Blad voor de
Mand Officieel orgaan van korfbalclub Leuven
M e i n r. 9 . J a a r g a n g 0 6 - 0 7 v. u . E l l e n H o e g a e r t s Grensstraat 47 3010 Kessel-lo Afgiftekantoor Leuven X
Toedeloedelientjes
Redactioneel
Een waanzinnig lang artikel zit er in deze versie, gelukkig leest het als een spannende roman. Over de mannelijke identiteitsconstructie bij korfbal. (ja; lees dat nog maar es) Dat zat zo maar in mijn mailbox, net na een mail van André, één van onze mannen die zijn mail vrolijk afsluit met ‘Toedeloedelientjes’... en hij was zijn mail al gestart met ‘lieve mensen’! Welk construct?! Straks beweert hij nog dat ie ook zijn eigen T-shirt wast en schoenen poetst. Waar gaat dat toch naartoe? Er is werk aan de winkel. Haal de meccano boven. We zullen es beginnen construeren op het korfbalveld; timmeren, vijzen, kloppen en zagen dat het een lieve lust is of beter nog een mannelijke identiteit - maar dat is vast bijna hetzelfde. Gelukkig hoeven wij vrouwen niks te construeren, wij zijn zo geboren. (ook volgens het artikel- nou moe). En mijn kinderen; die verzinnen vlotjes hun eigen identiteit. Ook daar hoeft niet gebouwd te worden, heerlijk dagdromen (ik ben een prinses-ballerina-elfje) of halstarrig hetzelfde blijven beweren (jawel, ik ben wél stout) is voldoende. En ze verzinnen er meteen mijn identiteit bij: Waw, mama een medaille?! Jij bent de - is dat brons?ja- derdebeste van de wereld !!!! Dat ga ik aan oma zeggen en aan de juf en aan papa!!!! Onze clubidentiteit, die construeren we nog es samen op 8 juni tijdens de JAL (of uw MEAL). JAL staat voor Jaarlijkse algemene ledenvergadering. MEAL voor Mijn Eerste Algemene Ledenvergadering. Ik weet het, na een hele week op een stoel zitten en vergaderen met de baas en die lastige van de andere dienst en die arrogante van 2 bureaus verder is een vrijdagavondvergadering ook niet mijn droombeeld. Maar geloof me: deze vergadering is anders. Boeiend. Interactief. Beeldend en in geuren en kleuren. Vanuit het hart. En met exacte cijfers. Met een toekomstvisie. Met aarding in de wortels van het verleden. En met chips en drank. Kom langs. Er worden ook belangrijke beslissingen genomen - wie weet over u, dan maar beter met u toch? 8 juni. Verder in dit clubblad : Van oud naar nieuw, wat gaat over Kristien (maar zij is niet het oude natuurlijk) en lidgelden (ook van oud naar nieuw). Hoe goed kent u uw pappenheimers? En licenties én nieuwe korfballeden en bijna nieuwe korfballeden. Even tussen haakjes voor ouders met plannen voor kleine spruitjes: We kampen meestal met een damestekort. Als u daar even rekening mee wil houden?
Jarigen
ei in de maand m
Vande Cauter Nancy 7/05 Van Hellemont Mia 22/05 Van Peteghem Sven 6/05
Inhoudstafel
Redactioneel Inhoudstafel Jarigen mei Hoi beste clubleden JAL in Leuven Ledenadministratie Lidgelden Van oud naar nieuw Vernieuwen van je licentie Korfbal is voor watjes Een dag uit het leven van... Advertenties Jarigen in mei Kolofon Wedstrijdenschema
Mannelijke sportidentiteit
1 1 1 1 2 3 3 4 4 5 17 18 18 20 20
Vrouwelijke sportidentiteit
de derde partij
Arne
Ellen
1
Hoi beste clubleden,
redactioneel
Weerom een korfbaljaar dat op zijn laatste benen loopt … Stilaan kunnen we dromen van verre oorden en genieten van zomerse terrasjes … vakantie heet zo’n fenomeen. Maar eerst nog een Grote Klus … de JAL, de Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, de unieke vergadering voor elk gewoon doorsnee lid. En tot nu … ieder jaar dezelfden. Wij, met het bestuur - wij maakten trouwens vorig jaar de meerderheid van de aanwezigen uit - wij willen het anders, Wij willen jou en jou en jou en jou en jou en jou erbij En heus waar, het zal geen saaie vergadering zijn, en niet tot in de late uurtjes ( dan zitten we liever op een terrasje op de Oude markt), en de drank zal koel en de hapjes zullen hartig zijn. En bovenal het zal best interessant zijn om te horen wat het komende jaar in het petto heeft En jou zegje kan er ook bij. Verder zoeken we een nieuwe bestuurder, Stijn zwaait af. Het is belangrijk dat de seniorengroep, onze kernspelers vertegenwoordigd zijn in de bestuurraad. Wie wil ? Wat bestuurder zijn allemaal inhoudt, kan je bevragen bij een van ons. Waarom niet bij Stijn, 4 jaar trok hij mee aan de kar, als student, als man met een job.
Vrijdag 8 juni 2007 om 20u in de kantine Nog meer dan 40 dagen Tijd zat om die avond vrij te houden, om je studeerschema aan te passen, je avond uit te verplaatsen, je familiebezoek uit te stellen, je wekelijkse bad te vervroegen Kortom alle mogelijke wel’s en wee’s , ach’s en euh’s weg te werken en die ene, unieke avond te beleven. Het bestuur van KCLeuven Zijnde Bianca, Klaar, Francis, Luc, Paul en Stijn
Jal in Leuven De Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering vindt plaats op vrijdag 8 juni 2007 om 20u in ons clublokaal in de Zavelstraat 13 te Kessel-Lo. Agenda
- vaststelling agenda - het jaarverslag - nancies: - het nancieel overzicht door de penningmeester - het verslag van de Commissie van Toezicht - de goedkeuring van de rekeningen - de verkiezing van maximum 4 nieuwe bestuurders (De mandaten van Stijn Vanormelingen, Francis Dodion, Paul Marck en Luc Vanderlinden lopen af. Zij stellen zich opnieuw herkiesbaar, met uitzondering van Stijn Vanormelingen.) Kandidaturen dienen schriftelijk te worden gesteld en moeten ten laatste op donderdag 31 mei toekomen bij de voorzitter of de secretaris. - de verkiezing van minimum 3 en maximum 5 leden voor de Commissie van Toezicht Kandidaturen kunnen vooraf bij de voorzitter of ter zitting gesteld worden. Kandidaten kunnen niet tegelijkertijd in de beheerraad en de Commissie van Toezicht zetelen. - voorbeschouwingen bij het komende seizoen - voorstelling van de begroting voor het komende seizoen - goedkeuring van de begroting - varia en rondvraag - een pintje om af te sluiten
Ter herinnering Op de JAL zijn alle leden en adherente leden van KCLeuven die de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben, uitgenodigd. Om zich kandidaat te stellen voor een mandaat van bestuurder dient men ten minste een jaar lid te zijn van de vereniging en de leeftijd van achttien jaar te hebben bereikt. Namens de raad van bestuur Klaar De Backer voorzitter
2
Een nieuwe korfballer in wording en een effectief (op)nieuw lid!
nieuwe lid: recreant Charis Bautmans ° 18/06/1987, Rue René Menada 66, 1320 Hamme-Mille, 010/86.15.52.
Lidgelden : wanneer en hoeveel ? Beste leden en aspirant-leden, Het korfbalseizoen loopt ten einde (nog twee wedstrijden te spelen wanneer ik dit schrijf), we zijn dus ook genoodzaakt om naar de toekomst te kijken. De toekomst houdt onder meer in dat de grootste geldstroom naar en uit onze clubkas er aan komt, nl de lidgelden. Deze lidgelden zorgen naast de sponsoring en de kantine-inkomsten ervoor dat de werking van onze club nancieel haalbaar blijft, een werking die onder andere inhoud: terreinen, kleedkamers, verwarming, huur van zalen, bondskosten, verzekering, extra sportieve activiteiten, enthousiaste en gediplomeerde trainers. De lidgelden voor het seizoen 2007-2008 zullen lichtjes stijgen, dit principe werd goedgekeurd op de laatste J.A.L. Deze jaarlijkse aanpassing is gelijklopend aan de (we zijn ten slotte een sportclub) gezondheidsindex . Voor alle duidelijkheid vind je hieronder zowel de oude als nieuwe lidgelden: Groep lidgeld ‘06-’07 Adherenten 40 recreanten 60 Senioren 105 Student-senioren 90 Junioren 60 Scholieren 60 Kadetten 60 Pupillen 50 Miniemen 50
lidgeld ‘07-’08 41 61 107 92 61 61 61 51 51
Nieuw dit jaar is ook dat de lidgelden moeten gestort worden voor 15 juni 2007 op de rekening van de club (KBC 734-4212615-11). De vernieuwing/aanmaking van het lidmaatschap naar de bond eind juni 2007 zal alleen gebeuren voor die leden waarvan het geld effectief gestort is. Sportieve groeten, Francis 3
Van oud naar nieuw http://users.skynet.be/korfballeuven/korfbalsite Het webadres hierboven is jarenlang een vertrouwde url geweest voor wie begaan is met het korfbal in het Leuvense. De webmaster was niet de eerste de beste, nl. Kristien Six. Zij is inderdaad niet de eerste de beste! Bijvoorbeeld een extract uit het verslag van de gemeenteraadszitting van Bierbeek 26 augustus 2004 geeft het volgende aan: “Overwegende dat Kristien Six in het bezit is van het diploma van gegradueerde in de Informatica, deeltijds werkzaam is als webbeheerder bij de gemeente Boutersem en liefhebbert in het programmeren in Java en in website-ontwikkeling”. Of nog uit een weblog van 12 juni 2005 blijkt dat Kristien een opleiding gevolgd heeft ivm podcasting en RSS-feed. Zeg nu zelf, wie van ons had in 2005 reeds van RSS-feed gehoord? En inderdaad diezelfde Kristien heeft er jarenlang voor gezorgd dat onze website up-to-date bleef. Altijd trouw gehoor gevend aan alle e-mailtjes om die foto’s toch maar op het web te zetten, of om versie nr. 37 bis van het wedstrijdschema te publiceren. Zoals jullie weten, hebben we afgelopen februari de nieuwe website van Kc Leuven gelanceerd (www.kcleuven.be) met ook een nieuwe webmaster. In naam van het bestuur van KC Leuven en ongetwijfeld ook van alle leden en ouders van leden wil ik Kristien graag bedanken voor haar inzet de afgelopen jaren als webmaster van KC Leuven en de vele uren surfplezier die zij aan ieder van ons bezorgd heeft. Francis
VERNIEUWEN VAN JE LICENTIE: LAATSTE OPROEP!!! Normaal gezien heb je nu al wel een tijdje een medisch attest van ondergetekende of je trainer of nog iemand anders ontvangen. Met dit medisch attest moet je naar je huisdokter gaan en laten invullen. Vooraleer hij/zij dit invult, zal hij je wel onderzoeken (de ene dokter doet dit al uitgebreider dan de andere). Zet dus je beste beentje voor want jouw dokter beslist of je losgelaten wordt op menig korfbalveld en -zaal. Dit alles moet voor 31 mei 2007 bij ondergetekende terechtkomen. Let op, dit is écht wel de uiterste datum! Degenen waarvan ik niets ontvangen heb voor 31 mei 2007 worden onherroepelijk uitgeschreven voor volgend seizoen! Dit wil zeggen dat zij niet over een geldige licentie beschikken aan het begin van volgend seizoen en dus ook niet kunnen meespelen. Zij kunnen achteraf wel terug ingeschreven worden. Beste recreant, kijk ook eens je eigen licentie na en controleer of je pasfoto nog wel actueel is! Alle jeugdspelers geven aan mij ook een recente pasfoto af aangezien jullie op 3 jaar tijd nogal veranderen, in goede of in slechte zin, daar moet je maar zelf over oordelen. Ikzelf zal ook trachten om de licenties allemaal na te kijken en na te gaan of de pasfoto nog nieuw genoeg is. Hierna volgt de lijst van alle personen die in gang moeten schieten, eerst naar de dokter, dan naar mij: Senioren: Annick Le Marec Ine Vanderlinden Mia Van Hellemont Klara Vrolix Bart Van de Leest Stijn Vanormelingen Evert Binnard Junioren: - Kwinten Binnard
Cadetten: - Daphne Frigeni - Janis Luyten - Arne Panis - Jari Peeperkorn Pupillen: - Leni Peeters - Dries Lorent Miniemen: - Florian Dubois - Tim T’Seyen
Recreanten: - Marie-Ange Kellens - Mieke Lemmens - Peter D’Hollander - Paul Marck
Alvast bedankt! Bianca François Secretaris Molenstraat 16/1, 3202 Rillaar 016/43.44.19 en 0478/36.07.12, e-mail:
[email protected] 4
Elke Van Hellemont
Korfbal is voor watjes! Het vormen van een mannelijke sportidentiteit bij korfbalspelers Onderstaand tekstje is een klein stukje van het artikel dat ik schrijf voor een werkcollege van antropologie. Het is het presenteren van de data verzameld tijdens het hele voorseizoen en een kleine inleiding. De methodologie en theorie heb ik weggelaten. Lees hieronder de ontluisterende blik van korfbalheren op zichzelf en medespelers, medespeelsters en anderen. Het artikel is nog niet af en volledig nagekeken dus , hier en daar kan er wel een foutje staan.
Korfbal is voor mietjes, korfbal is voor homo’s, alleen sukkels zitten op korfbal, korfbal is een auw aftreksel van basketbal waarbij alle leuke aspecten worden weggelaten. Het zijn stellingen die menig korfbalspeler meer dan eens voorgehouden worden. Toen Tom Boonen in een artikel uit Humo letterlijk stelde dat korfbal voor “janetten” was, duurde het niet lang vooraleer er tegenreactie kwam vanuit de korfbalwereld. In hun verdediging strijden de korfballers met het conditionele aspect, balvaardigheid, minutieuze precisie en de vergaande lichaamscontrole die er geëist wordt van elke korfbalspeler. Expliciet vermelden deze korfbalspelers de rijkheid van korfbal door te duiden op het seksegemengd karakter van de sport. De korfballer leek zich te identiceren met de sportieve, lenige, krachtige, tte en progressieve sportman. Maar veranderingen in de korfbalwereld geven blijk van een opkomende identiteitscrisis, een impliciete tegemoetkoming en erkenning van juist deze stereotiepen. De Belgische Korfbalbond wil de sport aantrekkelijker maken en neemt basketbal meer dan ooit als inspiratiebron. Het moet itsender, sneller, intenser en sensatievoller, leuker om naar te kijken, in één woord mediagenieker. Maar blijkbaar bevraagt slechts een zonderling de bestaansgrond van deze hetze en haar beperkt karakter. Want waar mannen belaagd worden door hun soortgenoten ondervinden vrouwen heel wat minder last van deze pesterijen. Men hoort zich bijgevolg af te vragen waarom mannelijke korfbalspelers zich laten uitdagen door deze stellingen, hoe andere mannen tot deze statements komen en hoe korfbalspelers er mee omgaan. Sportwetenschappers zouden wellicht stellen dat korfbal niet de enige sport is waar mannen het moeilijk hebben een sportidentiteit op te bouwen. Als vrouw wordt je geboren, maar een jongen moet zijn mannelijkheid verdienen en bewijzen. Een uitgelezen manier om dit te verwezenlijken is sport. Als grote ondergravende factor in het verwerven van een stabiele mannelijke sportidentiteit wijst men met een schuldige vinger naar het feminisme. Het toelaten van vrouwen in de sport breekt het sportmonopolie van mannen open en daagt hen uit in alles wat ze met sport willen uitstralen. Het draait volgens Carrigan et al. (1985)
zelfs om meer dan een openbreken van genderrollen, het gaat om een fundamenteel debalanseren van gelieerde machtsverhoudingen, die de status van mannen overal ter wereld aantast. Daarenboven stellen Cornell en Dunning (1986) dat sport één van de belangrijkste manieren geworden is om een mannelijke identiteit op te bouwen in een maatschappij als de onze, waar openbaar krachtvertoon grotendeels verboden is. Deze laatste twee aspecten bepalen de voorwaarden waaraan een sport moet voldoen wil het bijdragen aan de maatschappelijk vooropgestelde mannelijke identiteit. Sport is immers een prominente manier voor mannen om, wat Connell en Messner noemen, hun fysieke dapperheid ten toon te spreiden waaraan hun benadering aan de mannelijke hegemonie wordt afgemeten. Volgens David and Brannon (1976) moet het gaan om een sport die elke vrouwelijke connotatie uitsluit. Sportieve prestaties nemen in deze maatschappij gekenmerkt door langere scholing en, zoals reeds eerder vermeld, aanzienlijke beperkingen tot openbaar krachtvertoon, een belangrijke plaats in bij de productie van mannelijkheid. Mediaverslaggeving van deze sportmanifestaties spelen volgens Messner (1992) hier in belangrijke rol in. Deze media-aandacht ontwikkelde zich vanuit de ontdekking dat contact- en confrontatiesporten - die functioneren als een steeds herhalend symbool van mannelijkheid- populair bleken bij het grote publiek maar ook vanuit het geweld en de homofobie die frequent teruggevonden werd in zekere sportmilieus. (Messner en Sabo, 1990) Daarnaast zijn sportmanifestaties volgens meerdere onderzoekers een uitgelezen manier om gender onderling te communiceren. Vooral adolescenten lijken elke dag te worstelen met genderrollen en doen dagelijks actief aan het bouwen van een specieke genderidentiteit. Ze nemen deel aan praktijken die hen toelaten een onderscheid te maken tussen hen en de vrouwelijke sekse, maar even goed tussen verschillende mannelijke categorieën onderling. (Harris en Hasbrook) Agnes Elling peilde in haar doctoraatsscriptie naar de appreciatie en ingeschatte
5
capaciteiten voor bepaalde sportpraktijken. Dat jongens bepaalde sporten niet willen beoefenen omdat het meisjes of homosporten zijn, werd behalve bij kunstschaatsen en turnen ook als argumentatie gegeven bij korfbal. (Elling A., p 147) Stellen dat er geen homo’s zijn die aan korfbal doen is wat kort door de bocht. Maar stellen dat elke mannelijke korfbalspeler homo is, is dat ook. Toch blijkt wanneer men bovenstaande wetenschappers ernstig neemt, het opbouwen van een mannelijke sportidentiteit geen sinecure voor korfbalspelers. Korfbal is expliciet verbonden met vrouwelijkheid en is door haar complex stelsel van contactregels het meest vermeldde voorbeeld van de non-contact balsporten. Hoe bouwen korfbalmannen deze mannelijke identiteit dan op? Het is deze vraag waarop dit onderzoek een antwoord wil geven. De presentatie van de bevindingen bestaat uit het omschrijven van gedragingen opgevangen uit de participerende observatie aangevuld met data uit de interviews. Deze paper wil meer inzicht verschaffen in de relaties tussen mannelijke spelers onderling en vrouwelijke spelers. Dat inzicht wil het gebruiken om te komen tot belangrijke partijen en gebeurtenissen die de opbouw van een mannelijke identiteit bemoeilijken of juist vergemakkelijken. Tenslotte wil het bijdragen aan kennis over de toewijzing van vermeldde stereotypen aan deze sport.
Korfbal als bouwsteen
Korfbal is in eerste instantie een vorm van sport. De mate waarin dat korfballers in het algemeen sport belangrijk vinden zal dus ook bijdragen aan de mate waarin dat ze korfbal belangrijk vinden en dus het belang van korfbal voor hun totale identiteit. Vooraleer te peilen naar speciek korfbal, bevroeg de vragenlijst het belang van sport en meer speciek ploegsport voor de respondenten. I: Wat zoek je in sport? G1: Goh, wat zoek ik in sport, …bwa ten eerste als ik sport voel ik me beter in conditie. Het is leuk om zelfs als de competitie stil ligt te kunnen bewegen zonder direct moe te zijn, buiten adem, je voelt dat ook. Het geeft meer mogelijkheden en je voelt je ook sterker en dat is tof. Ten tweede, korfbal is natuurlijk competitie en ik vind competitie leuk. Ik vind het leuk om proberen te winnen, om jezelf te verbeteren, om te merken dat je vooruitgang maakt. I: Waarom een ploegsport? G1: Ik vond het leuker om samen met mensen te spelen, in ploegverband, samen winnen is veel meer dan alleen winnen en samen verliezen is veel minder erg dan alleen verliezen. G7: Ik heb korfbal echt nodig, zonder zou ik gek worden, als uitlaatklep, om je hoofd te verzetten, maar ook omdat ik het gewoon graag doe. G8: Zonder sport zou ik het gemakkelijk verliezen,
de stress van op het werk. De dag na training of wedstrijd als mijn benen wat zeuren van stijfheid ben ik weer een pak frisser in mijn hoofd. In hun keuze voor korfbal als jongen zaten vaker de ouders mee aan de keuze voor korfbal. Jongens werden in contact gebracht met de sport en door hun ouders aangemoedigd om voor korfbal te kiezen. Het gaat om ouders die een hekel hebben aan dat ‘voetbalwereldje’ of gewoon gecharmeerd zijn door het karakter van korfbal. I: Waarom koos je korfbal als sport? G1: Ik wilde eigenlijk voetballen, maar ik mocht niet van mijn moeder omdat ze die sport te agressief voor mij vond, ik kon niet tegen mijn verlies en dan kon ik nogal uithalen naar andere kinderen. En in voetbal is meer contact, tackelen en zo, ze had schrik dat ik andere mensen zou kwetsen. I: Heb je altijd graag korfbal gespeeld? G1: Ja, ik weet niet precies wat ik er zo leuk aan vond, ik denk, ik hou van competitie, ik heb altijd graag competitie gespeeld. Niet zo speciek korfbal, ik denk dat als ik van kleinsaf basketbal had gedaan dan had ik dat ook graag gedaan. Nu, ik ouder ben en zeker ook in mijn pubertijd, is, ja, korfbal dat het een gemengde sport is, is ook wel leuk. Er zijn zeker ook jongens die voor korfbal kiezen zonder ouderlijke tussenkomst. Het gaat dan vooral over het zeer sterke ploegcontact en een levendig clubleven. Leuven staat bekend als een club waarin de jongsten de oudsten kennen. Junioren helpen wel eens met de kleintjes en de meeste ouders kennen elkaar goed. Vele spelers zijn samen opgegroeid waaruit reeds langdurige vriendschappen zijn ontstaan. Het is vooral dit laatste feit dat elk respondent aanhaalt als een erg belangrijk aspect. Ze doen al korfbal van kindsaf. Ze konden steeds spelen en werden nooit weg gerangeerd, waardoor ze de sport al jaren beoefenen. Maar allemaal stellen ze dat korfbal eigenlijk ook maar leuk is wanneer je het onder de knie hebt. De regelcomplexiteit van korfbal maakt het een erg moeilijke sport om aan te leren, ook vanwege de rijke tactische denkwereld die ermee samen gaat. G4: Vraag maar eens aan beginnende senioren wat korfbal zo complex maakt. G3: Het zijn gewoon ook al die posities, al die situaties waar dat je steeds anders moet op reageren, heb je bij voetbal zoveel manieren om iemand te verdedigen? G5: Korfbal op school geven is uiterst moeilijk. Je kan ze gewoon niet vier tegen vier laten spelen. Zet tien spelers op een voetbalveld en je kan beginnen, het zal op niet veel trekken, maar je kan een wedstrijdje starten. Bij korfbal kan dat niet. Korfbal is eigenlijk ook maar leuk als je het kan. G4: Laat ze tienbal spelen en dat gaat nog, bij basket gaan ze dan dribbelen en doen, maar bij korfbal staan ze daar dan hé. G3: Het is moeilijker om de kinderen te vermaken, het spel moet veel meer stilgelegd worden, ze
6
moeten gewoon veel meer nadenken, het gaat niet vlot. G5: Er is dus een soort basismotivatie nodig om alle basisregels zeker al te leren. Als je die motivatie niet hebt, zul je het nooit goed aanleren en het dus ook niet leuk vinden. De meeste respondenten waren overtuigd van de waarde van ploegsport en dan niet enkel het sportieve gebeuren, maar het hele clubleven. Het engagement van clubleden is steeds erg gevarieerd. Er zijn degenen die enkel komen trainen en wedstrijden spelen, maar in kleine clubs als KCLeuven zijn de meeste leden ook wel betrokken in een actiecomité of in het trainerskorps. Degenen die dit niet zijn, zijn leden die de handen wel eens uit de mouwen steken bij kleinere activiteiten. In ieder geval wordt er van alle spelers een minimaal engagement geëist van aanwezigheid op training en wedstrijden en het afmelden bij afwezigheid. Wanneer dit niet gebeurt, kan men rekenen op een standje vanuit de sociale controle van de groep. I Wat betekent korfbal voor jou in het gewone leven? G1: Het is ontspanning, maar eigenlijk ook wel meer dan enkel ontspanning, het is een belangrijk aspect van je leven. Je steekt er ook veel tijd in, ook omdat je dat plezant vindt natuurlijk om er veel tijd in te steken. Maar het is niet enkel een kleine hobby, het neemt meer tijd in. (Interview A) Korfballers gevraagd naar wat ze zoeken in hun sport antwoorden door dit verschil in engagement ook erg gevarieerd. Het gaat van jezelf in vorm houden, naar stoom afblazen tot het beleven van het hele clubgebeuren. Maar het gaat ook verder dan dat. Leuven is een club gebouwd op een zekere losoe, als één van de weinige sportclubs is training voldoende om te kunnen spelen. Training in de eigen vaardigheden is een vereiste, maar prestatie in competitie is bij de jeugd geen noodzakelijke voorwaarde om te kunnen spelen. Op deze club blijft competitief versterken een streefdoel. Bij de jeugd hechten trainers veel belang aan faire en respectvolle competitie, maar het gaat om winnen, om beter zijn dan de andere. Toch kan dit ook in een positieve sfeer, waarin verlies niet de totale afbraak mag betekenen van iemands’ persoon. Dit aspect is een belangrijk deel van wat leden zoeken in hun clubsport. I: Waarom doen jullie dan graag korfbal? G4: Ik neem aan dat als ik van in mijn jeugd gevoetbald had dan had ik dat ook graag gedaan, maar omdat er in de voetbal nu eenmaal meer eikeltjes zitten, twijfel ik. G5: Later mijn kinderen zou ik proberen weg te houden van voetbal, ik zou ze niet extreem verbieden van het te doen, maar zeker ook niet aanmoedigen, want ik vind dat een … Op de scouts haal je er alle voetballertjes zo tussenuit, dat mentaliteitsverschil is ongelofelijk, ze zijn egoïstische ..
G4: Hé niet allemaal zenne! G5: Dat is waar, maar een groot deel is al vaak egoïstisch ingesteld, achterbaks, gaan er van uit dat fouten mogen gemaakt worden, dat is wat die trainers hun mannekes meegeven. Bij voetbal leren ze gemeen spelen. G2: Met dat gemeen zijn, kunnen ze fouten goedmaken dus daarom kan je ook fouten maken want je kan altijd geweld gebruiken om het goed te maken. G4: Als je de voetbal bekijkt van vroeger en nu, vroeger dribbelde Maradonna iedereen voorbij bij wijze van spreken, nu zouden ze hem al lang het ziekenhuis ingestampt hebben. I: Wat zoeken jullie in korfbal G4: Hier in Leuven? De faire competitie, de oorspronkelijke competitie, je speelt tegen elkaar, je speelt fair, als er iemand op de grond gaat, wacht je effe en je schudt het handje achteraf en je zegt ‘goed gespeeld, prociat’. Tegenwoordig, als de scheids twee seconden niet kijkt ‘trekt ge zijn broekske af’ en je bent hem voorbij. Vroeger in mijn klas, enkele vrienden die voetbal speelden, als ze wonnen kregen ze traktaties als ze verloren kregen ze niets. En dus effectief gingen die voor te winnen en te winnen en dan leerden ze aan als de scheids niet kijkt, dan kun je dit en dit doen en een beetje naar de positie van de scheids kijken. I: Maar wat zoek je dan net in korfbal? G5: Het hele clubgebeuren. G3: Het eerlijk competitieve. Zo niet die verziekte sfeer na een match en stress ervoor. G4: Op Putte tornooi was er een trainer die effectief een 7-0 voorstaande cadettenploeg persoonlijk op bepaalde cadetten begon te kakken en hen begon uit te maken voor het vuil van de straat omdat ze slecht speelden, ze stonden 7-0 voor … bij cadetten en tegen eentje begon die zelfs kleinerende opmerkingen te maken, dat is toch, allé, waar ben je mee bezig? G3: We willen zoals het nu is. G5: Vergelijk het met een avondje kolonisten spelen. Als wij kolonisten spelen, dan gaat het om te winnen, ik zou gemakkelijk, een beetje van hun naïviteit gebruik makend, wat grondstoffen kunnen pikken en ik zou zo kunnen winnen, geen probleem, … dat is de verziekte competitie. Wij spelen gewoon competitie, het gaat om te winnen, maar als je verliest, verlies je, je kloot elkaar een beetje, maar het blijft plezant, dat is plezante competitie. Het gaat om winnen maar ook om fairheid, er zijn mensen die niet kunnen aanvaarden dat ze slechter zijn, het gaat om het puur meten van vaardigheden en niets meer, maar ook niet minder. Als je honderd procent van jezelf geeft op wedstrijd, kan je toch een goede wedstrijd gespeeld hebben alhoewel je team verliest. G4: Maar er is wel een verschil tussen reserven en eerste ploeg, met alle respect, maar het resultaat van de reservenwedstrijd, het maakt niet uit hé, je
7
degradeert en promoveert met je eerste ploeg, dus daar spelen vind ik nog net iets anders. Dus bij reserven maakt het inderdaad niet uit of je wint of verliest, je kan makkelijk een goed gevoel over houden aan een wedstrijd. Bij reserven is dat genoeg. Maar reserven zijn afhankelijk voor leuke wedstrijden van hun eerste ploeg. Bij de eerste ploeg stap ik het veld op met het gevoel ‘we moeten winnen’ en minder met het gevoel ‘ik ga hier een toffe match spelen’. Bij een eerste ploeg ben ik wel teleurgesteld als we verliezen. G3: Dat is zo, maar daar moet je mee leren leven. Je kan een goede wedstrijd spelen en toch verliezen. G4: Je kan balen dat je degradeert of zo, maar je moet ook durven inzien of het je eigen verdienste is of juist niet. Maar korfbal in het algemeen leent zich daar niet toe hoor, onze club eigenlijk wel. G5: Bwa korfbal in het algemeen ook hoor omdat we nog te amateuristisch zijn, maar het komt op in België. Je ziet dat trainers van andere ploegen hun jonge mannen, hun jonge spelers beginnen te stimuleren om ook vuil te gaan spelen om toch maar te kunnen winnen. Dat is waar het ook verziekt. Het belang van sport en in dit geval korfbal lijkt dus erg te variëren naargelang het engagement van de speler enerzijds, maar even goed naar de persoonlijkheid van de korfballer anderzijds. De losoe van de club is erop gericht de sport te laten bijdragen in een positieve identiteitsconstructie zowel voor zichzelf als in de interactie met anderen. Toch zal het belang van de sportieve prestatie voor de eigen persoonlijkheid blijven afhangen van factoren als karakter, competitiegevoel, voldoening in de sport…
Het veld als een arena van werelden
Wat volgt is geschreven in een narratieve stijl, wat de gebeurtenissen uit de participerende observatie zo rijk mogelijk tracht weer te geven. Als acties de veruitwendiging zijn van specieke gevoelens of gedachten, dan waren interviews de manier om deze te achterhalen. Interviewcitaten vullen de gebeurtenissen aan en willen een zo goed mogelijk beeld opwekken van waargenomen wedstrijddynamieken, een herbeleving. De afsluitende conclusie synthetiseert de weergegeven data. Hoe geven mannelijke spelers vorm aan hun sportidentiteit op een korfbalwedstrijd? In het afstemmen van hun voorkomen op een wedstrijd zijn 4 partijen belangrijk. Een eerste partij is de mannelijke tegenstrever, die zorgt voor hun persoonlijke paramater op het veld in het afmeten van vaardigheden en mogelijkheden. Een tweede partij is de vrouwelijke tegenstrever, alhoewel ze minder gezien wordt als een persoonlijk refereerpunt, heeft ze zeker belang voor de wedstrijdidentiteit van heren, voornamelijk in conictmomenten. Een derde bepalende groep zijn de vrouwelijke ploegg-
enoten die een veel grotere invloed op het gedrag van heren hebben dan heren over het algemeen dachten. Tenslotte is een vierde belangrijke partij de medespelende mannelijke ploeggenoten, waarbij de relatie erg paradoxaal van karakter is. Menig korfballer zal terecht opmerken dat er meer partijen zijn die van belang zouden kunnen zijn. Elke wedstrijd wordt natuurlijk begeleid door een scheidsrechter. De invloed van een scheidsrechter is zeker niet miniem te noemen, maar heeft meestal minder directe impact op een speler, wel op het spel. Alhoewel de scheidsrechter via zijn beslissing voordeel of nadeel toekent aan één van de twee partijen, blijft de interactie meestal tussen twee spelers. Het besluit van de arbiter beïnvloedt die interactie echter wel en kan een reactie uitlokken bij menig speler. Toch ontstaat de bron van een scheidsrechterinteractie tussen de spelers onderling. Om die reden bespreek ik hem samen met de zijlijnpartijen, de coach en de supporters. De coach is een begeleider, geeft soms meer vertrouwen en kent de zwaktes en sterktes van een speler. Op een veld draagt hij vooral corrigerend op ten aanzien van het team. Publiek en supporters bekrachtigen bepaalde zaken in spelers en hebben evengoed invloed op de scheidsrechter en coach. Hun functie is voornamelijk één van sociale controle en bekrachtiging. Deze 3 partijen vormen de contouren van een identiteitsconstructie. Waar zij de tekenlijn vervormen van het plaatje, kleuren de vier partijen het identiteitsplaatje in. In wat volgt worden eerst deze vier relaties verder besproken en uitgewerkt. Daarna gaat de tekst kort in op de resterende drie partijen.
Oog in oog: de tegenspeler
Naar tegenstrevers zijn er twee gedragingen die opvallen. Een eerste stuk beschrijft het begin van een wedstrijd, waarbij spelers elkaar ontmoeten en er gewerkt wordt aan een gepaste eerste indruk. Een tweede beschrijving behandelt wedstrijd gedrag, het gaat over het uitvoeren van showkes, waarin een speler zijn kunnen toont, maar het gaat ook over de dialoog tussen speler en tegenstrever of hoe sympathie of net antipathie een goal meer betekenis kunnen geven dan enkel een extra doelpunt. Een uitsignaal versterkt zijn bewustzijn. Tijdens de opwarming dwaalde zijn blik meerdere keren naar de overzijde van het veld waar hij de tegenstanders bekeek en hun vaardigheden een eerste maal afwoog aan de zijne. Maar nu strekt hij jachtig zijn armen en reikt voor het laatst naar de korf. De bal terug bemachtigd, verstrakken zijn kuitspieren en met een sprintje voegt hij zich bij de rest van de ploeg die op hem wacht om gezamenlijk het veld weer op te lopen. Hij slaat de handen met zijn ploeggenoten en positioneert zich in de rij waarin de kapitein de leiding neemt. Zijn shirtje slingerend in de riem van zijn short sluit hij
8
achteraan aan, erop lettend dat alle dames voor hem in de rij staan, zoals dat hoort bij korfbal. In formatie aan de middenlijn beantwoordt hij de kapiteinsroep en scandeert in het koor van medespelers zijn overtuiging uit. De groep splitst naar de aanwijzingen van de coach en elkaar onderling bemoedigend begeven beide viertallen zich naar hun vak, de één start in aanval, de ander in verdediging. Een man drukt hem de hand en wenst hem een prettige wedstrijd toe. Bij het kruisen van de ogen zet hij zich op scherp, welgemeend wenst hij de man hetzelfde toe. Dit is zijn tegenstander, dit is de man wiens doel is hem te verhinderen te scoren en die zelfs zal willen scoren tegen hem. Geconcentreerd stelt hij zich op, spieren spannen, ogen vernauwen en terwijl zijn blik speurt naar vakgenoten wachten zijn oren op het verlossend startsignaal. I: Hoe wil jij overkomen bij je tegenstander? G1: Als zijn meerdere, ik mag niet zwak lijken, misschien ook wel stoerder, ergens wil je toch dat hij schrik van je heeft. (interview A) G8: Zelfverzekerd, assertief, goed, om rekening mee te houden, snel, … De verdediger reageert op de schijnpas van de dame. In de fractie van een seconde dat zijn tegenstrever hem de rug toekeert, maakt hij zijn aanvalsactie. De verdediger landt op het verkeerde been, een teamdame staat in de steunpositie met de bal en de andere heer is te veraf. Van verdediging overnemen is er geen sprake. Met zijn startsnelheid laat hij de heer achter zich en loopt in zijn looplijn naar de korf, hij is volledig vrij. Wanneer de dame hem de pas aangeeft, staat hij praktisch onder de korf, maar hij richt zich op en zet zich extra hard af. Waar meestal twee gestrekte armen de bal naar de korf begeleiden, plaatst hij de bal in zijn sprong nonchalant op één hand. Alhoewel hij de korf reeds voorbijgesprongen is, plooit hij zijn rug naar achteren en mikt met zijn vingertoppen de bal naar de korf. De bal streelt de rand maar glijdt vervolgens de korf in. De bank wordt waanzinnig, zijn medespelers feliciteren hem, zijn verdediger raapt de bal op, bijt op zijn lip en slentert naar het andere vak. G1: Als een tegenstander een showke kan doen dan is dat nog net iets vernederender juist omdat hij niet alleen toont dat hij beter is dan u, maar dat hij zoveel overschot heeft dat hij er nog even mee kan spelen. Het draait niet alleen om vernedering maar ook omdat wat beter, mooier is, daar draait competitie om.(Interview A) I: Je ziet mannelijke spelers gemakkelijker showkes doen dan vrouwelijke,… waarom is dat? G4: Hoeveel showkes heb je mij al zien doen op wedstrijd?
G2: Je hebt hier wel de verkeerde mensen voor hé dat begrijp je heh? G3: Ik denk wel dat er een verschil is, op training ben je mens tegen mens, op wedstrijd ben je groep tegen groep, … G4: Nee nee nee, als (heer) mij voorbij is op training gaat hij ook een showke doen, op training op wedstrijd, het maakt niet uit waar dat hij het doet, hij zal een showke doen, omdat dat nu éénmaal in zijn aard ligt. G5: Dat is niet waar, dat is meer uw zelf, uw persoonlijk karakter, ik heb nooit, echt waar, nooit het gevoel dat ik mijn tegenstander nog meer moet vernederen. Een showke dat kan enkel en alleen zijn om het chiquer, het spectaculairder te maken. Dat moet niet met het gevoel van we gaan onze tegenstander hier eens hebben en hem nog wat meer belachelijk maken. Ik weet niet of heren het met die intentie doen, zeh. Ze willen het gewoon wat chiquer en shower maken. G2: Ze doen het vooral voor henzelf geloof ik, je voelt je ook gewoon beter als je een doelpunt met één hand achter je rug maakt, je voelt je dan gewoon beter en je wordt er volgens mij ook gewoon beter van.(anderen beamen) Als jij je beter voelt omdat die kick groter is dan ga je ook beter spelen. G4: Ik ben meestal al blij als die bal er in wilt gaan over het algemeen. G3: Maar wat je er ook van zegt, het blijft een wedstrijd, het blijft een wapen om naar uw tegenstander te gaan. Het is een deel van het spel. G2: Ja, er is ook een psychologische oorlog op het veld. G5: Maar vrouwen hebben dat ook zeh, als (dame) scoort tegen haar dame, dan geniet ze, dat zie je. G4: Bij een man zal dat ook wel gewoon algemeen competitie- en haantjesgedrag zijn dat komt opzetten. (lachend) Iets oerinstinctachtig. (lachen) G3:Misschien vinden vrouwen dat gewoon kei-mannelijk en is het niets voor vrouwen. G5: Ik ben daar niet mee akkoord, volgens mij denken vrouwen daar net hetzelfde over, ik heb echt waar niet het gevoel dat ik mijn tegenstander moet vernederen. Het is persoonlijk karakter. G4: Ok het gaat dan niet om je tegenstander vernederen, maar genieten van het eigen moment, ik ben vrij, ik ben mijn tegenstander voorbij, ik ga een doelpunt maken, watch me! G5: Maar er is wel een verschil, ik kan wel genieten als ik tegen een tegenstander speel die mij met opzet aan het kloten is, wat ik niet echt vaak meemaak , maar als ik hem kan afmaken dan is dat wel iets, maar dat is dan ook zo een zakske… Maar dat hebben dames ook, als jij tegen een heel onfaire dame staat en je scoort ertegen dan geniet je daar ook van, dat kan niet anders. Daar ben ik zeker van. Als er zo heel de tijd ene tegen uwe rug aan het duwen is en je kan er dan een doelpunt tegen maken, dan… G4: Het gaat om persoonlijke zielige wraakneming, het is gewoon tof, om het met een mooi ideaal te
9
zeggen, het faire dat wint op het onfaire, dat is wanneer je scoort tegen een duwerke. G3: Ik denk dat korfbal zich daarom goed leent als sport, een hele wedstrijd ben je bezig met steeds dezelfde heer proberen voorbij te geraken en te slim af te zijn.
De medespeler
Een ploeg moet de bewegingen van haar spelers kennen, maar de spelers van hetzelfde vak moeten elkaars bewegingen kunnen voorspellen, vooral spelers van hetzelfde geslacht. Hoe een heer zich beweegt in een vak, hangt grotendeels af van hoe zijn vakgenoot beweegt. Wanneer er gescoord wordt, is dat meestal de verdienste van een heel vak, maar spelers van hetzelfde geslacht moeten goed kunnen samenwerken, het gepast zijn van jouw actie hangt met andere woorden sterk af van de acties van een teamgenoot in het vak. De eerste beschrijvingen draait om een tactiek dat achterverdedigen heet, het vraag een wisselwerking tussen de verdedigende heren, maar zeker ook tussen de aanvallende heren. Het kunnen lezen, beantwoorden en uitvoeren van tactieken draagt bij aan het gekwaliceerd worden als een goede of ervaren korfballer. Alhoewel respondenten toegeven vooral samen te spelen met hun vakgenoot, wat zich vaak weerspiegeld in het vormen van groepen op training, heeft deze relatie een paradoxaal karakter. Medespelers zijn bondgenoten, maar voor ambitieuze spelers ook concurrenten. Op training meten heren zich graag met elkaar. Heren zijn ook van mening dat het meten van vaardigheden tussen heren minder persoonlijk wordt opgenomen dan bij dames. In hun ogen neemt competitie tussen dames onderling gemakkelijker een persoonlijk karakter aan en wordt competitief gedrag op training eerder gezien als een aanval of het in twijfel trekken van elkaars’ kunnen. Maar bij heren kunnen er ook slechts 4 spelers meespelen in een eerste ploeg. De meeste spelers vinden een wissel dan ook niet leuk, alhoewel ze wel kunnen toegeven dat hij terecht was. Een uitzondering is een applausvervanging, maar soms is het niet duidelijk of hier sprake van is of niet. Hoe heren omgaan met deze wissel draagt op zijn beurt bij aan hun sportidentiteit en wordt geschetst in een tweede beschrijving. ‘Ze verdedigen achter, heer zakt’ roept ze enigszins geïrriteerd vanuit de korfpositie. De tegenstreverheer grijnst naast haar aan de korf, zijn medetegenstrever laat zijn heer de ruimte voor een ver schot naar de korf. Indien de aanvallende heer schiet en mist, is de bal voor de afvangende heer, hij kan wel op tegen die dame. Maar de aanvallers reageren assertief en zelfverzekerd. Ze komen in aanvalsformatie naast elkaar, combinerend steeds dichter bij de korf, de kans dat de bal bij schot de korf zal ingaan, vergroot. Een puur psycholo-
gisch spelletje teistert de heer onder de korf. In een oogwenk dient hij een afweging te maken: Blijft hij koelbloedig onder de paal staan en heeft hij er vertrouwen in dat zijn tegenstrever zal missen of schat hij zijn heer goed bij schot waarop hij de paalzone zal verlaten en druk zal zetten op het schot. De kans dat er dan een schot komt is erg reëel en de dame staat dan alleen in rebound, maar er is wel druk op het schot wat de miktijd verkleint en dus ook de kans op een scorend schot. Op commando van zijn coach verlaat hij met een paniekerige draai de paalzone en stormt op zijn heer af, maar de timing klopt niet. Zijn heer bezit de bal, mikt richting korf en schiet. De bank juicht. I: Hoe verhoud jij je tot je medespeler in het vak? G1:Je speelt altijd iets feller samen met de heer, als met de dames, gewoon door het tactisch spel, in aanval doe je misschien wel vaker wat moeilijkere bewegingen ook omdat je medespeler dat kan en ook vanwege de hardheid van de pas. Daarbij heren doen wel eens graag een showke om er daarna mee te lachen. Vrouwen doen dat minder, je ziet het nauwelijks, misschien vinden ze het minder belangrijk. Hij buigt het hoofd, 6 minuten ver in de tweede helft, geeft de coach het wisselsignaal en wijst hem het wedstrijdterrein af. Zijn vakgenoten en de supporters klappen de handen. De vervangende heer loopt t het veld op. Vlak voor ze elkaar ontmoeten recht de gewisselde speler zijn rug en zegt een welgemeende ‘kom op, heh’ tegen de aankomende teamgenoot. Aan de zijlijn gekomen wijst de coach naar de bank, maar hij loopt verder. Een eindje van de bank zet hij zich neer, hij lijkt zich af te vragen wat te doen: naar de kleedkamers of blijven kijken? Nog 10 minuten voor het einde van de wedstrijd, het team staat drie punten voor. Het publiek en zijn medespelers applaudisseren. Wanneer hij zijn vervanger kruist, slagen ze de handen en op de bank zal hij zeker een schouderklopje kunnen verwachten. Ondanks dit alles laat zijn houding weinig triomf uitstralen, maar zelfverzekerd wurmt hij zich op de bank en start luidkeels te supporteren. Zijn lichaamshouding en ogen vertalen de botsing van krachten: teleurstelling of euforie, was het een wissel of een applausvervanging? G5: Ik denk dat wij er veel minder problemen van maken als één van onze medespelers in onze plaats in de eerste ploeg staat dan vrouwen. G2: Bwa, ik zou geen ruzie gaan maken, maar het zou me wel heel veel doen. G4: Ja, dat is misschien wel zo. G2: Ik zou mezelf er wel moeten toe dwingen om te zeggen, nu stel dat een andere heer in de eerste ploeg moet komen voor mij, zo van, ok doe effe normaal, hij doet het niet omdat hij mij een eikel vindt of zo, het is niet omdat hij gezegd heeft van ja. G2 doet het slecht nu ga ik het eens doen, er is niets tussen hem en mij. Want gevoelsmatig zou ik hem
10
een eikel kunnen gaan vinden omdat hij voor mij in de eerste ploeg zit. G5: Dat slaagt nergens op. G2: Dat weet ik maar dat zou ik wel even tegen mezelf moeten zeggen. G4: Het hangt allemaal af van wat mensenkennis en er mee kunnen omgaan. Ik denk dat niemand de plaatsen van de heren van de eerste ploeg misgund. Het gaat erom hoe je naar jezelf kijkt. Ik weet van mezelf wat ik kan, ik loop achter elke bal, ik verdedig goed en ik hou me kalm op wedstrijden, maar … ik scoor te weinig. Daarbij bij Leuven is er wel een wat speciale situatie. Overlaatst speelden we een wedstrijd en de heren die toen opstonden bij de reserves konden op tegen de heren van de eerste ploeg; Je moest ze maar tegen elkaar zetten.
De ploeggenoten dames
Net als bij de teamgenoten heeft de relatie tot de teamgenotes een erg duaal karakter. Ze zijn een bron van frustratie voor menig heer, maar elk ondertekent hun belang voor een ploeg en een overwinning. Hun houding ten opzichte van de dames laat zich kenmerken door superioriteit, maar zeer speciek van karakter: Heren schatten zich enkel fysiek hoger in, maar het creëert geen hiërarchie in een wedstrijdsituatie. Maar de superioriteit in fysieke kracht brengt tevens met zich mee dat de heren een beschermende reex hebben over de dames van hun ploeg en vaker een temperende reex in competitie tegen een dame. In onderstaande situaties komt het botsende van deze band naar voren. Een eerste situatie schets de waardering en het wederzijds respect dat er is tussen spelers op het veld, het erkent hun gelijkheid in belang voor de ploeg en de wedstrijd. Een tweede situatie gaat in op frustraties die het fysiek verschil met zich meebrengt en met de duidelijke stelling dat vrouwen fysiek de mindere zijn van mannen op het korfbalveld. Een derde situatie beschrijft de beschermende reex die heren voelen ten aanzien van de ploeggenotes. Ze scoort, twee punten voor, een belangrijk doelpunt voor het moraal van de ploeg, the winning mood. Bij het wisselen van de vakken, kruist ze een heer van het andere vak, ‘schitterend bezig!’ geeft hij haar in de loop mee. Aangekomen in het verdedigingsvak komt de heer die haar assisteerde in de goal met handen hoog naar haar toe. Wanneer hij haar handen slaat, zegt hij vol enthousiasme: ‘Kom op hé, alles dicht, we pakken ze!’ I: Hebben jullie het gevoel dat jullie anders kijken naar vrouwen dan mannen van andere sporten? G4: Ik weet niet of dat bij mij te maken heeft met persé korfbal of meer de algemene opvoeding van thuis uit en van …
G5: school uit. G4: intellectueel niveau, school uit dus omdat … G5: Ik denk dat je vaak wel meer respect zult tonen voor vrouwen als dat je in een mannenwereldje zit, een sportief mannenwereldje zit, ik denk dat er bijvoorbeeld op de korfbal geen mannen zitten die geen respect hebben voor vrouwen en ik denk dat je dat in andere sportmilieus wel makkelijker kan vinden. Al spelen andere factoren natuurlijk ook mee. G4: Ja … het, je kan moeilijk een vooroordeel hebben tegen iets dat je kent, daar komt het op neer. G3: Ja maar …als je een beeld hebt, zeg maar, en die laat je staan en je gaat een vrouw in dat beeld passen, dan gaat dat toch prima, als jij maar dat beeld hebt ‘vrouwen zijn niets waard’ en je gaat korfballen en je zorgt ervoor dat alles in dat beeld gaat passen, dan is dat op korfbal toch ook zo? G5: Ik denk toch dat je als gast niet echt aanvaard wordt dan, je functioneert volgens mij niet met totaal macho-gedrag tegenover vrouwen, vrouwen zijn onderdanig, die mentaliteit, zo zijn er mannen, zeker van, maar dan functioneer je gewoon niet in een korfbalclub, dat kan niet. (G4 knikt bevestigend) G3: En hoe zie je dan het feit dat vrouwen algemeen gesteld vaker onder de korf staan? G5: Dat is meer fysiek bepaald, capaciteiten bepaald, dan is het niet gescheiden, vrouwen moeten onder de paal staan en mannen niet, mannen grof gezegd zijn beter in die functie dan vrouwen. G4: Bwa, kijk sommige vrouwen staan in de spits, ze durven het hele spel naar zich toe trekken, andere staan het liefst daar waar ze het minste kans hebben een pas te krijgen en zijn toch goede korfballers, het hangt van persoonlijkheid af. G5: Als vrouw, denk ik, zou ik het frustrerend vinden. Als er dan weer een heer uitzakt om die rebound boven uw hoofd uit te komen vangen, … ik weet zelfs niet of ik korfbal als vrouw leuk zou vinden. G2: Ik ben een kleine heer en ik ga daar dan ook niet staan, maar daarom ben ik nog niet minder. Het is fysiek gezien gewoon niet zo slim om daar te gaan staan. De bal passeert de zijlijn, de scheidsrechter uit het buitengaan van de bal af. Een dame van de tegenpartij positioneert zich voor een inworp en houdt de bal in aanslag om uit te werken naar het aanvallend vak van haar ploeg. Lichtjes geïrriteerd, draait hij zijn hoofd weg van het gebeuren. Die bal was toch niet zo hoog of hard gegeven, lijkt hij te denken. Zijn vakgenote zit blijkbaar verveeld met het feit dat ze die bal door handen liet schieten en steekt verontschuldigend haar hand op naar hem. Met een wuifgebaar laat hij haar weten dat het ok is. De volgende keer zal hij de bal wat zachter en welgemikt passen. I: Hoe kijk jij aan tegen vrouwen op een korfbalveld? G1: In principe vind je dat ze … absoluut gezien … ze zijn minder atletisch dan u, dus daar moet je in principe rekening mee houden, de pas niet te hard
11
geven als ze een doorloper doen, of dat ze er eerst naar moeten springen, dan vinden ze hem te hard of laten ze hem vallen. In principe zijn ze gelijkwaardig, ze moeten dezelfde rol vervullen als alle anderen. Maar over … ik denk dat er minder vrouwen zijn die… Allé je kan een korfbalwedstrijd winnen als je betere vrouwen hebt dan de tegenstanders. Bij de heren zijn de verschillen eigenlijk minder groot. Goeie dames zijn moeilijker te vinden en in die zin zijn ze dus erg belangrijk. Maar in een andere zin zijn ze wel op uitzonderingen na,… het is altijd een heer die het spel verdeelt meer dan een dame. I: Wat is hun rol dan? G: Er zijn sterke aanvallende dames. De heren zijn meer spelverdeler en ook dominanter in hun spel. Dames zijn waardevol omdat ze in principe dezelfde rol hebben te vervullen dan een heer. Het is niet omdat ze minder zijn, minder is niet het goede woord, want die dames spelen ook tegen dames, maar in absoluut niveau ten aanzien van heren zijn ze wat minder, maar dat wordt dan ook weer uitgewist omdat ze tegenover een dame staan. (Interview A) I: Zien jullie vrouwen als gelijken op korfbal? G5: Neen, ik zie vrouwen helemaal niet gelijk, allé op korfbalgebied, hé, toch in gelijke kunnen? Neen, helemaal niet! G4: Mijn God(zucht) zet 4 heren tegen 4 dames en je gaat eens lachen zeh. I: En als je het fysieke volledig zou kunnen gelijktrekken? G5: Dan zijn de vier even goed. Ze hebben dan alleszins de capaciteiten om even goed te worden. G3: Ik denk dat ook wel. G2: Je kan het niet zeggen, want als je fysiek gelijk trekt dan is er nog altijd het competitiegevoel. G3: Ik denk ook wel dat mannen dan harder zullen trainen vanuit dat competitiegevoel. G4: Competitiedrang wordt dan ook wel gezien als een echt mannelijk trekje. Het wordt over het algemeen gelinkt aan mannen en over het algemeen zijn mannen competitiever ingesteld dan vrouwen. Maar tactisch inzicht is zeker niet vrouwelijk of mannelijk bepaald. I: Is er één ding waarin jullie denken dat vrouwen beter zijn dan mannen in korfbal? G5: Dames zijn over het algemeen beter in het korte schot. G4 en G3: Echt niet! Euh dames zijn euh (stilte) G2: Ik kan niets bedenken. G5: Ik ook niet G4: Nee G5: Maar mannen zijn buiten fysiek gezien ook in niets beter, in iets uitzonderlijk of uitgesproken beter dan vrouwen.
G3: Ik denk dat alleen fysiek verschilt. G5: Maar fysiek is wel belangrijk hé in aanval, rebound… G4: Eigenlijk een dame, je vindt die goed, als we even grof zijn, als die speelt als een heer. Die gaat rebounds uitvangen, die gaat tussenspringen, die gaat ballen pakken die je niet zou verwachten, waarvan je denkt ‘What the fuck?’ En dat zie je dames over het algemeen niet zoveel doen. En als je dan een dame dat wel ziet doen dan heb je daar respect voor. G5: Ik heb daar toch alleszins respect voor. Naast de paal zijgt ze neer waarbij ze met een pijnlijke grimas naar haar maag grijpt. De supporters en de bank veren recht, druk wijzend naar de dame en tierend naar de scheidsrechter. Schijnbaar niet op de hoogte van het tafereel onder de korf, stuurt de heer zijn medespelers in het uitwerken van de bal naar de middenlijn. Maar haar vakgenote waarschuwt de scheidsrechter, waarop zijn hand de hoogte in gaat. Bijna reexmatig brengt de heer zijn wijsvinger in een stilzwijgend gebaar naar de mond alsof hij het uitsignaal ermee kan verstommen. Het signaal laat inderdaad op zich wachten. Haar twee vakgenoten roepen hun verontwaardiging uit, al gauw vallen de beide heren uit het andere vak hen bij. Er ontstaat een drukte waarbij zowel de speler als de scheidsrechter het mikpunt worden van verontwaardiging en boosheid van haar teamgenoten. Enkele van haar ploeggenoten spreken de speler aan. Met je voeten vooruit inspringen op een reboundende dame, zulk fysiek geweld … onaanvaardbaar! Haar ploeggenote helpt haar recht. Hoe verklaren jullie dat jullie op match allemaal zo hevig reageren wanneer een tegenstander een fout maakt tegen een dame? G5: Ik denk dat er een fysiek verschil is, ik vrees dat het idee er nog altijd is, ik zeg niet dat ik ermee akkoord ben hé, dat een vrouw zich minder goed kan verdedigen als een man, fysiek gezien, als een man een vrouw gaat bedreigen dat die vrouw zich dan in een situatie bevindt dat die zich minder goed kan verdedigen. G4: Een beetje de ‘gentlemenfeeling’ Als ik zwaar in duel zou gaan met eender welke dame van Leuven dan zou die de grond ingeboord kunnen worden. Daarstraks trok ik een sprintje met (een heer) en dan stoempt hij mij en dat is veel meer aanvaard dan dat ik een sprintje zou trekken met een dame en dan baf… die dame eens aan de kant zou zetten en ze de grond op zou gaan. G2: Dat blijft toch een dame van uw ploeg en als dat een heer is, tja … die redt zich wel. G4: Het is nu eenmaal een feit dat een heer steviger in zijn schoenen staat dan…, ja een vrouw gaat zich ook wel redden, maar … G5: Als er gevecht is tussen man en vrouw, tja een man heeft gewoon meer kracht in principe hé, maar dat is niet altijd hé. (Anderen bevestigen de nuance) G3:(Verbaasd) Maar dat slaagt gewoon nergens op!! Want in het geval van (hierboven omschreven situatie) moet ze dan eigenlijk sterker zijn om een
12
klap terug te kunnen geven?Dat maakt dan eigenlijk toch geen bal uit! G2: Dat is een automatisme, dat is niet bewust. G3: Ja maar waarom gebeurt dat dan? G4: Dat is hetzelfde dan dat je oudjes, kinderen en vrouwen gewoon niet slaagt. G5: Ik heb toch ook gereageerd toen dat die ene heer mijn vakgenoot achter de rug van de scheids heel de tijd aan het tackelen was. Toen ben ik ook beginnen roepen. G4: Maar niet zo hard als dat je zou beginnen roepen dan als het op een dame was! Als ik nu Elke op haar bakkes zou slaan zou dat veel erger zijn dan dat ik (een heer) op zijn bakkes zou slaan!! G5: Het zou kunnen dat ik dat nu niet besef , maar in mijn ogen… G4: Maar natuurlijk dat is maatschappelijk aanvaard. (draait de ogen) G5: Maar zwijg nu! (geïrriteerd) In mijn ogen als een heer een dame per ongeluk in de grond crasht, zal ik me daar niet kwaad voor maken, denk ik. Ik denk als het per ongeluk is dan ga ik zelfs niet beschermend optreden. Ik ga misschien wel sneller vragen of het gaat bij een meisje. G4: Natuurlijk sneller bij een meisje, je treedt beschermend op tegen wat genoemd wordt, de zwakkere… G2: Voilà, maar dat is een automatisme, we denken daar niet over na, dat is gewoon zo dat is overal zo, ook buiten de korfbal. G5: Hmm dat is inderdaad misschien wel waar. G3: Ik denk dat als het per ongeluk gaat dan heb ik daar niet zoveel last van, maar ik denk dat je interpretatie gewoon veel sneller is dat het niet per ongeluk gaat bij een heer tegen een dame. G4: Daarbij als een dame tegen de vlakte gaat wordt het spel gemakkelijker stil gelegd, coach erbij gehaald enzovoort. Terwijl als een medespeler op de grond gaat, is het eerder van: Allé mietje, sta eens recht!! (interview B) I: En woordenwisselingen? G: Dat is niet fysiek agressief. Dat zou ik minder afkeuren. In principe zijn dames verbaal evenwaardig. Een dame zegt zelf makkelijk iets tegen een heer. Maar die heer bij Ekerse dreigde met fysieke actie en dat is nog iets anders. Als hij had gezegd ‘zeg trutteke, domme gans’, bon, dan zou ik ook hebben gereageerd, maar dan zou ik niet, niet f.. Ik zou me minder kwaad gevoeld hebben dan hoe hij het nu deed. Maar moest hij zelfs zoiets tegen een medespeler doen zou ik kwaad worden. Tegen elke dame zou ik boos worden op de heer. Je hebt een beschermende reex als een heer een dame wil aanvallen of als hij dat ook expliciet doet. (interview A)
De tegenstrever dames
Tegenstrever dames lijken een bron van wat innerlijk conict te zijn bij heren. Hun houding ten aanzien van hen is er één van continue balansering
tussen het maatschappelijk verwachte en het competitief geëiste. Hier gaat een eerste situatie op in. Een tweede situatie beschrijft op welke manier vrouwelijke tegenstrevers in staat zijn de mannelijkheid van spelers uit te dagen of zelfs aan te vallen. Gefrustreerd zit ze in het gras, al een hele wedstrijd steelt die heer de rebound boven haar hoofd uit. Neergevallen op de grond gooit ze al haar vermoeidheid en frustratie luidkeels tegen de scheidsrechter uit en claimt dat de heer haar al een hele wedstrijd fysiek aanvalt. Haar teamgenoten manen tot kalmte aan. Haar tegenstreefster bekijkt haar licht minachtend, heren springen eenmaal hoger, speel ze tactisch uit of leer ermee leven, denkt ze. Nu de scheidsrechter in het andere vak is, komt de geïrriteerde heer op haar af ‘ zeg kippeke, kwijk eens wat minder en spring wat meer.’ Elke remming bij de dame valt weg en tierend start ze de heer uit te schelden. De scheidsrechter hoort het en trekt een gele kaart voor de dame. I: Bekijk je de dames van de tegenpartij op dezelfde manier dan de dames van je eigen ploeg? G5: Ik zie er geen verschil in. G3: Hmmm, soms wel denk ik, ik kan mezelf zo schakelen dat ik ze toch anders ga zien, dat ik de tegenstander toch als tegenstanders ga zien en dat ik wel eikelig tegen hen kan gaan doen, alhoewel ik niet zo snel een eikel ben tegen mensen, maar dat ik dat tegen een tegenstander op één of andere manier wel kan worden, ook tegen tegenstanders die vrouw zijn. G5: Ik hou me wel in, je hebt mannen die zich niet inhouden bij duels met vrouwen, maar ik doe dat wel,… G4: Ik hou me ook in, maar ik spring in plaats van een halve meter 40 centimeter en ik heb de bal nog heh. ( lacht) en ik verontschuldig me sneller tegen een dame, denk ik, alhoewel ik me makkelijk excuseer tegen iedere tegenstander op het veld. Maar het gaat ook weer om wat er net gezegd is over onze dames. Maar ik heb zelden een conict op het veld. G2: Ik heb er zelf nog geen echt conict met een dame gehad, maar in mijn team zat er wel een dam die zich ook niets liet maken zeg maar. Als een heer ruzie had met een heer van ons, dan zou ze gewoon tussen beiden springen, zo heeft ze iemand ooit gewoon een knie keihard in zijn noten gegeven. (pijnlijke reactie van alle heren en gelach) Ik denk dat het dus veel afhangt van het karakter van de vrouw, als ze ruzie met je wil krijgen kan ze ruzie met je krijgen, maar als man heb je wel altijd zoiets van ‘ach, het zal wel’, weet je? Als jij een vrouw omver duwt en ze reageert één keer dan denk je toch van, bwa laat maar zitten of zo. I: Ga je sneller reageren op een man dan op een vrouw? G2: J, ik denk het wel omdat je inderdaad een eerlijke competitie voor ogen hebt als er een man voor je staat, zo van ok we kunnen elkaar nu gaan
13
mete en prima, maar ik weet dat ik over het algemeen sterker ben dan die vrouw en als we ruzie zouden hebben dan win ik het toch wel dus… G5: Het is gewoon niet maatschappelijk aanvaard, je mag een dame niet slaan, je mag niet met een dame in conict gaan zeker aan de kant van mannen tegenover vrouwen. G4: Het gaat weer om dat beschermende hé. Als je een dame de grond inramt, voel je je schuldiger dan dat je een dame de grond inramt. I: En als een man evenveel pijn heeft als een vrouw? G4: Dan komt het machogedrag boven. (lacht) Dan zeg je geen probleem… G2: Een man zal ook gewoon niet zo snel toegeven dat hij pijn heeft, als man denk je gewoon, ik moet inderdaad niet zagen en gewoon doorlopen. G5: Ik heb gewoon het gevoel dat je als man gewoon sneller denkt bij een dame dat je haar pijn doet. Je weet dat je fysiek sterker bent, dat zit in je hoofd, tegen een heer zal je bij een erge botsing, als het er erg uit ziet wel eens vragen of het gaat, ik zal me excuseren als ik voel dat ik hem echt wel geraakt heb. Maar bij een dame ga ik er vanuit dat het veel ernstiger zal zijn. En vaak is het dan ook wel erger. (alle beamen) Verwonderd heft hij zijn armen en houdt een denkbeeldige bal vast, zijn blik bekijkt de scheidsrechter strak. Maar de arbiter reageert niet, de tegenstreefster stuurt haar vak in de uitwerking. Hij blijft verongelijkt achter de paal staan, schudt het hoofd en stampt neerbuigend een imaginaire steen weg. Zijn hele houding verraadt zijn gedachten. Hij had die bal, zij niet, het is weer omdat het een dame is dat de scheids de fout maar niet wil uiten. In de daaropvolgende time out geeft een teamgenoot hem een plagerige duw en jent hem: ‘wel, rebound gestolen door een vrouw?’ I: Wat vind je ervan als een dame je rebound steelt? G1: Als een dame een rebound pakt van een heer is dat afgang voor die heer. Behalve als die dame natuurlijk twee meter groter is dan die heer, maar persoonlijk zou ik het vernederender vinden om een rebound te verliezen van een dame van 1m75 terwijl een rebound van een heer verliezen van 1m75 niet. Omdat het een dame is, je wordt verondersteld hoger te kunnen springen en atletischer te zijn als haar. Dat wordt algemeen gesteld. I: Hoe kom je daarbij? G: Ja maar… dat is toch hetzelfde dan dat je in elkaar geslagen wordt door een vrouw, dat is toch ook niet echt … een vrouw wordt geacht fysiek zwakker te zijn dan een man, ze zijn dit gemiddeld gezien ook. Als man … word je nog altijd geacht naar de waarden en normen van uw maatschappij sterker te zijn dan een vrouw. Dat is niet altijd even rechtvaardig, maar het is wel zo. Het is mis-
schien niet rechtvaardig en ik weet niet of ik er bewust aan meedoe of niet, maar een gevoel van vernedering dat komt niet uit uzelf, het hangt ervan af hoe de rest er naar kijkt hé. Andere mensen … ( Interview A) I: Wat als een dame een rebound steelt van een heer? G2 (had het onlangs voor):Ik denk dat het scheelt wanneer je kan blijven denken dat je hem (de bal) echt had. Ik weet dat het me verbaasde dat ze zo hoog kwam en ik kan niet zo hoog springen. De vernedering zou wel wat hoger zijn geweest als ik zeker had geweten dat ze hoger sprong dan ik en dat zij de bal had en ik niet. Want ik weet zeker dat ik hem wel had. Het voelt wel als een afgang als ik hem echt verloren heb. G5: Als man wordt er van je verwacht dat je de bal hebt in rebound, zeker wanneer je nog wat groot bent. Dus, … tuurlijk voel je je daar niet goed bij, maar eigenlijk heb ik dat ook bij een kleinere heer. G3: Ja dat wilde ik juist zeggen, de vernedering draait er toch net om dat je rebound is gepikt door iemand die fysiek zwakker is. G5: Als een kleinere heer een rebound pakt terwijl ik me goed gepositioneerd heb, dan voel ik net hetzelfde als met een dame. Maar als een dame of zulke heer me goed uitblokt, dan denk ik dat ik me daar niet slecht bij ga voelen. Maar in een persoonlijk duel en ik heb het gevoel dat ze hoger springt, dan heb ik dat wel en wie weet wel meer dan bij een man maar ik denk van niet. G4 : Maar je vindt het normaal gezien erger als een vrouw dat doet om de simpele reden dat vrouwen fysiek gezien minder ingeschat worden. G2: Er zijn gewoon bepaalde trapjes en ja, vrouwen staan wat lager op die trap en dan is de schade dus groter wanneer het een vrouw is.
De zijlijnpartijen en de scheidsrechter
De coach en het publiek zijn een niet weg te denken factor in het gedrag van spelers. Zoals de heren hierboven het reeds stelden, kan een speler voor zijn publiek spelen door op een spectaculaire manier te scoren. Maar het publiek is ook gekend voor het uitjouwen van een scheidsrechter of van spelers van de tegenpartij, maar toeschouwers doen vaak meer dan dat. Het opjutten van spelers zowel in de negatieve als de positieve zin rekent het even goed tot haar taken. Elke wedstrijd worden er wel wat verwijten naar spelers geroepen, al krijgt de scheidsrechter het meestal het hardst te verduren. Toch stellen vele spelers dat ze een publiek nauwelijks horen op een veld, behalve op sleutelmomenten. Als er bijvoorbeeld wordt gescoord. G9: Als al de jeugd die jij traint op het moment dat je scoort over het hele veld schreeuwt: Dat is onze trainer!! Ja dat doet je toch wel iets. Dat is zelfs nog anders dan dat er gewoon publiek zoiets staat te roepen. G5: Als man krijg je van de bank, als je per ongeluk tegen een vrouw of een dame botst, komt er
14
langs de bank wel vaak reactie, er wordt veel geroepen langs de kant als je toevallig langs een dame of ertegen ben gecrasht, dan komt er veel reactie. Je wordt dan wel makkelijk voor macho uitgescholden. G1: Je mag nooit reageren op publiek, dat is dom en trouwens je zal het ook altijd verliezen. Over het algemeen hoor ik ook niet eens wat het publiek net roept. Wat de coach betreft, hij is degene die bepaalt of jij in de eerste ploeg speelt of niet. Hij beslist hoe er gespeeld wordt en als jij een specieke functie toebedeeld krijgt in een vak, zal dat zeker invloed hebben op je sportidentiteit. Het zorgt ervoor dat je jezelf zal zien als een aanvallende heer, een verdedigend sterke heer, als spelverdeler, als storende verdedigingsheer, als allround heer,… En of je nu gelooft in je coach of niet, wanneer hij tegen je zegt dat je een goede wedstrijd hebt gespeeld of dat je goed bent in deze of die andere functie, het heeft steeds een weerslag op welke manier jij jezelf, maar ook anderen jou zullen zien. De scheidsrechter is een pion op het veld die enkel het spel in goede banen kan leiden, maar pas echt aanzienlijke invloed krijgt wanneer spelers en publiek menen dat hij dit niet doet. En statement dat vaak voorkomt is dat scheidsrechters veel sneller een heer een kaart geven dan een vrouw. Kaarten worden gegeven voor schelden, fysieke bedreiging of grove fouten waarbij men het heeft over fysiek geweld ten aanzien van de tegenpartij. Wanneer men, afgezien van het uitschelden van de scheids of overmatig protesteren, het fysieke aspect dus in rekening brengt zou het niet mogen verwonderen dat heren sneller rood krijgen. Wetende dat de meeste scheidsrechters mannen zijn en met de mannelijke hegemonie in het achterhoofd, zou het afgang zijn voor een scheidsrechter wanneer hij stelt dat hij rood gaf omdat hij zich fysiek bedreigd voelde door een dame. Bij heren is dreiging ermee dus al genoeg, dames zullen een scheidsrechter effectief fysiek dienen aan te vallen om voor deze reden rood te krijgen. Maar scheidsrechters zijn bedoeld als conictbemiddelaars, maar weinig kunnen dat waarmaken. Wanneer twee heren in conict gaan met elkaar gebeurt dat vooral om foutief fysiek contact of kortweg geweld. Heren zeggen vooral te reageren wanneer de scheidsrechter de bal meegeeft aan de andere terwijl dat deze volgens hen een grove fysieke fout maakte. Er zijn ook heren die er een sport van maken, zodra de scheidsrechter naar het andere vak is, hun tegenstrever te jennen of tijdens het spel bewust onnodige en weinig opleverende foutjes maken, teneinde de heer te laten overkoken en overmatig te laten reageren op een kleinere fout wanneer de scheidsrechter het wel ziet. Daar-
naast zal zulke speler zich minder kunnen concentreren op het spel, als hij dan nog wat kansen mist, heeft de pestheer hem perfect waar hij wil: boos, verongelijkt, gefrustreerd en boordevol adrenaline, klaar om volledig te overreageren bij de volgende miniem fout of conictmoment.
De mening van de Iron Man
Uit voorgaande kan men al aeiden dat mannelijke sport nog steeds gelieerd wordt aan krachtmeting, aanwezig in pure spierkracht, geweld of snelheid. Ook korfbalheren stellen dat het kenmerken zijn van typische mannensporten. Ze erkennen dat deze sporten gekenmerkt worden door sterk lichamelijk contact en ze schrijven dat ook toe aan mannelijk zijn. I: Is er zoiets als een typisch mannelijke sport? G1: Rugby, omdat het dan echt over mannelijk contact gaat, dan echt op kracht wie de sterkste is. Ook in de citaten hierboven kwam naar voren dat fysiek nog steeds van belang is, ook bij korfbalheren. Ze meten zich graag met elkaar op fysische capaciteiten, dagen elkaar erin uit en schrikken niet terug voor een extra duw, slag of stamp en vinden dat ook normaal. Ook zij vinden van zichzelf dat ze beter tegen pijn moeten kunnen dan vrouwen en dat een man hoort voort te spelen op wedstrijd en niet te jammeren. Maar wat betreft het etiket van ‘mannelijke sporten’ leggen ze de nadruk op de creatie van zulke sporten als een sociale constructie. Vele heren zijn in hun leven al geplaagd geweest met het feit dat ze korfbal beoefenden. De graad van confrontatie hangt vooral af van de leeftijd en het sociaal milieu waarin ze rondhangen. Maar het feit blijft dat korfbal door de meerderheid van de jongens gezien wordt als een meisjessport, ik vroeg aan onze heren, waarom dat is. I: Ooit meegemaakt dat iemand je met stereotypen pestte? G1: In het middelbaar natuurlijk, euh ja, korfbal was voor mietjes, maar misschien was elke sport die geen voetbal of basketbal was ook voor mietjes. Ik denk dat het komt omdat het de gangbare norm is dat basketbal en voetbal dat niet zijn en misschien ook omdat het een non-contactsport is. In voetbal heb je een goeie bodycheck of een tackle of ijshockey zal ook niemand een mietjessport noemen, terwijl dat ook wel even onbekend is als korfbal. I: Met welke stereotypen plaagde ze je dan vooral? G1: Bwa, dat voor janetten is, hoofdzakelijk dat ja euh, bwa ook misschien soms dat het belachelijk is om met meisjes samen te spelen. I: Als jij zegt tegen anderen dat je korfbalt, wat zeggen ze dan? G3: Wel bij mij zeggen ze eerst dat het een keiharde janettensport is, maar ze zeggen dat dus echt heh. (alle heren vallen hem bij) G5: Dat is echt waar bij mij ook, op de scouts ook en op het werk eigenlijk ook. G4: En kennen ze er dan wat van of niet, want bij mij op school zeiden ze dat ook.
15
G3: Wel ja daarna vraag je of ze er iets van kennen en dan weten ze totaal niet waarover dat dat gaat. I: En waarom zeggen ze dan het een janettensport is volgens jullie? G3: Omdat dat via de media gezegd wordt denk ik, zoals in “any way the wind blows” wordt ernaar verwezen denk ik. En Tom boonen heeft dat toch ook gezegd, niet? G5: Bwa éénmaal je een imago hebt als sport, raak je er niet makkelijk vanaf. G3: Het is genoeg dat een paar mensen dat eens zeggen. En als je kijkt naar bijvoorbeeld die uitspraak van Tom Boonen, het zal wel in de mode zijn zeker en ongetwijfeld zullen anderen hem erom interessant gevonden hebben. I: Maar waarom denken ze dat dan? G4: Omdat het een gemengde sport is, iedereen denkt dat ik tegen u ga spelen terwijl iedereen die korfbal speelt weet dat dat afgang zou betekenen denk ik. (lacht) G3: En ook wel omdat ze weten dat het geen contactsport is. G4: En verder weten ze niets. G5: Korfbal wordt geassocieerd met een gemengde sport en geen contact, echt wel. (anderen beamen) G2: Ja gemengd en ook zonder echte power enzo, mijn ervaring is dat ze ofwel het zesje kennen wanneer je met een schot dreigt of het huppeltje wanneer je een foute doorloopbal maakt en euh dat doen ze dan en als je dat inderdaad doet dan ziet het er ook echt gewoon heel nichterig uit. G5: Ja die doorloper ook, eigenlijk is dat echt geen stoere beweging hé. G4: Ik werd daar keihard mee uitgelachen, vooral bij basket hé, maar iedereen lacht mij uit… G5: En terecht (lacht) Dat korfbal een sport is voor mietjes is iets waar regelmatig mee gelachen wordt. De meeste van de jongens reageren er niet op omdat ze beseffen dat een stereotiep enkel bevochten kan worden met een ander. Vele van onze heren vinden het gewoonweg terecht grappig wanneer mannen het zeggen tegen hen en poneren al lachend dat ze net uitermate stoer zijn. Bij de meeste van onze jongeren had het pesten met stereotiepen een omgekeerd effect. Om het met de woorden van een scholier te zeggen: ‘Wat gaat ge u nu aantrekken van een kerelke met een hemdje aan, gel in zijn haar, vol van zichzelf en zijn sportlijf met liefst een ringske in zijn oor, die komt zeggen dat gij de miet of de homo zijt van het gezelschap omdat ge samen sport met meiskes?’ I: Wat zei je erop wanneer ze zoiets tegen je zeiden?
G1: Bwa niet veel, toen voelde ik de drang niet om de sport te verdedigen. Nu, misschien ook niet , maar je wordt er dan ook niet meer mee geconfronteerd, het zou nu vanuit een ander standpunt zijn. Nu zou het mij gewoon geen uit meer kunnen schelen dat iemand zoiets zegt. Terwijl toen wel, toen probeerde ik korfbal eerder low prole te houden. Allé toch bij mensen die je minder goed kent, bij vrienden was dat niet nodig. (Interview A) I: Als er zo een voetbalkereltje op u afstapt en zegt ahaha korfbal dat is een keiharde janettensport, wat zeg jij dan? G4: Jij staat met elf man onder de douche. (lacht) G5: Korfbal is ook gewoon veel te ingewikkeld om een populaire sport te zijn. Voetbal gaat om die ploeg die in deze goal scoort en de andere in de andere goal en je mag niet spelen met je handen en voilà, je kan beginnen met een match. Bij korfbal, mag je niet lopen met de bal, daardoor kan je niets doen, je mag niet schieten als er iemand voor je staat, door die twee regels alleen al maak je korfbal een ontzettend complexe sport. G2: Ik denk dat het voornamelijk is dat je afhankelijk bent van andere, als je vrij gespeeld wil worden, als je wil gaan scoren heb je altijd anderen nodig en als je bij basketbal goed bent dan doe je het zelf en zo werkte dat bij ons op school ook altijd, als je goed was dan ging je zelf en bij korfbal kan dat gewoon niet, je moet anderen altijd aanspelen, er zijn ook altijd mensen die het niet kunnen en die moet je ook in het spel betrekken en dat is lastiger. G4: Ach jongens gaan achter media en idolen aan, jongens zien voetbal en ze gaan voetballen, er zijn er heel wat die zullen gaan wielrennen er zijn er nu zeker die gaan basketten. G2: Ja kinderen willen hun idool volgen en als ze gaan wielrennen dan zien ze Tom Boonen en als ze voetbal kijken zien ze mannen wiens namen ze kennen. Ze gaan hen willen navolgen, bij korfbal is dat niet zo, je er is niemand om na te volgen, … G5: Ik vind korfbal zelfs saai om naar te kijken, maar basket, volleybal en handbal vind ik zeker even saai, alle balsporten. G2: Ik niet, ik kijk graag naar hoe zij spelen, hoe zij zaken oplossen. G5: Maar dan moet je er al iets van kennen. G3 : Vaak weten ze ook echt niet hoe ze korfbal in beeld moeten brengen want dan zie je iemand die stilstaat met de bal, maar wat moet je eigenlijk zien? Dat zijn de mensen die er rond iets aan het doen zijn. (Interview B)
Korfbalspelers en hun identiteit
(Zodra die conclusie in elkaar gegoten is, laat ik het zeker weten!!)
nvdr: Lap, een open einde. Kunde da nu geloven ?
16
Een dag uit het leven van…
onze pappenheimers
Opstaan, Terug op het bed gaan zitten wegens bijna auw vallen, Opnieuw opstaan Bukken om door de deur te kunnen, (nou ja) Ontbijten, Broers zeggen dat ze moeten stoppen met spelen en bellen omdat het tijd is. Vertrekken, Je afvragen wie vandaag de cowboy en wie de indiaan zal zijn. Als er al 4 spelers zijn… Neerkijken op de korf. Kinderen op een rij zetten Hoera ! een doelpunt ! Kinderen uit het molshoopje plukken en op een rij zetten. Geen doelpunt. Kinderen op een rij zetten en bal op neus gooien. Geen doelpunt. Kinderen op een rij zetten en bal gaan halen. doelpunt. …kinderen op een rij zetten. Opstaan met een droge mond. Moe naar huis gaan.
In een donkere kamer feilloos kleren pakken die qua kleur bij elkaar passen. Ijskast leegeten. Voorraadkast ook. Haar kammen. Broer een mep geven. Haar kammen. Broer een mep geven. Tevergeefs nog eten zoeken. Naar buiten kijken en glimlachen bij het zien van een meisje op een fiets. (Misschien komt er zo meteen wel vrachtwagen met een lading buizen die haar eerst overrijdt en daarna spietst. Hilarisch.) Op de fiets springen om te gaan korfballen. Er niet moe van worden. Dan maar een mep geven. En nog niet moe worden. Zweefspringend konijn genoemd worden en er om glimlachen. (Een konijn kan bijvoorbeeld gevild worden startend bij de staart. Met hoeveel percent vel blijft het in staat om te springen? Interessant.) Achtergelaten worden met die gedachte door iedereen en niet begrijpen waarom. De kantine dan maar sluiten. 17
De Pappenheimers : Ine Marck Wim Scheers
Advertentie
Jarig
en
in de m
n aa
d mei
Glas Leonie 11/05/1991 Peeters Liesl 17/05/1995 Parada Delgado Ester 8/05/1996
Sartini Ella Willocx Soe Luyten Janis
4/05/1992 22/05/1995 25/05/1995 18
Kolofon Raad van bestuur:
Het kantinecomité:
Voorzitter: Klaar De Backer
016-73 44 34
Kapelstraat 6, 3370 Boutersem (Wedstrijd)secretaris: Bianca Francois
0478-36 07 12
Molenstraat 16, Rillaar
Mia Van Hellemont
016-23 39 92
Wim Dierckx
016-35 06 69
Rudy Crama
016-25 88 54
Klaar De Backer
016-73 44 34
Wim Van Hellemont
0478-25 01 56
Penningmeester: Francis Dodion
016-35 65 79
Jeugdsecretaris: Stijn Vanormelingen
016-73 47 30
Koutemstraat 18, 3370 Boutersem
Technische Commissie: Bianca Francois
0478-36 07 12
Jan Van Hellemont
016-73 44 34
Sven Van Petegem
0473-27 06 36
Leden: Luc Vanderlinden
016-25 84 31
L.Ruelenslaan 5, 3010 Kessel-lo Paul Marck
016-73 47 21
De redactie: Ellen Hoegaerts 0472-766167
[email protected] Laura Decré
016-25 42 74
[email protected]
Rekening nr. KC Leuven: KBC: 734-4212615-11 Kantine en veld: Zavelstraat 13, 3010 Kessel-lo Website: http://users.skynet.be/korfballeuven/korfbalsite
Het jeugdcomité: Catherine Callens
016-262146
Ine Marck
016-73 47 21
Geert De Wortelaer
016-26 03 55
Elke Van Hellemont
0494-88 32 54 Enkele wedstrijdverschuivingen:
Het materiaalcomité: Jan Van Hellemont
016-73 44 34
Rudy Crama
016-25 88 54
woensdag 02/05/2007
ed W
Datum
Groep
Za 5 m e i 0 7 Ka d -A Zo 6 m e i 0 7 Ka d -A Zo 6 m e i 0 7 J u n Zo 6 m e i 0 7 Ka d - B Zo 6 m e i 0 7 G e w Zo 6 m e i 0 7 R e s Zo 6 m e i 0 7 1 s t e Wo 9 m e i 0 7 J u n Za 1 2 m e i 0 7 R e c r Za 1 9 m e i 0 7 J u n Za 9 j u n 0 7 R e c r Za 2 3 j u n 0 7 R e c r
Schol Putse B – Leuven
zaterdag 05/05/2007 9:30 Cad Borgerhout A – Leuven A woensdag 09/05/2007
a em h c ns e d ij str
19:00
20:30
Jun Leuven - Boutersem
Uur Wedstrijd
0 9 : 3 0 B o r g e r h o u t A- L e u v e n A ! 10:30 Catba-Leuven A 10:30 Leuven - Meeuwen B 10:45 Boutersem-Leuven! 12:40 Ago Aalst-Leuven 14:00 Ekerse res-Leuven res! 15:30 Ekerse-Leuven 20:30 Leuven - Boutersem 13:00 Beach tornooi Diest 1 0 : 0 0 To r n o o i Vo l b a 13:00 Nationale dag van de recreanten 17:00 België-Nederland 19