Op weg naar een integraal crisisproces voor de Jeugd & Opvoedhulp Jeugd GGZ Jeugdigen met een beperking (LVB) en Huiselijk Geweld
Albert Veuger – kwartiermaker crisiszorg In opdracht van alle Utrechtse gemeenten, en Weesp en Wijdemeren 6 februari 2015
Inhoudsopgave
1
Inleiding __________________________________________________________________ 3
2
Crisisdiensten en crisisinterventies – 24/7 uurs bereikbaarheid _______________________ 5
3
Werkwijze rond crisisdienst, crisisinterventie en crisiszorg ___________________________ 8
4
Aanbod crisiszorg ten behoeve van de Utrechtse gemeenten _______________________ 13
5
Bevindingen en conclusies ___________________________________________________ 16
6
Advies voor vervolg stappen _________________________________________________ 19
Bijlage 1: Gebruikte documenten __________________________________________________ 22 Bijlage 2: Gesprekken gevoerd met (face to face en telefonisch) _________________________ 23 Bijlage 3: Checklist bij inrichting van de toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties ___________ 24 Bijlage 4: Overzicht van huidige toeleidingstappen bij Jeugdzorg, LVB en Jeugd GGZ ________ 25 Bijlage 5: Stappen schematisch weergegeven rond crisisinterventie en crisiszorg ____________ 26 Bijlage 6: Reacties op de rapportage _______________________________________________ 27
Op weg naar een integraal crisisproces
2
1
Inleiding
In deze rapportage wordt verslag gedaan van de eerste verkenning van de opdracht kwartiermaker crisiszorg om te komen tot een integraal crisisproces voor de deelsectoren jeugd en huiselijk geweld voor alle Utrechtse gemeenten en Weesp en Wijdemeren. Achtergrond van deze opdracht Per januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de gehele jeugdhulp en WMO en daarmee hebben ze ook de verantwoordelijkheid, de organisatie en de regie op de uitvoering van de crisisdienst en de crisiszorg voor de jeugdhulp en WMO. De gemeenten in de provincie Utrecht (en Weesp en Wijdemeren) zien hierin ook een kans om het crisisproces meer integraal te organiseren: één telefoonnummer voor burgers en professionals, verbonden met bestaande crisisnummers van de verschillende organisaties, waar een 24/7 bezetting aanwezig is, die snel en efficiënt kan inspringen waar nodig. Hiervoor is het noodzakelijk dat crisiszorg in het nieuwe sociale domein horizontaal (Jeugd-GGZ/verslaving, Jeugd & Opvoedhulp en Licht Verstandelijk Beperkten/LVB) en verticaal (voor alle leeftijden) wordt ontschot. Er wordt dan intersectoraal samengewerkt door specialisten op het gebied van jeugd en volwassenen. Naast het uitvoeren van risicotaxatie, moeten zij ook in staat zijn om hulp te verlenen. Dat is per 1 januari 2015 nog niet mogelijk, maar het is een groeimodel dat komend jaar of jaren kan worden ontwikkeld en geïmplementeerd. De opdracht voor de kwartiermaker crisiszorg De bovenregionale ambtelijke stuurgroep jeugd (vertegenwoordigers van alle betrokken gemeenten) hebben om bovenstaande te bereiken november 2014 aan Stade Advies de opdracht gegeven om een eerste stap te zetten in dit proces. De opdracht aan de kwartiermaker crisiszorg in de persoon van Albert Veuger was: - Zorg voor één telefoonnummer voor een 24/7 uurs bereikbaarheid voor alle crises op terrein van jeugd (dus ook voor Jeugd GGZ en Jeugd LVB) en de bemensing daarachter om een crisis in te schatten en door te schakelen naar de juiste vorm van crisisinterventie/-zorg (SAVE/zorgaanbieders of lokale wijk/jeugdteams). Sluit hierbij zoveel mogelijk aan bij de bestaande afspraken rond crises in de Jeugd & Opvoedhulp. - Maak een inventarisatie van alle vormen van crisisdiensten en -interventies binnen het sociaal domein van de Utrechtse gemeenten. De inventarisatie moet de basis vormen om vervolgstappen te maken om op termijn te komen tot een integrale crisisorganisatie voor alle betrokken gemeenten (met nadruk is gesteld om het in deze fase te beperken tot met name de Jeugd & Opvoedhulp, Jeugd GGZ en Jeugd LVB en het Huiselijk Geweld). - Geef een advies hoe te komen tot een integrale samenhangende crisiszorg voor de Utrechtse gemeenten. De stuurgroep heeft afgesproken dat Laura Kamphaus, beleidsadviseur gemeente IJsselstein en vertegenwoordiger regio Lekstroom, de contactpersoon is voor de kwartiermaker crisiszorg. NB: Het is goed om op te merken dat het in deze opdracht niet gaat over calamiteiten; daar heeft men het doorgaans over als er bij het verlenen van hulp iets ernstig mis is gegaan. Daarvoor hebben gemeenten en instellingen inmiddels een apart protocol ontwikkeld. De uitgevoerde werkzaamheden in de opdracht Om goed aan te sluiten bij de ontwikkelingen rond dit thema in de regio’s, is de kwartiermaker gestart met een gesprek met vertegenwoordigers van de 6 regio’s (de 28 gemeenten werken in regio’s samen – bestaande uit stad Utrecht, Utrecht West, Zuid Oost, Eemland, Food Valley en Lekstroom). Daarnaast is schriftelijk en digitaal actuele informatie over de crisiszorg ingewonnen (zie overzicht bijlage 1). Vervolgens is gesproken met vertegenwoordigers van de betrokkenen bij de crisisdiensten en de crisiszorg (zie bijlage 2 voor overzicht gevoerde gesprekken). Kern van de gesprekken was: - Kan het telefoonnummer 0800-2000 van Veilig Thuis het ene nummer worden voor alle crises op het brede terrein van jeugd en huiselijk geweld?
Op weg naar een integraal crisisproces
3
-
Als er met het ene telefoonnummer gewerkt gaat worden, wat er moet er dan nog met overige crisisdiensten geregeld worden? Wat kan allemaal door de crisisdienst van Veilig Thuis gebeuren en wat moet door anderen gebeuren om een goed lopend crisiszorg-proces in te richten? Hoe werkt het huidige proces rond crisiszorg bij de verschillende deelsectoren? Wat is de huidige omvang van crisiszorg in de verschillende deelsectoren? Welke stappen moeten worden gezet door de verschillende betrokkenen om te komen tot een integrale crisisaanpak tussen de crisisdienst/interventie, de crisiszorg en de vervolgzorg? Wat moet de verbinding worden met het lokale veld? Wat is de rol van de nieuwe opdrachtgever (de gemeente)?
Bovengenoemde zaken zijn ook onderwerp geweest in meerdere groepsgesprekken met: - een aantal bestuurders van zorgaanbieders; - kwartiermakers crisiszorg van de huidige jeugd & opvoedhulp en Veilig Thuis; - vertegenwoordigers van de Jeugd GGZ, Jeugd & Opvoedhulp, LVB sector en Veilig Thuis. Rapportage - leeswijzer Op basis van verworven informatie en inzichten is deze rapportage tot stand gekomen. De conceptrapportage is voorgelegd aan de vertegenwoordigers van de 6 regio’s waarmee deze opdracht ook is gestart. De rapportage is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de crisisdienst (waar de crisis aangemeld wordt, waar de beoordeling gemaakt wordt en de eerste interventie wordt uitgevoerd; zeg maar de eerste 24 uur van het crisisproces uitgevoerd door de crisisdienst van Veilig Thuis). In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het hele crisisproces – van aanmelding tot crisiszorg (crisiszorg uitgevoerd door zorgaanbieders start meestal binnen 24 uur en duurt meestal maximaal 28 dagen) en het samenspel tussen de crisisdienst en de uitvoerders van de crisiszorg. In hoofdstuk 4 wordt het aanbod van crisiszorg in kaart gebracht. Hoofdstuk 5 geeft de bevindingen en conclusies weer en tot slot wordt in hoofdstuk 6 een advies over vervolgstappen gegeven. Dank voor de goede medewerking De opdracht moest in korte tijd plaatsvinden en dat was alleen mogelijk doordat alle betrokken personen – van gemeenten en instellingen - zeer goed en flexibel hebben meegewerkt. De meeste betrokkenen geven aan dat ze het belangrijk vinden dat de gemeente het initiatief heeft genomen. Men onderschrijft de wens om te komen tot één telefoonnummer voor crises op het terrein van jeugd en huiselijk geweld en een meer samenhangend en integraal crisisproces. Men heeft aangegeven daar in het vervolg graag aan mee te willen werken.
Op weg naar een integraal crisisproces
4
2
Crisisdiensten en crisisinterventies – 24/7 uurs bereikbaarheid
In het kader van de transities is landelijk afgesproken dat de Advies en Meldpunten kindermishandeling (AMK’s) en de Steunpunten Huiselijk Geweld samen moeten gaan. Samen vormen zijn nu Veilig Thuis met het telefoonnummer 0800-2000. De Utrechtse gemeenten hebben vorig jaar besloten Veilig Thuis te positioneren bij de nieuwe organisatie Samen Veilig Midden Nederland (was voorheen Bureau Jeugdzorg). Deze organisatie voert ook de jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen uit onder de naam SAVE (SAmenwerken aan VEiligheid). De SAVE werkzaamheden worden uitgevoerd in lokale teams die nauw verbonden zijn (of worden) aan de lokale toegang/sociale wijkteams. Crisisdienst binnen Veilig Thuis – 0800-2000 De gemeenten hebben ook besloten om de crisisdiensten van Bureau Jeugdzorg (spoedeisende zorg - SEZ) en van huiselijk geweld onder te brengen bij Veilig Thuis. Binnen Veilig Thuis zijn zo’n 70fte beschikbaar voor de diverse werkzaamheden. Uitgebreide informatie over de inrichting, kerntaken, en tijdelijke werkorganisatie van Veilig Thuis is opgenomen in de notitie ‘Fijnstructuur Inrichting Veilig Thuis, oktober 2015 van Bureau Jeugdzorg Utrecht, Moviera en Welzin’. In deze notitie zijn ook een aantal punten opgenomen voor de doorontwikkeling van Veilig Thuis. Binnen Veilig Thuis wordt de crisisdienst verzorgd door zoals ze dat intern noemen het Meld- en Crisis Punt. Dit punt is 24/7 uur bereikbaar en wordt bemenst door een gemengd team van mensen die voorheen actief waren bij de spoedeisende zorg van Bureau Jeugdzorg en het steunpunt huiselijk geweld. De medewerkers maken een inschatting van de crisissituaties, doen dit zo nodig ter plaatse en kunnen direct een crisisinterventie uitvoeren. Daarnaast zijn er enkele mensen die het Crisis Coördinatie Punt (CCP) vormen en verantwoordelijk zijn voor de plaatsingen. Bij Veilig Thuis komen naast crisismeldingen ook de zorgsignalen van de politie binnen, signalen rond kindermishandeling en huiselijk geweld (in de praktijk zit er regelmatig overlap in crisismeldingen en overige meldingen). Op het proces van crisisaanmelding tot crisiszorg, de begrippen en de stappen in het proces, en het samenspel tussen crisisdienst en de aanbieders/organisaties die crisiszorg leveren, wordt in het volgende hoofdstuk uitgebreider ingegaan. Over Veilig Thuis is er januari 2015 een Landelijke campagne gestart met spotjes op TV en radio, informatie via huis-aan-huis bladen etc. om burgers te informeren. Vraag is wel of daar ook nadrukkelijk bij wordt vermeld dat men op dit adres ook terecht kan in geval van crisissituaties. Naast de crisisdienst van Veilig Thuis bestaan er nog aparte crisisdiensten voor GGZ, LVB sector, Verslavingszorg en maatschappelijke Opvang. Korte informatie over deze crisisdiensten treft u hieronder aan. Crisisdienst GGZ De GGZ crisisdiensten met 24/7 uurs bereikbaarheid zijn in Nederland per regio verdeeld. Voor de Utrechtse gemeenten wordt deze taak uitgevoerd door Altrecht als het gaat om de stad Utrecht, de regio’s, Zuid Oost, Food Valley, Lekstroom en Utrecht West. Voor de regio Eemland is dit het RIAGG Amersfoort en omstreken en voor de gemeenten Weesp en Wijdemeren wordt de 7x24 uurs crisisdienst uitgevoerd door GGZ Centraal, Gooi & Vechtstreken. Door de fusie zal de 7x24 uurs crisisdienst van de RIAGG Amersfoort in de loop van 2015 samen gaan met Symfora/Meander (onderdeel van GGZ Centraal). Verwijzers zijn met name huisartsen, medisch specialisten, Bureau Jeugd Zorg en politie. De acute psychiatrie biedt binnen 24 uur ambulante hulp. Doorgaans duldt de situatie geen uitstel en wordt direct hulp ingezet. De hulp bestaat uit crisisinterventie, diagnostische inschatting en eventueel kortdurende voorgezette crisisinterventie waarin wordt gestreefd naar herstel van evenwicht van de patiënt. Zo nodig regelt de crisisdienst voortgezette hulpverlening binnen Altrecht/RIAGG of daarbuiten. Indien nodig, regelt de crisisdienst acute opname in een psychiatrisch ziekenhuis. In de regio zijn ook BOPZ bedden voor kinderen en jeugdigen beschikbaar. Veel meldingen beschouwt de psychiatrie als sub-acuut, wat wil zeggen dat het niet noodzakelijk is acuut een psychiatrische beoordeling te doen; in deze gevallen wordt binnen vijf dagen een intake verzorgd. Op weg naar een integraal crisisproces
5
Meldingen rondom Jeugd GGZ kwamen voor 2015 ook wel binnen bij de crisisdienst van Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg betrok dan zo nodig de crisisdienst van de GGZ. De crisisdienst van de GGZ wordt gefinancierd door de zorgverzekeraar, maar wat betreft de crisis van jeugdigen is dit per 2015 een verantwoordelijkheid van de gemeenten. De bereikbaarheid van de GGZ crisisdiensten voor Altrecht is binnen kantooruren in Utrecht via nummer 030-2308850 en in Zeist via nummer 030-6965333. Buiten kantooruren gelden er nachten weekendnummers, die in iedere huisartsenpraktijk in de regio bekend zijn. Eventueel zijn die via de portier van het Willem Arntsz Huis - alleen door erkende verwijzers- dag en nacht op te vragen: 030-2308888. De bereikbaarheid van de crisisdienst van RIAGG Amersfoort is binnen kantooruren 033-463500. Buiten kantooruren is de 7x24 uurs crisisdienst bereikbaar via de huisartsenposten en de politie. Crisisdienst sector Licht Verstandelijk Beperkten (LVB) De sector LVB heeft voor jeugdigen op dit moment in 2015 geen speciaal telefoonnummer voor crisismeldingen. Tot 2015 werden crisissituaties door Bureau Jeugdzorg, Willem Schrikker Groep of MEE gemeld bij de LVB crisisregisseur van de VGU en Achmea. Voor crisisplaatsingen had men altijd (eventueel achteraf) een CIZ indicatie nodig. Een crisisplaats wordt aangevraagd bij de crisisregisseur (zij heeft o.a. een actueel overzicht van de specialistische crisisplaatsen binnen (L)VG-instellingen (veelal instellingen die vallen onder de regeling landelijk werkende instellingen)). De crisisregisseur beoordeelt of er terecht beroep wordt gedaan op de crisisregeling. Zij inventariseert de zorgvraag en maakt afspraken met de zorgaanbieder. De aanmelder van de crisis is verantwoordelijk voor het regelen van wat nodig is om na afloop van de crisiszorg terugdan wel doorplaatsing te regelen (de LVB-regisseur geeft hierbij wel advies). Het gaat om jongeren die nog thuis wonen of ambulant worden begeleid, maar voor een deel betreft het jeugdigen die al in een instelling verblijven maar die door een crisis aangewezen zijn op een zwaardere besloten plek in een vaak bovenregionaal werkende zorginstelling (zoals Groot Emaus in Ermelo of de Beele in Voorst). De LVB regisseur heeft een continu beeld van de beschikbare plekken in de betreffende regio, maar ook van met name landelijk werkende instellingen (die vallen onder een speciale regeling). De LVB crisisregisseur voor o.a. de Utrechtse gemeenten is aangesteld door de zorgaanbieders binnen de Vereniging Gehandicaptenzorg Utrecht (VGU) in samenwerking met Achmea. Formeel houdt deze dienstverlening voor jeugdigen per 1-1-2015 op (behalve als jeugdigen een plaatsing krijgen via de Wet Langdurige Zorg), omdat de gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor deze zorg. Voorlopig maken de gemeenten nog van de ketenregisseur gebruik op basis van uitgevoerde verrichtingen totdat ze een besluit hebben genomen over de toekomstige inrichting van het crisisproces. NB: In de regio’s in Noord Holland hebben samenwerkende gemeenten wel afspraken gemaakt met VGU en Achmea en liften ze mee op de bestaande crisisregeling voor de doelgroep LVB. Ze maken dus gebruik van de diensten van de LVB regisseur en kopen deze dienstverlening in. De afspraken zijn vastgelegd in de ‘Regeling Jeugd LVB, zorgaanbieders, gemeenten Noord Holland en Achmea – januari 2015’. Victas Interventieteam (VIT) Verslavingszorg (Victas) De verslavingszorg wordt voor de betrokken gemeenten uitgevoerd door Victas. De verslavingszorg kent een eigen dienst tijdens kantooruren voor crises die met verslavingen te maken hebben. (Bestaande) cliënten, familie en/of bekenden of andere verwijzers kunnen bellen met het Cliënt Contact Centrum (CCC) 088-1616333. In crisissituaties van nieuwe cliënten kan het VIT-team (Victas Interventie Team 06-31666831) direct worden ingeschakeld, bij voorkeur door de huisarts of andere ketenpartners, zoals politie, Jeugdzorg en Veilig Thuis. Het VIT team werkt alleen outreachend in de gemeente Utrecht. Voor bestaande cliënten geldt een andere route, namelijk via de eigen behandelaar. Buiten kantooruren maakt de verslavingszorg gebruik van de crisisdienst van de GGZ. Daarnaast waren er ook altijd wel contacten met de crisisdienst van Bureau Jeugdzorg en het steunpunt huiselijk geweld. Hierdoor zijn er ook wel contacten met Veilig Thuis, maar het is goed om de afspraken in het kader van deze verandering opnieuw te herijken. Victas wil graag meewerken om te komen tot een meer integrale crisiszorg. Op weg naar een integraal crisisproces
6
Maatschappelijke opvang De maatschappelijke opvang wordt voor betreffende gemeenten vanuit de twee centrumgemeenten Utrecht en Amersfoort georganiseerd (gemeenten Weesp en Wijdemeren hebben voor de maatschappelijke opvang met centrumgemeente Hilversum te maken). Vanuit de centrumgemeenten wordt nauw samengewerkt met aanbieders van maatschappelijke opvang. Verwijzers of klanten kunnen zich rechtstreeks melden bij de maatschappelijke opvang. Afspraak in Utrecht is dat de aanbieders de klanten die gebruik maken van hun aanbod altijd melden bij de Centrale Aanmelding, die wordt beheerd door een functionaris van de gemeente Utrecht. Het komt ook voor dat men te maken krijg met volwassen cliënten waarbij kinderen zijn betrokken. Meestal werd er dan in het verleden contact gezocht met Bureau Jeugdzorg. Men zal dat nu moeten doen met Veilig Thuis. Belangrijk is wel dat de afspraken tussen maatschappelijke opvang en Veilig Thuis worden vormgegeven. Aantal meldingen bij de verschillende crisisdiensten Het blijkt moeilijk te zijn om precieze aantallen te noemen betreffende het aantal meldingen rond crises bij de verschillende diensten. Ook al omdat de manier van tellen verschilt en bij de aantallen bij de ene crisisdienst bijvoorbeeld naast crisismeldingen ook consultatievragen worden meegeteld. Globale aantallen meldingen per jaar: Spoed Eisende Zorg – Bureau jeugdzorg (2013) Jeugd GGZ (Altrecht 120 – RIAGG Amersfoort e.o. 93 (2013) Jeugd LVB sector via LVB regisseur (2014) Advies, consultatie en meldingen Steunpunten Huiselijk geweld (2013) (Tijdelijke huisverboden (2013)
Op weg naar een integraal crisisproces
974 213 66 1.430 205)
7
3
Werkwijze rond crisisdienst, crisisinterventie en crisiszorg
In dit hoofdstuk wordt ingezoemd op het proces en samenspel tussen crisisdienst, crisisinterventie en crisiszorg. Met name wordt gekeken hoe de Jeugd & Opvoedhulp afgelopen jaren op instigatie van de provincie Utrecht in verband met wachtlijsten een goed werksysteem heeft ontwikkeld rond de aanpak van crises. Deze aanpak biedt volgens betrokkenen veel elementen die goed zijn te gebruiken in het vormgeven van een goede integrale crisisaanpak ten behoeve van jeugdigen en huiselijk geweld. We beginnen dit hoofdstuk met wat korte informatie over wat een crisis is, de definitie van een aantal begrippen rond crisiszorg en enkele kenmerken van jeugdigen in crisissituaties. 3.1
Wat is een crisis
Een crisis is een acute ernstige verstoring van het alledaagse functioneren van het gezin. Door de ontregeling die plaatsvindt, schieten de gebruikelijke oplossingsstrategieën tekort. Bij een crisis kan het gaan om problemen tussen ouders en kinderen die van grote impact zijn op het kind, zoals huiselijk geweld, kindermishandeling, verwaarlozing of ernstige conflicten met adolescenten. Het kan ook gaan om problemen tussen ouders onderling of tussen ouders en andere volwassenen. Het kan zijn dat de nadruk ligt op individuele problematiek van een ouder of een kind, bijvoorbeeld bij het wegvallen van ouders door o.a. detentie, overlijden of opname in psychiatrie, waar aandacht moet zijn voor de gevolgen voor gezin en familie. Er is sprake van crisis bij een plotselinge, ernstige ontregeling (in de fysieke, sociale, en psychische gesteldheid van de cliënt of van de omgeving) met als gevolg het ontstaan van een acuut onhoudbare situatie in het thuismilieu of de woonsituatie van de cliënt. 1 Een crisis kan ontstaan doordat : - het verzorgingsmilieu (mantelzorg/informele hulp) is weggevallen, waardoor de cliënt niet in staat is tot zelfstandig (maatschappelijk) functioneren, ook niet met reguliere ambulante begeleiding; - het huidige milieu van de cliënt of dat van anderen in fysiek en/of psychisch opzicht ernstig wordt bedreigd, waardoor verblijf binnen dit milieu onmogelijk is geworden; - er sprake is van een crisis, ziekte of stoornis van de cliënt. 3.2
Definitie van begrippen rond crisis
In de vele gesprekken die zijn gevoerd was er regelmatig verwarring of onduidelijkheid over terminologie en definities. Hoewel er waarschijnlijk geen eenduidigheid is rondom begrippen die dit onderwerp aangaan, worden hieronder toch een aantal definities gegeven die regelmatig 2 voorkomen in deze rapportage . -
-
-
-
Toeleiding naar jeugdhulp is het proces vanaf het moment waarop een jeugdige of een gezin met een ondersteuningsvraag (voor het eerst of opnieuw) in beeld komt, tot het moment waarop passende ondersteuning wordt geboden. De crisisdienst is de dienst die crisisinterventie ten behoeve van kinderen en gezinnen verzorgt en hen indien nodig vervolgens verwijst naar de juiste (crisis)hulp. Een crisisdienst heeft vaak verschillende benamingen. Crisisinterventie is het inschatten van de ernst van de crisis en het nemen van maatregelen om de crisis te stabiliseren. Crisiszorg en jeugdhulp in crisissituaties hebben dezelfde betekenis. In de Jeugdwet wordt gesproken over jeugdhulp in crisissituaties. Crisiszorg is de ingezette hulp na de crisisinterventie en kan bijvoorbeeld bestaan uit ambulante crisishulp of crisis pleegzorg. Dit is een breder begrip dan bijvoorbeeld met crisis-DBC binnen de GGZ wordt bedoeld. Ambulante crisishulp (Algemeen Spoedeisende hulp noemt men dat in Utrecht) is intensieve hulp in hun eigen huis. Het doel van de ambulante crisiszorg is het oplossen van acute
1
deze zijn ontleend aan de brochure Toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties, gemaakt in opdracht van het transitiebureau Jeugd, 2014. 2
deze zijn ontleend aan de brochure Toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties, gemaakt in opdracht van het transitiebureau Jeugd, 2014.
Op weg naar een integraal crisisproces
8
problemen, het herstellen van het evenwicht in het gezin, betrekken van het eigen netwerk en het voorkomen van uithuisplaatsing van een of meer kinderen. Crisis(netwerk)pleegzorg wordt geboden bij plaatsing van een jeugdige in een (netwerk) crisispleeggezin. Het gaat dan om 24-uurs plaatsing (dag en nacht), in principe voor de duur van maximaal vier weken. Het pleeggezin biedt rust en zorgt voor opvang en verzorging door middel van structuur, stabiliteit en veiligheid. Residentiële crisiszorg wordt ingezet als plaatsing in een (netwerk)gezin niet mogelijk is. In dat geval kan de jeugdige in een residentiële crisisopvang worden geplaatst. Dit is in principe voor de duur van maximaal vier tot zes weken. Deze crisisopvang biedt op zeer korte termijn opvang, verzorging en begeleiding voor het wonen, vrijetijdsbesteding en de dagbesteding. Zorgmelding of zorgsignaal is de melding door een professional (bijvoorbeeld de politie) over een jeugdige, als de professional vindt dat er hulp nodig is, maar de jeugdige en/of ouders zijn hier niet voor gemotiveerd of zijn niet bij machte deze hulp te vragen. De professional moet ouders en/of jeugdigen informeren over de zorgmelding en/of huiselijk geweld. Bij een vermoeden van kindermishandeling kan een professional een melding doen bij Veilig Thuis (voorheen AMK). Voor professionals geldt dat ouders moeten worden geïnformeerd. Buren, kennissen of familieleden hebben de mogelijkheid anoniem te melden, tenzij de veiligheid van het cliëntsysteem, de melder of een andere partij in het geding is. Onder acute psychiatrie wordt verstaan ambulante hulp aan mensen in acute psychische nood. Acuut wil zeggen dat iemand direct, maar in ieder geval binnen 24 uur, hulp moet krijgen. De crisis kan zijn ontstaan ten gevolge van een psychiatrische ziekte (bijvoorbeeld een psychose, depressie) of door ernstige psycho-sociale problemen (bijvoorbeeld scheiding of mishandeling).
-
-
-
-
-
3.3
Globaal te benoemen stappen in het crisisproces
Naast bovengenoemde omschrijving van begrippen en definities die belangrijk zijn rondom crises 3 benoemen we hieronder kort de stappen die veelal worden onderscheiden : 1. Melding crisissituatie 2. Aannemen melding 3. Beoordelen gradatie van crisis (triage) 4. Bepalen welke interventie passend is 5. Bepalen welke hulp benodigd is in afstemming met partners 6. Bieden van crisiszorg 7. Beoordeling en uitstroom naar reguliere hulp/ondersteuning of einde ondersteuning De eerste 4 stappen behoren bij de cisisdienst, die crisisinterventie uitvoeren (de eerste 24 uur die wordt uitgevoerd door Veilig Thuis en de laatste 2 à 3 stappen worden gerekend tot de crisiszorg die meestal maximaal 28 dagen duurt en binnen 24 uur moet kunnen worden ingezet. In bijlage 5 zijn de stappen in schema weergegeven en in de landelijke brochure Toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties worden de stappen uitvoerig beschreven. 3.4
Kenmerken van jeugdigen in crisissituaties
In opdracht van een aantal Jeugd en Opvoedhulp aanbieders in de provincie Utrecht is in 2012 een uitgebreid onderzoek uitgevoerd door van de Bunt advies naar crisiszorg. Daarnaast maakt Bureau jeugdzorg regelmatig een vraag en aanbod-analyse, waarbij ook aandacht is voor kwantitatieve gegevens over de crisiszorg. Hieronder treft u kort een aantal gegevens over jeugdigen in crisissituaties uit bovengenoemde rapportages: - In 2013 hebben 567 cliënten gebruik gemaakt van crisiszorg, waarvan 39% ambulante spoedhulp (inclusief family first en intensief ambulant), 21% crisispleegzorgzorg, 39% crisisopvang. - De crisiszorg start gemiddeld maandelijks tussen de 85-95% binnen 24 uur. - Uitstroom binnen 28 dagen crisiszorg lukt in 52%. Gemiddelde van het aantal dagen crisiszorg is 35. - 30% van de jeugdigen in crisiszorg is jonger dan 12 jaar, 70% is ouder dan 12 jaar. 3
noot uit: de brochure Toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties, gemaakt in opdracht van het transitiebureau Jeugd, 2014
Op weg naar een integraal crisisproces
9
-
Jeugdigen boven de 12 jaar maken meer gebruikt van crisisopvang. Pleegzorg wordt veel meer gebruikt voor kinderen jonger dan 12 jaar. - Meisjes (56%) maken meer gebruik van de crisiszorg dan jongens (42%). - 32% heeft een niet Nederlandse achtergrond. - Bij 43% van de jeugdigen in crisiszorg is al eerder zorg geboden. - 51% van de cliënten komt binnen via het vrijwillig kader, 30% via jeugdbescherming/jeugdreclassering en van de overige 20% is dat onbekend. - Schatting is dat tussen de 75% en 90% van de cliënten vervolgzorg ontvangt na crisiszorg. - Type crisis: 45% structurele meervoudige problemen, 20% fase problematiek (bijvoorbeeld puberteit), 12% ingrijpende gebeurtenis. - Jeugdigen komen veelal uit een-ouder gezinnen of net gescheiden gezin. - Aard problematiek: opstandig/antisociaal gedrag 53%, depressiviteit 33%, gezag relaties 29%, middelen gebruik 22%, angst 22% agressief gedrag 22%. - Gezin en Opvoeding: ontoereikende opvoedkwaliteiten 84%, problemen ouder-kind relatie 42%, psychiatrisch 27%, verwaarlozing en mishandeling 25%, scheiding 22%. - Omgeving: 22% heeft risicovolle vrienden of problemen door pesten, schoolproblemen 18%, problemen met leerkracht/werkgever 16%. - In 27% van de gevallen hebben ouders last van psychiatrische problemen. De bovengenoemde gegevens zijn een momentopname en geen exacte gegevens, maar geven wel een indicatie over de doelgroep en onderwerpen die spelen in de crisiszorg binnen met name de sector Jeugd & Opvoedhulp. 3.5
Een goed voorbeeld: samenwerking rond crisisproces binnen Jeugd & Opvoedhulp Een aantal jaren geleden werd de jeugdzorg geconfronteerd met een flink aantal problemen rondom de aanpak van crises. Belangrijkste knelpunten waren: - wachtlijsten, Bureau Jeugdzorg kreeg cliënten niet geplaatst in crisiszorg; - coördinatie van crisiszorg was niet optimaal; - cliënten zaten te lang in crisiszorg (doorstroming naar vervolgzorg verliep niet goed); - tussen de verschillende sectoren werd niet goed samengewerkt (verschillende regie en verschillende financiers). Mede onder druk van de provincie zijn de jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg gezamenlijk een traject gestart (financieel gedragen door de provincie) om het crisisproces sterk te verbeteren en om gezamenlijk verantwoording te nemen voor de targets die de provincie had gesteld, namelijk dat crisiszorg binnen 24 uur beschikbaar moet zijn en dat crisiszorg maar 28 dagen mag duren. De partijen hebben eerst gezamenlijk de volgende visie en uitgangspunten geformuleerd: - crisiszorg voldoet tenminste aan: ‘zo snel als wenselijk’, ‘hulp zo licht mogelijk’, ‘zo lang als nodig’; - zorg wordt aangeboden vanuit de prioriteitsladder: De volgorde is: eerst netwerk benutten (familienetwerkberaad, netwerkpleegzorg) - is dit uitgezocht en uitgeprobeerd dan volgt ambulante spoedhulp; en als dat beiden niets opleveren dan pas kijken naar uithuisplaatsing en crisisopvang. Hierbij is afgesproken dat kinderen onder de 12 jaar alleen geplaatst worden in (crisis)pleeggezin; - bij het inzetten van een interventie is de primaire zorgvraag leidend (niet het beschikbare aanbod); - familie en het netwerk (de hulpbronnen) dienen in elk cliënt-traject in kaart gebracht te worden; - residentiële plaatsing voor kinderen onder 12 wordt als onwenselijk beschouwd; - crisiszorg wordt zo ingericht dat er zo min mogelijk schakelingen in de keten nodig zijn; - crisiszorg wordt geboden tenminste binnen 24 uur nadat de vraag bij de zorgaanbieder is binnengekomen; - tenzij dit voordelen biedt voor het hulpverleningstraject van de jeugdige, duurt een crisisinterventie niet langer dan 28 dagen. De gezamenlijk organisaties hebben mei 2012 een aantal kwartiermakers aangesteld om bovenstaande visie te operationaliseren. De kwartiermakers hebben een procedure omschreven.
Op weg naar een integraal crisisproces
10
Vanuit die procedure volgen werkinstructies met daarin een zorgvuldige beschrijving in taken en bevoegdheden van de verschillende betrokkenen. Er is een digitale crisistool (Sharepoint ontwikkeld door ADD-groep in opdracht van gezamenlijke zorgaanbieders), waarop alle organisaties die een rol vervullen ten aanzien van crisiszorg zijn aangesloten. In deze digitale crisistool worden alle cliënten opgenomen waarvan de crisisdienst (voorheen Bureau Jeugdzorg, nu Veilig Thuis) beoordeeld heeft dat er crisiszorg nodig is. Crisiszorg aanbieders krijgen een alert/bericht en kunnen snel reageren en zo nodig met elkaar digitaal overleggen over wie een casus oppakt. Regelmatig wordt de aanpak geëvalueerd en wordt aan de provincie (voorheen opdrachtgever) en de bestuurders van de organisaties een rapportage geleverd over het verloop van de crisisaanpak. De uitgewerkte werkwijze en procedures zijn opgenomen een in samenwerkingsovereenkomst. Opbrengsten van de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en de aanbieders Jeugd & Opvoedhulp Betrokkenen zijn zeer enthousiast over de aanpak. De targets (crisiszorg start binnen 24 uur en duurt niet langer dan 28 dagen) worden nagenoeg gehaald en partijen voelen zich verantwoordelijk om continu op een flexibele wijze de zaken op te pakken en tot een oplossing te komen voor elke situatie. Daarnaast is het goed gelukt om steeds meer lichtere vormen van crisiszorg in te zetten. Als belangrijke en werkzame principes voor bovengenoemde aanpak worden genoemd: - Gezamenlijk gedragen visie - Gezamenlijk commitment op werkwijze & targets - Continue monitoring proces - Feiten gebaseerde sturing, inzicht in resultaat - Logistieke infrastructuur - Overlegstructuur (kwartiermakers die regelmatig evalueren en verbeteren) De aanpak is gestoeld op wederzijdse afhankelijkheid en het inleveren van autonomie. In het verlengde van de crisisaanpak hebben de gezamenlijk Jeugd & Opvoedhulp organisaties de aanpak Weg met de Wachtlijsten in de reguliere zorg in gang gezet, want voorwaarde voor het halen van de termijn van maximaal 28 dagen crisiszorg is dat er voldoende capaciteit is binnen de reguliere zorg en dat er goede afspraken zijn over de verdeling en de instroom van zorg met de aanbieders. De vernieuwing van het project Weg met de Wachtlijsten crisis heeft geleid tot een reductie aan capaciteit van residentiële crisisopvang Jeugd & Opvoedhulp van bijna 25% binnen 2 jaar. 3.6
Ambitie aanbieders rondom integrale crisiszorg
Betrokken zorgaanbieders van de verschillende deelsectoren jeugd hebben aangegeven dat ze mee willen werken om te komen tot een meer geïntegreerd crisisproces. Het Netwerk voor Jeugd (bestaande uit: Altrecht & Indigo GGZ, Reinaerde (LVB) Timon en Youké (opvoedhulp) hebben in 2014 een ambitie voor bovenregionale crisiszorg geformuleerd. Kern van de ambitie is de visie ‘crisis als kans’: hierbij is een crisis een aangrijpingspunt om de situatie te verbeteren door het gezin in positie te zetten en aangrijpingspunten te zoeken voor de behandeling. Vanuit de eigen expertise willen de organisaties bijdragen aan het doel om ontschot en integraal zorg te bieden voor jeugdigen en gezinnen in crisis. Men wil iedere burger, van jong tot oud, binnen 24 uur de benodigde crisiszorg aanbieden. De crisiszorg wordt gerealiseerd in en met de omgeving van de burger. De instellingen die samenwerken in het netwerk Jeugdhulp op Maat (Almata/Lindenhorst, De Rading, Lijn 5 en Intermetzo) en de partners van het Netwerk voor Jeugd in de regio Eemland (Kwintes, Youke, Sovee, RIAGG Amersfoort e.o. en Amerpoort) hebben ook aangegeven dat ze een integraal en ontschot crisisaanbod willen gaan ontwikkelen. Tijdens een overleg in januari 2015 is tussen Veilig Thuis, kwartiermakers crisiszorg Jeugd & Opvoedhulp en vertegenwoordigers van de Jeugd GGZ en de LVB verkend op welke wijze deze kunnen gaan aansluiten op de systematiek die is ontwikkeld rondom het crisisproces. Men heeft kennis genomen van de huidige werkwijze en de samenwerkingsovereenkomst.
Op weg naar een integraal crisisproces
11
In principe staan partijen positief tegenover het verkennen op welke wijze men kan gaan aansluiten op het samenwerkingsproces dat is ontwikkeld door de zorgaanbieders van Jeugd & Opvoedhulp en wil men ook gaan aansluiten bij het crisiszorgaanbod op de digitale tool. Zowel de Jeugd GGZ als de LVB vertegenwoordiger geven wel aan dat waarschijnlijk niet alles geïntegreerd kan worden. Als er bijvoorbeeld een acute psychiatrische noodsituaties is dan zal er ook vanuit medisch perspectief door een psychiater gekeken moeten worden en dan zal Veilig Thuis contact op moeten nemen met de crisisdienst van de GGZ (zoals in de praktijk ook al gebeurt). Diverse betrokkenen hebben aangegeven dat er rondom het crisisproces binnen het sociale domein met name ook rondom volwassenen op termijn nog meer zaken kunnen worden verbeterd zoals: - de aanpak van SAVE uitbreiden voor de 18+/volwassenen doelgroep; - meer zicht krijgen op verschillen en overeenkomsten binnen het crisiszorg-aanbod van de diverse sectoren (ook naar het kostenaspect van de crisisopvang kijken); - aanbieders ruimte geven om innovatie te realiseren in crisiszorg-aanpak; - nadenken wat er nog meer gedaan kan worden om het aantal crises te beperken.
Op weg naar een integraal crisisproces
12
4
Aanbod crisiszorg ten behoeve van de Utrechtse gemeenten
In dit hoofdstuk wordt het aanbod rond crisiszorg ten aanzien van de verschillende vormen jeugdhulp en huiselijk geweld globaal in beeld gebracht. Het betreft alle vormen van crisiszorg van (licht) ambulant spoedeisende hulp tot (zwaar) residentiële crisisplaatsing, die aanwezig zijn binnen de verschillende deelsectoren. 4.1
Afspraken tussen gemeenten en aanbieders rondom crisiszorg
In de Transitie Arrangementen Jeugdzorg, die najaar 2013 zijn opgesteld tussen regio’s en jeugdhulpaanbieders is afgesproken dat het aanbod crisiszorg zoals beschikbaar in de uitvraag van 2012 voor 100% beschikbaar moet blijven voor het eerste jaar na de transitie. Voor de Jeugd & Opvoedhulp (inclusief Bureau Jeugdzorg) ging dit om een budget van ruim 6 miljoen euro. Uit de gegevens van de uitvraag voor de deelsectoren Jeugd GGZ en de LVB sector zijn hierover geen goede financiële gegevens te herleiden. Voor deze opdracht is geprobeerd in kaart te brengen welke financiële inkoopafspraken door de 6 regio’s zijn gemaakt met de aanbieders over crisiszorg voor 2015, maar hierover zijn geen vergelijkbare en juiste gegevens te herleiden. Niet in alle regio’s zijn aparte financiële afspraken gemaakt specifiek voor crisiszorg. Een vorm van crisiszorg is in vergelijking met reguliere zorg altijd duurder (denk bijvoorbeeld aan een opvangplaats in een residentiële instelling) , omdat je ook betaalt voor de beschikbaarheid van een crisisplaats (er worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt dat er minimaal 70% bezetting moet zijn). De kosten, voorwaarden en de afspraken over beschikbaarheid, bezetting, etc. verschillen voor min of meer vergelijkbare crisiszorg-trajecten in de diverse deelsectoren jeugd en de vrouwen/maatschappelijke opvang. 4.2
Aanbod crisiszorg per deelsector
Aanbod crisiszorg huiselijk geweld en maatschappelijke opvang In de regio Utrecht wordt de opvang voor huiselijk geweld uitgevoerd door Moviera en de crisiszorg voor Maatschappelijk opvang door met name de Tussenvoorziening. De opvang huiselijk geweld regio Utrecht beschikt over 14 crisisplaatsen en 2 noodbedden. Met deze plaatsen kunnen zo’n 100 trajecten per jaar worden aangeboden. In de regio Eemland en Heuvelrug worden de maatschappelijke opvang en de opvang rondom huiselijk geweld uitgevoerd door de organisatie Kwintes. De gemeente Amersfoort als centrumgemeente heeft voor de crisisopvang voor volwassenen/gezinnen in de maatschappelijke opvang 10 plaatsen en een noodbed, en voor de opvang van huiselijke geweld 15 plaatsen en een noodbed ingekocht. Daarnaast zijn er doorstroomplaatsen vanuit de crisisopvang naar vormen van begeleid wonen in de opvang. De organisaties voor opvang rond huiselijk geweld hebben via een landelijk netwerk afspraken dat ze soms in crisissituaties of om veiligheidsredenen mensen uit andere regio’s opnemen of bij collega instellingen kunnen plaatsen. Via dit netwerk is er ook altijd inzicht waar nog plaatsen vrij zijn. De instroom in de crisiszorg rondom huiselijk geweld kan plaatsvinden via Veilig Thuis, maar zoals het nu is, vindt instroom ook plaats vanuit de cliënt zelf en andere verwijzers, met name de politie. Binnen de crisisopvang rond huiselijk geweld is men met name gespecialiseerd in hoe om te gaan met geweld en daarin onderscheiden ze zich ook van andere vormen van crisisopvang. Aanbod crisiszorg LVB Jeugd In de provincie Utrecht hebben de organisaties Lijn 5, Reinaerde, Amerpoort en Intermezzo crisisplaatsen, maar deze zijn volgens Achmea niet alleen voor de Utrechtse gemeenten beschikbaar. Lijn 5 had 6 crisisplaatsen, Intermezzo 2 en Reinaerde had 1 plaats. De (L)VB sector maakt vaak ook gebruikt van instellingen die vallen onder de regeling van landelijk werkende instellingen. Als het om besloten plaatsingen uit Utrecht gaat, wordt veelal gebruik gemaakt van Groot Emmaus en de Beele. Over heel 2014 heeft de LVB regisseur 32 jeugdigen op een crisisplek geplaatst, waarvan 13 plaatsingen bij Groot Emaus (Ermelo en Borculo), 3 plaatsingen bij Arkemeyde in Soest, 3 plaatsingen bij Intermetzo Zonnehuizen, 4 plaatsingen bij Plurijn, De Beele, 3 plaatsingen bij Reinaerde, en nog enkele plaatsingen elders.
Op weg naar een integraal crisisproces
13
Aanbod crisiszorg Jeugd & Opvoedhulp In het schema hieronder staat het aanbod van de Jeugd & Opvoedhulp organisaties zoals dat in de digitale crisistool wordt gehanteerd. Het Leger des Heils heeft geen formele crisiszorg, maar springt incidenteel wel bij door in noodsituaties aanbod beschikbaar te stellen. Het aantal plaatsen geeft op jaarbasis de mogelijkheid om veel meer trajecten uit te voeren omdat een plaatsing in principe maar 4 weken duurt. Zo kan Timon met de crisiszorg ambulante spoedhulp op jaarbasis ongeveer 150 trajecten leveren. Programmanaam
J&O
Zorgvorm
Plaatsen
Toelichting
ASH of Families First (indien nodig Lijn5 met SOS)
Ambulante Spoedhulp
15
ASH (indien nodig met SOS)
Timon
Ambulante Spoedhulp
17 of meer
Pleegzorg met acute opname
Rading
Crisis pleegzorg 14
Aanbod 0-4 jaar (aantal gezinnen kunnen kinderen ook langdurig opvangen vanuit acute start) 5 tot 11 jaar beperkt aanbod op dit moment 12+ aanbod voor wat zelfstandigere jongeren
Crisispleegzorg
Youké
Crisis pleegzorg 17
Afhankelijk van matching
Crisisopvang Youke Utrecht
Youké
Crisis kleinschalige opvang
3
Crisisopvang Nabucco
Lijn5
Crisis kleinschalige opvang
8
13 t/m 17 jaar Open groep streven verblijf: 28 dagen
Crisisopvang Timon
Timon
Crisis kleinschalige opvang
10
Met inzet van screeningsmodule
Crisisopvang OPL LVB (7 crisis- en Lijn5 4 observatieplekken
Crisis kleinschalige opvang
11
Locatie Maartensdijk, open terrein. observatie-/crisisopvang. Verblijf is max 12 weken.
Nabucco noodbedden
Lijn5
Crisis kleinschalige opvang
1
Ambulante hulpverlening
Leger de Heils
Geen zorgvorm 3
Timon noodbed
Timon
Crisis kleinschalige opvang
1
Ambulante crisishulp/ ASH
Youké
Ambulante Spoedhulp
9
Op jaarbasis kan men 150 trajecten leveren
Direct inzetbare ambulante hulpverlening.
Aanbod crisiszorg Jeugd GGZ De omvang van de crisiszorg binnen de GGZ is niet exact aan te geven omdat naast Altrecht en RIAGG Amersfoort e.o., die elk een formele rol hebben in de crisisdienst en –interventie, zijn er veel meer GGZ organisaties die aanbod hebben rond crisiszorg. Altrecht zelf heeft 120 BDC’s voor crisiszorg. Omdat er zeer veel (specialistische) GGZ organisaties zijn is de vraag of die in de nabije toekomst allemaal aangesloten moeten worden op de crisisdienst van Veilig Thuis. Altrecht en RIAGG die al een specifieke rol hebben, kunnen zo nodig ook een rol vervullen in de toeleiding naar specialistische Jeugd GGZ crisiszorg. Wel zou dan moeten worden gekeken wat die coördinatietaak inhoudt en welke investering dat vraagt. Mogelijk kan deze taak ook ondergebracht worden in Veilig Thuis, maar dan moet de kennis over het netwerk en aanbod van specialistische GGZ wel ingebracht worden in Veilig Thuis.
Op weg naar een integraal crisisproces
14
4.3
Van crisiszorg (na 28 dagen) naar vervolgzorg (reguliere zorg)
Schatting is dat tussen de 75% en 90% van de cliënten in de crisiszorg na 28 dagen nog een vorm van vervolgzorg nodig heeft. Wanneer een cliënt in crisiszorg zit, is het de bedoeling dat de organisatie die de crisiszorg uitvoert vanaf de eerste week met betrokkenen, betrokkenen uit het netwerk of het lokale veld werkt aan een plan voor het vervolg na de 28 dagen crisiszorg. Wanneer veiligheid in het geding is of er een jeugdbeschermingsmaatregel moet komen of is, dan zal een SAVE medewerker ook een rol hebben in dit proces. Bedoeling is dat de eventuele vervolgzorg zoveel mogelijk wordt uitgevoerd door de ambulante hulp die beschikbaar is via lokale sociale teams. Mocht er wel vervolgzorg in een specialistische setting nodig zijn dan moet dit ook in gezamenlijkheid met de lokale zorgstructuur gebeuren, want zij geven immers de verleningsbeschikking af voor specialistische vervolgzorg (de huisarts, jeugdarts en medisch specialist mogen ook verwijzen naar specialistische zorg). Bij Veilig Thuis en zorgaanbieders is er bezorgdheid of er lokaal al voldoende capaciteit en kwaliteit aanwezig zijn voor goede en tijdige vervolgzorg (ambulant), vooral omdat men lokaal nog in een opbouwfase zit en niet altijd weet bij wie men zich lokaal moet melden. Tegelijkertijd is de intensief ambulante zorg bij de zorgaanbieders veelal afgebouwd. Gevaar zou kunnen zijn dat wanneer de vervolgzorg niet lokaal geleverd kan worden zorgaanbieders de termijn van 28 dagen niet halen of dat er een te zware/dure vervolgzorg wordt ingezet.
Op weg naar een integraal crisisproces
15
5
Bevindingen en conclusies
Stade Advies heeft op basis van alle gesprekken en bijeenkomsten de onderstaande bevindingen en conclusies getrokken. 5.1
Bereikbaarheid 24/7uurs crisisdienst in Veilig Thuis via 0800 – 2000
Bij alle betrokkenen is er groot draagvlak om in de communicatie naar burgers en verwijzers het nummer 0800-2000 van Veilig Thuis te gebruiken als het enige nummer voor alle crises op het terrein van jeugdigen en huiselijk geweld. Door veel gemeenten is het nummer al gecommuniceerd via lokale media, zoals huis-aanhuisbladen richting burgers. Vanaf 12 januari 2015 is een landelijke campagne gestart via radio en TV spotjes om bekendheid te geven aan dit nummer. Vraag is of bij professionals en verwijzers voldoende bekend is dat dit het nummer is voor alle crisismeldingen op het terrein van jeugdigen (ook wat betreft de Jeugd GGZ en de LVB jeugdigen). Huisartsen en medisch specialisten kunnen voor zeer specifieke psychiatrische situaties ook de GGZ crisisdienst blijven consulteren, maar ze moeten ook terecht kunnen bij Veilig Thuis. Nadrukkelijk geven betrokkenen van de crisisdienst aan dat het breder gebruik van de crisisdienst betekent dat er achter het centrale 0800-2000 nummer een aantal zaken goed geregeld moeten worden om deze brede functie te kunnen vervullen. Genoemde zaken zijn: - mandaat op bestuurdersniveau voor een organisatie overstijgende crisisorganisatie; - werkende integrale triage; - effectieve sturingsstructuur ten opzichte van de operationele inrichting van onderliggend zorgaanbod in lijn met de prestatie die op basis van targets geleverd moet worden. 5.2
Expertise crisisdienst/team Veilig Thuis
De Jeugd GGZ, de LVB sector Jeugd, de verslavingszorg en opvang huiselijk geweld vinden het goed dat het telefoonnummer 0800-2000 van Veilig Thuis gepromoot wordt als het nummer waar een ieder crises meldt. Wel vragen ze zich af of er genoeg expertise binnen het Veilig Thuis team is om de diverse meldingen goed te kunnen beoordelen/triageren. Zeker ook omdat bijvoorbeeld bij GGZ problematiek een medische en psychiatrische invalshoek nodig kan zijn om een goede inschatting te maken. Op het terrein van specialistische Jeugd (L)VB is binnen Veilig Thuis te weinig kennis en inzicht in de plekken die er zijn bij de specialistische landelijk werkende instellingen en is het gebruik van de LVB regisseur (nog) wenselijk. 5.3
Nieuwe crisisdienst Veilig Thuis is nog volop ontwikkeling
De crisisdienst binnen Veilig Thuis is onlangs ontstaan uit mensen van Bureau Jeugdzorg en de Steunpunten Huiselijke Geweld. Vanaf oktober is een proeftuin gestart en men borduurt voort op deels bestaande werkwijzen maar tegelijkertijd moeten er nog veel zaken worden doorontwikkeld (denk hierbij aan: één werkproces, één registratiesysteem, één wijze van beleids- en sturingsinformatie leveren, samenwerking met SAVE en lokale veld en ieders rol, etc.). 5.4
Samenwerking Veilig Thuis met overige crisisdiensten
Vanuit de Steunpunten en Bureau Jeugdzorg was er regelmatig contact met andere crisisdiensten; veel contacten/afspraken lopen wel door in de praktijk, maar de afspraken met de overige crisisdiensten moeten nog wel herijkt worden. 5.5
Crisisdienst/-interventie, SAVE en de relatie met de lokale toegang/sociale teams Save Teams zijn, aanvullend op het buurtteam, betrokken bij cliënten waar een veiligheidsvraagstuk speelt en/of waarvoor een maatregel (Jeugdbescherming/Jeugdreclassering) is uitgesproken door een rechter. Zij werken gebiedsgericht en multidisciplinair zodat een SAVE medewerker voor zowel cliënt als buurtteam een vast gezicht kan zijn. In het geval van crisis zal daar waar mogelijk het buurtteam en/of het SAVE betrokken zijn. Indien er specialistische crisiszorg nodig is dan kan die worden georganiseerd via het Crisis Contact Punt. Indien een SAVE team niet betrokken is bij een cliënt in crisis, bijvoorbeeld omdat een verwijzer niet goed
Op weg naar een integraal crisisproces
16
weet waar hij terecht moet, onduidelijk is waar het kind precies woont of omdat de crisis ontstaan is buiten kantoortijden, wordt de crisisdienst binnen Veilig Thuis betrokken. Hier wordt dan de triage, de crisisinterventie en, indien nodig, de toeleiding naar specialistische crisiszorg vormgegeven. Binnen 5 dagen draagt de crisisdienst van Veilig Thuis de cliënt over aan het SAVE Team en wordt het buurtteam geïnformeerd. 5.6
Crisisdienst/-interventies vraagt om goede afspraken met aanbieders van crisiszorg Om te voorkomen dat wachtlijsten ontstaan rondom plaatsingen bij crisiszorg is het nodig dat er een niet vrijblijvende samenwerking tussen betrokken partijen tot stand wordt gebracht. De ontwikkelde aanpak door Bureau Jeugdzorg en de Jeugd & Opvoedhulp aanbieders is daarvan een goed voorbeeld. Ze hebben laten zien dat wachtlijsten beïnvloedbaar zijn door intensief samenwerken. Zonder extra budget zijn wachtlijsten fors teruggedrongen en heeft men een verschuiving gerealiseerd van meer zwaardere vormen van crisiszorg naar meer spoedeisende ambulante crisiszorg. Belangrijk voor deze goede afspraken en werking van een goede aanpak rond crisissituaties is dat de opdrachtgever (voorheen de provincie) helder kaders en targets stelt (targets waren: crisiszorg binnen 24 uur en niet langer dan 28 dagen). Wanneer Veilig Thuis ook de meldingen aanneemt rond jeugdigen met een beperking en jeugdigen met psychiatrische klachten dan moeten de Jeugd GGZ en de LVB sector Jeugd ook deelnemers aan deze niet vrijblijvende samenwerking worden. 5.7
Bezorgdheid bij zorgaanbieders over de kwaliteit en capaciteit van vervolgzorg na crises De meeste jeugdigen hebben na 28 dagen crisiszorg nog vervolg zorg/ondersteuning nodig. Bedoeling is dat dit met name gebeurt door de lokale sociale teams. Bij de zorgaanbieders en Veilig Thuis is bezorgdheid of er lokaal al voldoende capaciteit en kwaliteit aanwezig is voor goede en tijdige vervolgzorg (ambulant), vooral omdat men lokaal nog in een opbouwfase zit en niet altijd weet bij wie men zich lokaal moet melden. Tegelijkertijd is de intensief ambulante zorg bij de zorgaanbieders veelal afgebouwd. Dit kan ertoe leiden dat zorgaanbieders de termijn van 28 dagen crisiszorg niet halen of dat er een te zware/dure vervolgzorg wordt ingezet. 5.8 Bezorgdheid bij zorgaanbieders over de rolverdeling bij crisis Er zijn verschillende beelden over de route naar crisiszorg en de verschillende rollen. De kracht van crisisaanpakken is om meteen op het juiste niveau in te steken en een crisis als kans te zien om een verandering te bewerkstellingen. De kans bestaat dat in de nieuwe situatie er een sequentieel systeem komt, waarbij er altijd eerst lokale zorg geboden wordt en pas later aanvullende zorg ingeschakeld wordt. Dit kan als gevolg hebben dat de cliënt niet altijd meteen de juiste crisiszorg ontvangt en de crisis kan verergeren en de veranderpotentie onvoldoende wordt benut. 5.9
Geen exact beeld over wat is ingekocht rond crisiszorg
Er is wel een globaal beeld wat er aan crisiszorg is voor jeugd en huiselijk geweld, maar het is niet gelukt goed in beeld te krijgen wat (boven)regionaal exact is ingekocht rond crisiszorg en wat de voorwaarden zijn waaronder de crisiszorg is ingekocht. De afspraken rondom de inkoop zijn per regio ook verschillend. Aanbieders willen graag uniforme afspraken en indicatoren rondom de inkoop van crisiszorg voor alle betreffende gemeenten.
Op weg naar een integraal crisisproces
17
5.10 Verschillende beelden en ideeën over wat een goede integrale crisiszorg is en hoe te komen tot een goede integrale crisiszorg voor jeugd en huiselijk geweld of breder voor het gehele sociaal domein Tussen de verschillende betrokken partijen leven verschillende beelden over wat integrale crisiszorg is en hoe je daar toe moet komen. De één gaat meer uit van zaken bij elkaar onderbrengen en misschien wel vanuit een of enkele organisaties aanbieden. Een ander denkt aan uitgaan van min of meer de bestaande organisaties, maar wel goede afspraken maken en zo nodig gecombineerd crisiszorg aanbieden (bijvoorbeeld een jongere die opgevangen wordt bij een residentiële instelling, maar een GGZ behandeling krijgt op locatie of dat meerdere partijen crisiszorg in een gezin bieden). 5.11 Lokale betrokkenen zijn nog weinig geïnformeerd en betrokken bij de inrichting en vormgeving van het crisisproces In het kader van deze opdracht zijn vertegenwoordigers van de zes regio’s betrokken, en is gesproken met enkele beleidsmedewerkers jeugd en huiselijk geweld van gemeenten en met mensen die een centrale rol vervullen ten aanzien van de lokale sociale teams, maar verreweg de meeste betrokkenen uit het lokale veld zijn niet geïnformeerd en betrokken bij de ontwikkeling, vormgeving en inrichting van de crisiszorg.
Op weg naar een integraal crisisproces
18
6
Advies voor vervolgstappen
Stade Advies geeft in dit hoofdstuk haar antwoord op de opdracht en geeft nog een advies over te ondernemen vervolgstappen om te komen tot een integraal crisiszorgproces voor de Jeugd & Opvoedhulp, Jeugd GGZ, Jeugd LVB en Huiselijk Geweld. Antwoord op de vragen uit de opdracht Het telefoonnummer 0800-2000 van Veilig Thuis kan goed gebruikt worden voor de 24/7 uurs bereikbaarheid voor alle crises op het brede terrein van jeugd en huiselijk geweld, dus ook voor de deelsectoren Jeugd GGZ en Jeugd LVB. Bij betrokkenen is groot draagvlak voor dit ene nummer. Om dit ene nummer goed te laten functioneren moeten er op hoofdlijnen een aantal zaken verder worden uitgewerkt, namelijk: - vergroten kwaliteit beoordelen/triage met name wat betreft Jeugd GGZ en LVB problematiek (rondom Huiselijk Geweld is deze expertise al ingebracht); - vormgeven van niet vrijblijvende afspraken met de crisiszorg aanbieders om een goed lopend samenspel te krijgen tussen crisisdienst/interventie en de crisiszorg; - goede afspraken maken met de lokale zorgstructuur van gemeenten (o.a. over maken plan voor vervolgzorg, zo nodig het tijdig regelen van verleningsbeschikking voor specialistische zorg, etc.). In de rapportage is op hoofdlijnen een inventarisatie gemaakt van de crisisdiensten (zie hoofdstuk 2) en een inventarisatie op hoofdlijnen van de verschillende vormen van crisiszorg in hoofdstuk 4.
Adviezen voor te ondernemen stappen: 6.1
Doorontwikkeling crisisdienst Veilig Thuis
Werk aan de doorontwikkeling van de crisisdienst binnen Veilig Thuis. Bij het ontstaan van Veilig Thuis is reeds een doorontwikkel-agenda opgesteld tussen de betrokken organisaties in samenspraak met de centrumgemeenten, maar in die fase was het nog niet de bedoeling dat ook de vragen van de andere deelsectoren jeugd zouden binnen komen bij de crisisdienst van Veilig Thuis. Denk hierbij aan: één werkproces, één registratiesysteem, één wijze van beleids- en sturingsinformatie leveren, samenwerking met SAVE en lokale veld en ieders rol, etc. 6.2
Vergroten expertise triage in crisisdienst Veilig Thuis en samenwerking met overige crisisdiensten Om de crisisdienst goed toe te rusten voor de nieuwe taak om crisissituaties op een breder terrein te beoordelen, is het belangrijk dat medewerkers goed worden toegerust. Belangrijk is dat mensen van de crisisdienst Veilig Thuis in gesprek gaan met deskundigen van de overige crisisdiensten om te horen wat nodig is om situaties op die terreinen goed in te schatten en om afspraken te maken over wanneer en op welke wijze andere crisisdiensten ingeschakeld moeten worden. Mogelijk moet er ook expertise van andere sectoren ondergebracht worden bij de crisisdienst van Veilig Thuis. Zorg ook voor afspraken over op welke wijze en wanneer andere crisisdiensten contact opnemen met de crisisdienst van Veilig Thuis wanneer ze met jeugd- en huiselijk geweld te maken krijgen. Zorg voor regelmatige evaluatie van het proces en een goede feedback, zodat medewerkers zich kunnen blijven ontwikkelen en zodat expertise voortdurend gedeeld en beschikbaar wordt. 6.3
Afspraken maken over al dan niet gebruik maken van de LVB regisseur
Gemeenten zullen samen met de crisisdienst van Veilig Thuis en de VGU/Achmea in gesprek moeten of men in de toekomst nog gebruik wil maken van de diensten van de LVB regisseur als het gaat om crisisbeoordelingen en plaatsingen op het terrein van de (L)VB jeugdigen. Totdat er definitieve afspraken zijn is in de loop van deze opdracht afgesproken dat gemeenten op basis van werkelijk uitgevoerde verrichtingen gebruik maken van de LVB regisseur. Mochten de gemeenten gebruik willen blijven maken van de diensten van de LVB regisseur dan moet wel worden afgesproken dat aanmeldingen altijd worden gemeld bij Veilig Thuis en/of betreffende gemeente.
Op weg naar een integraal crisisproces
19
6.4
Gemeenten moeten kaders stellen en targets benoemen ten behoeve van de crisiszorg Met de keuze voor het onderbrengen van de crisisdienst voor jeugd (breed) en huiselijk geweld binnen Veilig Thuis dat onderdeel is van de nieuwe organisatie Samen Veilig Midden Nederland, die met SAVE ook de gecertificeerde instelling is voor betrokken gemeenten, zijn al een aantal keuzen gemaakt over positionering en inrichting van het crisisproces (zie bijlage checklist bij inrichting toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties). Wat betreft de crisiszorg is het belangrijk dat de gemeente kaders (wat vindt men belangrijk bij de aanpak van crisissituaties) en targets benoemt. Wij adviseren om de targets van de provincie (binnen 24 uur crisiszorg beschikbaar en een crisiszorg van maximaal 28 dagen) over te nemen. Bepaal ook welke beleidsinformatie de gemeenten willen hebben over het crisisproces. 6.5
Laat organisaties op basis van kaders en targets afspraken maken over crisisproces Geef de organisaties die een rol vervullen in het crisisproces de opdracht om op basis van de kaders en targets opgesteld door de gemeenten tot niet vrijblijvende afspraken te komen voor een goed werkend crisisproces. Maak hierbij gebruik van het voorbeeld uit de Jeugd & Opvoedhulp dat afgelopen jaren tot goede resultaten heeft geleid. 6.6
Informeer en betrek lokale betrokkenen bij inrichting en vormgeving crisisproces Organiseer een brede bijeenkomst voor allerlei betrokkenen van gemeenten (bestuurders, beleidsmedewerkers) en mensen uit de lokale praktijk om hen te informeren over de veranderingen rondom de crisisdienst van Veilig Thuis en betrek hen bij op welke wijze het toekomstige integrale crisisproces moet worden vormgegeven en wat de relatie moet worden tussen de crisisdienst – crisiszorg en het lokale veld. 6.7
Kwalitatieve en kwantitatieve beleidsinformatie over het crisisproces
Vraag Veilig Thuis om in samenwerking met crisiszorg aanbieders per kwartaal beleidsinformatie aan te leveren over het crisisproces. Maak hierbij een vast onderdeel van de ervaren knelpunten en ontwikkelpunten. Het gaat immers om een groeimodel waaruit continu vanuit de praktijk wordt geleerd. Belangrijk aandachtspunt hierbij, zeker in de eerste periode, is of het lukt om de nodige vervolgzorg goed te laten aansluiten op de crisiszorg (na 28 dagen). 6.8
Lever per gemeente (vanuit de lokale zorgstructuur) een contactpersoon voor Veilig Thuis en crisiszorgorganisaties Voor Veilig Thuis en zorgaanbieders is het belangrijk dat men weet bij wie men lokaal terecht kan rondom zaken die te maken hebben met crisismelding, crisiszorg, maken plan van aanpak voor vervolgzorg, een verleningsbeschikking, etc. 6.9
Vraag crisiszorgaanbieders domein overstijgende crisiszorg te ontwikkelen In de praktijk blijkt regelmatig dat jeugdigen en gezinnen in crisis te maken hebben met meerdere problemen. Het zou goed zijn dat er voor deze situaties multidisciplinaire domein overstijgende (ambulante) crisishulp ingezet kan worden. Stimuleer en geef organisaties de ruimte om hiervoor nieuwe vormen van passend aanbod te ontwikkelen. 6.10 Denk na over verdere verbetering van het crisisproces met name gericht op volwassenen Naast het integreren van het crisisproces rondom jeugdigen en huiselijk geweld is het wenselijk verder na te denken welke zaken rondom crises met name betreffende volwassenen er nog meer verbeterd kunnen worden. Hierbij zouden GGZ, Maatschappelijke Opvang, Reclassering en Beschermd wonen moeten worden betrokken. Daarnaast zou wenselijk zijn te oriënteren op een SAVE aanpak voor 18+/volwassenen.
Op weg naar een integraal crisisproces
20
Stappenplan voor vervolg Bij alle betrokkenen is groot draagvlak om toe te werken naar een integraal crisisproces voor jeugdigen en huiselijk geweld. Partijen hebben ook aangegeven daar een bijdrage aan te willen leveren of een opdracht in te nemen (zie o.a. de reacties op de rapportage van Samen Veilig Midden Nederland en de kwartiermakers crisiszorg Jeugd & Opvoedhulp in bijlage 6). De klankbordgroep met vertegenwoordigers van de 6 regio’s hebben de rapportage met de kwartiermaker besproken en adviseren de gemeenten een vervolgproces te starten waarbij instellingen gevraagd wordt een belangrijke bijdrage te leveren en een onafhankelijk projectleider aan te stellen die het gehele proces begeleid. Alle partijen geven aan dat het komen tot een integraal crisisproces een meerjarenplan is. Stade Advies adviseert de bovenregionale ambtelijke stuurgroep jeugd om een simpele projectorganisatie op te zetten die wordt getrokken en ondersteund door een (onafhankelijk) projectleider. Vanuit deze projectorganisaties moet helder zijn hoe afspraken gemaakt worden tussen betrokken partijen (gemeenten en organisaties) in dit proces. Vanuit deze projectorganisatie met vertegenwoordigers namens regio’s/gemeenten worden de nodige stappen gezet om te komen tot een integraal crisisproces voor jeugd (Jeugd & Opvoedhulp, Jeugd GGZ, Jeugd LVB) en huiselijk geweld. Op hoofdlijnen wordt de volgende aanpak voorgesteld: 1. Gemeenten geven de projectleider de opdracht een proces te starten met betrokken partijen om te komen tot een visie, ambitie, kaders en target voor een integraal crisisproces voor jeugd en huiselijk geweld. 2. Gemeenten geven de projectleider opdracht om een projectteam samen te stellen met de partijen die een rol spelen bij de crisiszorg jeugd en huiselijk geweld. Dit projectteam krijgt de opdracht om een concreet plan op te stellen en uitvoering te geven aan de volgende zaken: o Maak een voorstel hoe binnen de crisisdienst van Veilig Thuis de expertise van de Jeugd GGZ en Jeugd LVB kan worden ingebracht waardoor daar voldoende kennis is om de juiste beoordelingen te maken. o Maken van goede afspraken tussen crisisdienst Veilig Thuis en de overige crisisdiensten. o Communicatie verzorgen over de brede functie van de crisisdienst Veilig Thuis richting belangrijke verwijzers (politie, huisartsen, onderwijs, etc.). o Komen met een voorstel op welke wijze de werkzaamheden van de LVB crisisregisseur al dan niet ondergebracht kunnen worden binnen Veilig Thuis. o Aansluiting van de crisiszorg van de Jeugd GGZ en Jeugd LVB op de crisistool van de Jeugd & Opvoedhulporganisaties. o Uitwerken van de overgang van crisiszorg naar vervolgzorg in samenwerking met de lokale zorgstructuur. o Crisiszorg aanbieders komen met voorstellen op welke wijze men op een betere wijze domein overstijgende crisiszorg kan bieden. o Voorstel maken voor het regelmatig aanleveren van beleidsinformatie rond crisiszorg aan gemeenten. o Betrokken crisiszorgaanbieders maken niet vrijblijvende afspraken. o Zorg voor een preciezer beeld van het crisiszorgaanbod. o Kom met knelpunten en verbeterpunten richting gemeenten aangaande het crisisproces jeugd, huiselijke geweld en breder. De rol van de projectleider is: - met betrokken partijen uitvoering geven aan bovengenoemde punten; - de voortgang bewaken en monitoren; - initiatieven nemen; - zo nodig partijen bij elkaar brengen; - schakel tussen instellingen en gemeenten; - knelpunten naar het juiste plaats adresseren.
Op weg naar een integraal crisisproces
21
Bijlage 1: Gebruikte documenten Algemeen: - Checklist Toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties, Transitiebureau Jeugd (april 2014) - Brochure Toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties, Transitiebureau Jeugd (april 2004) - Handreiking Handvatten voor gemeenten, communicatie en afstemming bij een calamiteit (2014) - Veilig Thuis, handreiking communicatie voor gemeenten voor gemeenten, 2014 - Factsheet Zorgmeldingen Jeugd, 2014 - Quick scan Crisisdienstverlening in Gelderland, 2014 - Vereniging Spoedhulp Jeugd www.spoedhulpjeugd.nl - Presentatie Crisisregeling (J)(L)VG – presentatie voor gemeenten van Achmea - Regeling Crisis (L)VB 2015, zorgaanbieders, gemeenten en Achmea Regio Utrecht: - SAVE Dienstencatalogus, Gecertificeerde SAVE Instelling, november 2014 - Fijnstructuur inrichting Veilig Thuis, oktober 2014 - Contourennota AMHK (Veilig Thuis) Utrecht, 2014 - Voorstel crisisorganisatie Jeugd en opstellen calamiteitenprotocol (juni 2014) en de vervolg memo Vervolg (september 2014) van de Utrechtse gemeenten - Presentatie Wachtlijsten onder (transitiedruk)?! Workshop Jeugdzorg in Zicht, 2014 - Presentatie rapportage ‘Weg met de wachtlijsten + omgevingsanalyse, juli 2014, van gezamenlijke aanbieders jeugd - SAVE (SAmen werken aan VEiligheid – Utrecht, december 2013 - Voortgangsrapportage Transitie sociaal domein en de politietaak, augustus 2014 - Crisistoeleiding voor jeugdigen met een beperking, Food Valley 2014 - Ambitie Netwerk voor Jeugd crisis bovenregionaal Utrecht (26 juni 2014) - Samenwerkingsafspraken crisiszorg - provincie Utrecht, samen met jeugdzorgaanbieders - Communicatieprotocol Jeugdzorg bij calamiteiten Provincie Utrecht (juni 2014) - Vraag- en aanbodanalyse Jeugdzorg Utrecht, Bureau Jeugdzorg Utrecht juli 2013 - Crisishulpverlening Utrechtse Jeugdzorg, onderzoek naar vraag en aanbod, gapanalyse en uitgangspunten en herinrichting, van de Bunt adviseurs, 2011 - Moviera, aanpak huiselijk geweld, Jaarverslag 2013 - Cijfers Huiselijk geweld Eemland/Heuvelrug 2013 - Handboek Timon Crisisopvangcentrum Change4u (2013) - Methodiek Screening Timon, Crisisopvang Centrum en Ambulante Spoedhulp, mede ontwikkeld met Universiteit van Utrecht (2012)
Op weg naar een integraal crisisproces
22
Bijlage 2: Gesprekken gevoerd met (face to face en telefonisch) Laura Kamphuis Arieke van Andel Marieke de Boer Corine Schuil Machteld Koelewijn Bernadette Kuipers Marieke Zeilstra Hanneke Mertens Sandra Perton Henk Jonker Gerard Harskamp Hannie Olij Ella van Lingen Tanno Klijn Wouter de Lange Marja de Klerk Liesbeth Swartjes Fouzia Nasrullah Sonja Holtrop Bianca van der Neut Renate de Vries Neeltje Burgmans Sylvia Barneveld Milly van Rooden Ad Krijnen Marjolein Pel Lonieke Casteleijn Hans Attema Cor Anneveldt Monique Andringa Ko Proos Peter ten Cate Guusta van der Zwaart Jolanda Boere Judith Godijn Marjolein Sluiters Johan Vermeulen Guus Hermsen
- regio Lekstroom, contactpersoon/opdrachtgever - regio Eemland - Stad Utrecht - regio Food Valley - regio Zuid Oost - regio Zuid Oost - regio Utrecht West - Provincie Utrecht - Gemeente Utrecht Volksgezondheid/OGGZ - Timon, transitiemanager - Timon, teamleider cisiszorg - Timon, bestuurder - Reinaerde, bestuurder - Samen Veilig Midden Nederland regio directeur - Samen Veilig Midden Nederland, projectleider crisisdienst - Samen Veilig Midden Nederland, senior gedragswetenschapper - Youke, kwartiermaker crisiszorg - Youke, bestuurder - Rading, pleegzorg - Rading, pleegzorg - Rading, bestuurder - Lijn 5, kwartiermaker crisiszorg ambulant - Lijn 5, teammanager crisis en jeugdzorg - Lijn 5, clustermanager o.a. voor crisis - Moviera, manager crisisopvang vrouwenopvang - Moviera, teammanager Steunpunt huiselijk geweld - Victas, verslavingszorg - Altrecht, projectleider transitie JGGZ - RIAGG Amersfoort (onderdeel AZMN) hoofd jeugd - Crisisregisseur LVB sector - adviseur inkoop LVB sector Achmea/Zorgkantoor - Tussenvoorziening, unitmanager - Tussenvoorziening, clustermanager opvang - Politie, coördinator Jeugd o.a. regio Utrecht - Gemeente Lopik - Gemeente Lopik - Stadsteam Oudewater - Huisarts Woerden
Op weg naar een integraal crisisproces
23
Bijlage 3: Checklist bij inrichting van de toeleiding naar jeugdhulp in crisissituaties
Op weg naar een integraal crisisproces
24
Bijlage 4: Overzicht van huidige toeleidingstappen bij Jeugdzorg, LVB en Jeugd GGZ
Op weg naar een integraal crisisproces
25
Bijlage 5: Stappen schematisch weergegeven rond crisisinterventie en crisiszorg
Op weg naar een integraal crisisproces
26
Bijlage 6: Reacties op de rapportage Feedback Samen Veilig Midden Nederland Mijn complimenten voor het stuk dat je hebt geschreven als inventarisatie van de mogelijkheid om een integrale crisisorganisatie te ontwikkelen. Ik kan me in de strekking vinden. En zie in voldoende mate terug wat we gezamenlijk hebben besproken over de huidige crisisorganisatie en over de mogelijkheden om te komen tot een vervolgstap van de crisisorganisatie waarbij het een gezamenlijke ambitie is om onze cliënt en verwijzers zo goed mogelijk te kunnen bedienen vanuit een ontschotte integrale crisisorganisatie voor jeugd en gezin. Wij, Samen Veilig Midden Nederland, zouden graag bijdragen aan een concretiseringslag van het advies en doen daarom het volgende voorstel: Samen Veilig zou graag in opdracht van de gezamenlijke gemeenten, vanuit een kaderstellend doel voor alle crisisorganisaties, een ‘businesscase’ willen ontwikkelen die een potentiële vernieuwingsslag kwantificeert. Deze business case zou medio 2015 gerealiseerd kunnen zijn en kunnen dienen als input voor het inkoopproces van gemeenten. De businesscase zal verder kunnen dienen als onderbouwing voor een projectplan en als basis voor een besturingsstructuur voor de ontwikkeling van de integrale crisisorganisatie. Het proces conform dat projectplan zal dan leiden tot de start van een integrale crisisorganisatie in het begin van 2016. In 2016 zal dan middels een beheersbare vernieuwingsslag toegewerkt kunnen worden naar de beoogde (kaderstellende) resultaten. Die zullen dan tenminste medio 2017 gerealiseerd moeten zijn. Wij beschouwen het van een grote meerwaarde als we bovenstaand voorstel in een gelijkwaardige samenwerking met een van de grote JGGZ instellingen kunnen vormgeven. Feedback op advies ‘Rapportage Crisiszorg’ van kwartiermakers crisiszorg Jeugd & Opvoedhulp
Cruciaal is het binnen kaders van de gemeenten vormgeven van een gezamenlijke visie en werkwijze in crisissituaties zodat verschillende sectoren daadwerkelijk met dezelfde visie in één gezin en met elkaar samenwerken. Een centraal nummer is daartoe een middel. Het proces zoals hierboven beschreven vergt afhankelijk van de sturing en gefaciliteerde randvoorwaarden zeker twee tot drie jaar ontwikkeltijd Monitor waarin de door de gemeenten gestelde prestatie indicatoren worden gemonitord op behaald resultaat Projectteam uit de verschillende sectoren dat werkt vanuit een opdracht van de gemeenten. Projectteam wordt aangestuurd door een stuurgroep vanuit de gezamenlijke gemeenten. Kwartiermakers crisisdomein hebben hierin vanaf 2012 expertise opgebouwd en kennis van de veranderprocessen. Betrek hen of één van hen bij voorkeur bij dit projectteam. Beman het centrale telefoonnummer door triagisten vanuit de verschillende sectoren. Dit team van drie triagisten beoordeelt voortdurend welke hulp passend is zodat efficiëntie vergroot wordt. Fysieke nabijheid is in dit soort complexe veranderprocessen van groot belang om snel synergie op te leveren tussen domeinen die vooralsnog vanuit zeer verschillende procedures en protocollen interveniëren in een crisissituatie.
Dus: Je zou kunnen starten met een verkenning en de ontwikkeling van een business model (businesscase). Dit moet je doen op basis van een gezamenlijke opdracht vanuit de gemeenten. Hierna zal je minimaal 1 jaar nodig hebben voor proces. Wij denken dat je met verkennen, inrichten en te bereiken effecten bij elkaar 2 tot 3 jaar moet inboeken. Namens de kwartiermakers crisis Jeugd & Opvoedhulp , Sonja Holtrop, De Rading Op weg naar een integraal crisisproces
27