Raad voor Cultuur
Aan
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Dr. F. van der Ploeg Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
Onderwerp
R.J. Schimmelpennincklaan 3
Advies inzake een themakanaal voor cultuur
Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon 070 - 310 66 86 Telefax 070 - 361 47 27
Mijnheer de Staatssecretaris, Per brief van 11 mei jl. heeft de Raad voor Cultuur u doen weten voornemens te zijn ongevraagd advies uit te brengen over de wenselijkheid en mogelijkheid van een themakanaal voor kunst en cultuur. In de genoemde brief heeft de Raad uiteengezet wat voor hem aanleiding is geweest dit advies aan u uit te brengen. Het bedoelde advies wordt u hierbij aangeboden. 1. Inleiding en beoogd doel In zijn Advies Cultuurnota 2001 - 2004 ("Van de schaarste en de overvloed"), Deel Media, meldde de Raad kennis te hebben genomen van de pogingen van de publieke omroep om te komen tot een TVCultuurnet, een themakanaal dat ruimte biedt voor programma's van kunst en cultuur in brede zin, voor cultuurdebat en culturele informatie. In een eerder stadium had de Raad zelf de gedachtenvorming hierover bevorderd door een discussie te organiseren over de samenwerking van (podium)kunstinstellingen met de publieke omroep. Bij die gelegenheid werd door de publieke omroep de gedachte geopperd aan de mogelijke oprichting van een themakanaal voor kunst en cultuur. De vertegenwoordiger van de publieke omroep heeft toen aangegeven in beginsel bereid te zijn hieraan mee te werken. Naar de mening van de Raad zou het daarbij uitdrukkelijk moeten gaan om herhalingen van eerder uitgezonden programma's van Nederland 1, 2 en 3 die zo'n herhaling uit cultureel oogpunt verdienen en aldus voor een ander (nieuw) publiek beschikbaar kunnen komen. In het Algemeen Deel van zijn advies had de Raad er op gewezen deze pogingen te willen steunen onder het voorbehoud dat het net zich niet mag ontwikkelen tot een 'elitair getto'. "Het moet in aanbod en sfeer toegankelijk en aantrekkelijk zijn. Bovendien mag het geen excuus worden voor omroepen om de programma's over kunst en cultuur in hun eigen aanbod te verwaarlozen of aanleiding geven tot afbrokkeling van het aanbod op de bestaande publieke netten" aldus de Raad1. 1
Een dergelijk effect is niet ondenkbeeldig gelet op de ervaringen die men in het Verenigd Koninkrijk heeft opgedaan met digitale televisie kanalen en niche-programmering. Geconstateerd werd: 'public broadcasting is sneaking away from the arts as fast as it can
E-mail
[email protected] Datum
26 september 2001 Nummer
rc-2001.2800/5
Raad voor Cultuur
Inmiddels heeft de Raad kennis genomen van het rapport "Nieuwe Media Strategie", geschreven in opdracht van de NOS, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de STER, dat in februari 2001 door McKinsey & Company werd uitgebracht. Ook heeft de Raad kennisgenomen van de brief die de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op 12 juli 2001, vooruitlopend op het uitgewerkt plan van de NOS ten aanzien van haar toekomstige activiteiten op Internet en digitale televisie, aan de Raad van Bestuur van de NOS heeft gezonden. Het rapport van McKinsey werkte als een katalysator in de discussie over de (toekomstige) rol van de publieke omroep in het cultuurbeleid, in het bijzonder althans waar het - aldus dit rapport gaat om de kansen en mogelijkheden van de publieke omroep "om zijn vooraanstaande positie als aanbieder van een hoogwaardig en gevarieerd radio- en TV-aanbod uit te breiden naar de nieuwe media". Tenslotte heeft de Raad kennisgenomen van een intern NOS-rapport over de mogelijkheden van de introductie van een cultuurzender. Dit rapport werd door de Raad van Bestuur van de NOS in een gesprek met de Raad voor Cultuur nader toegelicht. 1.1 condities voor een themakanaal voor kunst en cultuur De Raad staat in beginsel positief tegenover de oprichting van een cultuurkanaal. Hij zou het toejuichen indien door de introductie van een themakanaal - ondersteund en verdiept via het Internet - extra mogelijkheden ontstaan voor het aanbieden van programma's over kunst en cultuur aan het algemene publiek2. De Raad wijst er op dat het aanbod van de publieke omroep in een overvol televisiedomein (het aantal aanbieders groeit nog steeds) kwetsbaar wordt; themazenders kunnen specifieke groepen beter en veelzijdiger bedienen en dat geldt zeker voor een cultureel programma dat beter gestructureerd kan worden aangeboden. Als de programmering van het themakanaal - dat door zijn special interest-karakter zeer geschikt lijkt om te worden voorzien van verschillende interactieve toepassingen - ondersteund en verdiept zal worden via een - interactieve - agenda en dienstverlening op het Internet dan kan het themakanaal ook bijdragen aan het cultuurdebat in de samenleving. Ter voorbereiding van zijn advies heeft de Raad de voorwaarden onderzocht waaraan idealiter zou moeten worden voldaan indien tot oprichting van een themakanaal voor kunst en cultuur zou worden overgegaan. Hij heeft daarbij vooropgesteld dat onder geen beding de culturele programmering op Nederland 1, 2 en 3 mag worden uitgehold door een cultuurkanaal. In het open net vindt immers de toevallige ontmoeting plaats van mensen met het cultureel aanbod van de publieke omroep. Voorts acht de Raad het van groot belang dat de oplossing van vraagstukken die zich zullen voordoen ten aanzien van de (technische) distributie, de rechten en de budgettering van het and so long as there is no public outcry it will continue to do so." (IMZ, july/august 2001, p. 14). 2
Het gebleken grote bereik bij herhaling van programma's van de publieke omroep met een cultureel en kunstzinnig aanbod wijst op een behoefte daaraan bij het publiek.
Pagina
2 Nummer
rc-2001.3174/1
Raad voor Cultuur
aanbod van een themakanaal voor cultuur is gewaarborgd, voordat het kanaal operationeel zal zijn. In het onderstaande zullen vorm en inhoud van een culturele themazender aan de orde worden gesteld. 2. Een themakanaal voor kunst en cultuur 2.1 inleiding McKinsey doet een aantal suggesties voor door de publieke omroep te ondernemen activiteiten. De Raad laat die hier - in het kader van dit advies - vooralsnog buiten beschouwing maar gaat wel in op de suggestie die in het rapport gedaan wordt ter versterking van het aanbod van de publieke omroep door selectieve doelgroepen gerichter te bedienen. Als, zoals eerder hier aangegeven, de distributiecapaciteit toeneemt, groeit het aantal kanalen dat ter beschikking komt. Dit biedt de mogelijkheid tot het starten van een of meerdere themakanalen waarmee specifieke doelgroepen en interesses van het publiek bediend kunnen worden. 2.2 nogmaals: doelstellingen van de Raad De Raad heeft hiervoor al redenen aangegeven waarom hij de idee van een themakanaal voor kunst en cultuur wil ondersteunen. Hij juicht de verruiming en verbetering toe van mogelijkheden (platforms) voor de expressie van kunst en cultuur via het open net. De aanwezigheid van de publieke omroepprogramma's op dit open net is om diverse redenen van belang. Kunst en cultuur dragen bij aan de vorming van de identiteit van de samenleving. Bij eerdere gelegenheden heeft de Raad al opgemerkt dat hij meent dat een belangrijke taak van de publieke omroep ligt in het aanbieden en duiden van de cultuurhistorische context voor de programma's. Deze dragen daarmee bij aan het vormen van het collectieve geheugen, ook ten aanzien van de culturele aspecten ervan. De publieke omroep kan, ook met programma's ter zake van cultuur, een bindend element in de samenleving zijn en - idealiter - tot meer participatie op het gebied van kunst en cultuur aanleiding geven. Voorts kan via een cultureel themakanaal het bereik van de programma's van de publieke omroep verder worden verruimd en kan aan specifieke interesses van (nieuwe) publieksgroepen worden tegemoet gekomen. Het themakanaal past in de dubbele doelstelling van de publieke omroep zoals hij die ziet: programmeren voor een zo breed mogelijk publiek en bedienen van zoveel mogelijk verschillende interesses die in het algemene publiek leven. Tenslotte meent de Raad dat het cultuurdebat in de samenleving verder geïntensiveerd kan worden als in en om het themakanaal nieuwe (digitale) productie- en distributiewijzen (Internet) worden gehanteerd, die meer interactiviteit toelaten. Meer en nieuwe deelnemers zullen zo kunnen bijdragen aan het debat en zullen daarin ook meer actief betrokken kunnen zijn en worden. Het cultuurdebat zal mogelijk ook leiden tot de vorming van groepen geïnteresseerden (virtual communities). De Raad doelt daarbij op groepen van zich bij een bepaald thema i.c. kunst en cultuur betrokken voelende en daarin
Pagina
3 Nummer
rc-2001.3174/1
Raad voor Cultuur
geïnteresseerd tonende mensen die met elkaar hierover discussiëren in de media of via het Internet.
2.3 vorm De Raad ziet, in theorie althans, verschillende manieren waarop een themakanaal voor kunst en cultuur vorm en inhoud kan worden gegeven. Denkbaar zijn achtereenvolgens een themakanaal als volwaardig vierde net naast Nederland 1, 2 en 3 (distributie via het open net), een informatief themakanaal met culturele elementen daarin (distributie via het open net) met een extensie op het Internet en tenslotte een themakanaal voor cultuur waarbij het aanbod uitsluitend via het Internet gedistribueerd wordt. 2.4 optie van de Raad Gelet op het voorgaande meent de Raad dat de laatstgenoemde optie geen reële is: alleen Internetdistributie is strijdig met de (bereiks)doelstellingen van de publieke omroep. De Raad meent dan ook dat een informatief themakanaal met culturele elementen daarin, gedistribueerd via het open net en met een extensie op het Internet, vooralsnog de beste mogelijkheden in zich houdt. Dit model biedt de publieke omroep trouwens de beste voorwaarden voor synergie tussen zijn activiteiten op het gebied van radio, televisie en Internet. Op deze wijze zal hij beter in staat zijn om zijn brede algemene culturele taakopdracht (kerntaak) en individuele dienstverlening te combineren. Het aldus ingerichte themakanaal zou een informatief en serviceverlenend kanaal moeten zijn waarin (nieuws en informatie over) kunst en cultuur een prominente plaats innemen. Het themakanaal heeft een verdieping in het Internet, waarvan de kracht momenteel toch vooral ligt op het gebied van informatievoorziening en service. Groepen van geïnteresseerden (virtual communities) kunnen zich aldus vormen rond de thema's kunst en cultuur. 2.5 aanbod De Raad rekent het niet tot zijn taak noch tot zijn competentie om in details te treden ten aanzien van het (programma-)aanbod van een cultureel themakanaal. Wel is hij van mening dat daarmee een inhoudelijke en een dienstverlenende functie moet kunnen worden vervuld ten aanzien van het beoogde publiek. Verwijzend naar de inleiding van dit advies, waar de eerdere gelegenheden genoemd worden waarop hij reeds daarop heeft aangedrongen, wijst de Raad er hier opnieuw op dat het aanbod van het themakanaal naar zijn mening in elk geval de navolgende onderdelen zou moeten omvatten: - kunst- en cultuuragenda * Mogelijke onderdelen hiervan zouden kunnen zijn: agenda, voorbeschouwingen, recensies, illustratief beeld- en geluidmateriaal. - kunstjournaal * Het komt de Raad voor dat een kunstjournaal - vorm en inhoud
Pagina
4 Nummer
rc-2001.3174/1
Raad voor Cultuur
gegeven op de hierboven bedoelde manier en dagelijks uitgezonden een aanwinst zou zijn voor het programma van de publieke omroep. Een journalistiek opgezet kunstjournaal in deze vorm maakt immers thans geen deel uit van het aanbod van de publieke omroep, het kan echter enerzijds een belangrijk middel zijn voor informatievoorziening van het algemene publiek over kunst en cultuur, maar komt wegens het gespecialiseerde karakter van het programma ook tegemoet aan individuele wensen en behoeften van speciaal in kunst en cultuur geïnteresseerden in het algemene publiek. Een kunstjournaal is daarmee naar zijn aard bij uitstek geschikt om deel uit te maken van het programmatisch aanbod van een themazender voor kunst en cultuur; het past bovendien in het door de Raad beoogde kader van nieuws en nieuwsvoorziening dat de Raad het meest geschikt acht voor een cultureel themakanaal. De Raad verwijst hiermee overigens naar een adviesaanvrage van staatssecretaris Van der Ploeg inzake het publieksbereik beeldende kunst/musea, waarin zijn oordeel gevraagd wordt over de wenselijkheid en het draagvlak voor een kunstjournaal. - overige programmering: * Deze is aanvullend op de culturele programmering, zoals gezegd in hoofdzaak in de vorm van herhalingen (het fundament hiervoor ligt in het bestaande aanbod van de publieke omroep). Evenzeer denkt de Raad aan programma's waarin bestaand materiaal wordt verbonden aan nieuw3 of waarin het nieuwe aanbod op creatieve wijze in een context van bestaand materiaal wordt geplaatst. Hierdoor kan een bijdrage geleverd worden aan de totstandkoming van het collectieve geheugen; * (internationale) uitruil, films en documentaire programma's in thematische rangschikking, etc. De programma's van het themakanaal - zoals ook die van Nederland 1, 2 en 3 trouwens - zouden doorverwijzingen moeten bevatten naar de website van de publieke omroep op het Internet (www.omroep.nl) die een portalfunctie moet vervullen naar het aanbod van de publieke omroep op het Internet. Daarin zou men moeten kunnen vinden: * verdere detaillering van de cultuur-agenda; * verdiepende achtergrondinformatie (waarin tegemoet kan worden gekomen aan meer op specifieke interesses toegesneden vraag 3
Een voorbeeld zou het NPS-programma "Andere tijden" kunnen zijn.
Pagina
5 Nummer
rc-2001.3174/1
Raad voor Cultuur
naar * hun
informatie), praktische informatie over locaties, aanvangstijden, mogelijkheid tot het bestellen van tickets, etc.; de website zou mogelijkheden moeten bieden voor interactiviteit. De mening van kijkers over programma's kan gevraagd worden; reacties zouden kunnen worden uitgewerkt en vormgegeven in de televisieprogramma's van het themakanaal.
De Raad meent dat kijkers het meest gebaat zijn bij vaste tijdstippen van uitzending en een horizontaal schema; vooralsnog lijken de avonduren daarvoor het meest geschikt. Vaste tijdstippen zullen leiden tot herkenbaarheid, vertrouwdheid en tenslotte tot een zo groot mogelijk bereik van het themakanaal onder de beoogde doelgroep. De verdiepende bijdragen op het Internet waarnaar in de reguliere programma's verwezen wordt en die via de omroepportal bereikbaar zijn zullen bijdragen aan de herkenbaarheid van het aanbod van de publieke omroep tussen de vele aanbieders die actief zijn op het Internet. De interactieve mogelijkheden van het Internet zullen binnen de publieke omroep groepsvorming van geïnteresseerden rond de thema's kunst en cultuur (virtual communities) bevorderen. Synergetische effecten tenslotte worden bereikt door de aanwezigheid van het aanbod van de publieke omroep op verschillende platforms. 2.6 distributie De Raad bepleit een zo ruim mogelijke distributie van het aanbod van een culturele themazender. Idealiter zou voor dit aanbod dan ook een must-carryverplichting moeten gelden. Naar hun aard en inhoud zullen de programma's van het themakanaal echter niet (altijd) passen in de termen die art.82i Mw4 hiervoor aangeeft. De Raad erkent dat programmaraden (krachtens art. 82 k Mw) bevoegd zijn zelfstandig een keuze te maken van programma's waarvan zij adviseren deze te doen opnemen in het basispakket. Niettemin hoopt hij en (op grond van aanwijzingen waarover hij beschikt dat sommige programmaraden - en kabelexploitanten - hier niet afwijzend tegenover zullen staan) verwacht hij dat programmaraden ertoe zullen overgaan kabelexploitanten positief te adviseren tot het doen opnemen van dit culturele aanbod in het basispakket. De Raad meent voorts dat het service-karakter van het themakanaal kan worden versterkt door het inschakelen van Internet. Zoals hierboven al aangegeven zou doorverwijzing naar het Internet - via de algemene portal van de publieke omroep - in programma's van het themakanaal en van de general interest zenders Nederland 1, 2 en 3 moeten plaatsvinden. Discussie en verdieping over en van het aanbod van het themakanaal kan voorts bevorderd worden door de interactieve mogelijkheden van het Internet te gebruiken. 4
i.c. "programma's van de instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep; de programma's van de instelling die zendtijd heeft verkregen voor regionale omroep, bestemd voor de provincie waarbinnen het omroepnetwerk zich bevindt; programma's van de instelling die zendtijd heeft verkregen voor lokale omroep, bestemd voor de gemeente waarbinnen het omroepnetwerk zich bevindt; de televisieprogramma's van de Nederlandstalige landelijke Belgische openbare omroepdienst en twee radioprogramma's van de Nederlandstalige landelijke Belgische openbare omroepdienst".
Pagina
6 Nummer
rc-2001.3174/1
Raad voor Cultuur
2.7 samenwerking Bij de realisering van een themakanaal en voor het organiseren van het aanbod daarvan voorziet de Raad tenslotte dat samenwerking (al dan niet in de vorm van strategische allianties) nodig is van de publieke omroeporganisaties met buitenlandse bestuurlijke en culturele instellingen o.a. in Vlaanderen en Noordrijn Westfalen. Voorts voorziet de Raad samenwerking met binnenlandse culturele instellingen, zoals bibliotheken, audiovisuele archieven, musea, platenmaatschappijen, (educatieve) uitgeverijen en individuele kunstenaars, alsmede met binnenlandse educatieve instellingen, zoals Kennisnet en het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA). Samenwerking met binnen- en buitenlandse (thematische) omroepinstellingen, zoals Kunstkanaal en Arte ligt eveneens voor de hand, alsmede met Radio Nederland Wereldomroep. Tenslotte kan samenwerking in de distributiesfeer voorzien worden, in het bijzonder dus met kabelexploitanten. De Raad gaat er bij alle vormen van samenwerking vanuit dat er waarborgen worden geschapen voor kwaliteit, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van (de inbreng van) de publieke omroep. 2.8 tenslotte In het kader van dit advies - en met een verwijzing naar zijn opmerking daarover in par. 1.1 hierboven - ziet de Raad er van af op dit moment reeds in detail in te gaan op organisatie en beheer van een themakanaal voor kunst en cultuur. Ook het financieringsvraagstuk blijft hierin nog buiten beschouwing. Hij plaatst wel reeds een kanttekening bij beide kwesties. Ten aanzien van de organisatie en het beheer van een themakanaal meent de Raad dat het, vanuit de Concessiewet gedacht, voor de hand ligt dat de Raad van Bestuur van de NOS het initiatief heeft en neemt - en eerstverantwoordelijke is - voor organisatie en beheer van het themakanaal met zijn Internetextensies. Wat de financiering daarvan aangaat staat voor de Raad reeds nu vast dat het (programma)budget van de publieke omroep niet mag worden aangetast door de verruiming van zijn taken. De Raad erkent dat de Mediawet themakanalen weliswaar tot de neventaken van de publieke omroep rekent en deze uit dien hoofde ten laste van het reguliere omroepbudget bekostigd kunnen worden. Hij meent echter dat de ontwikkeling van een themakanaal voor kunst en cultuur en zijn 'extensies' op het Internet tot extra investeringen noopt. De Raad heeft overigens kennis genomen van de goedgekeurde Meerjarenbegroting 2001 - 2005 waarin de staatssecretaris aan de publieke omroep een verhoging van het reguliere budget toegezegd ten behoeve van nieuwe diensten met 1,5% per jaar. Dit zal oplopen (cumulatief) tot ongeveer ƒ 100 mln in 2005. Hij houdt hierbij nog een slag om de arm voor zover er jaarlijks besluitvorming over de verhoging moet plaatsvinden "afhankelijk van de concrete plannen en onderbouwing van de kosten en de beschikbaarheid van de financiële middelen". Hoogachtend,
Pagina
7 Nummer
rc-2001.3174/1
Raad voor Cultuur
mr. W. Sorgdrager Voorzitter
dr. J.A. Brandenbarg Algemeen Secretaris
Pagina
8 Nummer
rc-2001.3174/1