December 2010 Jaargang 1, nr. 1
Nieuwsbrief studievereniging NSHV Beste studenten van het interdisciplinaire honoursprogramma,
Inhoud nieuwsbrief:
5. Reisverslag: Barcelona
Als oprichters van de studievereniging NSHV bieden wij jullie deze nieuwsbrief aan. In december 2009 heeft de studentenraad van het interdisciplinaire honoursprogramma voor het eerst de nieuwsbrief uitgebracht. De studentenraad zal zich vanaf heden alleen nog gaan richten op het adviseren van het Honoursbureau op het gebied van de kwaliteit en samenstelling van het programma. Vijf aan het programma deelnemende studenten zullen het initiatief op zich nemen om een studievereniging op te richten. Deze vereniging zal onder de naam van de Nijmeegse Studenten Honoursvereniging NSHV onder andere de nieuwsbrief uitbrengen en informele activiteiten organiseren.
6. Artikel ‘de boosheid van het hart’ Prof. mr. Y. Buruma
1. Oprichtingsbestuur studievereniging NSHV
7. Colofon
De studenten die de studievereniging NSHV zullen oprichten zijn:
1. Oprichtingsbestuur studievereniging NSHV 2. Nieuwe samenstelling studentenraad 3. Cursus in beeld ‘Great Texts’ 4. Cursus in beeld ‘Slechte mensen’
Carolien van Senten, Dianne van Houdt, Harald van Wijlen, Mark Buck en Tom Spangenberg. We zullen jullie op de hoogte houden van de vorderingen van dit proces. Voor nu wensen we jullie veel leesplezier! De volgende mensen hebben meegewerkt aan deze nieuwsbrief:
2. Nieuwe samenstelling studentenraad
Prof. mr. Y. Buruma
De studentenraad van het interdisciplinaire honoursprogramma heeft een nieuwe samenstelling, deze is als volgt:
Eric van der Vorst Fieke de Ruijter Dianne van Houdt
Voorzitter: Tom Spangenberg Secretaris: Mark Buck Bestuurslid programmakwaliteit: Gesa Zerfass Bestuurslid programmasamenstelling: Harald van Wijlen Bestuurslid communicatie: Dianne van Houdt Bestuurslid activiteiten: Carolien van Senten
2
Nieuwsbrief studievereniging NSHV 3. Cursus in beeld; ‘Great Texts’
Eric van der Vorst student Interdisciplinair Honoursprogramma
door: Eric van der Vorst
De cursussen Great Texts I en Great Texts II zijn terugkerende cursussen in het honoursprogramma. In een steeds wisselende samenstelling van ‘grote teksten’ worden vele beroemde boeken uit de westerse literatuurgeschiedenis besproken. De cursus begint in het oude Griekenland, eindigt in het postmoderne heden, en bespreekt van alles dat daartussen valt. Van het tragische verhaal van Antigone tot het misschien nog tragischere Wuthering Heights van Emily Brontë. Van het hopeloos ingewikkelde The Waste Land van T.S. Eliot, tot de zeer interessante, maar na een aantal pagina’s toch wel erg langdradig wordende Metamorphosen van Ovidius; in de cursus komt het allemaal langs.
Tijdens de colleges worden de boeken door alle deelnemers van de cursus gezamenlijk besproken. Dit maakt de cursus zeer interactief en leuk om te volgen. Omdat iedere cursusdeelnemer de te bespreken boeken vooraf leest, komen tijdens de colleges verschillende visies op de boeken aan bod. Zo ontstaan er vaak interessante discussies die vakkundig geleid worden door de docenten. De docenten leren je op andere manieren naar literatuur te kijken dan je gewend bent. Als je bijvoorbeeld vanuit een cultuurhistorisch perspectief naar Sophocles’ student .. kijkt, merk je dat de grote slechterik in het verhaal, koning Kreon, eigenlijk helemaal zo Antigone … slecht nog niet was, en gewoon deed wat iedere Griek in die tijd zou hebben gedaan. Ook het theaterbezoek dat vaak bij de cursus inbegrepen is, voegt veel toe aan de cursus. In mijn geval bezochten we een moderne bewerking van Dantes La Divina Commedia. De voorstelling koppelde thema’s uit La Divina Commedia aan hedendaagse thema’s en was, mede door het gebruik van veel special-effects, zeker de moeite waard. Ook interessant was vervolgens de manier waarop de grootste Dante-kenner van Nijmegen, die met ons als gastdocent La Divina Commedia besproken had, de voorstelling volledig afkraakte omdat het verhaal niet klopte en de prachtige originele tekst was aangepast. Een nadeel van de cursus lijkt natuurlijk al snel gevonden in het feit dat álle boeken voor aanvang van de colleges volledig gelezen moeten zijn. Ook ik was vooraf bang dat ik teveel tijd zou moeten besteden aan het lezen van de boeken. Dit valt echter mee. De meeste boeken zijn niet al te dik en ook nog eens erg leuk om te lezen. Bovendien hoef je ook weer niet echt álles te lezen. Zo kwamen we er tijdens het college over Ovidius bijvoorbeeld achter dat niemand alle 375 pagina’s van zijn nogal langdradige Metamorphosen in detail had gelezen. Al met al geeft de cursus een goed overzicht van 2500 jaar literatuurgeschiedenis. Binnen acht weken worden Homerus’ Illias, Borges’ postmoderne verhalen, en alles dat daartussen zit behandeld. De cursus is vooral een echte toevoeging als je zelf normaalgesproken nooit dit soort klassiekers leest. Ikzelf las vooraf nooit dit soort boeken, maar ben na het volgen van de cursus wel klassiekers als Cervantes’ Don Quichot en het Proces van Franz Kafka (die ook zeker een plek in de Great Texts-reeks verdient!) gaan lezen. Dus als je graag op zijn tijd een boek leest, en meer te weten wil komen over de belangrijkste literatuur uit de wereldgeschiedenis, zijn de cursussen Great Texts I en II echte aanraders. – Eric van der Vorst
Nieuwsbrief studievereniging NSHV 4. Cursus in beeld: ‘Slechte mensen’ door: Prof. mr. Y. Buruma Bestaan er slechte mensen of bestaan er alleen slechte daden? Dat is een vraag die in de cursus ‘slechte mensen’ aan de orde komt. De 0-hypothese is dat er inderdaad slechte mensen zijn. Die hypothese gaat getoetst worden aan de hand van de inzichten van verschillende disciplines. Vindt de theoloog Judas slecht of was Judas geen zondaar? En de rechtsfilosoof – spreekt die met Hannah Arendt over de banaliteit van het Kwaad of was de man die de treinen naar Auschwitz liet rijden een slecht mens? Of zeggen psychiaters misschien dat mensen niet slecht maar ziek zijn? Kinderen niet verdorven maar kansarm? Wat moeten we trouwens vinden van mensen die uit overtuiging aanslagen plegen waarmee onschuldigen omkomen – nee denk nu niet alleen aan Bin Laden, want Nobelprijswinnaar Begin heeft het ook gedaan. Uit de voorbeelden kan al naar voren komen dat het niet om de louter criminologische vraag gaat waar misdaad vandaan komt. Dat is natuurlijk wel een interessante vraag: zit het in onszelf, of zit het in de kansen om kwaad te doen die we krijgen of hangt het maar van de samenleving af waarin we zitten of we iets goed of slecht noemen? Die interessante vraag wordt dan ook zeker aan de orde gesteld, maar toch steeds weer met het oog op de hoofdzaak: moeten we alleen spreken van slechte daden of kunnen we ook spreken van slechte mensen? Juristen, zoals ondergetekende, kunnen natuurlijk volhouden dat ze alleen gedragingen beoordelen. Maar de werkelijkheid van het recht is toch een beetje anders. In de eerste plaats wordt er steeds vaker ook opgetreden in het geval dat er nog bijna niets is gebeurd, maar wanneer we bang zijn dat er iets gaat gebeuren en dan veroordelen we mensen vooral om de risico’s die we aan hen toeschrijven. In de tweede plaats straffen we mensen ook verschillend al naar gelang de persoon van de dader. Is gevaarlijkheid eigenlijk het zelfde als slechtheid. Of is het maatschappelijk veel griezeliger om mensen gevaarlijk te noemen (en ze daarom uit te stoten) dan om ze slecht te noemen? Als we daar dan goed over nagedacht hebben zullen we kijken of we een blik op het Kwaad kunnen werpen. Daartoe worden ontmoetingen met schuldige mensen op schuldige plaatsen georganiseerd. Maar daar wordt op dit moment nog aan gewerkt. Prof. mr. Y. Buruma Hoogleraar strafrecht
3
4
Nieuwsbrief studievereniging NSHV 5. Reisverslag: Barcelona door: Fieke de Ruijter Woensdag 15:00 uur, Girona – Costa Brava. We nog maar net zijn geland, en de Spaanse zon komt ons al tegemoet. In de bus naar ons hotel, zien we de eerste stukjes Barcelona. Daar aangekomen worden de kamers verdeeld en maakt iedereen zich klaar voor een stadswandeling. Veel verder dan de deuren van ons hotel zijn we echter nog niet gekomen of de portemonnee van Bep is al in handen van een Spaanse señor. De hele draaimolen van bellen, bellen, nog meer bellen, aangifte doen en weer bellen begint dus al gelijk. Gelukkig is Kim Konsten mee, een oud-honoursstudente die vloeiend Spaans spreekt omdat zij een half jaar in Barcelons Barcelona stage heeft gelopen. De stadwandeling ging helaas niet door. We gingen daarom maar gewoon lekker eten en hebben ’s avonds nog een gezellige Ierse pub opgezocht. Donderdag 08.00 uur, Barcelona- Hotel Autohogar. Vroeg op, want vandaag is de dag van de presentatie. In Nederland hebben we met beide groepen een presentatie in elkaar gezet over onze opdracht en onze vorderingen tot dan toe, en vandaag zullen we die voor groots publiek gaan presenteren. We vertrekken richting Universiteit waar we hartelijk welkom worden geheten door de decaan van ‘the workshop on long term care and labour market prospects’. De opkomst voor deze workshop is echter op zijn zachtst gezegd bedroevend laag. In de ochtend worden er twee presentaties gegeven; een presentatie over het zorgsysteem in Spanje en een presentatie over het systeem in Nederland, door Aloys Kersten. Meneer Kersten was met ons mee namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, onze opdrachtgever. In de middag zijn wij zelf aan de beurt en hoewel er een lege zaal voor ons lag, hebben Ferdi, Shelly, Tom en Eva een geweldige presentatie gegeven. ’s Middags staat een bezoek aan de Proffesional Training School IES Bananova op het programma. Dit is een instituut dat opleidingen aanbiedt op het gebied van cure en care, bijvoorbeeld verpleegkunde. De opleidingen zijn op het niveau van de MBO opleidingen hier. ’s Avonds staat er naar een hele zoektocht eindelijk een heerlijke pizza voor onze neus. Daarna worden we verwacht op het oude stage bedrijf van Kim Konsten. Zij heeft geregeld dat er korte Spaanse film gedraaid wordt. De regisseurs en tevens acteurs van deze film, die er zeker niet verkeerd uit zagen, zijn ook aanwezig voor tekst en uitleg. We hebben gekeken naar ‘Lastrain’, een hele mooie, romantische film die we misschien ooit nog wel in de lange versie in de Nederlandse bioscopen kunnen zien.
Nieuwsbrief studievereniging NSHV Vrijdag 08.00 uur, Barcelona- Hotel Autohogar. Alweer vroeg op, want er staat ons weer een hele dag presentaties luisteren te wachten. Er worden presentaties gegeven over de Labour market implications of the long term care sector development, en ‘s middags is er een policy round tabel georganiseerd met de Spaanse en Nederlandse afgevaardigden. Menigeen had het af en toe zwaar om niet in de verleiding te komen even de ogen te sluiten. ’s Middags stond er opnieuw een bezoek op het programma maar nu aan Residence Sabadell Gent Gran, centre de serveis; een verzorgingstehuis in een van de voorsteden van Barcelona. Dit was een interessant bezoek met veel nuttige informatie en met een leuke rondleiding. De gevoelens onder de bewoners waren gemengd over ons bezoek: Anouk werd met open armen ontvangen, terwijl de anderen ijzig werden weggekeken door een andere bewoonster. ’s Avonds na het eten werd het Spaanse uitgaansleven flink getest, en niet alleen door de studenten. Zaterdag 10.00 uur, Picasso Museum. Na een avond flink door halen staat iedereen, nou bijna iedereen, weer vroeg bij het Picasso Museum om nog een beetje cultuur te snuiven. Vervolgens gaan we naar Casa Mila, een huis wat Gaudi ontworpen heeft. Genietend op het dakterras van dit mooie huis proberen we toch nog een paar zonnestralen mee te pakken om een beetje bij te kleuren. ’s Avonds eten we in een van de beste tapas restaurants van Barcelona op aanraden van Kim, en dat is te proeven! Tussen de echte Barna kijken we een wedstrijd van Barcelona, en we sluiten de avond af in de haven! Zondag 17.00, Dusseldorf-Weeze. Winterdip!
Fieke de Ruijter Studente Interdisciplinair honoursprogramma
5
6
Nieuwsbrief studievereniging NSHV 6. Artikel: De boosheid van het hart door: Prof. dr. Y. Buruma ‘Je kunt altijd zeggen: “Dat verdom ik”’. Die woorden van Willem Nagel staan in mijn geheugen gegrift. Dat komt door het verhaal dat eraan vooraf ging. In ‘Het spoor terug’, de prachtige biografie van Kees Schuyt over verzetsman, schrijver en criminoloog J.B. Charles/W.H. Nagel, lees ik het na. ‘Ze hebben mijn broer, mijn oudste broer, uit de gevangenis gehaald en hem naar een landweggetje gebracht. Daar lieten ze hem zijn eigen graf graven. Ja, zijn eigen graf graven. En toen schoten ze hem dood. Zijn eigen graf. Dat zal mij nooit overkomen. Mijn eigen graf graven. Onvoorstelbaar’. Als jonge student hoorde ik de boodschap. Je hebt een vrije wil. Maar ik kende het drama niet. Schuyt beschrijft het. Het begon met het veemgericht waarvan Nagel met twee andere juristen in 1944 deel uitmaakte. Het gericht moest oordelen over de vraag of het ondergrondse verzet Geessien Bleeker zou liquideren wegens verraad. De verdenking kon niet onomstotelijk worden bevestigd. Ze bleef leven. Uiteindelijk bleek ze voor en na het verblijf als gevangene van het verzet meer dan zestig mensen te hebben verraden. Onder hen was de oudste broer van Nagel. Dat de Duitsers juist hem doodschoten was pure willekeur. Nee, als student kende ik het drama niet. Het wordt vanuit 21ste eeuws gezichtspunt nog bijzonderder. In 1951 bezoekt Nagel de vrouwengevangenis in Rotterdam waar hij oog in oog komt met Geessien Bleeker. Ze had de doodstraf gekregen, maar die straf was omgezet in levenslang. Vier jaar later volgt op initiatief van een medegevangene een briefwisseling. Geessien heeft zich onder invloed van de gevangenispredikant tot het christelijk geloofd bekeerd en betuigt spijt. In 1957 stuurt Nagel – dan een beroemdheid uit het verzet – een brief aan de minister ten gunste van een gratieverzoek. Dat wordt ingewilligd. Nagel helpt haar ook na 1960 bij haar resocialisatie. Vergevingsgezindheid na betoond oprecht berouw paste wel bij de mentaliteit van de jaren 50. In het bijzonder de Utrechtse School van Pompe ging ervan uit dat ieder mens het min of meer in zijn macht heeft om zijn karakter ten goede en ten kwade te veranderen. Juist daarom moeten we in de ontmoeting van mens tot mens proberen de ander op het juiste pad te brengen. Vandaar ook de belangstelling voor het werk van de reclassering. Maar dat Willem Nagel zich zo opstelde jegens de vrouw die verantwoordelijk was voor de dood van zijn broer zal ook toen bijzonder zijn geweest. Met zijn gereformeerde achtergrond had Nagel overigens een minder positief mensbeeld dan de katholiek Pompe. Hij stelde de vraag: ‘Kan de ontmoeting ook anders dan nood lenigend zijn en mag men rekening houden met de mogelijkheid van het omgekeerde? De “boosheid van het hart” kan, in de interpersoonlijke relatie, de ander bederven’. Die vraag sluit aan bij Nagels opvattingen over het wezen van de fascist. In 1961/62 schrijft hij: ‘Er leeft namelijk een verkeerd ventje in de mens, een oude Adam, een rotzakje. Dat is de fascist avant la lettre’. Dat ventje is in de ogen van Nagel zowel erfzonde als sociale psychologie.
Nieuwsbrief studievereniging NSHV Mensen kunnen elkaars rotzakje versterken. ‘Fascisme is leven vanuit een superioriteitsovertuiging. Wij zijn sterk, wij zijn dus niet slecht. Wij zijn beter en dus sterker. Anderen moeten beseffen dat zij inferieur zijn en daar blijk van geven. Zij behoren zich vernederingen te laten welgevallen en rechten te laten ontnemen. Zij mogen ons haten, als ze ons maar vrezen’. Misschien kwam de vergevingsgezindheid van Nagel jegens de berouwvolle Geessien Bleeker wel voort uit het berouw over zijn eigen beslissing in het veemgericht, of uit vrees voor de boosheid in zijn eigen hart en de fascist in hemzelf. Of misschien bewees hij zichzelf zo dat hij een vrije wil had. Ik weet niet waar we nu in de 21ste eeuw meer moeite mee hebben. Te geloven in de verander baarheid van mensen ten goede en ten kwade. Of in het bestaan van dat rotzakje in onszelf dat in toom moet worden gehouden. In elk geval lijken deze noties niet meer van deze tijd. Inkeer en berouw zijn geen woorden uit de vocabulaire van evidence-based risicodenken noch uit die van degenen die minimumstraffen willen invoeren. En het idee dat we elkaars rotzakje niet moeten ophitsen is niet aanlokkelijk in een tijd waarin het vrije woord boven alles gaat. Natuurlijk maken velen zich oprecht druk over het belang van de vrije meningsuiting. Het vrije woord van Wilders en de vrije pen van de Arabisch Europese Liga. Maar aan die oprechtheid doet niet af dat anderen zich de vernederingen maar moeten laten welgevallen. Het enige wat nog telt is of de sprekers in hun recht staan. Nagel polemiseerde zelf overigens op het scherp van de snede. De meeste boosheid zou bij hem zijn bovengekomen als hij had gemeend dat we niet meer echt in onze vrijheid geloven. Dat zou het ergste zijn. Als de politieman denkt dat hij de vrijheid niet heeft de hangjongere te laten lopen en dat kritiek niet erg is zolang de hangjongere maar respect voor hem heeft. Of als de rechter denkt dat hij de vrijheid niet heeft de rotzak tegenover hem te veroordelen, ondanks zijn overtuiging dat hij dat wel moet doen. Ik weet het wel: de tijden zijn grimmig en de wet is hard. Maar zelfs aan de rand van het graf kun je nog zeggen: dat verdom ik. Prof. mr. Y. Buruma
Dit artikel verscheen op 2 n o v e m b e r 2 0 1 0 in V O O R A F en is verschenen in NJB 2010/38.
7
8
Nieuwsbrief studievereniging NSHV Nieuwsbrief Studievereniging NSHV
CONTACT •
[email protected] •
[email protected] •
[email protected] •
[email protected] •
[email protected] •
[email protected]
Bezoek onze website! Ga naar:
www.nshv.nl
7. Colofon De studievereniging NSHV wil iedereen bedanken die aan deze nieuwsbrief heeft meegewerkt. De volgende nieuwsbrief verschijnt in januari 2011. Als je graag een stuk wilt schrijven over de cursus of de denktank waaraan je deelneemt, of als je andere interessante stukken hebt voor de nieuwsbrief, mail deze dan naar
[email protected]. Met vriendelijke groet, het oprichtingsbestuur van NSHV.