Een uitgave van: ACV Grensarbeiders Mgr. Broekxplein 6 – 3500 Hasselt Tel.: +32 (0)11 306000 Fax: +32 (0)11 306999
1. Een nieuwe Europese sociale zekerheidsverordening 2. Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 3. AOW leeftijd naar 67 jaar? 4. Over belastingen, energiebesparende maatregelen en studiefinanciering 5. Invuldagen Nederlandse belastingaangifte 2009 6. Premies en belastingen in 2010
1.Een nieuwe Europese sociale zekerheidsverordening. Wonen in het ene land en werken in het andere. Het loopt niet altijd van een leien dakje, daar kunt u als grensarbeider ongetwijfeld over meespreken. Arbeidsrechtelijke en fiscale spelregels zijn van groot belang, maar belangrijker nog is uw sociale zekerheid wanneer u de grens overgaat. Heeft u zich eigenlijk ooit afgevraagd hoe die sociale zekerheid grensoverschrijdend geregeld is? Hoe het komt dat u in Nederland sociaal verzekerd bent en niet in uw woonland België? En wat er gebeurt als u in beide landen werkt of in Nederland werknemer bent, maar in België zelfstandige? Dat u, als u uw baan verliest, een werkloosheidsuitkering krijgt in België en niet in Nederland? Of dat u, met de huidige economische crisis, in Nederland voor deeltijd WW in aanmerking komt? En wat als u straks stopt met werken en met pensioen gaat? Heeft u dan recht op AOW ? Van welk land ontvangt u kinderbijslag en welke regels gelden daarbij? Welk land betaalt uw arbeidsongeschiktheidsuitkering als u niet meer kan werken? Voor de zorgverzekeringswet betaalt u verplicht premie in Nederland. Toch mag u kiezen om ook in België gebruik te maken van de zorg. En als u later op het jaar op vakantie gaat naar het zonnige Spanje dan heeft u daar in ieder geval recht op medische zorg, ook al bent u daar helemaal niet sociaal verzekerd. Dit is maar een greep uit een complex geheel van regels die omschreven staan in de zogenaamde verordening 1408/71 en de toepassingsverordening nr 574/72. Een Europese verordening is niet meer of niet minder dan een wet die in alle lidstaten toepasbaar is. Beide verordeningen worden vanaf 1 mei 2010 vervangen door twee nieuwe verordeningen, de verordening 883/2004 en de toepassingverordening 987/2009. Beide verordeningen zorgen voor de coördinatie van de sociale zekerheidsregels binnen de Europese Unie en dat is meer dan nodig. Stel u maar eens voor dat u uw hele loopbaan in Nederland zou gewerkt hebben, maar dat Nederland zou weigeren u de AOW toe te kennen omdat u niet in Nederland woont! Of dat u geen recht zou hebben op Nederlandse kinderbijslag omdat uw kinderen niet in Nederland wonen. De huidige verordeningen dateren van 1971 en 1972 en waren aan modernisering en wijziging toe. Niet alleen zijn er inmiddels 27 lidstaten, maar bovendien is er rekening te houden met allerlei rechtspraak van het Europees hof van justitie en zijn er diverse nieuwe vormen van mobiliteit en sociale zekerheidsprestaties bijgekomen. De nieuwe verordeningen brengen ook voor u als grens-
arbeider of voormalig grensarbeider belangrijke wijzigingen met zich mee. We sommen de naar onze mening meest relevante voor u op:
Werken in Nederland en in uw woonland België Als werknemer Het komt meer voor dan u denkt: de grensarbeider die werkt voor zijn werkgever met zetel in Nederland, maar die voor diezelfde Nederlandse werkgever ook gedeeltelijk in België werkt. Of een variant daarop: naast de arbeid in loondienst in Nederland wordt, voor een andere (Belgische) werkgever, in België gewerkt. In beide gevallen wordt maar één sociale zekerheidswetgeving aangewezen : de Belgische. Hoeveel uur men in België werkt is eigenlijk van ondergeschikt belang, zolang de arbeid maar een regelmatig karakter en een bepaalde frequentie heeft. Vanaf 1 mei verandert dit: voortaan moet men minstens 25% van de arbeidstijd in België werken om nog Belgisch sociaal verzekerd te kunnen zijn. Dit laatste geldt echter enkel als men voor één en dezelfde werkgever werkt. Werken voor werkgever A in Nederland en voor werkgever B in België blijft er toe leiden dat men aan de Belgische RSZ onderworpen wordt, ook al werkt men minder dan die 25% in België.
Als werknemer en zelfstandige Als u nu een activiteit als werknemer in Nederland combineert met een activiteit als zelfstandige in België bent u onderworpen aan twee wetgevingen: aan die als werknemer in Nederland en die als zelfstandige in België. Vanaf 1 mei 2010 geldt nog maar één wetgeving, nl de Nederlandse.
Als chauffeur internationaal transport Binnen de huidige verordening zijn er aparte bepalingen voor chauffeurs internationaal transport. Hun werkzaamheden oefenen zij per definitie uit in meerdere landen. Eén van die landen is vaak het woonland. Een chauffeur internationaal transport is onder de huidige Verordening in zijn woonland België verzekerd indien hij minstens 51% van de tijd in België werkt. Onder de nieuwe verordening zullen de gewone regels voor werknemers in loondienst gelden ( 25% dus).
Als ambtenaar en werknemer Wie als ambtenaar in Nederland werkt en als werknemer in België valt thans onder de Belgische sociale zekerheidswetgeving. Na 1 mei wordt exclusief de Nederlandse wetgeving aangewezen.
Nieuwsbrief ACV Grensarbeiders Februari 2010 - Pagina 1
Overgangsregeling Bestaande situaties van vòòr 1 mei 2010 blijven ongewijzigd zolang de desbetreffende situatie voorduurt, maar niet langer dan 10 jaar. Het is mogelijk om eerder al van wetgeving te switchen. Daarvoor moet dan een aanvraag worden ingediend bij het orgaan van het land onder wiens wetgeving men wil vallen. Men wordt vervolgens onderworpen aan de nieuw aan te wijzen wetgeving vanaf de maand volgend op de aanvraag.
Werkloosheid Indien u als grensarbeider volledig werkloos wordt, bepaalt de huidige verordening dat u werkloos wordt in uw woonland, volgens de wetgeving van dat woonland. Dus ook als u altijd in Nederland gewerkt heeft en er daar WW-premie is afgedragen, dient u in België uw werkloosheidsuitkering aan te vragen. Bij wijze van afwijking kan toch WW in Nederland worden aangevraagd indien men zich op het standpunt stelt dat men een “atypische grensarbeider” is. Atypisch in die zin dat men dusdanige banden heeft met het voormalig werkland, in dit geval Nederland, dat er betere kansen zouden zijn op het vinden van een nieuwe baan in Nederland. Een en ander vloeit voort uit het zogenaamde arrest Miethe. Wie op Miethe beroep doet schrijft zich in bij het UWV werkbedrijf in Nederland en vervolgens volgt een onderzoek door het UWV. Een inschrijving bij de Werkwinkel (VDAB) in Vlaanderen moet dan achterwege blijven. Op Miethe wordt meestal beroep gedaan door Nederbelgen. Vanaf 1 mei 2010 kan Miethe niet langer ingeroepen worden. Met de nieuwe verordening geldt voortaan enkel nog de hoofdregel ( het woonland!). Dat op Miethe niet langer beroep kan gedaan worden, heeft te maken met het feit dat de nieuwe verordening uitdrukkelijk de mogelijkheid biedt om zich ook in te schrijven bij de diensten voor arbeidsbemiddeling in het voormalig werkland. Bij gedeeltelijke werkloosheid (bvb urenverlies, werktijdverkorting, deeltijd WW ) blijft het werkland bevoegd. Van volledige werkloosheid kan er overigens maar sprake zijn als het dienstverband in arbeidsrechtelijke zin niet langer bestaat. Of Miethe nu definitief van de baan zal zijn is niet helemaal zeker. Dat wordt wellicht weer een kluif voor het Europees hof van justitie.
Arbeidsongeschiktheid Als u nu in Nederland werkt en u wordt ziek dan heeft u in eerste instantie recht op 2 jaar loondoorbetaling. Na afloop wordt beoordeeld of u in aanmerking komt voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Daar-
bij maakt het niets uit of u maar één jaar in Nederland aan het werk was of bijvoorbeeld 25 jaar. Het Nederlandse stelsel van invaliditeit is immers een zogenaamd risicostelsel. Ook België is dat. Er zijn echter ook landen waar de hoogte van de uitkering wel afhankelijk wordt gesteld van de duur dat men er verzekerd is geweest. Luxemburg en Duitsland bijvoorbeeld. Onder de nieuwe verordening blijven België en Nederland een risicostelsel, maar zullen ze zich gedragen als een opbouwstelsel. Dit betekent dat bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering die ingaat na 1 mei 2010 het arbeidsverleden mee zal bepalen uit welk land of landen de uitkering zal komen! Als u bijvoorbeeld 15 jaar in Nederland gewerkt heeft en ervoor 10 jaar in België zult u van beide landen een invaliditeitsuitkering ontvangen. Hierbij worden twee methodes toegepast: ofwel de Nederlandse WIA minus 10/25 België of 15/25 WIA plus 10/25 België. De meest voordelige uitkering wordt toegekend. Ieder land stelt conform eigen wetgeving de graad van arbeidsongeschiktheid vast. Dat men naar Nederlandse maatstaven invalide verklaard wordt betekent niet automatisch dat dit ook in België het geval zal zijn! Indien in meerdere landen gewerkt is zullen de nieuwe regels bij arbeidsongeschiktheid het er zeker niet eenvoudiger op maken. Stel u maar eens voor dat u naast in België of Nederland ook nog in een ander land gewerkt heeft, wat een rompslomp u mag tegemoetzien! Een reeds ingegane invaliditeit wordt niet gewijzigd door de nieuwe verordening. Alles blijft bij het oude tenzij u een verzoek zou indienen om uw uitkering volgens de nieuwe regels te laten herberekenen. Dat kan interessant zijn om op die manier terug Belgisch verzekerd te worden en te ontsnappen aan de Nederlandse bijdragen voor de ZVW.
Medische zorg als gepensioneerde Wie postactief is na in Nederland gewerkt te hebben ( WAO, WIA, pensioen,AOW) betaalt vaak nog de bijdragen voor zijn ziekteverzekering aan Nederland, maar mag in datzelfde Nederland géén gebruik maken van de zorg. Daarvoor is men aangewezen op zijn woonland België. De bijdragen worden wel aangepast aan de gemiddelde kosten in het woonland via de zogenaamde woonlandfactor. Vanaf 1 mei 2010 mag u als postactieve (terug) gebruik maken van de medische zorg in Nederland. Ook voor de “meeverzekerde” gezinsleden geldt dit. Toestemming van het Belgisch ziekenfonds is niet nodig. Vraag is of deze wijziging met zich meebrengt dat de woonlandfactor zal verdwijnen. Voor 2010 is dat in ieder geval nog niet zo.
2. Bijzondere bijdrage sociale zekerheid. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar na meer dan 5 jaar is er dan toch eindelijk een oplossing voor de “Bijzondere bijdrage sociale zekerheid” die WAO’ers in België moesten betalen. Met de programmawet van 30 december 2009 is een wetswijziging doorgevoerd waardoor WAO – uitkeringen uitgesloten worden uit de heffingsgrondslag van de Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. De wijziging is met terugwerkende kracht tot en met het aanslagjaar 2005 (inkomsten 2004) van toepassing. De belastingplichtige moet echter zelf het initiatief nemen om een bezwaarschrift in te dienen bij de gewestelijk directeur. Daarvoor is er tijd tot uiterlijk 30 juni 2010. Bij de FOD Financiën is aangedrongen om de onterechte inning van de bijzondere bijdrage automatisch recht te zetten, maar dit blijkt niet mogelijk te zijn omdat de invaliditeitsuitkeringen sinds 2005 niet apart gecodeerd worden en omdat er op dit vlak geen wisselwerking is tussen de data van de FOD sociale zekerheid/ziekenfondsen en de FOD Financiën. In tijden waarin alles geautomatiseerd is, is dit wraakroepend. De belastingplichtige rest dus niets anders dan (opnieuw) in bezwaar te
gaan. Bezwaarschriften die nog niet afgedaan zijn hoeven niet opnieuw te worden ingediend. ACV grensarbeiders is u graag behulpzaam bij het maken van een bezwaarschrift. Hiervoor dient u ons voor te leggen: de Belgische belastingaanslagen vanaf 2004 en uw Nederlandse jaaropgaves van het UWV. Opgelet: als u naast uw WAO uitkering nog werkt, is géén BBSZ ingehouden geweest. In dergelijke situatie is een bezwaar dan ook niet aan de orde. Bijkomende voorwaarde om de ontheffing te bekomen is bovendien dat u over de WAO – uitkering in Nederland sociale bijdragen heeft betaald. Als dat niet zo is omdat u de WAO bijvoorbeeld combineert met een Belgisch pensioen of een werkloosheidsuitkering of omdat u via een Belgische erkenning als invalide Belgisch verzekerde bent, komt u niet voor een rechtzetting in aanmerking. Met de aanpassing die nu is doorgevoerd zijn overigens nog steeds niet alle BBSZ problemen opgelost. Er blijven nog categorieën van grensarbeiders over die ten onrechte de bijdrage betalen (bvb onderwijzend personeel gedurende de eerste 2 jaar). Hopelijk hoeft het nu weer geen 5 jaar te duren!
Nieuwsbrief ACV Grensarbeiders Februari 2010 - Pagina 2
3. AOW leeftijd naar 67 jaar? Als grensarbeider bent u Nederland verzekerd voor de AOW, de Algemene Ouderdomswet. Per verzekerd jaar bouwt u 2% AOW op. De leeftijd waarop de AOW momenteel ingaat is 65 jaar, vroeger is niet mogelijk. Dat de AOW leeftijd omhoog gaat van 65 jaar naar 67 jaar, zoals het Nederlands kabinet dit wil, lijkt onafwendbaar. Alhoewel de verhoging van de AOW leeftijd pas zal ingaan vanaf 2020 is dit voor u als grensarbeider absoluut géén “ver van mijn bed show”. Onderstaande tekst is een deel van een artikel uit Fiscalert (www.fiscalert.nl) en is naar onze mening een goede weergave van wat er straks zal veranderen. Let wel: het gaat hier om de beschrijving van de puur binnenlandse situatie. Als grensarbeider bouwt u over de jaren dat u “pendelt” tussen België en Nederland immers ook nog een Belgisch pensioen op, het zogenaamde grensarbeiderspensioen. Mits u een loopbaan heeft van minstens 35 jaar kunt u daarvoor vanaf 60 jaar in aanmerking komen. Of de verhoging van de AOW leeftijd ook voor die regeling tot aanpassingen zal leiden is niet duidelijk, maar zeker niet denkbeeldig.
Toch eerder AOW Ook al bent u geboren na 1 januari 1955, er zijn uitzonderingsituaties waarbij u toch AOW kunt krijgen vanaf uw 65ste. De eerste uitzondering wordt gemaakt als u vanaf 2005 onafgebroken heeft gewerkt voor minimaal drie dagen per week. Wordt u bijvoorbeeld in 2021 pas 65, maar heeft u 16 jaar onafgebroken gewerkt, dan kunt u toch AOW ontvangen bij 65 jaar. Wordt u in 2022 65, dan moet u 17 jaar lang hebben gewerkt. Enzovoorts. Vanaf 2047 geldt dat iedereen 42 jaar onafgebroken gewerkt moet hebben om toch vanaf 65 jaar AOW te ontvangen. Een registratiesysteem zal bijhouden of u vanaf 2005 aan de vereisten voldeed. LET OP: Van belang is het woord ‘onafgebroken’. Was u in 2005 of daarna even werkloos of bent u tijdelijk gestopt met werken na de geboorte van uw kind, dan heeft u uw werkzaamheden onderbroken en voldoet u dus niet meer aan het vereiste van ‘onafgebroken werken’. U kunt dan dus fluiten naar de vervroegde AOW op uw 65ste.
AOW naar 67+: hoe zit dat eigenlijk? Vanaf 2020 wordt de 65-plusser een 67-plusser. Maar wat betekent dit concreet voor u? Het hoe en wat van de nieuwe AOWregeling, en de financiële gevolgen. Het wetsvoorstel voor de verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar ligt inmiddels bij de Tweede Kamer ter goedkeuring. De Raad van State heeft flinke kritiek op de manier waarop het kabinet de AOW-verhoging wil invoeren en stelt aanpassingen voor. Maar dat de verhoging van de AOW van 65 naar 67 jaar doorgaat, lijkt onvermijdelijk.Maar wat zijn de gevolgen? Er wordt gepraat over uitzonderingen. Maar wat als u toch op uw 65ste met pensioen gaat. Wordt uw AOW dan lager? En hoeveel dan? De belangrijkste punten van de AOW-maatregelen op een rij, met voorbeelden en berekeningen.
65, 66 of 67 jaar De verhoging van de AOW-leeftijd wordt gefaseerd ingevoerd. In 2020 is de eerste verhoging (naar 66 jaar), in 2025 de tweede (naar 67 jaar). Bent u op 1 januari 2020 al 65 jaar of ouder, dan heeft u - geen last van de maatregelen en behoudt u recht op uw AOW-uitkering vanaf 65 jaar. Bent u op dat moment nog geen 65, dan hebben de maatregelen voor u wel consequenties. In het volgende schema ziet u of u AOW krijgt met 66 of pas met 67 jaar. als u geboren bent
dan gaat uw AOW leeftijd
vóór 1955
niet omhoog
op of na 1 januari 1955 maar vóór 1 januari 1960
omhoog tot 66 jaar
in 1960 of later
omhoog tot 67 jaar
De tweede uitzondering betreft het al veel bediscussieerde ‘zware werk’. Wat de inhoudelijke definitie van ‘zwaar werk’ gaat worden is niet duidelijk. Geldt alleen fysiek werk als ‘zwaar’? Of behoort lesgeven in het voortgezet onderwijs ook tot de categorie ‘zwaar werk’? Wat ‘zwaar’ precies is, moet dus nog worden uitgevochten. Hoe dan ook, als u zwaar werk doet, moet uw werkgever u na 30 jaar zware arbeid een aanbod doen voor minder belastend werk. Kan of doet de werkgever dit niet, dan moet hij financieel regelen dat u toch met pensioen kunt als u 65 jaar bent. De komende tien jaar moeten bedrijven een beleid gaan voeren dat moet leiden tot betere arbeidsomstandigheden en loopbaanmogelijkheden. Hierdoor moet het mogelijk worden om werknemers na 30 jaar zware arbeid lichter werk te kunnen bieden. Uit recent onderzoek blijkt overigens dat werkgevers op dit moment weinig mogelijkheden zien om hun werknemers na verloop van 30 jaar lichter werk te laten doen. De vraag is dan ook hoe werkgevers in de praktijk zullen omgaan met deze regels. Stel dat een medewerker na 25 jaar lang zwaar werk door faillissement van zijn werkgever werkloos wordt en gaat solliciteren bij andere bedrijven. De beoogde nieuwe werkgever weet dat hij zo’n werknemer na vijf jaar ander werk moet aanbieden, terwijl hij dat bij een jongere sollicitant voorlopig niet hoeft te doen. U mag raden wie er dan wordt gekozen voor de baan. De derde uitzondering geldt bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Normaal gesproken zou u vanaf uw 65ste geen recht meer hebben op een werkloosheidsuitkering of een WGA-uitkering als u vóór uw 65ste werkloos of arbeidsongeschikt bent geworden. Er komt een regeling, waardoor u in dat geval een uitkering krijgt die rond het AOW-niveau ligt. Voor de beoordeling van deze uitkering blijft het inkomen van de partner en het eigen vermogen buiten beschouwing.
Wel of geen AOW met 65. Tabel voor AOW uitkering bij 65 jaar 65 jaar in
aantal jaren gewerkt
65 jaar in
aantal jaren gewerkt
2020
15
2030
25
2021
16
2035
30
2022
17
2040
35
2025
20
2045
40
2047 en later
42
Nieuwsbrief ACV Grensarbeiders Februari 2010 - Pagina 3
Het is — onder voorwaarden — mogelijk om straks AOW te ontvangen vanaf 65 jaar. De keerzijde is dat uw uitkering dan wordt gekort. Deze ‘korting’ is afhankelijk van leeftijd en inkomen en geldt voor het leven — het is
maar dat u ’t weet. Het volgende schema laat zien hoe de korting wordt toegepast. We gaan uit van afgeronde AOW-bedragen.
AOW gehuwden (± € 8.900 per jaar) 2025-2025
Na 2025
AOW 66 > 65 jaar
AOW 67 > 65 jaar
gezamenlijk inkomen in €
korting
in €
korting
in €
< 49.000
6,50%
579
12,50%
1.113
49.000 en hoger
8,00%
712
15,50%
1.380
< 150.000 minimumloon (€ 25.175)
6,50%
845
12,50%
1.625
hogere inkomens
8,00%
1.040
15,50%
2.015
AOW alleenstaanden (± € 13.000 per jaar)
Hoogte van de AOW
Gevolgen voor het aanvullend pensioen
Het nadeel van de AOW-korting voor de lagere inkomens zal deels worden gecompenseerd door de invoering van een inkomensafhankelijke aanvullende heffingskorting. Concrete voorwaarden en cijfers hierover zijn nog niet bekend. Het is dus denkbaar dat de financiële gevolgen gedempt worden, maar vooralsnog blijft het afwachten hoe dit ‘onder de streep’ zal uitpakken.
De doelstelling van het kabinet is dat het aanvullend pensioen wordt afgestemd op een AOW-leeftijd van 67 jaar. Het is dus de bedoeling dat u een aanvullend pensioen kunt gaan opbouwen tot 67 jaar dat gelijk is aan het pensioen dat u nu kunt opbouwen tot 65 jaar. De maximale pensioenopbouw per dienstjaar wordt daarom aangepast (dit gebeurt in 2020, het jaar waarin de AOW-leeftijd voor het eerst verhoogd gaat worden).
4. Over belastingen, energiebesparende maatregelen en studiefinanciering. Belastingen In 2009 lagen heel wat belastingijzers in het vuur. Een aantal van die zaken hebben inmiddels hun beslag gekregen. Een stand van zaken.
plicht en de hypotheekrente van zijn in België gelegen woning in Nederland aftrekt mag de Belgische onroerende voorheffing niet verrekenen met de Nederlandse inkomstenbelasting. Volgens de Hoge Raad is er sprake van dispariteit tussen het Belgische en Nederlandse belastingstelsel en dit is niet verboden door het Europese recht.
De zaak Renneberg
Belgische gemeentebelasting
De Hoge Raad wees in deze zaak arrest op 26 juni 2009. Aan de orde was de vraag of Richard Renneberg over de jaren 1996 en 1997 in Nederland de hypotheekrente van zijn in België gelegen woning mocht aftrekken. Het Europees Hof van Justitie oordeelde op 16 oktober 2008 dat het niet toestaan van de aftrek voor iemand die nagenoeg zijn volledige inkomen uit Nederland verwerft een inbreuk is op het vrij verkeer van werknemers en een verboden discriminatie vormt. In cassatie werd dit Europees arrest overgenomen en werd Renneberg in het gelijk gesteld. De verwachting was dat het arrest in kwestie ook zou leiden tot het in het vraag stellen van het keuzerecht tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplicht. Niets daarvan. De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat Renneberg betrekking heeft op de periode waarin het keuzerecht nog niet bestond maar bovendien heeft het Europees hof zich in haar arrest laten leiden door een vergelijking tussen een inwoner van Nederland met een tweede woning in het buitenland en het huis van een niet-inwoner in het buitenland. Niet vergeleken is dus de aftrek van een binnenlandse woning met die van een buitenlandse woning van een niet-inwoner. Dit standpunt zal de discussie over het keuzerecht niet doen afnemen, integendeel. Het zal wellicht wachten zijn op verdere rechtspraak. De eerste komt er zeker al over niet al te lange termijn aan. Op 27 oktober 2009 oordeelde de Advocaat-generaal van het EG- hof immers dat een Nederlandse regeling waarbij zelfstandigenaftrek slechts wordt toegestaan indien gekozen wordt voor binnenlandse belastingplicht discriminerend is. En alhoewel het hier gaat over een andere aftrek dan de hypotheekrenteaftrek, komt opnieuw het keuzerecht in het gedrang. De uitspraak in cassatie moet nog volgen.
De heffing van Belgische gemeentebelasting op het inkomen van een grensarbeider heeft al in diverse rechtszaken ter discussie gestaan. Het Hof van Beroep in Antwerpen oordeelde op 26 mei 2009 dat deze heffing niet discriminerend is en in overeenstemming is met het EU-verdrag.
Tegemoetkoming voor Belgische onroerende voorheffing In 2008 oordeelde het Gerechtshof in Den Bosch dat Nederland aftrek moest verlenen voor de in België betaalde onroerende voorheffing. De Hoge Raad heeft op 4 december 2009 echter anders beslist. Een inwoner van België die in Nederland werkt en die kiest voor binnenlandse belasting-
Belastbaarheid AOW Twee jaar geleden besliste het Hof van Beroep in Antwerpen dat een Nederlandse AOW uitkering door België niet mag belast worden omdat de AOW een sociale maatregel is. De AOW wordt immers aan iedere inwoner van Nederland toegekend, ongeacht of men gewerkt heeft of niet. Het Hof van Cassatie heeft dit arrest op 12 november 2009 verbroken. Cassatie is van mening dat de Antwerpse rechters een verkeerde uitleg aan de Nederlandse wet gegeven hebben. Niet iedereen die in Nederland woont zal immers ook effectief AOW opbouwen. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als men buiten Nederland werkt. Het Hof van Cassatie heeft de zaak nu doorverwezen naar het Hof van Beroep in Gent. Er zal verder onderzoek nodig zijn naar de vraag of de AOW al of niet een rechtstreekse band heeft met de beroepswerkzaamheid.
Energiebesparende maatregelen Vrij recent werd geregeld dat ook grensarbeiders gebruik kunnen maken van de Vlaamse energiepremie voor mensen die geen of te weinig belasting betalen. Voor 2009 moet de aanvraag uiterlijk binnen zijn op 28 februari 2010. Op www.energiesparen.be zijn de nodige aanvraagformulieren te downloaden. De federale regering heeft echter beslist dat ook niet belastingbetalers vanaf 2010 een belastingvermindering kunnen krijgen via een belastingkrediet. Het terug te krijgen bedrag is beperkt tot 40% van de factuur met een maximum van € 2.770. Het belastingkrediet geldt voor de plaatsing van dakisolatie, superisolerende beglazing ter vervanging van enkele beglazing, een condenstatieketel ter vervanging van een bestaande
Nieuwsbrief ACV Grensarbeiders Februari 2010 - Pagina 4
verwarming maar niet voor zonneboilers, fotovoltaïsche zonnepanelen en geothermische warmtepompen. Deze maatregel geldt voor uitgaven in 2010, 2011 en 2012. Opgepast: Inkomstenjaar 2010 is (voorlopig?) het laatste jaar dat investeringen in muurisolatie en vloerisolatie nog kunnen genieten van een belastingvermindering van 40% van de investeringen.
Studiefinanciering Informatie Beheer Groep, de instantie die instaat voor de uitvoering van de studiefinanciering heet voortaan: “Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het nieuwe webadres is: www.ocwduo.nl.
Vanaf 1 september 2007 heeft Nederland een woonplaatseis ingevoerd om nog voor studiefinanciering in aanmerking te komen. Men moet in de zes jaar voorafgaand aan de aanvraag drie jaar in Nederland gewoond hebben. Voor kinderen van grensarbeiders werd via een beleidsregel een overgangstermijn van 3 jaar ingesteld. Na een klacht bij de Europese commissie werd Nederland in gebreke gesteld. Die procedure loopt nog steeds. In afwachting heeft Nederland de beleidsregel die zou aflopen in september 2010 verlengd met 4 jaar. Kinderen van grensarbeiders blijven dus recht hebben op studiefinanciering.
5. Invuldagen Nederlandse belastingaangifte 2009. Aangifte inkomstenbelasting Voor het invullen van uw Nederlandse belastingaangifte over het jaar 2009 worden ook dit jaar aparte zitdagen georganiseerd. De aangiftes moeten uiterlijk 30 juni 2010 binnen zijn.
Voor uw belastingaangifte kunt u enkel op onderstaande data terecht. Op de gewone wekelijkse grensarbeiderszitdagen (overzicht op www.acv-grensarbeiders.be) worden geen aangiftes ingevuld! Heeft u te maken met een M-biljet of de bijleenregeling? Neem dan contact met ons op voor een afspraak. Naast de gebruikelijke documenten zoals jaaropgave(s) en overzicht betaalde hypotheekrente verzoeken wij u zeker ook de print van verleden jaar voor te leggen!
Datum
ACV kantoor te
Uur
Donderdag 4 maart 2010
Tongeren, Elisabethwal 6
16.30-18 u
Woensdag 10 maart 2010
Bilzen, Stationslaan 44
14-18 u
Woensdag 17 maart 2010
Maaseik, Maastrichtersteenweg 17
14-18 u
Donderdag 18 maart 2010
Neerpelt, Norbertinessenlaan 1
14-18 u
Woensdag 24 maart 2010
Genk, Dieplaan 19
14-18 u
Woensdag 31 maart 2010
Maasmechelen, Heirstraat 249
14-18 u
Woensdag 7 april 2010
Bree, Grauwe Torenwal 13
14-18 u
Maandag 12 april 2010
Hasselt, Mgr Broekxplein 1 (gelijkvloers)
14-18 u
Dinsdag 13 april 2010
St.Gillis Waas, Kerkstraat 20
14-18 u
Woensdag 14 april 2010
Zelzate, Frantz Wittoucklaan 22/001
13-16 u
Maandag 19 april 2010
Turnhout, Korte Begijnenstraat 20
14-18 u
Woensdag 28 april 2010
Bilzen, Stationslaan 44
14-17 u
Donderdag 20 mei 2010
Neerpelt, Norbertinessenlaan 1
14-17 u
Woensdag 26 mei 2010
Maaseik, Maastrichtersteenweg 17
14-17 u
Woensdag 9 juni 2010
Hasselt, Mgr Broekxplein 1 (gelijkvloers)
14-17 u
Woensdag 23 juni 2010
Maasmechelen, Heirstraat 249
14-17 u
Toeslagen. Als u in 2009 al een toeslag ontving ( kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag) dan wordt deze in principe in 2010 automatisch verdergezet. Wie over 2009 echter een nieuwe aanvraag wenst in te dienen moet dit op straffe van verjaring voor 1 april 2010 hebben
gedaan. Als u echter van de Nederlandse fiscus een verzoek heeft ontvangen om aangifte inkomstenbelasting te doen, dan heeft u tijd tot 30 juni 2010. Bovengenoemde toeslagen zijn inkomensafhankelijk en bovendien wordt bij het kindgebonden budget en bij de kinderopvangtoeslag ook gekeken naar de Belgische gezinsbijslag die men ontvangt. Zie ook www.toeslagen.nl
Nieuwsbrief ACV Grensarbeiders Februari 2010 - Pagina 5
6. Premies en belastingen in 2010. Premie volksverzekeringen
2009
2010
AOW
17,9%
17,9%
ANW
1,10%
1,10%
AWBZ
12,15%
12,15%
Totaal
31,15%
31,15%
Over maximaal
€ 32.127
€ 32.738
Maximum premie volksverzekeringen
€ 10.007
€ 10.197
Nederlandse belastingen
2009
%
2010
%
Schijf 1
0 -17.878
2,35 %
0 – 18.218
2,30 %
Schijf 2
17.878-32.127
10,85 %
18.218 – 32.738
10,80 %
Schijf 3
32.127 – 54.776
42 %
32.738 – 54.367
42 %
Schijf 4
54.776 en meer
52 %
54.367 en meer
52 %
Belastingen én premie vv
2009
in €
2010
in €
Schijf 1
33,50 %
€ 5.989
33,45 %
€ 6.093
Schijf 2
42 %
€ 5.984
41,95 %
€ 6.091
Aanslaggrens
€ 43
€ 44
Teruggaafgrens
€ 14
€ 14
Eigenwoningforfait
2009
2010
van 0 tot € 12.500
nihil
nihil
van € 12.500 tot € 25.000
0,20%
0,20%
van € 25.000 tot € 50.000
0,30%
0,30%
van € 50.000 tot € 75.000
0,40%
0,40%
€ 75.000 en hoger
0,55% zonder maximum
0,55% tot € 1.010.000
Heffingskortingen
2009
2010
Algemene heffingskorting
€ 2.007
€ 1.987
• tot 57 jaar • 57 tot en met 59 jaar • 60 tot en met 61 jaar • 62 tot en met 64 jaar
lage inkomens (-€ 40.000) € 1.504 € 1.762 € 2.018 € 2.274
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
€ 1.765 maximaal
€ 1.859 maximaal
Alleenstaande ouderkorting
€ 902
€ 945
Aanvullende alleenstaande ouderkorting
€ 1.484 maximaal
€ 1.513 maximaal
Heffingskorting niet werkende partner*
€ 2.007 maximaal
€ 1.987 maximaal
Ouderschapsverlofkorting
€ 3.99 per verlofuur
€ 4,07 per verlofuur
Werkloosheidspremie
2009
2010
WW premie werknemersdeel
0
0
Maximum uitkeringsdagloon
€ 183,15 per dag
€ 186,65 per dag
Zorgverzekeringwet
2009
2010
Inkomensafhankelijke bijdrage werkgever
6,90% over maximaal € 32.369
7,05 % over maximaal € 33.189
Nominale premie
indicatie: € 800 -900 per jaar
indicatie: € 800 -900 per jaar
Nominale bijdrage meeverzekerde gezinsleden
€ 59.15 per maand (via CVZ)
€ 65,60 per maand (via CVZ)
Eigen risico (vrijwillig)
van € 0 tot € 500
van € 0 tot € 500
Eigen risico (verplicht)
€ 155
€ 165
Arbeidskorting
hoge inkomens
lage inkomens
hoge inkomens
€ 1.480 € 1.738 € 1.994 € 2.250
€ 1.489 € 1.752 € 2.012 € 2.273
€ 1.433 € 1.696 € 1.956 € 2.217
*wordt vanaf 2009 afgebouwd over een termijn van 15 jaar met 6.67% per jaar waardoor er in 2010 maximaal € 1.722 kan worden uitbetaald. Maximale korting van € 1.987 blijft mogelijk indien de partner zonder inkomen geboren is vóór 1.1.1972 of als er in het huishouden kinderen van 5 jaar of jonger zijn. Ondanks het feit dat deze nieuwsbrief met de nodige zorgvuldigheid is samengesteld, kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Nadruk of verspreiding zonder toelating van ACV Grensarbeiders is verboden. Reacties zijn steeds welkom. Mail naar
[email protected]. Wenst u deze nieuwsbrief niet langer te ontvangen of bent u van adres veranderd, meld het ons!
Nieuwsbrief ACV Grensarbeiders Februari 2010 - Pagina 6