Opening Samenzang Komt allen tezamen, Jubelend van vreugde! Komt nu, o komt nu naar Bethlehem. Ziet nu de Vorst der eng’len hier geboren! Komt, laten wij aanbidden, (kinderen) Komt, laten wij aanbidden, (kinderen en vrouwen) Komt, laten wij aanbidden, die Koning! (kinderen, vrouwen en mannen) De hemelse eng’len Riepen eens de herders, Weg van de kudde naar ’t schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbied’ge schreden! Komt, laten wij aanbidden, (kinderen) Komt, laten wij aanbidden, (kinderen en vrouwen) Komt, laten wij aanbidden, die Koning! (kinderen, vrouwen en mannen) Het eeuwige Godswoord, Eeuwig licht des Vaders, Zien wij gehuld in het mens’lijk vlees. Goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, (kinderen) Komt, laten wij aanbidden, (kinderen en vrouwen) Komt, laten wij aanbidden, die Koning! (kinderen, vrouwen en mannen)
Schriftlezing:
Psalm 23
Gebed 1
Groepen 1 en 2 Zingen De eerste mensen in de hof van Eden Die zijn zo blij, gelukkig en tevreden. Er is geen angst, geen nood of pijn, Omdat zij God gehoorzaam zijn. Toen is de zonde in hun hart gekomen; Ze hebben de verboden vrucht genomen. Ze kruipen weg; wat zijn ze bang Komt dat nu door die sluwe slang? Maar Christus zal de duivel overwinnen, Het volk van God zal in de hemel zingen. Daar is geen angst, geen nood of pijn; Daar zal weer altijd blijdschap zijn. Verteller In de geschiedenis van het volk Israël is het opvallend hoe vaak de Heere herders uitkiest voor een taak. Abraham, Mozes, David... Ze waren allemaal herder van beroep. De Heere gaf hun een bijzondere taak en een grote plaats in de geschiedenis van Zijn volk. Zingen Nu daagt het in het Oosten, Het licht schijnt overal. Hij komt de volken troosten Die eeuwig heersen zal. De duisternis gaat wijken Van d’eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken Met ongekende pracht. 2
Opzeggen Toen Jezus nog niet was geboren, Werd al heel lang van tevoren De blijde boodschap aan mensen gebracht; En met verlangen Zijn komst Naar de aarde verwacht. Het staat in de Bijbel vermeld Hoe God Zijn boodschap aan de mensen vertelt; Aan Adam en Abraham, Aan David en de profeten: Wat God belooft zal Hij nooit vergeten. Zingen Luister, luister naar de woorden Dat Gods Zoon geboren is; Licht en luister voor de mensen In hun bange duisternis. Gloria! Veertig eeuwen van tevoren Was Hij reeds aan ons beloofd. Eind’lijk werd Hij toch geboren, Hij der eng’len Heer en Hoofd. Gloria! Alzo lief had God de wereld, Dat Hij zelfs Zijn eigen Zoon Voor die afgevallen wereld Overgaf aan smaad en hoon. Gloria!
3
Opzeggen Men had Hem eeuwenlang verwacht; En toen Gods tijdperk was volbracht, Toen zond Hij van Zijn hoge troon Het heil der wereld ons, Zijn Zoon. Verteller Micha 5:1 Opzeggen En gij, Bethlehem Efratha, Zijt gij klein? God slaat u gâ Onder Juda’s steden. Hoort: Uit u komt de Heerser voort. Hij, op Wie ’t volk Isrel wacht Komt uit Davids groot geslacht. Ook Zijn stad wijst Micha aan: Hier moet eens de kribbe staan. Zingen Heer’, al ben ik nog maar klein, Laat mij toch uw schaapje zijn; Dat ik altijd, overal U, mijn Herder, volgen zal. Amen.
4
Samenzang - Psalm 105:5 God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht Tot in het duizendste geslacht. ’t Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind.
5
Groepen 3, 4 en 5 Zingen Hij, die eenmaal heersen zal, Komt uit Bethlems arme stal. ’t Arme noemt nu Micha niet, ’t Is Zijn Godheid die hij ziet. ’t Kind komt wel uit Bethlehem; Méér spreekt echter Micha’s stem: Hij was eerder dan de tijd; Hij is God van eeuwigheid. Micha spreekt hier in Gods naam. God en mens is Hij tesaam. Hij wordt mens in deze stad, Hij, die God tot Vader had. Verteller Micha heeft voorzegd, dat de beloofde Koning in Bethlehem geboren wordt. Daarom moeten Jozef en Maria op weg naar Bethlehem, de geboortestad van koning David. Zingen Langs de donk’re huizenrijen Ach, wie lopen daar zo laat? Het is Jozef, die daar langzaam, Zoekend met Maria gaat. Deur na deur gaat langzaam open; Deur na deur gaat ook weer toe. Niemand laat hen binnen komen En ze zijn zo vrees’lijk moe. 6
Opzeggen Lukas 2: 4 en 5 Zingen Dit is de dag, die God ons schenkt, Waaraan thans ieder Christen denkt; Hem viere, wat in 't groot heelal Door Jezus is en wezen zal. Geloofd Die komt in 's Heeren naam! Wij, christenen, zegenen U te zaam, U, Vredevorst, der vad’ren wens, U, Zaligmaker, God en mens! Verteller De Heere Jezus is gekomen, zoals Hij gezegd had. In Psalm 40 lezen we: Opzeggen Toen zeide Ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden Mijns ingewands. Opzeggen Lukas 2: 6 en 7 Zingen In Bethlehems stal, lag Christus de Heer, In doeken gehuld, als kindje terneer. Voor Hem was geen plaats meer, in herberg of huis; Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis.
7
Zo arm werd de Heer’, der engelen Heer’, Die zondaren mint, zo nameloos teer. Die hun wil vergeven, hoe veel het ook zij; Hij maakt door zijn Liefde Zijn kinderen vrij. U wijd ik mijn vreugd, mijn leven, mijn hart, Bij U wil ik zijn in blijdschap en smart. Heer, geef mij een hart dat U altijd bemint, Dan ben ik van nu aan voor altijd Uw kind. Opzeggen Kerstfeest: Jezus is geboren! Hij, de Koning van ’t heelal, Kwam om zondaars, diep verloren, Op te rapen uit hun val. Kerstfeest: Jezus is geboren In een arme beestenstal. Nog doet Hij Zijn stem ons horen Door Zijn Woord, dat blijven zal. Kerstfeest: Jezus is geboren! Ja, Zijn stem klinkt in onze oren, Maar Wie luistert naar Zijn Woord? Heere, open hart en oren, Opdat wij U waarlijk horen; Trek ons met Uw liefdekoord. Zingen Psalm 8: 1 en 4
8
Samenzang - Psalm 72: 2 , 10 en 11 De bergen zullen vrede dragen, De heuvels heilig recht. Hij zal hun vrolijk op doen dagen Het heil, hun toegezegd. ’t Ellendig volk wordt dan uit lijden Door Zijnen arm gerukt. Hij zal nooddruftigen bevrijden, Verbrijz’len, wie verdrukt. Dan zal na zoveel gunstbewijzen ’t Gezegend heidendom ’t Geluk van deze Koning prijzen, Die Davids troon beklom. Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen, Bekleed met mogendheên: De HEER’, in Israël geprezen, Doet wond’ren, Hij alleen. Alleen schoolkinderen: Zijn naam moet eeuwig’ eer ontvangen, Men loov’ Hem vroeg en spâ! De wereld hoor’ en volg’ mijn zangen Met amen, amen, na!
Vertelling De herders
9
Samenzang Hoor de eng’len zingen d’eer Van de nieuwgeboren Heer’. Vreed’ op aarde, ’t is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Mengt u, volken, in het koor, Dat weerklinkt de hemel door; Mensentong en eng’lenstem, Zingt het Kind van Bethlehem. Hoor de eng’len zingen d’eer Van de nieuw geboren Heer’! Heil de Vorst der eeuwigheid, Zonne der gerechtigheid. Van Zijn vleug’len dalen neer Licht en leven altijd weer. Lof U, die Uw glorie deed Schuilen in het aardekleed, Opdat wij, van zonde rein, Nieuw geboren zouden zijn. Hoor de eng’len zingen d’eer Van de nieuwgeboren Heer’!
10
Groepen 6, 7 en 8 Zingen Herders op de velden hoorden een nieuw lied; Dat Jezus was geboren, zij wisten ’t niet. Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden daar; Beth’lem is de stede, daar is ’t geschied voorwaar. Kyriëleis! Verteller En de herders? Ze gaan! Op weg naar Bethlehem. Ze geloven het Woord dat de Heere hun door de engel heeft verkondigd. Deze eenvoudige herders, zij mochten de eersten zijn die van de geboorte van de Zaligmaker hebben gehoord. Eens zocht de Heere de herdersjongen David op in de velden van Bethlehem. Nu zijn het weer herders van Bethlehem die door de Heere worden opgezocht. Opzeggen Lukas 2: 16 en 17 Zingen Wij gaan met haast naar Bethlehem, Een Herder is geboren! Wij zien daar in een kribbe Hem Die zoekt wat is verloren. Een Herder als een lam zo klein, Een Koning die een Knecht wil zijn, Hij roept, maar wie zal horen?
11
Zingen en opzeggen Want een Kind is ons geboren En een Zoon gaf God aan ons. De heerschappij rust op Zijn schouder En Zijn Naam zal zijn: wonderbare Raadsman, Machtige God, Eeuwige Vader, de Vredevorst, Immanuël, God met ons! Want alzo lief had God de wereld, Dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft. Iedereen die in Hem gelooft, Leeft in eeuwigheid. Wonderbare Raadsman, machtige God, Eeuwige Vader, de Vredevorst, Immanuël, God met ons! Zingen De Heiland is gekomen in Beth’lems kleine stal, Die voor miljoenen vromen een Herder wezen zal. Verteller En geloofden de mensen wat de herders hun vertelden? O ja, ze waren welverwonderd over deze blijde boodschap. Maar niemand ging op zoek naar de geboren Zaligmaker, Die in de wereld was gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Ze hadden Hem niet nodig. Toch kwam de Heere Jezus naar de aarde. Hij is, net als David en de herders, ook een Herder van Bethlehem. Hij is de goede Herder.
12
Zingen Komt verwondert u hier mensen, Ziet, hoe dat u God bemint. Ziet vervuld der zielen wensen, Ziet dit nieuw geboren Kind! Ziet, Die ’t Woord is, zonder spreken, Ziet, Die Vorst is, zonder pracht. Ziet, Die ’t al is, in gebreken, Ziet, Die ’t licht is in de nacht. Ziet, Die ’t goed is, dat zo zoet is, Wordt verstoten, wordt veracht. Opzeggen Licht dat in de duisternis Ons van God gezonden is, Gij vervult met hemelgloed ’t Koud en ledig aards gemoed. Als een dienstknecht kwaamt Gij neer, Keerde als een Koning weer, Maakte zondeslaven vrij, Doe dat, Heiland, ook aan mij! Zingen Psalm 130: 4 Verteller De herders van Bethlehem, de Heere zocht ze op. Allemaal mochten ze iets zien van de heerlijkheid van die grote Herder van Bethlehem, de Heere Jezus. Ken jij die goede Herder? De Heere Jezus zegt: “Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen en wordt van de Mijnen gekend.” 13
Deze Herder zoekt nog steeds verloren mensen op: grote mensen, maar ook kinderen. “Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen, en zij zullen Mijn stem horen, en het zal worden één kudde en één Herder.” Zingen The Lord’s my shepherd, I’ll not want; He makes me down to lie In pastures green; he leadeth me The quiet waters by. My soul he doth restore again And me to walk doth make, Within the paths of righteousness E’en for his own name’s sake. Yea, though I walk through death’s dark vale, Yet will I fear no ill; For thou art with me; and thy rod And staff me comfort still. Goodness and mercy all my life Shall surely follow me. And in God’s house forever more My dwelling place shall be.
14
Zingen (solo en alle aanwezigen) Eer zij God in onze dagen, Eer zij God in deze tijd. Mensen van het welbehagen Roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo! (alle aanwezigen) Lam van God, Gij hebt gedragen Alle schuld tot elke prijs. Geef in onze levensdagen Pais en vree, kyriëleis. Gloria in excelsis Deo! (alle aanwezigen)
Sluiting
Zingen
Ere zij God
Bestuur en schoolteam wensen u gezegende Kerstdagen en een voorspoedig Nieuwjaar!
15