Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden Commissie voor het schieten
Reglement boogschieten op wip
Inleiding Schieten met boog op de wip Het boogschieten op de wip in de NBFS omvat de volgende disciplines waarvoor reglementen c.q. richtlijnen gelden: - het schieten met kruisboog op wip op 12 meter, zie blz. 03; - het schieten met handboog op wip op 12 meter, zie blz. 09; - het schieten met voetboog op wip op 28 meter, zie blz. 01. Deze reglementen zijn een herziening van het reglement voor het schieten met kruisboog op wip en dat voor het schieten met handboog op wip die beiden dateren van 01-01-1983. Daar op gildedagen in de NBFS het schieten met voetboog niet tot de reguliere wedstrijddisciplines behoort en vrijwel niet wordt gedaan zijn hiervoor geen specifieke reglementen gemaakt. Indien deze discipline wordt gehouden, dan dient men in elk geval de bepalingen, zoals voor het kruisboogschieten op wip zijn vastgelegd in de artikelen 1 t/m 18, te hanteren. Voor de bijzondere en specifieke bepalingen overlegge men met de schietcommissie van kring en/of federatie. De herziening is verricht door een reglementencommissie, ad-hoc samengesteld uit vertegenwoordigers van de schietcommissies van de gildekringen van de NBFS, te weten uit kring: Kring Land van Cuijk: Kempenland: Maasland: Kwartier van Oirschot: Peelland: Baronie-Markiezaat:
Vertegenwoordiger(s) Geen vertegenwoordiging P.A. van der Putten, voorzitter P. Peeters, secretaris M. Bazelmans F. van de Wiel R. van de Wiel A.J. Creusen H.P. van der Hamsvoort P.C. Huijben Geen vertegenwoordiging W. van Dijk
Sectie (kruisboog) (kruisboog) (kruisboog) (handboog) (kruisboog) (kruisboog) (kruisboog) (handboog) (handboog)
1
In werkingtreding en toepassing Deze herziene reglementen zijn bekrachtigd in de Algemene Vergadering van de NBFS van 14 april 1992 te Oirschot. Zij zijn vanaf deze datum in werking getreden en zij moeten worden toegepast bij schietwedstrijden die worden gehouden onder auspiciën van de NBFS of van de hierbij aangesloten gildekringen, zoals op landjuwelen en schietwedstrijden van de NBFS, respectievelijk op kringdagen en vrije gildedagen. Op kringdagen en op wedstrijden waaraan geen deelname toegestaan is door gilden uit andere kringen, mogen kringspecifieke wijzigingen op de reglementen die noodzakelijk zijn, in beperkte mate worden aangebracht. Namens het federatiebestuur, met dank aan de commissie, Rein Haase, secretaris NBFS.
2
Schieten met kruisboog op de wip ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Alle schietwedstrijden op landjuwelen, federatiedagen en kringdagen, zomede op vrije en andere gildedagen, zullen worden gehouden onder leiding van een schietcommissie, die door het federatiebestuur of kringbestuur is aangesteld. Artikel 2. De voorzitter van voornoemde schietcommissie is met de algehele leiding belast. De schietcommissie zal worden bijgestaan door wedstrijdcommissarissen. De wedstrijdcommissarissen moeten ter zake kundig zijn en worden door de schietcommissie aangewezen in overleg met de gildeoverheid of overheden of met de instantie die de organisatie ook wel organisatoren genoemd - op zich heeft genomen. Artikel 3. De voorzitter van de schietcommissie, of diens plaatsvervanger, treedt op als wedstrijdleider en zal in overleg met de schietcommissie bij te verwachten of bij optredende stagnatie in het wedstrijdverloop en bij het in ongerede geraken van materiaal (bogen, schutsbomen, wippen e.d.) de nodige maatregelen treffen en/of voorzieningen aanbrengen. Artikel 4. De leden van de schietcommissie hebben het recht, al het schietmateriaal van iedere schutter te controleren. Zij zullen het schieten niet toestaan met bogen of pijlen, indien zij deze ondeugdelijk of gevaarlijk achten. De afgekeurde bogen, alsmede alle andere afgekeurde of verboden materialen zullen zonodig onmiddellijk van het schietterrein worden verwijderd. Artikel 5. De wedstrijdcommissarissen zijn belast met het noteren van het aantal treffers en met het bevestigen of doen bevestigen van vaste vogels. Verder zullen zij alle werkzaamheden verrichten, die door de schietcommissie aan hen worden opgedragen. Artikel 6. Er mag geschoten worden met of zonder vizier. Het gebruik van optische richtmiddelen, uitgezonderd een normale bril of zonnebril, is verboden. Artikel 7. Op het terrein waar de schietwedstrijden worden gehouden moet een post voor eerste hulp bij ongelukken aanwezig zijn, die tijdens de duur van de schietwedstrijden voortdurend bemand moet zijn.
3
Schieten met kruisboog op de wip Artikel 8. Op hetzelfde terrein waar de schietwedstrijden worden gehouden mag geen sterke drank worden verkocht dan wel worden gebruikt. Personen die onder invloed van sterke drank verkeren en zij die zich hinderlijk gedragen, mogen niet aan de schietwedstrijden deelnemen en zullen zonodig van het schietterrein worden verwijderd. Restitutie van betaalde inleggelden kan in dergelijke gevallen niet plaatsvinden. Artikel 9. Om aan de schietwedstrijden deel te kunnen nemen moet de schutter de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. Schutters die de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt, mogen aan de schietwedstrijden deelnemen onder de verplichting, de voor hen door de schietcommissie vast te stellen richtlijnen nauwgezet te zullen nakomen. Bij niet nakomen zullen zij van verdere deelname worden uitgesloten. Minderjarige schutters staan onder toezicht en verantwoordelijkheid van hun ouders, voogden verzorgers of begeleiders. Verzorgers of begeleiders moeten meerderjarig zijn. Artikel 10. Indien door de organisatoren afzonderlijke jeugdwedstrijden worden gehouden waaraan alleen jeugdige schutters kunnen deelnemen, zullen deze wedstrijden overeenkomstig dit reglement worden gehouden. Onder jeugdige schutters moet worden verstaan, de schutters die op grond van hun leeftijd niet aan de normale schietwedstrijden mogen deelnemen. Artikel 11. Aan de wedstrijden kunnen alleen die schutters deelnemen, die met hun gilde aan de eventueel vooraf gehouden optocht hebben deelgenomen. Van deze verplichting kan een schutter, van een gilde dat aan de optocht heeft deelgenomen, worden ontheven door de schietcommissie. Zo mogelijk na overleg met en met instemming van de hoofdman van het gilde waartoe de schutter behoort. Artikel 12. Inschrijving tot deelname aan één of meerdere wedstrijden geschiedt door middel van schietkaarten of schietlijsten. Deze kaarten of lijsten zijn op een daartoe aangewezen plaats op het schietterrein verkrijgbaar. Zie bijgevoegd voorbeeld op laatste bladzijde. Artikel 13. Op de schietkaarten of -lijsten zal door de wedstrijdcommissaris worden aangetekend, naast de naam van de schutter en van het gilde waartoe hij behoort, het aantal treffers. De schietkaart of schietlijst wordt door de wedstrijdcommissaris en de schutter ondertekend of geparafeerd. Na ondertekening of parafering is geen beroep meer mogelijk.
4
Schieten met kruisboog op de wip Artikel 14. De schietkaarten of schietlijsten zullen ten spoedigste door de wedstrijdcommissaris worden ingeleverd bij de voorzitter van de schietcommissie of diens plaatsvervanger. Artikel 15. Iedere schutter die voor het kampen in aanmerking komt, maar niet tijdig aanwezig is, verliest het recht op deelname aan de betreffende kampronde. De schutter die zijn beurt voorbij heeft laten gaan, wordt geacht de betreffende kampronde te hebben verspeeld. Voor deze schutter wordt een nulpunt genoteerd. Artikel 16. Elk gilde mag met meerdere viertallen aan de korps- en viertallenwedstrijden deelnemen. Alleen het eerste viertal komt in aanmerking voor toekenning van de korpsprijs. (Zie ook artikel 26). Artikel 17. De organisatoren van een gildedag, waarbij schietwedstrijden worden gehouden, zullen er voor zorgen dat naar het oordeel van de schietcommissie een voldoend aantal schutsbomen wordt geplaatst. Spillen, beugels en ander materiaal, die door het federatiebestuur of kringbestuur ter beschikking worden gesteld van de organisatoren, behoren binnen 14 dagen na afloop van de schietwedstrijden terugbezorgd te zijn. Voor het gebruik kan statiegeld of een vergoeding worden gevraagd. Materiaal dat verloren is gegaan of ernstig is beschadigd zal op kosten van de organisatoren worden vervangen of hersteld. BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 18. De organisatoren zullen zorg dragen voor een beveiligd terrein, waarop de benodigde schutsbomen zullen worden geplaatst. Bij iedere schutsboom zal een tafel met twee stoelen voor de wedstrijdcommissarissen worden geplaatst. Ook zal er een goed onderkomen ten behoeve van het secretariaat van de schietcommissie in de nabijheid van de opgestelde schutsbomen aanwezig moeten zijn, in de vorm van bijvoorbeeld een directiewagen of bouwkeet. Artikel 19. Iedere schutsboom moet een vrij schootsveld hebben van ten minste 30 meter vóór de boom, ten minste 45 meter achter de boom en ten minste 25 meter aan de buitenzijde van zowel de uiterst links als de uiterst rechts geplaatste boom. De onderlinge afstand tussen de schutsbomen behoort ten minste 17 meter te zijn. De staanplaats van de schutter(s) onder de boom zal vooraf worden bepaald. Artikel 20. De schutsbomen, met inbegrip van spil, vogel en/of wip moeten een hoogte hebben van ten minste 12,0 meter en van ten hoogste 12,5 meter. Ze worden zonodig gespannen met tuidraden die niet hinderlijk voor de schutters en andere schutsbomen mogen zijn.
5
Schieten met kruisboog op de wip Artikel 21. De dikte van de pijl mag ten hoogste 24 mm bedragen. Artikel 22. Er mogen ten hoogste 5 schutters zich tegelijkertijd onder eenzelfde schutsboom bevinden. Artikel 23. Een schot wordt als geschoten aangemerkt, zodra de boog is gespannen en omhoog geheven, de pijl door de pees van de boog is vrijgemaakt en de halve hoogte van de boom is gepasseerd. Artikel 24. Een schot wordt als raakschot aangemerkt, indien de van tevoren aangewezen wip na het schot zichtbaar en/of hoorbaar kan worden opgetrokken. WEDSTRIJDEN KORPSSCHIETEN EN VIERTALSCHIETEN Artikel 25. Iedere gilde mag aan de wedstrijden voor de gilde- korpsprijs en voor de viertalprijzen deelnemen. De wedstrijden worden gehouden op schutsbomen waarop een wip is geplaatst met een dikte van 3 mm tot 6 mm die van deugdelijk materiaal is vervaardigd. De middellijn van de wip moet ten minste 80 mm en ten hoogste 90 mm bedragen. De buitendiameter van de spil moet 25 mm bedragen. Iedere schutter mag slechts eenmaal aan de wedstrijd voor de viertallenprijs deelnemen. Artikel 26. Het viertal dat heeft ingeschreven voor de korpswedstrijd en de viertallenwedstrijd en dat het hoogste aantal treffers behaalt met het eerste tot en met het vijftiende schot, verkrijgt de korpsprijs. Alleen het eerste viertal komt in aanmerking voor toekenning van de korpsprijs (zie ook artikel 16). Het viertal dat de tweede plaats behaalt met het eerste tot en met het vijftiende schot, verkrijgt de eerste prijs voor viertallen. De viertallen die de hierop volgende plaatsen behalen, verkrijgen de resterende beschikbare prijzen voor viertallen. Bij gelijkheid in treffersaantal van twee of meerdere viertallen, wordt door dezelfde schutters van deze viertallen gekampt volgens het bepaalde in artikel 33. WEDSTRIJD PERSONEELSCHIETEN Artikel 27. Iedere schutter zal 15 pijlen schieten, voorafgegaan door één vrij proefschot. Als dit proefschot raak is, wordt het aangemerkt als het eerste schot van de 15 schoten voor de klassering.
6
Schieten met kruisboog op de wip Artikel 28. De schutter die op een schietkaart de meeste treffers behaalt uit de 15 geloste schoten (vrij proefschot), verkrijgt de prijs. Bij gelijkheid in treffersaantal van twee of meerdere schutters wordt er gekampt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33. WEDSTRIJD KAMPIOENSCHIETEN Artikel 29. De kampioenswedstrijd zal al of niet op een afzonderlijke boom worden verschoten. Indien nodig kan een wip worden gebruikt met een middellijn van 60 mm. Artikel 30. Iedere schutter zal 10 pijlen schieten. Proefschoten zijn niet toegestaan. Artikel 31. De schutters die niet aan de viertallenwedstrijd hebben deelgenomen, kunnen afzonderlijk aan het kampioenschieten deelnemen. Artikel 32. De schutter die de meeste treffers behaalt, wint de prijs. Bij gelijkheid in treffersaantal van twee of meerdere schutters wordt per schutter gekampt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33. Artikel 33. Het kampen geschiedt per viertal, in volgorde, schot na schot. Het viertal met de minste treffers valt af. Is na deze kampronde geen beslissing gevallen, dan zal opnieuw een kampronde worden gehouden, waarbij de wedstrijdleider bevoegd is, de moeilijkheidsgraad te verzwaren. Dit kan, indien nodig, gebeuren door een wip te gebruiken met een middellijn van 60 mm. SCHIETWEDSTRIJD VOOR DE KONINGEN Artikel 34. Aan deze wedstrijd kunnen alleen de werkelijke gildekoningen deelnemen. De prijs zal verschoten worden op een vaste vogel, vervaardigd van gips met bedrading, waarvan het grondvlak of trefvlak een grootte heeft van 25 cm bij 25 cm. Artikel 35. De volgorde waarin de koningen schieten wordt door loting vastgesteld of op andere wijze door de wedstrijdleider bepaald en tevoren duidelijk kenbaar gemaakt. De koning die de eerste ronde niet heeft meegeschoten, is van verdere deelname uitgesloten.
7
Schieten met kruisboog op de wip Artikel 36. De koning die het laatste gedeelte van de vogel afschiet of de vogel in één schot afschiet, verkrijgt de prijs. Indien de vogel geheel is losgeschoten van de spil, wordt hij geacht te zijn afgeschoten. De wedstrijdleider is bevoegd maatregelen te nemen, indien naar zijn oordeel de vogel, niet afgeschoten zijnde, geen voldoende trefkans meer biedt. SCHIETWEDSTRIJD VOOR DE KEIZERS Artikel 37. Ingeval de organisatoren een afzonderlijke wedstrijd houden waaraan alleen de werkelijke gildekeizers van alle gilden gezamenlijk kunnen deelnemen, zal deze wedstrijd met geweer worden verschoten in overeenstemming met de bepalingen voor de geweerschietwedstrijd voor koningen. Zie hiervoor het reglement geweerschieten. SLOTBEPALINGEN Artikel 38. De door het hoofd van de plaatselijke politie en door het hoofd van de arbeidsinspectie vastgestelde voorschriften of te geven aanwijzingen moeten stipt worden nagekomen, ongeacht of deze in strijd zijn met de bepalingen van dit reglement. Artikel 39. De door de schietcommissie gemaakte redelijke onkosten moeten door de organisatoren worden vergoed. Artikel 40. De schietcommissie heeft het recht, naar goeddunken te handelen. Een en ander met als doel, de wedstrijd een vlot verloop te doen hebben, zodat ongeacht het aantal deelnemers, tussen 18:00 uur en 19:00 uur de prijsuitreiking kan plaatsvinden. Artikel 41. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en bij geschillen inzake toepassing en uitleg, beslist de wedstrijdleider in overleg met de schietcommissie. Hij zal geen beslissing nemen alvorens - zo mogelijk ter plaatse - de organisatoren en eventueel het federatiebestuur of kringbestuur te hebben gehoord. Artikel 42. Dit reglement treedt in werking op 14 april 1992. Met ingang van deze datum vervalt het federatieschietreglement van 1 januari 1983. Artikel 43. Voorstellen inzake wijzigingen van of aanvullingen op dit reglement moeten schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend bij het bestuur van de Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden.
8
Schieten met handboog op de wip ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Alle schietwedstrijden op landjuwelen, federatiedagen en kringdagen, zomede op vrije en andere gildedagen, zullen worden gehouden onder leiding van een schietcommissie, die door het federatiebestuur of kringbestuur is aangesteld. Artikel 2. De voorzitter van voornoemde schietcommissie is met de algehele leiding belast. De schietcommissie zal worden bijgestaan door wedstrijdcommissarissen. De wedstrijdcommissarissen moeten ter zake kundig zijn en worden door de schietcommissie aangewezen in overleg met de gildeoverheid of overheden of met de instantie die de organisatie ook wel organisatoren genoemd - op zich heeft genomen. Artikel 3. De voorzitter van de schietcommissie, of diens plaatsvervanger, treedt op als wedstrijdleider en zal in overleg met de schietcommissie bij te verwachten of bij optredende stagnatie in het wedstrijdverloop en bij het in ongerede geraken van materiaal (bogen, schutsbomen, wippen e.d.) de nodige maatregelen treffen en/of voorzieningen aanbrengen. Artikel 4. De leden van de schietcommissie hebben het recht, al het schietmateriaal van iedere schutter te controleren. Zij zullen het schieten niet toestaan met bogen of pijlen, indien zij deze ondeugdelijk of gevaarlijk achten. De afgekeurde bogen, alsmede alle andere afgekeurde of verboden materialen zullen zonodig onmiddellijk van het schietterrein worden verwijderd. Artikel 5. De wedstrijdcommissarissen zijn belast met het noteren van het aantal treffers en met het bevestigen of doen bevestigen van vaste vogels. Verder zullen zij alle werkzaamheden verrichten, die door de schietcommissie aan hen worden opgedragen. Artikel 6. Er mag geschoten worden met of zonder vizier. Het gebruik van optische richtmiddelen, uitgezonderd een normale bril of zonnebril, is verboden. Artikel 7. Op het terrein waar de schietwedstrijden worden gehouden moet een post voor eerste hulp bij ongelukken aanwezig zijn, die tijdens de duur van de schietwedstrijden voortdurend bemand moet zijn. Artikel 8. Op hetzelfde terrein waar de schietwedstrijden worden gehouden mag geen sterke drank worden verkocht dan wel worden gebruikt. Personen die onder invloed van sterke drank verkeren en zij die zich hinderlijk gedragen, mogen niet aan de schietwedstrijden deelnemen en zullen zonodig van het schietterrein worden verwijderd. Restitutie van betaalde inleggelden kan in dergelijke gevallen niet plaatsvinden. 9
Schieten met handboog op de wip Artikel 9. Om aan de schietwedstrijden deel te kunnen nemen moet de schutter de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. Schutters die de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt, mogen aan de schietwedstrijden deelnemen onder de verplichting, de voor hen door de schietcommissie vast te stellen richtlijnen nauwgezet te zullen nakomen. Bij niet nakomen zullen zij van verdere deelname worden uitgesloten. Minderjarige schutters staan onder toezicht en verantwoordelijkheid van hun ouders, voogden verzorgers of begeleiders. Verzorgers of begeleiders moeten meerderjarig zijn. Artikel 10. Indien door de organisatoren afzonderlijke jeugdwedstrijden worden gehouden waaraan alleen jeugdige schutters kunnen deelnemen, zullen deze wedstrijden overeenkomstig dit reglement worden gehouden. Onder jeugdige schutters moet worden verstaan, de schutters die op grond van hun leeftijd niet aan de normale schietwedstrijden mogen deelnemen. Artikel 11. Aan de wedstrijden kunnen alleen die schutters deelnemen, die met hun gilde aan de eventueel vooraf gehouden optocht hebben deelgenomen. Van deze verplichting kan een schutter, van een gilde dat aan de optocht heeft deelgenomen, worden ontheven door de schietcommissie. Zo mogelijk na overleg met en met instemming van de hoofdman van het gilde waartoe de schutter behoort. Artikel 12. Inschrijving tot deelname aan één of meerdere wedstrijden geschiedt door middel van schietkaarten of schietlijsten. Deze kaarten of lijsten zijn op een daartoe aangewezen plaats op het schietterrein verkrijgbaar. Zie bijgevoegd voorbeeld op laatste bladzijde. Artikel 13. Op de schietkaarten of -lijsten zal door de wedstrijdcommissaris worden aangetekend, naast de naam van de schutter en van het gilde waartoe hij behoort, het aantal treffers. De schietkaart of schietlijst wordt door de wedstrijdcommissaris en de schutter ondertekend of geparafeerd. Na ondertekening of parafering is geen beroep meer mogelijk. Artikel 14. De schietkaarten of schietlijsten zullen ten spoedigste door de wedstrijdcommissaris worden ingeleverd bij de voorzitter van de schietcommissie of diens plaatsvervanger. Artikel 15. Iedere schutter die voor het kampen in aanmerking komt, maar niet tijdig aanwezig is, verliest het recht op deelname aan de betreffende kampronde. De schutter die zijn beurt voorbij heeft laten gaan, wordt geacht de betreffende kampronde te hebben verspeeld. Voor deze schutter wordt een nulpunt genoteerd. Artikel 16. Elk gilde mag met meerdere viertallen aan de korps- en viertallenwedstrijden deelnemen. Alleen het eerste viertal komt in aanmerking voor toekenning van de korpsprijs. (Zie ook artikel 26).
10
Schieten met handboog op de wip Artikel 17. De organisatoren van een gildedag, waarbij schietwedstrijden worden gehouden, zullen er voor zorgen dat naar het oordeel van de schietcommissie een voldoend aantal schutsbomen wordt geplaatst. Spillen, beugels en ander materiaal, die door het federatiebestuur of kringbestuur ter beschikking worden gesteld van de organisatoren, behoren binnen 14 dagen na afloop van de schietwedstrijden terugbezorgd te zijn. Voor het gebruik kan statiegeld of een vergoeding worden gevraagd. Materiaal dat verloren is gegaan of ernstig is beschadigd zal op kosten van de organisatoren worden vervangen of hersteld. BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 18. De organisatoren zullen zorg dragen voor een beveiligd terrein, waarop de benodigde schutsbomen zullen worden geplaatst. Bij iedere schutsboom zal een tafel met twee stoelen voor de wedstrijdcommissarissen worden geplaatst. Ook zal er een goed onderkomen ten behoeve van het secretariaat van de schietcommissie in de nabijheid van de opgestelde schutsbomen aanwezig moeten zijn, in de vorm van bijvoorbeeld een directiewagen of bouwkeet. Artikel 19. Iedere schutsboom moet een vrij schootsveld hebben van ten minste 30 meter voor de boom, ten minste 45 meter achter de boom en ten minste 25 meter aan de buitenzijde van zowel de uiterst links als de uiterst rechts geplaatste boom. De onderlinge afstand tussen de schutsbomen behoort ten minste 17 meter te zijn. De staanplaats van de schutter(s) onder de boom zal vooraf worden bepaald. Artikel 20. De schutsbomen, met inbegrip van spil, vogel en/of wip moeten een hoogte hebben van ten minste 12,0 meter en van ten hoogste 12,5 meter. Ze worden zonodig gespannen met tuidraden die niet hinderlijk voor de schutters en andere schutsbomen mogen zijn. Artikel 21. De diameter van de dop van de pijl mag ten hoogste 26 mm bedragen. Artikel 22. Er mogen ten hoogste 5 schutters zich tegelijkertijd onder eenzelfde schutsboom bevinden. Artikel 23. Een schot wordt als geschoten aangemerkt, zodra de boog is gespannen en omhoog geheven, de pijl door de pees van de boog is vrijgemaakt en de halve hoogte van de boom is gepasseerd.
11
Schieten met handboog op de wip Artikel 24. Een schot wordt als raakschot aangemerkt, indien de van tevoren aangewezen wip na het schot zichtbaar en/of hoorbaar kan worden opgetrokken. WEDSTRIJDEN KORPSSCHIETEN EN VIERTALSCHIETEN Artikel 25. Iedere gilde mag aan de wedstrijden voor de gilde- korpsprijs en voor de viertalprijzen deelnemen. De wedstrijden worden gehouden op schutsbomen waarop een wip is geplaatst met een dikte van 3 mm tot 6 mm die van deugdelijk materiaal is vervaardigd. De middellijn van de wip moet ten minste 130 mm en ten hoogste 150 mm bedragen. De buitendiameter van de spil moet 25 mm bedragen. Iedere schutter mag slechts eenmaal aan de wedstrijd voor de viertallenprijs deelnemen. Artikel 26. Het viertal dat heeft ingeschreven voor de korpswedstrijd en de viertallenwedstrijd en dat het hoogste aantal treffers behaalt met het eerste tot en met het vijftiende schot, verkrijgt de korpsprijs. Alleen het eerste viertal komt in aanmerking voor toekenning van de korpsprijs (zie ook artikel 16). Het viertal dat de tweede plaats behaalt met het eerste tot en met het vijftiende schot, verkrijgt de eerste prijs voor viertallen. De viertallen die de hierop volgende plaatsen behalen, verkrijgen de resterende beschikbare prijzen voor viertallen. Bij gelijkheid in treffersaantal van twee of meerdere viertallen, wordt door dezelfde schutters van deze viertallen gekampt volgens het bepaalde in artikel 33. WEDSTRIJD PERSONEELSCHIETEN Artikel 27. Iedere schutter zal 15 pijlen schieten, voorafgegaan door één vrij proefschot. Als dit proefschot raak is, wordt het aangemerkt als het eerste schot van de 15 schoten voor de klassering. Artikel 28. De schutter die op een schietkaart de meeste treffers behaalt uit de 15 geloste schoten (vrij proefschot), verkrijgt de prijs. Bij gelijkheid in treffersaantal van twee of meerdere schutters wordt er gekampt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33. WEDSTRIJD KAMPIOENSCHIETEN Artikel 29. De kampioenswedstrijd zal al of niet op een afzonderlijke boom worden verschoten. Indien nodig kan een wip worden gebruikt met een middellijn van 130 mm. Artikel 30. Iedere schutter zal 10 pijlen schieten. Proefschoten zijn niet toegestaan.
12
Schieten met handboog op de wip Artikel 31. De schutters die niet aan de viertallenwedstrijd hebben deelgenomen, kunnen afzonderlijk aan het kampioenschieten deelnemen. Artikel 32. De schutter die de meeste treffers behaalt, wint de prijs. Bij gelijkheid in treffersaantal van twee of meerdere schutters wordt per schutter gekampt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33. Artikel 33. Het kampen geschiedt per viertal, in volgorde, schot na schot. Het viertal met de minste treffers valt af. Is na deze kampronde geen beslissing gevallen, dan zal opnieuw een kampronde worden gehouden, waarbij de wedstrijdleider bevoegd is, de moeilijkheidsgraad te verzwaren. Dit kan, indien nodig, gebeuren door een wip te gebruiken met een middellijn van 130 mm. SCHIETWEDSTRIJD VOOR DE KONINGEN Artikel 34. Aan deze wedstrijd kunnen alleen de werkelijke gildekoningen deelnemen. De prijs kan verschoten worden: a. op een vaste vogel, vervaardigd van gips met bedrading, waarvan het grondvlak of trefvlak een grootte heeft van 25 cm bij 25 cm. (zie artikel 36.a.); b. op een wipvogel, zoals deze voor het korpsschieten is voorgeschreven. (zie artikel 36.b.). De organisatoren zijn bevoegd, de wijze van koningschieten te bepalen uit voornoemde keuzemogelijkheden. Koningschieten op beide wijzen tegelijk is niet toegestaan. Artikel 35. De volgorde waarin de koningen schieten wordt door loting vastgesteld of op andere wijze door de wedstrijdleider bepaald en tevoren duidelijk kenbaar gemaakt. De koning die de eerste ronde niet heeft meegeschoten, is van verdere deelname uitgesloten. Artikel 36. a. Koningschieten op vaste vogel overeenkomstig artikel 34.a. De koning die het laatste gedeelte van de vogel afschiet of de vogel in één schot afschiet, verkrijgt de prijs. Indien de vogel geheel is losgeschoten van de spil, wordt hij geacht te zijn afgeschoten. De wedstrijdleider is bevoegd maatregelen te nemen, indien naar zijn oordeel de vogel, niet afgeschoten zijnde, geen voldoende trefkans meer biedt. b.
Koningschieten op de wipvogel overeenkomstig artikel 34.b. De koningen, die elk op de wipvogel 5 pijlen schieten, zullen bij toerbeurt telkens een schot lossen. De koning die de meeste treffers of punten behaalt, verkrijgt de prijs. Bij gelijkheid in treffers of in puntenaantal van twee of meerdere koningen wordt gekampt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33. 13
Schieten met handboog op de wip SCHIETWEDSTRIJD VOOR DE KEIZERS Artikel 37. Ingeval de organisatoren een afzonderlijke wedstrijd houden waaraan alleen de werkelijke gildekeizers van alle gilden gezamenlijk kunnen deelnemen, zal deze wedstrijd met geweer worden verschoten in overeenstemming met de bepalingen voor de geweerschietwedstrijd voor koningen. Zie hiervoor het reglement geweerschieten. SLOTBEPALINGEN Artikel 38. De door het hoofd van de plaatselijke politie en door het hoofd van de arbeidsinspectie vastgestelde voorschriften of te geven aanwijzingen moeten stipt worden nagekomen, ongeacht of deze in strijd zijn met de bepalingen van dit reglement. Artikel 39. De door de schietcommissie gemaakte redelijke onkosten moeten door de organisatoren worden vergoed. Artikel 40. De schietcommissie heeft het recht, naar goeddunken te handelen. Een en ander met als doel, de wedstrijd een vlot verloop te doen hebben, zodat ongeacht het aantal deelnemers, tussen 18:00 uur en 19:00 uur de prijsuitreiking kan plaatsvinden. Artikel 41. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en bij geschillen inzake toepassing en uitleg, beslist de wedstrijdleider in overleg met de schietcommissie. Hij zal geen beslissing nemen alvorens - zo mogelijk ter plaatse - de organisatoren en eventueel het federatiebestuur of kringbestuur te hebben gehoord. Artikel 42. Dit reglement treedt in werking op 14 april 1992. Met ingang van deze datum vervalt het federatieschietreglement van 1 januari 1983. Artikel 43. Voorstellen inzake wijzigingen van of aanvullingen op dit reglement moeten schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend bij het bestuur van de Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden.
14
Voorbeeld schietlijst boogschieten op de wip
Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden Schietkaart boogschieten op de wip
Boomnummer:
Gilde:
Datum:
Naam Schutter
Vrij proefschot
▼
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Totaal Persoonlijk
Ruimte voor aantekeningen: Totaal Korps of Viertal )
15