. De kinderen hebben ieder een eigen bed. De kinderen worden bij de commode uitgekleed. Daar hangt een bord met de speentjes. Er word elk kwartier gecontroleerd op de slaapkamer. De kinderen die wakker zijn worden eruit gehaald. Om 15.00 worden de grotere kinderen wakker gemaakt. Na het slapen worden de luiers nagekeken en indien nodig verschoond. Knuffels zijn te vinden in hun eigen tas en de slaapzakken liggen bij de commode. 15.00-15.30 Eet moment. De kinderen krijgen een cracker/soepstengel te eten en drinken. Voordat we gaan eten zingen we het liedje ‘smakelijk eten’. 15.30-17.00 Dan wordt er een thema gericht activiteit gedaan. De thema’s zijn voor het hele jaar gepland. Voordat het nieuwe thema begint, worden alle activiteiten voorbereid. Voor elke week zal er een planning worden gemaakt, met de activiteiten, die we die week zullen uitvoeren. Activiteiten doen we in kleine groepjes zodat een leidster hiermee bezig kan zijn en het niveau kan worden aangepast aan de kinderen of de leidsters kunnen afhankelijk van het weer buitenspelen (altijd met 2 volwassenen). De leidsters kunnen er ook voor kiezen om de kinderen vrij te laten spelen maar dan wel in de hoeken of een activiteit waar ze voor kiezen zodat ze gericht bezig zijn. 16.15 Verschonen. Tijdens het verschonen wordt er met de kinderen gepraat en uitgelegd wat we doen. Tijdens het verschonen wassen we onze handen en maken we het verschoonkussen schoon met alcohol na ieder kind. De comode blijft zo goed als leeg. Wanneer kinderen in staat zijn om zelf op de comode te klimmen via het trappetje, word deze ook gebruikt. Wanneer je een billencreme gebruikt, worden er vindercondooms of spatels gebruikt. Na gebruik van de thermometer, wordt deze gereinigd met alcohol. Kinderen boven de 2 jaar worden gestimuleerd om naar de wc te gaan. Dit word besproken met de ouders. Kinderen gaan altijd onder begeleiding naar de wc. Er word daarvoor een beloningssysteem voor gebruikt 16.30 De vroege dienst gaat naar huis. Er zal meestal wel een vrijwilliger of de directeur aanwezig zijn. De kinderen zullen op de bovenste verdieping gaan spelen. Hier wordt er ook afgesloten. 17.15-17.45 Drinkmoment. De kinderen krijgen wat te drinken. Voordat we gaan drinken zingen we een liedje. De bekers worden altijd op het aanrecht gevuld. 17.30-18.30 Dan wordt er een tafelactiviteit gedaan, zodat er rust op de groep is. De leidster gaat erbij zitten en speelt met de kinderen aan tafel. Wanneer er kinderen opgehaald worden, zal de leidster een overdracht aan de ouders geven.
Er word altijd aan de tafel gegeten en gedronken. Voordat we gaan opruimen word er altijd een opruim liedje gezongen Opruimen doen de leidsters samen met de kinderen. 6.2 Organisatie rondom ‘eten’ Belangrijk bij ervaringen rondom eten: Hygiëne, kwaliteit. Zorg, aandacht. Plezier, gezelligheid. Hygiëne, kwaliteit. 11
Hygiëne en kwaliteit: Kinderen en pedagogisch medewerksters wassen zorgvuldig hun handen voor en na het eten; De instructies, zoals beschreven in ´Gezondheidsrisico´s bij kinderen 0 – 4 jaar´, de uitgave van RIVM worden altijd nageleefd’: Wat op de grond is gevallen wordt niet meer opgegeten. Ieder eet van zijn eigen bord en drinkt uit zijn eigen beker. We geven kwalitatief goede voeding/maaltijden. We houden rekening met individuele diëten en principes. Ouders kunnen altijd eventueel noodzakelijke dieetvoeding meegeven. Zorg, aandacht: We eten aan tafel. Voor het eten /drinken zingen we eerst een liedje. We wensen elkaar smakelijk eten/ drinken. De boterhammen worden in stukjes gesneden en met een vorkje gegeten en af en toe wordt er ook eens uit het vuistje gegeten. Er worden tussen de middag 2 à 3 keer per week gezonde/lekkere warme maaltijden verstrekt. Kinderen kunnen samen hun buikjes rond eten: zien eten doet eten! Behalve wanneer anders afgesproken met de ouders, mogen de kinderen net zoveel eten als ze zelf willen. Na het eten krijgen de kinderen drinken. Bij het fruit eten worden meestal 2 á 3 verschillende soorten fruit aangeboden. De kinderen krijgen p.p. minstens een half stuk fruit. Ook krijgen zij nog extra drinken aangeboden. Bij warm weer wordt regelmatig extra drinken aangeboden. Plezierig, gezellig: Voor het eten /drinken zingen we eerst gezellig een liedje. Kinderen worden niet gedwongen bepaalde dingen of hoeveelheden te eten, wel gestimuleerd door middel van het benoemen van de voeding en het eten met de vork. Kinderen krijgen keuzemogelijkheden in wat ze eten. Pedagogische medewerksters zorgen dat ze de tijd hebben, voorkomen stress rondom eten. Positieve benadering van de kinderen met hun eigen eetgedrag De maaltijd hoeft niet vlug maar duurt ook niet te lang. Baby’s voeden Ook hier volgen we bij de bereiding de regels rondom veiligheid en hygiëne. Voor het voeden en voeding klaarmaken wassen we uiteraard zorgvuldig de handen. Tijdens het voeden van een baby hebben we lichamelijk contact, oogcontact en onverdeelde aandacht. De omgeving is zo rustig mogelijk. De vaste pedagogisch medewerkster zal vlug genoeg de prettige houdingen en de handelingen rondom boertjes van het kind kennen. Zij deelt haar ervaringen met andere pedagogisch medewerksters en de ouders. Er is een goede schriftelijke en mondelinge communicatie met de ouders over de wensen rondom voeding. (tijden, hoeveelheden, etc.) Aantekeningen over wat, wanneer en hoe een baby heeft gegeten worden opgeschreven/genoteerd in het ‘schriftje’ door de pedagogisch medewerksters voor de ouders en collega pedagogisch medewerksters om terug te lezen.
12
6.3 Slapen Voor de meeste kinderen die kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV bezoeken is 'het slapen' een vast onderdeel van de dag. De slaapbehoefte van kinderen kan onderling heel verschillend zijn: kinderen worden bij ons dan ook niet vastgelegd. Er wordt bewust gekeken naar de volgorde van het naar bed brengen, de verdeling van de bedjes, de eigenschappen van een kind, om de omstandigheden voor tot rust komen zo gunstig mogelijk te maken. Ouders geven aan hoe vaak en hoe lang een kind slaapt. Het komt vaak voor dat het kind thuis een ander slaappatroon ontwikkelt dan op het dagverblijf: hier krijgen kinderen veel meer indrukken te verwerken, kunnen ze dus meer moe zijn dan thuis, andersom komt het ook voor dat kinderen hier juist minder willen slapen. Wij vinden het erg belangrijk dat een kind aan z'n rust toekomt: goed uitgeruste kinderen spelen lekkerder, voelen zich goed in hun vel. Het kind slaapt in een ‘eigen bedje’, wat het ziet vanuit het bedje is vertrouwd en geeft op den duur geen wakker houdende prikkels meer. De kinderen hebben “kindgebonden” beddengoed, met het oog op de geur en hygiëne.
7. Aansluiten bij de manieren waarop jonge kinderen zich ontwikkelen. Als kinderdagverblijf zijn wij ons bewust van het feit dat we een belangrijke rol hebben ten aanzien van de ontwikkeling van de kinderen, welke u als ouder(s) aan onze zorgen toevertrouwt. Onze ruimtes zijn dusdanig ingericht en uitgerust om de ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. Kinderen hebben het de hele dag door verschrikkelijk druk met kijken naar elkaar, naar de volwassenen, dingen bevoelen of in hun mond stoppen, uitproberen... Kortom, ontdekken en leren. Kinderen zijn nieuwsgierig, onderzoeken hun omgeving minutieus en stellen veel vragen. Wij proberen als kinderdagverblijf op deze nieuwsgierigheid een antwoord te bieden, kinderen uit te dagen en de kinderen te 'leren' kijken. We proberen uitgebreid stil te staan bij de gewone, dagelijkse dingen, samen met de kinderen de dingen weer ontdekken, en bij vragen hierop samen antwoorden bedenken. Wij willen stimuleren dat kinderen kritisch om zich heen kijken, niet klakkeloos iets aannemen maar zelf nagaan hoe iets in elkaar zit, ook zelf antwoorden proberen te bedenken op alles wat hen bezighoudt en 'verwondert'. Kinderen zijn vaak vol belangstelling voor wat een volwassene aan het doen is. Vaak komt ook de vraag: mag ik je helpen? En, natuurlijk mag dat. Als bijvoorbeeld de was gevouwen moet worden, komt er vaak vanzelf een kind bijzitten en krijgt die de slabben om te vouwen. Ook wanneer er anderen aan het werk zijn -iemand die een klusje aan het doen is, of in de tuin aan het werk- worden die in hun doen en laten gevolgd door de kinderen. Wij proberen daar dan ook de kinderen bij te betrekken: het (fantasie) 'gereedschap' komt te voorschijn en er wordt druk gezaagd en getimmerd op de tafels en stoelen. We stimuleren de kinderen om zelf na te denken: als ze een vraag stellen wordt niet altijd automatisch antwoord gegeven, maar vragen we: wat denk je zelf ? Ook andere kinderen worden daarbij betrokken. Als het onderwerp daar aanleiding toe geeft zoeken we boekjes erbij of verzinnen we er een activiteit over ... Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV biedt de kinderen genoeg uitdaging: zo wordt er regelmatig wat nieuws aangeboden en zijn er genoeg stimulansen om hun leergierigheid te bevredigen.
13
Wanneer zich de mogelijkheid voordoet, en de ouders op het intakeformulier toestemming voor hebben gegeven, nemen we de kinderen ook mee naar buiten om bijvoorbeeld boodschappen te gaan doen of naar de bakker te gaan. Zindelijkheid Kinderen zijn thuis vaak gewend om op vaste tijden te plassen (bijvoorbeeld voor het boodschappen doen). Organisatorisch is dat ook gemakkelijk. Toch hebben we liever dat kinderen gaan plassen omdat ze aandrang voelen, dan omdat de klok het zegt, of onze geplande bezigheid. Een kind leert dan beter naar zijn lichaam te luisteren. Daarom zullen we een kind dat naar zijn/haar lichaam luistert, naar het toilet gaat zodra het aandrang voelt, ook op een voor ons minder comfortabel tijdstip, niet aansporen om op de wc of op het potje te gaan zitten, zonder dat het zelf aangaf ‘te moeten’. Zelf volgen we natuurlijk zoveel mogelijk de richtlijnen van de ouders vanwege de duidelijkheid. Daarnaast wordt er tijdens de zindelijkheidstraining met een beloningssysteem gewerkt. 8. Sociale competenties Het begrip ‘sociale competentie’ omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld het zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot personen die goed functioneren in de samenleving. In een kinderdagverblijf wordt een kind, samen met een heel stel andere kinderen, opgevangen in een groep. Samen wordt er veel ondernomen, meer dan thuis leren ze op deze manier omgaan met andere kinderen, samen delen, spelen, ruzie maken en weer goedmaken. Voor kinderen is opvang in een groep vaak erg leuk: altijd vriendjes of vriendinnetjes om mee te spelen en veel activiteiten. De groepen bieden kinderen gelegenheid om sociale competenties te ontwikkelen. Dit geeft ze de kans om zich te ontwikkelen tot individuen die kunnen functioneren in de maatschappij. Begeleiding van motorische vaardigheden De ontwikkeling van de grove motoriek wordt gestimuleerd met bewegingsspelletjes. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van balspellen en fietsjes. De fijne motoriek wordt gestimuleerd door lijmplakken ,het oefenen van de pen greep, het gebruiken van een kwastje enzovoorts. Zelfredzaamheid en zelfstandigheid De pedagogische medewerkers van kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV stimuleren de zelfstandigheid- en de zelfredzaamheid van de kinderen. Zo leren de kinderen al vroeg om zelf hun handen te wassen, jas aan te trekken, (onder)broek op te halen, naar de wc te gaan en zo verder. Hierbij letten de leidsters goed op wat een kind al kan en waar het op dat moment aan toe is. De pedagogische medewerkers vertellen de kinderen wat de bedoeling is en geven aanwijzingen. Zij stimuleren de kinderen om elkaar te helpen. Het is belangrijk dat kinderen zich gestimuleerd voelen om steeds opnieuw te proberen iets zelf te doen.
14
Spelen en leren omgaan met andere kinderen Wij vinden het bij kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV ook belangrijk dat kinderen leren om respectvol met anderen om te gaan, rekening leren houden met elkaar. Voor kinderen is dit, wanneer ze klein zijn, erg moeilijk: ze kunnen zich nog niet verplaatsen in een ander, alles draait om hen, ze zijn volledig op zichzelf gericht. De omgang tussen kinderen onderling wordt daarom goed in de gaten gehouden. Wij geven de kinderen grenzen aan die passen bij de fase van hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Men kan op een kinderdagverblijf bij kinderen van 0-4 jaar nog geen inlevingsvermogen verwachten. De ontwikkeling tot vier jaar speelt zich voor de meeste kinderen nog vooral af op het emotionele deel, en voorzichtig aan op het sociale. Veel kinderen van die leeftijd vangen nog meer op van lichaamstaal, dan van het verbale. In de sociale ontwikkeling van kinderen is voor onze pedagogische medewerkers een belangrijke rol weggelegd. Zij fungeren namelijk als rolmodel en zullen het “goede” voorbeeld geven. Er zijn een aantal richtlijnen die we volgen bij het aangeven van grenzen: We maken gebruik van belonen en time-out. We passen ons verbaal aan bij de ontwikkeling van het kind. We geven met grenzen nooit angst of schuldgevoelens mee aan het kind. We zijn gewoon duidelijk met ‘nee’ of ‘stoppen’ maar geven wel uitleg waarom iets niet mag of waarom ze moeten stoppen. We bieden een uitweg door het geven van mogelijkheden voor een andere activiteit. We maken contact op ooghoogte, gaan op kniehoogte zetten. We noemen het kind altijd bij de naam. We waarschuwen de kinderen 2 keer daarna krijgen ze een time-out die leeftijdsgebonden is dus 1 jaar 1 minuut, 2 jaar 2 minuten etc. Wij vinden het wel belangrijk dat kinderen, binnen bepaalde grenzen uiteraard, hun gang gaan in het spelen. Ons uitgangspunt hierbij is dat de kinderen elkaar niet mogen hinderen bij het spelen: dus geen speelgoed afpakken, maar vragen of je mee mag spelen, geen bouwwerken van elkaar kapot maken. Er wordt een evenwicht gezocht tussen samen en alleen spelen: soms moet het -op dat moment populaire-speelgoed gedeeld worden.
15
9. Persoonlijke competenties. Het aanbieden van uitdagende spelvormen, methodieken en speelgoed stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van een kind. Met het begrip persoonlijke competentie wordt gedoeld op brede persoonskenmerken zoals zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Dit stelt een kind in staat om allerlei soorten problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan verschillende soorten situaties. Hierbij komen zelfvertrouwen en voor zichzelf zinvol bezig zijn om de hoek kijken. Het leren van taal, de motorische ontwikkeling en cognitieve vaardigheden zijn hier voorbeelden van. Stimuleren van de cognitieve ontwikkeling ‘kijk, ik voel, denk en ontdek’ spelen en bezig zijn, is leren voor kinderen. Kinderen ontdekken de wereld om zich heen spelenderwijs. Puzzels, spelletjes, kleuren en vormen stimuleren het denkvermogen. Ook voorleesboeken en thema’s spelen hierbij een rol. Het helpt het kind bij het waarnemen, ordenen en sorteren van het leren. Dat een kind zelfstandig oplossingen leert bedenken voor problemen is van groot belang voor de verstandelijke ontwikkeling van het kind. Dat gebeurt als ze bijvoorbeeld zelf een puzzel proberen te maken. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV stimuleert de kinderen in hun ontwikkeling en biedt een grote diversiteit in activiteiten aan. De aangeboden activiteiten sluiten aan bij de interesse van het kind. Wanneer de interesse van het kind gewekt is, is de concentratie immers groter. De leidsters proberen situaties te creëren waardoor de kinderen zich uitgedaagd voelen. Taalontwikkeling: ‘luister, ik kan het zelf zeggen’ De communicatieve competenties worden gevormd door allerlei fantasiespelletjes te spelen. Kinderen moeten zich dan voorstellen dat ze bijvoorbeeld op een vliegend tapijt zitten. De leidsters laten de kinderen meevliegen op het vliegend tapijt naar sprookjesland. De kinderen mogen er zelf een verhaal omheen verzinnen. Ook de allerkleinsten worden betrokken bij dit spel. De leidsters van ons kinderdagverblijf spreken en schrijven uitstekend Nederlands. Zij praten veel met de kinderen en benoemen hun handelen zodat de woordenschat van de kinderen wordt vergroot. Ook weten de kinderen op deze manier waar ze aan toe zijn. Verder wordt er veel gezongen en interactief voorgelezen ( kinderen worden betrokken bij het verhaal, waardoor de communicatie wordt gestimuleerd en de fantasie wordt geprikkeld). Stimuleren van motorische ontwikkeling: ‘kijk, ik kan het zelf, het lukt me’ De lichamelijke of motorische ontwikkeling is onder te verdelen in grove motoriek (lopen, springen, hoepelen) en fijne motoriek (pen vasthouden, spelen met blokken/bouwstenen). Beide ontwikkelingen zijn belangrijk voor het goed functioneren van het lichaam. Om de lichamelijke ontwikkeling te stimuleren krijgen de kinderen de ruimte om binnen en buiten bezig te zijn met bewegen. Zo worden balspellen gespeeld om het evenwicht en de complete coördinatie van het lichaam te ontwikkelen. Ook verven, plakken, tekenen en kleuren behoren tot de mogelijkheden. De leidsters prikkelen de fantasie van de kinderen door ze te laten experimenteren met verschillende materialen. Vooral de fijne motoriek en het concentratievermogen worden zo spelenderwijs geactiveerd. Ook wordt er gewerkt met verschillende speelhoeken, zoals een poppenhoek, winkelhoek, bouwhoek etc. De leidsters vragen de kinderen op gezette tijden in welke hoek ze willen spelen.
16
Omgaan met eigen mogelijkheden ‘kijk, ik mag er zijn’ De leidsters stimuleren en activeren kinderen in het onderzoeken van hun eigen mogelijkheden. Door rekening te houden met het individuele ontwikkelingsniveau van elk kind en de kinderen in hun waarde te laten, geven de leidsters het signaal af dat zij vertrouwen hebben in wat het kind kan. Kinderen worden daarom nooit met elkaar vergeleken, want de ontwikkeling van het ene kind is namelijk geen maatstaf voor het andere kind.
10. Normen en waarden/morele competenties. Op Het Vliegende Tapijt komen kinderen en ook ouders en medewerkers met verschillende achtergronden bij elkaar. Rijk, arm, verschillende culturen, één- en tweeoudergezinnen en ook kinderen die extra zorg nodig hebben. Er is aandacht voor deze diversiteit en ieder kind en iedere familie hoort erbij. Het Kindercentrum is een samenleving op zich. Dit geeft ons extra mogelijkheden voor de overdracht van maatschappelijke omgangsregels en normen en waarden. Voorbeeld: “Aan tafel vertelt Yasmine: “Bij opa en oma eten we samen rijst uit één schaal. En dan mag je zonder vork en mes met je handen eten”. “Dat lijkt me heel gezellig”, zegt pedagogisch medewerker Daisy. “Wat raar”, roept Tim. “Vind je dat raar?,” zegt Daisy, “Weet je dat, niet iedereen op dezelfde manier eet. Ik vind het trouwens ook wel leuk om af en toe met mijn handen te eten”. Pedagogisch medewerkers proberen een brug te slaan tussen thuis en het kinderdagverblijf door veel contact te onderhouden met ouders en door gebruik te maken van foto’s en verhalen. Belangrijke waarden als verantwoordelijkheid en saamhorigheid zijn onderdeel van de dagelijkse omgang en komen de hele dag door tot uiting in het gedrag van de pedagogisch medewerkers. Goed voorbeeld doet volgen: zo leveren we een bijdrage aan de morele ontwikkeling van ieder kind, jong als ze zijn.
17
11. De ontwikkeling van baby’s Baby’s ontwikkelen zich in principe vanzelf, mits zij de gelegenheid krijgen om te ervaren en te oefenen. De pedagogische medewerkers zullen de baby’s die gelegenheid actief aanbieden. De jonge baby kan zich nog niet zelf verplaatsen en is dus afhankelijk van wat hem aan ervaring wordt aangereikt. De pedagogische medewerkers stimuleert een jonge baby door speelgoed aan te reiken, mee te spelen, te reageren op de acties van de baby en hem af en toe te verplaatsen in de ruimte. Net even een stapje verder gaan dan de baby zelf kan doen, is een goede methode om baby’s uit te dagen tot ontwikkeling. Regelmatig buiten zijn is van groot belang voor het oefenen met de zintuigen: de wind en de zon voelen, warm en koud onderscheiden, bloemen ruiken. De zintuiglijke ontwikkeling is in volle gang. De baby ontdekt zijn eigen voeten en handen en alles wordt bewogen en uitgeprobeerd. Al spelend oefent een baby zo al zijn spieren en krijgt er steeds meer controle over. Voorbeeld(toekomstschets): “Tijdens het verschonen merkt Tara, dat Isaak (9 maanden) steeds met veel enthousiasme naar haar bewegende haar grijpt. Ook de luier, die ze hem laat zien voor ze hem omdoet, wil hij pakken. Lachend geeft ze zich gewonnen. Isaak brengt haar op een idee. Als ze even later klaar is met verschonen en Isaak samen met de andere baby’s op de babyspeelmat is, pakt zij de bellenblaasset. Langzaam blaast Tara de bellen over de zittende en liggende baby’s… en al snel gaan de eerste grijparmpjes de lucht in! Ze hoort Isaak’s blije kreetjes boven alles uit!” Baby’s kunnen ook elkaar stimuleren in hun ontwikkeling. Baby’s imiteren graag. Als ze een baby naast zich horen brabbelen, gaan ze ook geluidjes produceren. En als zij een andere baby zien kruipen, willen zij dat ook proberen –als ze daar aan toe zijn. Wij zullen zorgen voor een uitdagende omgeving waarin die nieuwe ervaringen kunnen worden opgedaan. Met verschillende zachte materialen trainen wij de grove motoriek van de baby’s. Er wordt niet alleen speelgoed aangeboden waar ze naar kunnen grijpen, in kunnen knijpen en bijten, maar ook naar kunnen kijken (veel zachte en felle kleuren) en geluid kunnen laten maken. Hierbij valt te denken aan piepspeeltjes of rammelaars. Baby’s kunnen ook oefeningen doen met de babygym, ze kunnen lekker ontspannen in een wipstoeltje of de babybox. Er zijn genoeg knuffels en speeltjes waar de baby’s lekker mee kunnen spelen. Ook kunnen de baby’s hun reukzintuig laten prikkelen. Het fruit wordt aan tafel geschild en gesneden zodat de kinderen er aan kunnen ruiken en voelen. De baby’s leren zo al gauw om zelf hun stukjes fruit en groenten van het bord te pakken. Als de baby’s wat ouder worden en gaan staan, leren ze hun bewegingen te beheersen. Ze krijgen ook een drang om andere dingen te laten bewegen. Daarom hebben we voor de kleintjes genoeg leuk uitdagend speelgoed, zoals: hobbelpaard, trek- en duwkarretjes enzovoorts.
18
12. Wennen, begroeten en afscheid nemen. Ons streven is om de kinderen die nog maar kort kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV bezoeken en die nog aan het wennen zijn, zich zo snel mogelijk thuis te laten voelen. Een geleidelijke wenperiode is voor het kind (en de ouders) vaak het prettigste. We geven het kind ook echt de tijd om te wennen: in het begin wordt het kind bijvoorbeeld vaker op schoot genomen (als het dat zelf wil), houdt het z'n vertrouwde knuffel in de buurt en worden gewoonten van thuis zoveel mogelijk aangehouden. Tijdens de intake met 1 van de verantwoordelijk gestelde leidsters komen ouder(s) en kind vaak samen naar de opvang. Tijdens deze intake kunnen ouders vertellen over de gewoontes van het kind, het voedings- en slaapritme, wat het prettig vindt, hoe het getroost wil worden, enzovoorts. Tijdens de intake kan het kind vast de groep verkennen op zijn eigen manier. De ouders kunnen ervoor kiezen om de kinderen 2 keer een halve dag te laten wennen. Uiteraard vragen we de ouder telefonisch bereikbaar te zijn, mochten er vragen zijn. Het zal van de ouders afhangen of ze hiervan gebruik zullen maken. Het kind blijft gedurende de gehele wenperiode en ook een aantal weken na de wenperiode gekoppeld aan een vaste pedagogisch medewerkster. Dit zal het kind extra veiligheid bieden. Het doel van het wen-dagdeel is: Het vertrouwd raken van het kind met de nieuwe omgeving en het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen kind en vaste pedagogisch medewerkster. Het vertrouwd raken van de ouders met de nieuwe situatie en het vertrouwen krijgen dat hun kind in goede handen is. Het goed op elkaar afstemmen van voedingsschema’s, slaapgewoontes en pedagogische aanpak thuis en op het kinderdagverblijf. Bij het wennen van de baby's gaan we ervan uit dat het ritme, de gewoonten die een kind thuis heeft, zo weinig mogelijk doorbroken worden. Het kind eet en slaapt zoveel mogelijk op dezelfde tijd en wijze als thuis. Ook de baby’s hebben zeker voor de eerste periode bij ons op het kinderdagverblijf een vaste pedagogische medewerkster. Deze voedt het kind, verschoont het en legt het in bed. Deze leidster is de vaste contactpersoon voor de ouders. Wel worden hier al snel andere leidsters bij betrokken, zodat het kind niet afhankelijk wordt van één leidster. Dit is organisatorisch niet mogelijk. Een kind dat de wenperiode meemaakt, heeft het soms moeilijk en wil soms graag extra aandacht. Wij begrijpen dat, en laten het kind ook toe verdriet te hebben. Wij troosten het kind, vertellen dat we begrijpen dat het verdriet heeft, en maken ook duidelijk dat mama of papa weer terug komt, en geven aan wanneer dat is. 12.1 Brengen en halen Teneinde de rust in de groep zoveel mogelijk te bewaren vinden we het belangrijk dat kinderen voor zoveel mogelijk op vaste tijden gebracht en gehaald worden. Wanneer kinderen in de ochtend komen vinden we het prettig dat zij voor 09.30 uur gebracht worden. De ouders kunnen dan door het hek/ijzeren poort lopen en aanbellen bij de schuifpui.
19
We laten ouders nooit 'stiekem' weggaan, ook niet wanneer een kind moeite heeft met afscheid nemen. Wij vinden het belangrijker dat het kind even de confrontatie aangaat, het even moeilijk heeft, maar dat het nooit bang hoeft te zijn dat mama of papa er in een onbewaakt ogenblik vandoor gaat. Wanneer het kind gewend is aan de gang van zaken bij het kinderdagverblijf, ondervindt het ook dat het elke keer opnieuw op de afgesproken tijd opgehaald wordt. Het vertrouwen dat het kind heeft in z'n ouders wordt zo versterkt. Aan het einde van de dag, als de kinderen worden gehaald, vindt de overdracht plaats. Voor de ouders is het belangrijk te weten wat het kind heeft meegemaakt, met wie het gespeeld heeft, wat er gedaan is, of het kind het naar de zin heeft gehad. Ook bijzonderheden of opvallende zaken worden door de pedagogische medewerkers verteld aan de ouders. De ouders kunnen dan door het hek lopen en bij de schuifpui aanbellen. Voor de baby’s (tot 1 jaar) wordt gebruik gemaakt van een speciaal ‘Schriftje’. In dit schriftje wordt per dag per kind bijgehouden wat het kind aangeboden heeft gekregen met betrekking tot voeding, verzorging en slapen; tijden, hoeveelheden en de naam van de leidster worden genoteerd. Dit geeft in één oogopslag een duidelijk beeld van de dag. Naast deze essentiële informatie vertelt de leidster het verloop van de dag. Bij de grotere kinderen ligt de essentie minder op de overdracht van de feiten rondom de verzorging en voeding. Bij de overdracht ligt de nadruk meer op de activiteiten en het gedrag van het kind die dag. Vragen als “wat heeft het kind gedaan?”, “met wie heeft het kind gespeeld?”, “wat is er opgevallen?”, etc. worden beantwoord. Zie ook ons wenbeleid.
20
13. Wie werken er op kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV? Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV werkt met gediplomeerde pedagogisch medewerkers die vanuit liefde ervoor gekozen hebben om met kinderen te werken. De inzicht en begrip van onze pedagogisch medewerkers en de manier waarop zij met jonge kinderen omgaan bepaalt de kwaliteit van onze kinderdagverblijf. Zij zorgen ervoor dat de kinderen zich veilig en prettig voelen, zij begeleiden de kinderen bij het leren en ontwikkelen van diverse vaardigheden/competenties. Kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV houdt een strenge selectieprocedure op motivatie en belangstelling voor het jonge kind. Wij werken alleen met pedagogische medewerkers die kunnen aantonen dat zij bewust hebben gekozen om met jonge kinderen te werken. Tijdens de wekelijkse teamoverleggen komen pedagogische onderwerpen aan de orde, zodat het pedagogisch klimaat optimaal blijft. 1 x Per maand hebben we een groot overleg waarbij ook protocollen, RI en de kinderen worden besproken. Op Het Vliegende Tapijt zijn Malissa en Cindy verantwoordelijk voor het pedagogisch klimaat, veiligheid, gezondheid en het aansturen van de groep. Er is minimaal 1 van deze beide leidsters aanwezig. Daarnaast is er een vrijwilliger die assisteert en ondersteunt op de groep. Inzet Pmio’er Met ingang van 1 mei 2014 heeft de directeur - naast haar directietaken- ook de functie van pedagogisch medewerker in opleiding (Pmio’er) en volgt zij de MBO opleiding Pedagogisch medewerker niveau 3. De directeur heeft Nederlands recht gestudeerd aan de Erasmus universiteit met als specialisatie recht van de gezondheidszorg. De Pmio’er is in bezit van haar Master diploma’s. De Pmio’er heeft tussentijds veel ervaring opgedaan in de kinderopvang, daarnaast is zij op de hoogte van het veiligheids-,gezondheids en pedagogisch beleid. De Pmio’er zal onder begeleiding van een externe coach en van Cindy en/of Malissa voor 33% intallig werkzaam zijn op de groep. 13.1 Vier -ogen-of-oren –principe Vanaf juli 2013, stelt de wet bij het ‘vier ogen principe’ dat de pedagogisch medewerker altijd gezien of gehoord moet kunnen worden door een andere volwassene, bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Bij Het Vliegende Tapijt hebben we er voor gekozen om, als onderdeel van de uitvoering van het vier ogen principe, gebruik te maken van toezicht door middel van camera`s. Op momenten dat er één medewerker op de groep aanwezig is kan er ten alle tijden meegekeken worden via de camera`s. Er is in alle ruimtes een camera aanwezig (zie protocol cameratoezicht).
21
Daarnaast hebben wij de volgende afspraken gemaakt: Er is een open aanspreekcultuur tussen de pedagogisch medewerkers, bijzonderheden worden altijd besproken. Het is de afspraak dat wij elkaar durven aan te spreken. De pedagogische medewerkers weten hoe om te gaan met ‘feedback’. Er wordt op de slaapkamer gewerkt met babyfoons die ook aanstaan en beluisterd worden. Ramen worden niet dichtgeplakt met werkjes van de kinderen. Wij werken met 1 verticale groep van maximaal 16 kinderen.
13. 2 Drieuursregeling Wellicht is het u al eens opgevallen dat er op bepaalde tijdstippen tijdelijk minder pedagogisch medewerkers worden ingezet. Dit is landelijk geregeld in de Kwaliteitsregels Kinderopvang en wordt ook wel de drieuursregeling genoemd. De drie-uursregeling op de hele dagopvang; wat houdt dit in? Tussen 09.30 uur en 12.30 uur en tussen 15.00 uur en 16.30 uur is het aantal pedagogisch medewerkers in overeenstemming met het aantal aanwezige kinderen. In de pauzeperiode tussen 12.30 uur en 15.00 uur slapen veel kinderen. Hierdoor behoeven minder kinderen actieve pedagogische aandacht en kunnen de pedagogisch medewerkers beurtelings lunchen. Gedurende deze slaap- en lunchtijd is het mogelijk dat minder pedagogisch medewerkers worden ingezet dan volgens de pedagogisch medewerker/kindratio is vereist. Dit mag nooit langer dan maximaal 2 uur. Vóór 09.30 uur en na 16.30 uur mag de afwijking van de pedagogisch medewerker/kindratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten. Op één dag mag er maximaal 3 uur tijdelijk minder personeel ingezet worden. Minimaal de helft van het aantal benodigde pedagogisch medewerkers moet aanwezig zijn tijdens die 3 uur. 13.3 Achterwachtregeling Op het moment dat een pedagogisch medewerker alleen op de groep staat, bijvoorbeeld omdat er weinig kinderen zijn, en het beroepskracht/kindratio dit toelaat, dient er te allen tijde een volwassene (binnen 15 minuten) beschikbaar/aanwezig te zijn om bij calamiteiten op de groep te assisteren. Onder calamiteiten verstaan wij: een ongeval waarbij een kind naar de dokter moet of andere onverwachte gebeurtenissen waarbij hulp nodig is. Deze achterwacht moet van te voren bekend zijn. Bij kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt zal de directeur Shakila Jitan, de gevolmachtigde Ritesh Jitan of een van onze pedagogisch medewerker als achterwacht worden ingezet. De werking van de achterwacht zal maandelijks worden geëvalueerd en zo nodig worden bijgesteld. Bij de telefoon komt te hangen wie de achterwacht is, en hoe die bereikbaar is. Tevens is er controle doordat er altijd zicht is via camerabeelden (zie protocol cameratoezicht). 13.4 Extra dagdelen opvang Soms hebben ouders behoefte aan extra dagdelen opvang bij kinderdagverblijf Het Vliegende Tapijt BV. Dat is uiteraard mogelijk. Dit heeft echter wel gevolgen voor de bezetting op de groep. Wanneer de bezetting het toelaat, is het mogelijk om een extra dagdeel af te nemen of een dagdeel te ruilen. Als er op de groep geen plaats is kan het kind voor dat dagdeel niet extra worden opgevangen. Ouders ondertekenen het formulier extra dagdelen voor de afgenomen extra dagdelen. De kind-leidster-ratio zal ten alle tijden kloppend moeten zijn.
22
14. Aangrenzend beleid & Werkinstructies. Eenvoudige regels maken de omgeving overzichtelijk en herkenbaar. Alle groepsleden weten wat er verwacht wordt. Kinderen proberen de grenzen af te tasten, om te ervaren wat er gebeurt als ze die overschrijden. Door kinderen aan te spreken op wat zij doen, leren zij de gevolgen van hun gedrag kennen. Omgaan met regels is een belangrijk aspect van de sociale ontwikkeling. Bovendien vormen regels voor het kind een uitdaging: ze kunnen immers worden verlegd en overtreden. Consequent zijn is van groot belang voor de duidelijkheid. Wij hebben de volgende protocollen/beleidsplannen/werkinstructies/formulieren en lijsten die zijn terug te vinden op locatie, op de plank in de hal: Pedagogisch beleidsplan. Ziektebeleid & medisch handelen. Voedingsbeleid. Wenbeleid. Protocol hygiëne. Protocol slapen. Protocol spelen. Protocol buitenspelen. Protocol uitstapjes. Protocol verschonen & toiletgebruik. Protocol cameratoezicht. Werkinstructie voedselbereiding. Werkinstructie Flessenvoeding & Babyvoeding. Protocol vermoeden kindermishandeling. Meldcode kindermishandeling. Huisregels Protocol gezond binnenmilieu. Schoonmaaklijst. Handelswijze ongevallen registratie. Medicijnverklaring. Rie’s veiligheid, gezondheid en hygiëne Dagschema. Werkafspraken. Protocol kind vermist op opvang. Protocol voor belonen en time-out.
23