Girugten Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen
Jaargang 39 / nummer 1 / oktober 2007
V
Eten&Drinken
Girugten Jaargang 39, nummer 1, oktober 2007
Colofon Girugten is het onafhankelijk faculteitsblad van de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen Eindredactie Wietske Wilts (Hoofdredacteur) Floris van der Lingen (Eindredacteur) Pieter Jan Karsijns (Vormgeving) Redactie Bart Booij Mathieu Drolinga Koen Klieverik Arvid Krechting Jitze Maatman Guido Roegholt Claire Vernède Joep Westerveld Druk Drukkerij de Bie, Groningen Oplage 550 stuks
redactioneel Met het nieuwe collegejaar is ook de nieuwe jaargang van Girugten ingegaan. Maar er is nog meer nieuw: de lay-out, en een deel van de redactie. Ook is er een aantal nieuwe rubrieken. In ‘Plaatsen over de grens’ wordt voor elk nummer een plaats met een nogal buitenlands aandoende naam beschreven, en in ‘Op de bank van...’ wordt een kijkje gegeven in de bezigheden van personen met een interessante functie binnen onze faculteit. Dit nieuwe nummer heeft als thema ‘Eten en drinken’. U kunt onder andere lezen over de geografie van het bier, beroemde drankspelletjes over de hele wereld, en koken op z’n Frans. ‘Rotterdam’ is het thema van het volgende nummer. Om en nabij 1 december zal dit nummer verschijnen. Het aanleveren van kopij hiervoor is altijd mogelijk, artikelen dienen voor 12 november binnen te zijn. Als laatste wens ik u veel plezier bij het lezen van deze Girugten, en een fijne herfst. Wietske Wilts
Email
[email protected] Postadres Postbus 800 9700 AV Groningen De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren.
redactieleden gezocht Om Girugten regelmatig te laten verschijnen, is veel mankracht nodig. Daarom zijn wij op zoek naar mensen die het leuk vinden stukken te schrijven of te redigeren. Lijkt je dit wat, stuur dan een e-mail naar
[email protected].
Inhoud Uitgelicht 4. De geografie van bier De geografie van bier
4
Geografische spreiding van drankspelletjes
9
Joep Westerveld
Claire Vernède
Plaatsnamen over de grens
12
De Franse Keuken
14
Alles is Geografie
18
De Top 5
19
Op de bank van...
Jitze Maatman
20
Voorlopige resultaten onderwijsvisitatie
21
Ibn Battuta
22
Pro Geo
22
Volgende keer...
23
Uit het buitenland
24
Pieter Jan Karsijns
9. Geografische spreiding van drankspelletjes
Floris van der Lingen
Wietske Wilts
Joep Westerveld
14. De Franse keuken
eten&drinken
Eten&drinken
Serving the planet De geografie van bier
girugten oktober 2007
Om een goed inzicht te krijgen in de geografie van het bier is het verstandig om te beginnen bij het begin, het ontstaan van bier. Dat is meteen lastig, want niemand weet precies wanneer en door wie de drank is uitgevonden. Wel is bekend dat bier zo oud is als de beschaving. Zo dronken de oude Egyptenaren al graag een pilsje tussen het bouwen van hun piramides door, en dat is minder ver van de waarheid dan je misschien zou verwachten. De steenhouwers van de piramiden werden namelijk (onder andere) betaald met bier. Dit noemde men “kash”, dit woord kennen we in het Engels nog steeds als “cash”. Sommige antropologen, zoals de Amerikaan Alan James, denken zelfs dat bier heeft geholpen bij het ontstaan van beschaving. Toen volkeren uit de oudheid beseften dat ze brood en bier konden maken uit tarwe, hielden ze volgens hem op met rondtrekken en gingen ze zich op vaste plaatsen vestigen om graan te verbouwen. Het is ook waarschijnlijk dat bier ontstaan is uit brooddeeg. Een plausibele verklaring is dat men nat brooddeeg buiten liet rijzen, het zetmeel werd vervolgens door natuurlijke enzymische werking omgezet in suikers, en die suikers werden daarna door wilde, in de lucht zwevende gisten omgezet in alcohol. De kennis van het brouwen verspreidde zich van de Egyptenaren via Israël naar Griekenland en Italië. In het Romeinse rijk werd volop bier gemaakt, ondanks het feit dat wijn populairder was. Via de Romeinen kwam de kunst van het brouwen terecht bij de Germanen en zo werd het langzaam aan over heel Europa verspreid. In de middeleeuwen leek het bier nog steeds totaal niet op de drank die je tegenwoordig in de kroeg kunt bestellen. Hop was bijvoorbeeld nog niet in beeld als smaakmaker en daardoor werd alles van boomschors tot aan tijm en rauwe eieren gebruikt als smaakmaker. Pas aan het eind van de middeleeuwen gebruikten de meeste brouwers hop. Dit gebeurde nadat men had ontdekt dat het ten eerste goed smaakte en ten tweede de houdbaarheid van de drank verlengde. Het gerstenat had in die tijd een totaal andere functie dan vandaag. Waar men nu vooral ’s avonds drinkt in het café of ’s zondags in de sportkantine, dronk men vroeger de hele dag door. Dit had er mee te maken dat het water niet veilig was om te drinken. Je kon dus maar beter alcoholische dranken drinken, die hadden vaak een antisceptische werking en het water was gekookt. (Dat je ook simpelweg water kon koken had men in die tijd nog niet in de gaten.) Omdat fruit snel bedierf en je graan beter kon bewaren werd bier, meer dan wijn, de drank van het volk. Omdat het gemaakt werd van een vitaminerijke pap, maakte het de mensen tevreden. Het spoelde hun lever en nieren uit en hield hart- en huidaandoeningen op afstand. Samen met brood was bier een belangrijk deel van het basisvoedsel. Het duurde maarliefst tot de 19e eeuw tot het bier een beetje begon te lijken op dat van tegenwoordig. Heel belangrijk was het werk van Louis Pasteur. Tijdens zijn “Etudes sur la bière” bekeek hij het bier tijdens het brouwproces onder de microscoop en wist zo de vergisting te verklaren. Daarbij ontdekte hij dat je door middel van verhitting bepaalde bacteriën kon doden en daarmee de houdbaarheid flink kon verlengen. Dit proces kennen we als pasteuriseren. De tweede belangrijke uitvinding kwam uit de Carlsberg-fabriek in Denemarken. Hier had men een gist ontwikkeld dat veel minder gevoelig was voor besmetting dan het dan toe gebruikte gist. Hierdoor kon het brouwproces veel beter beheerst worden. Een derde belangrijke uitvinding kwam van een Nederlander genaamd Linde. Hij bedacht in 1880 een koelmachine waardoor men ook in de zomer laaggistende bieren kon produceren.
girugten oktober 2007
Met de bovenstaande uitvindingen werd het mogelijk om brouwprocessen te standaardiseren. Dat betekende ook dat in veel landen en regio’s een eigen bierstijl werd ontwikkeld. Verschillen in biercultuur lieten zich steeds duidelijker zien. Voordat hier verder op ingegaan wordt is het handig om eerst heel beknopt de kunst van het brouwen te beschrijven. Dit is onder andere nodig om inzicht te krijgen in de grondstoffen die worden gebruikt en ook om het verschil tussen hoog- en laaggistend bier te begrijpen.
-door Joep Westerveld-
Herman Finkers zit aan een tafeltje en kijkt verwonderd naar een glas bier; Een versgetapt glas goudgeel vocht met een twee vingers dikke schuimkraag onderin. “Wat is dit Wilfried?”; vraagt hij zijn jongere broer, die het glas zojuist voor hem neer heeft gezet. Wilfried kijkt Herman eens aan en antwoord droogjes: “Australisch bier”… Zo zie je maar weer: Geografie is overal en bier is ook overal. De hoogste tijd om de twee eens te combineren en een blik te werpen op de geografie van het bier.
Het basisprincipe van bier maken is al jarenlang hetzelfde. Je neemt een bepaalde hoeveelheid gerst. Van deze gerst maak je mout. Dit is in feite niets anders dan het gedeeltelijk laten ontkiemen van de gerstkorrels nadat ze in water geweekt zijn. Tijdens het vermouten worden de eiwitten in de gerstkorrel omgezet in enzymen. Die enzymen zorgen ervoor dat het zetmeel in de gerstkorrel oplosbaar wordt. Na de vermouting wordt de mout gedroogd, geroosterd en vermalen. Deze behandelde mout wordt vervolgens met water verwerkt tot een soort papje. Als je dit papje genoeg verhit en daarna filtert blijft er een vloeistof over, die wort heet. Aan deze wort voeg je hop toe, de hop is een belangrijk onderdeel want dit geeft het bier zijn bittere smaak. De wort en de hop worden gekookt tot er een bepaalde concentratie suiker in de vloeistof zit. Alles wat nu nog rest is het filteren van de vloeistof en het laten rijpen/gisten. Het gisten van bier kan op drie manieren. De oudste manier is het spontaan laten gisten van bier. Bij deze methode voeg je geen gist toe maar maak je gebruik van micro-organismen die in de lucht rondzweven, zij besmetten het bier en zorgen zo voor vergisting. Een bekende biersoort van spontane gisting is de Belgische lambiek, een bier dat gemaakt wordt met kersen of frambozen. De tweede gistingsmethode is de hoge gisting. Hooggegist bier ontstaat na toevoeging van gist. De hoofdgisting vindt plaats onder relatief hoge temperaturen. Het bier dankt zijn naam aan het feit dat tijdens de hoofdgisting het gist boven op het bier komt te drijven. Na de hoofdgisting volgt de nagisting op het vat of op de fles. Voorbeelden van hooggegist bier zijn witbier en trappistenbier. Bier van lage gisting is ontstaan toen men ontdekte dat gekoeld bier niet zuur werd. Een bijkomend voordeel was dat het gist onder koele temperaturen naar de bodem zakte waardoor de drank helderder werd. Bij lage gisting wordt het bier na de hoofdgisting gelagerd. Dat wil zeggen dat het niet narijpt in de fles, maar dat het nog enkele weken narijpt in een gekoeld vat waarna het klaar is voor consumptie. Pilsener is de bekendste vorm van laaggistend bier. Dit is niet alleen het geval in Nederland, over de hele wereld wordt steeds meer pils gedronken. Neem Engeland, een land van tradities, waar men sinds jaar en dag zweert bij hooggistende ales en bitters. Zelfs hier nemen de lagers (zoals zij het noemen) inmiddels de helft van de nationale bierverkoop voor hun rekening. De wereldwijde handel in deze laaggistende bieren is in handen van een aantal internationale giganten zoals Heineken en Budweiser. Je kunt wel stellen dat ook in de bierwereld de globalisatie heeft toegeslagen. Ook het brouwproces zelf is nauwelijks nog een lokale aangelegenheid. Grolsch wordt bijvoorbeeld gebrouwen uit een mengsel van gerst uit Engeland, Frankrijk, Duitsland en (toch nog) Nederland. De hop die de brouwers gebruiken komt uit Hallertau (Duitsland) en Saaz (Tsjechië). Het enige wat nog wel uit de regio komt is het water. Dat maakt trouwens niet veel uit, want met de huidige technieken kun je zelfs van zeewater heel redelijk bier brouwen. Gelukkig blijft er, ondanks deze internationale ontwikkelingen, plaats voor lokale eigenaardigheden. Deze contrasten zijn het grootst in Europa. Aan de hand van de meest vooraanstaande bierlanden uit dit continent is het dan eindelijk tijd om in te gaan op de lokale verschillen in de biercultuur.
Eten&drinken Duitsland Noem eens drie dingen die je te binnen schieten bij Duitsland. Wedden dat bier er één van is? En terecht. In weinig landen is het bier zo diep geworteld in de cultuur van het volk als bij onze oosterburen. Ze nemen het brouwen van bier zo serieus dat er nog steeds wordt vastgehouden aan het Reinheitsgebot. Dit is een warenwet die stamt uit de 16e eeuw (!), hierin wordt voorgeschreven dat bier uit niets anders mag bestaan dan water, gerst, hop en gist. In Duitsland wordt dit helemaal niet raar gevonden, integendeel. Een mooi voorbeeld hiervan is de situatie in 1987. In dat jaar deed het Europese hof een uitspraak waarin het Reinheitsgebot werd afgedaan als een beperking van de handel. Buitenlandse bierbrouwers konden op die manier namelijk geen bier exporteren naar Duitsland, terwijl het omgekeerde wel kon. Ondanks deze uitspraak heeft buitenlands bier nooit echt voet aan de grond gekregen in Duitsland. Dit was mede te danken aan een campagne over “chemi-bier, waarin buitenlands bier werd afgeschilderd als bier van inferieure kwaliteit, gebrouwen met chemicaliën. In Duitsland worden voornamelijk laaggistende bieren gemaakt. Dat wil niet zeggen dat er weinig variatie is tussen de bieren. In Duitsland is de smaak van bier erg regionaal bepaald. Rondom München heb je bijvoorbeeld keuze uit “helles” en “dunkels”. Dortmunder export is minder droog dan een Münchener helles, maar weer minder bitter dan een Noordelijke pilsener. Dan heb je nog de Kölsch, een soort bovengistende pilseners uit Keulen, de stad met de meeste brouwerijen van de wereld. Tot slot is ook het bokbier afkomstig uit Duitsland. Bock is namelijk een verbastering van de plaatsnaam Einbeck, waar men begon met het brouwen van deze biersoort. De lijst met lokale Duitse bieren kan nog wel even doorgaan. Het is je tijdens een vakantie in Duitsland vast al wel eens opgevallen dat bijna elke kroeg het lokale bier op de tap heeft. Het
1. Tsjechië 2. Ierland 3. Duitsland 4. Australië 5. Oostenrijk 6. Verenigd Koninkrijk 7. België 8. Denemarken 9. Finland 10. Luxemburg 15. Nederland
156,9 131,1 115,8 109,9 108,3 99,0 93,0 89,9 85,0 84,4 79,0
Top 10 bierdrinkende landen (2004). Jaarlijkse consumptie per hoofd van de bevolking in liters. zegt veel over de benadering van Duitsers van bier. Duitsers zijn trots op hun bier, zowel binnen als buiten de landsgrenzen hoort bier bij hun identiteit. België In België is de smaak van bier minder geografisch bepaald dan in Duitsland. Toch blinkt het land uit in verscheidenheid, zeker gezien de grootte van het land. In België wordt veel pilsener gedronken, met als bekendste merken Jupiler en Stella Artois. Deze pilseners worden wereldwijd verkocht en hebben een goede naam. Toch staat België vooral bekend om zijn speciaalbieren zoals Lambiek, trappistenbier en abdijbier. Lambiek is een
girugten oktober 2007
bier van natuurlijke gisting, vaak wordt het, zoals eerder vermeld, gemengd met frambozen of kersen waardoor het bier een zoete smaak krijgt. Trappistenbier is een verzamelnaam voor bieren die in kloosters worden gebrouwen. Deze bieren verschillen nogal van kleur en smaak, maar over het algemeen betreft het zwaardere biersoorten, zowel qua smaak als qua alcohol. Trappistenbier is vernoemd naar een orde monniken die vroeger in Frankrijk woonden. De trappisten hadden een sobere leefstijl, ze leefden van lokale producten en maakten hun eigen wijnlikeur. Tijdens de Franse revolutie werden de monniken weggepest uit Frankrijk en trokken ze noordwaarts richting de lage landen. Vanwege het klimaat van hun nieuwe omgeving zat het maken van wijnlikeur er niet meer in, de druiven wilden er niet groeien. Daarom gingen de trappisten zich toeleggen op het maken van bier. Tegenwoordig zijn er nog vijf trappistenkloosters in België en één in Nederland. Hoe het trappistenbier gemaakt wordt is strikt geheim. De monniken hebben weliswaar ontheffing van de paus gekregen om te praten, over de ingrediënten zwijgen ze nog steeds als het graf. Wel is vrij zeker dat tijdens het brouwen kandijsuiker wordt toegevoegd om de bieren op smaak te brengen. De meeste Duitsers zullen hun neus ophalen voor dergelijke toevoegingen aan het bier, de rest van de wereld mag blij zijn dat het reinheitsgebot niet in België geldt. Anders had bijvoorbeeld een glas Westmalle nooit zoals gesmaakt als nu. Naast trappistenbier is er ook abdijbier, in feite zijn ze hetzelfde. Het enige verschil is dat een abdijbier wordt gebrouwen door commerciële brouwers, met goedkeuring van monniken. Een trappistenbier wordt nog steeds door de monniken zelf gebrouwen. Nederland Wat verscheidenheid betreft steekt Nederland schraal af bij haar buurlanden. In Duitsland heeft elke zichzelf respecterende plaats zijn eigen biersoort. In Belgie heeft een beetje café naast pilsener nog minstens drie speciaalbieren op de tap. In Nederland is de biermarkt verdeeld tussen een aantal grote brouwerijen. Die brouwen ook nog allemaal min of meer hetzelfde bier, namelijk een lichte variant op de Tsjechische pilsener. Die lichte pilseners vallen wel goed in de smaak over de gehele wereld. Nederlands bier, in het bijzonder Heineken, is overal op de wereld te koop. Het is zelfs aannemelijk dat het verschil in biercultuur tussen Nederland en België kan worden verklaard uit de grotere exportgerichtheid van Nederlandse brouwers. Aan het begin van de vorige eeuw waren de brouwerijen in Nederland en België ongeveer van gelijke grootte. Het enige verschil was dat er in België bijna vijf keer zoveel brouwerijen waren. In die tijd werd er overal voornamelijk hooggistend bier gebrouwen. In de loop van de eeuw groeide de vraag naar laaggistend bier (pils). Laaggistend bier was geschikter voor massaproductie. Je had er dure apparaten voor nodig en als je die eenmaal had kon je veel meer produceren omdat het minder arbeidsintensief was. In Nederland was het voor deze grotere brouwers makkelijker om hun bier aan de man te brengen omdat er minder concurrerende brouwerijen waren. Hierdoor hadden ze een groter afzetgebied. Heineken heeft bijvoorbeeld zijn eerste groeistuipen te danken aan Noord-Nederland. Door het geringe aantal brouwerijen in deze regio was het voor hen eenvoudig om zich een plaats in de noordelijke biermarkt te verwerven. De keerzijde van dit alles was dat veel kleine brouwerijen weggeconcurreerd werden door de grote brouwerijen. Ook in België deed zich een dergelijke ontwikkeling voor, met een paar verschillen. Ten eerste werden ook in België kleine bedrijfjes weggeconcurreerd door groeiende bedrijven. Omdat het land zoveel brouwerijen had, bleef er toch een groot aantal brouwerijen over. Ten tweede bleef in België de vraag naar hooggistend bier meer bestaan dan in Nederland. Aan de vooravond van de tweede wereldoorlog was het aandeel van hooggistende bieren in Nederland nog maar zeer beperkt, terwijl in België bijna de helft van de bierproductie hooggistend was. Ten derde bleven Belgische brouwers zich richten op de landelijke biermarkt terwijl men in Nederland op een gegeven moment druk aan het exporteren sloeg. Waarom de Nederlanders gingen exporteren en de Belgen niet is niet
girugten oktober 2007
precies te zeggen. Het is wel zo dat hierdoor de Nederlandse biermarkt meer en meer werd gedomineerd door een handvol grote bedrijven, terwijl in België meer ruimte voor verscheidenheid bleef. De laatste jaren is in Nederland trouwens sprake van een heropleving van het speciaalbier, variërend van de traditionele herfstbok via zomerse witbieren naar nieuwkomers als rosébier. Ondanks alles blijft Nederland een land waar vooral pils wordt gedronken. Tsjechië Een ander land waar voornamelijk pils wordt gedronken is Tsjechië. Daar is een goede reden voor, Tsjechië is namelijk het land waar de pilsener is uitgevonden. Deze biersoort vond zijn oorsprong in de stad Plzeň, gelegen zo’n honded kilometer ten zuidwesten van Praag. Hier werd in de 19e eeuw een nieuwe brouwer aangenomen, Josef Grol uit het Duitse brouwstadje Vilshofen in Beieren. Hij kreeg de baan omdat hij een expert was in de toen nieuwe methode van koude vergisting. De reputatie van het bier in Plzeň was in die tijd bedroevend. De coöperatie van herbergiers had dringend een goed bier nodig om concurrentie te bieden aan de donkere bieren uit Beieren, die de stad dreigden te overspoelen (figuurlijk gezien). In die tijd vond Josef het nieuwe bier uit. De helderheid, de gouden kleur en de smaak deed de mensen versteld staan. Al gauw werd het bier in heel Europa bekend. Elke dag reed er een trein van Plzeň naar Wenen om de mensen aldaar te voorzien van pilsener. Ook in Parijs werd het een modedrank. Naar Duitse gewoonte werd het bier uit Plzeň pilsener genoemd, net zoals het bier uit Budweis (České Budějovice in het Tsjechisch) Budweiser werd genoemd. Er is nog geprobeerd door de mensen uit Plzeň (de pilsenaars of zoiets) om de naam pilsener te claimen voor het bier uit hun stad, maar het was al te laat. Op de Britse eilanden na was heel Europa al druk bezig om de drank te imiteren. Pils is nog steeds bijna de enige biersoort die gedronken wordt in Tsjechië. ’s Lands bier staat dan ook internationaal bekend om zijn goede kwaliteit. Dit komt omdat zowel de gerst als de hop als het water van eigen bodem alledrie erg geschikt zijn om bier mee te maken. De hop rond de stad Žatec, beter bekend onder de Duitse naam Saaz, is zelfs wereldberoemd om zijn milde aroma. De kwaliteit van de Tsjechische pils zie je terug in de lokale bierconsumptie. Tsjechen drinken gemiddeld het meeste liter bier per hoofd van de bevolking van de hele wereld.
Eten&drinken Engeland Engelsen zijn dol op historie en tradities. Zo wijkt ook de plaatselijke biercultuur nogal af van die van de rest van Europa. Waar men op het vasteland voor het grootste deel is overgestapt op bieren van koude gisting, drinkt men op de Britse eilanden nog steeds vooral hooggistende bieren. Ook aan de andere kant van de Noordzee is tegenwoordig sprake van een opkomst van pils, maar nog altijd voeren typisch Engelse biersoorten als ales en bitters hier de boventoon. Deze bieren worden bij voorkeur genuttigd in het “public house” oftewel de pub. Het bier wordt gedronken uit pints, vaak geserveerd op kamertemperatuur. Het feit dat de Engelsen nooit overgestapt zijn op het lageren van bier heeft een reden. In de 19e eeuw was het Britse imperium op zijn hoogtepunt. De Britse brouwers hadden zodoende een enorme afzetmarkt voor hun bieren. Hierdoor zagen ze niet de noodzaak om over te stappen op de nieuwe methode van koude vergisting. Een ale is in Engeland eigenlijk een verzamelnaam voor alle bieren van hoge gisting. Daartegenover staan de lagers die alle bieren van lage gisting representeren. Ales worden vaak bereid met geroosterde gerst, hierdoor krijgen de bieren een donkere kleur. Er zijn vele varianten op de ale, zo heb je brown ales, mild ales, cream ales en old ales. De bekendste en meest gedronken variant is de de pale ale (bitter genoemd). Bitters zijn bieren die stammen uit de koloniale tijd, ze werden onder andere gebrouwen voor de Indiase markt. De naam bitter komt voort uit het feit dat er voor de drank ongeveer twee keer zoveel hop werd gebruikt als voor normale bieren. Hierdoor kreeg het een diep bittere smaak. In de India pale ale werd zelfs zo veel hop verwerkt dat sommige mensen er van gingen hallucineren. Deze export bitters bevatten ook meer alcohol dan gebruikelijk. Door de hop en de alcohol bleef de drank langer goed en kon het zeereizen van drie maanden of langer overleven. De bitters die je nu in Engeland koopt hebben meestal niet meer zo’n hoog alcoholpercentage. Bitter zijn ze nog altijd wel, en daarmee nog altijd een van ’s lands populairste bieren. Ierland Ierland is net als Tsjechië een klein land dat de wereld een overal bekende biersoort heeft geschonken. De Tsjechen hebben pils, de Ieren hebben Guinness. Guinness is een biersoort die bekend staat als ‘stout’. In het grootste deel van Ierland hoef je bij het bestellen van een pint Guinness de merknaam dan ook niet eens te noemen maar kun je volstaan met het bestellen van een stout. De stout is eigenlijk afkomstig uit Engeland. Voordat men daar begon met het brouwen van bitters, dronk men volop porters, dit waren donkerbruine of zwarte bieren. De sterkste variant van de porter stond bekend als stout. In Groot Brittannië nam de vraag naar stouts af met de opkomst van de bitter, in Ierland was dat niet het geval. Tot op de dag van vandaag is stout de populairste biersoort van Ierland. Het is inmiddels zo verweven in de Ierse cultuur dat het nationale symbool, de harp, plaats heeft genomen in het logo van Guinness. Ook in de rest van de wereld wordt bier gebrouwen en gedronken. Deze beschouwing is dan ook niet compleet, maar om niet te eindigen met een encyclopedie-achtig artikel van tien pagina’s is het verstandig om het hier bij te laten. Daarnaast is het zo dat veel van het bier dat in de rest van de wereld geproduceerd wordt is gebaseerd op vooral Tsjechische, Duitse en Engelse dorstlessers. Bovendien is het na deze zes landen wel duidelijk dat er ondanks alle internationalisering nog steeds ruimte is voor lokale bierculturen. Dat is waarschijnlijk maar goed ook. Dus: Als je volgende keer in de kroeg staat, bestel dan eens wat anders dan een amsterdammertje. Denk even terug aan dit artikel, volg je geografische hart en verdiep je eens in een andere cultuur. Je zult er geen spijt van krijgen. Proost!
girugten oktober 2007
-door Claire Vernède-
Geografische spreiding van drankspelletjes Elke student komt hier vroeg of laat mee in aanraking: drankspelletjes. Maar hoe zijn deze eigenlijk ontstaan en hoe en door wie zijn ze verspreid? In dit artikel wordt getracht hierop een passend antwoord te geven. Tevens wordt bij een aantal spellen een achtergrond geschetst over hoe het spel gespeeld moet worden om de onervaren speler een kans te geven om zich te verdiepen in deze populaire bezigheid. Geschiedenis Bij de meeste spelletjes moet men vaak adten, oftewel het glas met één teug leegdrinken. Dit woord komt uit het Latijn waarbij de Romeinen de term ‘ad fundum’ gebruikten. Dit betekent ‘tot de bodem’. Maar zelfs de Grieken hadden al hun eigen drankspellen. Een van de eerste referenties naar drankspellen uit de westerse literatuur is die van Plato’s Symposium. Hierin beschrijft hij een zeer simpel drankspel: vul een glas met wijn, drink ervan en geef het glas door aan de volgende persoon. Daarnaast werd ook vaak het spel ‘Kottabos’ gespeeld: in het midden van de ruimte werd een schijf of kom op een standaard geplaatst. Vervolgens slingerden de deelnemers hun bekers rond en probeerden met de laatste druppels uit hun beker de schijf uit evenwicht te brengen. Het was echter niet de bedoeling om het hele glas wijn erover heen te gooien, maar alleen de laatste paar druppels. Een nieuwe poging mocht pas weer na het leegdrinken van een volgende beker wijn. Oorspronkelijk was het een wijnoffer voor een geliefde en is ontstaan in Sicilië. Maar al gauw vond er een verspreiding plaats naar Thessalonië en Rhodos. Vooral in Athene was het erg populair. Door de jaren heen zijn er nog verschillende versies ontstaan.
deelnemer uit het team gezet worden bij de volgende ronde.
Ook in de niet-westerse wereld werd al vroeg aan drankspelletjes gedaan. Zo werd in het oude China al veelvuldig gebruikt gemaakt van dobbelstenen of uitwisselingen van raadsels. Tijdens de Tang Dynastie (618-907) ontstond er een spel, waarbij uit een zilveren bus lootjes getrokken konden worden, waarop stond beschreven wie moest drinken en de hoeveelheid drank die genuttigd moest worden. Er was zelfs een scheidsrechter, die door middel van een register met de beschreven regels, controleerde of er wel aan de regels werd voldaan. Bij valsspelen kon de scheidsrechter de ‘dader’ uit het spel verwijderen of een extra glas laten drinken. Wanneer verwezen wordt naar het college van de heer Ho bij het vak China dan wordt duidelijk dat Chinezen nog steeds stevige drinkers zijn. Chinezen zijn echte teamspelers en men zal altijd dezelfde hoeveelheid alcohol moeten drinken. Vooral bij zakelijke omgangsvormen wordt veel alcohol gedronken.
‘Beer Pong’ is ook een vaak gespeeld drankspel. Hierbij zijn een tafel en een aantal glazen of bekers bier nodig en een pingpongballetje. Officieel moet deze tafel 2,44 x 0,61 m zijn, maar een pingpongtafel voldoet ook prima. Aan weerszijden staat een team met een rij bekers aan beide kanten opgesteld. Het is de bedoeling om het balletje in een van de bekers van de tegenstanders te werpen. Wanneer deze daar terecht komt, moet de tegenstander het glas leegdrinken. Zoals op de volgende pagina te zien is, zijn er verschillende manieren om de bal op een zodanige manier te gooien dat deze in het glas van de tegenstander terecht komt.
Noord-Amerika Tegenwoordig zijn er nog steeds overal ter wereld typische drankspellen te vinden. Zo wordt in Noord-Amerika het spel ‘Flip Cup’ gespeeld. Het schijnt dat dit spel is ontstaan op de Queen’s University in Kingston, Canada en nu heel Noord-Amerika overneemt. Volgens een andere site echter is dit spel in 1987 ontstaan op een kleine universiteit in Hoboken, New Jersey. Een aantal studenten wilde graag een spel creëren, waaraan iedereen kon meedoen. Het spel wordt in teams gespeeld. Twee teams gaan tegenover elkaar staan met tussen hen in een lange tafel. Hierop staan plastic glazen gevuld met bier of een andere drank. De eerste deelnemers van beide teams beginnen dan zo snel mogelijk te drinken en wanneer ze hun biertje op hebben, moeten ze de beker op de rand van de tafel zetten om deze vervolgens zo gauw mogelijk omver te ‘flippen’. Pas wanneer het gelukt is de beker ondersteboven op de tafel te krijgen, mag de volgende van het team drinken. Het team dat als eerste klaar is heeft gewonnen. Bij dit spel zijn vele variaties ontstaan. Zo kan bij het verliezende team een
girugten oktober 2007
Kottabos Speler speler, circa 510 v.C.
Een ander populair spel in Noord-Amerika is ‘Beer Boxing’. Wederom een spel dat in teams, bestaande uit twee personen, gespeeld wordt. Naast het bier en een glas hebben beide teams ook een dobbelsteen nodig. Daarnaast is een stopwatch van essentieel belang. Een ronde duurt drie minuten, maar naarmate meer rondes gespeeld worden zullen deze drie minuten naar gevoel steeds langzamer verstrijken. Beide teams moeten namelijk zo snel mogelijk met hun dobbelsteen gooien en diegene met de laagste worp moet drinken. Pas als dat gebeurd is kan weer verder gegooid worden. Wanneer de eerste teamgenoot het niet meer aankan wordt er afgewisseld met de andere teamgenoot.
Dit spel wordt voornamelijk op high schools en universiteiten in de Verenigde Staten gespeeld. Er zijn zelfs toernooien, zoals het World Beer Pong Tournament of The World Series of Beer Pong, waaraan men wekelijks mee kan doen. In een aantal staten echter wordt dit spel verboden, omdat ook vaak mensen onder de 21 hieraan deelnemen, terwijl alcohol drinken onder deze leeftijd in deze staten niet toegestaan is. Europa In Europa worden ook aparte drankspellen gespeeld. Zo is het in Zweden gebruikelijk om naar de sauna te gaan met een hoeveelheid wodka. Vervolgens wordt er heel veel wodka gedronken om vervolgens in de sneeuw af te koelen. Door de hoeveelheid alcohol is de kou van de sneeuw extra intens. Dan wordt in vooral in het oosten van Europa alcohol gesnoven. Het glas alcohol wordt aangestoken en de alcohol die hierbij vrijkomt wordt opgesnoven. Uiteraard is het leuk om drankspelletjes in een gezelschap te spelen. Voor de eenzame Rus heeft het gadgetbedrijf E-Generator nu bedacht om on-line verschillende drankspellen te gaan spelen. Via een speciale chatroom kunnen de drinkers zich op het internet verzamelen en
Eten&drinken
Verschillende worpmogelijkheden bij Beer Pong
verschillende drankspellen met elkaar spelen. Het bedrijf heeft een speciaal wodkaglas ontworpen, dat via een usb-aansluiting op de computer aangesloten kan worden. Hierdoor kunnen andere drinkers zien hoeveel er gedronken is. Kaartspellen Allerlei soorten drankspelletjes doen de ronde. Veel spelletjes worden aan de hand van kaarten gespeeld. Gedacht kan worden aan blufspellen, zoals poker of het Piramide-spel (nadere uitleg volgt hieronder), maar ook de meest simpele kaartspellen kunnen tot drankspel worden omgedoopt, zodra de verliezer een alcoholische drank tot zich moet nemen. Een goed voorbeeld hiervan is het spel ‘Geven Nemen’. De kaarten worden in twee rijen gesloten op tafel neergelegd. De deelnemers krijgen vijf kaarten, die ze open op tafel moeten leggen. Het aantal deelnemers kan variëren van 3 tot ongeveer 12 personen, afhankelijk van het aantal kaartspellen dat beschikbaar is. De ene rij heet ‘geven’ en de andere rij ‘nemen’. Zodra de eerste kaart van de rij ‘geven’ wordt omgedraaid moet degene die ook dat getal heeft zijn kaart en daarmee een slok of ad weggeven aan een willekeurig persoon. Bij de rij ‘nemen’ echter moet diegene die dezelfde kaart heeft zélf een slok nemen. Bij het ‘Piramide-spel’ worden de kaarten in een piramidevorm neergelegd. De deelnemers (aantal kan variëren van 2 tot ongeveer 8) krijgen 4 kaarten, die ze heel even in mogen kijken en vervolgens gesloten op tafel moeten neerleggen. Vervolgens wordt de onderste rij kaart voor kaart omgedraaid. Wanneer een kaart wordt omgedraaid die je zelf ook hebt, mag je iemand aanwijzen om te drinken. Echter wanneer je deze kaart niet hebt, mag je ook iemand aanwijzen om te drinken. Wanneer diegene echter jou niet gelooft, kan hij of zij aan jou vragen om je kaart te laten zien. Wanneer je niet kunt aantonen dat je dezelfde kaart hebt als die op tafel ligt, is het de bedoeling dat je het dubbele drinkt. De piramide bestaat namelijk uit 5 rijen, waarvan de onderste rij gelijk staat voor ‘1 slok’, de tweede rij voor ‘2 slokken’, de derde rij voor ‘3 slokken’, de vierde rij voor ‘halve ad’ en de laatste rij voor ‘hele ad’. Wanneer je echter bluft en niet geloofd wordt kan het dus zo zijn dat je het dubbele moet drinken. Het spel ‘Paardenrennen’ lijkt veel op echte paardenraces. Er kan namelijk in plaats van op een paard op een kleur worden ingezet. Niet met geld, maar met de hoeveelheid drank, die gedronken moet worden. Ook dit spel kan met meer personen gespeeld worden. Dan het spel ‘Kingsen’. Bij dit kaartspel worden er kaarten rondom een
glas met een hoeveelheid drank erin gelegd. Iedereen is na elkaar aan de beurt om een kaart te trekken, maar de kring mag níet verbroken worden. Elk getal heeft een bepaalde opdracht. Hieronder staat een overzicht van veelvoorkomende opdrachten, maar dit kan naar eigen interesse aangepast worden. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Boer Vrouw Heer Aas
Geven Nemen Categorie Vikingenspel Balletje balletje Juffen Mosselman Regel bedenken Quizmaster Pose aannemen Drink to the Queen Vieze ad/Konings-ad Richting veranderen
In dit spel zitten weer allerlei spelletjes verstopt. Vraag de betekenis van bovenstaande spellen aan de gemiddelde student. Overige drankspelletjes Naast kaartspellen zijn er nog veel meer drankspelletjes. Eigenlijk kan van elk spel wel een drankspel gemaakt worden. Neem bijvoorbeeld het ‘Stef Stuntpiloot-spel’. In heel Groningen is dit kinderspel vanaf 4 jaar nergens meer te verkrijgen. Ook in andere studentensteden is dit spel niet aan te slepen. Nog een kleine stap en het verovert ook heel Europa. En dit komt zeker niet omdat het zo populair is onder kleuters. De hoofdrolspeler is Stef, die in een vliegtuigje kippen probeert te stelen. De kippen (fiches) moeten echter met hart en ziel beschermd worden, want zodra een kip verloren gaat, moet de verliezer adten. Het spel kan met vier personen gespeeld worden. Dan kan ook in teams worden gespeeld, waarbij degene tegenover je jouw teamgenoot is. Samen probeer je het andere team uit te schakelen. Het spel is zeer verslavend, zoals de redactie al heeft ondervonden. Een ander spel dat echt elke student in binnen- én buitenland wel kent is ‘Mexen’. In het engels wordt het ‘Mexico’ genoemd. Hiervoor zijn twee dobbelstenen nodig en aardig wat bier of andere alcoholische versnaperingen. Er mag drie keer gegooid worden. De hoogste waarde die je gooit is het tiental, de laagste een eenheid. Dus gooi je een 4+6 dan heb je dus 64, want de zes is hoger dan de vier. Twee keer hetzelfde aantal ogen is een honderdtal. Dus 1+1 is 100, 2+2 is 200, 3+3 is 300, enz.. Het hoogste echter dat je kunt gooien is Mex, dat is een 1+2, oftewel 21. Een hele ronde wordt gedobbeld en diegene die het laagste aantal heeft gegooid moet adten. Mocht daarnaast ‘mex’, dus 21 gegooid zijn dan wordt dat nog bij de hoeveelheid opgeteld. Wanneer ‘31’ gegooid wordt, mag degene die dat gegooid heeft iemand anders aanwijzen om te drinken. Wanneer er bijvoorbeeld een paar gegooid wordt met een ‘1’ of een ‘2’ erin dan mag deze nog één beurt blijven liggen om de kans op ‘21’ te verhogen. Een variant op Mexxen is ‘Powermexen’. Hierbij wordt twee paar dobbelste-
10
girugten oktober 2007
nen in de groep opgenomen en ga je als een dolle 21 proberen te gooien. Pas bij het getal 21 mogen de dobbelstenen worden doorgegeven. Word je echter ingehaald dan moet je adten. Ook wanneer 31 gegooid wordt, mag je iemand aanwijzen om te drinken. Zo gaat het dus de hele tijd door. Het is wel belangrijk dat er niet te lang en te moeilijk nagedacht wordt over of het gegooide nou wel of niet kan en of je het nou wel of niet moet geloven. Gewoon trekken of accepteren, niet moeilijk doen. Anders duurt het veel te lang en wordt er weinig gedronken. Er worden echter ook strafadjes uitgedeeld, wanneer bijvoorbeeld de dobbelstenen van de tafel vallen. Er is dan geen respect voor de dobbelstenen en moet je een adje des(-interesse) nemen. Films en festivals Niet alleen onder studenten zijn drankspelletjes razend populair, maar ook onder filmmakers. Zo is in 2006 de film ‘Beerfest’ uitgekomen, waarbij twee broers naar Duitsland afreizen om hun grootvader te begraven. In het zuiden van Duitsland is ook het Oktoberfest bezig. Een jaarlijks terugkomend bierfestival, dat door zo’n 6 miljoen mensen uit binnen- en buitenland wordt bezocht. De broers echter stuiten op een totaal ander feest, waarbij een aantal van de reeds genoemde drankspellen aan bod komt. Zo ook het ‘Laarsdrinken’. Dit komt oorspronkelijk ook uit Duitsland, maar wordt ook in België en Nederland beoefend. Het wordt ook wel stiefelen genoemd. Dit woord komt van het Duitse woord ‘Stiefel’ dat laars betekent. Een laarsvormig bierglas gevuld met bier wordt bij dit drankspel gebruikt. Het is de bedoeling dat in groepsverband de drinkers telkens één voor één een slok nemen. Echter op een gegeven moment moet er doorgedronken worden en wil je niet de gehele inhoud over je heen krijgen. Er ontstaat namelijk een luchtbel in de punt van de laars, die ervoor zorgt dat al het bier er in één keer uitkomt.
Of dit geslaagd is zal blijken uit de mondelinge reactie van jullie, de lezers. Tot slot moet echter wel een opmerking gemaakt worden naar aanleiding van het veelvuldig spelen van drankspelletjes. Geniet, maar zorg ervoor dat je je niet in een coma drinkt, zoals in Duitsland al veelvuldig is voorgekomen. Het Kampftrinken (wedstrijddrinken) en Komasaufen (comazuipen) is onder jongeren zeer populair. Maar het plezier van een drankspel is naar mijn mening hier ver te zoeken! Literatuurbronnen: -Abbeel, Jef (2007), Geschiedenis.nl, http://www.geschiedenis.nl/index. php?option=com_content&task=view&id=1064&Itemid=17, bezocht op 11 september ’07 -Beerfest (2006), geregisseerd door Jay Chandrasekhar -Gorman, Michael (2003), The History of Flip Cup, http://www.geocities.com/ m2f2g2/flipcup2003_history.html, bezocht op 11 september ’07 -HLN.BE (2007), http://www.hln.be/hlns/cache/det/art_387860.html bezocht op 11 september ’07 -Ho, Peter (2007), Help, de Chinezen komen!, Center for development studies, Rijksuniversiteit Groningen -Jong in de Oudheid (2002), http://users.pandora.be/michel.vanhalme/rondleiding6. htm bezocht op 11 september ’07 -Waard, Hester de (2007), Kinderspul.blog.nl, http://kinderspul.blog.nl/pubers/2007/03/11/comadrinken-sport-onder-duitse-jeugd, bezocht op 11 september ’07 -Wikipedia (2007), http://en.wikipedia.org/wiki/Beer_Pong, bezocht op 11 september ’07 -Wikipedia (2007), http://nl.wikipedia.org/wiki/Stiefel, bezocht op 12 september ’07 -Wikipedia (2007), http://upload.wikimedia.org/wikipedia/en/9/94/Beerpong_ shots.png, bezocht op september ’07
Conclusie In dit artikel is gekeken naar de verspreiding van drankspelletjes. Niet alleen in Nederland en Europa, maar ook in andere delen van de wereld worden deze veelvuldig gespeeld. Zelfs al in de Klassieke Oudheid werden verschillende drankspelletjes fanatiek gespeeld. Echter, door een tekort aan bruikbare wetenschappelijke bronnen over dit interessante onderwerp komt het merendeel aan informatie uit eigen kennis en de kennis van derden. Hierdoor kunnen er geen verregaande conclusies getrokken worden over de herkomst en spreiding van de genoemde drankspelletjes. Wel kan geconcludeerd worden dat de verspreiding van drankspelletjes ruimtelijk gezien toch voornamelijk verspreid wordt door mondelinge overdracht van deze kennisinformatie. Daarnaast is een aantal spellen onder de loep gehouden, opdat de onervaren speler deze onder de knie zal krijgen.
girugten oktober 2007
11
-door Pieter Jan Karsijns-
Plaatsnamen over de grens
12
In deze nieuwe rubriek gaan redacteuren op zoek naar plaatsen in NoordNederland die elders in de wereld, in de vorm van steden of landen, een naamgenoot hebben. Deze keer: Polen, een gehucht onder de rook van de Eemscentrale. Het telt niet veel meer dan tien voormalige arbeidershuisjes, en de enige activiteit op een winderige zondagmiddag is een gazonmaaiende inwoner. Volgens één bron is de naam Polen gekozen vanwege de afgelegen ligging ten opzichte van andere dorpen. Deze suggestie klinkt aannemelijk, het plaatsje lag vroeger aan het einde van het land, (en tegenwoordig praktisch nog) en in die tijd moet het land Polen mentaal aan het einde van de wereld gelegen hebben. Eén van de twee plaatsnaamborden die het plaatsje rijk was, blijkt door een souvenirjager meegenomen te zijn, wellicht is het bord nu ergens te bezichtigen in een studentenhuis. De (noord) oostelijke ligging en het inferieure wegennet
zijn op het eerste gezicht de enige overeenkomsten die Polen met haar grotere naamgenoot heeft. Of er onder de inwoners ook een op macht beluste tweeling leeft, is tijdens het korte bezoek niet te zien, tekenen van sterk nationalisme zijn in ieder geval niet zichtbaar aanwezig. Aan de oostkant van het gehucht vormt de oude zeedijk het enige reliëf, dit valt bezwaarlijk een hooggebergte te noemen, zelfs niet het kleinste. Alhoewel de vergelijking met Polska, zoals de Polen het noemen, dus vrijwel geheel mank gaat, wil dit niet zeggen dat een bezoekje aan dit kleine plaatsje ten noordoosten van Spijk niet de moeite waard is. Op een steenworp afstand van de Eemshaven, niet minder dan de ‘Energy Valley’ van Nederland, biedt Polen weliswaar geen grote toeristische trekpleisters, maar met zijn leuke huisjes, fraai dijkpad, en met buurgehuchten als Tweehuizen, Vierhuizen en Oudeschip, zal dit toch menig (ruraal) geograaf aan zijn trekken laten komen.
girugten oktober 2007
girugten oktober 2007
13
Eten&drinken
-door Floris van der Lingen-
De Franse keuken
Frankrijk is nog altijd een zeer populaire vakantiebestemming voor Nederlanders. Wanneer we denken aan vakantie, komen al snel een paar dingen naar boven: zon, zee en strand. Maar dit nummer gaat over iets anders dat tijdens de vakantie (zeker in Frankrijk...) altijd even wat uitgebreider gaat dan thuis: eten en drinken. Wie denkt aan eten en drinken in Europa, kan bijna niet om Frankrijk heen. Nouvelle cuisine, stokbrood en, meer recent, Montignac zijn maar een paar kernwoorden uit een land dat gastronomisch allerlei bijzonderheden te bieden heeft. Daar komt nog eens bij dat ik zelf de Franse keuken vrij goed ken, omdat ik al acht jaar lang twee maanden per jaar in Frankrijk doorbreng. Dat is in de streek van Frankrijk waar eten al helemaal een belangrijke rol speelt: de Bourgogne. Vandaar dit artikel over de Franse keuken. Ik zal mijn eigen ‘ervaringen’ in de Franse keuken, en dan in het bijzonder de Bourgondische, combineren met bekende gerechten en tradities uit andere regio’s.
Voordat ik echter inga op de geheimen van de Franse keuken, is het leuk om eerst wat algemene dingen te vermelden. De Fransen hebben namelijk, zoals meer landen in de Mediterrane regio, de gewoonte om ook overdag warm te eten. Hiervoor ligt de Franse economie tussen de middag voor een deel plat. Hierdoor wordt het avondeten meestal pas laat geserveerd; het is absoluut geen uitzondering om pas om acht uur aan tafel te gaan. Ook kennen de Fransen het ‘goûter’. Dit is meestal voorbehouden aan de kinderen, maar in sommige gevallen hebben de volwassenen er een koffie-uurtje van gemaakt, waarbij ook gebak geserveerd wordt. Dit gebeurt meestal rond de klok van vier. Daarna gaan de Fransen aan het aperitief. Dit kan een glas wijn zijn, maar ook sterke drank. Na het hoofdgerecht gaan de Fransen aan de schimmelkaas. Voor veel Nederlanders iets afschrikwekkends, voor mij inmiddels niet meer. Ook de kazen zullen, zij het erg summier, in dit artikel aan de orde komen. Om te beginnen zal ik een aantal dingen noemen uit de Bourgogne die ik zelf heb leren eten en ook zeer zeker heb leren waarderen: Bœuf Bourguignon Dit is een gerecht dat bestaat uit rundvlees uit de eigen regio (vaak van de ook in Nederland veel verkochte Charolais-koeien). Dit vlees wordt, zoals vaker in de Franse keuken, gedoopt in de lokale wijn. Naar eigen smaak kunnen hieraan laurierbladeren worden toegevoegd. Cuisses de Grenouille In Nederland beter bekend als kikkerbillen. Vlees met een smaak die een beetje doet denken aan die van kip.
kleding heel erg belangrijk is. Qua koken is er echter nog een belangrijke factor, die zeker in de Bourgondische keuken altijd aanwezig lijkt te zijn: knoflook. Die heet in het Frans ‘ail’ en kom je erg vaak tegen. Ook geldt voor de Franse keuken, zoals waarschijnlijk in dit artikel wel duidelijk zal gaan worden, een traditie van slow-food. Waar in veel landen tegenwoordig de fast-food een belangrijke plaats inneemt en koken vooral snel een makkelijk moet gaan, is de Franse keuken een zeer gevarieerde en bewerkelijke. Maar, zoals in andere woorden in de inleiding al is gesteld, is de Bourgogne niet de enige streek in Frankrijk waar men goed kan koken en uitgesproken specialiteiten kent. Hier volgt, in willekeurige volgorde, een overzicht van specialiteiten per regio, in een puur willekeurige volgorde. Uit Lotharingen (de Fransen zeggen Lorraine), gelegen in het noordwesten van het land, is er bijvoorbeeld de Quiche Lorraine, dit is een hartige taart met eieren, room en spek, die zowel warm als koud kan worden gegeten. Uit Normandië, de Noordelijke Atlantische kuststreek van Frankrijk, komen de befaamde oesters. Een ware delicatesse, maar je moet er wel van houden. Ook de bekende schimmelkaas Camembert komt hiervandaan. Bretagne kent de Crêpes Suzette, pannenkoeken bereid met GrandMarnier, een likeur uit de streek.
Escargots Onder de Nederlanders bekend als (wijngaard-)slakken. Hoeven alleen maar in de oven. Net als de kikkerbillen iets wat misschien heel raar klinkt, maar ik vind ze zelf in elk geval erg lekker. Het is gewoon een kwestie van wennen. De smaak is niet erg uitgesproken; de slak is vaak wel lekker mals. De Bœuf Bourguignon wordt dus, zoals veel meer Bourgondische gerechten, met wijn klaargemaakt. Zeker wanneer je dit gerecht voor meerdere mensen klaar maakt, moet je echter de wijn die je ervoor gebruikt, niet ‘overdrijven’. Neem geen goede/dure wijn, die gedijt een stuk beter in een glas. De ‘gewone’ streekwijnen volstaan absoluut voor het koken. Ook op het gebied van het eerder genoemde aperitief kent de Bourgogne haar eigen specialiteit: de Kir (Royal). Dit is een glas witte wijn (of Crémant de Bourgogne, een Bourgondische variant op de Champagne, die een beschermde streeknaam draagt) met een vruchtendrank (Crême de cassis of iets dergelijks). Ook hier geldt voor de wijn dat het niet gebruikelijk is er een erg goede voor te gebruiken: een streekwijn volstaat ook hier. In het algemeen kan over de Franse keuken gezegd worden dat aan-
14
Regio’s in Frankrijk
girugten oktober 2007
In Aquitanië, zoals in alle kuststreken van Frankrijk zijn de wereldvermaarde Coquilles Saint-Jacques (St. Jacobsschelpen) te krijgen. Deze staan werkelijk bekend als een bijzondere delicatesse. Uit eigen ervaring kan ik, hoewel over smaak natuurlijk niet valt te twisten, melden dat ze zeker de moeite van het proberen waard zijn. Een andere delicatesse die onder andere in deze regio wordt bereid is de paté de foie gras (in het Nederlands noemen we deze ganzenleverpaté). Hoewel de manier waarop de ganzen vetgemest worden op zijn minst ethische vragen oproept, is het wat mij betreft met recht een delicatesse: ik kan er erg van genieten! Picardië kent een keuken die gekenmerkt wordt als een keuken voor harde werkers. Een bekend voorgerecht zijn de ficelles Picarde. Dit zijn pannenkoeken gevuld met ham en champignons, gebakken in de oven. Ook andere deegbereidingen, zoals flensjes, behoren tot de lokale specialiteiten. De Elzas kent een keuken die specialteiten kent die uiting geven aan de Duitse geschiedenis van de regio. Zo is één van de bekendste specialteiten de choucroute, oftewel zuurkool. Ook de bäckenoffe (klinkt ook al zo lekker Frans...) is een lokale specialteit. Dit is een stoofpotje met vlees. Uit het Ile-de-France (de omgeving van Parijs) komt de zeer bekende brie. Niet ver ten oosten van Parijs ligt het dorpje Brie. Hier ligt de bakermat van de gelijknamige kaas. Uit de Pays de la Loire, de streek met haar prachtige kastelen en verrukkelijke witte wijnen, komt de rillaud d’Anjou, een gerecht van varkensvlees, geserveerd met malse witte bonen. Op het gebied van de bekende Franse kazen treffen we hier de Port-Salut aan. Ook bekend en zeer gewaardeerd is de Chateaubriandbiefstuk. Uit het Centre, een regio (hoe kan het ook anders) in het midden van het land, komt de traditionele Tarte Tatin.. Dit is geen echte delicatesse, maar een traditioneel en origineel recept voor appeltaart.
girugten oktober 2007
De Auvergne, grofweg gelegen tussen het Centre en de Languedoc, staat op het gebied van kaas bekend om de Bleu d’Auvergne. Met de kazen uit deze regio worden ook heerlijke cakes bereid. De Rhône Alpes, gelegen ten oosten van de Auvergne, waaronder de Mont Blanc en Lyon vallen, maar ook de in de zomer populaire Ardèche, heeft een in Frankrijk wel zeer uitzonderlijke specialiteit in huis: de Bugnes de Lyon. In het Nederlands heten ze ook wel oliebollen. Ook de coq au vin, een schotel met kip, komt uit deze regio. De Limousin, de wijde omgeving van Limoges, kent een grote expertise en vaardigheid in het bereiden van ganzen- en eendengerechten. Een voorbeeld hiervan dat ik nog niet heb genoemd, is de Magret de Canard, oftewel de eendenborst. Uit eigen ervaring kan ik melden dat ook dit een (in elk geval naar mijn smaak) heerlijk gerecht kan zijn. Het bereiden ervan neemt vrij veel tijd in beslag, maar het resultaat is een zeer mals stuk vlees, dat de moeite van het bereiden zeker waard is. In de regio Nord-pas-de-Calais, gelegen pal ten noorden van Parijs tegen de Belgische grens aan, treffen we invloeden uit binnen- en buitenland aan. Een specialiteit uit de regio, met de weinig vleiende naam ‘waterzooi van vis’, is een gerecht met een veelheid aan vis en schaaldieren. Uit de Midi-Pyrénées (zuiden en Pyreneeën, grootste regio van het land) komt de bekende Roquefort. Dit is een blauwschimmelkaas. Ook komt hier de Cassoulet vandaan. Dit is een bonenschotel met gans of eend. De Languedoc-Roussillon, gelegen grofweg tussen Marseille en Spanje, brengt de bourride voor. Dit is een zeevisschotel met prei. Ook de macaronade komt hier vandaan. Dit is een vleesschotel met wijn en pasta. Uit de Provence-Alpes-Côte d’ Azur, de regio van Marseille en Avignon, komt de bekende Bouillabaisse, een vissoep. Vroeger werd met dezelfde naam nog een recpt aangeduid, maar tegenwoordig is het de naam voor
15
Eten&drinken Quiche Lorraine
de vissoep. De traditie schrijft voor dat er in deze soep minimaal vijf vissoorten horen te zitten. In Marseille zelf nemen ze zelfs daar nog geen genoegen mee: hier gaan er, gerekend buiten de schaaldieren, zeven soorten vis in. Uit Poitou-Charentes, de regio gelegen in het midwesten van het land, komt de befaamde geitenkaas van oorsprong. Ook de Cognac, Frankrijks populairste sterke drank, komt hier vandaan. Een regionale specialiteit is de Jambon au mohjettes. Dit is een gerecht van een soort sperziebonen met ham.
uitblinken. Het kan natuurlijk niet anders dan dat iemand, die zelf veel in Frankrijk is, ook een kleine bijdrage over de Franse wijnen schrijft. Vandaar het volgende, eveneens lang niet uitputtende, overzicht. Ik zal een paar, de belangrijkste wijnstreken van het land, kort beschrijven. Voordat ik begin met het overzicht, wil ik echter een paar misverstanden de wereld uit helpen. -Goede wijn hoeft niet van een bekend huis te komen. In onze ontdekkingsreis door de Bourgogne, hebben we ontdekt dat de kwaliteit van wijn niet
Ook Corsica heeft een uitgeproken eigen keuken. De Corsicanen karakteriseren hem graag als boers en simpel en zonder enige vorm van gekunsteldheid. Enkele bekende gerechten zijn de Corsicaanse soep, worstjes van varkensvlees, gebakken geit en wildzwijnvlees. De Franche-Comté, gelegen in het mid-oosten van het land, kent een (in Frankrijk betrekkelijk unieke) kaasfondue. Uniek in Frankrijk, maar in Zwitserland doen ze hier veel meer mee. Dan resteert er nog één regio: de Champagne-Ardenne. Afgezien van het feit dat dit de enige regio is waar de Champagne vandaan komt (andere regio’s maken wel hun cremants of andere zogenaamde mousserende wijnen, maar de naam Champagne is exclusief gekoppeld aan de regio en is dus ook geen merknaam), weet men ook hier wel wat koken is. Eén van de bewijzen hiervan vinden we in de Andouillette de Troyes. Het ziet er misschien niet erg lekker uit en het feit dat hij gemaakt wordt van varkensnieren draagt hier ook al niet aan bij, maar de mensen in de regio zijn erg trots op dit streekproduct. Op deze, wellicht nogal droge manier, heb ik de Franse keuken wat in beeld geprobeerd te brengen. Maar ik ben van mening dat iemand die de Franse keuken beschrijft, niet buiten een product kan, waarin de Fransen
16
girugten oktober 2007
Bœuf Bourguignon
Dan is er de Rhônevallei. Deze regio bestaat voor het ruime merendeel uit rode wijnen van vooral de Grenache- en Syrahdruiven. Hiervan is de Châteauneuf-du-Pape een zeer bekend en gewaardeerd voorbeeld. Witte wijn is er weinig, de wijnen die er wel zijn, kunnen, in tegenstelling tot de grote witte Bourgognes, niet lang bewaard blijven. De smaken uit deze regio zijn nogal uniek. Alleen blijven ze niet al te lang in de mond hangen. Dan is er de Bourgognestreek. Deze streek staat bekend om goede, robuuste rode wijnen van voornamelijk de Pinot Noir en voornamelijk fruitige, frisse witte wijnen die vooral van de Chardonnay-druif komen. Mondiale toppers zijn de Clos de Vougeot (rood) en Montrachet (wit). Het noorden van de streek, bestaande uit de Côtes de Nuits en de Côtes de Beaune, kent veel gerenommeerde rode wijnen. In het midden van de streek ligt de Côte Chalonnaise, een streek die vooral witte wijn voortbrengt. In het zuiden is er de Mâconnais, een relatief jonge streek met vooral fruitige witte wijnen. Tot slot van dit overzicht is er de Beaujolais. Deze streek, gelegen tussen de Bourgogne en de Rhônevallei, brengt bijna zonder uitzondering frisfruitige rode wijnen van de elders verguisde gamay-druif voort. De wijnen die hiervandaan komen, behoren in hun soort tot de absolute wereldtop. Bekende voorbeelden zijn de Moulin à Vent, Julienas en Saint-Amour. zozeer plaats- alswel streek- of druifgebonden is. Natuurlijk zijn er overal uitschieters, maar over het algemeen is alle wijn in een bepaalde streek met een goede naam uitstekend drinkbaar. -Goede wijn hoeft niet duur te zijn. Dit sluit aan op wat ik net schreef: als je in de supermarkt bijvoorbeeld een fles Chardonnay (de witte druif van de Bourgogne) aantreft, kun je er in principe van op aan dat je een goede wijn in handen hebt. -Ten derde en tevens ten laatste: over smaak valt niet te twisten. Het is onzin om te zeggen dat een wijn objectief lekker is. Wel bestaan er wijnen die in het algemeen postitief gewaardeerd worden, maar uiteindelijk heeft ieder zijn eigen smaak en moet je die laten prevaleren boven wat een ander zegt. Om te beginnen is er de Val de Loire, oftewel de Loirevallei. Deze staat bekend om haar veelzijdgheid. Niet alleen vind je in deze regio zowel goede witte als rode wijnen, ook zijn er vele verschillende smaken en typen te herkennen. Misschien wel de bekendste wijn uit het Loiredal is de witte Sancerre, een droge wijn die eigenlijk bij alle soorten vis of zeevruchten kan worden geserveerd. Dan kent Frankrijk de prestigieuze Bordeaux-streek. Ook deze is buitengewoon veelzijdig, met een variatie die letterlijk rijkt van zoete dessertwijnen tot heerlijke zachte rode wijnen. Het bekendste voorbeeld van de dessertwijnen is de Sauternes, die gemaakt wordt van de drie grote witte druivenrassen die in de Bordeaux-streek gecultiveerd worden. Mijn mening is dat je hem zeker een keer geprobeerd moet hebben. Zelf houd ik er op zijn tijd wel van, maar hij is toch echt wel erg zoet. Op het gebied van de rode Bordeaux-wijnen, die in de regel wat milder zijn dan de Bourgognes, zijn de Saint-Emilion wijnen, gemaakt van onder andere de befaamde Cabernet-Sauvignon druif. Een absolute uitschieter op het gebied van de rode wijnen is de wereldberoemde Mouton-Rothschild. Ook hier is de Cabernet-Sauvignon de dominante druif. Vervolgens is er de Champagnestreek. Los van de mousserende wijn, die wereldvermaard is, wordt hier nauwelijks wijn geproduceerd. De Champagne, geassocieerd met feest, kan ook vrij makkelijk bij het eten gedronken worden. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat de champagne de enige wijn is die bij alle gangen geserveerd kan worden. Zeer bekende voorbeelden zijn de Café de Paris, Dom Pérignon en Moët et Chandon.
girugten oktober 2007
Interessante websites met informatie over Franse recepten: www.kokenmetkarin.nl www.dekooktips.com www.gites.nl www.vivat.be www.avondschool.be/activiteiten/elzas2007.htm www.nl.franceguide.com/per-regio/frankrijk/administratieve-regios www.atlantischeloirestreek.com www.derestaurantsite.nl Boek: Heerlijk Frankrijk, Hubrecht Duijker, Uitgeverij het Spectrum, tweede druk, 2001
Recept: Magret de Canard Dit gerecht stond al vermeld in de lijst met gerechten, maar hier volgt het recept: -Neem één eendenborst per persoon -Serveer met gemengde gekookte groenten (een mix van bijvoorbeeld sperziebonen, wortels en uien), kleine gebakken aardappels en een warme Beárnaisesaus. Mijn vader suggereert hier als aardappels de pommes de Paris. -Ter begeiding drinkt men een goede, stevige Bourgogne op leeftijd. De bereiding: -Leg de eend in een bakpan op laag vuur. -Laat de huid wegsmelten. Op deze manier bakt de eend in zijn eigen vet. -Als dit bijna klaar is, de eend omdraaien en even op hoog vuur laten dichtschroeien. -Serveer de eend roze van binnen en haal voor het serveren de resterende huid er af. Dit is gewoon vet en niet erg lekker.
17
Alles is geografie
‘Make Burgers, Not War’ -door Wietske Wilts-
De geografie van McDonald’s Ze zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit het landschaps van het grootste deel van de wereld: de goudgele, lichtgevende M’s op hoge palen. McDonald’s is overal. In Groningen-stad vind je er vier, in de provincie zeven, in Nederland 220, en over de hele wereld vind je meer dan 30.000 filialen van McDonald’s in meer dan 120 landen. Maar dan zijn we er nog niet, want voor je het weet is er weer een dag om en zijn er weer acht McDonald’s-filialen bijgekomen… Historie De oorsprong van ’s werelds grootste fastfoodrestaurant ligt in San Bernardino, Californië, waar de gebroeders MacDonald in de jaren veertig een klein hamburgerrestaurant hadden. Leverancier van milkshakemachines Ray Kroc keek verbaasd op toen hij zag dat dit restaurant acht milkshakemachines tegelijk aanschafte. Hiermee konden maar liefst veertig milkshakes tegelijkertijd worden geproduceerd! Hij zag hier wel brood in en besloot een contract te tekenen dat hem het recht gaf deze productieformule over te nemen en overal ter wereld voort te zetten. Op 15 april 1955 opent hij in Des Plaines, Illinois, het eerste McDonald’s-restaurant. Hier werden onder het motto ‘KSK&W’ (Kwaliteit, Service, Kraakhelderheid en Waar voor je geld) hamburgers, milkshakes en andere snacks verkocht. Vanwege het grote succes besloot Kroc elders in de Verenigde Staten meer filialen te openen. Het aantal McDonald’s-restaurants groeide razendsnel.: in 1959 werd het honderdste filiaal geopend, in 1963 waren en reeds vijfhonderd filialen, en in 1968 was dit aantal alweer verdubbeld: de opening van het duizendste filiaal vond plaats in Des Plaines. In 1961 werd de Hamburger University opgericht, in een kelder van een bestaand McDonald’s-filiaal in Elk Grove Village, ook in de staat Illinois. Hier werden nieuwe werknemers opgeleid tot perfecte McDonald’s-managers. In het begin bestond een klas uit ongeveer tien deelnemers, maar tegenwoordig studeren er meer dan duizend deelnemers per jaar voor hun ‘Bachelor degree in Hamburgerology’ (ja, dit bestaat echt). Geografische verspreiding In 1967 werden de eerste filialen buiten de Verenigde Staten geopend, namelijk in Canada en Puerto Rico. Binnen de VS werd natuurlijk ook nog hard aan de weg getimmerd: in 1970 was er geen Amerikaanse staat meer zonder een McDonald’s-restaurant. Het overwaaien van de McDonald’s-hype naar Europa kon natuurlijk niet uitblijven. Het eerste Europese McDonald’s-filiaal werd in 1971 geopend in Zaandam. In datzelfde jaar konden ook de Japanners en de Australiërs McDonald’s in hun land begroeten. De ‘gouden bogen theorie’ Deze theorie, die verwijst naar het McDonald’s-logo en is opgesteld door de Amerikaanse columnist Thomas Friedman, stelt dat landen met McDonald’s-filialen geen oorlog met elkaar voeren. Sinds de ‘gouden bogen’ in het landschap staan, hebben landen elkaar onderling niet meer aangevallen of met aanvallen gedreigd. Er is echter één uitzondering: tijdens de Kosovo-oorlog van 1999 hebben de Amerikanen zowaar de McDrive in Belgrado gebombardeerd. Natuurlijk is het niet het McDonald’s-logo zelf dat voor vrede tussen landen zorgt. Het feit dat een land genoeg economisch is ontwikkeld om voldoende klanten voor een McDonald’s-restaurant te ‘verzorgen’ is een teken van globalisering, en dit zorgt volgens Friedman voor meer vrede. Door globalisering wordt de plaatselijke middenklasse zich bewust van dezelfde ideeën als in de rest van de wereld, er zijn dus minder ongelijkheden tussen landen en daarom wordt er minder snel ten strijde getrokken. Of zoals Friedman het zelf zegt: “Mensen willen niet meer oorlog voeren, maar in de rij staan voor hamburgers.” En waar de hippies ‘Make Love, Not War’ zouden zeggen, kunnen de liberalen nu spreken van: ‘Make Burgers, Not War’. De ‘Big Mac Index’ De Big Mac Index zag in 1986 in het Britse tijdschrift The Economist het levenslicht. Aanvankelijk werd deze index opgesteld om aan de hand van de wereldwijd verkrijgbare hamburger de koopkrachtpariteittheorie begrijpelijk te maken, maar tegenwoordig wordt het gebruikt om, weliswaar op onofficiële wijze, na te gaan of een munt van een land onder- of overgewaardeerd is. Een land waar de Big Mac in dollars het minste kost, heeft een zeer ondergewaardeerde munt. Volgens de cijfers van 2003 kostte de Big Mac in de eurolanden €2,71 en in de VS $2,71. De wisselkoers was op dat moment $1,10, dus de euro was 10% overgewaardeerd. De prijs van de Big Mac wordt tegenwoordig ook gebruikt om na te gaan hoeveel de McDonald’s-werknemers in verschillende landen verdienen. Zo verdient de Japanse werknemer wel tweeënhalve Big Mac per uur, terwijl de Indiase slechts één vijfde Big Mac per uur verdient. Bronnen: www.mcdonalds.nl, www.mcdonalds.com, www.groteglobariseringsgids.nl, www.nrc.nl, www.mcspotlight.org
Eerste filiaal van McDonald’s
18
girugten oktober 2007
De Top 5
Langste plaatsnamen 4. Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch (Wales, 58 letters) Oftewel: “Sint-Mariakerk in de holte van de witte hazelaar bij de snelle maalstroom bij de Sint-Tysiliokerk bij de rode grot.” Deze plaats, kortweg Llanfair PG, is een typisch voorbeeld van hoe men een plaats waar helemaal niets gebeurd toch bekend kan maken bij het internationale publiek. De officiële naam van de plaats was “gewoon” Llanfair Pwllgwyngyll, maar rond 1860 werd de huidige naam bedacht. De plaats zou dan het langste stations-naam-bordje van het Verenigd Koninkrijk krijgen en daarmee nationale bekendheid verwerven. Mede dankzij het Guinness book of records is de plaats nu zelfs internationaal bekend (ondanks het feit dat niemand het kan uitspreken). Hoewel het dorp inmiddels in plaatsnaamlengte voorbij is gestreefd, kun je wel stellen dat de publiciteitsstunt gelukt is. Mocht je de plaats trouwens echt willen bezoeken, kijk dan van tevoren vooral even op: www.llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch.com . Hierop staat vol trots vermeld dat de site “the longest single word (without hyphens) .com domain name in the world” is. Die hebben ze dan in ieder geval nog steeds te pakken. Hulde!
-door Joep Westerveld-
5. Lake Chargoggagoggmanchauggagoggchaubunagungamaugg (Verenigde Staten, 49 letters) Het meer staat officieel geregistreerd als Lake Chaubunagungamaug, en wordt ook wel het Webster Lake genoemd. De bewoners van het plaatsje Webster staan er echter op dat het wordt uitgesproken als Lake Chargoggagoggmanchauggagoggchaubunagungamaugg. Hiermee zou het de langste plaatsnaam zijn van de Verenigde Staten en één van de langsten van de wereld. Je zou ook gewoon kunnen zeggen dat de bewoners van Webster last hebben van een spraakgebrek.
3. Gorsafawddacha’idraigodanheddogleddollônpenrhynareurdraethceredigion (Wales, 68 letters) Deze naam (ook uit Wales) wordt meestal niet meegeteld voor de records maar is toch wel het vermelden waard. “Het station van Mawddach met zijn drakentanden aan de noordelijke Penrhynlaan aan het gouden strand van de Cardigan baai.” Dat is de betekenis van de naam van dit station. Het is ooit bedacht om Llanfair PG voorbij te streven als langste plaatsnaam van de wereld. Dat is in principe gelukt, ware het niet dat je het schrijft met een apostrof waardoor het woord eigenlijk in tweeën wordt gesplitst. Bovendien moet je eigenlijk een streepje plaatsen tussen “ogleddol” en “lôn” om er een logisch woord in het Welsh van te maken (rare jongens die Welshmen). Om deze reden wordt deze plaats vaak niet meegeteld als het om langste plaatsnamen gaat. In 2007 heeft dit station daarom zijn oude naam weer op de bordjes gezet (Golf halt) met alleen in kleine letters nog de lange naam eronder. 2.Tetaumatawhakatangihangakoauaotamateaurehaeaturipukapihimaungahoronukupokaiwhenuaakitanarahu (Nieuw Zeeland, 92 letters) Het is zeer waarschijnlijk dat ook deze plaatsnaam niets anders is dan een publiciteitsstunt om deze plaats, waar echt helemáál niets gebeurde, onder de aandacht te brengen. Het is namelijk niet eens de naam van een dorp of stad, maar van een heuvel (!) op het noordereiland van Nieuw Zeeland. De lokale bevolking zal je vertellen dat de Maori’s al sinds jaar en dag deze naam gebruikten. Geloofwaardiger is echter dat de naam is bedacht om zo Llanfair PG voorbij te streven als langste plaatsnaam van de wereld. De vertaling uit het Maori is: “De top van de heuvel waar Tamatea - de man met de grote knieën, de man die bergen beklom, de landeter die het land doortrok - speelde op zijn fluit voor zijn geliefde.” 1. Krung-dēvamahānagara amararatanakosindra mahindrayudhyā mahātilakabhava navaratanarājadhānī purīrāmasya utamarājanivēsana mahāsthāna amaravimāna avatārasthitya shakrasdattiya vishnukarmaprasiddhi (Thailand, 184 letters) De huidige favoriet van het Guinness book of records. Dit is de ceremoniële naam van een plaats die de Thai “Krung Thep” noemen. Bij de gemiddelde Nederlander is het beter bekend als Bangkok. De naamgever van de stad was koning Rama de eerste, ook zijn eigen officiële naam was meer dan honderd letters. De betekenis van deze illustere plaatsnaam is als volgt: “De stad van engelen, de grote stad, de woonplaats van de smaragdgroene Boeddha, de ondoordringbare stad van de god Indra, de grote hoofdstad van de wereld die met negen kostbare edelstenen is begiftigd, de gelukkige stad, rijk aan een enorm Koninklijk paleis dat gelijkt op de hemelse woonplaats waar de gereïncarneerde God regeert, een stad die door Indra is gegeven en die door Vishnukarn is gebouwd.” Kinderen in Thailand moeten deze plaatsnaam uit hun hoofd leren, dit doen ze doormiddel van een liedje net zoals Nederlandse kinderen het ABC leren. Veel Thai kunnen de naam dan ook wel uitspreken, wat de naam betekent weet bijna niemand.
girugten oktober 2007
19
-door Jitze Maatman-
Op de bank van... Girugten kent een lange geschiedenis van vaste rubrieken. ‘De top 5’, ’De droom van…’, ‘Uit het Buitenland’ en ‘Alles is geografie’ zijn bekende titels. ‘Onder de loep van Van der Stoep’ is een gouwe ouwe die alweer geruime tijd verdwenen is. Komend jaar zal er een poging gedaan worden invulling te geven aan een nieuwe rubriek. In ‘Op de bank van…’ komen personen aan het woord die een bepaalde functie aan onze faculteit uitoefenen. Er gebeurt meer aan onze faculteit dan de gemiddelde lezer vaak zal vermoeden. Daarom een kennismaking met de functies en de personen die hier invulling aan geven. Op de bank van Emiel Blok Vanaf 1 september 2007 is Emiel Blok student-lid van het Faculteitsbestuur. Aan deze functie zal hij gedurende een jaar invulling geven. Emiel, een korte introductie graag. Ik ben Emiel Blok, geboren op 3 november 1983, dus op dit moment 23 jaar oud. Ik ben opgegroeid in Houten en in 2002 in Groningen begonnen met Technische Bedrijfskunde, na een jaar ben ik overgestapt naar Sociale Geografie en Planologie. Dit jaar begin ik met de masteropleiding Vastgoedkunde. Inmiddels studeer ik dus alweer vier jaar naar alle tevredenheid aan onze faculteit. Daarnaast ben ik nu vijf jaar lid van Albertus Magnus en ik heb naast mijn studie in verschillende commissies en besturen gezeten. Wat voor bank heb je en waar staat deze? Sinds het begin van mijn studie woon ik aan de Helper Weststraat in de mooie wijk Helpman. De afgelopen vijf jaar heb ik dus al heel wat kilometers heen en weer gefietst naar Zernike. Sinds ik ben doorgeschoven naar de grootste kamer in het huis (32 m²) heb ik een bonte tweezitsbank van de Mamamini. Inmiddels begint hij hier en daar toch wel wat versleten te raken. Er zit al een gat in de zitting maar hij moet het nog wel twee jaar kunnen uithouden. Daarna gaat de fik er in. Op financieel gebied is het trouwens de Fortisbank, maar daar zit ik nooit op. Komend jaar dus student-lid van het Faculteitsbestuur, leg eens uit. Het Faculteitsbestuur (FB) heeft elk jaar één adviserend studentlid, en dit jaar ben ik dat. Naast mij zitten daar ook onze decaan en portefeuillehouder onderwijs meneer Linden in; vicedecaan en portefeuillehouder onderzoek mevrouw Hutter en secretaris en portefeuillehouder middelen mevrouw Groen. Deze personen zitten er natuurlijk langer dan een jaar in. Het FB is een soort dagelijks bestuur dat zich bezighoudt met de algemene gang van zaken op de faculteit en is dus verantwoordelijk voor zowel onderwijs als onderzoek. Het student-lid adviseert namens alle studenten de drie andere leden van het bestuur. Hoe word je zo’n adviserend student-lid? In het voorjaar kon je solliciteren naar deze functie. Iedereen zal het mailtje wel hebben gelezen of de website van Pro Geo hebben gezien met een oproep om te solliciteren. Dat heb ik toen gedaan en na een sollicitatiegesprek met een benoemingscommissie ben ik het geworden. Gelukkig ben ik pas sinds 1 september officieel in functie, want toentertijd was ik ook nog Commissaris Externe Betrekkingen bij Ibn Battuta en voorzitter van het FVOG (FaculteitsVerenigingen Overlegorgaan Groningen) en dat was al druk genoeg.
20
Zo druk dat je studie afgelopen jaar op een lager pitje gestaan heeft? Dat valt wel mee hoor, ik heb altijd de behoefte gehad om iets naast mijn studie te doen. Je kan in Groningen immers zo veel leuke dingen doen naast de studie. En dan niet alleen drinken bij Albertus, maar ook iets doen voor andere studenten. Zo ben ik drie jaar lid geweest van de Opleidingscommissie voor SG&P, heb ik een aantal commissies gedaan en dus die functies die ik net noemde. Ik heb het allemaal wel redelijk in mijn studie kunnen inpassen. Met een druk bestuursjaar achter de rug, heb ik nu de bachelor bijna helemaal afgerond. Per september ben ik aan de master Vastgoedkunde begonnen. Ik zag je bij de opening van het Academisch jaar naast de rector magnificus op het balkon staan, hoe kom je daar zo terecht? Vanuit mijn functie als voorzitter van het FVOG, dit was ik tot 31 mei, ben ik gevraagd om in het comité van aanbeveling plaats te nemen. Een gevolg hiervan was dat ik uitgenodigd werd om naast onder andere de rector het glas te heffen met alle aanwezige studenten. Het was een groot succes overigens. Bij het FVOG zijn op dit moment 29 verenigingen aangesloten die in totaal meer dan 18.000 leden vertegenwoordigen. Voor de onderlinge communicatie en om met één stem naar de universiteit te kunnen spreken is het erg handig om een overkoepelend orgaan te hebben. Elk jaar zitten hier mensen in vanuit verschillende verenigingen en vorig jaar heb ik als Commissaris Externe Betrekkingen van Ibn Battuta zitting genomen in dat bestuur. Het bestuur van Ibn Battuta kost trouwens veel meer tijd hoor. En dan nu dus weer een bestuurlijke functie. Ja, het houdt niet op. Maar ik vind het nou eenmaal erg leuk om iets te doen. En het is voor mij ook goed te combineren met de studie. De meeste mensen zullen mij ook wel zien als een druk baasje. Misschien dat ik die energie dan goed kan gebruiken voor dit soort dingen. Ben je van plan om komend jaar nog speciale dingen te doen? Ik probeer natuurlijk zo goed mogelijk mijn functie uit te oefenen. Inmiddels is het mentorsysteem al aangescherpt. Vorig jaar zijn er enkele regels veranderd, vooral op het gebied van toelatingseisen, studenten moeten hier goed over voorgelicht worden. Dit jaar zal de faculteit ook weer gaan verhuizen, ditmaal naar haar definitieve locatie. Het is niet de bedoeling dat de studenten hier hinder van ondervinden, dus dat houd ik in de gaten. Daarnaast heb ik regelmatig overleg met de andere studentenorganisaties binnen de faculteit en ook daarbuiten. Tot slot wil ik me dit jaar extra inzetten voor een goede samenwerking tussen de facultaire studentenorganisaties. Ik werk veel samen met Pro Geo en de lijntjes zijn kort op onze faculteit. Dus als studenten nog op- of aanmerkingen, vragen of ideeën hebben met betrekking tot de faculteit, dan kunnen die mij natuurlijk altijd benaderen. Kom gewoon even langs bij kamer 30 van het Interim-gebouw (tegenover de koffiekamer van Ibn Battuta) of stuur een mailtje naar
[email protected].
girugten oktober 2007
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Voorlopige resultaten onderwijsvisitatie De onderwijsvisitatiecommissie heeft vorige week haar voorlopige indrukken medegedeeld. Eerst de sterkere punten. Het belangrijkste nieuws is dat de gevisiteerde opleidingen voor accreditatie zullen worden voorgedragen. De commissie bevond al onze opleidingen van voldoende akademisch niveau. Men vond de aantrekkelijkheid van ons onderwijsaanbod sterk verbeterd en constateerde dat de gevisiteerde masteropleidingen levensvatbaar zijn. De faculteit krijgt complimenten voor haar internationalisatiebeleid. Nu de zwakkere punten. Er is door de toename in studentenaantallen een hoge werkdruk en een krakende onderwijsorganisatie inclusief kwaliteitsborging. De FRW is nu een middelgrote faculteit en dat heeft zijn consequenties. De opleidingen kennen nu een ingewikkelde aansturing. De commissie suggereert uit te zoeken of dit eenvoudiger kan. Het kwaliteitsborgingsysteem moet professioneler. Er is een referentiekader voor de afzonderlijke opleidingen nodig. De Bacheloropleidingen zijn te licht, moeten uitdagender en motiverender en de rendementen moeten omhoog. De Bachelorprojecten zullen individueel beoordeeld moeten worden, terwijl het niveau in relatie tot de eindtermen omhoog moet. De rol van het werkveld moet prominenter. We doen het dus niet slecht, maar we moeten de consequenties trekken uit de groei. Dat betekent meer mensen en het aanpassen van onze onderwijsorganisatie inclusief kwaliteitsbewaking aan de nieuwe omstandigheden. Eenvoudiger gezegd dan gedaan, omdat we ook de voorlopige bevindingen van de onderzoekvisitatie in de plannen zullen moeten betrekken. Het Faculteitsbestuur is eenieder dank verschuldigd voor de loyale en voor de commissie blijkbaar heldere en betrokken bijdragen aan het visitatieprogramma. Speciale dank gaat uit aan het secretariaat en BOE voor de steun in de organisatie en de voorbereiding en tenslotte aan Paul Ike die de activiteiten op voortreffelijke wijze heeft gecoördineerd. Gerard Linden decaan
girugten oktober 2007
21
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Ibn Battuta Nu het collegejaar alweer in volle gang is, is er rondom de faculteitsvereniging Ibn Battuta ook weer van alles gaande. Na een geslaagde introductieperiode op de faculteit met aansluitend het introductiekamp in Appelscha hebben we maarliefst 120 nieuwe leden mogen verwelkomen. Van de eerstejaarsstudenten hebben er nu zes zitting genomen in de nieuwe Eerstejaarscommissie. Zij zullen komend jaar allerlei activiteiten voor andere eerstejaars studenten organiseren. De komende periode zullen ook andere commissies weer opvolging zoeken. Allereerst zal eind september de nieuwe Internetcommissie gekozen worden en begin oktober zal er een nieuwe Excursiecommissie gevormd worden. Het plan is dat deze grote Excursiecommissie komend jaar excursies en workshops gaat organiseren met zowel een geografisch als planologisch karakter. Net als vorig jaar zal er dit jaar weer een Carrièredag worden georganiseerd. Deze zal plaatsvinden in het voorjaar van 2008. Ibn Battuta gaat deze dag samen met Pro Geo organiseren en we zoeken enthousiaste studenten die het interessant lijkt om deze dag, net als vorig jaar, tot een succes te maken. De afgelopen tijd is er intensief gewerkt aan het opstarten van een
Pro Geo
Voor de vakantie is er een nieuwe studentenfractie samengesteld bestaande uit: Corien Kuiper, Jinko Rots, Samantha van der Sluis, Gert-Jan van der Veen en Marten Middeldorp. We nemen als studentenfractie samen met de personeelsfractie plaats in de faculteitsraad (F-raad). We controleren en adviseren het faculteitsbestuur, bestaande uit de decaan, twee medewerkers en een adviserend student-lid. Verder behandelen we de begroting van de faculteit, het faculteitsreglement (de grondwet van de FRW), het Onderwijs Examen Reglement, OER (de rechten en plichten van student en docent m.b.t. de opleiding). Maar natuurlijk ook onderwijskundige zaken, de verbouwing en hiermee samenhangende (tijdelijke) verhuizing van de FRW. De speerpunten voor dit jaar zijn: het interactieve onderwijs, de kwaliteit
22
Alumnivereniging. In tegenstelling tot veel faculteiten heeft de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen nog geen alumnivereniging. Na een aantal bijeenkomsten zal de nieuwe alumnivereniging onder leiding van Henk Strijker vermoedelijk volgende maand officieel worden opgericht. Afgestudeerden zullen automatisch lid worden en de alumnivereniging zal diverse activiteiten voor hen organiseren. Vanuit het bestuur van Ibn Battuta zal Jacco Kwakman als student-lid van het bestuur van de alumnivereniging zich bezig houden met de organisatie van activiteiten voor oud-leden van Ibn Battuta. Natuurlijk zijn de commissies binnen Ibn Battuta druk bezig om mooie activiteiten te organiseren. Zo staat er voor de komende maand onder andere excursie over waterzuivering op het programma. De Lezingencommissie zal op 9 oktober een lezing over ethnic minorities in New Zealand organiseren. Spreker is de heer Willis, tevens docent van het vak Australië en Nieuw Zeeland. Daarnaast zal de bestemming van de buitenlandse excursie (BEC) van dit jaar bekend worden gemaakt. De excursie zal in mei plaatsvinden maar de inschrijving vindt al plaats in oktober. Heb je vragen over activiteiten van Ibn Battuta, of wil je je inschrijven voor activiteiten of commissies? Ga dan naar www.ibnbattuta.nl of stuur naar mailtje naar
[email protected].
van de tentamens, gebruik van essays in de studie, de nabespreking van (grote) vakken, stages, openbaarheid van de Onderwijscommissie en promotie van de F-raad. Daarnaast hebben we binnen Pro Geo ook nog een aantal verbeterpunten op de agenda staan. Op dit moment zijn we op zoek naar nieuwe leden van de Onderwijscommissie. Wil jij graag je mening laten horen over je studie? Stuur dan nu een mail naar
[email protected]. Het maakt hierbij niet uit of je nu een bachelor- of master student bent. Voor de nieuwe Onderwijscommissie wordt er 17 oktober een OC-dag georganiseerd door Pro Geo. Natuurlijk zijn we er altijd voor al je klachten en opmerkingen over de opleiding. Dus stuur een mail of bezoek onze website www.ProGeo.nl en laat daar een bericht achter. Samantha van der Sluis Vice-voorzitter
girugten oktober 2007
Volgende keer... Verschijning volgende nummer: 1 december
Rotterdam Deadline: 12 november
girugten oktober 2007
23
Uit het buitenland
Eten in India -door Mathieu Drolinga en Elsje Effting-
(Mathieu en Elsje verblijven voor hun bachelorproject vier maanden in India) India is een land van grote tegenstellingen. Dit is ook duidelijk zichtbaar in de restaurants. Overal op straat kom je kleine eetkraampjes tegen. De meeste hebben maar één of twee gerechten en serveren het eten op oude kranten of bananenbladeren. Toen wij in Kolkata waren, was daar het streetfood-festival bezig. Dit klinkt misschien heel verleidelijk, maar als je de kraampjes en de schoonmaak-gewoonten ziet vergaat de honger je al snel. Zo gebruiken ze de hele dag door dezelfde emmer en hetzelfde water om alles af te wassen en ziet het zwart van de vliegen. Om ziekten als tyfus, diarree en buikgriep te voorkomen hebben we deze kraampjes maar vermeden. Een beter alternatief wordt gevormd door de kleine lokale restaurantjes. Ook deze hebben soms maar een paar gerechten, maar de sanitaire omstandigheden zien er al een stuk beter uit. Helaas zijn de keukens vaak niet zichtbaar, al is dit waarschijnlijk maar beter. Sommige van deze restaurantjes hebben een menukaart, maar als deze er al is hebben ze soms een groot deel van wat er op staat niet voorradig. Ook deze restaurants hebben vaak maar een beperkt aanbod, iets dat de smaak en kwaliteit over het algemeen wel ten goede komt. Zo vind je in Nashik een restaurant waar ze alleen pav bahji (een soort witte bolletjes met een saus van tomaat, andere groenten en kruiden) en biryani (rijst met groenten en kruiden) hebben. Als je hier iets bestelt wordt het klaargemaakt waar je bij staat en heb je binnen vijf minuten een groot bord eten. Onze pav bahji was erg lekker en meer dan genoeg en het koste maar ongeveer Rs. 20 (dat is zo’n beetje veertig eurocent). Iets duurder zijn de familie-restaurants. Deze zijn groter, hebben een uitgebreider menu en meestal iets comfortabelere zitplaatsen. In tegenstelling tot de vorige twee categorieën komen hier ook vrouwen en kinderen. Het is alleen wel een beetje jammer dat je voor dezelfde kwaliteit eten als in de kleine lokale restaurantjes veel meer betaalt. Dat deze restaurants erg groot kunnen zijn bewijst het buurtrestaurant van Munirka (de wijk waar wij in Delhi wonen) wel. Hier staan ongeveer honderd tafels en toen wij hier op Independence Day (15 augustus) waren, stonden er lange rijen mensen te wachten op een tafeltje. Dan heb je nog de dure, luxe restaurants. Hier kun je zelfs steak (vrij bijzonder in een land waar koeien heilig zijn) krijgen en is een maaltijd niet compleet zonder een koud biertje. Je betaalt hier wel vrij veel voor (ongeveer 30 euro voor twee personen), maar dan wordt je bier wel iedere keer bijgeschonken en verlaat je het restaurant aan het eind van de avond met een volle maag en niet meer helemaal nuchter. In Delhi zitten veel van dit soort restaurants en als de prijzen nog iets lager zouden zijn, dan waren we hier nog wel vaker te vinden. In de toeristische gebieden heb je dan ook nog de resaturants die zich speciaal op de toeristen richten. Hier serveren ze eten uit alle delen van de wereld, maar vooral Chinees, Italiaans en Amerikaans. Het is vaak wel duidelijk dat de koks, die in deze restaurants werken, geen idee hebben van hoe het eten zou moeten smaken. Dit kan soms een grote teleurstelling zijn, vooral als je na al dat Indiase eten weer eens zin hebt in iets anders. Als je dan denkt dat het eten van de McDonald’s in ieder geval bekend is, dan heb je het mis. Je kunt daar namelijk alleen maar dingen met kip of vegetarisch eten krijgen en alles smaakt anders dan wat je in Nederland krijgt. In verhouding is het nog wel vrij duur, al ben je voor een Chicken Maharaja Mac Menu (lokale variant van de Big Mac) maar twee euro vijftig kwijt. Toch is het af en toe wel erg lekker en in ieder geval veilig. Deze veiligheid heeft dan wel vooral te maken met de kwaliteit van het eten. Twee weken nadat wij in Kolkata naar de Mac waren geweest zagen we op tv dat het gebouw was opgeblazen door een lekkende gastank. Ondanks de grote verschillen tussen al deze restaurants, is er ook een opvallende overeenkomst. Alle restaurants hebben namelijk een groot overschot aan personeel. Zelfs in restaurants waar maar twintig mensen kunnen zitten loopt al snel vijf of zes man personeel rond. Als gevolg hiervan krijg je vaak wel snel een bord eten op tafel. Zoals je wel ziet is er genoeg keuze in plaatsen om te eten in India. Eigenlijk kun je het beste naar de goedkope kleine restaurantjes gaan, maar als je zat bent van het Indiase eten en graag een koud biertje wilt, dan zul je toch naar de dure restaurants moeten. Wij hebben nog twee maanden te gaan in India en zullen nog wel veel verschillende dingen gaan eten in verschillende restaurants.