n i e u w s b r i e f 128 Een uitgave van de Stichting Drukwerk in de Marge, issn 1382-1962, april 2009
Van het bestuur Bij het omslag Het omslag is door Nol Sanders (Minotaurus boekwinkel, Amsterdam) aangegeven en gedrukt door Alex Barbaix en Jan de Jong. De redactie heeft een lijst van de heden in de Minotaurus-etalages tentoongestelde boeken gemaakt. U Dura, Carla. Ogen-blikjes, zeventien gedichten van Carla Dura bij vijftien etsen van Fred C. Bergisch. Amsterdam: De Beuk, [1989]. Ongepag. Ill. in zw/w. 11 · 10 cm. Katernen in sigarenkistje. Opl.: 15 ex. H 170 U Jan Siebelink & Klaas Gubbels. Het gat in de heg, fragmenten uit ‘Knielen op een bed violen’ van Jan Siebelink met illustraties van Klaas Gubbels. De Bezige Bij [2008]. H 35 U [Drimmelen W. van]. Stijl. Bijzondere aanwinsten van de Koninklijke bibliotheek tijdens het directoraat van Wim van Drimmelen. [Woord vooraf: Martin Bossenbroek; inl. Ad Leerintveld]. Amsterdam etc.: De Buitenkant; etc., 2008. 167 p. Ill. in kleur en zw/w. 26,5 · 21 cm. met stofomslag. H 35 U Adriaan de Roove. Brieven aan Herwig Leus, [kleine correspondenties] een uitgave van Demian Books en Het Gonst, Antwerpen 2008, 125 ex. H 45 U Capelleveen, Paul van, Sophie Ham, Jordy Joubij. Voix et visions. La Collection Koopman et l’art du livre français. Sous la direction de Clemens de Wolf & Paul van Capelleveen. La Haye: Koninklijke Bibliotheek, Bibliothèque nationale des Pays-Bas; etc., [2009]. 207 p. Ill. en couleur et en noir. 31,5 · 24,5 cm. Relié. H 59,95 U Capelleveen, Paul van, Sophie Harm, Jordy Joubij. Voices and visions. The Koopman Collection and the art of the French Book. Comp. by Clemens de Wolf & Paul van Capelleveen. The Hague: Koninklijke Bibliotheek, National Library of the Netherlands; etc. [2009]. 207 p. Ill. in col. and bl/w. 31,5 · 24,5 cm. Bound. H 59,95 U Raymond Queneau, Cent mille milliards de poèmes. Gallimard. Herdr. 2006, 24 · 29 cm. Raymond Queneaus Honderdduizend Miljard Gedichten (1961) staan nu online. www.bevrowe.info/Poems/QueneauRandom.html. En dat is handig ook. Queneau schreef namelijk voor elk van de veertien sonetregels, tien mogelijkheden. Dat maakt dus 10 tot de macht 14 verschillende mogelijkheden. Elk van die regels
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
2/3
heeft hij dezelfde grammaticale rol gegeven (en hij zorgde ervoor dat de rijmklanken kloppen) en elk van die honderd duizend miljard gedichten levert dan ook een kloppend sonnet op. De gedrukte versie van het boek bestaat uit horizontaal gesneden bladzijden, zodat je al bladerend verschillende versies kunt maken. Tijdrovend en ingewikkeld (en met als nadeel dat het lijkt alsof er ‘basissonnetten’ zijn waarvan je kunt afwijken). De website (waarbij je per regel kunt schuiven) doet meer recht aan het werk dat in volledige vorm 100.000.000.000.000 jaar zou kosten om voor te lezen. U Lars Müller en Victor Malsy. Helvetica Forever, Lars Müller Publishers. 21 · 28 cm, 160 p. 150 ill. Geb. H 29,90 U [Hakkaart, Fer]. Rijckevorsel, Jan van. Hakkaart voor dummies. Leiden: Kopwit, 2009. 21p. Ill. in kleur. 22,5x17cm. Geb. (papier). Opl.: 200 ex. H 15 U [Bennink, Han]. Han Bennink: Cover art for icp (12–51) and other labels (52–63)/ voor icp en andere labels. [Introd./Inl.: Ben van Melick]. Rimburg: Huis Clos, 2008. 63 p. Ill. in col. and bl/w./in kleur en zw/w. (Huis Clos; 28) 17,5 · 12 cm. Bound (paper)/Geb. (papier). H 15 U [Vollard, Ambroise]. Johnson, Una E. Ambroise Vollard, éditeur. Prints, books, bronzes. [Catalogue of an exhibition]. The Museum of Modern Art. [1977]. H 24 U Picasso, Pablo. Suite Vollard. [15. Oktober 1999 bis 30. Januar 2000]. [München]: Bayerische Akademie für Schönen Künste, [1999]. H 17,50 U Livres de Pierre Lecuire, Bibliothèque Nationale de France, [2001]. H 55 U Bauhaus: Drucksachen, Typografie, Reklame. Hrsg. von Gerd Fleischmann. [Überbearb. Nachdr.]. Stuttgart: Oktagon, 1995. H 75
U Coultre, Martijn F. Le. Jan Tsichold [and] Posters of the Avantgarde. Introd. by Alston W.Purvis. vk Projects, 2007. H 39,90 U [Tschichold, Jan]. Jan Tschichold. Meister der Typographie. Sein Leben, Werke und Erbe, Jong, Cees W. de u.a. Verlag Bernd Detsch, Köln, 2008. H 49,80 U Cees Andriessen, Cees Nooteboom. Eine Spur im weißen Sand, Een spoor in wit zand. Stichting De Witte Mier, Apeldoorn. 2002. U Petit almanach poétique, contenant des dits, des sentences, des poèmes d’ici et d’ailleurs, des images & maintes choses emerveillables pour contempler les saisons el les mois. Imprimé l’an 1968 par glm [Paris]. 988 ex. genummerd: 128 Vélin du Marais (1-128) et 860 offset Robertsau (129-988). Een van de 128 op vélin du Marais. H 50 U Thé Lou. 1000 vissen, Brokaat. U Wissen, Driek van. Gezichtsbedrog. Sonetten. Exponent. H 12,50 U Ekkers Remco. Vivaldi. Gedichten. [Linosnede: Peter Bekker]. Meppel: Bekker & Veltman, 1995. [13]p. Ill. in kleur. 17 · 25 cm. Cahiersteek. H 20 Letter: Bembo; papier: Hahnemuehle Ingres vergé; druk: Elze ter Harkel (De Vier Seizoenen) en Dick Ronner (Triona Pers). Opl.: 150 genumm. ex. U [Seuphor, Michel]. Seuphor. [Antwerpen: Stadsbibliotheek Antwerpen, 2001]. 57 p. Ill. in kleur en zw/w. 20 · 20 cm. Ing. H 15 U John Prestianni, Calligraphic Type Design in the Digital Age, An Exhibition in Honor of the Contributions of Hermann and Gudrun Zapf, Gingko Press. 204 pages, Hardcover, 25,5 · 21,5 cm, 100 color, 90 b/w illustrations, English. $ 49.95 U Saint-Exupéry, Antoine de. Der kleyner prints. Yidish. Mit tseykhenungen fun dem mekhaber. Ibergez. fun frantseyzish durkh Shloyme Lerman. [3.Aufl.]. [Nidderau]: Verlag M. Naumann, [2008]. 46 + 95 S. Mit s/w u. farb. Abb. 22,5 · 16 cm. Kartonniert. H 19,50. En ook El Principito, De kleine prins, Regulus, The little Prince ... U Les Mamelles de Tirésias, avec six portraits inédits par Picasso, Guillaume Apollinaire U cd Les mamalles de Tirésias, Francis Poulenc. Verder cd’s van Leo Ferré, Erik Satie, Boris Vian Jean Cocteau, Fernandel, Jacques Brel, Dada Paris ...
Hoera, hoera, hoera!! Pastei initiëerde een speciale jubileumuitgave Minotaurus 20 jaar! ter support van de enige bibliofiele Minotaurus boekwinkel in Nederland. De uitgave ging vergezeld van een speldekussen met 20 spelden en werd gedrukt op een Heidelberger degelautomaat in 40 drukgangen, oplage 2 · 20 genummerd in oplopende reeks. Pastei, Amsterdam, september 2008. Nog enkele extra exemplaren hc verkrijgbaar (zonder kussen) via www.pastei.nl.
n ie uw s b r i e f Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
4/5
Rollen Het bestuur heeft de indruk dat het niet noodzakelijk is op korte termijn weer een rollenactie te organiseren (al laten we ons graag van het tegendeel overtuigen). Voor nieuwe rollen verwijzen we u naar akb Longs in Leiden. DidM-contribuanten ontvangen daar 10% korting! Het adres van akb Longs is Lammenschansweg 134A, 2321 jx Leiden, tel. 071 5765200. Zie ook www.akblongs.nl.
Financieel Overzicht 2008 Inkomsten Saldo Postbank 01.01.07 Ontvangen contributies Verkoop ‘Toekomst’ Verkoop diversen Tafelverhuur bkb Ontvangen rente Aflossing Minotaurus *
Uitgaven H 21.638,02 13.883,00 75,00 130,00 2.300,00 134,58 2.100,00
Nieuwsbrieven H 4.928,87 Portokosten 2.480,96 Diverse algemene kosten 393,99 Jaarbijdrage KvK 27,00 Bankkosten 145,34 Abonnement postbus 122,00 Administratiekosten 332,01 Beurskosten Paradiso 2007 25,00 Publicatie Bram de Does 600,00 Beurskosten bkb 2007** 549,00 Beurskosten bkb 2008 1.501,64 dvd-project*** 2.975,00 Representatiekosten 43,80 Kopperprent 2008 150,00 Website 60,99 Bijdrage Typodag 472,00 Puettmann-prijs 100,00 kaba-ornamenten 3.000,00 Saldo Postbank 31.12.08 22.358,00
H 40.260,60
H 40.265,60
* Restant Lening Stichting Minotaurus Boekwinkel: H 3.100,** Dit betreft een afrekening van de Boekkunstbeurskosten met de Handboekbindersliga. *** Dit betreft het tweede deel van onze bijdrage.
Begroting 2009 Inkomsten Contributies Rente Aflossing Minotaurus Beursbijdrage exposanten
Uitgaven H 15.000,00 150,00 2.100,00 2.200,00
Nieuwsbrieven Portokosten Diverse algemene kosten Jaarbijdrage KvK Bankkosten Postbus Amsterdam Administratiekosten Afrekening bkb 2008 Beurskosten Paradiso Beurskosten bkb 2009 Website Puettmann-prijs Mooi Marginaal 3 Bijdrage Tiele-stichting Saldo
H 19.450,00
H 5.500,00 3.000,00 500,00 27,00 150,00 122,00 350,00 4.018,00 40,00 2.500,00 250,00 100,00 1.000,00 100,00 1.793,00 H 19.450,00
Op 1 januari 2008 waren er 541 contribuanten ingeschreven.
Frans den Breejen (penningmeester)
Varia Bibliofilia Mijn Hemel Sinds jaar en dag beleef ik veel genoegen aan Het Postzegelalbum van Joost Veerkamp. Niet dat ik iets met filatelie heb — godbewaarme — maar de zegels van Joost zijn een waar feest. Het album openschroeven, nieuwe bladen invoegen en dan genietend van zijn creativiteit de zegels inplakken; een mensch komt geheel tot rust. Supplement 16 ovetreft alle voorgaande zendingen, waarbij de postzegels eigenlijk bijzaak zijn geworden. In een sjieke zwarte doos vindt men alles bijeen wat een geslaagde tocht naar het hiernamaals mogelijk moet maken. Voor pechvogels is er de tube brandzalf, maar wanneer men zich tevoren duchtig heeft gereinigd met het blauwe stuk ‘onschuldzeep’, moet je het wel heel bont gemaakt hebben, wil een
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
6/7
plaatsje voor gods aangezicht je ontgaan. Met behulp van een kompas, een plattegrond, en alle denkbare officiële reisbescheiden, ligt de hemel binnen het bereik. Van daaruit kan men via het vagevuur een dagtrip naar de hel maken. Geen schoner vermaak dan leedvermaak, tenslotte. Zelfs ansichtkaarten (inclusief postzegels uiteraard!) om aan treurende nabestaanden te melden dat men het hemels heeft, ontbreken niet. Een van de mooiste onderdelen van de doos is het ‘hemel-evaluatieformulier’, waarop men alle onderdelen van het doodgaan/uitvaart/begrafenis c.q. crematie kan langslopen. Zo kan men zich bijvoorbeeld in geval van een crematie uitspreken over de oventemperatuur, de urn en — indien van toepassing — de asbestemming (‘Ik voelde me na afloop: Verstrooid / Teneergeslagen / Uitgewaaid’). Ach, je moet de doos gewoon zien. Ook als je niet op het Postzegelalbum geabonneerd bent, is het een begerenswaardig bezit. (zie: www.veerkamp.nl)
Van je auteur moet je het hebben Boekjes maken is één ding, ze vervolgens slijten is een ander verhaal. Een vermelding in de krant kan wonderen doen. Ik herinner me dat we met de Nederlandsche Vereeniging voor Druk- en Boekkunst een uitgave van Jeroen Brouwers hadden gemaakt waaraan in de Volkskrant aandacht werd besteed, inclusief prijs en gironummer om het lekkers te bemachtigen. Ik geloof dat we meer dan veertig betalingen moesten terugstorten omdat de oplage in no time was uitverkocht... Dat Martin Bril een Bob Dylanfanaat is, zal ieder die zijn columns volgt, bekend zijn. Het leek Jaap Schipper — zelf ook in Zijne Bobheid — een mooi plan een aantal van de Dylanstukken te bundelen. Bril ging daar graag op in en schreef zelfs een nieuw stuk dat alleen in de bundeling Een man uit de verte te lezen is en zal blijven. Peter Pontiac verzorgde de hoofdstukvignetten, de titelpagina en een fraai slotvignet. En daarmee had de Haagse Statenhofpers een geheide seller, maar hoe bereik je de doelgroep? Onverwachte hulp kwam van de auteur. In Utrecht was een zekere Jan overleden die met 5000 cd’s de allergrootste Nederlandse verzameling op Dylangebied bezat. Bril herdacht hem in de Volkskrant en meldde dat hij die Jan tot tranens toe had geraakt door toezending van een exemplaar van het boekje, gemaakt door ... ‘De Statenpers uit Leiden’... Tja, dàt schiet niet op. Weliswaar volgde er twee dagen in de aanvullingen en verbeteringen-rubriek een rectificatie, maar ja, leest u die? Overigens zat Bril er echt mee. Als alles goed gaat komt er binnenkort een door hem samengestelde Dylan-cd uit, waarbij in het tekstboekje gepaste (en juiste) aandacht aan de Statenhofuitgave zal worden gewijd. (Inlichtingen: duodecimAworldonline.nl)
Mooi Marginaal iii In de vorige Nieuwsbrief schreef Bubb hier al over. Het verhaal dat Diederik van Vleuten hield was heel amusant. Degenen die er niet bij waren geef ik graag twee stellingen over verzamelaars ter overdenking. Ze zijn te vinden in het door de Lojen Deur Pers gedrukte boekje dat bij die gelegenheid werd uitgedeeld: 3. Verzamelaars in het algemeen en in het bijzonder die van bibliofiele werken hoeven niet perse een ongelukkige jeugd gehad te hebben met een afwezige vader of een dominante moeder. 5. Voor verzamelaars is het hebben van een ‘en/of rekening’ niet aan te bevelen. Een auto met ruime kofferbak daarentegen wel. Zoals men mag verwachten, waren de uitverkoren boeken een lust voor het oog. Dat neemt niet weg dat er — in vergelijking met de eerdere edities — een paar tendenzen in de selectie te bespeuren zijn, waar ik persoonlijk minder blij mee ben. Ik haast me erbij te zeggen dat dit aan mij ligt en niet aan de organisatie. Mooi Marginaal vist weliswaar overvloedig in de SdM-vijver, maar is geen onderdeel van onze stichting en stelt geheel autonoom het beleid vast. Maar goed, wat zijn de pijnpunten? Het eerste is die van de oplagen. Dankzij drukpersen is het mogelijk aan teksten een wat ruimere verspreiding te geven, zodat een, in omvang weliswaar nog steeds beperkte, schare liefhebbers daarvan kennis kan nemen. Met hele kleine oplagen begeef je je in de richting van het vaak nogal pretentieuze ‘kunstenaarsboek’, bestemd voor de happy few met uiteraard navenante prijzen. Maar liefst zes boeken hebben een oplage van 10 of minder, met als uitschieter een boekje waarvan maar 3 exemplaren zijn gemaakt. Voor mij zijn dat non-existente boeken. Je mag er een blik op werpen, maar daarmee houdt het op. Van de andere kant zijn er ook boeken te zien die nauwelijks meer ‘marginaal’ te noemen zijn: oplagen van 400 (tweemaal) en zelfs 500 exemplaren! Het tweede is de produktiewijze. Maar liefst 14 uitgaven zijn geoffset of gelaserprint. Natuurlijk, het werkt sneller, efficiënter en je mogelijkheden worden sterk verruimd, maar ‘bibliofiel’ associeer ik toch vooral met ‘ouderwetsche’ technieken. Op een knop drukken kunnen we allemaal wel. Een aanvechtbaar en achterhaald standpunt natuurlijk. Ieder jaar moeten we in de Pieterskerk vaststellen dat we met z’n allen weer een jaartje ouder geworden zijn, nieuwe (jongere!) exposanten komen er niet bij. Nog wat Mooi Marginalen verder en iemand — gesteld tenminste dat er ook in de toekomst mensen zijn die ‘boekjes maken’ leuk vinden — zal opmerken dat er tot zijn verbijstering toch weer wat boeken geselecteerd zijn die met die volstrekt achterhaalde boekdruk zijn gemaakt!
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
8/9
1 April Op 1 april om vier uur in de middag zal op een pontje midden op de IJssel de burgemeester van Deventer het eerste exemplaar van het nieuwste projekt van de Hanzepersen in ontvangst nemen. Dit schijnt geen grap te zijn. Het enige wat roet in het eten kan gooien is de waterstand; bij hoog water kan de pont niet varen... ‘Hanzepersen’ is trouwens een wat misleidende naam voor een groep oostelijke drukkers met als epicentrum Deventer. Mijn historische kennis is weliswaar niet overdonderend, maar dat bijvoorbeeld Apeldoorn en Winterswijk ooit Hanzesteden waren, wil er bij mij niet in. Maar goed, de burgemeester mag niet mopperen, want hij krijgt iets heel moois: een leporello waarin zeven drukkers telkens een stukje IJssel hebben vormgegeven. Wat vastlag was het punt waarop de rivier van het ene naar het andere blad moest stromen, verder kon eenieder zijn creativiteit botvieren. Uitgeklapt is de lengte bijna drie meter; een imposant en bijzonder fleurig gezicht. (Inlichtingen: HanzepersenAhome.nl) Kees Thomassen
Drukken in den vreemde Drukken bij De Overkant in casa con guiño ‘De verhuur van een vakantieverblijf, een galerie voor hedendaagse kunst in huis en een margedrukkerijtje voor liefhebbers van de oude drukkunst’, dat was het plan waarmee wij (Sjaklien Euwals en Jan Katuin) eind 2007 naar het Spaanse zuiden zijn verhuisd. En verder gewoon om te genieten van de rust, de ruimte, de vrijheid, de prachtige natuur, mooie steden en dorpen, en natuurlijk van de relaxte manier van leven in Andalusië. Sindsdien is ons concept wel een beetje aangepast, maar de grondgedachte is grotendeels overeind gebleven. Geen moment hebben we spijt gehad van onze verhuizing naar Spanje. Bijna anderhalf jaar wonen we nu in het mooie Andalusië, midden tussen de olijfbomen in de buurt van het sprookjesachtig stuwmeer van Iznájar. En we genieten volop. In de afgelopen periode is er veel gebeurd in ons leven en rondom het huis, casa con guiño (‘het huis met de knipoog’). We zien alles langzaam maar zeker uitgroeien tot een voor ons ideale woonplek én, afgaand op het oordeel van de gasten in het
vakantieverblijf, tot een plezierige bestemming voor vakantiegangers. Sinds kort is ook margedrukkerijtje De Overkant weer in bedrijf: vorige maand is het eerste druksel van mijn ‘damesproefpersje’ gerold: een blad voor het leporelloboek ‘De IJssel’, een project van de Hanzepersen. De komende maanden staat een drukwerk voor het project ‘De Windstreken’ van drukkerscollectief Corps 8 op het programma. Ook hebben we het plan opgepakt om huurders van het vakantiehuis in de gelegenheid te stellen in ons drukkerijtje kennis te maken met het oude drukkersambacht.
Bungelende persen Als alles zo’n beetje klaar is, vergeet je al gauw welke inspanningen nodig waren vooraleer het zover was. Terugkijkend was het bijvoorbeeld een hele toer om de persen heelhuids in Spanje te krijgen. We hadden een alternatieve verhuizer gevonden in wie we aanvankelijk veel vertrouwen hadden. Hij zou onze huisraad in containers getrokken door jeeps in konvooi naar Spanje brengen. Het vervoer van de twee persen (een Gally degelpers en een Korrex proefpersje) plus de bokken was even een punt van discussie vanwege het gewicht van machines en lood, maar uiteindelijk was het geen probleem.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
10/11
We zouden tegelijkertijd met de verhuizer vertrekken, maar afzonderlijk van elkaar reizen. Toen wij al Spanje zaten, kregen we onverwacht het onheilsbericht, dat de verhuizer om diverse redenen niet met onze spullen naar Spanje wilde komen. Hij stelde ons voor het blok op stel en sprong een ander vervoer te organiseren. Dat was op een zondag. Ga dan maar eens zonder internet en zonder telefoonboek vanuit Spanje een transport regelen voor iets dat in Nederland moet gebeuren. Een patstelling, en een noodscenario volgde. Via de zoon van Jan kregen we de tip dat op maandag een grote transportwagen zonder lading naar Spanje zou vertrekken. De chauffeur wilde onze spullen wel meenemen. Wat een opluchting was dat. Toen het transport een dag of vier later bij ons arriveerde, bleek echter dat die grote truck niet tot bij het huis kon komen, althans: de chauffeur vond de zandweg waaraan we wonen te nauw, de laatste bocht te krap, en wilde niet tot de voordeur rijden. Hij parkeerde zijn bak aan het begin van het weggetje in een olijfboomgaard en wachtte af wat wij zouden doen. Dat wisten we zo gauw ook niet, maar gelukkig kregen we hulp van Engelsen die op een berg achter ons wonen. Zij wilden met hun bulldozer wel helpen bij het uitladen van de zware spullen. In het dorp huurden we een open vrachtauto en samen met de Engelse buren hebben we de hele huisraad overgeladen in de vrachtwagen en in een paar keer heen en weer rijdend naar het huis gebracht. De bokken werden met de bulldozer uit de truck ‘geschept’ en zo getransporteerd. De beide persen zijn bungelend aan een tand van de bulldozer over het weggetje vervoerd en in de garage, die drukkerij zou worden, slingerend op de juiste plek gelanceerd.
Breukvlak In de maanden daarna hebben we veel energie gestopt in het voltooien van het vakantiehuisje en ons huis. Tegelijkertijd kwam de verhuur van het huisje op gang, en tot onze vreugde merken we dat de gasten genieten van hun verblijf bij ons. In september 2008 waren we zover dat het drukkershok ingericht kon worden. Na het verjagen van een muizenfamilie zijn we in de garage aan de slag gegaan. Gaten werden gedicht, muren geverfd, en de drukkersspullen kregen een plek. Samen met de ‘oude’ buurman uit Zwolle, die bij ons logeerde, hebben we de degelpers en het damespersje in orde gemaakt. Althans, dat dachten we. De degelpers heeft door de verhuizing toch wat klappen opgelopen. Bij de tweede keer proefdraaien is een stuk van de pers afgebroken, waarbij ook de pook voor de rollenwagen verbogen is. In het begin konden we niet ontdekken waar het afgebroken deel vandaan kwam. Zelfs de drukkersvrienden van Corps 8 en de Hanzepersen die we foto’s hadden gemaild, wisten niet waar het stuk thuishoorde. Uiteindelijk heeft Jan het breukvlak gevonden. Nu moeten we in de buurt nog een lasser zien te vinden die
de machine kan repareren. Maar daar zal wel weer een oplossing voor komen, is het vandaag niet dan is het morgen. Of op zijn Spaans: mañana, mañana! Er kan in ieder geval gedrukt worden, want het damespersje draait als een tierelier.
Drukkersvrienden Op zulke momenten realiseer ik me vooral wat de waarde is van drukvrienden, drukkerscollectieven, of een club als Drukwerk in de Marge. Gebeurt er in Nederland iets met je pers, dan weet je precies waar je moet zijn om het mankement op te lossen. Je belt de twee technici Chris en Tjitze en je pers wordt in een mum van tijd deskundig gerepareerd. Heb je een drukprobleem, bijvoorbeeld ‘met dat papier dat maar niet zonder vlekken uit de pers wil komen’, dan roep je de hulp in van een van je vrienden. Die weet meestal wel een oplossing of staat garant voor een dosis peptalk. Of je gaat naar iemand toe om samen aan de pers wat drukfoefjes of nieuwe technieken uit te proberen. Dat is ontzettend stimulerend, want je kunt zoveel van elkaar leren én elkaar steunen. Zulke dingen evenals de gezellige bijeenkomsten met drukkersvrienden mis ik wel in Spanje. Gelukkig is er e-mail en telefoon om met elkaar in contact te blijven. Ook ben ik heel blij dat ik als ‘drukker in den vreemde’, maar vooral als vriendin op afstand, nog steeds mee kan draaien met Corps 8 en de Hanzepersen én met de geweldige projecten van beide drukkerscollectieven.
Ouderwetse drukkerij Nu hebben we in een naburig stadje (Rute) bij toeval een drukkerij gevonden die nog op de ouderwetse manier gelegenheidsdrukwerk maakt. Het is een familiebedrijfje dat gerund wordt door de zoon, met de vader als gepensioneerd supervisor op de achtergrond. In ons beste Spaans hebben we informatie uitgewisseld met de zoon, die ons daarna ook trots de verschillende letterfamilies liet zien die hij in huis had. Onder andere een paar kasten met de ‘Hollandse letter’, zoals hij zei. Misschien is hij een goede ingang om in Spanje een beetje in het drukkerscircuit te komen. Al is het alleen maar om de kanalen te vinden voor de aanschaf van papier en inkt, én de naam van een goede monteur. Nog leuker zou het zijn om bij ons een drukkerscollectiefje op te zetten. Misschien bestaat er in Spanje wel een variant op Drukwerk in de Marge. Als iemand hier iets over weet, we horen het graag. Nieuwsgierig geworden naar onze plek en mijn drukkerijtje? Kijk dan op www.casaconguino.com. Sjaklien Euwals De Overkant infoAcasaconguino.com
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
12/13
Boekdruk in Berlijn Drukkerij Nessing in Berlijn heeft 650 loden lettertypes beschikbaar, 350 soorten historische houten biljetletter, een Linotype zetmachine met 250 lettertypes, drukpersen tot A0 en een paar decennia kennis en ervaring. Nu is het voortbestaan van de drukkerij in gevaar. Onderstaand aanbod kán de laatste kans zijn om met de drukkerij te werken, maar aan de andere kant; een paar inschrijvingen of goeie opdrachten kunnen de drukkerij redden.
Laatste kans? Lutz Nessing, de drukker/zetter/eigenaar die de drukkerij in 1979 van zijn vader en grootvader overnam, heeft tijdens de laatste ddr-jaren rondgereisd en zoveel mogelijk houten fonts opgekocht die andere drukkers in die jaren opstookten in de kachel. Hij is als een van de weinigen in die jaren niet overgestapt op offset, maar heeft juist zijn lettertypen en machines uitgebreid. Naast die 350 verschillende soorten houten biljetletter, vaak enig in hun soort, is er ook een grote collectie ‘gewone’ loden lettertypes en machinezetsel. De drukkerij kan tot A0-formaat posters aan op de Johannisberg Schnellpresse, en is daarnaast volledig ingericht op boekdruk. Vorig jaar is er bijvoorbeeld nog een boek gedrukt, geheel met de hand gezet uit een 9 pt fraktur, en er is ook een Linotype zetmachine om langere teksten te zetten. Hoewel de drukkerij zowel de offsetrevolutie als de Mauerfall goed heeft weten te doorstaan, is nu het voortbestaan in acuut gevaar. Heel veel is er echter niet nodig om weer verder te kunnen. Voor de langere termijn zijn er goede plannen en vooruitzichten. De drukkerij heeft zich al lang levensvatbaar bewezen, zelfs vóór de tijden van internet en nichemarkt.
Kennismaking? Dit aanbod is misschien wel een laatste kans om op dergelijk formaat en met zoveel beschikbare lettertypes met hulp van een professionele zetter/drukker te werken. Je kunt het ook gewoon zien als een kans om uitgebreid kennis te maken met de specifieke mogelijkheden en werkwijze van de drukkerij zodat je die als andere productiewijze ook in je praktijk kunt inzetten. En hopelijk is het daarmee allerminst een laatste mogelijkheid maar help je juist mee om de drukkerij draaiende te houden, en de techniek en kennis beschikbaar. Hoogdruk heeft een heel andere tactiliteit en kleurintensiteit dan offset, en hoewel deze drukkerij ook voor grote oplages is toegerust, is hoogdruk bij uitstek ook geschikt voor kleinere oplagen.
Aanbod 3 dagen in de drukkerij en een poster uit houten plakaat-letters, formaat 50 · 70 cm, 1/0, 1 kleur, oplage van 100, in samenwerking met de drukker/zetter Kosten totaal: H 1.116 (max. 2 pers, vanaf 14 maart) 4 dagen in de drukkerij en een poster uit houten plakaat-letters, formaat A0, 1/0, 1 kleur, oplage van 100, in samenwerking met de drukker/zetter gedrukt op de Johannisberger A0 Schnellpresse. Kosten totaal: H 1.395 (max. 2 pers, vanaf 14 maart) Interesse? Stuur een mail, en vermeld welke dagen je wilt komen. Ook natuurlijk voor andere drukwerkopdrachten: infoAbuchdruck-nessing.de. Meer informatie over de drukkerij op www.buchdruck-nessing.de. Voor meer info in het Nederlands: Nienke Terpsma, 0031(0)6.41379773, nienkeAterpsma.nl
Nieuws Nieuw opgericht: Club Ludlow Amsterdam. Pastei kreeg onlangs de Ludlow van Pau Groenendijk (www.mooieboeken.nl) te leen. Roel van Dijk (Presse d’Escargot, Leiden), de meester-Ludlowgieter werd aangesproken om instructies te komen geven. Hij putte uit jaren oude herinneringen en kreeg de machine aan de praat. Hij schreef een korte handleiding voor onderhoud, zo ziet de toekomst er geruststellend uit. poetsen. Met vereende krachten wordt er gegoten. Matrijzen in bruikleen zijn welkom, er wordt hevig gezocht naar een ‘offsethaak’, bel meteen 0636331708!!!!!! Ludlowlood is ook welkom. Alex Barbaix
Uitnodiging open atelier De Klaproos/Le Coquelicot, Brachy Normandië Het atelier van De Klaproos/Le Coquelicot in Brachy, Normandië is dan toch af. Nu de persen staan, papier op z’n plek ligt en letters aanwezig zijn, is het tijd voor een feestelijk moment om dit alles in te wijden. Zaterdag 30 mei van 4 tot 7 uur is er open atelier. Adres: 1 Route de Greuville, La Régie, 76730 Brachy, France.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
14/15
Ver denk je, vanaf de grens bij Breda is het 5 uur rijden. Een Pinksterweekend in Normandië is misschien een idee. Brachy ligt tussen Dieppe en Rouen op zo’n 12 km van de kust. De streek heeft veel te bieden. Een fascinerende kust met kleine dorpen, waar vis nog direct uit zee verkocht wordt. Varengeville-sur-Mer heeft een mooi Romaans kerkje met ramen van Bracque, deze ligt op het kleine kerkhof naast de kerk begraven, pal aan zee. De kathedraal van Rouen en de stad zelf zijn een bezoek waard. Westelijk van Rouen aan de Seine is het paviljoen van Flaubert te bezoeken. Dieppe is ook een mooie stad en direct aan zee. Normandië is het land van Guy de Maupassant, Flaubert, Duchamp, Prévert.Maar ook van de cider, calvados en camembert. Binnen twee uur rijden ben je in Parijs. Nou ja, zoals je leest, een weekend is nauwelijks genoeg. Wil je meer weten over Normandië of een chambre d’hôte regelen voor zo’n heerlijk weekend, op www.seine-maritime-tourisme.com kun je alles vinden, ook in het Nederlands. Bienvenu et au revoir! De Klaproos/ Le Coquelicot, Marja Scholtens
In memoriam: Susanne Heynemann 1913-2009 15 februari 2009 overleed in Haren Susanne Heynemann, grafisch vormgeefster. Geboren in Berlijn, kwam ze in 1939 naar Amsterdam waar ze haar grafische werkzaamheden voortzette. Na opdrachten voor kalligrafische bladen en ex-libris kreeg ze geleidelijk aan grotere opdrachten, zoals het vormgeven van boeken. Charles Nypels was een inspirerende leermeester voor haar. Voor de uitgaven van Stichting De Roos verzorgde ze tussen 1951 en 1983 tien boeken. Een jaar of tien was ze de huistypograaf van Querido. Na een verblijf van enkele jaren in Indonesië trad ze in 1956 in dienst van uitgeverij J.B. Wolters, later Wolters-Noordhoff nv. Ze gaf een nieuw en duidelijk gezicht aan de school- en leerboeken van de uitgever. Daarnaast verzorgde ze ook vrije opdrachten voor de Rijksuniversiteit Groningen en diverse Groningse instellingen en uitgeverijen en ze verzorgde diverse bibliofiele, wetenschappelijke en gelegenheidsuitgaven. Tussen 1948 en 1986 ontving Susanne Heynemann voor 39 titels een vermelding bij de Bestverzorgde 50 Boeken. Talloze boeken omringden haar in haar woonhuis in Haren. Maar ook letterkasten vol loden letters stonden verspreid in het huis. Die letters had ze van drukkerij De Waal in Groningen. De prachtige Eickhoff-handpers op zolder betrok ze van drukkerij Thieme in Nijmegen. Aan zelf drukken kwam ze echter niet toe. Toch wilde ze graag een letterproef gemaakt zien van haar letters en ze wist mij voor die eervolle taak te interesseren. Als teksten zouden we voor haar betekenisvolle zinnen uit boeken gebruiken. Het project verliep door haar hoge leeftijd traag, maar kwam van start: Susannes Letterproef / van zolder tot kelder: het huis vol letters staat op het omslag van het mapje. Een eerste plano met daarop een felrode biljetletter H en de tekst, gezet uit de Phönix, ‘Het woord neemt tussen letter en zin een unieke positie in.’ (Uit: Opperlandse Letterkunde — Battus). Ze was blij met het eerste blad, maar ze wilde zich toch ook graag zelf wat meer met de vormgeving bezig houden. Het kwam er niet van. Dit project kwam niet tot het bedoelde eind. Ik bewaar goede herinneringen aan onze gesprekken over boeken en letters en denk na over een waardige afronding van de letterproef. Vlak voor haar overlijden nam ze Susanne Heynemann nog in ontvangst, deel 13 in de reeks ‘Roots’ van [z]oo producties en Greve Offset. Haar letters nu gaan naar het Grafisch Centrum Groningen. De prachtige pers naar het Grafisch Museum Groningen. Zo heeft ze het ook gewild. Elze ter Harkel (Enkele gegevens zijn ontleend aan bovengenoemde publicatie — isbn 978 90 74009 60 7)
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
16/17
Typografentafel Dat was haast de sensatie van de avond: Margedrukkers die als kind met rubberen letters uit een speelgoed drukkerijtje hadden gespeeld. De Typografentafel had een elfde zitting belegd en zo’n vijftiental noordelijke margedrukkers had gastvrij onderdak, dit keer op locatie in het Grafisch Centrum Groningen. Met koffie begon de bijeenkomst en met een rondje namen en vooral het hoe en waarom en hoe lang al weer en met welke drijfveren ieder met drukwerk bezig is. Dat rondje alleen al maakte de avond interessant. En toen iemand verteld had dat hij al heel jong plezier had beleefd aan de lettertjes uit zijn Junior Drukkerij kwam hier en daar iemand uit de kast met de erkenning dat hij of zij, inderdaad nu je het zegt, ook met die kleine lettertjes had gestempeld. De naam in je eigen boek bijvoorbeeld. En schoorvoetend werd duidelijk dat dat doosje nog steeds bewaard was gebleven. En toen was het hek van de dam: onder de aanwezigen waren zelfs verzamelaars van drukkerij-dozen! Het belangrijkste deel van de avond was de presentatie van recente uitgaven van de margedrukkers. Op grote tafels werden de plano’s, boekjes, projectresultaten uitgestald en bekeken en van commentaar voorzien. Dat inspireert. Bij volle en halfvolle glazen werd vrolijk en geïnspireerd verder gebabbeld. De gastvrije beheerder van het Grafisch Centrum, Hans Horn, gaf informatie over de Grafiek- en Drukselmarkt op 12 juli in Groningen. Het Grafisch Centrum, margedrukkers en allerlei andere organisatie en personen die iets met ontwerpen, grafiek en drukken te maken hebben zullen daar aan meedoen. Verder kwamen tijdens de nazit al drinkend onderwerpen voorbij die centraal zouden kunnen staan tijdens een volgende Typografentafel. Hoge ogen gooit een tentoonstelling van de verzamelde dozen van de Junior Drukkerij! Elze ter Harkel
Agenda Grafiek- en Drukselmarkt Onder de naam Grafiek- en Drukselmarkt wordt op zondag 12 juli 2009 een thematische manifestatie gehouden. De markt heeft plaats in het hartje van Groningen, nl. op de Vismarkt.
Doel van de manifestatie is het samenbrengen en de presentatie van (al die) vertegenwoordigende organisaties en individuen met hun betrekkingen tot grafiek en de grafische vakken, uit Noord-Nederland maar ook van daarbuiten. Getoond worden grafische beeldmiddelen in brede zin: van marginaal drukwerk, moderne grafische toepassingen en bijzondere boekproductie tot bijvoorbeeld antiquarische (boek)grafiek en oude affiches. Ook vinden diverse presentaties plaats en worden toepassingen getoond in stands en in een aantal grote tenten. De Vismarkt kan zo optimaal functioneren als plein met een groot publieksbereik. Het Grafisch Centrum Groningen, waar de afgelopen decennia tientallen Margedrukkers opgeleid zijn, zal uiteraard niet op deze markt ontbreken. Graag willen wij andere Margedrukkers persoonlijk uitnodigen om, met ons, aan deze markt deel te nemen of dan in elk geval in Groningen langs te komen! Geef je op (infoAgrafischcentrumgroningen.nl) voor onze nieuwsbrief. Hiermee zullen wij je op de hoogte houden van onze vorderingen en je uitnodigen voor de Grafiek- en Drukselmarkt. De stichting die de planning begeleidt is de Stichting Zomermarkten, www.zomermarktengroningen.nl. Hans Horn, Stichting Grafisch Centrum Groningen
Expositie Dick Berendes Van 11 april tot en met 17 mei. Opening zondag 12 april om 15.00 uur. Galerie De Kapberg, Slotweg 17, 1934 cm Egmond aan den Hoef Open op zaterdag en zondag van 13.30–17.00 uur en na telefonische afspaak. Tel. 072-506 26 45 (tijdens openingsuren) www.galeriedekapberg.nl e-mail: infoAgaleriedekapberg.nl
Frans & Friends Frans de Jong, Constantijn Kelk, Clara de Jong, Harry Visser, Afien Kruizinga & Loes Brinkman Galerie Petit, N.Z. Voorburgwal 270, 1012 rs Amsterdam De galerie is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur of op afspraak: 020-6267507. Zie ook www.galeriepetit.nl.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
18/19
ps Een week na de opening is Frans gevallen op straat, schouder gebroken (eenvoudige mooie breuk) en enkele dagen erna zijn andere schouder (moest geopereerd). Hieronder volgt de tekst van de door Paul van Capelleveen uitgesproken rede bij de opening van de tentoonstelling op 21 maart 2009.
Achter de ogen van de schilder De tentoonstelling is genoemd Frans en Friends. Dat wil zeggen, ik dénk dat de tentoonstelling zo heet, maar ik weet het niet helemaal zeker. We hebben namelijk niet alleen die twee woorden Frans en Friends, maar ook een leesteken daartussen, het zogeheten En-teken, de Ampersand, en dat is een dubbelzinnig leesteken. Het kán inderdaad simpelweg ‘en’ betekenen, zoals in Frans en Friends, maar het kan ook wel een Engels leesteken zijn en dan staat er Frans And Friends, dan is de titel dus niet in twee maar in één taal gesteld. Maar het zou zelfs de naam Frans letterlijk kunnen nemen en ‘et’ betekenen, zoals in Maigret et le corps sans tête, of Le rouge et le noir. Of France et friends. Nu zult u zeggen, hou nou eens op over dat leesteken, het gaat gewoon om Frans en om zijn vrienden. U zult mij ook niet horen zeggen dat die vrienden en Frans de Jong zelf vandaag niet centraal staan, maar dat leesteken is er niet zomaar. Het is niet alleen een dubbelzinnig leesteken, het is ook een kunstzinnig leesteken. Bij Frans de Jong zijn alle leestekens en letters in de eerste plaats vormen, en dan pas tekens, in de eerste plaats de aanwezigheid of afwezigheid van inkt en pas daarna eventueel ook een symbool. Voor een graficus en kunstenaar wiens werk voor een groot deel uit drukwerk bestaat, zou een leesteken of een letter misschien eerder als een deel van een woord, en dus een teken vol betekenis moeten zijn, maar we moeten ons niet vergissen. Zetters in de oude drukkerijen, die werkten met losse loden letters, die uit kleine vakjes uit een letterbak gehaald werden en er na gebruik weer in terug werden gelegd — daarvoor moest je niet alleen die letterbak op je duimpje kennen, maar ook nog enig talent voor het werpen van losse loden letters hebben — die zetter dus in oude tijden was de eerste die een tekst letter voor letter las, zou je denken, maar zetters lezen niet. Daar kunnen we kort over zijn. Zetters zijn geen lezers. Drukkers vaak ook niet. Ik ken een drukker die jarenlang aan boeken werkte, zonder ze te willen lezen en sterker, zonder zelfs te begrijpen dat er mensen waren die die boeken zouden willen lezen. Voor hem waren lezers marsmannetjes, ongewenste indringers.
Jarenlang kwamen er onder zijn handen boeken vandaan die hij zelf met evenveel plezier in de papierversnipperaar zou hebben gepropt om opnieuw te beginnen, want drukken is werken en werken is mooi of in elk geval nuttig voor de boterham, maar boeken lezen, dat is een rare hobby. Bij Frans de Jong ligt dat anders; hij leest natuurlijk wel, sterker, hij schrijft ook teksten, bijvoorbeeld instructies voor blaffende honden en protesten tegen bouw of verkoop of afbraak of verzakking, onder andere in losse boekjes, maar ook in zijn tijdschrift De laatste schreeuw. Daarvan zou ik nu graag nog een keer het geluid willen horen, dat indringende, maar vriendelijke, complex samengestelde en vrolijk gekleurde geluid van de schreeuw, over de metro bijvoorbeeld. Frans de Jong is niet alleen drukker, maar ook schilder. Letters zijn daardoor meer dan tekens en symbolen, maar steeds ook beelden, figuren en misschien dat wel in de eerste plaats — een van de leestekens, de accolade, gebruikt hij bijvoorbeeld als golven in een van zijn landschappelijke prenten en de ampersand is, dat ziet u ook, toch duidelijk een vrouwentorso met kind aan de borst — maar is het nu andersom ook zo, dat de beelden van muren en wolken en bergen op zijn doeken in wezen letters zijn? En welke letters leest u dan op zijn schilderijen? Wat is hun betekenis en welke zinnen vormen zij samen? Of zoeken we dan in een verkeerde richting en doen we onrecht aan de basistechniek van het schilderen als we zo gebrand zijn op dwarsverbanden? Gaat het bij de letterprenten om inkt of geen inkt en hier op de doeken en panelen om verf, kleur of geen verf, kleurcontrasten, textuur in plaats van tekst? Die vraag ga ik niet beantwoorden; u krijgt hem als huiswerk mee. Volgende keer hoor ik dat wel van u. Intussen moeten we nog even kijken naar die schilderijen en er zijn zoals u weet twee manieren om naar kunst te kijken. Dat is een retorische truc, om te zeggen dat er twee manieren voor iets zijn, maar je moet hem wel toepassen, want er zijn maar twee manieren om een redevoering te houden: mét de opmerking dat er twee soorten mensen zijn en zónder de opmerking dat er twee soorten mensen zijn. Of twee manieren om met honden om te gaan. Of twee manieren om een tentoonstelling te openen of twee manieren dus om naar kunst te kijken. De eerste benadering van kunst gaat uit van wat je ziet, de andere van wat je niet ziet. Wat er wel en niet te zien is op een schilderij lijkt misschien niet een onbevangen manier van kijken, het heeft iets van een onnodige inventarisatie, toch zou je kunstwerken best mogen benaderen zoals je een interieur van nieuwe kennissen in je opneemt: wat zie je wel in de kamer en wat ontbreekt er. Is er bijvoorbeeld kinderspeelgoed waarover je een doodsmak kunt maken? Hangt er behalve het zigeunerjongetje nog iets authentieks gebreid aan de muur? Is de vloer een symbolisch tegeltableau of liggen er dikke lagen Perzische tapijten? Zijn er boeken? Etenswaren? Gordijnen? Typemachines? Vergrootglazen?
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
20/21
Zo is het ook met schilderijen en dan bedoel ik niet dat je ze bekijkt als een criticus die, als je een fraai werkje met granaatappels hebt opgezet, komt zeuren dat granaatappels helemaal uit zijn en dat het nu in het New Yorkse kunstcircuit totaal draait om mandarijnen. Nee, ik bedoel simpelweg dat je goed kijkt, niet alleen naar wat je ziet op een schilderij, maar ook naar het voorgeborchte ervan, het schilderij dat er ook had kunnen zijn, er bijna geweest was, kortom, naar de keuzes die de schilder heeft gemaakt, naar de combinatie van wat er wel en niet of net wel en net niet geschilderd is. Naar de wereld en de schaduwwereld, de stem en de echo, het beeld en daarbij zowel het voorbeeld als het nabeeld. Wij hebben rare kronkels in onze hersens en we zouden gierig zijn als we er geen gebruik van maken. De kronkel, zo weet de wetenschapper tegenwoordig, is de enige echte rechte lijn. De chaostheorie is er groot mee geworden. Als een schilder huizen groepeert tot een heuvelachtige constructie kun je misschien denken dat hij huizen tegen een heuvel heeft gezien en geschilderd, maar huizen tegen een heuvel schilderen is minder interessant dan kleuren op een doek groeperen, ordenen en herordenen, die huizen zijn allang losgelaten, vergeten en veranderd. Er is iets in het ordenen van schilders en schrijvers en drukkers dat een diepe uiting is van de noodzaak van verandering, van wanorde, van chaos. Ik denk dat de behoefte aan wanorde groter is dan de behoefte aan orde, dat het in een maatschappij die gehoor geeft aan wetten, reglementen, voorwaarden, licenties, beperkingen, tips, en dat is wat de maatschappij voor het grootste deel uitmaakt, voor drukkers, schrijvers en kunstenaars volkomen onzinnig is om die orde te bevestigen, hoewel ons organisme, ons brein en ons gevoel erom smeken. Er moet een wak in die orde geslagen worden en daaronder bevindt zich ijskoude chaos. Diezelfde chaos is het witte doek waarop de schilder zijn honderd keuzes maakt, die duizenden keuzes worden en miljoenen mogelijkheden uit zullen sluiten. De chaos zit in de willekeur van elke keuze. De keuze schept chaos. Nieuwe werkelijkheid. Dromen. Waanbeelden. We kunnen het noemen zoals we willen, maar het is getover met alle risico’s vandien, zeker voor de tovenaarsleerling. Wat schilder je wel en wat schilder je niet? Wat ontworstelt zich aan de chaos en wat blijft verborgen of wordt verborgen? Waar gaan schaduw en gestalte in elkaar over, hoe versmelten geest en gedachte met elkaar? Waar stuurt de ene kleur de andere? De kijker intussen moet misschien ook eens naar de achterkant van een schilderij kijken, niet alleen naar de voorkant. Zoals dat in drukwerk de gewoonste zaak van de wereld is: we slaan de bladzij om en kijken naar de achterkant die tegelijk vaak ook een voorkant is. Met schilderijen schijnt dat niet te hoeven. Daar verbaas ik mij vaak over.
Die naar de muur gekeerde wereld verbeeldt voor mij de chaos, de veelheid, de wenselijkheid van een schaduwplaneet met ongeschilderde schilderijen. Vandaag kijken we alleen naar de voorkant en de muur eromheen. Die muur moeten we evenmin vergeten als het om schilderijen gaat. Maar nu even dat schilderij, niet de muur, de voorkant, niet de achterkant. In principe weet je als kijker niet wat je overkomt en daarom ga je onderscheid maken tussen vormen en kleuren en ga je dingen herkennen, zoals huizen en bergen of wolken en water. Of je bekijkt het anders en ziet strepen en vlakken, kleuren, wit of zwart en accolades of een leger hoofdletters Q. Wat is er wel en wat is er niet? Op het affiche zijn er de namen van Frans en zijn vrienden: Harry Visser, Clara de Jong, Loes Brinkman, Constantijn Kelk en Afien Kruizinga. Maar daar is vooral dus dat ampersandteken dat meer is dan alleen een veeltalig wonder van compactheid. Het is een symbool van die vriendschap, het is een teken van verwantschap. De vrienden zullen het mij vergeven dat ik alleen over Frans de Jong spreek, daar zijn het zijn vrienden voor. Hij is niet meer de jongste en niet de gezondste, zoals U las in zijn bericht over de doorstane bestraling. Wat is er wel en wat is er niet? Welke invloed in stijl is het meest pregnant? Vaak wordt bij Frans de Jong de Groningse typograaf/kunstenaar Hendrik Werkman genoemd; ik moet zelf eerder denken aan een dolgedraaide Matisse, die de drukpers heeft ontdekt; of aan Kurt Schwitters, die eindelijk heeft leren jongleren met kralenkettingen en rode kool. Er is iets deconstructivistisch-collage-isme-achtig-iets-van-allerlei-heel-particuliers aan zijn werk. En ik hoop dat ik me duidelijk genoeg uitdruk. Wat is er wel en wat is er niet? Als we de bergen en de bloemen bekijken, niet alleen geschilderd, maar ook in drukwerken, dan valt op wat er op de ene prent in overvloed is en in de andere geheel afwezig. Leegte bijvoorbeeld. Sommige schilderijen lijken gegroepeerd rond een hiaat, een dorpsplein dat geen plein is maar een heuvel, wat er wel is zijn de huizen, wat er niet is, maar allesbepalend voor de rangschikking van die huizen, is de berg. Die berg is niet geschilderd, wel de berghuizen. Die berg is hier dus het slachtoffer van de bebouwing. Hij is het in het fundament verdwenen ongeziene; hij is een kruipruimte, een put, een vallei van afwezigheid gaan vormen. Hij is verdwenen naar de achterkant van het doek, de spiegelzijde, áchter de ogen van de schilder, de wereld van de herinnering en de abstractie, de ampersands en accolades, de aanhalingstekens en stippellijntjes. De wereld van de aarzeling, het wegebben, het begraven, de wereld waar de eerste en de laatste adem tegen elkaar in wasemen om te laten zien wie het sterkst is. Leestekens, dat weten we nu wel, beslissen over ons leven. De komma geeft ons nog even respijt, de puntkomma houdt ons aan de praat, haakjes beperken onze mogelijkheden en sluiten ons buiten, vraagtekens halen ons vertrouwen onderuit en de
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
22/23
punt maakt duidelijk dat onze tijd gekomen is. Alleen de ampersand is onze ware vriend. Wat is er wel en wat is er niet? Details bijvoorbeeld. Sommige prenten zijn helemaal opgebouwd uit elementen uit de zetkast en we zien eigenlijk alleen maar details. Ze zijn door de aard van hun kleine verschijningsvorm, hun compactheid, hun galerie petit-vermogen zal ik maar zeggen, gemaakt om gedetailleerdheid uit te stralen. Die bergen en bloemen zijn er dankzij het detail en dat gaat gepaard met minutieusheid, een hoge dichtheid van ornamenten en kleuren en daarmee een emotionaliteit die doet denken aan de Amerikaanse quilt, waarbij de tekst wordt vormgegeven als ware het visuele poëzie. In andere werken is het de afwezigheid van details die maakt dat we de berg onmiddellijk als berg herkennen, of het is de icoon van een bloem die we zien in de pure omtrek, de huls, zonder details, alleen kleur is er in die gevallen, zoals bij de sjabloondrukken. Is het een samenvallen met de techniek? De technieken die Frans de Jong gebruikt voor zijn prenten zijn zeer gevarieerd: linoleumdruk, sjabloondruk, roldruk, natuur- of materiaaldruk, irisdruk, stempeldruk, hoogdruk met letterzetsel, biljetletters en ornamenten, houten en loden letters, blikvangers, koperen lijnen, clichés, collage, bronspoeder, en vast nog wel meer technieken, want kunstenaars doen soms de meest ingewikkelde dingen op heel eenvoudige wijze, zo eenvoudig dat ze die technieken vaak niet aan ons vertellen, alsof ze zich ervoor schamen, ja, schamen om het uit te moeten leggen natuurlijk... Nu komen we aan het schaamteloze stuk van mijn praatje. Het verkooppraatje. Iets over de waarde van de kunst. Wat het gekost heeft, is het niet waard. Dat zei ik laatst in een discussie over erfgenamen en nalatenschappen. Je kunt wel je eigen schilderijen nalaten aan bijvoorbeeld een neefje in Porto of een achterkleinzoon in Hamburg, maar wat moet zo iemand met jouw smaak, vergeelde familieportretten of mandarijnenschilderijen? Wat je ervoor betaald hebt, zal het op een openbare veiling zelden opleveren, enkele dode grootheden uitgezonderd. Of de waardering voor een genre moet plotseling kantelen, zoals dat met de fotografie is gebeurd, dat kán in de toekomst ook gebeuren met drukwerk en grafiek. Wat het ooit kostte, is zelden de huidige waarde. Want waarde is iets glibberigs. De neiging tot waardeloosheid zit erin gebakken. Dat is niet zo met waardering. Die is, laat ik helder zijn, waardering is altijd gering. Niet in geld uit te drukken namelijk. En mensen zijn verslaafd aan de vergeldelijking, het uitdrukken van geld ten opzichte van alles wat bestaat en het vreemde is dat waardering zelf eigenlijk niks
kost, je kan iets waarderen en die waardering uitspreken zonder veel moeite en zonder leges, maar waardering in woorden omzetten, vertalen, omrekenen, als het ware, schijnt veel meer te kosten dan mensen kunnen opbrengen; het gebeurt namelijk veel en veel te weinig. Laten we vandaag waarde en waardering verwarren, van plaats laten wisselen, dooreenmengen en verchaotiseren. Een schilderij aanschaffen vandaag is een teken van waardering. U moet zich niet inhouden wat dat betreft, u moet spreken, uw woorden van waardering uitspreken, bij voorkeur met de mond van uw portemonnee. Paul van Capelleveen
Nieuw verschenen Mercator Press Libellus lepos, acht gedichten van Catullus, met een vertaling van Mercator, met de handgezet uit de Bembo, gedrukt in februari 2009, in 80 exemplaren op Zerkall-Bütten, met een illustratie van Mercator, genummerd en gesigneerd, 20 · 14,5 cm, H 20 Six poems — Zes gedichten, van Emily Dickinson, met een Nederlandse vertaling van Els Proost, met de hand gezet uit de Walbaum, gedrukt in januari 2009, op Somerset Velvet White 250 gr, met een illustratie van Mercator, in 50 exemplaren, genummerd en gesigneerd, 20 · 14,5 cm, H 20 Bestelde uitgaven worden toegezonden na overmaking van het bedrag, vermeerderd met de verzendkosten van H 6,50 op nummer 2966537 van de Postbank t.n.v. W.H.Kramer, Santpoort, iban 94pstb0002966537, bic pstbnl21 Tel. 023 5374856, e-mail wh.kramerAquicknet.nl, www.mercatorpress.org
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
24/25
Uitgeverij 69 Christophe Vekeman. Oostende, een kort verhaal in een oplage van 126 exemplaren, waarvan 100 op Zerkalll Bütten en Hahnemühle Ingres en 26 gesigneerde exemplaren op Johannot en Hahnemühle Ingres. De omslag bestaat uit twee delen Ingres, een grijs boven en een zwart onder, waarbij in het midden de scheprand is gelaten. Een gesigneerd exemplaar kost H 27,50 en één van de honderd H 19,50. Jan-Willem Anker. Waarheen de nacht te voet gaat, tien gedichten in een editie van 69 gesigneerde exemplaren; 57 op Zerkall Bütten en xii op Cartiera Magnai Pescia. Beide edities dragen een donkerblauwe Cartiera Magnani Firenze omslag met gezeefdrukte maanlichtblauwe betiteling en huidkleurige voorvoetafdruk van de dichter, welke bij de editie van 57 een zeefdruk is, en bij de editie van xii origineel door de dichter gezet. Het boekje heeft de afmetingen 17,5 maal 23 centimeter. Een van de 57 exemplaren kost H 27,50; een exemplaar met de originele stap H 39,50. Uitgeverij 69, Hoge Larenseweg 45, 1221 ak Hilversum, uitgeverij69Agmail.com, www.uitgeverij69.nl
De Carbolineum Pers Boris Rousseeuw van De Carbolineum Pers is 8 december beginnen drukken aan De Laude Scriptores, ‘De Lof der Kopiisten’, een tractaat uit 1492 van de Duitse bibliofiel en kloosterabt Johannes Trithemius waarin die van leer trekt tégen de boekdrukkunst. Drukken op papier is slordig en veel te vergankelijk, iedereen in het klooster moet handschriften kopiëren, en wie daar écht te stom voor is, kan nog altijd boekbinder worden, aldus Trithemius.
De Latijnse tekst verschijnt hiermee voor het eerst in het Nederlands. Het met de hand zetten en het drukken van de 180 blz. tekst op de handpers is klaar, maar nu moeten de houtgravures (zie afbeelding) nog afgedrukt én ingekleurd worden. In de loop van mei moet de Lof klaar zijn. Meer inlichtingen op en bestellen via www.carbolineumpers.be. Huize Salvia, Nieuwe Dreef 6, 2920 Kalmthout, België, (00 32) (0)4 77 77 22 51
Ergo Pers Tourniquets, met twee lithografieën van Ronald Noorman, verschijnt bij Ergo Pers in het voorjaar van 2009 in een oplage van vijftig exemplaren. Formaat 30,5 · 25 cm. In foedraal. Intekenprijs H 250. Beide prenten werden door Ronald Noorman genummerd en gesigneerd. De lithografieën werden gedrukt door Felix Bauer te Keulen. Rein Ergo stond in voor ontwerp en afwerking. Later, in mei 2009 verschijnt bij Ergo Pers Negende Eeuw met gedichten van H.H. ter Balkt en etsen van Ronald Noorman. Ter Balkt, die tegenwoordig eerder teruggetrokken leeft maar gelukkig wel nog schrijft, blikt daarin terug op zijn dichterschap. Negende Eeuw is een dwarsdoorsnede van het gemaakte, en nieuwe gedichten vullen ouder werk aan. Meer info en afbeeldingen op www.ergopers.be. Ergo Pers, Muinkkaai 30, 9000 Gent, tel. + 32 (0) 9 225 60 40 ergo.persAtelenet.be
Marlies Louwes ‘Where the river bends, the blind men fall in’, zo begint het lied van Ivor Cutler (1923–2006), een man die niet zomaar ergens onder te brengen is. Hij is componist, humorist dichter en zanger, hij bespeelt het harmonium en is enig in zijn soort. ‘The river bends’ is nooit officieel uitgebracht, niet op een van zijn platen en niet in druk. Ivor zong het in een van de bbc 1 uitzendingen bij Andy Kershaw in 1987, uitzendingen die jaren later kortstondig via internet te downloaden waren. Ivor Cutler werd in 1923 in Glasgow geboren in een joods gezin. In ‘Glasgow dreamer’ en ‘Life in a Schotch sitting room’ vertelt hij op weergaloze wijze over het familieleven. Na een korte carrière als piloot (die niet lang duurde omdat hij in de
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
26/27
cockpit meer geboeid werd door het uitzicht dan door de knoppen) werd hij onderwijzer.Vroeg in de jaren vijftig verhuisde hij naar Londen. De eerste e.p. van Ivor Cutler verscheen in 1959. Hierop bijvoorbeeld ‘Mary is a cow’, het liedje dat in druk verscheen als kopperprent voor het Grafisch Centrum Groningen (zie Mooi Marginaal 2006–2007). Meer dan twintig jaar lang was hij een graag geziene gast bij John Peel. Voor veel mensen waren die Peelshows de eerste kennismaking met Ivor Culter. Bij mij begon het met een vriend met een vers gerepareerde platenspeler, waarna jeugdsentiment uit de kast werd getrokken maar ook af en toe iets obscuurs. Dat was de lp Jammy Smears. Sindsdien is deze drukker fan. Deze uitgave, inclusief een mini-cd met vier liedjes, is te verkrijgen door overmaking van H 31,50 (inclusief 1,50 verzendkosten) op giro 3833079 t.n.v. M. Louwes, Groningen. Contact: M.E.LouwesAhetnet.nl.
Het Gonst De samenwerking met René Franken, antiquariaat Demian gaat rustig verder. Vol enthousiasme en inzet zijn we deze dagen druk bezig met de afwerking van onze nieuw te verschijnen uitgave: Openingen. Gedichten van Remco Campert. Kleurenlitho’s van Ysbrant Na Bioscoop (1981), Zeventien schetsen voor Ysbrant (1996) en Vergane dagen (2001) bouwen beide vrienden verder aan een krachtig gezamenlijk oeuvre. Voor deze uitgave maakte Ysbrant drie kleurenlitho’s bij zes nieuwe gedichten van Remco Campert. Openingen is een gezamenlijke uitgave van Demian en Het Gonst, en wordt op 18 april 2009 voorgesteld ter gelegenheid van de opening van de Remco Campert tentoonstelling bij Demian. De oplage bestaat uit 75 op de pers genummerde exemplaren, waarvan er 50 bestemd zijn voor de handel. De eerste twintig exemplaren van de handelseditie worden verrijkt met een extra litho die tijdens de boekpresentatie op 18 april 2009 onder begeleiding van Rudolf Broulim ter plaatse door Ysbrant en Remco Campert op de steen zal worden getekend.
De tekst, met de hand gezet uit de Gill en Spectrum, is gedrukt op Zerkall Litho. Vormgeving en druk zijn verzorgd door Dick Wessels. De litho’s zijn gedrukt door Atelier Rudolf Broulim. Het bindwerk is verzorgd door Binderij Van Waarden. Het boek omvat 32 pagina’s, 25 · 32 cm oblong, en is gevat in een drieluik van zwart board. Alle exemplaren zijn gesigneerd door Remco Campert en Ysbrant. Prijs: H 300 (bij voorintekening en betaling vooraf is de prijs H 260) De eerste twintig exemplaren, met de extra litho, zijn gereserveerd voor de snelle inschrijvers. De intekening wordt strikt in volgorde van inschrijving afgehandeld. Intekenen kan via infoAdemian.be. Uw intekening is geldig na betaling van de factuur. Meer informatie: Demian, Wolstraat 2, B-2000 Antwerpen, (0032) 3 233 32 48, www.demian.be. Ter afsluiting een afbeelding van één van de drie litho’s uit het boek. En u mag er zeker van zijn dat de kwaliteit van de originelen dit digitale prentje ver overstijgt. Dick Wessels
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 128, april 2009
28
Kopwit Bij Kopwit is zojuist verschenen: Hakkaart voor dummies. Tien tekeningen van de Leidse kunstenaar Fer Hakkaart, de kluizenaar uit de Dullebakkersteeg, van commentaar voorzien door Jan van Rijckevorsel. ‘Fer Hakkaart laat de kijker meekijken, als een voyeur ons samenzweerderig vragend: “Zijn dit de krochten van mijn geest of doe ik maar alsof?” Zit er nog wat achter? Wij kijken naar een wereld die de zijne is maar waarvan ook hij afstand neemt. Genadeloze uitbundigheid in seks, pret en kleinburgerlijkheid toont meer de daad, de uiterlijke vorm, dan het gevoel. Men doet het allemaal, maar niet met elkaar.’ Boekverzorging Dominiek van Gent, letter Chaparral Pro, papier 130 grams Arctic volume white. Drukwerk Mostert & van Onderen!, bindwerk Boekbinderij Van Waarden. Oplage 200 exemplaren, prijs H 15 (excl. H 3 adm/verzendkosten). Kopwit, Swammerdampad 89, 2334 da Leiden, e-mail jvg32Axs4all.nl
colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting Drukwerk in de Marge. Voorzitter: Bubb Kuyper, bubbkuyperAnetaffairs.nl Secretaris: Silvia Zwaaneveldt, Gerrit Doustraat 4, 2311 xp Leiden, silviaAdrukwerkindemarge.com Penningmeester: Frans den Breejen, Korte Vleerstraat 8, 2513 vm Den Haag, fransAdrukwerkindemarge.com Nieuwe leden/adreswijzigingen graag doorgeven aan de penningmeester. Nieuwsbrieven verschijnen 4 maal per jaar, begin januari, april, juli en oktober. Kopij voor de nieuwsbrief dient uiterlijk halverwege de voorafgaande maand binnen te zijn. Bijdragen liefst per e-mail naar nieuwsbriefAdrukwerkindemarge.com, of per post naar Nieuwsbrief Stichting Drukwerk in de Marge, Herengracht 51, 1015 bc Amsterdam (op cd of op papier getypt, zo niet in elk geval duidelijk geschreven). Redactie: Alex Barbaix, Sander Pinkse