Opbouw van de Europese Monetaire Unie Seminarie voor leerkrachten, NBB Brussel, 21 oktober 2015
Ivo Maes
DS.15.10.441 Construct EMU 21_10_2015 NL
Opbouw van de Europese monetaire unie
1. Beschouwingen over monetaire integratie 2. Een eerste poging tot monetaire unie 3. Het Europees Monetair Stelsel 4. Economische en Monetaire Unie
2
EMU en de Franse en Duitse visie op het beleid
3
Voornaamste (economische) paradigma’s en economische beleidsvorming in Frankrijk
centralisatie van de macht: "la tradition républicaine"
politieke sturing van de economie (planning)
Europa: intergouvernementele benadering
4
Voornaamste (economische) paradigma’s en economische beleidsvorming in Duitsland
verdeling van de macht: 'federalistische' benadering
ordoliberalisme
Duitsland binden aan een supranationaal Europa
5
Drie traumatische gebeurtenissen voor naoorlogse beleidsmakers
1. Tweede Wereldoorlog
2. Grote Depressie
3. Duitse hyperinflatie
6
Verdrag van Rome
Oprichting van een gemeenschappelijke markt (vier vrijheden)
Monetaire dimensie: beperkt
7
Top Den Haag (1969): EMU wordt een doel van de Gemeenschap •
Succesvolle voltooiing van douane-unie en gemeenschappelijk landbouwbeleid
•
Ontgoocheling over centrale plaats van USD in Bretton Woods-stelsel
•
Vrees: toekomst van vast wisselkoersstelsel (en gevolgen voor gemeenschappelijke markt)
•
Nieuwe politieke leiders 8
Rapport Werner (1970)
•
Kenmerken van een monetaire unie
•
Twee nieuwe Gemeenschapsinstellingen:
•
9
•
Centrum voor de besluitvorming inzake het economisch beleid
•
Communautair systeem van centrale banken
Drie fasen
Mislukking van het Rapport Werner
Begin 1974 (einde eerste fase)
10
•
Beleidscoördinatie: beperkt
•
Wisselkoersen: spanningen
•
EMCF: naambordje op een deur
•
Integratie van de financiële markten: meer controles
Redenen mislukking: • Veranderingen in de internationale omgeving •
Ineenstorting Bretton Woods
•
Olieschok
• Intrinsieke zwakte van het rapport
• Gebrek aan politieke wil • Gaullisten • Verenigd Koninkrijk • Voorrang aan nationale economische doelstellingen
11
Inflatie in Duitsland en Frankrijk in de jaren zestig en zeventig 15 13 11 9 7 5 3 1 -1 -3 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 Duitsland
12
Frankrijk
Frankrijk minus Duitsland
Het Europees Monetair Stelsel
• Akkoord tussen de centrale banken van de Gemeenschap
• Oprichting: maart 1979
• Doelstellingen: •
Een zone van interne en externe monetaire stabiliteit tot stand brengen in Europa
•
Raamwerk voor betere coördinatie van het economisch beleid
•
Bijdragen tot het verminderen van mondiale monetaire instabiliteit
13
Kenmerken van het EMS 1. Wisselkoersmechanisme: • • •
Spilkoersen tussen deelnemende valuta's Aanvankelijk: fluctuatiemarge van 2,25 % als regel Herschikkingen: onderlinge overeenstemming
2. Kredietmechanismen: •
Interventies ondersteunen
3. European Currency Unit (ecu): • 14
Mandvaluta
De ECU
15
De werking van het EMS
16
De werking van het EMS
• Aanvankelijk: scepticisme • 1979-1983: een moeilijke start • 1983-1987: op weg naar meer stabiliteit • 1987-1992: stabiliteit en nieuwe toetreders • 1992-1993: crisis • 1994 - 1998: terugkeer naar stabiliteit
17
Herschikkingen binnen het EMS Aantal valuta's
8 7 6 5 4 3 2 1 0
18
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
Het EMU-proces
De onmogelijke driehoek
vaste wisselkoersen
vrij verkeer van kapitaal
19
onafhankelijk monetair beleid
Het rapport Delors (april 1989) 1. Monetaire Unie •
Prijsstabiliteit als doel voor het monetair beleid
•
Onafhankelijke centrale bank
2. Economische Unie •
Bindende regelgeving voor nationaal begrotingsbeleid
•
Afschaffing van monetaire financiering van overheidstekorten
3. Drie fasen om EMU tot stand te brengen
20
Het Verdrag van Maastricht (1991)
Europese Gemeenschap (EMU)
21
Buitenlands beleid en veiligheidsbe -leid
Samenwerking op het vlak van justitie en Binnenlandse zaken
Kenmerken van EMU • Monetair beleid • Prijsstabiliteit • Onafhankelijke centrale bank • Andere instrumenten van het economisch beleid • Multilateraal toezicht • Buitensporigtekortprocedure • Cohesiefondsen
22
Weg naar EMU • Fase II (januari 1994) • Oprichting van Europees Monetair Instituut • Verbod op monetaire financiering • Convergentieprogramma's • Fase III • Data (1997 en 1999) • Convergentiecriteria • Prijsstabiliteit • Houdbaarheid van overheidsfinanciën • Stabiliteit van de valuta • Langetermijnrente
23
De EMS-crisis van 1992-1993 Achtergrond:
ontwikkeling van internationale financiële transacties
Proloog:
convergentiespel
Redenen:
* economische fundamentals * beleidsmix in Duitsland na eenmaking
Aanzet:
* Deens referendum (mei) * onzekerheid Frans referendum
Eerste fase:
aanval op valuta's met zwakke fundamentals
Tweede fase:
domino-effecten
1 augustus 1993: verruiming van fluctuatiemarges tot 15 %
24
Renteverschillen van enkele Europese valuta's ten opzichte van de Duitse mark1
Driemaands euro-deposito’s Bron: NBB
25
Wisselkoersen van enkele Europese valuta's ten opzichte van de Duitse mark (indices 1987=100) 120 110
100 90
80 70
BEF
FRF
GBP
ITL
NLG
ESP
60
DKK 50
87
26
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
De EMS-crisis
27
Scenario voor de invoering van de euro (Top van Madrid, december 1995)
1998 voorjaar
Europese top: beslissing over de deelnemende landen
1998 zomer
Oprichting van de Europese Centrale Bank
1999 januari
Monetaire unie: onherroepelijke vaststelling van de wisselkoersen
2002 januari
28
Invoering van de eurobiljetten en -munten
Inflatieconvergentie in de Europese Unie
29
Overheidstekort in de Europese Unie (in procenten bbp)
30
De invoering van de euro
31
De invoering van de euro
32
Redenen voor het succes
• Structurele factoren: • Meer economische integratie • Grotere consensus over beleidsdoelstellingen • Een groeiende politieke wil • De internationale rol van Europa • Een sterke dynamiek: • De dynamiek van de interne markt • De Frans-Duitse toenadering • Het sluiten van het Verdrag van Maastricht • Er is 'geen weg terug'
33