Op stap met Jef
TERF
1
Inhoud
2
Voorwoord....................................................................................................................................... 3
3
Doelen “op stap met Jef” ................................................................................................................ 4
4
3.1
Lesdoelen................................................................................................................................. 4
3.2
leerplandoelen ........................................................................................................................ 4
Werkwijze “op stap met Jef” ........................................................................................................... 4 4.1
Voorbereiding vooraf door de leerkracht. .............................................................................. 4
4.1.1
Bezoek de begraafplaats van je gemeente/dorp ............................................................ 4
4.1.2
Werkboekje voor de leerlingen ....................................................................................... 4
4.1.3
Inleiding tot het project ................................................................................................... 5
4.2
Bezoek aan de begraafplaats .................................................................................................. 5
4.3
Verwerking van het bezoek aan de begraafplaats .................................................................. 6
4.3.1 4.4
Bespreking van de gevonden zaken op de begraafplaats ............................................... 6
Extra mogelijkheden om rond te werken ................................................................................ 9
4.4.1
Zelf graf ontwerpen ......................................................................................................... 9
4.4.2
Begraafplaats opfleuren .................................................................................................. 9
4.4.3
Negatieve gevoelens begraven ..................................................................................... 10
4.4.4
Voorwerp met extra waarde ......................................................................................... 10
4.4.5
Namen ........................................................................................................................... 10
4.4.6
Hiernamaals ................................................................................................................... 10
4.4.7
Liederen ......................................................................................................................... 10
5
Werkboekje van de leerlingen....................................................................................................... 10
6
Bronnen ......................................................................................................................................... 10
7
Bijlage ............................................................................................................................................ 11
Op stap met Jef
handleiding
2
2 Voorwoord Beste leerkracht, Bewust kozen we voor funerair erfgoed, aangezien dit erfgoed meestal links blijft liggen. We willen het zeer graag wat meer daglicht geven. Funerair erfgoed is niet echt populair te noemen, nochtans is ‘de begraafplaats’ of ‘naar de begraafplaats gaan’ een terugkerend thema in de klas, ieder jaar rond begin november. Dit project wil hier op inspelen. Maar dan met een knipoog naar erfgoed. Een opsomming van wie waar begraven ligt is natuurlijk niet aan de orde. We kozen als doelgroep de allerkleinsten uit: kleuter en leerlingen van de onderbouw. Omdat deze groepen veelal uit de boot vallen als er projecten worden uitgewerkt. Dit project ook voor de allerkleinsten begrijpbaar maken is geen evidentie, maar precies omdat het een uitdaging is wilden we het project ook voor deze doelgroep ontwikkelen. We wensen jullie heel veel plezier toe, op stap met jullie leerlingen. Graag bedanken we de enthousiaste, gemotiveerde mensen die we bereid vonden om mee te denken rond dit project, namelijk: mevr. Kries Wyffels, mevr. An Verstraete en mevr. Siegelinde Snauwaart. In deze groep was zowel directie, juf van het 3e kleuter en een juf van het 3e leerjaar vertegenwoordigd. Het was tof om terug naar de start van mijn schoolloopbaan te keren, namelijk “De vrije basisschool Beveren” bedankt hiervoor! Op www.versteendegetuigenissen.be kan je terecht om digitaal symboliek, grafmonumenten en dergelijke uit de TERF regio van de verschillende begraafplaatsen te ontdekken. Succes, Sofie Viaene educatief medewerker Erfgoedcel TERF Polenplein 15 8800 Roeselare 051/26.87.49 www.erfgoedcelterf.be
Met dank aan:
Vrije basisschool Beveren
Op stap met Jef
Oorspronkelijk een casestudy in opdracht van KATHO/PHO
handleiding
3
3 Doelen “op stap met Jef” 3.1 Lesdoelen De leerlingen … 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11)
brengen respect op voor de monumenten op een begraafplaats weten hoe ze zich op een begraafplaats moeten gedragen kunnen enkele gezochte symbolen op een graf benoemen kunnen verslag uitbrengen van hun bevindingen kunnen samenwerken weten welke soorten graven ze zouden kunnen terug vinden op een begraafplaats ondervinden dat graven uit verschillende soorten materiaal gemaakt zijn kunnen met een eenvoudig fototoestel werken kunnen ludieke grafopschriften schrijven weten hoe een plattegrond van een begraafplaats wordt opgebouwd kunnen een graf opzoeken aan de hand van de codes
3.2 leerplandoelen Leerplan Wereldoriëntatie 0.10 Kinderen kunnen vragen stellen waarvan de antwoorden onderzoekbaar of opzoekbaar zijn. 2.5 Kinderen zien in dat elke mens ‘iemand’ is, ‘iets betekent’, en op de een of andere wijze blijft voortleven in de herinnering van anderen. Dat houdt in dat ze: ervaren en uiten dat anderen de herinnering aan (overleden) personen levendig houden door gesprekken, afbeeldingen, koestering van hun materiële of geestelijke nalatenschap,… 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen of kentekens hanteren. 6.1: Kinderen zien in dat courante producten gemaakt zijn uit welbepaalde materialen en/of grondstoffen. Dat houdt in dat ze: Van voorwerpen uit hun omgeving kunnen aangeven dat ze gemaakt zijn van ijzer, steen, hout, glas, papier, textiel, plastiek,…. 8.12: Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren,… evolueren in de tijd. Dat houdt in dat ze: Met voorbeelden kunnen aantonen hoe dagelijkse gebruiksvoorwerpen, kleding, gebouwen, in de tijd evolueren. Weten dat de evolutie van de techniek het leven van mensen verandert.
4 Werkwijze “op stap met Jef” 4.1 Voorbereiding vooraf door de leerkracht. 4.1.1
Bezoek de begraafplaats van je gemeente/dorp
Bekijk samen met je collega’s die ook meewerken aan het project wat jouw begraafplaats te bieden heeft. Welke interessante graven zijn er te vinden? Liggen er ook bekende mensen uit jouw streek begraven? Kan je hier iets meer over vertellen? Welke symboliek komt sterk naar voor?… Zorg dat je weet wanneer de begraafplaats open is voor het publiek (spreek eventueel af met de verantwoordelijke)
4.1.2
Werkboekje voor de leerlingen
Bekijk de begraafplaats door de ogen van het kind met de vragenbundel dat je leerling krijgt. Zo zie je al meteen welke zaken moeilijk of gemakkelijk liggen voor jouw begraafplaats. Kopieer het boekje volgens het aantal leerlingen van je klas (of klassen als je met meerdere leerkrachten samenwerkt)
Op stap met Jef
handleiding
4
4.1.3
Inleiding tot het project
Bespreek kort voordat er naar de begraafplaats wordt gegaan, wat een begraafplaats precies is. Hoe zien zij dat? Gaan de leerlingen daar regelmatig naar toe? Waarom wel? Waarom niet? Wie van de leerlingen gaat er graag naar een begraafplaats? Wie helemaal niet? Wanneer gaan de mensen naar een begraafplaats? Wat doe je daar dan? Dit kan eventueel aan de hand van een woordspin op het bord. Of aan de hand van een foto, zie suggestie. Suggestie: Breng enkele foto’s mee, die op de een of andere manier verwijzen naar een begraafplaats, verdeel de groep in kleinere groepjes en geef elk groepje 5 foto’s. Elke foto wordt besproken in de groep. Per groep kiezen de leerlingen één foto uit die ze willen voorstellen. Hoe mogen zelf kiezen, het kan aan de hand van een verhaal, toneeltje, gedicht, liedje,…. De leerlingen kiezen er die foto samen uit die hen het meest aan een begraafplaats doet denken. De leerkracht toont eerst een voorbeeld. Bijvoorbeeld: De leerkracht kiest een foto met mooie bloemen. ‘Ik kies deze foto omdat er bij het graf van mijn oma altijd hele mooie bloemen staan. Als de bloemen verwelkt zijn, worden ze van het graf gehaald. Ik wil dat bij alle mensen bloemen op het graf staan.’ De leerkracht laat ondertussen de leerlingen aan bod. Welke foto zouden jullie gekozen hebben? Waarom? Aan de hand van dit voorbeeld gaan de leerlingen in groepjes aan het werk. De leerlingen krijgen voldoende voorbereidingstijd. Alle groepjes komen naar voor. Ze verantwoorden de keuze van hun foto. Waarom kiezen ze deze foto en niet een andere. Waaraan denken ze bij de foto? Wat voel je bij de foto? Waar zou je deze foto kunnen nemen?,… De andere leerlingen van de klas kunnen ook hun mening rond de foto vertellen. De foto’s worden daarna op een groot (eventueel gekleurd) blad gekleefd.
4.2 Bezoek aan de begraafplaats Verdeel de leerlingen in groepjes van 3. Geef elke leerling een boekje om in te vullen. Overloop eventueel op voorhand kort het boekje. Laat de leerlingen per groepje de opdrachten uitvoeren en bespreek achteraf in de klas. Het is vooral de bedoeling dat ze zelf ontdekken en ervaren. Op zoek naar het oudste graf is een extra opdracht, voor die leerlingen die vroeger klaar zouden zijn dan de andere groepjes. Het gaat over het ontdekken dat de graven maar tot een bepaald tijd terug gaan, maar wat gebeurde er met de andere mensen die gestorven zijn? Dit kan eventueel op gezocht worden eenmaal terug in de klas. Hoe is het in jullie gemeente/dorp georganiseerd geweest? Een bezoek aan het gemeentehuis kan hierop volgen om dit te onderzoeken. Extra achtergrond info: (nog meer is te vinden in het bundeltje apart) Begraafplaatsen na 1800 Een blik op het ontstaan van de begraafplaatsen De aanleg van de buitenbegraafplaatsen, na 1800, had zo zijn redenen. Vooral de nood aan hygiëne speelde een grote rol. Het waren vooral Jozef II en Napoleon die deze buitenbegraafplaatsen lieten aanleggen. Dit door grote bevolkingsgroei in de 19de en 20ste eeuw. Vooral de steden kende een enorme bevolkingsgroei. Op die manier waren de binnenstadse kerkhoven snel vol. Op vele plaatsen zelfs overvol. Men begon op die manier te beseffen dat men om hygiënische redenen niet langer meer kon begraven binnen de stadsmuren en op de kerkhoven rond de kerk. Toen kwamen de eerste begraafplaatsen. Niet langer rond de kerk gevestigd en buiten de bebouwde kom aangelegd. Buiten de stadsmuren begraven In 1787 werd er in Madrid beslist dat begraafplaatsen buiten de stadmuren moesten worden aangelegd. Zo werd in Italië het begraven in kerken verboden rond het jaar 1803. Engeland bleef langer dan de landen op het continent in kerken en steden begraven. In de Nederlanden ging de verhuizing naar de buitenbegraafplaatsen minder vlot. Het was bij bevel van Napoleon dat de doden begraven diende te worden buiten de stad. Toch verliep dit niet goed. Na vertrek van Napoleon leefde de oude gewoonten van de uitvaartcultuur weer op in de Nederlanden. Willem I Het duurde tot 1829, toen Willem I bij Koninklijk Besluit, besloot dat de steden en dorpen die meer dan duizend inwoners telden, minstens één begraafplaats diende te hebben buiten de bebouwde kom. Nieuwe begraafplaatsen mochten enkel worden aangelegd buiten de bebouwde kom. Daarom werd er niet minder rond en in de kerk begraven. De Kerk zag hun inkomsten van het begraven in en rond de kerk niet graag verdwijnen. De angst om het verlies van de impact op de bevolking wanneer zij een belangrijk onderdeel van de lijkbezorging uit handen zou moeten geven, was nog groter. De Koninklijke familie wordt nog altijd begraven in een kerk Vandaag de dag kan men nog steeds begraven in bepaalde kerken. Dit is mogelijk voor onze bisschoppen en Koninklijke familie. In Laken hebben ze een crypte aangebouwd aan de kerk. Toch verdwenen de kerkhoven, rond de kerk, het meest in de 20ste eeuw. Vooral op plattelandsgemeenten bleef men lang rond de kerk begraven. Stinkend rijk Arme mensen kregen buiten een plekje op het kerkhof, rijke mensen binnen in de kerk onder de vloer. Omdat de afdichting van de graven niet optimaal was, kwam de geur van het ontbindende lichaam de kerk binnen. Dit was tijdens de kerkdienst of mis te ruiken, en werd dan weggewerkt met wierook.
We kozen ervoor om de leerlingen eerst de begraafplaats te laten verkennen voordat ze meer info krijgen over de symboliek en andere info die ze verkrijgen/ontdekken op de begraafplaats. Dit om de leerlingen zelf al heel wat te laten ervaren voordat de “theorie” er aan komt. Dit zal het voor de les zelf ook gemakkelijker maken,
Op stap met Jef
handleiding
5
want ze weten waarover er gepraat wordt. Gebruik zeker de foto’s die de leerlingen namen om de symboliek die op de begraafplaats aanwezig is concreet voor te stellen.
4.3 Verwerking van het bezoek aan de begraafplaats
4.3.1
Bespreking van de gevonden zaken op de begraafplaats
4.3.1.1 Geluiden op de begraafplaats Bespreek wat de leerlingen hoorden op de begraafplaats, zijn er verschillen? Gelijkenissen? Wat valt er allemaal (extra) te horen dan bv op de speelplaats. Je kan deze opdracht herhalen op de speelplaats, wat horen ze daar?
4.3.1.2 Soorten rustplaatsen Welke soorten rustplaatsen vonden zij terug? Werden ze allemaal gevonden? Eventueel bekijken van de foto’s.
Op stap met Jef
handleiding
6
4.3.1.3 Info en symboliek Welke symbolen zijn jullie tegen het lijf gelopen? Welke heb je gefotografeerd? Wat sprak jullie aan? Wat heb je ervan onthouden? Volgende symbolen kwamen aan beurt tijdens het bezoek (zie werkboekje van de leerlingen). Er is meer informatie inbegrepen dan dat de leerlingen konden lezen, dit kan als aanvulling dienen. (zie achtergrond voor de leerkracht )
4.3.1.4 Soorten materiaal Welke soorten grafstenen bestaan er? Welke textuur voel je? De leerlingen onderzoeken dit door hun blad op de zerk te leggen en er met een potlood op te kleuren. Wat zien ze? Extra: Voorzie een zakje met verschillende soorten gesteenten in. De leerlingen voelen aan verschillende soorten gesteenten. Ze zoeken de grafzerken waar het gesteente voorkomt. Ze bespreken in hun groep waarom juist gesteente gebruikt wordt.
4.3.1.5 Grafopschriften De leerlingen krijgen een paar grappige opschriften vanuit een Kiekeboe strip. Het is de bedoeling dat ze dergelijke zelf vinden. Deze opdracht kan eventueel ook in de klas gegeven worden. © Standaard Uitgeverij Merho
Op stap met Jef
handleiding
7
4.3.1.6 Het vinden van de weg op de begraafplaats Leg indien nodig uit waarom de wegen op de begraafplaats aangeduid zijn, vergelijk met de straat en het huisnummer dat de leerlingen nu al kennen van hun huis. Vertel dat het systeem van werken dezelfde is op een begraafplaats.
4.3.1.7 Foto in medaillon Hebben de leerlingen dit gevonden? Was het gemakkelijk om iets te zoeken? (zie achtergrond voor de leerkracht pg 5) © Standaard Uitgeverij - Merho
4.3.1.8 Beroep Welke beroepen werden door de leerlingen gevonden? Herkenden ze vlug het beroep?
4.3.1.9 Gevoelens De leerlingen zoeken een rustig plekje. Ze sluiten hun ogen een minuut. Daarna schrijven ze alle gevoelens op die bij hen opkomen. De leerlingen voeren dezelfde opdracht uit maar nu met hun ogen open. Ze bespreken hoe het komt dat zulke gevoelens op de voorgrond treden bij een bezoek aan het kerkhof.
Op stap met Jef
handleiding
8
4.3.1.10 Zien De leerlingen kijken door een kijkvenster (voorbeeld, zie bijlage). Hierbij bespreken en tekenen ze wat hen aanspreekt.
4.3.1.11 Oudste graf (extra opdracht) Vraag aan de leerlingen wat er dan gebeurde met de mensen die eerder gestorven zijn. Wat is er met hun graf gebeurd? Of was er nog geen begraafplaats?
4.3.1.12 Evaluatie door de leerlingen Wat vonden de leerlingen van het geheel? Welke gevoelens hadden ze vooral tijdens het beleven/uitwerken van het project? Ze kleuren het gezichtje in.
4.4 Extra mogelijkheden om rond te werken 4.4.1
Zelf graf ontwerpen
Ontwerp een graf voor Miel Popster. Bedenk wat er zeker op een graf aanwezig moet zijn. Wat zullen de fans van Miel Popster op zijn graf nalaten? Alles kan en mag op de begraafplaats voor de popsterren, wees creatief!
4.4.2
Begraafplaats opfleuren
Dit in analogie met het zelf een graf ontwerpen. Bedenk hoe het gehele begraafplaats er zal uit zien, hoe staan de graven tegen over elkaar? Wie ligt waar? Hoe vind je de weg terug op dit begraafplaats…
Op stap met Jef
handleiding
9
4.4.3
Negatieve gevoelens begraven
Past in een les godsdienst rond boetedoening, elkaar vergeven…
4.4.4
Voorwerp met extra waarde
Wat is jouw ding? Waarom is dat ding zo belangrijk? Stel dat je dat ding zou moeten begraven, hoe zou je de zerk dan bewerken, versieren? Wat zou je er op zetten? Wat doe je met een huisdier dat sterft? Het gaat dan niet meer over een voorwerp, maar over een levend wezen, maakt dat een verschil?
4.4.5
Namen
Wat betekent jouw naam? Waarom is een naam zo belangrijk? Waarom zijn er sommige mensen die het wel/niet op hun graf willen zetten? Dit kan eventueel opgezocht worden op internet. Betekenis van de voornaam of familienaam. Wie weet vonden er leerlingen een familieschild, een zijsprong naar heraldiek is dan vlug gemaakt.
4.4.6
Hiernamaals
Wat is er na de dood? Is er een leven na de dood? Wat geloven de leerlingen? Wat geloven de ouders van de leerlingen? De grootouders? De juf/meester? Filosoferen met kinderen kan heel verrijkend zijn!
4.4.7
Liederen
Bestaan er liederen over ons onderwerp? Welke? Eventueel te beluisteren en te bespreken, wat vertellen deze liederen? Thriller van Michael Jackson kan een voorbeeld zijn.
5 Werkboekje van de leerlingen Zie apart boekje dat ook downloadbaar is op de site.
6 Bronnen
www.sclera.be www.versteendegetuigenissen.be Afbeelding Jef(ke): H.Hartschool Sint Kathelijne Waver eigen foto’s Kiekeboe, Merho, operatie griezel Kiekeboe, Merho, de kus van Mona
Op stap met Jef
handleiding
10
7 Bijlage Kijkvenster: kan afgedrukt worden per groepje, best op stevig papier en/of op karton.
Knip mij uit!
Op stap met Jef
handleiding
11