Voedsel en Waren Autoriteit
Minister VWS
uw brief van
uw kenmerk
onderwerp
2e tussenrapportage acrylamide in levensmiddelen inclusief advies
ons kenmerk
datum
VWA/2003/2451
09-07-2003
doorkiesnummer
bijlagen
1
In vervolg op mijn tussenrapportage over het onderzoek naar acrylamide in levensmiddelen van 20 november 2002 geef ik u hierbij een bijgewerkt overzicht van de stand van zaken op dit terrein en sluit ik af met een advies voor acties die op korte of lange termijn moeten leiden tot het verlagen van de blootstelling van de consument aan acrylamide uit levensmiddelen. In de inleiding geef ik kort de geschiedenis weer. Na de conclusie heb ik een paragraaf ingevoegd met relativerende opmerkingen om acrylamide ook eens uit een ander perspectief te bekijken. Bij het totstandkomen van deze notitie zijn vertegenwoordigers uit de relevante omgeving geconsulteerd over de inhoud ervan, waarbij zij hebben kennisgenomen van de beweegredenen van de VWA om te komen tot het afsluitende advies. 1. Inleiding In april 2002 werd in Zweeds onderzoek de stof acrylamide aangetoond in levensmiddelen. Acrylamide wordt gevormd tijdens het bakken en frituren van koolhydraatrijke voedingsmiddelen die ook eiwitten bevatten. Dit was een nieuwe bevinding, maar de stof was al sinds lang in de genoemde voedingsmiddelen aanwezig. Daar acrylamide in proefdieren kankerverwekkend is gebleken, werd wereldwijd (onder meer door de WHO) de aandacht gevestigd op de aanwezigheid en het mogelijke gevaar van deze stof in levensmiddelen. In Nederland is sindsdien de aanwezigheid van acrylamide in het Nederlandse voedingsmiddelenpakket in kaart gebracht, zijn er 2 risicoschattingen uitgevoerd en is nader onderzoek gestart. 2. Stand van zaken sinds 1e tussenrapportage, 20 november 2002 De gegevens in dit overzicht zijn afkomstig van onderzoek dat sedert de 1e tussenrapportage is uitgevoerd. Tevens is kennis gebruikt verkregen uit het resultaat van overleg in internationale gremia. Schadelijkheid De wetenschappelijke feiten met betrekking tot de schadelijkheid van acrylamide zijn niet éénduidig. Vooralsnog is het raadzaam om acrylamide als potentieel kankerverwekkend te beschouwen en te streven naar een zo laag mogelijke blootstelling van de consument, waarbij de overheid en het bedrijfsleven haar specifieke verantwoordelijkheid moeten nemen. Deze opvatting is gebaseerd op het effect dat acrylamide in schaarse dierproeven
Datum
Kenmerk
09-07-2003
VWA/2003/2451
Onderwerp
Vervolgblad 2
heeft veroorzaakt en het feit dat de extrapolatie van de diergegevens naar de mens met grote omzichtigheid moet worden bezien. Er is behoefte aan een dierproef waarbij een chronische belasting met acrylamide plaatsvindt. Risicobeoordeling Het RIVM/RIKILT heeft in december 2002 een herziene versie van het eerdere advies m.b.t. blootstelling aan acrylamide via de voeding uitgebracht, waarbij beargumenteerd wordt dat een risicoschatting voor kinderen en jongeren niet mogelijk is. Aangezien kinderen en jongeren in de vroege levensfase in het algemeen een wat hogere blootstelling hebben, maar op latere leeftijd een lagere die nog onvoldoende is te kwantificeren. Overigens zijn de innamenberekeningen en de risicoschatting voor andere leeftijdsgroepen niet veranderd. Het blijft een feit dat onder meer de onzekerheid voor de relevantie van de in proefdieren waargenomen tumoren nog niet is opgehelderd, dat kennis over bio-beschikbaarheid na orale toediening van acrylamide bevattende voedingsmiddelen voor de mens beperkt is, er twijfels zijn aan de betrouwbaarheid van de theoretische modellen voor de kwantificering van het risico voor de mens en er twijfels zijn over de bruikbaarheid van gegevens uit de Voedselconsumptiepeiling voor innamenberekeningen van seizoensgebonden voedingsmiddelen en voor doelgroepen. Dit maakt dat de uitgevoerde risicoschatting een beperkte en hoogstens indicatieve waarde heeft. Acrylamide in levensmiddelen Een doorsnede van het voedingsmiddelenpakket in Nederland is inmiddels onderzocht door de VWA. Echter een aantal voedingsmiddelen, onder meer koffie, chocolade en sojasaus leverden tot voor kort nog problemen bij de analyse. Uit buitenlandse gegevens blijkt dat koffie en ook sommige koek en deegwaren mogelijk acrylamide bevatten. Koffie kan omdat het veel gedronken wordt mogelijk een aanzienlijke bijdrage leveren aan de inname van acrylamide. Aanvullend onderzoek is daarom gewenst. De betrouwbaarheid van de innamenberekeningen wordt groter als meer gegevens van meer voedingsmiddelen beschikbaar zijn. Vorming van acrylamide Na de snelle opheldering van het vormingsmechanisme van acrylamide in aardappelproducten, waarbij vrij asparagine en reducerende suikers een rol spelen tijdens een chemische reactie onder invloed van hitte (type Maillard reactie), is inmiddels ook meer bekend over het vormingsmechanisme in graanproducten. Echter nog niet alle vragen zijn beantwoord. Bij het industriële bereidingsproces van met name aardappelproducten is inmiddels veel opgehelderd. Zo is nu bekend dat de suikers in aardappelen de beperkende factor zijn voor de vorming, omdat asparagine in overmaat aanwezig is. Het blancheren van aardappelen tijdens het bereidingsproces verlaagt het acrylamide gehalte in het eindproduct. Opslagcondities van de aardappel, de mate van verhitting en dikte van de chips hebben een significant effect. Dit betekent dat het beïnvloeden van sommige procesomstandigheden kan leiden tot reductie van de hoeveelheid geproduceerde acrylamide. Deze reductie is niet ongelimiteerd en beperkt mogelijk.
Datum
Kenmerk
09-07-2003
VWA/2003/2451
Onderwerp
Vervolgblad 3
Kennis over procesbeïnvloedende factoren tijdens de huishoudelijke bereiding van levensmiddelen is nog onvoldoende aanwezig, terwijl wordt vermoed dat hier juist door minder gecontroleerde bereidingsprocessen grotere hoeveelheden acrylamide kunnen worden gevormd. Deze kennis is van belang om een vermindering van de blootstelling aan acrylamide te bereiken door middel van voorlichting aan de consument. Zo is uit onderzoek dat de VWA laat uitvoeren bij het ATO B.V. gebleken dat bij het bereiden van gebakken aardappelen na voorafgaand koken van de aardappelen in de magnetron een hoger acrylamide gehalte oplevert dan gewoon koken. Vermeldenswaardig is, in het licht van suikers als beperkende factor voor acrylamidevorming, dat tafelaardappelen niet worden geselecteerd op een laag suikergehalte en aardappelen voor de industriële productie van frites en chips wel. Niet onvermeld mag blijven het feit dat voor de bruinkleuring van speciale ovenfrites, die in de oven moeten worden gebakken, suikers op de oppervlakte worden aangebracht. Echter deze frites kunnen ook in de friteuse worden bereid. Dit is een ongewenste situatie gezien het feit dat suikers de vorming van acrylamide bevorderen. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of de acrylamide gehalten significant hoger zijn als dit soort frites in de friteuse wordt bereid. Uit beperkt onderzoek blijkt dat de bereiding van frites in de oven in het algemeen resulteert in lagere gehalten acrylamide dan bij frituren. Nader onderzoek moet dit bevestigen. Verder is in onderzoek van beperkte omvang geconstateerd dat de toename van acrylamide in frites door het afbakken van industrieel voorgebakken frites in een huishoudelijke friteuse slechts gering is. Het bereiden van grote porties voorgebakken diepvriesfrites in een huishoudelijke friteuse leidt, ondanks de benodigde langere baktijden i.v.m. bruining, tot lagere gehalten acrylamide dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door een aanzienlijke temperatuursdaling. Door de minder goede temperatuursregulatie van de kleine huishoud friteuse neemt enerzijds de potentiële dreiging van acrylamide af bij het afbakken van grote hoeveelheden diepvries frites, anderzijds neemt het acrylamide gehalte onnodig toe bij het afbakken van kleine porties frites als een aanzienlijke afwijking van de temperatuur boven een ingestelde temperatuur van 180 ˚C optreedt. Acrylamide versus andere stoffen die de gezondheid kunnen beïnvloeden De vorming van acrylamide mag niet als een geïsoleerd fenomeen worden beoordeeld in relatie tot de gezondheidsschade die het kan veroorzaken. Een belangrijk, maar onderbelicht, aandachtspunt is het feit dat het verlagen van de bereidingtemperatuur van frites tot gevolg heeft dat er minder acrylamide wordt gevormd, maar het vetgehalte (en mogelijk transvetzuurgehalte) van de frites toeneemt. Een goed afwegingskader is momenteel niet beschikbaar om te bepalen welke gezondheidsschade het minst ernstig is. Epidemiologie De studie die in opdracht van de VWA-KvW is uitgevoerd bij de Universiteit van Maastricht in de Nederlandse Cohortstudie naar voeding en kanker heeft laten zien dat het haalbaar is om in Nederland een verdergaand epidemiologisch onderzoek naar de
Datum
Kenmerk
09-07-2003
VWA/2003/2451
Onderwerp
Vervolgblad 4
relatie tussen acrylamide en kanker uit te voeren. Hiervoor is het wel nodig om de acrylamide blootstelling via voeding, roken en beroep nader te kwantificeren. Internationaal Op internationaal terrein zijn er diverse ontwikkelingen geweest. Er zijn databanken opengesteld waar overheid en/of bedrijfsleven hun onderzoeksresultaten kunnen melden. Zo houdt DG SANCO een compleet overzicht bij van afgerond en lopend onderzoek binnen de EU, dat door de overheid is geïnitieerd. De VWA heeft een rol gespeeld in de organisatie van een workshop te Brussel in maart 2003. In samenwerking met de CIAA (Confédération des Industries Agro-Alimentaires), Food Standards Agency van GrootBrittanië, EFSA en DG SANCO is een grote groep onderzoekers en belanghebbenden vanuit de hele wereld uitgenodigd voor een diepgaande discussie over de stand van zaken betreffende acrylamide in de voeding. Dit heeft geleid tot consensus over de hiaten in de huidige kennis, voorstellen voor onderzoek, de noodzaak en wijze van informatieuitwisseling en een witboek dat is aangeboden aan de EFSA met het verzoek de coördinerende taken genoemd in het witboek op zich te nemen (zie bijlage). 3. Conclusie Ik concludeer dat acrylamide een potentieel kankerverwekkende stof is waar de mens in het algemeen dagelijks aan wordt blootgesteld. Zolang er niet meer inzicht in de schadelijkheid komt, moet de gedragslijn zijn dat een zo laag mogelijke blootstelling wordt gerealiseerd door een zo laag mogelijke acrylamide gehalte in levensmiddelen te bewerkstelligen. Hiertoe zijn een aantal wegen te bewandelen die ik in het advies heb opgenomen. 4. Relativering Ik wil u een aantal relativerende opmerkingen voor wat betreft het belang van acrylamide in voedingsmiddelen voor de volksgezondheid niet onthouden. Allereerst merk ik op dat acrylamide een stof is waarvan het ontstaan inherent is aan het productieproces. De mensheid is al generaties lang blootgesteld aan deze stof en het is niet bekend of zich een detoxificatie mechanisme als adaptatie heeft ontwikkeld. Het is niet uitgesloten dat acrylamide endogeen, d.w.z. in het menselijk lichaam, wordt gevormd. Met betrekking tot de toxiciteit is acrylamide slechts één van de producten van de chemische reactie die bekend staat als een type Maillard reactie. Het is daarom voor de hand liggend om acrylamide in het juiste perspectief te plaatsen door alle Maillard reactie producten te beoordelen op hun schadelijkheid. In de industriële bereiding lijkt de technisch haalbare reductie beperkt en is meer aandacht voor het ontstaan van acrylamide tijdens de huishoudelijke bereiding op zijn plaats. 5. Advies Overwegende dat: Er nog veel vraagtekens zijn rondom toxiciteit, vormingsmechanisme en procesbeïnvloedende factoren tijdens productbereiding; Reductie van acrylamide vorming tijdens industriële bereidingsprocessen in beperkte mate mogelijk is; Onvoldoende duidelijk is in welke mate acrylamide vorming tijdens de huishoudelijke bereiding plaatsvindt;
Datum
Kenmerk
09-07-2003
VWA/2003/2451
Onderwerp
Vervolgblad 5
Consensus bestaat over de inhoud van het white paper, waardoor onder meer internationale afstemming van onderzoek aandachtspunt is; Vaststaat dat de verhittingstemperatuur van levensmiddelen een belangrijke factor is; Vaststaat dat suikers de beperkende factor zijn bij de vorming van acrylamide in verhitte aardappelen; Bestaande cohortstudie in epidemiologisch onderzoek bruikbaar zijn voor het doen van onderzoek naar de relatie tussen acrylamide en kanker. Een afwegingskader ontbreekt voor het beoordelen van gezondheidsschade/-winst van ongelijksoortige risico’s (frites met acrylamide versus vette frites); Er twijfels zijn over de bruikbaarheid van gegevens uit de Voedselconsumptiepeiling voor innamenberekeningen van seizoensgebonden voedingsmiddelen en voor doelgroepen; Adviseert de VWA om: Het voedingsadvies aan de consument om gevarieerd te eten te handhaven. Nu nog geen normstelling in eindproducten te introduceren. Te (laten) starten met voorlichting aan de consument ondanks de bestaande onduidelijkheden. De overheid en het bedrijfsleven hebben hier ieder hun taak. De VWA zal in nauwe samenwerking met het Voedingscentrum Nederland doelgerichte informatie verspreiden. Zo zal moeten worden afgeraden om in de magnetron gekookte aardappelen daarna te bakken. Het bedrijfsleven zal met heldere gebruiksaanwijzingen en bereidingsvoorschriften de consument moeten voorlichten. Hierbij zal met een verklarende tekst de betreffende aanwijzingen of voorschriften kunnen worden toegelicht. De VWA stelt voor voor dit voorlichtingstraject een werkgroep in het leven roepen. Nader onderzoek uit te (laten) voeren om de hiaten in de kennis in te vullen. Als het specifiek de Nederlandse situatie betreft dan zal dit onderzoek in Nederland moeten worden uitgevoerd. Ik denk hierbij aan specifieke Nederlandse voedingsmiddelen of gewoonten. Zoals de temperatuurregulatie van professionele en huishoudelijke friteuses, bakgewoonten van frites in de horeca, het effect van suikertoevoeging aan ovenfrites, specifiek Nederlandse koek en deegwaren, bijdrage van koffie aan de acrylamide blootstelling, maar ook het omlaag brengen van de detectiegrens voor acrylamide in brood. Betreft het meer algemene onderzoeksbehoeften dan is internationale afstemming en verdeling de weg om te bewandelen. Als dit nader onderzoek leidt tot wijziging van de feiten dan zal de voorlichting aan de consument moeten worden herzien. Nader epidemiologisch onderzoek uit te laten voeren naar de relatie acrylamide en kanker. Het bedrijfsleven laten streven naar minimale acrylamide vorming tijdens productieprocessen met name gericht op levensmiddelen die een belangrijke bijdrage leveren aan de inname, bijvoorbeeld chips, frites en ontbijtkoek. Nader onderzoek uit te (laten) voeren naar de technische mogelijkheid en de effectiviteit van het verlagen van het suikergehalte in tafelaardappelen. Nader onderzoek uit te (laten) voeren voor het vormgeven van een beoordelingskader voor ongelijksoortige risico’s; in dit specifieke geval voor frites, maar ook meer in het algemeen.
Datum
Kenmerk
09-07-2003
VWA/2003/2451
Onderwerp
Vervolgblad 6
De Voedselconsumptiepeiling in de toekomst zo in te richten dat het mogelijk is om in voorkomende gevallen van vermeende onveiligheid van dit type voedsel snel data te kunnen genereren voor innamenberekeningen en risicobeoordelingen. Voor de financiering en invulling van een integraal onderzoeksprogramma m.b.t. acrylamide in Nederland stel ik voor dat medewerkers van de VWA met medewerkers van de relevante beleidsdirecties van uw departement op korte termijn bijeen komen om van gedachten te wisselen. Hierbij wil ik toevoegen dat het bedrijfsleven betrokken moet worden in deze programmering, maar dat zij ook de verantwoordelijkheid moeten nemen die bij hen past. Ik ben overigens wel van mening dat bij de invulling van het onderzoeksprogramma in Nederland rekening moet worden gehouden met internationaal lopend onderzoek en de leidende rol van de EFSA moet worden gerespecteerd. Inmiddels heeft de VWA-KvW al onderzoek in gang gezet. Dit betreft de vorming van acrylamide tijdens de huishoudelijke bereiding van gebakken aardappelen, het effect van suikertoevoeging aan ovenfrites en de temperatuurregulatie van professionele friteuses. 6. Communicatie Dit advies en de onderliggende rapporten van door de VWA geïnitieerd onderzoek worden openbaar gemaakt via de website www.vwa.nl. De VWA zal een persbericht over dit onderwerp uitbrengen. Er is een informatiebijeenkomst georganiseerd voor de stakeholders.
Een gelijkluidende brief is verzonden aan de minister van LNV.
DE DIRECTEUR-GENERAAL VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT
Ir. J.F. de Leeuw