Naar een definitieve oplossing voor de RSZ-regeling met solidariteitsbijdrage in het jobstudentenstatuut Nota van de Jobdiensten van Studentenvoorzieningen 22 mei 2013
1. Vaststellingen Met de invoering van student@work in 2012 beoogde de overheid studentenarbeid transparanter te maken voor werkgevers en studenten en de administratie er rond te vereenvoudigen. Waar vroeger voor de RSZ-regeling met solidariteitsbijdrage 2 x 23 dagen geteld moest worden, met telkens een ander RSZ-tarief, werd overgeschakeld naar 1 x 50 dagen met één RSZ-tarief. Na 1 jaar praktijkervaring komen we tot volgende vaststelling: De oude problemen blijven bestaan: een systeem waarin geteld moet worden, blijft voor alle partijen moeilijk hanteerbaar. Tevens werd in aanloop van de zomervakantie 2012 de vrees van de jobdiensten bewaarheid: studenten met een resterend aantal dagen werden “goedkope” concurrenten van de studenten die hun dagen reeds hadden opgebruikt. Misbruik door sommige werkgevers: studenten worden het hele jaar door ingezet tot de 50 dagen op zijn, en dan wordt een nieuwe student aangenomen. Zo kan een werkgever 365 dagen op 365 met jobstudenten aan goedkoop RSZ-tarief werken.
2. Voorstel: een eenvoudige RSZ-regeling met solidariteitsbijdrage In ons voorstel wordt studentenarbeid die slechts onderworpen is aan solidariteitsbijdragen, beperkt tot de periodes waarbij studenten in regel niet gebonden zijn door onderwijsactiviteiten en tot momenten waarop reguliere werknemers of werkzoekenden in onvoldoende aantal beschikbaar zijn om de piekbelasting van vele werkgevers (horeca, distributie, detailhandel, …) op te vangen. Jobstudenten kunnen aan verminderd RSZ-tarief aan de slag gedurende bepaalde periodes in het jaar. Wij stellen voor die periodes te beperken tot de zomervakantie (1 juli t/m 31 augustus) en de weekends (van zaterdag 00.00 u tot zondag 24.00 u), niet tijdens feestdagen, behalve indien deze samen vallen met de zomervakantie of een weekend. Eventueel uit te breiden met kerst- en paasvakantie. Studentenarbeid die buiten deze periodes wordt gepresteerd, blijft toegestaan en te presteren met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, doch deze prestaties blijven onderworpen aan de normale sociale zekerheidsbijdragen.
Voordelen van dit systeem zijn groot:
Administratieve vereenvoudiging Er moet niet meer geteld worden, dat maakt het voor werkgevers en werknemers veel simpeler. Student@work is niet meer nodig. Een dimona en DFMA-aangifte kunnen in dagen blijven gebeuren, geen dure re-engineering zoals nodig zou zijn voor overschakeling naar halve dagen of uren. ICT-matig gemakkelijk te programmeren gezien de periodes gekend zijn.
Studentenarbeid beantwoordt aan een reële arbeidsnood Volgens de cijfers wordt jobstudentenarbeid vooral gepresteerd in de weekends en schoolvakanties, ook nog voor een aantal feestdagen (zie bijlage). In ons voorstel worden deze dagen bevestigd als de momenten die dienen voor jobstudentenarbeid. Enkel feestdagen worden niet gedekt in ons voorstel , tenzij uiteraard feestdagen in WE of zomervakantie vallen.
Geen concurrentie met reguliere werknemer Door de periodes waarop men jobstudentenarbeid mag doen, te beperken (nu is een volledig jaar RSZ-vrij werken mogelijk), beperkt men per definitie de concurrentie met de reguliere werkzoekenden.
Door te werken met periodes (en niet met dagen) werkt men de concurrentie tussen studenten onderling weg Voor de naar schatting 20.0001 studenten hoger onderwijs die hun studies moeten (mee)financieren uit studentenarbeid, valt met dit voorstel de “concurrentie” met de medestudenten, die om andere redenen werken, weg.
1
Zwartwerk tegengaan en controle vergemakkelijken M.b.t. controle wordt hieraan zeker voldaan in ons voorstel. M.b.t. het zwartwerk kan hier d.m.v. informatiecampagnes naar studenten toe aan verholpen worden en is de uitleg zeer begrijpbaar (weekends en bepaalde vakanties) voor alle kandidaat jobstudenten , ook de jongste en meest kwetsbare groep studenten (25% van de jobstudenten is immers jonger dan 18 jaar).
Er wordt vanuit werknemerszijde geopperd dat werkgevers de neiging hebben vacatures op de goedkoopste manier in te vullen, vanuit werkgeverszijde zegt men dat dit bijzaak is en dat flexibiliteit en beschikbaarheid de overhand hebben. In ons voorstel zijn studenten niet goedkoper tijdens de reguliere werkweek dan andere mogelijk beschikbare groepen. Over de nood aan jobstudenten tijdens de vakanties en de weekends zijn de werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers het in de regel wel samen eens.
De werknemersvertegenwoordiging heeft problemen met het “niet opbouwen van rechten” wanneer men werkt als jobstudent. In ons voorstel bouwt de student rechten op wanneer men werkt tijdens de week en
Studentenmonitor Vlaanderen 2009
gewone RSZ-betaalt. Gezien het feit dat steeds meer mensen geen volledige loopbaan kunnen bereiken is dit zeker een + punt . 3. Ja maar… Er wordt van maximum 50 dagen goedkope arbeid per student naar maximum 1492 dagen per student gegaan (169 indien ook kerst- en paasvakantie meegeteld worden). Dit zou een grote stijging van de goedkope studentenarbeid kunnen betekenen.
Maar… bekeken langs de kant van de werkgever kan men in ons voorstel slechts 149 dagen (169 indien kerst en paasvakantie meetellen) RSZ-vrijstelling inroepen, nu zijn het er 365! Voor werkgevers wordt het dus minder interessant in de week jobstudenten aan te werven.
Maar…de vrees dat “goedkope” studentenarbeid extreem zal toenemen bij alle studenten is o.i. ongegrond want 1) het ‘bijverdienen’ als studerende jongere wordt nog steeds begrensd door andere wetgevingen, oa deze van de kinderbijslag en de fiscaliteit. 2) Daarenboven willen de meeste studenten zelf slechts beperkt aan de slag in hun vrije momenten en aangepast aan hun specifieke studietraject. 1) Begrenzing in andere wetgeving Er is sowieso een begrenzing d.m.v. de normale dag- en week-grenzen. Een student kan dus nooit de volle 149 dagen werken, want in de vakantieperiodes kan men niet én alle dagen van de week werken én nog eens alle dagen van het weekend. Rekening houdend met de weekgrenzen (meestal max. 40 uur per week) kan 1 student dus maximaal 132 voltijdse dagen3 werken met het stelsel van solidariteitsbijdragen. De specifieke regelgeving op zondagsrust houdt ook een begrenzing in. Zo mogen jongeren niet meer dan één zondag op twee arbeid verrichten, behoudens toelating van het Toezicht op de Sociale Wetten.
Kinderbijslag: 240 uren regel, deze regel begrenst de student op een tewerkstelling van maximaal 30 dagen van acht uur per kwartaal. Alle weekends in een kwartaal opgeteld zijn goed voor 26 dagen. Als men kerst-en paasvakantie mee zou nemen in de regeling, kan men dus nooit én alle weekends én de vakantie werken, omdat men anders de kinderbijslag verliest. Er is wel een vrije tewerkstelling in het derde kwartaal voor de kinderbijslag. Eventueel kan een begrenzing voor het derde kwartaal in de kinderbijslag voorzien worden, die rekening
2
3
149 dagen in 2013, in 2014 zou dit gaan om maximaal 148 dagen.
Berekening als volgt: 104 weekenddagen – 17 weekenddagen zomervakantie = 87 dagen + 45 weekdagen zomervakantie = 132 dagen
houdt met het feit dat sommige studenten twee maand vakantiewerk nodig hebben, nl.een begrenzing dan op 360 uren4.
Fiscale grenzen: Kind ten laste: Bijv. bij gewaarborgd loon voor een 18 jarige met gehuwde ouders, kan men maar maximaal een equivalent van 109 dagen voltijds werken zonder het fiscaal voordeel van “kind ten laste” te verliezen. De barema’s van horeca, schoonmaak, instelling hoger onderwijs liggen standaard hoger, wat inhoudt dat de studenten meestal nog minder dagen kunnen werken, willen ze nog ten laste blijven. Werkt diezelfde 18-jarige student in de horeca dan kan hij een equivalent van 73 voltijdse dagen werken, aan de KU Leuven 93 dagen en in de distributie een equivalent van 107 dagen. Zelf belastingen betalen: Een student die de volle 149 dagen voltijds zou werken verdient ondertussen zoveel dat hij niet alleen wegvalt als kind ten laste maar ook nog zelf belastingen zal moeten betalen. Bijv. iemand van 19 jaar die met gewaarborgd loon gedurende 149 dagen voltijds werkt, betaalt op deze prestaties 29 euro belastingen. Diezelfde jobstudent die voltijds 149 dagen in de horeca werkt (met hogere lonen) betaalt al 1013 euro belastingen. Deze belastingen zullen nadien geïnd moeten worden omdat een RSZ-vrije tewerkstelling ook vrijgesteld is van bedrijfsvoorheffing. In de meeste gevallen zullen deze jobstudenten nog voor meerdere kwartalen de kinderbijslag zien wegvallen.
2) Studenten zijn zelf niet geneigd om echt veel te werken als jobstudent In 2011 werkte slechts 18% van de tewerkgestelde studenten de volle 23 dagen in de zomer. Tijdens het jaar was dat zelfs minder dan 6% (bron: cijfers RSZ). Er zijn geen cijfers online beschikbaar van studenten tewerkgesteld met volledige RSZ bijdragen. Zelfs in de periode dat men 2x 23 dagen kon werken met RSZ-vrijstelling werd deze mogelijkheid nooit maximaal benut door het merendeel van de studenten. Zie hieronder cijfermateriaal van de RSZ, cijfers enkel voor werk vrijgesteld van RSZ.
4
Berekening als volgt: 45 weekdagen zomervakantie x 8 uur = 360
2007
2008
2009
2010
2011
zom andere zom andere zom andere Zom andere Zom andere er kw er kw er kw er kw er kw gemiddeld aantal werkdagen
17
9
16
9
16
9
16
In 2011 werkte een student gemiddeld 5 dagen in het 1ste trimester In 2012 waren dat gemiddeld 6 dagen in het 1ste trimester
9
15
10
Bijlage Cfr. onderstaande tabel van de RSZ (januari tot augustus) tekent zich een duidelijke piek af in de weekends en in de zomervakantie, wat dus overeenkomt met het aanvoelen dat studenten het meest “nut” hebben als X-tra in die periodes