operatie aan de dikke darm versneld herstel programma inhoudsopgave Een operatie aan de dikke darm Voorbereiding op de operatie Opname op de dag voor de operatie Optimale zorg op de dag van de operatie De dagen na de operatie Naar huis Dagboekje
een operatie aan de dikke darm Herstellen na een operatie aan de dikke darm U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan uw dikke darm. Anders dan voorheen kan een patiënt na de operatie al weer snel naar huis. Als het herstel voorspoedig verloopt, moet u denken aan drie tot vijf dagen. Hieronder vindt u uitleg over de operatie, en wat u voor, tijdens en na de operatie kunt verwachten. Voeding, beweging en pijnbestrijding zijn belangrijk bij herstel Naast uw algehele conditie voor de operatie, bepaalt in de eerste plaats de omvang van de operatie of het herstel voorspoedig verloopt. De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar de factoren die verder van invloed zijn op herstel. Voeding, beweging en pijnbestrijding zijn daarbij doorslaggevend. • Het is belangrijk dat u zo weinig mogelijk pijn heeft na de operatie, alles is er daarom op gericht dat uw pijn zo goed mogelijk bestreden wordt. • Het is goed dat u meteen na de operatie snel weer in beweging komt, zodat er zo min mogelijk spierkracht verloren gaat. • Het is belangrijk dat u goed blijft eten en drinken, ondanks de operatie, zodat u zo min mogelijk gewicht - en daarmee spiermassa en spierkracht - verliest. Het herstel begint dan ook meteen bij terugkomst op de afdeling na de operatie. U krijgt meteen drinken, en een vloeibare maaltijd. U mag even rechtop in bed of op een stoel zitten. De eerste dag na de operatie werken de darmen weer. U heeft rommelingen in de buik en u kunt windjes laten. U bent dan in staat om anderhalve liter te drinken, zodat het infuus eruit kan. U krijgt ‘s avonds uw eerste broodmaaltijd en u zit een aantal keren per dag in de stoel. De tweede dag na de operatie heeft u geen hulp meer nodig bij toiletgang en wassen en kunt u wandelen op de gang. De pijn wordt bestreden. Meestal wordt twee dagen na de operatie duidelijk hoe het herstelproces verloopt.
voorbereiding op de operatie Gesprek met een anesthesist Bij plaatsing op de opnamelijst wordt u doorverwezen naar de polikliniek anesthesie, huisnummer 228, op de tweede verdieping. U heeft een gesprek met de anesthesist die beoordeelt of u de narcose goed zal kunnen doorstaan. Als het nodig is vraagt de anesthesist aanvullend onderzoek aan. Dit kan gaan om uw hart en/of longfunctie, controle van het bloed, of bijvoorbeeld een hartfilmpje. U kunt tijdens dit gesprek uw vragen stellen over de narcose, en over de pijnbestrijding na de operatie.
Gesprek met een nurse practitioner Nadat de chirurg de operatie met u heeft besproken, krijgt u een gesprek met een nurse practitioner. Dit is een gespecialiseerd verpleegkundige die u voor, tijdens en na de operatie voorlicht en begeleidt. De nurse practitioner informeert u tijdens dit gesprek over de gang van zaken tijdens de opname en de operatie. Ook noteert de nurse practitioner uw persoonlijke en medische gegevens. Deze worden in het verpleegkundig dossier bewaard. Afspraak met een diëtist Als u in de periode voor de operatie meer dan 10% bent afgevallen, wordt u doorverwezen naar een diëtist. De diëtist overlegt met u hoe u kunt voorkomen dat u voor de operatie nog meer afvalt. Dit is belangrijk voor uw herstel na de operatie. Vaak is energierijke bijvoeding nodig om uw conditie voor de operatie nog te verbeteren.
opname op de dag voor de operatie Drinken De dag voor de operatie wordt u opgenomen. Het opnamebureau geeft door op welke afdeling u komt te liggen. U mag de dag voor de operatie tot 24.00 uur nog gewoon drinken. Het is belangrijk dat u nog minstens anderhalve liter drinkt. Vanzelfsprekend mag dat geen alcohol zijn. Na 24.00 uur mag u tot twee uur voor de operatie alleen heldere vloeibare dranken nuttigen. Op de avond voor de operatie, en op de ochtend van de operatie krijgt u twee pakjes drinkvoeding: PreOp genaamd. Dit is een helder drankje met citroensmaak dat vooral bestaat uit suikers. Als u vroeg op de dag geopereerd wordt is het belangrijk dat u de twee pakjes op tijd opdrinkt, omdat u immers twee uur voor de operatie niets meer mag drinken. PreOp is van belang voor uw herstel na de operatie. Let op! Bent u diabetespatiënt? Dan is PreOp niet geschikt voor u. Eten Op de dag voor de operatie mag u ook nog gewoon eten. Uw darmen worden, anders dan voorheen, niet geheel leeggemaakt voor de operatie. Dit wordt niet meer gedaan omdat dit veel nadelen heeft voor herstel na de operatie. Er bestaat kans op uitdroging en een verslechterde conditie. Daar komt nog bij dat het erg onprettig is voor de patiënt. Wanneer u aan het eerste stuk van de dikke darm (rechts) geopereerd wordt, verwijdert de chirurg tijdens de operatie de ontlasting. Dit gaat gemakkelijk omdat de ontlasting in dit deel van de darm nog dun is. Wordt u aan het laatste stuk van de dikke darm geopereerd (links), dan krijgt u de avond en de ochtend voor de operatie een klysma om het laatste stukje van de darm te reinigen. Slaap- en kalmeringstabletten Neemt u dagelijks een slaap- of kalmeringstablet, dan kunt u dit de avond voor de operatie ook doen. Bent u dit niet gewend, maar nerveus voor de operatie? Overleg dan met de anesthesist of u toch een kalmeringstablet mag innemen.
optimale zorg op de dag van de operatie Pijnbestrijding Zoals eerder besproken in deze brochure is goede pijnbestrijding van groot belang voor een snel herstel. Voor de operatie wordt tussen de wervels een katheter ingebracht. Deze zogenaamde epiduraal katheter (ruggeprik) maakt het mogelijk om op de plaats van de operatie de pijn te bestrijden. Door deze plaatselijke verdoving is er veel minder morfine nodig. Bijwerkingen van morfine zoals sufheid en het stilvallen van de darmen komen daardoor veel minder voor. Het is juist van belang dat de darmen blijven werken, zodat u meteen na de operatie weer kunt eten en drinken. De ruggeprik veroorzaakt een enigszins doof en tintelend gevoel in uw benen, maar u kunt wel gewoon lopen. Twee dagen na de operatie wordt de epiduraal katheter verwijderd. Naast deze vorm van pijnbestrijding krijgt u vier maal per dag twee tabletten paracetamol. Let op! Het is belangrijk dat u de tabletten paracetamol inneemt, ook al heeft u op dat moment geen pijn. Narcose De epidurale katheter zorgt voor plaatselijke verdoving. Daarnaast krijgt u algehele narcose. U merkt daardoor niets van de operatie. U bent binnen een half uur na de operatie weer bij bewustzijn. De narcose werkt niet lang na: u verblijft maar enkele uren op de uitslaapkamer. Blaaskatheter Tijdens de operatie wordt een slangetje in de blaas - een blaaskatheter - ingebracht. Dit is nodig omdat de blaas door de verdoving van de epiduraal katheter niet goed kan functioneren. De blaaskatheter wordt in principe op de tweede dag na de operatie verwijderd, nadat de epiduraal katheter is verwijderd.
Eten en drinken Als u terugkomt op de afdeling krijgt u een glas water. Het kan zijn dat u misselijk bent en daardoor niet kunt drinken. Om misselijkheid te voorkomen krijgt u hiervoor aan het einde van operatie een mid-del. Desondanks kan het gebeuren dat u zich toch misselijk voelt. Als u niet misselijk bent, probeert u dan minstens een halve liter te drinken na de operatie. 's Avonds krijgt u een vloeibare maaltijd. U voelt zelf of u in staat bent te eten. De maaltijd wordt aangevuld met energierijke drinkvoeding. Bewegen Na de operatie start u zo snel mogelijk met bewegen. Al op de dag van operatie moet u proberen even rechtop in bed of in een stoel te zitten. Bewegen is belangrijk om trombose te voorkomen en verlies van spierkracht tegen te gaan. Doordat u rechtop zit, komen ook uw darmen sneller op gang, het is goed voor de ademhaling en het voorkomen van luchtweginfecties. De zuurstofvoorziening naar de wond is daardoor beter, en dit is goed voor het herstel. Soms is lage bloeddruk de reden waarom het niet lukt om al overeind te komen. Lage bloeddruk is een van de bijwerkingen van de verdoving via de epidurale katheter. Als u lage bloeddruk heeft, geeft de anesthesist u daarvoor eventueel medicijnen. De eerste keer dat u uit bed gaat, begeleidt een verpleegkundige u daarbij. Hij of zij houdt uw bloeddruk dan goed in de gaten.
de dagen na de operatie Pijnbestrijding De standaard pijnbestrijding na de operatie ziet er als volgt uit. Omdat de mate van pijn van persoon tot persoon verschilt, wordt hier van afgeweken als dat nodig is. dag 0 en 1 dag 2 en 3
dag 4 en volgende dag 7 en volgende
• • • • • • • •
verdoving via de epidurale katheter vier maal 1000 mg paracetamol verdoving via epidurale katheter stopt op de tweede dag 2 x 400 mg ibuprofen (i.p.v. ibuprofen krijgen patiënten die ouder zijn dan 70 jaar 2 x 500 mg mebutan 4 x 1000 mg paracetamol afbouwen ibuprofen afbouwen paracetamol alleen nog paracetamol bij pijn
Eten en drinken De eerste dag na de operatie eet u nog vloeibaar. Als u niet misselijk bent, krijgt u 's avonds een broodmaaltijd. De dagen daarna eet u weer zoveel mogelijk gewoon. Uit ervaring weten we dat u die eerste dagen geen normale porties kunt eten. De maaltijden worden daarom aangevuld met energierijke bijvoeding. Bewegen De dagen na de operatie moet u proberen minstens zes uur uit bed te zijn, en tweemaal per dag een wandeling te maken over de afdeling. Om dit te kunnen, is goede pijnbestrijding een voorwaarde. Het is daarom belangrijk dat u duidelijk aangeeft als pijn u belemmert om uit bed te komen. Als uit bed komen niet lukt, probeer dan zoveel mogelijk rechtop in bed te zitten. Darmwerking Gedurende de opname krijgt u eenmaal daags een laxeermiddel, om de darmwerking te bevorderen en verstopping te voorkomen. Meestal komt de ontlasting binnen drie dagen weer op gang. Als u thuis diarree krijgt, kunt u stoppen met het laxeermiddel. U hoeft dit niet af te bouwen. Wat kunt u zelf doen aan uw herstel? We hebben in deze brochure uitgelegd waarom goed eten, drinken en bewegen goed is voor uw welbevinden en herstel. Wij vragen uw actieve bijdrage daarbij. Wilt u daarom het dagboekje dat bij deze folder is gevoegd invullen? U en wij kunnen dan goed bijhouden hoe het gaat met eten, drinken en bewegen: alle drie noodzakelijke voorwaarden voor goed herstel. Mocht een van die drie nog niet goed gaan, wordt het programma aan uw mogelijkheden aangepast.
naar huis Ontslag U mag na de operatie naar huis als: • u voelt dat u in staat bent om naar huis te gaan; • u windjes heeft gelaten of ontlasting heeft gehad; • u normaal eten verdraagt; • pijn goed te verdragen is. U heeft thuis in principe geen extra zorg nodig, tenminste als u voor de operatie ook niet afhankelijk was van hulp. Wel is het prettig wanneer u de eerste twee weken wat extra hulp krijgt van partner, familie of andere naasten. Zware huishoudelijke klussen bijvoorbeeld kunt u beter aan een ander overlaten. De chirurg neemt de definitieve beslissing of u naar huis mag, uiteraard in overleg met u. De huisarts wordt geïnformeerd over het ontslag. Complicaties Na iedere operatie kunnen complicaties optreden. Denkt u aan een longontsteking of blaasontsteking. De belangrijkste complicaties na een operatie aan de dikke darm vindt u hieronder. • Naadlekkage: dit betekent een lek op de plaats waar de darm na verwijdering van een ziek stuk darm - weer aan elkaar is gemaakt. De inhoud van de dikke darm lekt weg in de buik en kan voor ontsteking van het buikvlies zorgen. De symptomen zijn een bolle gespannen pijnlijke buik, misselijkheid, braken en koorts. Als er sprake is van naadlekkage, moet u opnieuw geopereerd worden. • Wondinfectie: dit is een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. De symptomen zijn roodheid van de huid of lekken van wondvocht. Bij een wondinfectie worden de hechtingen verwijderd, zodat de pus weggespoeld kan worden. U hoeft voor een wondinfectie niet in het ziekenhuis te blijven. Wanneer u thuis last krijgt van een van bovenstaande verschijnselen, moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Voor koorts geldt dat u dit al moet doen als uw temperatuur boven de 38,5 graden uitkomt. Om dit goed in de gaten te houden, vragen wij u in de eerste week na ontslag elke ochtend en avond uw temperatuur op te nemen, en dit te noteren op een lijstje dat u hiervoor mee naar huis krijgt. Neem tijdens kantooruren contact op met de nurse practitioners: 072 548 44 44 Inge Kemper sein 5617 of Rens Kleinman sein 5679. Neem buiten kantooruren contact op met de spoedeisende hulp van het MCA: 072 548 24 00 sein 5140. Let op: het is belangrijk te vermelden dat u deelneemt aan het Versneld Herstel Programma. Heeft u nog vragen? Het is belangrijk dat u goed geïnformeerd bent. Dit voorkomt onzekerheden zodat u de operatie rustig en met vertrouwen tegemoet kunt zien. Aarzel bij vragen daarom ook niet om contact op te nemen met de nurse practitioners. U vind de telefoonnummers hieronder. U belt eerst het algemene nummer van het MCA: 072 548 44 44. Vraagt u naar: Rens Kleinman, sein 5679 Inge Kemper, sein 5617
dagboekje Dag
Eten, drinken en bewegen
dag van operatie
800 ml gedronken
gelukt Zo nee, waarom lukt het nog niet ja nee
pap of vla gegeten
1 pakje drinkvoeding gedronken
0,5 – 1 uur in stoel gezeten
Dag
Eten, drinken en bewegen
eerste dag na operatie
1,5 liter gedronken
vloeibare maaltijd gegeten
gelukt Zo nee, waarom lukt het nog niet ja nee
2 pakjes drinkvoeding gedronken
minstens 6 uur uit bed geweest
minstens 2x gewandeld op de gang
Dag
Eten, drinken en bewegen
tweede dag na operatie
1,5 liter gedronken
normale maaltijd gegeten
2 pakje drinkvoeding gedronken
verzorging zonder hulp
minstens 6 uur uit bed geweest en gewandeld op de gang
gelukt Zo nee, waarom lukt het nog niet ja nee
Colofon Redactie Vorngeving Oplage Druk Artikelnummer
afdeling interne geneeskunde afdeling marketing & communicatie beeldgroep MCA e 300 / 3 druk / 2007 Marcelis – van der Lee – Adu BV 95221
Medisch Centrum Alkmaar Wilhelminalaan 12 1815 JD Alkmaar tel. (072) 548 44 44 fax (072) 548 20 58 www.mca.nl Op alle behandelingen in het MCA zijn de algemene voorwaarden van het MCA van toepassing, zie www.mca.nl of vraag bij de balie van patiëntenvoorlichting.