MONTESSORIAANS MINDMAPPEN MET KLEUTERS EEN ONDERZOEK NAAR DE PRAKTISCHE TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN VAN MINDMAPPEN BINNEN HET ONDERWIJS AAN KLEUTERS OP
MONTESSORISCHOOL DE BOOG IN NIEUW-VENNEP
Eline van Delden-Mastrobattista Studentnummer: 4939034 Nieuw-Vennep Mei 2012 InHolland Pabo VDT2 Hoofddorp
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
W OORD VOORAF De maatschappij verandert, de eisen die gesteld worden aan mensen veranderen, dus het onderwijs verandert vanzelfsprekend mee. Maar is dat wel zo vanzelfsprekend? Aan de ene kant willen ‘we’ het graag anders doen, maar aan de andere kant staan we er huiverig tegenover. Dit is niet anders voor mindmappen. Mindmappen heeft een enorme positieve aantrekkingskracht, ook in het onderwijs. We zien mogelijkheden waar we het onderwijs anders zouden kunnen aanpakken. Tegelijkertijd roept mindmappen weerstand op. Wat kan ik ermee en hoe moet ik het integreren in mijn onderwijs? Reële en terechte vragen. Onbekend maakt onbemind, luidt het gezegde. Als we meer weten over mindmappen en hoe je dit zou kunnen inzetten in het onderwijs, is de eerste drempel genomen. Misschien dat de aantrekkelijkheid van mindmappen dan meer op de voorgrond kan treden. De vraag van mijn opdrachtgever is gekomen vanuit nieuwsgierigheid naar de mogelijkheden. De instelling om te kijken naar hun eigen onderwijs, om te zien waar het anders kan, is zeker aanwezig. In dit onderzoek heb ik de eerste aanzet gemaakt om mindmappen binnen het kleuteronderwijs van De Boog te kunnen introduceren. Via deze weg wil ik Montessorischool De Boog in het algemeen en in het bijzonder mijn mentor Sanna Rozemeijer en mijn scriptiebegeleider vanuit InHolland Hoofddorp, Conny Gutter, bedanken voor hun ondersteuning bij mijn praktijkonderzoek. Sanna heeft mij de ruimte gegeven om naar eigen inzicht mijn experimentele mindmaplessen te kunnen en mogen uitvoeren. De gesprekken met Conny hebben mij geholpen om gefocust te blijven op de onderzoeksvraag. Natuurlijk wil ik ook de kinderen van groep 1/2B van De Boog op deze plek niet onvermeld laten. Hun enthousiasme en spontaniteit is hartverwarmend geweest. Zij hebben er mede toe bijgedragen dat ik dit praktijkonderzoek met veel plezier heb mogen uitvoeren. Niet in de laatste plaats gaat mijn dank uit naar mijn echtgenoot, Marcel van Delden en mijn dochter Isa. Ik ben mij bewust dat beiden gedurende de duur van mijn opleiding mijn aandacht en toewijding voor een groot deel hebben moeten missen, omdat ik deze gericht had op mijn studie en uiteindelijk het schrijven van dit onderzoeksverslag. Beiden hebben mij hiervoor de ruimte gegeven, die ik nodig had. Zeker de laatste fase van de opleiding had ik bovendien niet kunnen volbrengen zonder de ‘hulptroepen’ uit mijn naaste omgeving, mijn ouders en mijn schoonzus Cisca van Delden, die er samen met mijn man voor gezorgd hebben dat alles thuis op rolletjes bleef lopen. Ik ben ze daar heel dankbaar voor.
Eline van Delden-Mastrobattista
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
1
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
S AMENVATTING Dit onderzoek heeft tot doel een antwoord te formuleren op de vraag hoe mindmappen binnen het kleuteronderwijs op Montessorischool De Boog kan worden ingezet. Hiertoe is een serie mindmaplessen ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie hebben uiteindelijk geleid tot enkele aanbevelingen richting de opdrachtgever, Montessorischool De Boog, over het inzetten van de techniek van mindmappen binnen het kleuteronderwijs. Alvorens de experimentele mindmaplessen konden worden ontworpen is een uitgebreid literatuuronderzoek gedaan naar zowel de traditionele leertheorieën als de recente kennis uit breinwetenschappen. Hieruit is vast komen te staan dat er zeker een goede basis is om aan te nemen dat de techniek van mindmappen een positieve bijdrage kan leveren aan het onderwijs. Samen met de resultaten uit een tweede onderzoek naar de uitgangspunten van het montessorionderwijs binnen De Boog, heeft dit een aantal criteria opgeleverd waaraan de mindmaplessen moeten voldoen: De techniek van het mindmappen
Gebruik blanco papier, zonder lijnen en kaders om zo min mogelijk beperkt te worden. Leg het papier in de breedte (landscape), zodat dit het beste overeenkomt met de stand van je ogen. Plaats het onderwerp in het midden van het papier en maak het item zo specifiek mogelijk (kleur en afbeelding). Plaats de eerste tak op ‘twee uur’ en werk met de klok mee. Gebruik vloeiende lijnen voor het leggen van verbanden en gebruik per hoofdtak één kleur. Werk van globaal (dikke tak, grote letters) naar detail (dunne takken, kleine letters). Gebruik per tak één sleutelwoord, direct boven de tak gepositioneerd, gecombineerd met een krachtig beeld dat voor jou of de groep betekenis heeft.
De montessoriaanse uitgangspunten
Er moet rekening gehouden worden met de voorkeur voor kleuters, en vooral de jongste kleuters, om handelend bezig te zijn.
De mindmap is het sterkst bij het weergeven van de symbolische representatie van de werkelijkheid, wanneer dit aansluit op de eerste leerstap, namelijk het handelend bezig zijn.
De mindmap zal in een zo concreet mogelijke vorm gegoten moeten worden, waarbij kleuters ook zelf ermee aan de slag kunnen.
Daarnaast moet de mindmap in zijn vorm eenvoudig zijn en teruggebracht worden tot de essentie van wat je ermee wilt bereiken.
Het moet de mogelijkheid van herhaling in zich hebben.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
2
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Gelet op de onderzoekspopulatie, de kleuters van Montessorischool De Boog, in het bijzonder groep 1/2 B, is er een keuze gemaakt voor het onderzoeken van twee toepassingsmogelijkheden, namelijk de mindmap als advance organizer voor het bieden van een basisnetwerk, waaraan nieuwe kennis kan worden opgehangen en de mindmap als geheugensteun bij het goed onthouden van de aangeboden informatie. Om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zijn de mindmaplessen aan de hand van een kijkwijzer systematisch met elkaar vergeleken, waarbij steeds gekeken is naar het effect van drie variabelen:
Het vakgebied waarbinnen de mindmap is ingezet; woordenschatonderwijs of kosmische vakken/ wereldoriëntatie;
het gebruikte medium; de digitale mindmap, de mindmap met gebruik van een flanelbord, een papieren versie van de mindmap of met concreet materiaal;
de ingezette werkvorm; de grote kring, de kleine instructiekring of de individuele verwerking.
De belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek naar Montessoriaans mindmappen met kleuters van Montessorischool De Boog zijn:
De flanellen mindmap is voldoende concreet en nodigt uit om ermee aan de slag te gaan. De digitale versie is vluchtiger en beter in de grote kring in te zetten. Mits gebruik gemaakt wordt van een mindmapprogramma, biedt de digitale versie de beste mogelijkheden om te schakelen tussen het totaaloverzicht en het inzoomen op details.
Vooral voor woordenschatonderwijs kan de mindmap als advance organizer bijdragen aan het bieden van een kapstok om nieuwe woorden en begrippen aan te hangen. Als advance organizer werkt de mindmap het best als de basisstructuur gegeven is en kleuters deze verder zelf betekenis kunnen geven door eigen afbeeldingen eraan toe te voegen. Dit kan het best tijdens de individuele verwerking gebeuren bij het maken van een persoonlijke mindmap.
In de grote kring is het raadzaam, omwille van de korte concentratieboog van kleuters, te beschikken over een voorraad afbeeldingen, waaruit kleuters kunnen kiezen. Om dezelfde reden is een gezamenlijke mindmap het best in de kleine kring te maken, zodat kinderen niet lang op hun beurt hoeven te wachten en de kans het grootst is dat ze actief bezig zijn met de mindmap.
Maar bovenal vinden kleuters de mindmap leuk om mee te werken. Als leerkracht en school moet je wellicht even over de drempel van het onbekende stappen, maar wanneer de eerste ervaringen eenmaal opgedaan zijn, zul je ontdekken dat de toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs enorm zijn.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
3
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
I NHOUDSOPGAVE Woord vooraf .......................................................................................................................................................... 1 Samenvatting .......................................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 4 1
2
3
Inleiding........................................................................................................................................................... 6 1.1
Probleemveld......................................................................................................................................... 6
1.2
Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen ................................................................................................. 7
1.3
Theoretische inkadering ........................................................................................................................ 8
1.4
Structuur van het onderzoeksrapport ................................................................................................... 8
Onderzoeksmethodologie ............................................................................................................................... 9 2.1
Inleiding ................................................................................................................................................. 9
2.2
Onderzoekspopulatie ............................................................................................................................ 9
2.3
Onderzoeksopzet ................................................................................................................................. 10
2.4
Data verzamelen en onderzoeksinstrumenten ................................................................................... 11
2.5
Data analyse ........................................................................................................................................ 13
Resultaten vooronderzoek ............................................................................................................................ 14 3.1
Inleiding ............................................................................................................................................... 14
3.2
Wat is mindmappen?........................................................................................................................... 14
3.2.1
Inleiding ........................................................................................................................................... 14
3.2.2
Wat is mindmappen? ...................................................................................................................... 14
3.2.3
De leertheorie ................................................................................................................................. 16
3.2.4
Kennis uit de breinwetenschap ....................................................................................................... 19
3.2.5
Voordelen van mindmappen........................................................................................................... 24
3.2.6
Samenvatting resultaten literatuuronderzoek leertheorieën en breinwetenschap ....................... 26
3.3
Het onderwijs in de onderbouw op Montessorischool De Boog ......................................................... 27
3.3.1
Inleiding ........................................................................................................................................... 27
3.3.2
Het gedachtegoed van Maria Montessori....................................................................................... 27
3.3.3
Het onderwijs aan kleuters op De Boog .......................................................................................... 29
3.3.4
Samenvatting .................................................................................................................................. 31
3.4
Ontwerpeisen en ontwerp experimentele mindmap .......................................................................... 32
3.4.1
Introductie....................................................................................................................................... 32
3.4.2
Ontwerpeisen .................................................................................................................................. 32
3.4.3
Onderzoeksgebied en onderzoeksdoelen ....................................................................................... 33
3.4.4
Ontwerp serie experimentele mindmaplessen ............................................................................... 34
3.4.5
Samenvatting .................................................................................................................................. 36
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
4
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 4
5
Hoofdstuk 4 Resultaten praktijkonderzoek................................................................................................... 37 4.1
Inleiding ............................................................................................................................................... 37
4.2
Beschrijving van het praktijkonderzoek............................................................................................... 37
4.3
Presentatie onderzoeksresultaten en data-analyse ............................................................................ 37
4.3.1
De resultaten van de mindmaples als advance organizer ............................................................... 38
4.3.2
De resultaten van de mindmaples als geheugensteun ................................................................... 40
4.3.3
Draagt de mindmaples bij aan het plezier in het leren? ................................................................. 44
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen.................................................................................................... 46 5.1
Inleiding ............................................................................................................................................... 46
5.2
Beantwoording onderzoeksvragen...................................................................................................... 46
5.2.1
De (on)mogelijkheden van mindmaplessen .................................................................................... 47
5.2.2
Het gebruikte medium .................................................................................................................... 48
5.2.3
De werkvorm ................................................................................................................................... 49
5.2.4
Vakgebieden .................................................................................................................................... 49
5.3
Aanbevelingen en vervolgonderzoek .................................................................................................. 49
5.4
Reflectie op literatuur, methodologie en uitkomsten ......................................................................... 52
6
Literatuurlijst ................................................................................................................................................. 53
7
Bijlagen .......................................................................................................................................................... 55 7.1
Bijlage I Stap voor stap van ontwerpeisen tot ontwerp ...................................................................... 56
7.2
Bijlage II Observatieschema mindmaplessen ...................................................................................... 63
7.3
Bijlage III Ingevulde observatieschema’s per mindmaples .................................................................. 66
7.4
Bijlage IV Resultaten literatuuronderzoek ‘Wat is mindmappen?’ ..................................................... 87
7.5
Bijlage V Resultaten vooronderzoek ‘Uitgangspunten Montessorionderwijs’ .................................. 101
7.6
Bijlage VI Uitwerking mindmaplessen ............................................................................................... 107
7.7
Bijlage VII Overzicht resultaten mindmaplessen per kijkpunt ........................................................... 120
7.8
Bijlage VIII Mindmap (on)mogelijkheden mindmappen met kleuters............................................... 130
7.9
Bijlage IX Mindmap Montessoriaans mindmappen met kleuters ..................................................... 131
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
5
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
1
I NLEIDING
1.1
P ROBLEEMVELD In januari 2010 heb ik deelgenomen aan een eendaagse training mindmappen van de organisatie Purple Monkey (Cliteur, www.purplemonkey.nl, 2012). Deze training heb ik in eerste instantie gedaan uit persoonlijke interesse en omdat ik een manier zocht om efficiënter te studeren. Purple Monkey gaat uit van de mindmaptheorie van Tony Buzan, die zich de ‘vader’ van de mindmap noemt. De mindmap van Tony Buzan is een grafische weergave van een centraal thema met daaromheen enkele gerelateerde takken, die elk ook weer verder kunnen vertakken. Door het gebruik van één woord bij een vertakking wordt de kern van een onderwerp gevat. Daarnaast wordt veel gebruik gemaakt van kleur, afbeeldingen en tekeningen. De mindmap kan voor verschillende doeleinden worden ingezet, zoals voor het brainstormen of het maken van een samenvatting. De populariteit van mindmappen ligt voor een deel in de verkregen kennis over de werking van onze hersenen. Door technische ontwikkelingen zijn we tegenwoordig in staat een beeld van de (activiteit van de) hersenen te krijgen. De verkregen kennis uit hersenonderzoeken is ook interessant voor de onderwijspraktijk. Denk hierbij aan de kennis over de werking van hersenen bij ADHD of de recente kennis over het puberbrein. De vraag is hoe we deze kennis uit onderzoeken praktisch kunnen toepassen in het onderwijs, zodat de kwaliteit ervan verbetert. Een mindmap is één van de werkvormen die, gestoeld op de kennis uit breinonderzoek, zijn intrede heeft gedaan in het onderwijs. Zo worden mindmaps ingezet als introductie van een les, als brainstormtechniek of worden mindmaps juist gebruikt voor het (gezamenlijk) samenvatten van een les. Maar ook een boekbespreking kan opgezet worden aan de hand van een mindmap. Veel voorbeelden worden toegepast in de bovenbouw. In de onderbouw is het mindmappen echter nog nauwelijks van de grond gekomen. Dit neemt niet weg dat er wel interesse is vanuit de onderwijspraktijk. Dit geldt zeker ook voor mijn opdrachtgever, Montessorischool De Boog in NieuwVennep. Deze school gaat uit van het gedachtegoed van Maria Montessori. Zij noemt zich neo-Montessoriaans; de onderwijsvisie van Maria Montessori is uitgangspunt, aangevuld en uitgebreid met onderwijskundige inzichten van deze tijd. (OBS voor Montessorionderwijs De Boog, 2011) De leerkrachten van de kleutergroepen op Montessorischool De Boog werken zoveel mogelijk volgens de montessorimethode. Daarnaast staan zij open voor nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. De leerkrachten van de kleutergroepen van Montessorischool De Boog hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de mogelijkheden van mindmappen binnen de kaders van het montessorionderwijs. Met mijn praktijkonderzoek wil ik onderzoeken op welke manier mindmappen kan worden ingezet in het kleuteronderwijs op Montessorischool De Boog.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
6
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
1.2
O NDERZOEKSDOEL
EN ONDERZOEKSVRAGEN
Feit is dat het onderwijsveld de laatste tijd geïnteresseerd is geraakt in het gebruik van mindmaps binnen de schoolpraktijk. De vraag rijst wat mindmappen nu zo interessant maakt om als middel in te zetten in de lessen op school? Door te kijken naar de leerpsychologische theorieën en de recente ontwikkelingen op het gebied van ons brein en ons geheugen, hoop ik hier een antwoord op te kunnen geven. Montessoriaans onderwijs verschilt van regulier onderwijs door een eigen manier van lesgeven en het gebruik van speciaal ontwikkelingsmateriaal. In de kleuterklassen van Montessorischool De Boog wordt het onderwijs verzorgd volgens het gedachtegoed van Maria Montessori. De mindmaplessen, die ik ga ontwerpen en uitvoeren, zullen zodanig toegespitst zijn, dat ze goed aansluiten bij deze montessori-uitgangspunten, maar daarnaast ook de essentie van mindmappen behouden. Door middel van een serie experimentele mindmaplessen over meerdere vakgebieden, waarbij ik de werkvorm en de in te zetten media varieer, wil ik praktische ervaringen opdoen over de inzetbaarheid van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog. De hoofdvraag luidt dan ook:
Op welke (montessoriaanse) wijze is mindmappen in te zetten in het kleuteronderwijs van Montessorischool De Boog in NieuwVennep, zodat dit bijdraagt aan kwalitatief goed onderwijs?
Hieruit komen de volgende deelvragen voort: 1) Wat is mindmappen? a. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de traditionele leertheorie over hoe wij leren? b. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de breinwetenschap? 2) Wat zijn de uitgangspunten van het Montessorionderwijs? a. Hoe is het onderwijs in de onderbouw van Montessorischool De Boog vormgegeven? 3) Wat zijn de kaders waarbinnen de experimentele mindmaplessen moeten worden vormgegeven? 4) Welke (on)mogelijkheden heb ik ervaren bij de uitvoering van de experimentele mindmaplessen in de onderbouw van Montessorischool De Boog?
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
7
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
1.3
T HEORETISCHE
INKADERI NG
Voordat ik de onderzoeksvraag kan beantwoorden, zal ik eerst helder moeten krijgen wat de literatuur zegt over mindmappen. Wat is het en wat zijn nu precies die voordelen van mindmappen gezien vanuit de leertheorie en de breinwetenschap? Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Montessorischool De Boog, duik ik ook in het gedachtegoed van Maria Montessori, dat de basis vormt voor het onderwijs van De Boog. Dit dient om de kaders te bepalen van waaruit de experimentele mindmaplessen zullen worden ontworpen. De techniek van mindmappen zal in de praktijk worden uitgeprobeerd in diverse verschijningsvormen. Denk hierbij aan het variëren van de groepsgrootte en het gebruik van diverse soorten media. In alle gevallen worden de mindmaplessen ontworpen volgens de geldende criteria van kwalitatief goed (montessori)onderwijs. De ervaringen van deze experimentele mindmaplessen zullen vervolgens de input vormen voor het formuleren van een advies over de inzet van mindmappen binnen het kleuteronderwijs van De Boog.
1.4
S TRUCTUUR
VAN HET OND ERZOEKSRAPPORT
In dit hoofdstuk heb je kunnen lezen wat de aanleiding is geweest voor dit praktijkonderzoek, waarbij ontwikkelingen in de onderwijspraktijk en mijn persoonlijke interesse leidend zijn geweest. In het volgende hoofdstuk wordt het onderzoeksproces uiteengezet. Hier wordt de keuze van het soort onderzoek toegelicht en tref je de verantwoording van de gebruikte methodieken. In de hoofdstukken 3 en 4 worden achtereenvolgens de resultaten van het vooronderzoek, de ontwerpeisen, de wijze van uitvoering van het onderzoek en de verkregen resultaten van het onderzoek beschreven. Tot slot vind je in hoofdstuk 5 de conclusie naar aanleiding van deze resultaten en aanbevelingen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
8
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
2
O NDERZOEKSMETHODOLOGIE
2.1
I NLEIDING In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksmethodologie behandeld en is de verantwoording opgenomen van de keuze voor het soort onderzoek en de gebruikte methodieken. De onderzoekspopulatie wordt kort beschreven, waarna de opzet van het onderzoek, van de aanvankelijke aanleiding tot de uiteindelijke conclusies en aanbevelingen, stap voor stap wordt doorgenomen. Tevens tref je hier de verantwoording voor de gemaakte keuzes.
2.2
O NDERZOEKSPOPULATIE De onderzoeksvraag richt zich op het inventariseren van de mogelijkheden van de inzet van de mindmap binnen het onderwijs aan kleuters op De Boog. Op De Boog zijn de groepen verdeeld in de onderbouw (groepen 1 en 2), de middenbouw (groepen 3 en 4) en de bovenbouw (groepen 5 t/m 8). De onderbouw van De Boog bestaat uit drie kleuterklassen, waar de kinderen in leeftijd variëren van 4 tot 6 jaar. Hoewel het voor de betrouwbaarheid aan te bevelen is om de experimentele mindmaplessen zo veel mogelijk te herhalen en dus bijvoorbeeld in meerdere kleuterklassen uit te voeren, heb ik om praktische redenen ervoor gekozen de experimentele lessen alleen in mijn stageklas uit te voeren. Tijd is hierin een belangrijke beperkende factor geweest. Het voordeel bij het beperken van de doelgroep tot één groep is overigens wel, dat de onderzoekspopulatie zo goed mogelijk constant is gehouden. De variabelen van dit onderzoek zitten namelijk niet in de onderzoekspopulatie, maar in de soorten mindmaplessen (hierover straks meer in hoofdstuk 3). De kleutergroep van de onderbouwgroep 2B van Sanna Rozemeijer en Joke Loos bestaat uit 21 kinderen, waarvan 11 jongens en 10 meisjes. Twaalf kinderen zitten in groep 1, waarvan er drie zogenaamde herfstkinderen zijn. De overige negen kinderen zijn tweede groepers. Op één kind na dat Marokkaanse ouders heeft en twee kinderen met één ouder van buitenlandse afkomst, hebben alle kleuters ouders van Nederlandse afkomst met een gemiddeld tot hoger opleidingsniveau. Omdat de focus van het onderzoek komt te liggen op een variatie in soorten mindmaplessen, is ervoor gekozen deze meerderheid als onderzoekspopulatie te nemen. De kanttekening moet hier geplaatst worden dat een groep kinderen nooit homogeen is en dat elk kind zijn eigen achtergrond en persoonlijkheid meeneemt. Dit is echter een vast gegeven binnen het werkveld van het onderwijs. De experimentele mindmaplessen zullen dus, net als alle andere lessen in het onderwijs, adaptief moeten zijn.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
9
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
2.3
O NDERZOEKSOPZET Voor de uitvoering van dit onderzoek is gekozen voor een ontwerpgericht onderzoek. (T. Kallenberg, 2010) Het daadwerkelijk uitproberen van een experimentele mindmaples (het ontwerp) en het evalueren ervan zijn een goede manier om tot beantwoording van de onderzoeksvraag te komen. Deze experimentele mindmaplessen worden niet zomaar lukraak ingezet, maar worden op een systematische manier ontworpen via de gevonden ontwerpeisen. Hetzelfde geldt voor het evalueren van de lessen. Ook dit gebeurt aan de hand van vooraf opgestelde kijkpunten, die voortkomen uit de onderzoeksvraag. (C. van der Donk, 2010) Aanpak ontwerp experimentele mindmaplessen Van der Donk benoemt vier stappen in de aanpak van het ontwerp (C. van der Donk, 2010) : 1. Formuleren van de ontwerpeisen op basis van de probleemstelling en onderzoeksvraag; 2. bepalen van de manier van ontwerpen en verzamelen van hulpbronnen (wat is al voorhanden?); 3. keuze ontwerp en uitvoering van (delen van het) ontwerp. Er wordt hierbij gekeken of het idee voldoet aan de stelde ontwerpeisen, of het een antwoord kan geven op de onderzoeksvraag en of het idee uitvoerbaar is; 4. evalueren van het ontwerp en geven van adviezen. De verkregen gegevens worden geanalyseerd en geïnterpreteerd.
Figuur 1 is een schematische weergave van het onderzoeksproces, zoals deze voor dit onderzoek is aangehouden. De aanleiding, eerste verkenning en uiteindelijk de onderzoeksvraag van het onderzoek zijn inmiddels aan de orde geweest in het vorige hoofdstuk. Vanuit de onderzoeksvraag start het praktijkonderzoek eerst met een gedegen vooronderzoek; de literatuur wordt bestudeerd en door middel van een vraaggesprek met de groepsleerkracht wordt informatie ingewonnen over de inhoud en kwaliteit van het huidige onderwijs aan kleuters bij De Boog. Dit moet uiteindelijk leiden tot het helder krijgen van de randvoorwaarden en het formuleren van de ontwerpeisen; waaraan moeten de experimentele mindmaplessen voldoen willen het kwalitatief goede lessen zijn en passen binnen de onderwijsvisie van De Boog? Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 vanuit de onderzoeksvraag en de gestelde ontwerpeisen een keuze gemaakt welke variabelen er worden ingebouwd in de experimentele mindmaplessen, zodat deze ook uiteindelijk de informatie gaan opleveren die nodig is om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Ook de wijze waarop de gegevens worden verzameld wordt in dit hoofdstuk beschreven. De verzamelde gegevens moeten vervolgens nog geanalyseerd en uiteindelijk geïnterpreteerd worden. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op deze data-analyse. De uiteindelijke beantwoording van de onderzoeksvraag vind je tot slot in hoofdstuk 5, Conclusies en aanbevelingen. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
10
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
F IGUUR 1: O NDERZOEKSPROCES
2.4
D ATA
VERZAMELEN EN ONDERZOEKSINSTRUM ENTEN Voor dit praktijkonderzoek heb ik gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksinstrumenten:
Literatuuronderzoek: verzamelen van gegevens uit tekstbronnen
Vraaggesprek met de groepsleerkracht
Participerende observatie van de mindmaplessen
Literatuuronderzoek Het vooronderzoek is voor het grootste gedeelte gebaseerd op uitgebreid literatuuronderzoek. Het doel van dit literatuuronderzoek is boven tafel te krijgen welke aspecten een kwalitatief goede (mindmap)les moet bevatten gezien vanuit de aanwezige kennis hierover in de literatuur over leertheorieën en breinwetenschappen. Ook wordt hier de onderbouwing gegeven van de veronderstelling dat mindmappen bijdraagt aan het beter onthouden van informatie en dus een goed middel is om in te zetten bij onderwijsleerprocessen. Vraaggesprek Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Montessorischool De Boog is het tevens belangrijk kennis te nemen van de uitgangspunten van het Montessorionderwijs. Hiervoor heb ik na het doen van een literatuuronderzoek een vraaggesprek met de groepsleerkracht van De Boog gevoerd. Dit had als doel om te Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
11
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
inventariseren hoe de Montessoriuitgangspunten in het onderwijs aan kleuters bij De Boog in de praktijk worden gebracht. Het doel van dit gedeelte van het onderzoek is helder te krijgen aan welke eisen straks de mindmaplessen moeten voldoen, wil het goed passen binnen het Montessorionderwijs aan kleuters van De Boog. Participerende observatie Voor de evaluatie van de serie experimentele mindmaplessen heb ik gekozen voor participerende observatie, omdat ikzelf de lessen zal geven aan de kleuters. Het voordeel van participerende observatie is dat je een goed inzicht krijgt in de praktijksituatie. Het nadeel is echter dat je meerdere rollen tegelijk vervult, namelijk de rol van onderzoeker, van leerkracht en je eigen persoonlijke inbreng als mens. Het is belangrijk je hiervan bewust te zijn en deze rollen zo goed mogelijk gescheiden te houden. Ter ondersteuning hiervan heb ik daarom van tevoren een observatieschema aan de hand van vooraf opgestelde kijkpunten ontwikkeld. Deze kijkpunten vloeien voort uit de onderzoeksvraag en zijn erop gericht, bij het verzamelen van de gegevens, zo goed mogelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. In bijlage I: ‘Stap voor stap van ontwerpeisen tot ontwerp’, lees je meer over de ondernomen stappen die uiteindelijk tot het gebruikte observatieschema hebben geleid. Gestructureerde dataverzameling Ik heb gekozen voor een observatieschema met beoordelingsschalen, omdat hiermee aangegeven kan worden in welke mate een aspect aanwezig is in de lessen (zie bijlage II). Elke ontworpen en uitgevoerde experimentele mindmaples wordt doorgelicht op deze punten. Minder gestructureerde dataverzameling Vanwege de aard van het onderzoek, namelijk het uitproberen van experimentele mindmaplessen, wilde ik voorkomen dat belangrijke gegevens, die ik van tevoren niet had bedacht in de gestructureerde observatieschema’s verloren zouden gaan. Daarom is er in de observatieschema’s ook ruimte opgenomen voor opmerkingen en krabbels. Validiteit en betrouwbaarheid De mindmaplessen worden op eenzelfde onderzoekspopulatie ingezet. Door de onderzoekspopulatie zo goed mogelijk constant te houden, kunnen de uitkomsten toegeschreven worden aan de bewust ingezette variabelen, zoals vakgebied, gebruikt medium en werkvorm. Dit betekent overigens wel dat de uitkomsten van dit onderzoek in principe alleen iets zeggen over de inzet van mindmaplessen bij deze specifieke groep. Omdat de samenstelling van de overige twee kleutergroepen op De Boog vergelijkbaar is met de onderzoekspopulatie ben ik ervan uitgegaan dat de resultaten van mijn onderzoek redelijkerwijs doorgetrokken kunnen worden naar de hele onderbouw van De Boog. In dit onderzoek is de rol van de leerkracht niet meegenomen als onderzoeksgebied. Het is dan ook belangrijk voor de betrouwbaarheid van dit onderzoek, dat de Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
12
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
leerkracht die de mindmaplessen geeft, steeds dezelfde is. Daarom worden de mindmaplessen steeds door mijzelf uitgevoerd en beoordeeld. Om de betrouwbaarheid verder te garanderen, heb ik de dataverzameling en – analyse consequent en gelijkvormig gehouden; elke experimentele mindmaples is door dezelfde persoon op dezelfde punten beoordeeld.
2.5
D ATA
ANALYSE Om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zullen de verkregen gegevens uit de experimentele mindmaplessen moeten worden geordend en vergeleken. Om hiertoe in staat te zijn is het belangrijk dat er een eenduidige manier van dataverzameling is. In dit onderzoek heb ik hetzelfde observatieschema gehanteerd voor elke experimentele mindmaples, zodat het vergelijken van gegevens mogelijk wordt. Ook zijn de observatieschema’s grotendeels gestructureerd. Ik heb gekozen voor het horizontaal vergelijken van de gegevens, waarbij ik de verschillende experimentele mindmaplessen per kijkpunt met elkaar vergeleken heb. In bijlage III heb ik de ingevulde observatieschema’s per mindmaples opgenomen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
13
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
3
R ESULTATEN VOORONDERZOEK
3.1
I NLEIDING In dit hoofdstuk doe ik verslag van de resultaten van het vooronderzoek. Dit onderzoek heeft aan de ene kant tot doel de techniek van het mindmappen bestaansrecht te verlenen vanuit de theorie over leren en aan de andere kant om tot een lijst van ontwerpeisen voor de experimentele mindmaplessen te komen. In paragraaf 3.2 wordt deelvraag 1 ‘Wat is mindmappen?’ beantwoord vanuit zowel de visie van de traditionele leertheorieën als vanuit de meer recente breinwetenschap. Deelvraag 2 ‘Wat zijn de uitgangspunten van het Montessorionderwijs?’ krijgt een antwoord in paragraaf 3.3, waarbij ik ook de vertaalslag maak naar de onderwijspraktijk van mijn opdrachtgever Montessorischool De Boog. De verkregen antwoorden op deze twee deelvragen gebruik ik om de ontwerpeisen van de experimentele mindmaplessen te formuleren. In paragraaf 3.4 wordt dan ook antwoord gegeven op deelvraag 3 ‘Wat zijn de kaders waarbinnen de experimentele mindmaplessen moeten worden vormgegeven?’
3.2
W AT
IS MINDMAPPEN ?
3.2.1 I N L E I D I N G In deze paragraaf doe ik verslag van de belangrijkste bevindingen van mijn onderzoek naar mindmappen. Voor het volledige verslag van dit literatuuronderzoek verwijs ik naar bijlage IV. Eerst licht ik de traditionele leertheorieën door, waarmee ik het bestaansrecht hoop aan te tonen van de mindmap als didactisch middel in het onderwijs. Hetzelfde doe ik vervolgens met de meer recente informatie over onze hersenen vanuit wetenschappelijk breinonderzoek. Zijn er aannemelijke verklaringen te geven waarom mindmappen succesvol is bij technieken voor onthouden van informatie? Vanuit deze kennis kom ik tot een lijst van positieve punten van mindmappen, gestoeld op de theorie.
3.2.2 W A T
IS MINDMAPPEN?
Uit de theorie blijkt dat ieder zijn eigen accent legt op het principe van mindmappen. Toch zie je ook enkele aspecten van mindmappen steeds terugkomen (zie ook figuur 2):
Een mindmap is geordend rond een centraal thema;
een mindmap is hiërarchisch opgebouwd; hoe verder van het centrale thema, hoe meer er wordt ingezoomd op de details;
een mindmap combineert woord en beeld om de essentie van een (sub)onderwerp weer te geven;
een mindmap maakt gebruik van kleur om associaties te bevorderen en accenten te leggen en
mindmappen is een breinvriendelijke manier van leren.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
14
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
F IGUUR 2: E IGENSCHAPPEN VAN MINDMAPPEN
De definitie van mindmappen, zoals gehanteerd in dit praktijkonderzoek, luidt als volgt: mindmappen is een techniek die gebruik maakt van zowel beelden als woorden om complexe informatie te structureren rond een centraal thema, waarbij de nadruk ligt op de onderlinge verbanden. Dit structureren van informatie kan gaan om het structureren van de buitenwereld (les samenvatten, boekbespreking) of van de binnenwereld (brainstormen, gedachten te ordenen, presentaties voorbereiden). De mindmap volgens Tony Buzan Voor dit onderzoek wordt uitgegaan van de mindmap volgens Tony Buzan, een Britse psycholoog en inmiddels auteur van verscheidene boeken over mindmappen. De concept-map van J.D. Novak, een Amerikaanse opvoedkundige, heeft een vergelijkbare grafische weergave, zoals de mindmap van Tony Buzan, echter bij concept mapping is er geen sprake van een hiërarchische opbouw. (Lanzing, 1997) Er is niet één centraal thema, maar alle ‘concepten’ in het netwerk zijn nevengeschikt. Voor mijn onderzoek richt ik mij op de mindmap van Tony Buzan georganiseerd rond één centraal thema, omdat dit voor kleuters het meest overzichtelijk is.
F IGUUR 3: T ONY B UZAN (D YNAMIC H ORIZONS , 2012)
Het belang van het proces Yorick Saeijs van ‘Onderwijs maak je samen’ heeft het naar mijn mening bij het rechte eind als hij beweert dat de kracht van mindmappen niet zozeer zit in het product als wel in het proces. Juist door het maken van een mindmap, door de tak te Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
15
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
tekenen, door na te denken over het juiste sleutelwoord en door een pakkende afbeelding of symbool erbij te tekenen, die voor jou persoonlijk betekenis heeft, doe je een beroep op beide hersenhelften, waardoor het onthouden uiteindelijk makkelijker gaat. Een mindmap als product is dan ook vooral heel waardevol voor de maker zelf. Dit neemt niet weg dat een mindmap niet gezamenlijk kan worden opgesteld. Juist tijdens dit ontstaansproces van een mindmap daag je jezelf en anderen uit om keuzes goed te onderbouwen. Door het principe van associëren ontstaat er informatie-uitwisseling, omdat iedere deelnemer zijn eigen ‘know how’ kan delen. (Saeijs, 2011) Mindmappen in het onderwijs Mindmappen heeft verschillende werkvormen in zich: ordenen, discussiëren, associëren, schrijven en tekenen en in sommige gevallen ook knippen en plakken. In zijn Mindmap Ideeënboek geeft Saeijs diverse praktische toepassingen van mindmappen in het onderwijs:
Geven van een korte terugblik
Verwerken van de geleerde lesstof
Aanbrengen van structuur in de lesstof
Opstellen of aanvullen van leervragen
Ontwikkelen van woordenschat
Presentatiemiddel voor boekbespreking of spreekbeurt
Samenvatten en/ of evalueren aan het einde van de les
Handvatten bieden bij het stellen
Voorbereiden oudergesprekken Daarnaast zijn er voorbeelden vanuit de RT-praktijk, waarbij de mindmap ingezet wordt bij de ondersteuning van kinderen met dyslexie. (Bergh, 2010)
3.2.3 D E
LEERTHEORIE
Vanuit de diverse leertheorieën wordt er vooral gekeken naar de manier waarop wij leren. Hoe verhoudt zich de techniek van het mindmappen in relatie tot deze leertheorieën? In deze paragraaf worden de belangrijkste leertheorieën doorgelicht. Gestaltpsychologie; patronen en samenhangen Gestaltpsychologen gaan ervan uit dat we onze waarnemingen niet willekeurig structureren, maar streven naar een zekere eenvoud en ideale ordening (gute gestalt), waaraan we vervolgens betekenis toekennen. Ter illustratie neem ik hier het voorbeelden van figuur 4 en 5. Het onthouden van de onderdelen van deze afbeelding zal zeer waarschijnlijk lastiger zijn dan de onderdelen in de afbeelding van figuur 5, ondanks dat het hier om dezelfde onderdelen gaat. Dit komt omdat in de afbeelding in figuur 5 de onderdelen in onderlinge samenhang en in een logische opstelling staan, waardoor de beelden betekenis krijgen. (Eerkens, 2007) Ook een mindmap is gebaseerd op dit principe van aanbrengen van logische verbanden. Een mindmap is dus pas van waarde, wanneer het de werkelijkheid voor de persoon in kwestie representeert. Een mindmap is daarom ook heel persoonlijk. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
16
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
FIGUUR 4: ONDERDELEN MET SAMENHANG FIGUUR 5:ONDERDELEN ZONDER SAMENHANG, UIT: ‘ONTHOUDEN IN ÉÉN OOGOPSLAG’ (Eerkens, 2007) UIT: ‘ONTHOUDEN IN ÉÉN OOGOPSLAG’ (Eerkens, 2007)
Constructivisme Constructivisten zien leren als een actief proces en voegen daaraan toe dat de lerende zijn eigen werkelijkheid construeert en persoonlijk betekenis toekent aan informatie. Met mindmappen wordt niet klakkeloos informatie ‘weggezet’, er wordt nagedacht over de te verwerken informatie en betekenissen worden toegekend en gekoppeld aan al aanwezige kennis. In dit opzicht volgt mindmappen het denkproces zoals constructivisten dit voor ogen hebben. Cognitieve leerpsychologie Een voordeel van een mindmap is, dat deze in principe nooit ‘af’ is. Er kan altijd een tak aan toegevoegd worden en nieuwe associaties gemaakt worden. Dit betekent dat een mindmap een goed hulpmiddel kan zijn tijdens het leerproces, zoals Piaget deze voor ogen had, namelijk het proces van accommodatie; aanpassing van de geconstrueerde werkelijkheid van het kind, omdat het beseft dat zijn idee van de werkelijkheid niet meer strookt met de ‘echte’ werkelijkheid. (Kohnstamm, 2002) In vervolg hierop stelt de Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner dat taal kan leiden tot nieuw denken. Daarom is het belangrijk te werken aan woordenschat. Als het kind woorden leert, kan het denken een hogere vlucht nemen. In de manier waarop de informatie verworven wordt en in een bruikbare vorm van kennis beschikbaar blijft maakt de Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner onderscheid in drie vormen.
De enactieve representatie: hier vindt leren plaats door handelen met concreet materiaal. Al doende leert men. De voorbereide leeromgeving van kleuters is hier voor een groot deel op gestoeld.
De iconische representatie: door middel van waarnemingen of voorstellingen vormt de lerende zich een beeld van de werkelijkheid.
De symbolische representatie: processen als de werking van de zwaartekracht, oorzaken van de economische crisis, of het ontstaan van orkanen maken we grijpbaar en leggen we vast met begrippen en symbolen. Hierdoor is de mens in staat om abstract te denken.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
17
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
De mindmap kan de eerste stap zijn van enactieve representatie naar iconische representatie en in de latere schoolcarrière wellicht tot symbolische representatie, omdat de mindmap in feite een grafische weergave van de werkelijkheid is. Het interactionele denken De belangrijkste begrippen in dit interactionele denken, het zogenaamde ‘nieuwe leren’ zijn: (inter)activiteit, eigen betekenis geven en duurzame verandering. Mindmappen voorziet in de behoefte aan actief bezig zijn met informatie; je structureert informatie en denkt na over de essentie van een onderwerp. Vygotsky zag leren vooral als een product van de interactie met anderen. Leren is een interactief proces en kennis is uiteindelijk gedeelde kennis en het resultaat van onderhandeling. (Wal, 2008). Wanneer je als groep aan een mindmap werkt, voorziet het in de behoefte aan interactie; met elkaar informatie structureren en discussiëren over betekenisverbanden. Door zo actief met de informatie bezig te zijn zal deze beter, lees duurzaam, onthouden wordt. Ausubel ’s assimilatietheorie De leertheorie van Ausubel, in het bijzonder zijn assimilatietheorie, is in het kader van dit onderzoek interessant. Ausubel is vooral geïnteresseerd in de manier waarop de mens nieuwe kennis integreert in het kennisbestand waarover hij al beschikt. Hierdoor ontstaat een nieuwe, uitgebreidere cognitieve structuur. Ausubel gaat er bovendien vanuit dat de kennis in zo’n cognitieve structuur hiërarchisch is geordend. Hoe meer begrippen, regels en principes een cognitieve structuur bevat, hoe beter nieuwe kennis kan worden gekoppeld en hoe makkelijker de opgeslagen kennis kan worden gereproduceerd. Ausubel spreekt hier over zogenaamde ankerbegrippen. In de techniek van het mindmappen is dit vergelijkbaar met de sleutelwoorden en – beelden. Het opbouwen van een netwerk; advance organizers Nieuwe informatie wordt voor een kind pas betekenisvol wanneer deze verbonden kan worden met kennis waarover hij al beschikt. Vooral in de eerste levensjaren is het belangrijk bij een kind deze cognitieve structuur op te bouwen. De basisschool heeft als taak om zoveel mogelijk ankerbegrippen aan te bieden. De leerkracht zorgt voor het aanbrengen van een eerste kader of leerstructuur. Ausubel noemt dit een advance organizer. Zo’n organizer kan het beste in een vaste, voor het kind herkenbare vorm, gegoten worden. Waar echter Ausubel blijft steken in puur talige organizers, voorziet de mindmap juist in de behoefte van jonge kinderen, die vaak nog sterk visueel zijn ingesteld, aan het gebruik van beelden. In mijn visie is de mindmap een uitstekend middel om als ‘advance organizer’ in te zetten, vooral bij jonge kinderen. Het kind kan voortborduren op de basisstructuur van de mindmap. Vanuit dit kader van de advance organizer-mindmap wordt het kind vervolgens in staat gesteld zelf verbanden te leggen en associaties te maken tussen verschillende onderwerpen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
18
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
3.2.4 K E N N I S
UIT DE BREINWETENSCHAP
In de vorige paragraaf is vooral stilgestaan bij de meestal niet zichtbare leerprocessen. Door recente ontwikkelingen in de technologie is het nu mogelijk om ‘een kijkje te nemen’ in onze hersenen. De informatie die we hierdoor verkregen hebben over onze hersenen, noemt men ook wel de breinwetenschap. In het kader van dit onderzoek is het interessant te kijken naar de werking van de hersenen en in het bijzonder ons geheugen. De werking van onze hersenen De hersenen bestaan uit verschillende delen die onderling met elkaar samenwerken (Hilst, 2007). In de grote hersenen, de neo-cortex, vindt het denken en de interpretatie van gevoelens plaats. De grote hersenen bestaan uit twee helften, de linker- en rechterhemisfeer, die met elkaar verbonden zijn door een grote zenuwbalk, het corpus callosum. Beide hersenhelften bestaan uit vier zogenaamde kwabben: o o o o
de occipitale kwab (zien) de frontale kwab (denken) de temporale kwab (horen) de pariëtale kwab (bewegen, voelen) (Camps, 2008)
Om een zo hoog mogelijk leerrendement te halen, is het goed om informatie op een veelzijdige manier aan te bieden; visueel, talig, met geluiden en bewegingen, zodat een zo groot mogelijk deel van de hersenen actief is. Bovendien wordt nieuwe kennis, zoals in de vorige paragraaf is duidelijk geworden, in het geheugen gekoppeld aan bestaande kennis in de vorm van betekenisnetwerken. In zo’n netwerk zitten dus niet alleen linguïstische factoren, maar ook beelden, geuren en geluiden. Als één van die factoren wordt aangesproken, wordt het hele netwerk geactiveerd. Daarom is het belangrijk om nieuwe informatie zo gevarieerd mogelijk aan te bieden. Hoe breder het netwerk, des te makkelijker is de kennis weer op te roepen. (Jongejans, 2012) Linker- en rechterhersenhelft De linker- en rechter hersenhelft zijn elk verantwoordelijk voor respectievelijk de rechts- en linkszijdige sensorische en motorische functies. De hersenhelften werken in dit opzicht symmetrisch. Professor Roger Sperry ontdekte in 1981 dat de linker- en rechter hersenhelften gespecialiseerd zijn in verschillende taken, de zogenaamde asymmetrische specialisatie. (Brandhof, 2009) In figuur 6 worden deze ‘specialisaties’ weergegeven.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
19
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
F IGUUR 6: OVERZICHT SPECIALISTISCHE TAKEN LINKER - EN RECHTER HERSENHELFT (L' ÉCLUSE , 2008)
Hierbij moet één nuancering gemaakt worden. Uit onderzoeken van Ornstein, Zaidel en Bloch blijkt namelijk dat beide hersenhelften weliswaar dominant zijn in sommige activiteiten, maar dat ze in principe beide tot alle taken in staat zijn. Wel is het belangrijk om de capaciteit van de hersenen beter te benutten, om zowel je linkerals rechterhersenhelft te activeren. De meeste ‘winst’ is er namelijk te behalen als beide hersenhelften met elkaar samenwerken. Geheugensporen Bij elke informatieprikkel wordt de boodschap in de hersenen van cel tot cel doorgegeven via een biochemische, elektromagnetische route, ook wel een geheugenspoor of ‘mental map’ genoemd. Hoe meer routes en sporen je aanlegt, hoe sneller en efficiënter je denken wordt en hoe beter je geheugen functioneert. (Hordijk, 2010) Een mindmap is in feite een grafische representatie van zo’n geheugenspoor. Door de mindmap steeds terug te laten komen in verschillende situaties, wordt het bijbehorende geheugenspoor steeds geactiveerd. Gedurende de hele periode van hersenrijping van geboorte tot ongeveer het 20e levensjaar gaan verbindingen die niet of weinig worden gebruikt weer verloren met het accent op de periode van 0-6 jaar. (Jolles, 2010) Wederom een reden om in de basisschoolperiode het kind veelvuldig in aanraking te laten komen met een breed scala aan onderwerpen. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
FIGUUR 7: VOORBEELD NEURON (NIDA, 2008)
20
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Het lange termijngeheugen Van Beemen verstaat onder geheugen het vermogen informatie op te slaan en deze op een later tijdstip weer op te roepen. (Beemen, 2010)
F IGUUR 8: INFORMATIEVERWERKINGSMODEL VOLGENS V AN B EEMEN (B EEMEN , 2010)
Onthouden is een proces waarbij informatie via het korte termijn geheugen uiteindelijk wordt opgeslagen in het lange termijngeheugen (zie figuur 8). De informatie die opgeslagen wordt in het lange termijngeheugen wordt geclassificeerd. Als we de informatie vervolgens weer willen oproepen uit ons geheugen hebben we de code nodig die gebruikt werd bij het classificeren van de informatie. De code die gebruikt wordt om toegang te krijgen tot het geheugenspoor wordt retrieval cue genoemd. Bij mindmappen wordt gewerkt met iets soortgelijks, namelijk sleutelwoorden en –beelden. Zo’n retrieval cue, of sleutelbegrip kan bestaan uit een uitspraak, beelden of vrije associaties. Een goede cue moet uniek zijn, maar het moet ook mogelijk zijn deze terug te kunnen vinden. Een belangrijke factor voor succes is als de cue persoonlijk is en bij voorkeur zelf is bedacht. (N. Dorrestein, 1989) Het lange termijngeheugen bestaat uit vijf geheugensystemen:
Het semantisch geheugen (opslag van feiten en gegevens)
Het procedureel geheugen (opslag van motorische vaardigheden)
Het episodisch geheugen (opslag van reeksen van gebeurtenissen)
Het ruimtelijk geheugen (opslag van plaats, positie en ruimte)
Het werkgeheugen (processen van reflecteren en redeneren) (Camps, 2008)
Het episodisch geheugen is heel krachtig en persoonlijk, maar ook heel subjectief en selectief. Het semantisch geheugen is veel betrouwbaarder, maar duidelijk ook minder krachtig door het ontbreken van de persoonlijke ervaringen. In de
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
21
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
onderwijscontext kan men hier rekening mee houden door bijvoorbeeld hulpmiddelen in te zetten, zoals afbeeldingen en ezelsbruggetjes. (Stefels E. D., 2012) Gebruik van beelden om begrippen duidelijk te maken is belangrijker nog dan woorden. Een visueel beeld heeft voorrang boven een verbale opdracht. Wanneer de hersenen de opdracht krijgen: “Denk niet aan een roze olifant.”, wordt direct het beeld van een roze olifant geactiveerd, nog voordat je de betekenis van de zin bewust wordt. (J. Duerings, 2011) De mindmap ontleent zijn kracht dan ook door het gebruik van beelden.
FIGUUR 9: DENK NIET AAN EEN ROZE OLIFANT (Lund, 2010)
Het korte termijngeheugen Het korte termijngeheugen heeft een kleine capaciteit en kan maar tijdelijk informatie vasthouden. Bij kleuters heeft het korte termijngeheugen zelfs een nog beperktere capaciteit. De geheugenspan van kleuters is 4 eenheden ten opzicht van 7 bij volwassenen. In de vorige paragraaf over de leertheorie en in het bijzonder de gestaltpsychologie werd al aangehaald dat onze hersenen ‘trucs’ bedenken om met de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen toch grotere hoeveelheden informatie op te kunnen slaan door informatie in beelden en logische verbanden te plaatsen. Het combineren van brokken informatie in clusters noemt men in vaktermen ook wel chunks. Door iets als één geheel in je lange termijngeheugen op te slaan in plaats van als meerdere losse eenheden, wordt er economisch omgegaan met de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen. De mindmap speelt op tweeërlei wijze een rol bij dit aspect van ‘chunking’ van informatie. Aan de ene kant is de mindmap als geheel te zien als één ‘chunk’, één cluster van informatie. Aan de andere kant vertegenwoordigen de gebruikte sleutelbegrippen in de mindmap een brok informatie. Naast de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen, werkt het ook als een filter; niet alle informatie dat het korte termijngeheugen binnenkomt, wordt uiteindelijk opgeslagen in het lange termijngeheugen. Welke dingen onthouden we beter dan andere (Brandhof, 2009):
Informatie aan het begin en aan het eind van een verhaal of betoog. Dingen die herhaald worden; gemiddeld moet de leerstof 5 keer herhaald worden, voordat het permanent wordt verzonden naar het lange termijngeheugen. (Buzan, 2009) Drie- en vierjarige kinderen gebruiken spontaan de methode van visuele herhaling. Zij kijken, vaak onbewust, steeds weer even naar iets wat ze willen onthouden. (Kohnstamm, 2002) Het is dan ook belangrijk de aangeboden lesstof zichtbaar in de klas te plaatsen, zodat kinderen deze spontane manier van geheugentraining kunnen toepassen. Dingen die aansluiten bij de eigen belevingswereld en interesses.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
22
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Dingen die we koppelen aan iets wat we al weten; kleuters zijn van nature geneigd om te associëren. Zij zijn voortdurend op zoek naar aansluiting van het gespreksonderwerp bij hun eigen beleving. Op deze manier wordt informatie gekoppeld aan bestaande informatie, zodat dit beter kan worden onthouden en later makkelijker en sneller kan worden opgeroepen. Dingen die verbonden zijn aan één of meer zintuiglijke ervaringen; Als de leerstof wordt gekoppeld aan beelden, geur of smaak, worden verschillende delen van de hersenen, de verschillende geheugensystemen, geactiveerd, waardoor informatie beter wordt onthouden. Dingen die opvallen, raar of bizar zijn (het Von Restorff effect); je geheugencapaciteit verbetert als je: Overdrijft wat je moet onthouden Kleuren gebruikt om teksten te markeren Zodanig kan associëren dat de afwijkende en unieke eigenschappen van de te onthouden leerstof naar voren treden Probeert vooral sleutelwoorden1 te gebruiken die levendige beelden oproepen
Emoties Emoties spelen een belangrijke rol bij de effectiviteit van ons geheugen (zie figuur 10). Te veel stress zorgt ervoor dat de geheugenfuncties door de amygdala wordt geblokkeerd. Te weinig uitdaging zorgt voor te weinig dopamine in onze hersenen, een belangrijke neurotransmitter bij de overdracht van informatie in onze hersenen. Dit betekent dat een situatie voldoende spannend moet zijn om de volledige aandacht, oftewel een geactiveerd werkgeheugen, te krijgen”, aldus Kees Vreugdenhil in een interview voor MM over het geheugen. (Stefels E. D., 2012) “Emoties zijn de motoren van onze herinnering”, aldus Jolles in zijn boek ‘Ellis en het verbreinen’. (Jolles, 2010) Positieve emoties zijn onder andere te stimuleren door kinderen succeservaringen te laten beleven. Het gebruik van humor of bizarre of grappige voorbeelden in de lessen is dus aan te bevelen.
FIGUUR 10: RELATIE TUSSEN EMOTIES EN GEHEUGEN (Brandhof, 2009)
1
Een sleutelwoord is een specifiek woord dat je kiest of creëert en vormt een uniek referentiepunt voor iets belangrijks dat je wil onthouden.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
23
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
3.2.5 V O O R D E L E N
V A N M I N DM A P P E N
In de voorgaande twee paragrafen heb ik door in de literatuur te duiken het bestaansrecht van de techniek van het mindmappen volgens de leertheorieën en de werking van ons geheugen aangetoond. Hierna volgt een opsomming van de gevonden voordelen van mindmappen in relatie tot deze theorieën: Vanuit de leertheorieën:
Mindmappen sluit aan bij het natuurlijke streven van onze hersenen naar vereenvoudiging en ordening (Gestaltpsychologie).
Mindmappen ondersteunt de iconische representatie van informatie door gebruik te maken van beelden en symbolen (Cognitieve leerpsychologie).
Met een mindmap kan op eenvoudige wijze nieuwe kennis aan bestaande kennis worden gekoppeld (Ausubel’s assimilatietheorie).
Informatie in een mindmap is op dezelfde wijze geordend als de cognitieve structuur van ons geheugen, namelijk hiërarchisch (Ausubel’s assimilatietheorie).
Een mindmap kan als advance organizer fungeren wanneer een kind nog niet over een (uitgebreid) kennisnetwerk beschikt (Opbouwen van een netwerk).
Mindmappen is een actief proces, net als leren, met activiteiten als selecteren, opnemen, verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis geven aan verschillende vormen van informatie (Constructivisme).
Een mindmap kan heel goed samen gemaakt worden, waarbij de kracht ligt in het nadenken, discussiëren of onderhandelen over de (plaatsing van) informatie in de totaalstructuur. Belangrijk is de aandacht voor het herkennen van overeenkomsten en verschillen en het ordenen van de informatie. (Constructivisme, Vygotsky).
Vanuit de breinwetenschap
Een mindmap is opgebouwd uit beelden en grafische voorstellingen in symbolen en kleuren. Hierdoor worden beide hersenhelften aangesproken en wordt zo de hersencapaciteit beter benut (Linker- en rechterhersenhelft).
Een mindmap vertoont opvallende gelijkenis met de neuronen van de hersenen. De vertakkingen in een mindmap zijn dikker naarmate men dichter bij het centrale onderwerp komt, geheugensporen die vaak gebruikt worden in de hersenen, worden eveneens steviger (Geheugensporen).
Een eenmaal gemaakte mindmap kan heel goed hergebruikt worden om de leerstof even te herhalen. In één oogopslag is duidelijk waar de lesstof over ging en er kan dus efficiënt herhaald worden. Dit levert tijdwinst op (Herhaling).
Een mindmap kan gebruikt worden aan het begin van een les om te inventariseren wat de startkennis van kinderen is. Van hieruit kan de lesstof worden opgehangen aan bestaande informatie, waardoor de nieuwe lesstof beter onthouden wordt (Aansluiten bij de belevingswereld en koppelen aan bestaande kennis).
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
24
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Een mindmap maakt gebruik van een combinatie van beelden en woorden. De kracht zit in het kiezen van de juiste sleutelwoorden en –beelden, die niet alleen de essentie van het onderwerp weergeven, maar ook een beroep doen op je verbeeldingsvermogen, emoties en ervaringen. Nadeel is wel dat de mindmap alleen voor de maker zelf zeer krachtig wordt, maar voor een buitenstaander van minder betekenis is (Gevarieerde ervaringen).
Mindmappen is een aantrekkelijke werkvorm. Zodra mensen over de drempel heen zijn en een paar keer geoefend hebben met een mindmap, ervaren de meeste mensen dit als een leuke bezigheid. Positieve emoties zijn belangrijk, omdat dit het leerproces bevorderen (Emoties).
Bij het maken van een mindmap is alles geoorloofd, elk beeld dat voor de maker betekenis heeft, hoe bizar ook, kan gebruikt worden; een beeld of woord kan verwijzen naar een eerder meegemaakte gebeurtenis en zo de voordelen van het krachtige episodische geheugen benutten (Von Restorff effect).
Traditionele aantekeningen versus de mindmap De traditionele aantekeningen bestaan vooral uit woorden of getallen op een lineaire manier geordend en doen dus vooral een beroep op de linker hersenhelft. De mindmap beperkt de hoeveelheid woorden door een enkel sleutelwoord per tak te gebruiken en ondersteunt dit met kleur en beelden, waardoor ook de rechter hersenhelft FIGUUR 11: wordt geactiveerd. VERSCHILLEN TRADITIONELE AANTEKENINGEN EN MINDMAPPEN Daarnaast is de mindmap niet lineair, maar hiërarchisch vanaf een centraal thema opgebouwd, waarbij de belangrijkste (sub) thema’s het dichtst bij het centrale thema gepositioneerd worden en, naarmate men verder van het thema afkomt, meer ingezoomd kan worden op de details. De gebruikte ‘takken’ en kleuren zorgen voor de accentuering van verbanden en relaties. Hiermee sluit de mindmap goed aan bij de manier waarop hersenen informatie opslaan, namelijk in een netwerk van betekenissen. Een eenmaal opgezette mindmap kan makkelijk worden aangepast; takken kunnen gemakkelijk worden weggehaald of veranderd of nieuwe takken kunnen worden toegevoegd. Bij traditionele aantekeningen is hier vaak geen ruimte meer voor. Hiermee sluit een mindmap beter aan bij de manier waarop wij leren dan de traditionele vorm van aantekeningen maken; ook ons leerproces is nooit ‘af’, er kan altijd wat ‘bij’ geleerd worden. (Bergh, 2010)
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
25
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Kanttekening Voordat je kunt profiteren van de voordelen van mindmappen, zul je eerst moeten leren een mindmap te maken. Hiermee doel ik dan op de specifieke regels bij het maken van een mindmap en niet zozeer het ‘leren’ tekenen. Dat je namelijk eerst moet kunnen tekenen voordat je een mindmap kan maken, berust op een misverstand. Belangrijker dan het maken van een beeld dat een afspiegeling van de werkelijkheid is, is dat het gebruikte symbool of beeld betekenis heeft voor de maker zelf. Bovendien heb je via Google Afbeeldingen een schatkist vol kant-en-klare afbeeldingen tot je beschikking. Mindmappen als nieuwe techniek zal in het begin nog geen ‘vruchten afwerpen’. Dit komt omdat ons brein, met de beperkte capaciteit van ons werkgeheugen, zich niet op zowel de vorm als de inhoud kan richten. Wanneer de vorm dus nieuw is, zal deze zich eerst eigen gemaakt moeten worden, voordat het kind zich kan concentreren op de inhoud. Westhoff noemt dit principe ‘de cognitieve economie’: “Verwerken gaat ten koste van de ruimte die je voor inhoud overhoudt.” (Westhoff, 2012) Belangrijk is dus om steeds te werken met dezelfde werkvorm en hetzelfde grafische model. Hierdoor ontstaat routine en krijgen kinderen steeds meer ruimte om zich te richten op de inhoud en betekenis van de leerstof. (J. Duerings, 2011) Wanneer je aan de slag gaat met het maken van een mindmap zijn er enkele regels die ter harte genomen moeten worden. Door onderstaande regels consequent toe te passen, zal er na verloop van tijd voor kinderen een herkenbare werkvorm ontstaan, zodat ze zich steeds meer op de inhoud kunnen focussen. De regels voor mindmappen zijn:
Gebruik blanco papier, zonder lijnen en kaders om zo min mogelijk beperkt te worden. Leg het papier in de breedte (liggend), zodat dit het beste overeenkomt met de stand van je ogen. Plaats het onderwerp in het midden van het papier en maak het item zo specifiek mogelijk (kleur en afbeelding). Plaats de eerste tak op ‘twee uur’ en werk met de klok mee. Gebruik vloeiende lijnen voor het leggen van verbanden en gebruik per hoofdtak één kleur. Werk van globaal (dikke tak, grote letters) naar detail (dunne takken, kleine letters). Gebruik per tak één sleutelwoord, direct boven de tak gepositioneerd, gecombineerd met een krachtig beeld dat voor jou of de groep betekenis heeft.
3.2.6 S A M E N V A T T I N G
R E S U L T A T E N L I T E R AT U U R O N D E R Z O E K L E ER T H E O R I E Ë N E N
BREINWETENSCHAP
In deze paragraaf heb ik de theorieën over hoe wij leren gekoppeld aan de eigenschappen van mindmappen. De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is, dat mindmappen goed aansluit bij de manier waarop wij nieuwe kennis tot ons nemen; we geven nieuwe kennis persoonlijke betekenis en integreren het in ons bestaande Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
26
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
kennisnetwerk. Hoe vaker, gevarieerder, unieker en persoonlijker dit gebeurt, hoe beter het onthouden wordt en hoe makkelijker het ook weer opgeroepen kan worden. Het bedenken van goede sleutelwoorden en –beelden is hierbij zeer belangrijk. Een mindmap kan bovendien goed ingezet worden als advance organizer, waardoor kinderen de nieuwe informatie makkelijker in een structuur kunnen opnemen. Willen we kunnen profiteren van de voordelen van mindmappen binnen het onderwijs, dan moeten we enkele ‘regels’ van het mindmappen in acht nemen. Ook moeten kinderen en leerkrachten de tijd krijgen aan deze nieuwe manier van werken te wennen. Pas daarna kan men echt profiteren van de voordelen van mindmappen. Nu we de techniek van mindmappen een plek hebben gegeven binnen de leertheorie en de kennis uit breinwetenschappen, is het ook belangrijk te inventariseren of de eigenschappen van mindmappen zijn te verenigen met de uitgangspunten van het montessorionderwijs. Dit wordt behandeld in de volgende paragraaf.
3.3
H ET
ONDERWIJS IN DE ONDERBOUW OP
M ONTESSORISCHOOL D E B OOG
3.3.1 I N L E I D I N G Om te kunnen bepalen of mindmappen een techniek is die kan worden toegepast binnen het Montessorionderwijs aan kleuters op De Boog, heb ik eerst de literatuur bestudeerd over de belangrijkste uitgangspunten van Maria Montessori. Vervolgens heb ik in een vraaggesprek met de leerkracht van groep 1/2B van De Boog gekeken naar hoe aan deze uitgangspunten vormgegeven wordt in de onderwijspraktijk in de onderbouw van Montessorischool De Boog. Deze bevindingen gebruik ik vervolgens om de punten te kunnen benoemen, waar straks rekening mee gehouden moet worden bij het ontwerp van de experimentele mindmaplessen.
3.3.2 H E T
G E D A CH T E G O E D V AN
MARIA MONTESSORI
Uit het literatuuronderzoek naar de uitgangspunten van het montessorionderwijs zijn de volgende punten gekomen die relevant zijn voor het ontwerp van de experimentele mindmaplessen. Voor het volledige verslag van het literatuuronderzoek verwijs ik je naar bijlage V. De ontwikkeling van de mens De taak van het onderwijs is volgens Montessori de fysieke wereld zo te groeperen dat het voor een leerling gemakkelijk wordt zelf te ontdekken welke samenhangen en overeenkomsten er zijn. (Kohnstamm, 2002) Aan de behoefte een structuur als basis voor verder leren aan te leggen, zou de mindmap wellicht een goed hulpmiddel kunnen zijn.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
FIGUUR 12: MARIA MONTESSORI (Nederlandse Montessori Vereniging, 2012)
27
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Gevoelige perioden Het kind toont gedurende een korte of langere periode diepe interesse in een bepaald leergebied, de zogenaamde gevoelige perioden. In zo’n periode kan het kind voor een langere periode geconcentreerd werken en een handeling blijven herhalen. Wanneer een kind een oefening steeds herhaalt, is dit het teken dat het zich ontwikkelt. De taak van het onderwijs is een omgeving en middelen te scheppen, die zo goed mogelijk aansluiten op de interesses van het kind behorende bij de betreffende gevoelige periode. Ook is de taak van het onderwijs te zorgen voor een voorbereide leeromgeving, die het kind aanspoort tot activiteit en gelegenheid geeft om de activiteit te herhalen indien gewenst. Ontwikkelingsfase van kleuters In de ontwikkeling van een kind zijn enkele duidelijk te onderscheiden fasen. In de ontwikkelingsfase waar kleuters zich in bevinden ontwikkelen kinderen zich door oefening en eigen activiteit. De uitdaging ligt om de experimentele mindmaplessen zo vorm te geven dat deze de eigen activiteit van kinderen stimuleert en waarbij ze zelf handelingen kunnen uitvoeren. Daarnaast kenmerkt deze ontwikkelingsfase zich door een natuurlijke drang naar woordenschatverwerving en een goed ontwikkelde waarneming. Waar bij jonge kleuters de zintuigen en bewegingen een belangrijke rol spelen, vergaren oudere kleuters hun kennis vooral via hun geheugen. De mindmap zou hier ingezet kunnen worden om overeenkomsten, verschillen en onderlinge relaties duidelijk te maken. Tot slot kunnen kleuters interesse tonen in getallen, mits deze zintuiglijk gepresenteerd worden. Vrije keuze Het gedachtegoed van Montessori houdt in dat het kind zelf mag kiezen waarmee het bezig wil zijn. De leerkracht begeleidt het kind bij het maken van zijn keuze door nieuw materiaal te presenteren en uit te leggen en het kind te leren zelf keuzes te maken. Deze vrije keuze zal ook in de experimentele mindmaplessen worden ingebouwd. Ontwikkelingsmateriaal Goed ontwikkelingsmateriaal stelt kinderen in staat hun indrukken te ordenen en op een geordende wijze in zich op te nemen. Al handelend met het materiaal doen kinderen ervaringen op, waardoor zij tot bepaalde inzichten komen. De experimentele mindmaplessen zullen vooral gericht zijn op het ordenen van indrukken. De mindmap is in feite een symbolische weergave van de werkelijkheid. Voor de jongste kleuters is het belangrijk dat de mindmap aansluiting houdt met het concrete handelen. Taak van de leerkracht Naast het zorgen voor een voorbereide leeromgeving en het begeleiden van de kinderen bij het zelfstandig werken, heeft de leerkracht de taak leerstof ‘op grootse wijze’ aan te bieden. Wanneer de leerkracht leerstof aanbiedt, richt dit zich vooral op het geven van ideeën en het aanbieden van basisbegrippen, waarmee het kind Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
28
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
zelfstandig aan de slag kan. Ook hierbij kan de mindmap een kader bieden voor het kind om daarna zelf aan de slag te gaan. Het aanbieden van de leerstof moet aansluiten bij de wijze van kennisverwerving van het kind. Voor de jongere kleuter is dat via motoriek en zintuigen, voor de oudere kleuters via het geheugen. Om de mindmap ook voor de jongste kleuters interessant te maken, is het belangrijk deze zo concreet en tastbaar mogelijk te maken. INDIVIDUEEL
LESJE
Bij het geven van een individueel ‘lesje’ worden twee fasen onderscheiden. De eerste fase richt zich op verkenning van het materiaal. Pas wanneer de eerste fase is voltooid worden handelingen en voorwerpen van naam voorzien. Ook bij de experimentele mindmaplessen is het belangrijk rekening te houden met deze eerste fase van verkenning van het materiaal. Pas als de kinderen gewend zijn aan de (techniek van de) mindmap, kan de mindmap ingezet gaan worden voor het behalen van inhoudelijke doelen. GROEPSLES
Het doel van deze groepslessen is dat het kind op basis van de verkregen informatie zelfstandig doorgaat met het onderwerp. De mindmap kan worden ingezet om te voorzien in dit eerste kader. De ontwikkelingslessen worden gestructureerd rond een bepaald thema, waarbij de nadruk ligt op de samenhang van de delen met elkaar en met het totaal. (Moorman, 1998) Met name in deze lessen zal de mindmap een positieve bijdrage kunnen leveren aan het visualiseren van de samenhang van de delen met het totaal.
3.3.3 H E T
O N D E R W I J S A A N K LE U T E R S O P
DE BOOG
Met het vraaggesprek met de groepsleerkracht van de onderbouwgroep op De Boog is vervolgens geïnventariseerd of en hoe de bovengenoemde uitgangspunten van Montessori worden vormgegeven in de onderwijspraktijk van De Boog. Voor de onderbouwgroepen kan gezegd worden dat deze grotendeels volgens het gedachtegoed van Maria Montessori werken. Dit betekent dat het bekende montessori-ontwikkelingsmateriaal overzichtelijk in kasten geordend is, zodat de kinderen zelf hun werk kunnen kiezen en pakken. Het onderwijs is individueel, wat betekent dat de leerkracht kinderen korte individuele lesjes geeft, waarna het kind hier zelfstandig mee verder gaat. Daarnaast worden ook regelmatig groepslessen gehouden. Dit kunnen korte taal- of rekenoefeningen zijn, maar ook een kringgesprek over bepaalde onderwerpen die op dat moment leven bij de kinderen. Zorg voor de omgeving De kinderen hebben ieder een kleedje op hun tafel met daarop een plantje. Zij zijn verantwoordelijk voor de verzorging van de plant. Daarnaast heeft elk kind een klassentaak toegewezen gekregen. Dit kan zijn Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
29
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
het klaarzetten van de prullenbak voor de afval van het eten & drinken of de eindcontrole over de inrichting van één van de kasten. Zintuiglijk Het zintuiglijke materiaal bestaat onder andere uit cilinderblokken, gehoorkokers en kleurendozen. Met al deze materialen ontwikkelen de kinderen hun zintuiglijke waarneming en motoriek, waarmee ze uiteindelijk tot ordening van het materiaal komen. De kleuters die net op school komen, beginnen vaak met dit materiaal. F IGUUR 13: F OTO ’ S UIT : H ET MONTESSORI MATERIAAL (M.J. TEN C ATE , 1978) Taal In de onderbouw van De Boog krijgen kinderen de letters aangeboden. Dit gebeurt op individuele basis en pas wanneer het kind eraan toe is. Aan het einde van de onderbouwperiode kunnen de meeste kinderen een vijftiental letters herkennen en kunnen ze klankzuivere m-k-m woorden lezen. Ook het schrijven wordt geoefend. Met de schuurpapieren letters, de zandtafel of het krijtbord, maar ook met een werkschriftje wordt het schrijftraject ingeoefend. Woordenschatlessen worden op twee manieren aangeboden. De eerste manier is de namenlesjes behorende bij het ontwikkelingsmateriaal. Hiermee worden de belangrijkste begrippen, waaronder rekenwoordenschat geoefend. De tweede manier is een kringgesprek over een bepaald thema. Er is op De Boog geen structureel programma voor (thematische) woordenschatopbouw. Meestal wordt een thema gekozen dat op dat moment speelt in de groep. Rekenen Op De Boog is veel materiaal aanwezig om het kind inzicht te geven in de getallenlijn, hoeveelheden als meer en minder en het tientallig stelsel. Kinderen kunnen stapsgewijs hun rekenvaardigheid ontwikkelen door vooral met concreet materiaal aan de gang te gaan. Het materiaal in de rekenkast bereidt ook voor op ruimtelijk inzicht door bijvoorbeeld de tweeterm en drieterm kubussen. Kosmisch onderwijs Het kosmische onderwijs richt zich op de omgeving van het kind (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur & techniek en verkeer). Voor de kleuters is vooral hun directe alledaagse leefomgeving interessant. De leerkrachten van De Boog proberen hier zo goed mogelijk op aan te sluiten door onderwerpen te kiezen die op dat moment leven in de groep. Dit kunnen lessen zijn over tanden wisselen of vogels. De themales start vanuit het grote geheel en pas daarna wordt ingezoomd op een detail. Zo wordt de nadruk gelegd op onderlinge samenhangen en wetmatigheden. Ook hier kan de mindmap worden ingezet om de kinderen te helpen het grote geheel te zien. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
30
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Sociaal-emotionele ontwikkeling De Boog verschilt niet van andere basisscholen als het gaat om aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hoewel het onderwijs voornamelijk individueel is, worden vanuit de visie van Montessori de kinderen begeleid bij hun ontwikkeling tot verantwoordelijke medeburgers, die met zorg omgaan met hun fysieke en sociale omgeving. De klassentaken bij De Boog zijn dan ook een belangrijk middel om een gevoel van verantwoordelijkheid te creëren bij kinderen, naast het feit dat de handeling zelf ook een oefening is. Vrijheid in gebondenheid betekent bij De Boog dat kinderen vrij zijn om zelf hun keuzes te maken voor hun werk, maar dat zij leren rekening te houden met hun omgeving. Vrijheid is dus geen absolute vrijheid, omdat het kind altijd deel uitmaakt van de groep. Dit betekent dat kinderen erop letten dat ze andere kinderen, die geconcentreerd aan het werk zijn, niet onnodig storen. Ook leren ze omgaan met uitgestelde aandacht. In kringgesprekken leren kinderen praten in de kring en naar elkaar te luisteren. Hoewel het onderwijs individueel wordt aangeboden, wordt samenwerking zeker gestimuleerd. Kinderen kunnen van elkaar leren, vooral ook omdat kleuters in hun ontwikkeling enorm van elkaar kunnen verschillen. Waar kinderen graag willen samenwerken aan een werkje wordt dit dus aangemoedigd, mits de samenwerking een toegevoegde waarde heeft voor beide kinderen.
3.3.4 S A M E N V A T T I N G Hoewel de theorie van Montessori veel meer behelst dan het bovengeschetste beeld, zijn in deze paragraaf wel de punten naar voren gekomen waar de mindmap kan worden ‘aangehaakt’ aan het bestaande onderwijs aan de kleuters van De Boog. Dit heeft geleid tot de formulering van een aantal ontwerpeisen, waar de experimentele mindmaples aan moet voldoen:
Er moet rekening gehouden worden met de voorkeur voor kleuters, en vooral de jongste kleuters, om handelend bezig te zijn.
De mindmap zal in een zo concreet mogelijke vorm gegoten moeten worden, waarbij kleuters er ook zelf mee aan de slag kunnen.
Aan het aspect van de vrije keuze van kleuters wordt tegemoet gekomen door het werken met de mindmap in verschillende werkvormen aan te bieden, zodat het kind kan kiezen voor de vorm die hem het meest aanspreekt.
Daarnaast moet de mindmap in zijn vorm eenvoudig zijn en teruggebracht worden tot de essentie van wat je ermee wilt bereiken.
Het moet de mogelijkheid van herhaling in zich hebben.
De mindmap is het sterkst bij het weergeven van de iconische representatie van de werkelijkheid, wanneer dit aansluit op de eerste leerstap, namelijk het handelend bezig zijn.
Tot slot vindt de mindmap zijn bestaansrecht nog wel het meest bij de taak van het onderwijs van om indrukken te structureren, namelijk het geven van een
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
31
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
totaaloverzicht en het inzichtelijk maken van de samenhangen. Vooral in het taalen kosmisch onderwijs zal de mindmap van toegevoegde waarde kunnen zijn. De kaders voor de experimentele mindmaplessen vanuit de theorie van Maria Montessori en de onderwijspraktijk van De Boog zijn nu helder. De volgende stap is het daadwerkelijke ontwerp van de experimentele mindmaplessen. Dit wordt behandeld in de volgende paragraaf.
3.4
O NTWERPEISEN
EN ONTWERP EXPERIMENTELE MINDMAP
3.4.1 I N T R O D U C T I E In de voorgaande twee paragrafen is informatie verkregen over de techniek van mindmappen in relatie tot de leertheorieën, de breinwetenschap en de onderwijspraktijk in de onderbouw van Montessorischool De Boog. Hieruit is gebleken dat de basis aanwezig is om de mindmaplessen in te gaan zetten in de lessen aan kleuters van De Boog. De bevindingen uit de vorige twee paragrafen vormen samen de randvoorwaarden van waaruit de mindmaplessen zullen worden vormgegeven. In deze paragraaf zal op basis van de onderzoeksvraag de ontwerpeisen geformuleerd worden en uiteindelijk een beschrijving gegeven worden van het ontwerp van de experimentele mindmaplessen. Voor een volledig verslag met de overwegingen en gemaakte keuzes verwijs ik naar bijlage I. In de komende paragraaf zullen de belangrijkste uitkomsten hiervan genoemd worden.
3.4.2 O N T W E R P E I S E N De ontwerpeisen die zijn voortgekomen uit het vooronderzoek zijn uiteindelijk teruggebracht tot negen punten. De experimentele mindmaples moet zoveel mogelijk aan onderstaande punten voldoen wil deze volgens de leertheorieën en breinwetenschappen een positieve bijdrage kunnen leveren als advance organizer aan het goed onthouden van de lesstof en wil deze passen binnen het onderwijs aan kleuters van Montessorischool De Boog. De mindmap(les): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
maakt gebruik van sleutelwoorden of begrippen; maakt gebruik van hiërarchie in de informatie; biedt zowel een totaal- als een detailoverzicht; is vooral een actief proces; biedt de mogelijkheid om persoonlijke informatie toe te voegen; biedt de mogelijkheid van herhaling; sluit aan bij het handelend bezig zijn; biedt de mogelijkheid voor vrije keuze van vorm of inhoud en moet uitblinken in eenvoud.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
32
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
3.4.3 O N D E R Z O E KS G E B I E D
E N O N D E R Z O E KS D O E L E N
Uit het vooronderzoek is verder ook naar voren gekomen dat er twee gebieden zijn, waarbij de mindmap bij kleuters goed kan worden ingezet: I.
II.
De mindmap als advance organizer; hierbij worden de eigenschappen van mindmappen gebruikt om een basisstructuur te bieden, waarmee indrukken gestructureerd kunnen worden, een totaaloverzicht gegeven kan worden en samenhangen inzichtelijk gemaakt kunnen worden. De mindmap als geheugensteun; hierbij worden de eigenschappen van mindmappen gebruikt om uiteindelijk de leerstof beter te kunnen onthouden.
Op deze twee punten zal de focus in het praktijkonderzoek komen te liggen. Vooral in het taal- en kosmisch onderwijs zal de mindmap op dit gebied van toegevoegde waarde kunnen zijn, omdat het geven van overzicht en het inzichtelijk maken van onderlinge verbanden bij deze twee vakgebieden het sterkst naar voren komen. Vanuit de focus op deze twee toepassingsgebieden van de mindmap binnen de onderwijspraktijk, worden enkele variabelen ingevoerd om de mindmaples op verschillende punten te kunnen beoordelen. Deze variabelen zijn: 1) Het vakgebied waarvoor de mindmap wordt ingezet: a) Taal, woordenschatles b) Kosmisch, themales ‘Boodschappen doen in de supermarkt’ 2) Het medium waarmee de mindmap wordt ingezet: a) het digibord b) het flanelbord c) de papieren versie d) concreet materiaal 3) De werkvorm waarin de mindmap wordt ingezet: a) de grote kring b) de kleine kring c) individuele verwerking Met de twee focusgebieden en bovenstaande variabelen heb ik vervolgens verschillende mindmaplessen bedacht. In bijlage I is het schema opgenomen waarin de verschillende ontwerpideeën gewogen worden op de geformuleerde ontwerpeisen, maar ook op de praktische haalbaarheid. Op deze manier worden de beste ontwerpideeën uitgekozen en verder uitgewerkt tot de uiteindelijke serie van zes experimentele mindmaplessen, die elk variëren in werkvorm en gebruikte media. In de volgende paragraaf worden deze experimentele lessen kort inhoudelijk toegelicht.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
33
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
3.4.4 O N T W E R P
SERIE EXPERIMENTELE MINDMAPLESSEN
De zes experimentele mindmaplessen zijn gegoten in het thema van de activiteitencyclus ‘Boodschappen doen in de supermarkt’. Enkele woordenschat- en kosmische lessen heb ik uitgekozen om met behulp van een mindmap aan te bieden. De uitgebreide uitwerking van deze lessen is opgenomen in bijlage VI. Ook verwijs ik hierbij naar het verslag over de activiteitencyclus. Hieronder vind je een korte opsomming van de zes mindmaplessen met de belangrijkste aandachtspunten voor dit praktijkonderzoek: Ontwerp mindmaples 1 onderwerp ontwerpidee vakgebied werkvorm media Lesdoel(en) Onderzoeksdoel(en)
Het proces van boodschappen doen 2 kosmisch grote kring flanelbord(1a)/ digibord (1b) De kinderen hebben inzicht in het proces van boodschappen doen en kunnen de diverse stappen in logische volgorde plaatsen Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap: o als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof? o in de grote kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen? o met behulp van het flanelbord(1a) of het digibord (1b); in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 2 onderwerp ontwerpidee vakgebied werkvorm media Lesdoel(en) Onderzoeksdoel(en)
Afdelingen van de supermarkt 5 taal: woordenschatontwikkeling grote kring flanelbord De kinderen kennen de vijf afdelingen van de supermarkt en kunnen minimaal vijf producten noemen per afdeling Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap: a. als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof? b. in de grote kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen? c. met behulp van het flanelbord; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 3 onderwerp ontwerpidee vakgebied
Afdelingen van de supermarkt 6 taal: woordenschatontwikkeling
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
34
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 werkvorm media Lesdoel(en)
kleine kring flanelbord De kinderen kunnen het liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt’ meezingen De kinderen kunnen minimaal 5 producten noemen die bij de benoemde afdeling horen
Onderzoeksdoel(en)
Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap: a. als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie? b. in de kleine kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen? c. met behulp van het flanelbord; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 4 onderwerp ontwerpidee vakgebied werkvorm media Lesdoel(en)
Onderzoeksdoel(en)
Afdelingen van de supermarkt 7 Taal: woordenschatontwikkeling individueel papieren versie De kinderen kunnen de vijf afdelingen benoemen De kinderen kunnen enkele producten uit de supermarkt onder de juiste afdeling plaatsen. De kinderen kunnen minimaal twee producten per afdeling noemen Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap: a. als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof? b. bij de individuele verwerking; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen? c. met behulp van de papieren versie; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 5 onderwerp ontwerpidee vakgebied werkvorm media Lesdoel(en)
Onderzoeksdoel(en)
Afvalscheiding 9 kosmisch kleine kring concreet materiaal De kinderen hebben inzicht in de vijf categorieën waarin afval wordt gesorteerd De kinderen kunnen verpakkingsmateriaal scheiden op basis van de vijf symbolen voor afvalscheiding Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap: a. als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
35
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 b.
in de kleine kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen? c. met behulp van concreet materiaal; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 6 onderwerp ontwerpidee vakgebied werkvorm media Lesdoel(en)
Onderzoeksdoel(en)
Samenvatten totale lesstof thema Boodschappen doen 11 kosmisch/ taal grote kring flanelbord De kinderen kunnen zelf het verhaal achter een afbeelding in eigen woorden vertellen, wanneer deze op zijn plaats in de mindmap is gehangen. De kinderen hebben inzicht in de samenhang van de verschillende onderwerpen De kinderen zijn zich bewust van de hoeveelheid kennis die ze de afgelopen weken hebben opgedaan. Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap: a. als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie? b. in de grote kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen? c. met behulp van het flanelbord; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerprocesleerproces
3.4.5 S A M E N V A T T I N G In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het vooronderzoek aan de orde gekomen. De belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek zijn, dat mindmappen goed aansluit bij de manier waarop wij nieuwe kennis tot ons nemen. Vanuit de theorie is aannemelijk geworden dat de techniek van mindmappen, vooral in de functie van advance organizer en als geheugensteun, kan worden toegepast in de onderwijspraktijk met kleuters. Willen we echter kunnen profiteren van de voordelen van mindmappen binnen het onderwijs en wil de mindmap ook binnen de onderwijspraktijk van Montessorischool De Boog geïntegreerd kunnen worden, dan zullen we enkele ‘regels’ van het mindmappen in acht moeten nemen. Dit heeft geleid tot de formulering van een negental ontwerpeisen, op basis waarvan uiteindelijk de serie experimentele mindmaplessen is ontwikkeld. Deze lessen zijn in de onderwijspraktijk van De Boog uitgevoerd in groep 1/2 B en geëvalueerd. De resultaten van dit praktijkonderzoek worden in het volgende hoofdstuk besproken.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
36
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
4
H OOFDSTUK 4
4.1
I NLEIDING
R ESULTATEN PRAKTIJKONDERZOEK
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de ervaringen met de uitvoering van de serie experimentele mindmaplessen in groep 1/2 B van Montessorischool De Boog. Hierbij is gebruik gemaakt van een aantal vaste kijkpunten aan de hand van een observatieschema (zie bijlage II), zodat de verschillende mindmaplessen zo goed mogelijk met elkaar vergeleken kunnen worden.
4.2
B ESCHRIJVING
VAN HET PRAKTIJKONDERZOEK
Omwille van tijdsbesparing heb ik ervoor gekozen om de serie experimentele mindmaplessen binnen de lessenserie van de activiteitencyclus op te nemen. Mocht er besloten worden de mindmaplessen in de toekomst structureel te gaan inzetten, zullen deze toch ook geïntegreerd moeten worden in de reguliere onderwijspraktijk. De serie lessen, zoals deze zijn uitgevoerd staan kort beschreven in paragraaf 3.4.4. Voor de uitgebreide beschrijving van deze lessen verwijs ik naar bijlage VI. De serie experimentele mindmaplessen zijn zo samengesteld, dat drie variabelen steeds terugkomen. Deze variabelen zijn:
Het vakgebied waarin de mindmap is toegepast;
het gebruikte medium voor de mindmap en
de gebruikte werkvorm.
Elke uitgevoerde mindmaples heb ik geëvalueerd aan de hand van het vooraf opgestelde observatieschema (zie bijlage II). Zoals al beschreven in hoofdstuk 2 heb ik gekozen voor een gedeeltelijk gestructureerde observatie, om te voorkomen dat ik straks over een grote hoeveelheid ongestructureerde data beschik, maar toch de ruimte hou voor signalering van onverwachte inzichten en ervaringen. Deze ruimte is nodig, omdat bij het uitvoeren van een experiment de uitkomsten niet altijd goed in te schatten zijn. Juist de onverwachte ervaringen kunnen waardevolle informatie opleveren. Alle ingevulde observatieschema’s zijn na te lezen in bijlage III. In de volgende paragraaf worden de resultaten van dit praktijkonderzoek puntsgewijs gepresenteerd.
4.3
P RESENTATIE
ONDERZOEK SRESULTATEN EN DATA - ANALYSE
De gegevens verkregen vanuit de ingevulde observatieschema’s heb ik verwerkt per kijkpunt, zodat ik de verschillende lessen makkelijk met elkaar kan vergelijken. De kijkpunten komen voort uit de onderzoeksdoelen, waarbij de mindmap wordt bekeken in zijn twee meest toepasselijke functies, namelijk als advance organizer en als geheugensteun voor het onthouden van de lesstof. De totale analyse is terug te lezen in bijlage VII. Hieronder worden de resultaten per kijkpunt weergegeven.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
37
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
4.3.1 D E
R E S U L T A T E N V A N D E M I N D M A P L E S A L S A D V AN C E O R G A N I Z E R
Herkenbaarheid EEN
STUKJE THEORIE
De structuur van de mindmap als advance organizer is geen doel op zich, maar een middel dat bijdraagt aan het geven van overzicht. Dit bekent dat de structuur eenvoudig en herkenbaar moet zijn voor de kinderen. Dezelfde mindmap of tenminste zijn structuur moet echter ook ingezet kunnen worden in andere lessen of activiteiten. DE
PRAKTIJK
De eerste keer dat de kinderen een mindmap zagen, gaf het aanleiding tot wat gegiechel. Na een eerste introductie, waren de kinderen snel gewend aan deze nieuwe structuur. De lessen daarop werd de structuur als iets vanzelfsprekends aangenomen. Uit de observatieverslagen is gekomen dat de mindmap in alle lessen bijdraagt aan de herkenbaarheid en eenvoud van de structuur. Dit effect wordt vooral bewerkstelligd door consequent gebruik van kleuren en beelden. De kinderen weten brokken kennis al na korte tijd te koppelen aan een bepaalde kleur of een bepaald beeld. Dezelfde structuur kan ook goed ingezet worden in andere lessen of activiteiten, mits er consequent gebruik wordt gemaakt van dezelfde kleuren en beelden. De digitale variant op het digibord is het minst makkelijk in te zetten in andere lessen of activiteiten. Activeren voorkennis EEN
STUKJE THEORIE
Een goede advance organizer weet de voorkennis van de kinderen te activeren. Een startpunt is het delen van ervaringen en kennis met elkaar. Vooral de keuze van werkvorm (grote of kleine kring) is hierbij belangrijk. Ook moet er ruimte zijn voor eigen inbreng van kinderen. Dit impliceert dat in de mindmaples een bepaalde mate van flexibiliteit moet zijn ingebouwd, zodat kinderen niet alleen hun kennis en ervaringen kunnen inbrengen, maar deze ook geïntegreerd zien worden in de mindmap. DE
PRAKTIJK
De mindmaplessen met het flanelbord hebben deze flexibiliteit in zich; afbeeldingen kunnen verplaatst en verschoven worden. De mindmaples met de digitale cyclus (MM-les 1b) was in zijn uitvoering erg star. De (volgorde van de) structuur lag van tevoren vast, waardoor de eigen inbreng uiteindelijk geen invloed kon uitoefenen op het uiteindelijke resultaat van de mindmap. Nu moest de leerkracht de informatie die door kinderen ingebracht was, ombuigen, zodat het paste binnen de vooraf bepaalde structuur van de mindmap. Dit is niet wat er beoogd wordt met de mindmaplessen. De meest sterke mindmaplessen als advance organizer waren de lessen waarbij de basisstructuur gegeven is en waar de kinderen vervolgens op konden voortborduren en hun eigen kennis aan konden ophangen. Dit was met name de mindmaples rond uitbreiding van de woordenschat met de vijf afdelingen van de supermarkt (MMlessen 2, 3 en 4). Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
38
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Koppelen van nieuwe kennis aan bestaande kennis EEN
STUKJE THEORIE
Het uiteindelijke doel van de advance organizer is dat de nieuwe kennis wordt verankerd aan al aanwezige kennis. Geen enkel kind heeft hetzelfde kennisniveau. Dit betekent dat de mindmap als advance organizer voorziet in een basisstructuur. Van hieruit moet het mogelijk zijn aanpassingen te doen aan de mindmap om de ingebrachte kennis van de kinderen toe te voegen. Bovendien moeten deze aanpassingen niet teveel tijd in beslag nemen, rekening houdend met de korte concentratieboog van kleuters. DE
PRAKTIJK
In de praktijk bleek het lastig om aanpassingen te doen in de les van de digitale versie, gemaakt met het computerprogramma PowerPoint. Het programma is eigenlijk ook niet bedoeld voor het maken van mindmaps en is daardoor niet voldoende gebruiksvriendelijk. In de flanellen versie zijn makkelijker aanpassingen te doen, mits de afbeeldingen voor handen zijn. De beperkingen van het flanellen bord zit in de beperkte ruimte; je kunt niet eindeloos doorgaan met aanpassingen en/ of uitbreidingen doen. De papieren versie is, eenmaal geplakt, niet meer te veranderen. Het schuiven van de afbeeldingen moet dus gebeuren voordat deze gelijmd worden. Ook hier geldt een beperkte ruimte. Tot slot heeft de flanellen versie nog een tweede beperking. Bij het doen van aanpassingen, waarbij een geheel nieuwe tak moet worden toegevoegd aan de basisstructuur, verandert de hele structuur van de mindmap. Dit komt niet ten goede aan de herkenbaarheid. Bovendien kost deze wijziging veel tijd. Dit geldt ook voor de mindmap met concreet materiaal. Het meest effectief zijn de mindmaps op flanelbord, waarbij de basisstructuur van tevoren gegeven is en vastligt en vervolgens in de les vanuit deze vaste basisstructuur de mindmap verder wordt uitgebouwd. De mindmap als advance organizer binnen de vakgebieden WOORDENSCHATONDERWIJS
Vooral in het woordenschatonderwijs leent de mindmap zich goed als advance organizer bij het aanbieden van paraplu-begrippen. Deze begrippen vormen de basisstructuur, waaraan de kinderen hun bekende begrippen kunnen aanhaken. De meest succesvolle mindmaplessen voor woordenschatontwikkeling zijn dan ook geweest de woordenschatlessen rond de vijf afdelingen van de supermarkt. Bij woordenschatonderwijs levert het gezamenlijk vullen van de mindmap een ‘rijk’ overzicht van begrippen op. Bekende woorden voor het ene kind, zijn wellicht nieuw voor een ander kind. Zo wordt goed gebruik gemaakt van de elkaars kennis. KOSMISCH
ONDERWIJS
Een mindmap leent zich bij uitstek om vanaf een beginstructuur al associërend van het ene onderwerp in het volgende onderwerp te belanden. Ik heb gemerkt dat kinderen dit grenzeloos kunnen doen en de mindmap hier ook toe uitnodigt. Ik moest in dit proces ingrijpen om te voorkomen dat er teveel van het onderwerp afgedwaald werd. Hierbij was de mindmap juist ook het middel om de kinderen weer terug te Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
39
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
brengen tot de essentie van de lesstof; even het onderwerp aanwijzen in de mindmap en de kinderen waren weer ‘bij de les’. Bij kosmisch onderwijs kan de mindmap ook gezamenlijk opgebouwd worden, waarbij de mindmap in feite een visuele weergave is van de gezamenlijke aanwezige of opgedane kennis.
4.3.2 D E
R E S U L T A T E N V A N D E M I N D M A P L E S A L S G E H E UG E N S T E U N
De tweede toepassing van de mindmap waarnaar gekeken is in dit onderzoek is de mindmap als hulpmiddel bij het onthouden van de lesstof. Hiervoor is gekeken naar de bijdrage van de mindmap aan het geven van een totaaloverzicht, het duidelijk maken van samenhangen, de mogelijkheid tot herhaling, de mogelijkheid tot (inter)actie en het activeren van een zo groot mogelijk hersengebied door zoveel mogelijk zintuigen aan te spreken. Totaaloverzicht EEN
STUKJE THEORIE
Om iets goed te kunnen onthouden is goed begrip van de lesstof belangrijk. Als je weet hoe het zich verhoudt tot het grotere geheel, kun je het ook makkelijker een plekje geven in je bestaande kennisnetwerk. Omdat één van de eigenschappen van een mindmap is, dat alle informatie over een centraal onderwerp op één vel papier terecht komt, is in één oogopslag het totaalplaatje te overzien. De mindmaples moet dan ook minimaal bijdragen aan het geven van het totaaloverzicht. DE
PRAKTIJK
In alle lessen die uitgevoerd zijn, heeft de mindmap bijgedragen aan het tonen van het ‘brede plaatje’. Een leuke en effectieve werkvorm die ik met de kleuters uitgeprobeerd heb, is verschillende afbeeldingen van mindmaps te laten zien, waarbij één of meerdere stappen ontbreken. Hierbij wordt een beroep gedaan op het kunnen overzien van het geheel. Ik had van tevoren de structuur van de mindmap stap voor stap uitgelegd. Samenhangen EEN
STUKJE THEORIE
De mindmap is per definitie bedoeld om samenhangen duidelijk te maken. De vormgeving van de mindmap is hierbij belangrijk. Met kleur, lijnen en herkenbare afbeeldingen zijn samenhangen duidelijk te maken. Daarnaast is het voor het krijgen van een goed begrip van de onderlinge relaties tussen verschillende onderdelen in de mindmap ook belangrijk dat er gemakkelijk geschakeld kan worden tussen het totaaloverzicht en de details. DE
PRAKTIJK
Door het consequent gebruiken van kleur en dezelfde afbeeldingen, is het duidelijk maken van de samenhangen goed tot zijn recht gekomen. Ik heb dit vooral gedaan door tijdens het gesprek (de woorden) te combineren met het aanwijzen van de betreffende onderdelen waar een relatie tussen bestaat. De vinger beweegt van het paraplubegrip naar een onderliggend product en weer terug. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
40
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Er zijn echter wel wisselende ervaringen opgedaan in de verschillende mindmaplessen met het schakelen tussen het geheel en de delen. Het flanelbord geeft een duidelijk overzicht over het geheel, maar inzoomen op detail kan alleen door aanwijzen van bewuste deel. Voor de kleine kring gaat dit goed. Voor de grote kring wordt de mindmap op het flanelbord al snel onleesbaar voor de kinderen die wat verder weg zitten. Het verdient de voorkeur bij kleuters om indien er ingezoomd wordt op een klein onderdeel van de mindmap, de mogelijkheid te hebben alle overige delen even ‘uit te schakelen’ om zo ruis te voorkomen en het beeld overzichtelijk te houden voor de kleuters. Het is in de praktijk echter niet mogelijk deze delen op het flanelbord af te dekken. Deze functionaliteit zit wel op speciale digitale mindmapprogramma’ s. De digitale versie van de mindmap voor dit onderzoek, gemaakt in PowerPoint, kon dit ook enigszins, maar echt gebruiksvriendelijker werd het er niet door. Voor de papieren versie geldt in feit hetzelfde als voor de flanellen versie, maar omdat deze vooral voor individueel gebruik is, is deze beperking minder bezwaarlijk. Herhaling EEN
STUKJE THEORIE
Voor het beter onthouden van de lesstof is niet alleen inzicht in het totaalplaatje en de samenhangen tussen onderdelen belangrijk. Ook veel herhalen in het liefst verschillende situaties is een bewezen methode. DE
PRAKTIJK
In dit praktijkonderzoek is ook gekeken naar factoren die herhaling mogelijk maken. Is de mindmap bijvoorbeeld op elk moment erbij te pakken? Voor het flanelbord geldt dat deze in de klas aanwezig moet zijn op een voor iedereen duidelijke plek. Bij de experimentele lessen is gekozen voor een staande versie van het flanelbord op hoogte van het kind, zodat kinderen goed zicht hadden op de mindmap en er ook mee aan de slag konden. De staande versie nam echter veel ruimte in beslag, waardoor de mindmap ‘een sta in de weg’ werd. Het digibord zit iets hoger plat tegen de muur en neemt zodoende minder ruimte in beslag. Met behulp van een trapje is het digibord ook voor kinderen te gebruiken. De mindmap van het digibord is voor groepslessen op elk moment op te roepen. Voor individueel gebruik is een permanente versie beter. Een kind kan dan op elk gewenst moment naar de mindmap toelopen en erop kijken. In dit opzicht is het flanelbord weer meer geschikt. Grootste nadeel van het flanelbord is echter dat wanneer het ook voor andere activiteiten en mindmaps ingezet gaat worden, de mindmap van de les daarvoor verwijderd moet worden. Deze ben je dan ‘voorgoed’ kwijt. Bij de digitale versie kun je de mindmap opslaan en later weer terughalen. De papieren versie is voor de maker altijd beschikbaar. Wel is de mindmap als structuur biedend overzicht te gebruiken in uiteenlopende activiteiten, zodat informatie in de mindmap gevarieerd herhaald kan worden.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
41
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
(Inter)actie EEN
STUKJE THEORIE
Kinderen, en vooral kleuters willen graag handelend bezig zijn. Door te handelen structureren ze hun omgeving. Van de oudere kleuters draait het geheugen bovendien op volle toeren. Geheugenspelletjes sluiten daarom ook goed aan bij de interesse van kleuters. Plezier in leren zorgt voor de juiste stoffen in je hersenen, zodat je informatie beter kunt onthouden. Daarom is het kind stimuleren tot eigen activiteit heel belangrijk, evenals de interactie tussen kinderen. Wanneer je samen praat over de overeenkomsten en verschillen in betekenissen en samenhangen, zal de informatie beter worden opgenomen in je kennisstructuur. In hoeverre nodigen de mindmaplessen uit tot interactiviteit? DE
PRAKTIJK
De ervaringen tijdens de uitvoering van de mindmaplessen laten zien dat de soort werkvorm het meest van invloed is op de mate van interactiviteit. Het gebruikte medium is pas in de tweede plaats van invloed. Tijdens de kringgesprekken wordt de interactie tussen kinderen gestimuleerd door de leerkracht. De interactie tijdens de individuele verwerking is vooral de interactie tussen leerkracht en leerling via het tweegesprek; de leerkracht gaat het gesprek met het kind aan over betekenissen en plaatsing van de door het kind gekozen plaatjes. Deze individuele interventie kost echter veel tijd. Daarnaast is de mindmap, die door kinderen zelf gevuld kan worden, het best in staat om interactie uit te lokken, omdat de mindmap de structuur waarin de informatie wordt opgehangen visueel maakt. Kinderen moeten nadenken en onder woorden brengen waar en waarom ze daar de hun afbeelding willen plaatsen. Zo wordt het gesprek over waar bepaalde informatie moet worden geplaatst in de mindmap bevorderd. De concrete versie van de mindmap nodigt het meest uit tot eigen activiteit. Dit vonden de kinderen ook erg leuk om te doen. Toch is omwille van de praktische uitvoerbaarheid in de klas het flanelbord een goed alternatief, mits de kinderen zelf afbeeldingen kunnen toevoegen. Hierbij is de keuze voor een werkvorm, waarbij interactie mogelijk is belangrijk. Tot slot komt ook hier naar voren dat de mindmaples met de digitale mindmap waarbij de structuur van tevoren vastlag in het geheel niet uitnodigt tot eigen activiteit of handelend bezig zijn. Sterker nog, terwijl het vak er zich juist goed voor leende, heeft deze starre versie van de mindmap zelfs een negatieve invloed uitgeoefend op de mate van interactiviteit. Activeren meerdere hersengebieden EEN
STUKJE THEORIE
Voor goed onthouden moeten we onze hersencapaciteit zo optimaal mogelijk benutten. Dit betekent dat hoe meer gebieden in onze hersenen actief zijn, hoe beter informatie opgeslagen kan worden en hoe sneller het ook weer opgeroepen kan worden. Het combineren van woord en beeld is één manier om dit te bereiken.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
42
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Daarnaast is het goed de zintuigen aan te spreken en de kracht van het episodisch geheugen te gebruiken door eigen ervaringen in te zetten. DE
PRAKTIJK
In dit onderzoek is er gekeken naar de mate van tastbaarheid van de mindmap en of er meer dan één zintuig wordt geactiveerd. Het blijkt dat alle ingezette mindmaps , op de digitale versie na, voldoende tastbaar zijn voor de kinderen. Kinderen kunnen afbeeldingen zelf toevoegen, verwijderen en verplaatsen. Bij de papieren versie kwam dit goed uit de verf, evenals de mindmap met concreet materiaal. De flanellen versie was in opzet goed doordacht, maar doordat het klittenband niet naar behoren functioneerde, konden de kinderen er niet voldoende zelf mee aan de slag. Wel trok het flanelbord de aandacht van de kinderen en werden de kinderen er steeds naar toe getrokken om het aan te raken. Het flanelbord is letterlijk een tastbaar product. Een ander verhaal is de mate waarin meerdere zintuigen worden aangesproken. De mindmap blijkt dan toch vooral een tweedimensionaal, visueel instrument te zijn. Alleen de mindmap gemaakt met concreet materiaal is wel in staat gebleken meerdere zintuigen een actieve rol te laten spelen. Zo voelden kinderen het verschil in gewicht tussen een glazen en een plastic fles. Ook het materiaal konden ze voelen en bekijken en op die manier sorteren. Ook is opgevallen dat de grote kring een negatieve invloed heeft op de tastbaarheid van de mindmap. De afstand tussen de mindmap en het kind moet zo klein mogelijk gehouden worden en komt het best tot zijn recht in een kleine kring. Om de afstand in de grote kring kleiner te maken heb ik in MM-les 2 en MM-les 6 ervoor gekozen de kinderen afbeeldingen te geven en deze zelf in de mindmap te laten plaatsen. De mindmap als geheugensteun binnen de vakgebieden WOORDENSCHATONDERWIJS
Woordenschatonderwijs kan profiteren van concreet handelend bezig zijn door aan de handelingen woorden en begrippen te koppelen. Wanneer dit vervolgens via een beeld in de structuur van de mindmap geplaats wordt, krijgt dit concrete handelen een plek in het geheel en wordt de betekenis van dat handelen helder. Daarnaast kan woordenschatonderwijs concreet gemaakt worden door de inzet van concreet materiaal en vervolgens een foto daarvan als representatie van de werkelijkheid te gebruiken in de mindmap. De mindmap geeft een goed overzicht van paraplu-begrippen bij woordenschatonderwijs. Aan de ene kant kan de mindmap vanuit deze basisstructuur worden opgebouwd (zie bij advance organizer), maar het is ook heel goed mogelijk ‘de andere kant’ op te werken. Hierbij wordt in de kant en klare mindmap één of meer paraplubegrippen weggehaald, waardoor alleen de producten die daaronder vallen gepresenteerd worden. De kinderen plaatsen nu de juiste paraplubegrippen op de juiste plek in de mindmap. Het schakelen tussen het totaaloverzicht en details is een goede manier om dieper in te gaan op één begrip en dat verder uit te werken, zonder het totaaloverzicht kwijt te Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
43
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
raken. Voor de woordenschatverwerving is dit een goed middel om het netwerk van betekenissen te verbreden en te verdiepen. Goed woordenschatonderwijs maakt gebruik van gelegenheden die zich voordoen. Passeren bepaalde woorden of begrippen toevallig de revue, dan is het goed even een zijstapje te maken naar de mindmap en de woorden daar aan te haken. Het is dan prettig om een mindmap in de klas te hebben die direct in te zetten is. Het flanelbord in de klas, mits voorzien van de juiste mindmap, bleek hiervoor goed te werken. Maar ook de concrete versie (MM-les 5) kon ik op onverwachte momenten inzetten, omdat de prullenbakken in het klaslokaal aanwezig waren en daadwerkelijk een functie hadden. Door de prullenbakken te voorzien met dezelfde afbeelding, zoals gebruikt in de mindmap, konden de kinderen de link maken tussen de symbolische werkelijkheid van de mindmap en de concrete werkelijkheid in de klas. KOSMISCH
ONDERWIJS
Kosmisch onderwijs leent zich goed voor handelend bezig zijn, vooral als het gaat om alledaagse handelingen. In dit geval het proces van boodschappen doen. In de dagelijkste handelingen zit ofwel een volgorde in de tijd of de handelingen zijn op een andere manier logisch geordend. In mindmaples 1 heb ik getracht dit in een heldere structuur weer te geven. De digitale versie in een cyclusmodel (MM1b) bleek niet alleen het meest geschikt om overzicht te creëren, maar ook om het geheugen te trainen door de werkvorm ‘welke stap ontbreekt er in het overzicht?’. Daarnaast is bij de evaluatie van de themalessen de mindmap goed in te zetten om te inventariseren wat de kinderen onthouden hebben van de lessen. De inzet van bijbehorende beelden bij brokken informatie zijn hierbij een goede geheugensteun. In MM-les 6 begon ik met een leeg flanelbord en heb ik de kinderen deze laten vullen met afbeeldingen, waar ze het bijbehorende verhaal konden beschrijven. Er bleven enkele lege plekken over op de mindmap, de gedeeltes die kennelijk niet zijn blijven hangen bij de kinderen. Door vervolgens de afbeelding te laten zien, was dit voor enkele kinderen weer voldoende om het bijbehorende brokje informatie op te roepen.
4.3.3 D R A A G T EEN
D E M I N D M A P L E S B I J A A N H ET P L E Z I E R I N H E T L E R E N ?
STUKJE THEORIE
Hoewel in dit onderzoek niet als hoofddoel opgenomen, spreekt het bijna voor zich dat de mindmaples ook moet bijdragen aan het plezier dat kinderen ervaren in de lessen. Je ziet of kinderen plezier hebben in de les als ze actief en geconcentreerd bezig zijn. Ze stralen zelfvertrouwen uit en durven initiatieven te nemen. Er moet ruimte geboden worden in de les om uitdagingen aan te gaan, maar de les moet zo zijn opgebouwd dat kinderen successen kunnen ervaren. Is de mindmap daartoe in staat? Ook dit heb ik uiteindelijk toch meegenomen bij de evaluatie van de experimentele mindmaplessen, hoewel dit niet oorspronkelijk in de onderzoeksvraag genoemd is.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
44
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 DE
PRAKTIJK
Het blijkt dat de kinderen in de meeste mindmaplessen goed actief bezig zijn. Uiteraard in de kleine kring nog meer dan in de grote kring. Tijdens de mindmaplessen hielp de mindmap bij het focussen op het gespreksonderwerp. Kinderen keken steeds weer even naar de mindmap of ik wees met mijn vinger de afbeelding in de mindmap aan, waar we het op dat moment over hadden. Wat minder goed uit de verf is gekomen, is het zelf bedenken van woorden en beelden. Ik had ervoor gekozen de beelden grotendeels van tevoren uit te zoeken om zo de vaart in de les te kunnen houden. Wel konden de kinderen zelf de volgorde van de onderwerpen bepalen (behalve bij MM1b). Dit kwam vooral goed tot uiting in de laatste mindmaples, MM6, waarbij de totale lesstof werd geëvalueerd. Bij consolideeroefeningen gebruikten kinderen zichtbaar de mindmap als geheugensteun. Dit heeft bijgedragen aan het goed kunnen beantwoorden van de vraag die door de leerkracht gesteld werd en leverde, mede door de mindmap, succeservaringen bij de kinderen op. De kinderen hadden nog het meeste plezier en waren het meest betrokken als ze actief mee konden doen. Zowel het gezamenlijk maken van een zo lang mogelijke rij met producten van een gegeven afdeling (MM3) aan de hand van een liedje, als het daadwerkelijk opbouwen van een mindmap door één voor één de uitgedeelde afbeeldingen op te hangen in de mindmap, leverde plezier op.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
45
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
5
H OOFDSTUK 5
5.1
I NLEIDING
C ONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
In het vorige hoofdstuk zijn de resultaten van de evaluatie van de experimentele mindmaplessen gepresenteerd. Hierbij is gekeken naar de mindmap als advance organizer bij het aanbieden van een nieuw thema en als geheugensteun bij de verwerking van de lesstof. Uit het vooronderzoek kwam naar voren dat de techniek van het mindmappen met kleuters het meest aansluit bij deze twee toepassingen. De resultaten zijn per toepassing besproken, waarbij gekeken is naar de invloed van het vakgebied, het medium en de werkvorm. In dit hoofdstuk worden aan de resultaten conclusies verbonden. Allereerst wordt gekeken of de hoofdvraag met de resultaten van dit onderzoek beantwoord kan worden. Daarna wordt de onderzoeksmethode geëvalueerd en tot slot doe ik enkele aanbevelingen voor eventueel verder onderzoek.
5.2
B EANTWOORD ING
ONDERZOEKSVRAGEN
De hoofdvraag van mijn onderzoek luidt:
Op welke (montessoriaanse) wijze is mindmappen in te zetten in het kleuteronderwijs van Montessorischool De Boog in NieuwVennep, zodat dit bijdraagt aan kwalitatief goed onderwijs? Hieruit komen de volgende deelvragen voort: 1) Wat is mindmappen? a. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de traditionele leertheorie over hoe wij leren? b. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de breinwetenschap? 2) Wat zijn de uitgangspunten van het Montessorionderwijs? a. Hoe is het onderwijs in de onderbouw van Montessorischool De Boog vormgegeven? 3) Wat zijn de kaders waarbinnen de experimentele mindmaplessen moeten worden vormgegeven? 4) Welke (on)mogelijkheden heb ik ervaren bij de uitvoering van de experimentele mindmaplessen in de onderbouw van Montessorischool De Boog?
De deelvragen 1 tot en met 3 zijn reeds beantwoord in het vooronderzoek. Ik verwijs hiervoor naar respectievelijk de paragrafen 3.2.6, 3.3.4 en 3.4.5. Het antwoord op deelvraag 4, welke (on)mogelijkheden er zijn ervaren bij de uitvoering van de mindmaplessen, volgt hierna.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
46
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
5.2.1 D E ( O N ) M O G E L I J K H E D E N
V A N M I N DM A P L E S S E N
Hieronder som ik de ervaringen op, die zijn opgedaan met de uitvoering van de experimentele mindmaplessen (zie ook bijlage VIII voor een overzicht van de ervaren (on)mogelijkheden van mindmaplessen):
In alle lessen die uitgevoerd zijn, is de mindmap effectief gebleken bij het geven van een totaaloverzicht.
Consequent gebruik van kleuren en beelden draagt bij aan de herkenbaarheid en eenvoud van de structuur, zodat kinderen deze snel eigen kunnen maken.
Door de ‘grenzeloosheid’ van de mindmap loop je het gevaar teveel af te dwalen van het onderwerp, vooral bij kleuters die graag associërend denken. Als leerkracht moet je hier bewust van zijn en tijdig ingrijpen. Dit kan overigens heel makkelijk door weer te wijzen op de basisstructuur van de mindmap.
De lesactiviteit, waarbij de ontbrekende stap gezocht moet worden in het totaalplaatje komt alleen goed uit de verf als de structuur helder is en de mindmap bestaat uit stappen die gebaseerd zijn op een (chrono)logische opbouw. Dit is vooral bij kosmische lessen het geval.
Een mindmaples is het meest waardevol als de kinderen zelf persoonlijke sleutelwoorden en beelden kunnen toevoegen.
Bij mindmappen met kleuters moet je rekening houden met de beperkte concentratieboog van kleuters. Dit betekent dat het zelf laten bedenken van woorden en beelden niet teveel tijd in beslag mag nemen. Belangrijk is dat te gebruiken afbeeldingen makkelijk en snel voor handen zijn.
Voor het maken van een mindmap op het digibord ontbrak in dit praktijkonderzoek een goed mindmapprogramma. Het flanelbord leende zich nog het best voor het samen maken van de mindmap, mits de beelden van tevoren uitgezocht waren.
De mindmap, die door kinderen zelf gevuld kan worden, is het best in staat om interactie uit te lokken. De keuze voor de werkvorm heeft echter een grotere invloed op de mate van interactiviteit, dan de keuze voor het medium van de mindmap.
Samenhangen kunnen het best duidelijk gemaakt worden door consequent gebruik van kleur en dezelfde afbeeldingen, gecombineerd met het aanwijzen door de leerkracht van de betreffende onderdelen waar een relatie tussen bestaat.
Wordt de mindmap gebruikt als geheugensteun, dan is het belangrijk dat de mindmap zich zichtbaar in de klas bevindt, zodat kinderen deze op elk moment kunnen gebruiken tijdens consolideeroefeningen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
47
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
5.2.2 H E T
G E B R U I K T E M E D I UM
Digitaal
De mindmap van het digibord kan worden opgeslagen en op een later tijdstip worden opgeroepen.
De digitale variant op het digibord is het minst tastbaar en leent zich niet voor individuele verwerking, tenzij gewerkt wordt met een hard copy van de digitale versie.
Het programma PowerPoint is wel in te zetten voor het tonen van een totaalplaatje van een mindmap, maar minder bruikbaar voor lessen waarbij de mindmap door gezamenlijke inzet vorm moet krijgen. Er zijn wel speciale mindmapprogramma ’s op de markt, die hier beter op toegerust zijn. De aanschaf kost echter geld.
De digitale versie, mits gebruik gemaakt wordt van een mindmapprogramma, leent zich het best om te schakelen tussen totaaloverzicht en inzoomen op details.
Flanelbord
Bij de flanellen (en papieren) versie van de mindmap wordt de herkenbaarheid van de structuur aangetast, wanneer er een geheel nieuwe tak moet worden toegevoegd aan de basisstructuur. Hiervoor moeten ook teveel handelingen verricht worden.
De mindmaplessen met het flanelbord hebben de flexibiliteit in zich om makkelijk afbeeldingen te kunnen verplaatst en verschuiven, mits de basisstructuur intact blijft.
De flanellen versie is voldoende tastbaar en concreet voor kleuters en nodigt uit om er mee aan de slag te gaan.
Het flanelbord kan maar voor één mindmap tegelijk ingezet worden. Het werken met een volgende mindmap houdt in dat je de eerste mindmap ‘voorgoed’ kwijt bent.
De ruimte op het flanelbord kent zijn grenzen; in tegenstelling tot de digitale versie kun je niet eindeloos door gaan met aanpassingen en/ of uitbreidingen maken.
Het flanelbord leent zich in de grote kring niet goed voor inzoomen op een detail van de mindmap.
In de papieren versie is, eenmaal geplakt, de basisstructuur niet meer te veranderen.
De papieren versie is, in combinatie met de digitale versie, goed te gebruiken voor individuele verwerking.
Papier
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
48
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Concreet materiaal
De concrete versie van de mindmap nodigt het meest uit tot eigen activiteit, maar is minder makkelijk te realiseren in de klas.
De transferwaarde van de mindmap met concreet materiaal ligt vooral in de keuze van materialen die uit de dagelijkse praktijk komen, of daar makkelijk mee geïntegreerd kunnen worden (gebruik prullenbakken in MM-les 5).
De mindmap gemaakt met concreet materiaal is als enige in staat gebleken meerdere zintuigen een actieve rol te laten spelen.
5.2.3 D E
WERKVORM
De afstand tussen de mindmap en het kind moet zo klein mogelijk gehouden worden en komt het best tot zijn recht in een kleine kring of tijdens de individuele verwerking.
De grote kring heeft een negatieve invloed op de tastbaarheid van de mindmap. De afstand in de grote kring kan kleiner gemaakt worden door de kinderen actief met de mindmap bezig te laten zijn door ze zelf afbeeldingen in de mindmap te laten plaatsen.
Het inzoomen op details kan op het flanelbord alleen in beperkte mate in de kleine kring gebeuren, waarbij de leerkracht het bewuste deel aanwijst.
5.2.4 V A K G E B I E D E N
5.3
Vooral in het woordenschatonderwijs leent de mindmap zich goed als advance organizer, met name bij het aanbieden van paraplu-begrippen.
De meest sterke mindmaplessen als advance organizer waren de lessen waarbij de basisstructuur gegeven is en waar de kinderen vervolgens op konden voortborduren en hun eigen kennis aan konden ophangen.
Bij consolideeroefeningen gebruikten kinderen zichtbaar de mindmap als geheugensteun.
A ANBEVELINGEN
EN VERV OLGONDERZOEK
Kinderen wennen snel aan de nieuwe structuur van mindmappen. In dit onderzoek is gekeken naar mindmappen binnen het kleuteronderwijs als advance organizer en als geheugensteun, maar de techniek van mindmappen heeft veel meer toepassingsmogelijkheden, zoals bij brainstormen, het voorbereiden van een boekbespreking of spreekbeurt of bij het maken van een samenvatting. Juist door het mindmappen schoolbreed in te zetten, kan er ten volle geprofiteerd worden van de voordelen van mindmappen. Mindmap en woordenschatonderwijs Als je de mindmap binnen het kleuteronderwijs wil gaan inzetten, adviseer ik te beginnen met de mindmap als advance organizer bij woordenschatonderwijs. De eigenschap van mindmappen om veel gebruik te maken van afbeeldingen maakt dat
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
49
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
de mindmap ook geschikt is voor kleuters die nog niet kunnen lezen, terwijl wel onderlinge verbanden visueel gemaakt kunnen worden. Zo kan er al vroeg gestart worden met woordenschatontwikkeling. Met mindmappen wordt de talige kant van het onderwijs meer in evenwicht gebracht doordat er naast woorden ook beelden gebruikt worden. In dit verband is het interessant te onderzoeken wat de effecten zijn van mindmaptechnieken bij tweetalige kinderen of kinderen met dyslexie. Ik verwijs in dit kader naar het artikel ‘Mindmappen binnen de remedial teaching’ uit het tijdschrift voor Remedial Teaching. (Bergh, 2010) Effectief gebruik van beelden in de mindmap In dit onderzoek is, omwille van de praktische uitvoerbaarheid vooral gewerkt met van tevoren door de leerkracht bedachte beelden. Zowel vanuit de literatuur als uit de praktijk is echter gebleken dat een mindmap krachtiger wordt naarmate kinderen hun persoonlijke ervaringen en beelden kunnen gebruiken in plaats van een gegeven voorbeeld. Voor kleuters moet rekening gehouden worden met de korte concentratieboog. Als we toch de kinderen eigen ervaringen en beelden willen laten inbrengen in de mindmap, moeten de volgende aspecten in acht genomen worden:
De mindmap kan het best in de kleine kring gemaakt worden.
De leerkracht heeft de beschikking over een goed mindmapprogramma, indien met de digitale versie gewerkt wordt of over een goed werkend flanelbord/ magneetbord, waar makkelijk met afbeeldingen geschoven kan worden.
De leerkracht kan tijdens de les eenvoudig en snel aan de juiste afbeeldingen komen. Hiervoor zou een ‘database’ of voorraad van afbeeldingen passend bij de interessegebieden van kleuters opgezet kunnen worden.
Een alternatief is afbeeldingen of foto’s te gebruiken van de kinderen in actie. Hiermee wordt in één foto een gehele ervaring weergegeven en wordt zo de kracht van het episodisch geheugen benut.
Inzet medium PowerPoint, het in dit onderzoek gebruikte programma voor de digitale versie, levert teveel beperkingen op. Wanneer de financiële middelen er zijn, adviseer ik toch een mindmapprogramma aan te schaffen, zodat de voordelen van een digitale mindmap ten volle benut kunnen worden. Zeker als besloten wordt om mindmappen schoolbreed in te zetten, is de aanschaf van een mindmapprogramma de investering waard. Welk programma dan het beste aangeschaft kan worden, zal verder onderzocht moeten worden. Belangrijk is hierbij te kijken naar gebruiksvriendelijkheid (voor leerkrachten èn kinderen) en de aanwezigheid van een database van snel toegankelijke, voor het onderwijs relevante afbeeldingen of de mogelijkheid eigen afbeeldingen toe te voegen aan de database. Het flanelbord vindt het midden tussen de voordelen van de digitale mindmap en de mindmap met concrete materialen; het komt tegemoet aan de behoefte van kleuters Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
50
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
om handelend bezig te zijn en het is makkelijker in de praktijk uit te voeren dan de mindmap met concreet materiaal. Het huidige flanelbord zal echter op basis van de ervaringen uit dit onderzoek op enkele punten aangepast moeten worden:
Het flanelbord moet voldoende omvang hebben, zodat het in een groepsles voor alle kinderen ‘te lezen’ is. Het moet echter geen sta in de weg worden, zoals de staande constructie, gebruikt in dit onderzoek. Belangrijk is, dat het bord wel in de klas aanwezig is. De handigste plek is ophangen aan de muur op werkhoogte van de kleuters, met dien verstande dat er met een kleine of grote groep omheen gezeten kan worden.
De constructie met het klittenband werkte niet goed. Er moet gekeken worden naar een andere oplossing, waarbij afbeeldingen makkelijk kunnen worden aangepast aan het te behandelen onderwerp en waar de kinderen zelf goed mee overweg kunnen. Een magnetisch krijtbord lijkt op dit moment het meest voor de hand liggende alternatief.
Een overzicht van de aanbevelingen, zoals hierboven genoemd, voor de inzet van de techniek van mindmappen binnen het kleuteronderwijs van De Boog, vind je in bijlage IX, Mindmap Montessoriaans Mindmappen met Kleuters. Tot slot Netwerkopbouw is een belangrijk doel van het basisonderwijs. Dit kan door opbouw van feitenkennis, woordkennis, maar juist ook door gebruik te maken van persoonlijke ervaringen. Hiermee verankert de nieuwe kennis stevig in het bestaande netwerk. Ik ben ervan overtuigd dat de techniek van het mindmappen hiervoor uitermate geschikt is. Bovendien heb ik gemerkt dat de kinderen zonder uitzondering de mindmap positief ontvangen; het is een aantrekkelijke manier om lesstof over te brengen of te ordenen. Als je als school of leerkracht bovenstaande eveneens onderschrijft, is het belangrijk over de drempel heen te stappen en ‘gewoon’ aan de slag te gaan. Je zult zien dat je enthousiasme groeit naarmate je de techniek van mindmappen toepast. Bovendien zul je dan merken dat de mogelijkheden eindeloos zijn. De mindmap nodigt uit om zowel woorden als beelden te gebruiken, maar met een beetje creativiteit is van alles een soort mindmap te maken, zoals met prullenbakken als concreet materiaal of een bewegingsspel in het speellokaal, waarbij de matten staan voor één tak van de mindmap. De mindmap nodigt uit om alles, inclusief ervaringen erin op te hangen. Met een oog naar de toekomst gericht en de mogelijkheden van nieuwe media in ogenschouw nemend, is het niet moeilijk voor te stellen dat bewegende beelden, geluiden en misschien zelfs geuren uiteindelijk gebruikt kunnen worden, waardoor de mindmap echt tot leven kan komen voor de maker.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
51
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
5.4
R EFLECTIE
OP LITERATUUR , METHODOLOGIE EN UITK OMSTEN
Aanvankelijk is als doel gesteld om met dit praktijkonderzoek te onderzoeken of het inzetten van de techniek van mindmappen bijdraagt aan het beter onthouden van de leerstof. Om dit te kunnen bepalen zou er echter een nulmeting uitgevoerd moeten worden; hoe wordt de huidige lesstof aangeboden en wat hebben de kinderen hiervan onthouden na drie maanden tot een half jaar? Binnen het tijdsbestek waarin dit onderzoek moest worden uitgevoerd, is het niet haalbaar een betrouwbare nulmeting te doen, waardoor het lastig wordt de onderzoeksvraag in deze hoedanigheid naar waarheid te beantwoorden. Daarnaast zijn er altijd verschillen tussen kinderen, zodat het vergelijken van twee groepen kinderen eveneens geen betrouwbare data zal opleveren, tenzij dit op een grootschalige wijze wordt uitgevoerd. Ook dit laatste is in de range van mijn onderzoek niet haalbaar. Daarom is ervoor gekozen de focus van het onderzoek te verleggen naar een meer exploratief karakter. In plaats van een verbetering te willen aantonen in de kwaliteit van het onderwijs is nu gekeken naar de (on)mogelijkheden van de techniek van mindmappen binnen het kleuteronderwijs van De Boog. In dit onderzoek heb ik gekozen voor het systematisch evalueren van verschillende soorten mindmaplessen binnen eenzelfde onderzoekspopulatie. Door deze ervaringen naast elkaar te leggen, heb ik de verschillende lessen met elkaar vergeleken en op basis daarvan conclusies getrokken over de(on)mogelijkheden van mindmaplessen in de onderbouw van De Boog. Een andere methode die ik achteraf ook had kunnen inzetten is om niet een serie lessen, maar een enkele les uit te werken, deze vervolgens uit te voeren, te evalueren, aan te passen op basis van de opgedane ervaringen en deze vervolgens in aangepaste vorm nogmaals in te zetten. Door de beperkte tijd die beschikbaar was voor de uitvoering van dit onderzoek, heb ik hier uiteindelijk niet voor gekozen. Om dezelfde reden heb ik ook gekozen voor het combineren van de themalessen uit de activiteitencyclus met de mindmaplessen. Achteraf was voor de overzichtelijkheid beter geweest deze gescheiden te houden. De keuze voor participerende observatie als onderzoeksmethode brengt met zich mee dat de ervaringen uit het onderzoek altijd enigszins gekleurd zijn. Kinderen reageren op mij als leerkracht en kunnen bij een andere leerkracht in dezelfde situatie anders reageren. Ook het feit dat ik naast het lesgeven ook de rol van onderzoeker heb, maakte het niet eenvoudiger om objectief te blijven. Als uitvoerder van het onderwijs wilde ik natuurlijk graag dat mijn interventies succesvol waren. Toch heb ik voor mezelf gesteld een zekere distantie te bewaren door zo objectief mogelijk naar de uitkomsten te kijken en mijn eigen handelen daarin kritisch in ogenschouw te nemen. Uiteindelijk is het ook in mijn eigen belang betrouwbare resultaten te genereren, die kunnen bijdragen aan het verbeteren van het onderwijs, mijn onderwijs, aan kleuters.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
52
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
6
L ITERATUURLIJST
Beemen, L. v. (2010). Ontwikkelingspsychologie. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Bergh, J. v. (2010). Mindmappen binnen de remedial teaching. Tijdschrift voor Remedial Teaching, 26-27. Brandhof, J. v. (2009). Leer als een speer. Den Haag: SDU Uitgevers bv. Buzan, T. (2009). Verbeter uw geheugen in weinig tijd. Aartselaar, België: Zuidnederlandse Uitgeverij N.V. C. van der Donk, B. v. (2010). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Camps, M. B. (2008, 10). Artikel breinvriendelijk. Opgeroepen op 01 2012, van HCO: http://www.hco.nl/uploads/files///cortisol.pdf?PHPSESSID=5c2b9ebe8088fa044f573f3c6a53781e Cliteur, J. (2010, 06 01). www.purplemonkey.nl. Opgeroepen op 01 2012, van Purple Monkey Breinonderwijs: snellezen, mindmapping, geheugen en braintraining: http://www.purplemonkey.nl/page.aspx?id=44 Cliteur, J. (2012, 01). www.purplemonkey.nl. Opgeroepen op 01 06, 2010, van Purple Monkey Breinonderwijs: snellezen, mindmapping, geheugen en braintraining: http://www.purplemonkey.nl/page.aspx?id=44 Dynamic Horizons. (2012). Dynamic Horizons. Opgeroepen op 04 26, 2012, van http://www.dynamichorizons.com/whats_new.php E. Alkema, E. v. (2009). Méér dan onderwijs; theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Eerkens, M. (2007, november). Onthouden in één oogopslag. J/M, pp. 64-66. Hilst, A. v. (2007). Voorbij de kaders; verwondering over onze leer-kracht, bewondering voor onze leer-kracht. Utrecht: Uitgeverij Agiel. Hordijk, M. (2010, 02). Mindmapping brengt je op ideeën. Plus Woman, pp. 64-67. J. Duerings, B. v. (2011). Op woordenjacht; creatief en effectief werken aan woordenschatuitbreiding. Antwerpen/ Apeldoorn: Garant. Jolles, J. (2010). Ellis en het verbreinen; over hersenen, gedrag en educatie. Amsterdam: Neuropsych Publishers. Jongejans, L. (2012). Voorkom overbelasting van het geheugen en breng kennis in een brede context aan. MM, thema: geheugen, 6. Keijser-Hedeman, E. (1995). Montessori; leven en werk, opvoeding en onderwijs. Amsterdam: Nederlandse Montessori Vereniging. Kohnstamm, R. (2002). Kleine ontwikkelingspsychologie; het jonge kind. Houten/ Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Lanzing, J. (1997, 03). Concept Mapping Homepage. Opgeroepen op 02 01, 2012, van www.users.edte.utwente.nl: http://users.edte.utwente.nl/lanzing/cm_home.htm L'écluse, H. d. (2008, 05 11). En route. Opgeroepen op 04 26, 2012, van http://thehouseofsynthesis.blogspot.com/2008_05_11_archive.html
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
53
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 Lund, J. (2010, 08 23). Roze Olifant; Clarity Crest. Opgeroepen op 03 26, 2012, van http://mindyourmind.webs.com/Pink-Elephant.jpg M.J. ten Cate, T. H.-L. (1978). Het montessori materiaal: deel 1. Arnhem: A. Nienhuis B.V. Montessori Vereniging Haarlemmermeer. (2010, 08). Schoolgids. Hoofddorp: MVH. Moorman, A. (1998). Montessori concreet. Zelhem: Nienhuis. N. Dorrestein, I. S. (1989). Mindmapping in de praktijk. Houten/ Antwerpen: Bohn Stafleu Van Loghum. Nederlandse Montessori Vereniging. (2012). Maria Montessori. Opgeroepen op 2012, van http://mcasector.webklik.nl/page/maria#__frame__ NIDA. (2008, 08). Background Brainpower; NIDA. Opgeroepen op 04 26, 2012, van http://www.drugabuse.gov/publications/brain-power/grades-2-3/sending-receiving-messagesmodule-3/background OBS voor Montessorionderwijs De Boog. (2011, 09 04). www.montboog.nl. Opgeroepen op 02 01, 2012, van De Boog - Nieuw-Vennep: http://www.montboog.nl/Portals/609/docs/schoolgids%202011-2012.pdf Saeijs, Y. (2011, september 12). Mindmap Ideeënboek. Opgeroepen op 12 2011, van Onderwijs maak je samen: http://OMJS_mindmappen_single_page_v1-2-5[1].pdf Stefels, E. D. (2012). Langs de snelweg van ons brein. MM, 2-3. Stefels, M. (2012). Activeren van het geheugen. MM, thema: geheugen, 7-8. T. Buzan, B. B. (2007). Mindmappen voor een beter geheugen en creatiever denken. Amsterdam: Pearson Education Benelux. T. Kallenberg, B. K. (2010). Ontwikkeling door onderzoek. Baarn/ Utrecht/ Zutphen: ThiemeMeulenhoff. T. van der Veen, J. v. (2008). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers. Wal, T. v. (2008). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers. Westhoff, G. (2012). Taal en het geheugen. MM, 4-5. Wikipedia. (2011, 10 25). Mindmap. Opgeroepen op 02 2012, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mindmap Wikipedia. (2011, 10 25). Mindmap Wikipedia. Opgeroepen op 01 2012, van http://nl.wikipedia.org/wiki/Mindmap
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
54
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7 BIJLAGEN
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
55
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.1
B IJLAGE I
S TAP
VOOR STAP VAN ON TWERPEISEN TOT ONTWE RP
FORMULERING ONTWERPEISEN EN ONDERZOEKSGEBIED Ontwerpeisen voortkomend uit de literatuurstudie over de traditionele leertheorieën en de kennis over breinwetenschap: 1. Sleutelbegrippen Een mindmap is opgebouwd uit sleutelwoorden, sleutelbeelden en andere grafische symbolen en kleuren. 2. Hiërarchie Informatie in een mindmap is hiërarchisch geordend; de vertakkingen in een mindmap zijn dikker naarmate men dichter bij het centrale onderwerp komt. 3. Totaal- versus detailoverzicht Een mindmap moet zowel het totaaloverzicht tonen als kunnen inzoomen op details 4. Actief proces Mindmappen is een actief proces met activiteiten als selecteren, opnemen, verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis geven aan verschillende vormen van informatie 5. Persoonlijk Bij het proces van mindmappen wordt gebruik gemaakt van het verbeeldingsvermogen, ervaringen en emoties van de maker(s) van de mindmap. 6. Herhaling Een mindmap moet hergebruikt kunnen worden door de maker(s) zelf, zowel in dezelfde setting (pure herhaling) als dezelfde mindmap in een andere setting. Ontwerpeisen voortkomend uit de literatuurstudie over Montessori en het vraaggesprek met de groepsleerkracht over de onderwijspraktijk in de onderbouw van Montessorischool De Boog: 7. Aansluiten bij handelend bezig zijn Bij het proces van mindmappen moet rekening gehouden worden met de voorkeur voor kleuters, en vooral de jongste kleuters, om handelend bezig te zijn. In ieder geval moet de mindmaples nauw aansluiten bij en voortborduren op concrete handelingen. 8. Vrije keuze Aan het aspect van de vrije keuze van kleuters wordt tegemoet gekomen door het werken met de mindmap in verschillende werkvormen aan te bieden, zodat het kind kan kiezen voor de vorm die hem het meest aanspreekt. 9. Eenvoud Daarnaast moet de mindmap in zijn vorm eenvoudig zijn en teruggebracht worden tot de essentie van wat je ermee wilt bereiken (bieden van structuur of bieden van geheugensteun) Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
56
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
TOEPASSINGEN Uit het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat er twee gebieden zijn, waarbij de mindmap goed kan worden ingezet: 1. De mindmap als geheugensteun; hierbij worden de eigenschappen van mindmappen gebruikt om uiteindelijk de leerstof beter te kunnen onthouden. 2. De mindmap als advance organizer; hierbij worden de eigenschappen van mindmappen gebruikt om indrukken te structureren, een totaaloverzicht te geven en samenhangen inzichtelijk te maken. Zowel in het begin van het leerproces als aan het eind van het leerproces kan de mindmap dus bijdragen aan respectievelijk het bieden van structuur (advance organizer) als het bieden van een geheugensteun (samenvatting). Op deze twee punten zal de focus in het praktijkonderzoek komen te liggen. Vooral in het taal- en kosmische onderwijs zal de mindmap op dit gebied van toegevoegde waarde kunnen zijn, omdat het geven van overzicht en het inzichtelijk maken van onderlinge verbanden bij deze twee vakgebieden het sterkst naar voren komen. Het rekenonderwijs aan kleuters is vooral nog in de fase van handelend bezig zijn met concreet materiaal. De mindmap bevindt zich daarentegen meer in het spectrum van de symbolische representatie van de werkelijkheid. Voor het rekenen van kleuters is dit nog een brug te ver. Daarom heb ik dit vakgebied in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Vanuit de focus op deze twee toepassingsgebieden van de mindmap binnen de onderwijspraktijk, worden enkele variabelen ingevoerd om de mindmaples op verschillende punten te kunnen beoordelen. Deze variabelen zijn: 1. Het vakgebied waarvoor de mindmap wordt ingezet: a. Taal, woordenschatles b. Kosmisch, themales 2. Het medium waarmee de mindmap wordt ingezet: a. het digibord b. het flanelbord c. de papieren versie d. concreet materiaal 3. De werkvorm waarin de mindmap wordt ingezet: a. De grote kring b. De kleine kring c. Individueel
BESCHRIJVING VAN HET ONTWERP Vanuit de twee toepassingsgebieden (advance organizer en geheugensteun) en de drie variabelen heb ik een lijst gemaakt van mogelijk ontwerpen voor een
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
57
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
mindmaples. In onderstaande tabel staan deze ontwerpideeën opgesomd en worden deze gewogen op enkele criteria:
Voldoet het ontwerpidee voldoende aan de ontwerpeisen?
Sluit het ontwerpidee goed aan bij één van de twee toepassingsgebieden?
Is het ontwerpidee goed realiseerbaar in tijd, geld en praktische uitvoerbaarheid?
Het cijfer bij de drie criteria geeft aan in hoeverre het ontwerpidee voldoet aan het gestelde criterium op een schaal van 1 (voldoet het minst) tot 10 (voldoet volledig).
Ontwerpidee
1
Introductie in de grote kring van het thema boodschappen doen op het digibord, waarbij de beelden ter plekke worden bedacht
Voldoet aan ontwerpeisen?
5 Sterk op punt 4 en 5, Minder sterk op punt 3, 6, 7 en 9
Sluit aan bij toepassingsgebied?
2 Wanneer start vanuit leeg vel
8
Realiseerbaar?
6 Digibord aanwezig met tekenprogramma Ter plekke tekenen is lastig
Als advance organizer wanneer basisstructuur deels gegeven is 2
!
Introductie in de grote kring van het thema boodschappen doen aan de hand van van tevoren bedachte afbeeldingen op digibord
7 Sterk op punten 2, 3, 6 en 9
8 Als advance organizer
9 Mits flanelbord aanwezig
Minder sterk op punten 1, 4, 5 en 6 3
Verwerking van de lesstof boodschappen doen in de kleine instructiegroep aan de hand van de papieren mindmap van afbeeldingen van het prentenboek
7 Sterk op punten 1, 2, 3 en 9 Minder sterk op punten 4, 5 en 8
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
9 Als geheugensteun
8 Papier kan opgehangen worden of gekopieerd voor elk groepslid
58
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 4
Individuele verwerking van de lesstof boodschappen doen aan de hand van de mindmap van afbeeldingen van het prentenboek
5
!
Introductie in de grote kring van het thema afdelingen supermarkt aan de hand van beeldkaarten op flanelbord
9 Sterk op punten 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9
! 7
!
Verwerking in de kleine kring van de lesstof over afdelingen supermarkt met gebruikmaking van de mindmap op het flanelbord
Individuele verwerking van de lesstof over afdelingen supermarkt met gebruikmaking van de papieren mindmap
Als advance organizer én geheugensteun
Minder sterk op punten 4 en 5
8 Sterk op punten 2, 3, 4, 5, 8 en 9 Minder sterk op punten 1, 6 en 7
6
8
9 Sterk op punten 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 9. Minder sterk op punten 1 en 8
10 Sterk op alle punten
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
9 papier kan goed bij materiaal gevoegd worden Kinderen kunnen er zelf mee aan de slag
8 Als advance organizer mits afdelingen gegeven zijn
7 Als geheugensteun
9 Als advance organizer en later ook als geheugensteun
6 Grote hoeveelheid afbeeldingen beschikbaar hebben, zodat ideeën kinderen voorzien kunnen worden van beeld
6 Mits veel afbeeldingen voorhanden zijn
8 Goed uitvoerbaar, mits veel beeldmateriaal uit folders voorhanden. Kinderen kunnen er makkelijk zelf mee aan de slag
59
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 8
Introductie in de grote kring van het thema afvalscheiding aan de hand van standaard afbeeldingen op het digibord
9
! 10
Verwerking van de lesstof over afvalscheiding in de kleine kring aan de hand de mindmap van hoepels en concreet materiaal
Introductie in grote kring van het thema recycling lege flessen aan de hand van afbeeldingen op het digibord
11
!
Samenvatten in de grote kring van totale lesstof van het thema boodschappen doen aan de hand van herkenbare afbeeldingen op flanelbord
2 Sterk op punt 9 Minder sterk op overige punten
9 Sterk op punten 1, 4, 5, 6, 7, 8 en 9. Minder sterk op punten 2 en 3
3
4 Matige advance organizer i.v.m. weinig ‘diepte’ in mindmap
8 Als advance organizer
4
Sterk op punten 3 en 6
Als advance organizer
Minder sterk op punten 1, 2, 4, 5,7, 8 en 9
pas na presentatie duidelijk en daarna geen verdere uitbouw
8 Sterk op punten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 Minder sterk op punten 8 en 9
9 Als geheugensteun
7 goed uitvoerbaar, standaard beelden, mits individueel en digibord toegankelijk kan kind ermee aan de slag
6 heeft veel ruimte nodig. Concreet materiaal nodigt uit tot handelend bezig zijn
5 goed uitvoerbaar makkelijk nogmaals op te roepen minder goed te gebruiken door de kinderen zelf
8 Beelden zijn al gebruikt in andere lessen Kinderen kunnen er ook zelf mee aan de slag
Tabel 1: Weging van ontwerpideeën
Voor de uitvoering van mijn praktijkonderzoek heb ik die ontwerpideeën uitgekozen, die zich volgens bovenstaande weegfactoren goed lenen voor uitvoering in de praktijk en die de grootste kans geven op het beantwoorden van de onderzoeksvraag:
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
60
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Nr. 2: Introductie in de grote kring van het thema boodschappen doen aan de hand van van tevoren bedachte afbeeldingen op flanelbord en later op digibord
Nr. 5: Introductie in de grote kring van het thema afdelingen supermarkt aan de hand van beeldkaarten op flanelbord
Nr. 6: Verwerking in de kleine kring van de lesstof over afdelingen supermarkt met gebruikmaking van de mindmap op het flanelbord
Nr. 7: Individuele verwerking van de lesstof over afdelingen supermarkt met gebruikmaking van de papieren mindmap
Nr. 9: Verwerking van de lesstof over afvalscheiding in de kleine kring aan de hand de mindmap van hoepels en concreet materiaal
Nr. 11: Samenvatten in de grote kring van totale lesstof van het thema boodschappen doen aan de hand van herkenbare afbeeldingen op flanelbord
FORMULERING KIJKPUNTEN VOOR HET OBSERVATIESCHEMA Vanuit de onderzoeksvraag en de informatie verkregen uit het vooronderzoek zijn er twee vragen die met de uitvoering van de experimentele mindmaplessen moeten worden beantwoord: I.
II.
III.
Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de vooren nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof? Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de vooren nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie? Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Vanuit deze doelen heb ik uiteindelijk kijkpunten geformuleerd, die als basis dienen voor het ontwikkelde observatieschema. In onderstaande tabel worden de kijkpunten genoemd. Doelen Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
Deelaspecten Koppelen nieuwe kennis aan bestaande kennis Herkenbaarheid
Activeren voorkennis
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
Kijkpunten zijn aanpassingen in de mindmap makkelijk te realiseren? blijft de mindmap overzichtelijk na het doen van aanpassingen? Is de structuur eenvoudig en herkenbaar? Is dezelfde structuur ook voor andere doeleinden inzetbaar? Kunnen kinderen hun ervaringen en kennis delen met elkaar? Is er ruimte voor eigen inbreng?
61
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie?
De mindmap draagt bij tot het geven van totaaloverzicht
De mindmap draagt bij tot het duidelijk maken van samenhangen
Herhaling
(inter)actie
Activeren van zo groot mogelijk hersengebied Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Draagt de vorm bij tot het geven van ‘het brede plaatje’? Kunnen kinderen de ontbrekende stappen in het totaaloverzicht herkennen? Draagt de vorm bij aan het duidelijk maken van de samenhangen tussen onderdelen? Kan de leerkracht makkelijk schakelen tussen het geheel en de delen zonder dat je het overzicht verliest? Is de mindmap op elk moment beschikbaar/ op te roepen/ erbij te pakken? Is de mindmap op verschillende manieren weer in te zetten? Nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten/ verschillen m.b.t. betekenissen? Nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen m.b.t. de plaats van de informatie in de structuur? In welke mate worden kinderen gestimuleerd tot eigen activiteit? In welke mate zijn de kinderen handelend bezig met de mindmap? Is de mindmap concreet en tastbaar? Doet het mindmappen een beroep op (één van) de zintuigen? In welke mate zijn de kinderen actief bezig? In welke mate zijn de kinderen voor een bepaalde periode geconcentreerd bezig? In welke mate worden kinderen uitgenodigd zelf beelden/ woorden te bedenken/ maken? In welke mate is er ruimte om vrij te associëren?
T ABEL 2: O NTWERP KIJKPUNTEN
Deze kijkpunten worden na de uitvoering van elke experimentele mindmaples gescoord, waarbij de rol van eerder genoemde variabelen meegenomen wordt:
Hoe komt de mindmap tot zijn recht, gelet op de inzet in verschillende vakgebieden?
Hoe komt de mindmap tot zijn recht, gelet op het gebruik van verschillende media?
Hoe komt de mindmap tot zijn recht, gelet op de verschillende werkvormen?
Een voorbeeld van het uiteindelijke observatieschema is opgenomen in bijlage II.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
62
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.2
B IJLAGE II
O BSERVATIESCHEMA
MINDMAPLESSEN
Onderwerp les:
_______________________________________________________________
Datum:
_______________________________________________________________
Functie mindmap als advance organizer Koppelen nieuwe kennis aan bestaande kennis Zijn aanpassingen in de mindmap makkelijk te realiseren? Blijft de mindmap overzichtelijk na het doen van aanpassingen?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
Herkenbaarheid Is de structuur eenvoudig en herkenbaar? Is dezelfde structuur ook voor andere doeleinden inzetbaar?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
Activeren voorkennis Kunnen kinderen hun ervaringen en kennis delen met elkaar? Is er ruimte voor eigen inbreng?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
Functie mindmap als geheugensteun De mindmap draagt bij tot het geven van totaaloverzicht In hoeverre draagt de vorm bij tot het geven van ‘het brede plaatje’? In hoeverre kunnen kinderen de ontbrekende stappen in het totaaloverzicht herkennen?
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
63
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
De mindmap draagt bij tot het duidelijk maken van samenhangen In hoeverre draagt de vorm bij aan het duidelijk maken van de samenhangen tussen onderdelen? Kan de leerkracht makkelijk schakelen tussen het geheel en de delen zonder dat je het overzicht verliest?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
Herhaling Is de mindmap op elk moment beschikbaar/ op te roepen/ erbij te pakken? Is de mindmap op verschillende manieren weer in te zetten?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
(inter)actie In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten/ verschillen m.b.t. betekenissen? In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen m.b.t. de plaats van de informatie in de structuur? In welke mate worden kinderen gestimuleerd tot eigen activiteit?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
In welke mate zijn de kinderen handelend bezig met de mindmap?
Activeren van zo groot mogelijk hersengebied Is de mindmap concreet en tastbaar? Doet het mindmappen een beroep op (één van) de zintuigen?
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
64
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Factor plezier Draagt mindmap bij tot plezier in het leren? In welke mate zijn de kinderen actief bezig? In welke mate zijn de kinderen voor een bepaalde periode geconcentreerd bezig? In welke mate worden kinderen uitgenodigd zelf beelden/ woorden te bedenken/ maken? In welke mate is er ruimte om vrij te associëren?
--
-
0 + ++
vak
medium
werkvorm
Ruimte voor vermelden bijzonderheden
Legenda: -- : totaal niet/ geen - : nauwelijks/ weinig 0 : neutraal/ niet negatief, niet positief + : enigszins ++ : veel/ heel goed
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
Invullen bij vak/ medium / werkvorm: -2 : grote negatieve invloed op kijkpunt -1 : enige negatieve invloed op kijkpunt 0 : geen invloed op kijkpunt 1 :enige positieve invloed op kijkpunt 2: grote positieve invloed op kijkpunt
65
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.3
B IJLAGE III I NGEVULDE
OBSERVATIES CHEMA ’ S PER MINDMAPLES
Ingevuld door E. Mastrobattista, leerkracht in opleiding en onderzoeker
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
66
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
67
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
68
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
69
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
70
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
71
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
72
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
73
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
74
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
75
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
76
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
77
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
78
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
79
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
80
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
81
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
82
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
83
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
84
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
85
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
86
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.4
B IJLAGE IV R ESULTATEN
LITERATUUR ONDERZOEK
‘W AT
IS MINDMAPPEN ?’
INLEIDING In deze paragraaf doe ik verslag van mijn onderzoek naar mindmappen. Wat is het en wat zijn de voordelen van mindmappen? Eerst neem ik de traditionele leertheorieën onder de loep en onderzoek ik hoe zich dit verhoudt tot de techniek van mindmappen. Hetzelfde doe ik vervolgens met de meer recente informatie over onze hersenen vanuit wetenschappelijk breinonderzoek. Zijn er aannemelijke verklaringen te geven waarom mindmappen succesvol is bij technieken voor onthouden van informatie? Vanuit deze kennis kom ik tot een lijst van positieve punten van mindmappen, gestoeld op de theorie.
WAT IS MINDMAPPEN? Enkele uitspraken over mindmappen in de literatuur en op het ‘World Wide Web’: Wikipedia: “E E N M I N D M A P I S E E N D I A G R A M O P G E B O U W D U I T B E G R I P P E N , T E K S T E N , RELATIES EN PLAATJES , GEORDEND IN DE VORM VAN EEN B O O M S T R U C T U U R R O N D E E N C E N T R A A L T H E M A .” (Wikipedia, 2011) John Cliteur, Purple Monkey Breinonderwijs: “M I N D M A P P I N G I S E E N S T U D I E T E C H N I E K D I E G E B R U I K M A A K T V A N D E BEHOEFTE AAN BEELD EN STRUCTUUR. HET IS EEN HULPMIDDEL OM HIËRARCHIE AAN TE BRENGEN IN DE STOF DIE VERWERKT MOET W O R D E N .”
(Cliteur, www.purplemonkey.nl, 2010)
Yorick Saeijs, Onderwijs Maak Je Samen: “M I N D M A P P E N I S E E N M A N I E R V A N O R D E N E N , W A A R B I J J E T E R U G M O E T N A A R D E E S S E N T I E .” (Saeijs, 2011) Jan-Willem van den Brandhof, B2B: “M I N D M A P P I N G I S E E N H E L E S I M P E L E B R E I N V R I E N D E L I J K E M E T H O D E O M I N F O R M A T I E I N E N U I T J E B R E I N T E H A L E N .” (Brandhof, 2009) Nelleke Dorrestijn, Holland Harmony: “Een mindmap is een natuurlijke manier van aantekeningen maken, als je bekijkt hoe de hersens werken. Denken is eigenlijk een nogal warrig proces. Gedachten komen niet netjes in een rechte rijtje, maar springen van het een op het ander, volgen tegelijkertijd verschillende banen, associëren verder, heen en terug.” (N. Dorrestein, 1989) Tony & Barry Buzan, The Buzan Organization: “D E M I N D M A P I S E E N U I T I N G S V O R M V A N A S S O C I A T I E F D E N K E N E N DAAROM EEN NATUURLIJKE FUNCTIE VAN HET MENSELIJK BREIN. HET MAKEN VAN MINDMAPS IS EEN KRACHTIGE GRAFISCHE TECHNIEK EN EEN
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
87
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 UNIVERSELE SLEUTEL VOOR HET ONTSLUITEN V AN HET POTENTIEEL VAN D E H E R S E N E N .”
(T. Buzan, 2007)
Bovenstaande uitspraken laten zien dat ieder zijn eigen accent legt op het principe van mindmappen. Toch zie je ook enkele aspecten van mindmappen steeds terugkomen (zie ook figuur 1):
Een mindmap is geordend rond een centraal thema
Een mindmap is hiërarchisch opgebouwd; hoe verder van het centrale thema, hoe meer er wordt ingezoomd op de details
Een mindmap combineert woord en beeld om de essentie van een (sub)onderwerp weer te geven
Een mindmap maakt gebruik van kleur om associaties te bevorderen en accenten te leggen
Mindmappen is een breinvriendelijke manier van leren
De definitie van mindmappen, zoals gehanteerd in dit praktijkonderzoek, luidt als volgt: mindmappen is een techniek die gebruik maakt van zowel beelden als woorden om complexe informatie te structureren rond een centraal thema, waarbij de nadruk ligt op de onderlinge verbanden. Dit structureren van informatie kan gaan om het structureren van de buitenwereld (les samenvatten, boekbespreking) of van de binnenwereld (brainstormen, gedachten te ordenen, presentaties voorbereiden). DE
MINDMAP VOLGENS
TONY BUZAN
Tony Buzan, een Britse psycholoog en inmiddels befaamd auteur van boeken over mindmappen, noemt zich de vader van de mindmap. In de jaren zestig heeft hij de mindmap ontwikkeld als tegenhanger van de reguliere manier van notities maken, namelijk via geschreven tekst, geordend van links naar rechts en van boven naar beneden. In dezelfde periode werd dit concept gebaseerd op het semantisch netwerk ook gebruikt door Dr. A. Collins en M. Ross Quillian. Ook deze personen werkten met vergelijkbare mindmaps als Buzan. (Wikipedia, 2011) Enkele jaren later ontwikkelde J.D. Novak, een Amerikaanse opvoedkundige het vergelijkbare ‘concept mapping’, gebaseerd op de theorie van Ausubel dat de mens nieuwe kennis integreert in het kennisnetwerk dat hij reeds bezit. (T. van der Veen, 2008) Concept Mapping heeft een vergelijkbare grafische weergave, zoals de mindmap van Tony Buzan, echter bij concept mapping is er geen sprake van een hiërarchische opbouw. (Lanzing, 1997) Er is niet één centraal thema, maar alle ‘concepten’ in het netwerk zijn nevengeschikt. Voor mijn onderzoek richt ik mij op de mindmap van Tony Buzan georganiseerd rond één centraal thema, omdat dit voor kleuters het meest overzichtelijk is. De regels voor mindmappen zijn:
Gebruik blanco papier, zonder lijnen en kaders om zo min mogelijk beperkt te worden. Leg het papier in de breedte (landscape), zodat dit het beste overeenkomt met de stand van je ogen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
88
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Plaats het onderwerp in het midden van het papier en maak het item zo specifiek mogelijk (kleur en afbeelding). Plaats de eerste tak op ‘twee uur’ en werk met de klok mee. Gebruik vloeiende lijnen voor het leggen van verbanden en gebruik per hoofdtak één kleur. Werk van globaal (dikke tak, grote letters) naar detail (dunne takken, kleine letters). Gebruik per tak één sleutelwoord, direct boven de tak gepositioneerd, gecombineerd met een krachtig beeld dat voor jou of de groep betekenis heeft.
HET
BELANG VAN HET PROCES
Yorick Saeijs van ‘Onderwijs maak je samen’ heeft het naar mijn mening bij het rechte eind als hij beweert dat de kracht van mindmappen niet zozeer zit in het product als wel in het proces. Juist door het maken van een mindmap, door de tak te tekenen, door na te denken over het juiste sleutelwoord en door een pakkende afbeelding of symbool erbij te tekenen, die voor jou persoonlijk betekenis heeft, doe je een beroep op beide hersenhelften, waardoor het onthouden uiteindelijk makkelijker gaat. Een mindmap als product is dan ook vooral heel waardevol voor de maker zelf. Dit neemt niet weg dat een mindmap niet gezamenlijk kan worden opgesteld. Juist tijdens dit ontstaansproces van een mindmap daag je jezelf en anderen uit om keuzes goed te onderbouwen. Door het principe van associëren ontstaat er informatie-uitwisseling, omdat iedere deelnemer zijn eigen ‘know how’ kan delen. (Saeijs, 2011) MINDMAPPEN
IN HET ONDERWIJS
Mindmappen heeft verschillende werkvormen in zich: ordenen, discussiëren, associëren, schrijven en tekenen en in sommige gevallen ook knippen en plakken. In zijn Mindmap Ideeënboek geeft Saeijs diverse praktische toepassingen van mindmappen in het onderwijs:
Geven van een korte terugblik
Verwerken van de geleerde lesstof
Aanbrengen van structuur in de lesstof
Opstellen of aanvullen van leervragen
Ontwikkelen van woordenschat
Presentatiemiddel voor boekbespreking of spreekbeurt
Samenvatten en/ of evalueren aan het einde van de les
Handvatten bieden bij het stellen
Voorbereiden oudergesprekken Daarnaast zijn er voorbeelden vanuit de RT-praktijk, waarbij de mindmap ingezet wordt bij de ondersteuning van kinderen met dyslexie. (Bergh, 2010)
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
89
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
DE LEERTHEORIE De basisschool beoogt een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het kind. Van Beemen omschrijft ontwikkeling als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van differentiatie en functioneren leiden. (Beemen, 2010) Deze veranderingen zijn deels het gevolg van aangeboren biologische factoren, maar kunnen ook beïnvloed worden door de omgeving. Op dit laatste gebied is voor de periode tussen de vierde en twaalfde levensjaar een belangrijke rol weggelegd voor de basisschool. Hoe kan de mindmap bijdragen aan de invulling van deze rol van het onderwijs? Hiertoe is het goed even stil te staan bij de theorieën over leren. De cognitieve leertheorieën richten zich op de innerlijke, mentale processen die een rolspelen bij de informatieverweking en probleemoplossing. Men hield zich dus vooral bezig met de vraag: hoe wordt de informatie in de hersenen verwerkt? GESTALTPSYCHOLOGIE;
PATRONEN EN SAMENHANGEN
Gestaltpsychologen gaan ervan uit dat we onze waarnemingen niet willekeurig structureren, maar streven naar een zekere eenvoud en ideale ordening (gute gestalt), waaraan we vervolgens betekenis toekennen. Visualiseren en structuur aanbrengen zorgen ervoor dat onthouden makkelijker gaat. Ook een mindmap is gebaseerd op dit principe van aanbrengen van logische verbanden. Een mindmap is dus pas van waarde, wanneer het de werkelijkheid voor de persoon in kwestie representeert. Een mindmap is daarom ook heel persoonlijk. CONSTRUCTIVISME
Constructivisten zien leren als een actief proces en voegen daaraan toe dat de lerende zijn eigen werkelijkheid construeert en persoonlijk betekenis toekent aan informatie. “Leren is het tot stand brengen van mentale processen door middel van het selecteren, opnemen ,verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis geven aan verschillende vormen van informatie, die leiden tot duurzame veranderingen in kennis, vaardigheden, houdingen, motieven en/of het vermogen om te leren.” (Wal, 2008). Met mindmappen wordt niet klakkeloos informatie ‘weggezet’, er wordt nagedacht over de te verwerken informatie en betekenissen worden toegekend en gekoppeld aan al aanwezige kennis. In dit opzicht volgt mindmappen het denkproces zoals constructivisten dit voor ogen hebben. COGNITIEVE
LEERPSYCHOLOGIE
Ook Piaget beschouwde kinderen als actieve onderzoekers die door interactie met hun (fysieke) omgeving een eigen beeld van de werkelijkheid construeren. Volgens Piaget is de ontwikkeling van een kind echter een op zichzelf staand, autonoom proces, waar anderen geen sturende rol in spelen. Een kind kan zijn ervaringen opnemen in zijn eigen cognitieve structuur (assimilatie), maar het echte leren vindt plaats in het proces van accommodatie; het besef dat zijn idee van de werkelijkheid niet meer strookt met de ‘echte’ werkelijkheid met als gevolg een aanpassing van deze geconstrueerde werkelijkheid van het kind. Wanneer een persoon een mindmap maakt, is dat een weergave van zijn persoonlijke werkelijkheid. Een Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
90
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
voordeel van een mindmap is, dat deze in principe nooit ‘af’ is. Er kan altijd een tak toegevoegd worden en nieuwe associaties gemaakt worden. Dit betekent dat een mindmap een goed hulpmiddel kan zijn tijdens het leerproces, zoals Piaget deze voor ogen had. Door op deze manier bezig te zijn, werk je aan verbreding en verdieping van je kennisnetwerk. Piaget noemt dit de belangrijkste impuls voor leren. (Kohnstamm, 2002) Het denken leidt dus volgens Piaget tot taaluitingen. De Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner bekritiseert dit uitgangspunt. Volgens Bruner werkt het ook de andere kant op; taal kan leiden tot nieuw denken. Daarom is het belangrijk te werken aan woordenschat. Als het kind woorden leert, kan het denken een hogere vlucht nemen. In de manier waarop de informatie verworven wordt en in een bruikbare vorm van kennis beschikbaar blijft maakt de Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner onderscheid in drie vormen.
De enactieve representatie: hier vindt leren plaats door handelen met concreet materiaal. Al doende leert men. De voorbereide leeromgeving van kleuters is hier voor een groot deel op gestoeld.
De iconische representatie: Door middel van waarnemingen of voorstellingen vormt de lerende zich een beeld van de werkelijkheid.
De symbolische representatie: Processen als de werking van de zwaartekracht, oorzaken van de economische crisis, of het ontstaan van orkanen maken we grijpbaar en leggen we vast met begrippen en symbolen. Hierdoor is de mens in staat om abstract te denken. De mindmap kan de eerste stap zijn van enactieve representatie naar iconische representatie en in de latere schoolcarrière wellicht tot symbolische representatie, omdat de mindmap consequent gebruik maakt van grafische afbeeldingen. HET
INTERACTIONELE DENKEN
Een tweede kritiekpunt op Piaget is dat hij zo weinig invloed toekende aan de sociale omgeving. Vanuit de Russische cultuur-historische school is het uitgangspunt van Vygotsky dat een kind niet alle betekenissen opnieuw hoeft uit te vinden, maar dat het kind moet worden ingeleid in de wereld van betekenissen die men in de cultuur waarvan hij deel uitmaakt heeft ontwikkeld. (E. Alkema, 2009) Juist in interactie met anderen wordt het leerproces ontsloten. Hoewel Bruner aanvankelijk uitging van puur zelfontdekkend leren, wijzigde hij dit door voortschrijdend inzicht in de ‘guided discovery’, de geleide ontdekking. Ook Vygotsky zag leren vooral als een product van de interactie met anderen. Om een kind een stapje verder te helpen in zijn ontwikkeling moet de volwassene op zoek gaan naar de zogenaamde ‘zone van naaste ontwikkeling’, het gebied dat een kind nog niet zelfstandig beheerst, maar met hulp van de volwassene wel zelf kan doen. Leren is een interactief proces en kennis is uiteindelijk gedeelde kennis en het resultaat van onderhandeling. (Wal, 2008). De belangrijkste begrippen in dit interactionele denken, het zogenaamde ‘nieuwe leren’ zijn: (inter)activiteit, eigen betekenis geven en duurzame verandering. Mindmappen voorziet in de behoefte aan actief bezig zijn met informatie; je structureert informatie en denkt na over de essentie van een onderwerp. Wanneer je Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
91
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
daarnaast als groep aan een mindmap werkt, voorziet het tevens in de behoefte aan interactie, met elkaar informatie structureren en discussiëren over betekenisverbanden met als uiteindelijk resultaat dat deze informatie beter, lees duurzaam, onthouden wordt. AUSUBEL ’S
ASSIMILATIETHEORIE
De leertheorie van Ausubel, in het bijzonder zijn assimilatietheorie, is in het kader van dit onderzoek interessant. Ausubel is vooral geïnteresseerd in de manier waarop de mens nieuwe kennis integreert in het kennisbestand waarover hij al beschikt. Hierdoor ontstaat een nieuwe, uitgebreidere cognitieve structuur. Ausubel gaat er bovendien vanuit dat de kennis in zo’n cognitieve structuur hiërarchisch is geordend. Hoe meer begrippen, regels en principes een cognitieve structuur bevat, hoe beter nieuwe kennis kan worden gekoppeld en hoe makkelijker de opgeslagen kennis kan worden gereproduceerd. Ausubel spreekt hier over zogenaamde ankerbegrippen. De parallel met de sleutelwoorden en –beelden in de mindmap. Het opbouwen van een netwerk; advance organizers Nieuwe informatie wordt voor een kind pas betekenisvol wanneer deze verbonden kan worden met kennis waarover hij al beschikt. Vooral in de eerste levensjaren is het belangrijk bij een kind deze cognitieve structuur op te bouwen. De basisschool heeft als taak om zoveel mogelijk ankerbegrippen aan te bieden. De leerkracht zorgt voor het aanbrengen van een eerste kader of leerstructuur. Ausubel noemt dit een advance organizer. Zo’n organizer kan het beste in een vaste, voor het kind herkenbare vorm, gegoten worden. Waar echter Ausubel blijft steken in puur talige organizers, voorziet de mindmap juist in de behoefte van jonge kinderen, die vaak nog sterk visueel zijn ingesteld, aan het gebruik van beelden. In mijn visie is de mindmap een uitstekend middel om als ‘advance organizer’ in te zetten. Het kind kan voortborduren op de basisstructuur van de mindmap. Vanuit dit kader van de advance organizer-mindmap wordt het kind vervolgens in staat gesteld zelf verbanden te leggen en associaties te maken tussen verschillende onderwerpen. Jelle Jolles geeft in zijn boek ‘Ellis en het verbreinen’ ook het belang aan van feitenkennis: “Kennis is een vangnet. Als je als 8-jarige bepaalde woorden kent, die met elkaar verbonden zijn, dan kunnen die een soort rooster vormen, een net, een soort systeem van met elkaar geassocieerde vormen van kennis en inzichten.” Nieuwe kennis kan hieraan worden opgehangen. Ik ben het dan ook met Jolles eens dat tijdens de schoolperiode veel aandacht moet zijn voor het opbouwen van feitenkennis. Nieuwe kennis wordt in het geheugen gekoppeld aan bestaande kennis in de vorm van betekenisnetwerken. In zo’n netwerk zitten niet alleen linguïstische factoren, maar ook beelden, geuren en geluiden. Als één van die factoren wordt aangesproken, wordt het hele netwerk geactiveerd. Daarom is het belangrijk om nieuwe informatie zo gevarieerd mogelijk aan te bieden. Hoe breder het netwerk, des te makkelijker is de kennis weer op te roepen. (Jongejans, 2012) Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
92
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
RECENTE KENNIS OVER DE WERKING VAN ONS BREIN Ontwikkeling gebeurt deels door interactie met onze omgeving en het opdoen van ervaringen, maar deels ligt hier ook een specifieke neurologische rijping aan ten grondslag. T. van der Veen en J. van der Wal zien ontwikkeling als “de accumulatie van leerervaringen, waarbij rijping min of meer de voorwaarden creëert die het leren mogelijk maken.” (Wal, 2008). In de vorige paragraaf is vooral stilgestaan bij de externe voorwaarden voor leren. Voor een volledig beeld wil ik in deze paragraaf aandacht besteden aan de interne voorwaarden, namelijk de werking van de hersenen en in het bijzonder ons geheugen. DE
WERKING VAN ONZE HERSENEN
De hersenen bestaan uit verschillende delen die onderling met elkaar samenwerken (Hilst, 2007):
Het reptielenbrein zorgt voor de basale levensprocessen zoals hartslag en ademhaling
Het zoogdierenbrein, oftewel het limbisch systeem, is verantwoordelijk voor emoties en zorgt voor de interne (onbewuste) regulatie van lichaamsprocessen, zoals hartslag en lichaamstemperatuur. Het limbisch systeem werkt nauw samen met het reptielenbrein en zorgt afhankelijk van de binnenkomende prikkels voor een vecht- of vluchtreactie.
In de grote hersenen, oftewel de neo-cortex, vindt het denken en de interpretatie van gevoelens plaats. De grote hersenen bestaan uit twee helften, de linker- en rechterhemisfeer, die met elkaar verbonden zijn door een grote zenuwbalk, het corpus callosum. Beide hersenhelften bestaan uit vier zogenaamde kwabben: o de occipitale kwab (zien) o de frontale kwab (denken) o de temporale kwab (horen) o de pariëtale kwab (bewegen, voelen) (Camps, 2008)
Om een zo hoog mogelijk leerrendement te halen, is het goed om informatie op een veelzijdige manier aan te bieden; visueel, talig, met geluiden en bewegingen, zodat een zo groot mogelijk deel van de hersenen actief is. LINKER-
EN RECHTERHERSENHELFT
De linker- en rechter hersenhelft zijn elk verantwoordelijk voor respectievelijk de rechts- en linkszijdige sensorische en motorische functies. Dit komt doordat de zenuwbanen elkaar kruisen. De hersenhelften werken in dit opzicht symmetrisch. Elk gebied in de hersenen is gespecialiseerd in bepaalde taken. Professor Roger Sperry ontdekte in 1981 dat de linker- en rechter hersenhelften gespecialiseerd zijn in verschillende taken, de zogenaamde asymmetrische specialisatie. (Brandhof, 2009).
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
93
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Hierbij moet wel één nuancering gemaakt worden. Uit onderzoeken van Ornstein, Zaidel en Bloch blijkt namelijk dat beide hersenhelften weliswaar dominant zijn in sommige activiteiten, maar dat ze in principe beide tot alle taken in staat zijn. Wel is het belangrijk om de capaciteit van de hersenen beter te benutten, om zowel je linker- als rechterhersenhelft te activeren. De meeste ‘winst’ is er namelijk te behalen als beide hersenhelften met elkaar samenwerken. GEHEUGENSPOREN
De communicatie in de hersenen draait om de communicatie tussen hersencellen, de neuronen. Bij elke informatieprikkel wordt de boodschap in de hersenen van cel tot cel doorgegeven via een biochemische, elektromagnetische route, ook wel een geheugenspoor of ‘mental map’ genoemd. Naarmate de boodschap vaker wordt herhaald, wordt dit geheugenspoor als het ware ingesleten, waardoor onder andere het ophalen van de informatie steeds makkelijker en sneller verloopt. Hoe meer routes en sporen je aanlegt, hoe sneller en efficiënter je denken wordt en hoe beter je geheugen functioneert. (Hordijk, 2010) Veel herhaling van de leerstof is dus belangrijk. Een mindmap is in feite een grafische representatie van zo’n geheugenspoor. Door de mindmap steeds terug te laten komen in verschillende situaties, wordt het bijbehorende geheugenspoor steeds geactiveerd. Het brein is afhankelijk van zijn omgeving en ontwikkelt zich als reactie daarop. Dit gebeurt in het bijzonder in de eerste 10 levensjaren. Gedurende de hele periode van hersenrijping van geboorte tot ongeveer het 20e levensjaar gaan verbindingen die niet of weinig worden gebruikt weer verloren met het accent op de periode van 0-6 jaar. (Jolles, 2010) Wederom een reden om in de basisschoolperiode het kind veelvuldig in aanraking te laten komen met een breed scala aan onderwerpen. HET
LANGE TERMIJNGEHEUGEN
Van Beemen verstaat onder geheugen het vermogen informatie op te slaan en deze op een later tijdstip weer op te roepen. Een belangrijk onderscheid wordt gemaakt tussen het herkennen van opgeslagen informatie, waarbij het geheugen wordt geactiveerd door de oorspronkelijke informatie, en het reproduceren van geheugeninhoud, waarbij vanuit het niets informatie uit het geheugen wordt opgeroepen. (Beemen, 2010) Onthouden is een proces waarbij informatie via het korte termijn geheugen uiteindelijk wordt opgeslagen in het lange termijngeheugen. De informatie die opgeslagen wordt in het lange termijngeheugen wordt geclassificeerd. Als we de informatie vervolgens weer willen oproepen uit ons geheugen hebben we de code nodig die gebruikt werd bij het classificeren van de informatie. De code die gebruikt wordt om toeging te krijgen tot het geheugenspoor wordt retrieval cue genoemd. Bij mindmappen wordt gewerkt met iets soortgelijks, namelijk sleutelwoorden en – beelden. Zo’n retrieval cue, of sleutelbegrip kan bestaan uit een uitspraak, beelden of vrije associaties. Een goede cue moet uniek zijn, maar het moet ook mogelijk zijn deze terug te kunnen vinden. Een belangrijke factor voor succes is als de cue persoonlijk is en bij voorkeur zelf is bedacht. (N. Dorrestein, 1989) Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
94
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Het lange termijngeheugen bestaat niet uit één geheugen. Mensen beschikken over vijf geheugensystemen:
Het semantisch geheugen (opslag van feiten en gegevens)
Het procedureel geheugen (opslag van motorische vaardigheden)
Het episodisch geheugen (opslag van reeksen van gebeurtenissen)
Het ruimtelijk geheugen (opslag van plaats, positie en ruimte)
Het werkgeheugen (processen van reflecteren en redeneren) (Camps, 2008)
Het episodisch geheugen is heel krachtig en persoonlijk. Doordat de ervaring die eraan vooraf ging vaak heel rijk is (beelden, emoties, geuren, kleuren), zijn er veel ‘sleutels’ om de gebeurtenis weer op te halen uit je herinnering. Het episodisch geheugen is echter ook heel subjectief en selectief. Verwarring met andere gebeurtenissen kan makkelijk ontstaan. Het semantisch geheugen is wat dat betreft veel betrouwbaarder, maar duidelijk ook minder krachtig door het ontbreken van de persoonlijke ervaringen. In de onderwijscontext kan men hier rekening mee houden door bijvoorbeeld hulpmiddelen in te zetten, zoals afbeeldingen en ezelsbruggetjes. (Stefels E. D., 2012) Een visueel beeld gaat voor een verbale opdracht. Wanneer de hersenen de opdracht krijgen: “Denk niet aan een roze olifant.”, wordt direct het beeld van een roze olifant geactiveerd, nog voordat je de betekenis van de zin bewust wordt. (J. Duerings, 2011) HET
KORTE TERMIJNGEHEUGEN
Het korte termijngeheugen heeft een kleine capaciteit en kan maar tijdelijk informatie vasthouden. Bij kleuters heeft het korte termijngeheugen zelfs een nog beperktere capaciteit. De geheugenspan van kleuters is 4 eenheden ten opzicht van 7 bij volwassenen. In de vorige paragraaf over de leertheorie en in het bijzonder de gestaltpsychologie werd al aangehaald dat onze hersenen ‘trucs’ bedenken om met de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen toch grotere hoeveelheden informatie op te kunnen slaan door informatie in beelden en logische verbanden te plaatsen. Het combineren van brokken informatie in clusters noemt men in vaktermen ook wel chunks. Door iets als één geheel in je lange termijngeheugen op te slaan in plaats van als meerdere losse eenheden, wordt er economisch omgegaan met de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen. Door bij mindmappen op zoek te gaan naar dàt beeld dat het beste jouw ervaringen over een onderwerp weergeeft, door op zoek te gaan naar het juiste sleutelbeeld, ben je in feite ook bezig met het maken van chunks. Naast de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen, werkt het ook als een filter; niet alle informatie dat het korte termijngeheugen binnenkomt, wordt uiteindelijk opgeslagen in het lange termijngeheugen. Welke dingen onthouden we beter dan andere (Brandhof, 2009): Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
95
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Informatie aan het begin en aan het eind van een verhaal of betoog Dingen die herhaald worden Dingen die aansluiten bij de eigen belevingswereld en interesses Dingen die we koppelen aan iets wat we al weten Dingen die verbonden zijn aan één of meer zintuiglijke ervaringen Dingen die opvallen, raar of bizar zijn, het Von Restorff effect
Herhaling Maar liefst 80% van de dingen die we op een dag meemaken, zijn we na een dag weer vergeten. Door leerstof meerdere keren te herhalen, kan dit percentage aanzienlijk worden opgeschroefd. Gemiddeld moet de leerstof 5 keer herhaald worden, voordat het permanent wordt verzonden naar het lange termijngeheugen. (Buzan, 2009) Drie- en vierjarige kinderen gebruiken spontaan de methode van visuele herhaling. Zij kijken, vaak onbewust, steeds weer even naar iets wat ze willen onthouden. (Kohnstamm, 2002) Het is dan ook belangrijk de aangeboden lesstof zichtbaar in de klas te plaatsen, zodat kinderen deze spontane manier van geheugentraining kunnen toepassen. Aansluiten bij de belevingswereld Onderwerpen waarin je geïnteresseerd bent, onthoud je veel beter. Het is dan ook goed om de lesstof te laten uitsluiten bij de belevingswereld van kinderen. Kleuters zijn van nature geneigd om te associëren. Zij zijn voortdurend op zoek naar aansluiting van het gespreksonderwerp bij hun eigen beleving. Op deze manier wordt informatie gekoppeld aan bestaande informatie, zodat dit beter kan worden onthouden en later makkelijker en sneller kan worden opgeroepen. Koppelen aan bestaande informatie Informatie wordt sneller en beter onthouden naarmate we meer van het onderwerp afweten. Hoe meer een kind leert, hoe meer het netwerk zich verdicht en hoe meer samenhangen en verbanden er ontstaan. Het verschil tussen een ijzersterk geheugen en een geheugen als een zeef heeft vooral te maken met het zinvol opbergen van de informatie. Als nieuwe informatie aansluit bij datgene wat je al weet, wordt het makkelijker in het lange termijngeheugen opgenomen. Gevarieerde ervaringen Naast ‘gewoon’ herhalen is het belangrijk gevarieerd te herhalen, waarbij zoveel mogelijk zintuigen worden aangesproken. Als de leerstof wordt gekoppeld aan beelden, geur of smaak, worden verschillende delen van de hersenen, de verschillende geheugensystemen, geactiveerd, waardoor informatie beter wordt onthouden. Emoties “Emoties zijn de motoren van onze herinnering”, aldus Jolles in zijn boek ‘Ellis en het verbreinen’. Jolles doelt hier op de rol van positieve emoties. Bij positieve emoties komt er een stof in de hersenen vrij, dopamine. Dit is een neurotransmitter die de Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
96
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
communicatie tussen neuronen bevordert. Positieve emoties zijn onder andere te stimuleren door kinderen succeservaringen te laten beleven. Soms is herhaling niet nodig en staat een bepaalde gebeurtenis ‘in je geheugen gegrift.” Bizarre gebeurtenissen, grappige en droevige gebeurtenissen laten soms een blijvende indruk achter. Dit komt omdat bij sterke emoties vooral het emotiecentrum, het limbisch systeem, zeer actief is. Het brein is dan extra alert om te kunnen anticiperen op de uitvoering van handelingen (de vlucht/vecht reactie van de amygdala). Een bijkomend effect is dat hierdoor gebeurtenissen door de amygdala direct doorgestuurd worden naar het lange termijngeheugen. (Jolles, 2010) Bij sterke emoties is er echter ook een nadeel. De amygdala fungeert namelijk ook als een filter en laat niet alle indrukken door naar het geheugen. Deze ‘blokkade’ treedt vooral op bij gevoelens van onveiligheid. Maar ook indrukken die overbekend zijn, worden eruit gefilterd. Dit betekent dat een situatie voldoende spannend moet zijn om de volledige aandacht, oftewel een geactiveerd werkgeheugen, te krijgen”, aldus Kees Vreugdenhil in een interview voor MM over het geheugen. (Stefels E. D., 2012) Het Von Restorff effect Onze hersenen onthouden veel makkelijker dingen die afwijken van de norm. Dit wordt het zogenaamde Von Restorff2 effect genoemd. Uit het Von Restorff-effect kan worden geconcludeerd dat je geheugencapaciteit verbetert als je:
Overdrijft wat je moet onthouden Kleuren gebruikt om teksten te markeren Zodanig kan associëren dat de afwijkende en unieke eigenschappen van de te onthouden leerstof naar voren treden Probeert vooral sleutelwoorden3 te gebruiken die levendige beelden oproepen
Al deze punten zijn goed toe te passen in de mindmap.
VOORDELEN VAN MINDMAPPEN VOLGENS DE THEORIE In het voorgaande verhaal heb ik al enkele malen de link gelegd tussen de theorie over leren en de werking van onze hersenen enerzijds en de eigenschappen van mindmappen anderzijds. In deze paragraaf passeren deze voordelen puntsgewijs de revue:
Mindmappen sluit aan bij het natuurlijke streven van onze hersenen naar vereenvoudiging en ordening (7.4.3: Gestaltpsychologie; patronen en samenhangen)
Mindmappen ondersteunt de iconische representatie van informatie door gebruik te maken van beelden en symbolen (7.4.3: Cognitieve leerpsychologie)
2
Von Restorff was een Duitse psycholoog die al in 1933 onderzoek deed naar het geheugen van mensen. 3 Een sleutelwoord is een specifiek woord dat je kiest of creëert en vormt een uniek referentiepunt voor iets belangrijks dat je wil onthouden.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
97
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Met een mindmap kan op eenvoudige wijze nieuwe kennis aan bestaande kennis worden gekoppeld (7.4.3: Ausubel’s assimilatietheorie)
Informatie in een mindmap is op dezelfde wijze geordend als de cognitieve structuur van ons geheugen, namelijk hiërarchisch (7.4.3: Ausubel’s assimilatietheorie)
Een mindmap kan als advance organizer fungeren wanneer een kind nog niet over een (uitgebreid) kennisnetwerk beschikt (7.4.3: Opbouwen van een netwerk)
Mindmappen is een actief proces, net als leren, met activiteiten als selecteren, opnemen, verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis geven aan verschillende vormen van informatie (7.4.3: Constructivisme)
Een mindmap kan heel goed samen gemaakt worden, waarbij de kracht ligt in het nadenken, discussiëren of onderhandelen over de (plaatsing van ) informatie in de totaalstructuur. Belangrijk is de aandacht voor het herkennen van overeenkomsten en verschillen en het ordenen van de informatie. (7.4.3: Het interactionele denken)
Een mindmap is opgebouwd uit beelden en grafische voorstellingen in symbolen en kleuren. Hierdoor worden beide hersenhelften aangesproken en wordt zo de hersencapaciteit beter benut. (7.4.4: Linker- en rechterhersenhelft)
Een mindmap vertoont opvallende gelijkenis met de neuronen van de hersenen. De vertakkingen in een mindmap zijn dikker naarmate men dichter bij het centrale onderwerp komt, geheugensporen die vaak gebruikt worden in de hersenen, worden eveneens steviger. (7.4.4: Geheugensporen)
Een eenmaal gemaakte mindmap kan heel goed hergebruikt worden om de leerstof even te herhalen. In één oogopslag is duidelijk waar de lesstof over ging en er kan dus efficiënt herhaald worden. Dit levert tijdwinst op. (7.4.4: Herhaling)
Een mindmap kan gebruikt worden aan het begin van een les om te inventariseren wat de startkennis van kinderen is. Van hieruit kan de lesstof worden opgehangen aan bestaande informatie, waardoor de nieuwe lesstof beter onthouden wordt. (7.4.4: Aansluiten bij de belevingswereld en koppelen aan bestaande kennis)
Een mindmap maakt gebruik van beelden en woorden. De kracht zit in het kiezen van de juiste sleutelwoorden en –beelden, die niet alleen de essentie van het onderwerp weergeven, maar ook een beroep doen op je verbeeldingsvermogen, emoties en ervaringen. Nadeel is wel dat de mindmap alleen voor de maker zelf zeer krachtig wordt, maar voor een buitenstaander van minder betekenis is. (7.4.4: Gevarieerde ervaringen)
Mindmappen is een aantrekkelijke werkvorm. Zodra mensen over de drempel heen zijn en een paar keer geoefend hebben met een mindmap, ervaren de meeste mensen dit als een leuke bezigheid. Positieve emoties zijn belangrijk, omdat dit het leerproces bevorderen. 7.4.4: Emoties)
Bij het maken van een mindmap is alles geoorloofd, elk beeld dat voor de maker betekenis geeft, hoe bizar ook, kan gebruikt worden; een beeld of woord kan
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
98
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
verwijzen naar een eerder meegemaakte gebeurtenis en zo de voordelen van het krachtige episodische geheugen benutten. (7.4.4: Von Restorff effect) TRADITIONELE
AANTEKENINGEN VERSUS DE MINDMAP
De traditionele aantekeningen bestaan vooral uit woorden of getallen op een lineaire manier geordend en doen dus vooral een beroep op de linker hersenhelft. “Willen we onze hersenen beter gebruiken, waardoor we beter en sneller kunnen leren, dan zullen we de twee hersenhelften beter met elkaar in balans moeten brengen.”, aldus Jan-Willem Brandhof in zijn boek ‘Leer als een speer’. De mindmap beperkt de hoeveelheid woorden door een enkel sleutelwoord per tak te gebruiken en ondersteunt dit met kleur en beelden, waardoor ook de rechter hersenhelft wordt geactiveerd. Daarnaast is de mindmap niet lineair, maar hiërarchisch vanaf een centraal thema opgebouwd, waarbij de belangrijkste (sub) thema’s het dichtst bij het centrale thema gepositioneerd worden en, naarmate men verder van het thema afkomt, meer ingezoomd kan worden op de details. De gebruikte ‘takken’ en kleuren zorgen voor de accentuering van verbanden en relaties. Hiermee sluit de mindmap goed aan bij de manier waarop hersenen informatie opslaan, namelijk in een netwerk van betekenissen. Een eenmaal opgezette mindmap kan makkelijk worden aangepast; takken kunnen gemakkelijk worden weggehaald of veranderd of nieuwe takken kunnen worden toegevoegd. Bij traditionele aantekeningen is hier vaak geen ruimte meer voor. Hiermee sluit een mindmap beter aan bij de manier waarop wij leren dan de traditionele vorm van aantekeningen maken. Ook ons leerproces is nooit ‘af’, er kan altijd weer wat ‘bij’ geleerd worden. (Bergh, 2010) KANTTEKENING
Voordat je kunt profiteren van de voordelen van mindmappen, zul je eerst moeten leren een mindmap te maken. Hiermee doel ik dan op de specifieke regels bij het maken van een mindmap en niet zozeer het ‘leren’ tekenen. Dat je namelijk eerst moet kunnen tekenen voordat je een mindmap kan maken, berust op een misverstand. Belangrijker dan het maken van een beeld dat een afspiegeling van de werkelijkheid is, is dat het gebruikte symbool of beeld betekenis heeft voor de maker zelf. Bovendien heb je via Google Afbeeldingen een schatkist vol afbeeldingen tot je beschikking. Mindmappen als nieuwe techniek zal in het begin nog geen ‘vruchten afwerpen’. Dit komt omdat ons brein, met de beperkte capaciteit van ons werkgeheugen, zich niet op zowel de vorm als de inhoud kan richten. Wanneer de vorm dus nieuw is, zal deze zich eerst eigen gemaakt moeten worden voordat het kind zich kan concentreren op de inhoud. Westhoff noemt dit principe ‘de cognitieve economie’: “Verwerken gaat ten koste van de ruimte die je voor inhoud overhoudt.” (Westhoff, 2012) Belangrijk is dus om steeds te werken met dezelfde werkvorm en hetzelfde grafische model. Hierdoor ontstaat routine en krijgen kinderen steeds meer ruimte om zich te richten op de inhoud en betekenis van de leerstof. (J. Duerings, 2011) Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
99
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Wanneer je aan de slag gaat met het maken van een mindmap zijn er enkele regels die ter harte genomen moeten worden. Door onderstaande regels consequent toe te passen, zal er na verloop van tijd voor kinderen een herkenbare werkvorm ontstaan, zodat ze zich steeds meer op de inhoud kunnen focussen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
100
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.5
B IJLAGE V R ESULTATEN M ONTESSORIONDERWIJS ’ HET
VOORONDERZ OEK
GEDACHTEGOED VAN
‘U ITGANGSPUNTEN
MARIA MONTESSORI
Maria Montessori werd geboren in Italië en leefde van 1870 tot 1952. In 1896 studeerde zij af als eerste vrouwelijke arts van Italië. De eigenlijke montessorileer ontwikkelde zij vanaf 1907, toen zij werkte in de Casa dei Bambini, het huis van de kinderen, in Rome. In dit huis voor kinderen van 3 tot 6 jaar observeerde zij de kinderen nauwgezet en zo ontstonden haar vernieuwende ideeën over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen, die zij verder uitwerkte in ‘de methode’. In deze paragraaf neem ik enkele aspecten van haar methode, die met name van belang zijn voor dit onderzoek, onder de loep. (Montessori Vereniging Haarlemmermeer, 2010) De ontwikkeling van de mens Montessori ziet het leven, waaronder ook de mens, als schakel in de evolutie van de kosmos: “De kosmische taak van de mens is het natuurlijke evenwicht op aarde in stand houden, zich aan te passen aan de omstandigheden en een bijdrage te leveren aan de voortgang van het bestaan”, aldus E. Keijser-Hedeman in haar boek ‘Montessori; leven en werk, opvoeding en onderwijs’. Maria Montessori zag kennis niet als doel op zich, maar een middel om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij: “Pas wanneer een kind in staat is indrukken op te nemen, hierin onderscheid aan te brengen en vervolgens door associatie en het leggen van verbanden een innerlijke orde aan te brengen, zal het voldoende kennis hebben om zich tot een zelfstandig individu te ontplooien.” (Keijser-Hedeman, 1995) De taak van het onderwijs is dan ook volgens Montessori de fysieke wereld zo te groeperen dat het voor een leerling gemakkelijk wordt zelf te ontdekken welke samenhangen en overeenkomsten er zijn. (Kohnstamm, 2002). Aan de behoefte een structuur als basis voor verder leren aan te leggen, zou de mindmap wellicht een goed hulpmiddel kunnen zijn. Ontwikkelingsfase van kleuters In de ontwikkeling van een kind zijn enkele duidelijk te onderscheiden fasen. Elke fase legt de basis voor de volgende fase:
Fase 1 (0-6 jaar): groot aanpassingsvermogen, opdoen van indrukken
Fase 2 (6-12 jaar): de verkenner: cognitieve en sociale ontwikkeling. De gevoelige periode voor taal verschuift van interesse in woorden naar interesse in de logische structuur van de taal.
Fase 3 (12-18 jaar): ontwikkeling van de persoonlijkheid, meedoen in de maatschappij
Omdat het onderzoek gericht is op kleuters, ga ik hier iets dieper in op de tweede helft van fase 1. Kinderen ontwikkelen zich door oefening en eigen activiteit. Zij hebben een sterke voorkeur voor oefeningen uit het dagelijks leven, waarbij zij gevoelig zijn voor de precisie waarmee de handelingen worden uitgevoerd. Ook zijn Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
101
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
zij sterk zintuiglijk gericht en hebben ze een goed ontwikkelde waarneming; de kleinste bijzonderheid heeft hun interesse. Het geheugen draait op volle toeren en de woordenschat wordt flink uitgebreid. Ook kunnen kinderen interesse tonen in getallen, mits deze zintuiglijk gepresenteerd worden. (Moorman, 1998) De eerste fase is het belangrijkst, omdat dit het fundament vormt voor de daaropvolgende fasen. Het ontwikkelingsverloop is ‘explosief’; na een schijnbare stilstand, maakt een kind een sprong in de ontwikkeling. In de periode van schijnbare stilstand zijn veel rijpingsprocessen actief die niet direct waarneembaar zijn. Montessori spreekt van een absorberende geest. Kinderen nemen indrukken op met heel hun wezen, waardoor het kind wezenlijk verandert (zich ontwikkelt). Het is daarom belangrijk het kind veel gelegenheid te geven om indrukken en ervaringen op te doen. De uitdaging ligt om de experimentele mindmaplessen zo vorm te geven dat deze de eigen activiteit van kinderen stimuleert en waarbij ze zelf handelingen kunnen uitvoeren. Hun natuurlijke woordenschatverwerving geeft mogelijkheden om hier middels een mindmap bij aan te sluiten. Gevoelige perioden Het opnemen van de indrukken uit hun omgeving gebeurt niet willekeurig, maar selectief. Montessori ging ervan uit dat elk kind een natuurlijke drang heeft tot zelfontwikkeling. Het kind toont gedurende een korte of langere periode diepe interesse in een bepaald leergebied, de zogenaamde gevoelige perioden. In zo’n periode kan het kind voor een langere periode geconcentreerd werken en een handeling blijven herhalen (intrinsieke motivatie). Dit noemt Montessori ‘polarisatie van de aandacht’. Kinderen vergeten de tijd en vergeten zichzelf. Niet toevallig zijn deze leergebieden vaak nodig om het kind uiteindelijk de volgende ontwikkelingssprong te laten maken. De taak van het onderwijs is een omgeving en middelen te scheppen, die hier zo goed mogelijk op aansluiten en die het kind aansporen tot activiteit, de zogenaamde voorbereide leeromgeving. Vrije keuze Het gedachtegoed van Montessori houdt in dat het kind zelf mag kiezen waarmee het bezig wil zijn. Om te kunnen kiezen moet het kind weten hoe hij het ontwikkelingsmateriaal kan gebruiken, moet het alternatieven hebben en moet het weten wat hij wil. Pas dan kan een kind zelfstandig functioneren. De leerkracht begeleidt het kind bij het maken van zijn keuze door nieuw materiaal te presenteren en uit te leggen en het kind te leren zelf keuzes te maken. Wanneer het kind door vrije bezigheid aandachtig en geconcentreerd bezig is, treedt normalisatie op. Normalisatie is het proces van het verdwijnen van ontstane eigenaardigheden of ‘lastig gedrag’ en het naar voren komen van ‘normale’ eigenschappen. (Moorman, 1998) Een kind dat ‘goed’ aan het werk is, kenmerkt zich door:
vreugde in arbeid
de onvermoeibare voortgang
rijke afwisseling van het werk
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
102
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
het ontbreken van een werkelijk, uiterlijk doel
helderheid en eenvoud
innerlijke discipline Deze vrije keuze zal ook in de experimentele mindmaplessen moeten worden ingebouwd. Als een kind bezig kan zijn met datgene wat zijn interesse heeft en daarop kan voortborduren, zal het bovenstaande kenmerken vertonen en intrinsiek gemotiveerd zijn. Ontwikkelingsmateriaal Goed ontwikkelingsmateriaal stelt kinderen in staat hun indrukken te ordenen en op een geordende wijze in zich op te nemen. Al handelend met het materiaal doen kinderen ervaringen op, waardoor zij tot bepaalde inzichten komen. Het leerproces verloopt in drie stappen van concreet handelend via symbolisch (het stelt voor) naar abstract. Montessori noemt dit ‘de hand is het gereedschap van het brein’. Handelen, zien, voelen en bewegen ondersteunen het opslaan in het werkgeheugen. (Stefels M. , 2012) Het ontwikkelingsmateriaal is verdeeld in vijf gebieden: taal, rekenen, huishoudelijk materiaal, zintuiglijk materiaal en kosmisch materiaal. Het ontwikkelingsmateriaal moet niet alleen de aandacht van het kind trekken, maar het ook weten vast te houden: “Vooral voorwerpen die in geïsoleerde vorm essentiële begrippen van de werkelijkheid belichamen, zijn in staat kinderen te boeien.” (Moorman, 1998) Daarnaast bevat het materiaal een ‘controle van de fout’. Door waarneming kan het kind ontdekken of hij het werk goed heeft volbracht; het houdt het kind op de juiste weg, waardoor het kind uiteindelijk nieuw inzicht verwerft en dus leert. Tenslotte is het ontwikkelingsmateriaal zo vormgegeven dat de essentie van wat geleerd moet worden uitgelicht wordt door de overige factoren constant te houden. Wanneer bijvoorbeeld materiaal tot doel heeft het kind de kleurnuances te leren, zal het materiaal in vorm, grootte en substantie gelijk zijn en slechts verschillen in kleur. Dit wordt de isolatie van de eigenschap genoemd. Wanneer een kind een oefening steeds herhaalt, is dit het teken dat het zich ontwikkelt. De kennisverwerving verschilt wel enigszins per ontwikkelingsfase. Waar bij jonge kleuters de zintuigen en bewegingen een belangrijke rol spelen, vergaren oudere kleuters hun kennis vooral via hun geheugen. Na het zesde levensjaar verschuift dit geleidelijk naar kennisvergaring via hun redeneervermogen. De experimentele mindmaplessen zullen vooral gericht zijn op het ordenen van indrukken. De mindmap past het best bij stap twee van de drie stappen in het leerproces, namelijk de symbolische weergave van de werkelijkheid. Belangrijk is wel dat de mindmap aansluiting houdt met de eerste stap, namelijk het concrete handelen. Taak van de leerkracht De leerkracht zorgt voor een voorbereide leeromgeving en zorgt ervoor dat het kind zelf kan beschikken over diverse materialen. Ook kan de leerkracht belangstelling opwekken bij het kind voor bepaald materiaal door dit ‘op grootse wijze’ aan te Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
103
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
bieden. Het aanbieden van de leerstof moet aansluiten bij de wijze van kennisverwerving van het kind. Voor de jongere kleuter is dat via motoriek en zintuigen, voor de oudere kleuters via het geheugen. Om de mindmap ook voor de jongste kleuters interessant te maken, is het belangrijk deze zo concreet en tastbaar mogelijk te maken. Als kinderen eenmaal zelfstandig kunnen werken, ligt de activiteit vooral bij de kinderen. De leerkracht observeert de kinderen in hun activiteit. Het voornaamste doel van observeren is dat de leerkracht zich beter kan inleven in het kind en zo beter in staat is het kind verder te helpen in zijn ontwikkeling. De juiste houding van de leerkracht die observeert is met geduld, met respect voor het kind, met interesse en verwondering, met precisie en wetenschappelijkheid en tot slot met bescheidenheid. Help mij het zelf te doen Hét motto van Maria Montessori is ‘Help mij het zelf te doen!’ Hierbij is de leerkracht verantwoordelijk voor de randvoorwaarden, zoals hierboven genoemd, zodat het kind ook daadwerkelijk zelfstandig aan het werk kan. Wanneer de leerkracht leerstof aanbiedt, richt dit zich vooral op het geven van ideeën en het aanbieden van basisbegrippen, waarmee het kind zelfstandig aan de slag kan. Ook hierbij kan de mindmap een kader bieden voor het kind om daarna zelf aan de slag te gaan. Individueel lesje Een individueel lesje kenmerkt zich door kortheid, eenvoud en objectiviteit. Bij het geven van een individueel ‘lesje’ met ontwikkelingsmateriaal worden twee fasen onderscheiden. De eerste fase richt zich op verkenning van het materiaal. Pas wanneer de eerste fase is voltooid worden handelingen en voorwerpen van naam voorzien. Deze naamgeving verloopt in drie trappen:
Eerste trap: associatie van de zintuiglijke waarneming met de naam
Tweede trap: herkenning van het voorwerp of de handeling door het noemen van de naam (receptief gebruik)
Derde trap: het onthouden van de naam (productief gebruik)
Ook bij de experimentele mindmaplessen is het belangrijk rekening te houden met deze eerste fase van verkenning van het materiaal. Pas als de kinderen gewend zijn aan de (techniek van de) mindmap, kun je de mindmap gaan inzetten voor het behalen van inhoudelijke doelen. Groepsles Het doel van deze groepslessen is dat het kind op basis van de verkregen informatie zelfstandig doorgaat met het onderwerp. Dergelijke groepslessen gaan volgens het stramien: voordoen, nadoen en verwoorden. Deze ontwikkelingslessen worden gestructureerd rond een bepaald thema, waarbij de nadruk ligt op de samenhang van de delen met elkaar en met het totaal. (Moorman, 1998) Met name in deze lessen zal de mindmap een positieve bijdrage kunnen leveren in het visualiseren van de samenhang van de delen met het totaal. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
104
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
De aangeboden leerstof van een groepsles omvat de essentie van wat het kind gaat leren. In dit geval is de mindmap een goede manier om tot de essentie van de leerstof te komen in de voorbereiding van de lessen. De aanbieding van de leerstof is vervolgens de aanzet voor het kind om zelf verder hierop door te gaan. Het kind kan dus een andere richting uitgaan dan de leerkracht oorspronkelijk bedacht had. In alle gevallen heeft de leerkracht een dienstbare houding en staat hij klaar om het kind hulp te bieden indien nodig.
HET ONDERWIJS AAN KLEUTERS OP DE BOOG Op Montessorischool De Boog wordt in de onderbouw grotendeels volgens het gedachtegoed van Maria Montessori gewerkt. Dit betekent dat het bekende montessori-ontwikkelingsmateriaal overzichtelijk in kasten geordend is, zodat de kinderen zelf hun werk kunnen kiezen en pakken. Een groot deel van de dag is er gelegenheid voor de kinderen zelfstandig aan de slag te gaan met de werkjes uit de diverse kasten. De leerkracht stimuleert de zelfwerkzaamheid en begeleidt kinderen waar nodig bij hun keuze. Ook geeft zij in deze zelfstandig werken-periode kleine individuele lesjes, zodat het kind zelf aan de slag kan met het materiaal. Daarnaast worden ook regelmatig groepslessen gehouden. Dit kunnen korte taal- of rekenoefeningen zijn, maar ook een kringgesprek over bepaalde onderwerpen uit de belevingswereld van de kinderen. Zorg voor de omgeving De kinderen hebben ieder een kleedje op hun tafel met daarop een plantje. Zij zijn verantwoordelijk voor de verzorging van de plant. Daarnaast heeft elk kind een klassentaak toegewezen gekregen. Dit kan zijn het klaarzetten van de prullenbak voor de afval van het eten & drinken of de eindcontrole over de inrichting van één van de kasten. Zintuiglijk Het zintuiglijke materiaal bestaat onder andere uit cilinderblokken, gehoorkokers, kleurendozen. Met al deze materialen ontwikkelen de kinderen hun zintuiglijke waarneming en motoriek, waarmee ze uiteindelijk tot ordening van het materiaal komen. De kleuters die net op school komen, beginnen vaak met dit materiaal. Taal In de onderbouw van De Boog krijgen kinderen de letters aangeboden. Dit gebeurt op individuele basis en pas wanneer het kind eraan toe is. Aan het einde van de onderbouwperiode kunnen de meeste kinderen een vijftiental letters herkennen en kunnen ze klankzuivere m-k-m woorden lezen. Ook het schrijven wordt geoefend. Met de schuurpapieren letters, de zandtafel of het krijtbord, maar ook met een werkschriftje wordt het schrijftraject ingeoefend. Woordenschatlessen worden op twee manieren aangeboden. De eerste manier is de namenlesjes behorende bij het ontwikkelingsmateriaal. De tweede manier is een kringgesprek over een bepaald
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
105
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
thema. Er is op De Boog geen structureel programma voor woordenschatonderwijs. Meestal wordt een thema gekozen dat op dat moment speelt in de groep. Rekenen Op De Boog is veel materiaal aanwezig om het kind inzicht te geven in de getallenlijn, hoeveelheden als meer en minder en het tientallig stelsel. Kinderen kunnen stapsgewijs hun rekenvaardigheid ontwikkelen door eerst met concreet materiaal aan de gang te gaan en uiteindelijk stapje voor stapje steeds abstracter te werken totdat zij zelfstandig sommen kunnen maken in hun schrift. Aan het einde van de onderbouwperiode kunnen veel kinderen met behulp van een rekenrek sommen tot 10 maken. Het materiaal in de rekenkast bereidt ook voor op ruimtelijk inzicht door bijvoorbeeld de tweeterm en drieterm kubussen. Kosmisch onderwijs Het kosmische onderwijs richt zich op de omgeving van het kind (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur & techniek en verkeer). Het start vanuit het grote geheel en pas daarna wordt ingezoomd op een detail. Zo wordt de nadruk gelegd op onderlinge samenhangen en wetmatigheden. Vooral in de tweede fase van 6 tot 12 jaar heeft het kind een grote drang tot kennisverwerving op allerlei gebied. Voor de kleuters is vooral hun directe alledaagse leefomgeving interessant. Dit kunnen lessen zijn over tanden wisselen, klokkijken, de dagen van de week en de seizoenen. Het kosmische onderwijs geeft kinderen houvast om alle kennis en kunde die het verwerft in een zinvolle context te plaatsen. Ook hier kan de mindmap worden ingezet om de kinderen te helpen het grote geheel te zien. Sociaal-emotionele ontwikkeling De Boog verschilt niet van andere basisscholen als het gaat om aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanuit de visie van Montessori worden de kinderen begeleid bij hun ontwikkeling tot verantwoordelijke medeburgers, die met zorg omgaan met hun fysieke en sociale omgeving. De klassentaken bij De Boog zijn dan ook een belangrijk middel om een gevoel van verantwoordelijkheid te creëren bij kinderen, naast het feit dat de handeling zelf ook een oefening is. Vrijheid in gebondenheid betekent bij De Boog dat kinderen vrij zijn om zelf hun keuzes te maken voor hun werk, maar dat zij leren rekening te houden met hun omgeving. Vrijheid is dus geen absolute vrijheid, omdat het kind altijd deel uitmaakt van de groep. Dit betekent dat kinderen erop letten dat ze andere kinderen, die geconcentreerd aan het werk zijn, niet onnodig storen. Ook leren ze omgaan met uitgestelde aandacht. In kringgesprekken leren kinderen praten in de kring en naar elkaar te luisteren. Hoewel het onderwijs individueel wordt aangeboden, wordt samenwerking zeker gestimuleerd. Kinderen kunnen van elkaar leren, vooral ook omdat kleuters in hun ontwikkeling enorm van elkaar kunnen verschillen. Waar kinderen graag willen samenwerken aan een werkje wordt dit dus zeker gestimuleerd mits de samenwerking een toegevoegde waarde heeft voor beide kinderen. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
106
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.6
B IJLAGE VI U ITWERKING
MINDMAPLES SEN
MINDMAPLES 1A: INTRODUCTIE PROCES BOODSCHAPPEN DOEN FLANELBORD Onderwerp
Introductie proces boodschappen doen
Doelgroep
1&2
Kerndoel
Doel(en)
Duur Werkvorm Materialen
Voorbereiding
Beschrijving les
Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Aan het eind van deze les weten de kinderen de verschillende stappen in het proces van boodschappen doen te onderscheiden. De kinderen kennen de woorden en begrippen, zoals genoemd in woordcluster 1 25 min grote kring Flanelbord met beeldkaarten boodschappen doen In supermarkthoek: o potlood en papier voor boodschappenlijst o portemonnee o boodschappentas o winkelwagen/ winkelmand o kassa o kassabon o muntje Zet het flanelbord voor het digibord en leg de beeldkaarten boodschappen doen (excl. lege flessen terugbrengen) klaar. Script voor semantiseren aangeboden woorden bij de hand. Introductie Vertel dat je gisteravond eten wilde koken, maar dat je in de voorraadkast keek en toen zag dat die bijna leeg was. Gelukkig lag er in de koelkast nog een stuk worst en een stuk kaas, dus heb je nog wat kunnen eten. Voor vanavond wil je graag wel een goede maaltijd maken, maar dan moeten de voorraadkast en de koelkast wel weer gevuld worden. Hoe kunnen we dat bereiken? Laat kinderen met oplossingen komen. Uitvoering Laat de kinderen zelf de verschillende aspecten van boodschappen doen benoemen. Het geeft niet als dit niet in de juiste chronologische volgorde gebeurt. Zodra een kind een aspect van het boodschappen noemt, toon je de daarbij behorende beeldkaart en benoem je de stap kort en kernachtig. Semantiseer de begrippen volgens het script. Plaats de beeldkaart op het flanelbord in de mindmap op de juiste plaats. Als alle stappen geweest zijn en alle beeldkaarten op het flanelbord in de mindmap zijn geplaatst, neem je met de kinderen het proces van boodschappen van begin tot het eind nog een keer door. Kunnen de kinderen de mindmap al een beetje ‘lezen’? Afsluiting Rond af door het flanelbord op een zichtbare plek in de klas te zetten, zodat de kinderen er naar kunnen kijken wanneer ze willen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
107
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 Evaluatie
Attendeer de kinderen erop dat ze deze stappen ook in de supermarkthoek kunnen uitspelen. Als ze het niet meer weten, kunnen ze altijd even kijken op de mindmap. Het uitbeelden van de aangeboden begrippen werkte heel goed. Dat dit vervolgens gevolgd werd met een bijbehorende beeldkaart maakte dat de kinderen het begrip en beeld aan elkaar konden koppelen (zeer goed voor de woordenschatopbouw). De beelden werden bovendien geplaatst in een samenhangend geheel en het flanelbord werkte goed om dit zichtbaar te maken. De aangeboden begrippen konden zo in een netwerk worden aangeboden, waardoor de kans groter is dat de kinderen de aangeboden begrippen onthouden. Het flanelbord is vrij groot. Dit had ik speciaal gedaan om ervoor te zorgen dat de beeldkaarten ook voor de kinderen achter in de klas goed duidelijk waren. Nadeel is dat het bord veel ruimte in beslag neemt, vooral ook omdat hij op de grond staat met een standaard. Beter is om een plek aan de muur te zoeken waar het bord opgehangen kan worden (op ooghoogte van het kind). De truc met klittenband werkte helaas niet. De gelamineerde kaarten bleven niet goed hangen op het flanellen bord. Ik heb dit uiteindelijk opgelost met punaises. Nadeel is dat kinderen er dan niet zelf mee aan de slag kunnen gaan, wat eigenlijk wel de opzet was. Positief punt is dat het flanelbord ook na de les en gedurende het thema in de klas beschikbaar blijft voor de kinderen. Als ze willen kunnen ze er gebruik van maken en ook in de klassengesprekken het gebruiken als geheugensteun (consolideren). Voorwaarde is wel dat het bord niet ‘in de weg’ staat. De kinderen waren zeer betrokken. Ze deden actief mee en konden veel zelf benoemen vanuit hun eigen belevingswereld. Dit maakte dat het onderwerp goed ging leven.
Foto’s
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
108
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
MINDMAPLES 1B: PROCES BOODSCHAPPEN DOEN DIGIBORD Onderwerp
proces boodschappen doen
Doelgroep Kerndoel
1&2 Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Aan het eind van deze les weten de kinderen de verschillende stappen in het proces van boodschappen doen te onderscheiden. De kinderen kennen de woorden en begrippen, zoals genoemd in woordcluster 1 25 min grote kring Digibord presentatie PP met cyclus boodschappen doen In supermarkthoek: o potlood en papier voor boodschappenlijst o portemonnee o boodschappentas o winkelwagen/ winkelmand o kassa o kassabon o muntje Zet op het digibord de presentatie proces boodschappen doen klaar Script voor semantiseren aangeboden woorden bij de hand. Introductie Vertel dat je gisteravond eten wilde koken, maar dat je in de voorraadkast keek en toen zag dat die bijna leeg was. Gelukkig lag er in de koelkast nog een stuk worst en een stuk kaas, dus heb je nog wat kunnen eten. Voor vanavond wil je graag wel een goede maaltijd maken, maar dan moeten de voorraadkast en de koelkast wel weer gevuld worden. Hoe kunnen we dat bereiken? Laat kinderen met oplossingen komen. Uitvoering Laat de kinderen zelf de verschillende aspecten van boodschappen doen benoemen. Begeleid de kinderen door het stellen van de juiste vragen bij het nemen van logische denkstappen; Als je wat wilt eten, maar de voorraad kast thuis is leeg, wat moet je dan doen? Antwoord: voorraadkast vullen. Hoe kun je dat doen? Mogelijke antwoorden: lenen bij de buren, boodschappen doen. Zo loods je ze door het hele proces van boodschappen doen heen. Zodra een kind een aspect van het boodschappen noemt, toon je de daarbij behorende beeldkaart en benoem je de stap kort en kernachtig. Semantiseer de begrippen volgens het script. Bij elke stap in het proces van boodschappen doen laat je een bijbehorend beeld zien. Als alle stappen geweest zijn en de hele cyclus op het digibord te zien is, neem je met de kinderen het proces van boodschappen van begin tot het eind nog een keer door. Kunnen de kinderen de mindmap al een beetje ‘lezen’? Extra oefening: noem de ontbrekende stap. Laat cyclus zien, waarbij steeds een andere stap ontbreekt. Kunnen de kinderen deze stap noemen? Afsluiting
Doel(en)
Duur Werkvorm Materialen
Voorbereiding Beschrijving les
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
109
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Evaluatie
Rond af door de kinderen te laten zien dat je van de afbeeldingen op het digibord ook een gelamineerde versie hebt. Deze komen in de juiste volgorde in de winkelhoek te hangen, zodat de kinderen deze kunnen gebruiken als geheugensteun bij hun rollenspel. Attendeer de kinderen erop dat ze deze stappen ook in de supermarkthoek kunnen uitspelen. Als ze het niet meer weten, kunnen ze altijd even kijken op de mindmap. Het uitbeelden van de aangeboden begrippen werkte heel goed. Dat dit vervolgens gevolgd werd met een bijbehorende beeldkaart maakte dat de kinderen het begrip en beeld aan elkaar konden koppelen (zeer goed voor de woordenschatopbouw). De vormgeving (de cyclus, met de klok mee) ondersteunde de chronologische samenhang tussen de verschillende stappen in het proces van boodschappen doen. Het digibord is zo opgehangen dat het voor alle kinderen goed zichtbaar is. In deze les was het niet de bedoeling dat kinderen zelf met het digibord hoefden te werken. Voor mij als leerkracht was met één druk op de knop de volgende stap zichtbaar te maken. Door gebrek aan een echt mindmapprogramma, heb ik gebruik gemaakt van een PowerPointpresentatie. Hierdoor had ik twee grote beperkingen: de volgorde van de stappen lag van tevoren vast en was niet flexibel in te zetten, waardoor de regie bij mij als leerkracht kwam te liggen en niet bij de kinderen. Het gebruik van de voorkennis van de kinderen kwam zo minder goed uit de verf. mochten kinderen met iets nieuws komen, dat ik van tevoren niet had bedacht, dan was het niet makkelijk geweest om de mindmap daar ter plekke op aan te passen. De digitale versie is bovendien niet tastbaar voor de kinderen. Bovendien kijken de kinderen er van een afstandje naar, waardoor ze er minder makkelijk één mee kunnen worden. Zie verder observatieschema MMles 1b
Afbeeldingen
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
110
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
MINDMAPLES 2: AFDELINGEN VAN DE SUPERMARKT FLANELBORD Onderwerp
Afdelingen van de supermarkt
Doelgroep Kerndoel
1&2 Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Aan het eind van deze les weten de kinderen dat de producten in de supermarkt niet zomaar door elkaar in de winkel staan, maar geordend zijn volgens de vijf belangrijkste afdelingen, namelijk groente & fruit, vlees, zuivel, brood en houdbaar. vijf verschillende producten bij de juiste afdeling te plaatsen. 20 min grote kring Boodschappentas met 15 producten, 3 voor elke afdeling Flanelbord met beeldkaarten afdelingen 5x5 producten gelamineerd Reclamefolders, gekleurde papieren rondjes, schaar en lijm Enkele vellen, gekopieerde mindmap afdelingen supermarkt op A3 formaat Individuele werkjes o sorteerspel met hoepels o lottospel o bouwhoek: looproute en afdelingen o leesrups o werkboekje groep 2 o werkboekje groep 1 o boodschappenlijst stempelen o computer Alles Telt o verteltafel o knijpkaarten Gevulde boodschappentas bij de hand Zet het flanelbord voor het digibord met de vijf afdelingen erop Semantiseerscript woordcluster 3 Boodschappenlijst van elke afdeling minimaal 2 producten Gelamineerde producten Introductie Vertel dat je vanochtend alvast een boodschappenlijst hebt gemaakt met boodschappen die je nodig hebt. Na schooltijd wil je de boodschappen gaan doen, maar je hebt niet veel tijd en wil zo snel mogelijk door de winkel gaan. Het is dan wel handig als je weet waar je alle spullen kan vinden. Gelukkig staan de producten niet kriskras door de winkel, maar liggen ze meestal op een logische plek. Net als thuis, daar heeft alles ook een vaste plek. Uitvoering Vraag de kinderen of ze producten kunnen noemen die ze vaak bij elkaar in de winkel zien liggen en stuur uiteindelijk naar de vijf afdelingen. Laat de vijf afdelingen zien op de MM en benoem deze. Maak vervolgens de boodschappentas leeg, laat de kinderen noemen wat het is en zet de producten op de tafel. Vraag de kinderen of ze weten welke producten bij
Doel(en)
Duur Werkvorm Materialen
Voorbereiding
Beschrijving les
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
111
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Evaluatie
elkaar horen. Geef enkele kinderen de beurt om de producten te sorteren. Laat ze daarbij ook de vijf afdelingen gebruiken zoals op het flanelbord aangegeven. Als alle boodschappen zijn gesorteerd volgens de vijf afdelingen, rond je de kringactiviteit af. Afsluiting Pak de gelamineerde (5x5) producten erbij en laat enkele producten zien. Vraag aan de kinderen of ze weten bij welke afdeling deze hoort. Het kind dat het goede antwoord geeft, mag het product in de MM plaatsen op de juiste plek. Vertel dat tijdens de zelfstandig werken periode twee kinderen met het flanelbord mogen werken en de afbeeldingen van de producten bij de juiste afdeling mogen plakken. De kinderen mogen ook uit reclamefolders enkele producten knippen. Als ze weten bij welke afdeling dit hoort, mogen ze dit aan mij komen vertellen. Ze krijgen dan een achtergrondpapiertje in de kleur van de afdeling. De kinderen plakken vervolgens hun product op dit papiertje en plaatsen het op de juiste plek in de MM. Andere kinderen kunnen hetzelfde doen met een papieren versie van de mindmap. Van de vorige keer had ik geleerd dat het voor de kinderen heel moeilijk is om de producten ‘uit het niets’ te ordenen in de vijf afdelingen. Daarom had ik er nu voor gekozen de afdelingen van tevoren te presenteren aan de hand van de mindmap als advance organizer, zodat de kinderen dit konden gebruiken als ‘kapstok’ voor het verdelen van de producten. Dit was al moeilijk genoeg. Zoals van tevoren ingeschat wisten de kinderen de afdelingen ‘Groente & fruit’, ‘Vlees’ en ‘Brood’ zelf te benoemen. De overige afdelingen, ‘Zuivel’ en ‘Houdbaar’ hadden meer uitleg nodig. De voorbeelden van producten maakten deze uitleg heel concreet. Het flanelbord is aantrekkelijk materiaal en nodigt kinderen uit om ermee aan de slag te gaan. Jammer dat het klittenbandsysteem niet afdoende werkte. Leuk om te zien dat de duo collega op de andere dagen ook met dit concept is verder gegaan. Het consequent gebruiken van steeds dezelfde afbeeldingen in de verschillende werkvormen (flanelbord en papieren versie) maakt dat de kinderen de afdelingen steeds beter gaan herkennen.
Foto’s
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
112
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
MINDMAPLES 3: AFDELINGEN VAN DE SUPERMARKT LIEDJE A12: aanleren liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt?’ Leerlijn
doel
werkvorm omschrijving
rol leerkracht
Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. De kinderen leren het liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt?’ zingen De kinderen hebben plezier in het zingen van het liedje en het bedenken van producten bij een categorie/ afdeling De kinderen leren op de maat te klappen en op de accenten ‘su-per-markt’. ‘ko-pen’, ‘li-mo-na-de’ en ‘cho-co-la-de’ (auditieve analyse) De kinderen leren de woorden te hakken in woordstukjes en kunnen aangeven uit hoeveel woordstukjes het woord is opgebouwd (auditieve analyse/ taalbewustzijn) De kinderen consolideren het woord /schap/ en de vijf afdelingen in de supermarkt. De kinderen kunnen minimaal 5 producten benoemen bij elke afdeling. kleine kring flanelbord met afdelingen en producten als geheugensteun Ik leer de kinderen het liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt?’ aan Er wordt geklapt op de maat en bij de dikgedrukte woorden wordt er geklapt op de woordstukjes. Daarna vraag ik of een kind weet uit hoeveel stukjes het woord bestaat. Ik herhaal het woord nogmaals met de klappen erbij. Na de zin ‘wat ligt er in het schap?’ Vraag ik de kinderen om om de beurt een product te noemen dat in het schap van een bepaalde afdeling ligt. Ik daag de kinderen uit om een zo lang mogelijke rij met producten te noemen. Laat duidelijk op de vingers zien hoeveel producten de kinderen al hebben genoemd. Het product mag nog niet door een ander gezegd zijn (geheugen) en het product moet voorkomen op de bewuste afdeling. De mindmap met de afdelingen en enkele producten staat voor de klas gereed en de kinderen kunnen deze gebruiken als geheugensteun. Noemen de kinderen nieuwe producten die nog niet op het flanelbord staan, dan hangen we die ook in de MM. Dit herhalen we waarbij de kinderen hun gezamenlijke record steeds proberen te verbeteren. De leerkracht zingt het liedje voor en de kinderen mogen meezingen, zodra ze het liedje al enigszins kennen. Naarmate de kinderen het liedje vaker zingen, kan de zang van de leerkracht meer op de achtergrond plaatsvinden totdat de kinderen het lied zelf kennen. De leerkracht bedenkt steeds een afdeling en de kinderen benoemen de bijbehorende producten. De leerkracht motiveert de kinderen om zoveel mogelijk verschillende producten te noemen
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
113
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
MINDMAPLES 4: AFDELINGEN VAN DE SUPERMARKT INDIVIDUEEL MM les 4: Mindmap plakken met producten per afdeling Leerlijn
doel
werkvorm omschrijving
rol leerkracht
Kerndoel 10: De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Consolideeroefening: de kinderen leren afbeelding van diverse producten bij de juiste afdeling te plaatsen in de mindmap De kinderen kunnen de vijf afdelingen benoemen: Groente & fruit, vlees, brood, zuivel en houdbaar individueel De kinderen knippen producten uit reclamefolders en plakken die bij de juiste afdeling in de mindmap. Als ze dit willen mogen ze ook producten zelf tekenen in de mindmap. Differentiatie: de kinderen kunnen zelf de producten uit de reclamefolder kiezen en zo op hun eigen niveau producten kiezen. Maak de kinderen attent op de mindmap op het flanelbord in de klas en vertel dat ze deze als geheugensteun kunnen gebruiken en leg het accent op de overeenkomst tussen de mindmap op het flanelbord en op hun A3-vel. Kijk samen in een reclamefolder en vraag enkele kinderen aan te wijzen bij welke afdeling ze dit product zouden plaatsen. Besteedt aandacht aan de redenering van de kinderen. Controleren woordenschat: als een kind zijn mindmap gereed heeft, laat dan zien aan het kind dat je de mindmap goed kan gebruiken: vertel dat als je boodschappen gaat doen en je …… gaat halen (noem een product dat het kind op de mindmap heeft geplakt) naar welke afdeling het kind dan moet lopen. Op deze manier kun je controleren of de namen van de vijf afdelingen inmiddels door het kind productief gebruikt kunnen worden.
afbeeldingen
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
114
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
MINDMAPLES 5: AFVALSCHEIDING CONCREET Onderwerp
afvalscheiding en recyclesymbolen
Doelgroep Kerndoel(en)
1+2 Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Kerndoel 39: De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Kerndoel 51: De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. Aan het einde van de les kennen de kinderen de begrippen uit woordcluster 6 + 7 De kinderen leren dat producten niet altijd zomaar weggegooid worden, maar dat het afval gescheiden wordt om hergebruikt te worden. De kinderen maken kennis met enkele algemeen gebruikte symbolen voor afvalscheiding. (beter voor het milieu + tijdsbesef: cyclus) De kinderen kunnen de diverse symbolen voor recycling herkennen op de verpakking van producten uit de supermarkt De kinderen kunnen de lege verpakkingen sorteren op basis van soorten afvalproducten (papier, glas, plastic, GFT, rest) 30 min grote kring tafel met verschillende soorten verpakkingen/ afvalproducten (glas, blik, karton, plastic, gft), 1 voor elk kind 5 bakken met betreffende recyclesymbool mindmap op digibord met recycling symbolen geplastificeerde kaarten met recyclesymbolen zet de kinderen in een ruime kring met in het midden 5 lege kratten of dozen In een tas zitten de 22 lege verpakkingen Introductie Vertel de kinderen dat je een feestje hebt gehad en dat je heel veel boodschappen had gekocht en nu ook heel veel afval hebt van lege verpakkingen. Je afvalcontainer puilt uit, er paste niets meer bij. Dus had je je buurman gevraagd of er nog een plekje in zijn container was. Toen vertelde je buurman je dat je niet zomaar alles bij elkaar kon gooien, maar dat je je afval netjes gescheiden moest weggooien. Nu heb je hier een tas met afval dat je wilt gaan scheiden, maar je weet niet zo goed hoe je dat het beste kan doen. Willen de kinderen helpen? Uitvoering Laat de kinderen vertellen welke verpakkingen je apart weggooit (papier, glas, plastic, groente, fruit en tuinafval, rest). Als kinderen één van deze categorieën noemen, laat je het bijbehorende symbool zien en voegt die toe aan de mindmap. Als alle vijf de categorieën genoemd zijn, laat je de afvalkratten met de
Doel(en)
Duur Werkvorm Materialen
Voorbereiding Beschrijving les
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
115
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 bijbehorende symbolen zien. Deel de verpakkingen uit aan de kinderen en laat ze kijken naar het etiket of op de verpakking en op zoek gaan naar de verschillende recyclesymbolen. Als ze er één (of meer) ontdekt hebben, steken ze hun vinger op. Laat ze het juiste symbool aanwijzen op het digibord in de mindmap. Afsluiting Om de beurt mogen de kinderen de lege verpakkingen in de juiste afvalkrat leggen, zodat aan het eind de hele tas met afval keurig gescheiden is. Vertel dat deze week de afvalkratten in de klas blijven en dat het afval netjes gescheiden wordt. Papier deden de kinderen al keurig in de krat, maar nu ook GFT en plastic. Vervolgactiviteit: bij het komende pauzehapje kun je de kinderen erop attent maken op de verpakking van hun pauzehapje te kijken en ook op zoek te gaan naar de recyclesymbolen. In welke krat moet je lege verpakking van je pauzehapje? De kinderen vonden het erg leuk om op zoek te gaan naar de symbolen op de verpakkingen. Ook ‘s middags zochten ze spontaan naar de recyclesymbolen op verpakkingen in de winkelhoek en van hun pauzehapje. De mindmap in digitale vorm werkte goed, vooral omdat ik de plaatjes van tevoren had klaargezet en ik ze met één druk op de knop aan de mindmap kon toevoegen. Ik heb de al aanwezige papierbak en gewone prullenbak gebruikt in de les, omdat de kinderen dit al gewend zijn. Door het betreffende recyclesymbool erop te plakken, werd de nieuwe kennis direct gekoppeld aan de al aanwezige kennis van kinderen. Daardoor pakten de kinderen de overige drie (nieuwe) categorieën ook heel snel op. Tijdens het buiten spelen in de dagen erna, waren er enkele kinderen die afval aan het verzamelen waren. Zij mochten dit van mij binnen in de juiste krat weggooien. De kinderen corrigeerden elkaar als er een bananenschil per ongeluk in de restafvalbak terecht kwam. Het onderwerp leefde enorm onder de kinderen.
Evaluatie
Foto’s
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
116
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
MINDMAPLES 6: AFVALSCHEIDING CONCREET MM6:
Herhalingsles thema boodschappen doen
Doelgroep Kerndoel(en)
1+2 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. 6) De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van schoolen studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 12) De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Aan het einde van deze les weten de kinderen op te noemen wat ze allemaal de afgelopen drie weken hebben geleerd over het thema boodschappen doen. De kinderen hebben een totaalbeeld gekregen van alle aangeboden stukjes leerstof en kunnen de samenhang hiertussen zien. 25 min grote kring Flanelbord met de afbeeldingen van de basis woordenclusters punaises beeldkaarten van alle afbeeldingen die we de afgelopen drie weken hebben gebruikt Zet de kinderen in de kring met het gezicht naar het flanelbord Houdt de beeldkaarten en de punaises bij de hand Introductie Neem samen met de kinderen de afgelopen drie weken door over het thema Boodschappen doen’; waar hebben we het allemaal over gehad en wat hebben we geleerd? Vestig de aandacht op het flanelbord en vraag of ze kunnen vertellen waar een bepaalde afbeelding voor staat. Laat kinderen zelf de onderwerpen benoemen die de afgelopen drie weken de revue zijn gepasseerd: boodschappen doen o boodschappenlijst maken o winkelwagentje pakken producten groeperen per afdeling o Groente & fruit o Vlees o Brood o Zuivel o Houdbaar producten prijzen: o prijskaartje o streepjescode o aanbiedingen en reclameposter betalen met geld: o contant of pinnen o 1, 2 en 5 euro biljetten o wisselgeld o kassabon o vals geld afval scheiden:
Doel(en)
Duur Werkvorm Materialen
Voorbereiding Beschrijving les
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
117
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Evaluatie
o papier o plastic o glas o GFT o rest lege flessen inleveren: o recycling/ hergebruiken o statiegeld o flessenbon o magazijn o vakkenvullen Uitvoering Wanneer alle bovenstaande clusters kort doorgenomen zijn, deel je de overige afbeeldingen willekeurig uit. Ieder kind krijgt één afbeelding. Om de beurt laat het kind zijn afbeelding zien aan de klas en mag hij vertellen wat hij weet over dit plaatje. Andere kinderen mogen hem helpen/ aanvullen. Herhaal of vat eventueel samen wat de kinderen in eigen woorden vertellen. Vervolgens mag het kind de plek aanwijzen op het flanelbord waar zijn kaartje bij hoort. Op deze manier worden alle afbeeldingen besproken en in de mindmap geplaatst. Afsluiting Als alle onderwerpen genoemd zijn en op het flanelbord met beeldkaarten zijn toegevoegd, maak je de kinderen erop attent hoeveel ze geleerd hebben. Benoem de activiteiten, waarmee ze aan de slag zijn geweest: een boodschappentas gemaakt boodschappenlijst gestempeld boodschappen gedaan in de winkelhoek producten in de winkelhoek gesorteerd op afdeling De voorraad in de winkel gecontroleerd en aangevuld Een supermarkt nagebouwd in de bouwhoek met de afdelingen De supermarkt bevoorraden via het magazijn Producten wegen producten prijzen met prijskaartjes en streepjescodes Producten in de aanbieding gedaan en aanprijzen Reclameposter gemaakt Uitgerekend hoeveel de boodschappen kosten boodschappen op verschillende manieren betaald met geld of met pinnen Een portemonnee gemaakt Afval gescheiden, ook het afval van het pauzehapje lege flessen ingeleverd bij de supermarkt Deze les was een goede gelegenheid om te evalueren wat er de afgelopen drie weken is blijven hangen bij de kinderen. De kinderen hebben in eigen woorden geformuleerd wat ze gezien en geleerd hebben. Vooral de afdelingen zijn bij veel kinderen goed overgekomen. Hier heb ik ook de meeste consolidatieoefeningen mee gedaan. De bedoeling was dat de kinderen, wanneer ze een onderdeel benoemd hadden, zelf de bijbehorende afbeelding op het flanelbord mochten plakken. Maar doordat de oorspronkelijke constructie met klittenband niet werkte en ik als alternatief met punaises moest werken, was dit minder geschikt om aan de kinderen zelf over te laten. Ik heb daarom de afbeeldingen zelf in de mindmap geplaatst, nadat het kind de plek wel had aangewezen. Er waren genoeg afbeeldingen, zodat alle kinderen een keer aan de beurt zijn geweest. Over het algemeen hebben de kinderen alle onderwerpen benoemd die de
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
118
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
afgelopen weken aan de orde zijn geweest. Met de steun van de afbeeldingen konden de kinderen de kennis redelijk makkelijk ophalen. Over enkele weken (buiten het tijdsbestek van dit onderzoek) ga ik nog een keer een herhalingsles doen, maar dan start ik met een lege mindmap. Ik ben benieuwd hoeveel er dan nog is blijven hangen.
Foto’s
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
119
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.7
B IJLAGE VII O VERZICHT
K: kosmisch onderwijs W: woordenschatonderwijs F: Flanelbord D: digibord P: papieren versie C: concreet materiaal
RESULTATEN MINDMAPLESSEN PER KI JKPUNT
-- : totaal niet/ geen - : nauwelijks/ weinig 0 : neutraal/ niet negatief, niet positief + : enigszins ++ : veel/ heel goed
Invullen bij vak/ medium / werkvorm: -2 : grote negatieve invloed op kijkpunt -1 : enige negatieve invloed op kijkpunt 0 : geen invloed op kijkpunt 1 :enige positieve invloed op kijkpunt 2: grote positieve invloed op kijkpunt
GK: grote kring KK: kleine kring IN: individueel
FUNCTIE MINDMAP ALS ADVANCE ORGANIZER Herkenbaarheid
Is de structuur eenvoudig en herkenbaar? MM-lesnummer vak MM1: proces boodschappen doen K (0) MM1b: proces boodschappen doen K (1) MM2: afdelingen supermarkt W(1) MM3: afdelingen supermarkt W(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) MM5: afvalscheiding K(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (1)
medium F (2) D(1) F(1) F(2) P(1) C(-1) F(2)
werkvorm GK (1) GK (1) GK(1) KK(1) IN(0) KK(2) GK(1)
--
-
0
+
++ X
X X
Is dezelfde structuur ook voor andere doeleinden inzetbaar? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- 0 + MM1: proces boodschappen doen K (0) F (-1) GK (1) X MM1b: proces boodschappen doen K (0) D(1) GK (1) MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(1) GK(1) MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(2) KK(1) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(0) X MM5: afvalscheiding K(2) C(1) KK(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(2) GK(1) X Algemeen: - In alle lessen is de structuur door de MM eenvoudig en herkenbaar. - Structuur kan ook voor andere doeleinden ingezet worden: consequent gebruik kleuren en beelden. - Bij digitale variant + flanelbord ev. foto/ print maken van MM zodat deze ook in andere werkvormen ingezet kan worden.
X X X X
++ X X X X
Vak: - MM vooral positieve bijdrage als advance organizer bij woordenschatonderwijs. Medium: - MM in alle verschijningsvormen eenvoudig en herkenbaar, mits consequent gebruik kleuren en beelden - Digibord leent zich niet goed voor verwerking. Wel MM van digibord te gebruiken in andere werkvorm door print/ foto te maken. Werkvorm: - Alle drie werkvormen hebben positieve invloed op herkenbaarheid van structuur.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
120
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 Activeren voorkennis
Kunnen kinderen hun ervaringen en kennis delen met elkaar? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (2) F (2) MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) MM5: afvalscheiding K(2) C(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1)
werkvorm GK (2) GK (2) GK(2) KK(2) IN(-2) KK(1) GK(2)
--
Is er ruimte voor eigen inbreng? MM-lesnummer MM1: proces boodschappen doen MM1b: proces boodschappen doen MM2: afdelingen supermarkt MM3: afdelingen supermarkt MM4: afdelingen supermarkt MM5: afvalscheiding MM6: samenvatting themalessen
werkvorm GK (2) GK (-1) GK(2) KK(2) IN(2) KK(1) GK(2)
--
vak K (2) K (2) W(2) W(2) W(0) K(1) K+W (0)
medium F (2) D(-2) F(2) F(1) P(1) C(0) F(0)
-
0
+
++ X
X X X X X X
-
0
+
++ X
X X X X X X
Algemeen: - In meeste lessen wordt voorkennis geactiveerd door ervaringen en kennis te delen. Alleen in MM1b niet, vanwege starheid digitale versie en in MM4, vanwege werkvorm individueel. In MM4 kan dit ev. nog gestimuleerd worden in tweegesprek LK-LL of door nabespreking voor de klas. - Over algemeen ruimte voor eigen inbreng, behalve weer MM1b, door beperkingen gebruikte medium (ev. oplossen door gebruik database met plaatjes) en MM5 i.v.m. vaste structuur. Kinderen kunnen wel zelf voorwerpen erbij bedenken. Vak: - Zowel kosmisch als woordenschatonderwijs lenen zich voor kennisuitwisseling. MM levert hierbij positieve bijdrage, behalve digitale variant, omdat hier de volgorde van de afbeeldingen van tevoren vast lag. - Ruimte eigen inbreng bij MM5 beperkt: basisstructuur lag vrij vast. - MM2 en MM3 (woordenschat): bieden vaste basisstructuur (advance organizer) en ruimte voor koppelen al aanwezige kennis aan deze gegeven structuur. Medium: - Digitale versie MM minder geschikt voor activeren voorkennis, wegens beperking programma. - Flexibiliteit flanelbord (mits probleem met klittenband is opgelost) draagt bij aan kunnen aanpassen aan inbreng kinderen, mits voldoende afbeeldingen voorhanden. Werkvorm: - Zowel grote als kleine kring geschikt voor kennisuitwisseling, mits niet te lang duren. - Individuele werkvorm: kennisdeling naderhand mogelijk bij nabespreken werk in groep. - MM6 ev. later nogmaals herhalen zonder hulp van gegeven afbeelding. Helpt herkenbare structuur van MM nu ook nog bij ophalen info uit geheugen?
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
121
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 Koppelen nieuwe kennis aan bestaande kennis
Zijn aanpassingen in de mindmap makkelijk te realiseren? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-2) MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(2) MM5: afvalscheiding K(1) C(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(2)
werkvorm GK (1) GK (-1) GK(1) KK(1) IN(2) KK(1) GK(2)
--
Blijft de mindmap overzichtelijk na het doen van aanpassingen? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (-1) F (-1) MM1b: proces boodschappen doen K (-1) D(1) MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(2) MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(2) MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(2) MM5: afvalscheiding K(1) C(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0)
werkvorm GK (1) GK (-1) GK(1) KK(1) IN(2) KK(1) GK(0)
--
-
0 X
+
++
X X X X X X
-
X -
0
+
++
-
X X X X X
-
Algemeen: - MM op digibord minder star maken door structuur en volgorde niet van tevoren vast te leggen, maar ter plekke in les te laten ontstaan. Voorwaarde: goed met PwP overweg kunnen. - Beperking flanelbord bij aanpassingen: beperkte ruimte en bij aanpassingen verandert de structuur: draagt niet bij aan overzichtelijkheid. - Papieren versie: eenmaal geplakt, moeilijk aanpassingen te doen. Ook beperkte ruimte. - Bij MM 2 + 3: basisstructuur gegeven, alleen aanpassingen in detailstructuur zorgt voor behoud overzichtelijkheid. Vak: -
Vooral woordenschatonderwijs leent zich goed voor gebruik MM als advance organizer: basisstructuur ligt vast, daaraan koppelen aanwezige kennis bij kleuters en ev. nog meer nieuwe woorden. - Kosmisch in grote kring: gevaar van afdwalen van onderwerp i.v.m. ‘grenzeloosheid’ mindmappen; beperken door vastleggen basisstructuur (MM5) als advance organizer. Medium: - Flanelbord leent zich het best voor doen van aanpassingen, m.u.v. flanelbord bij MM1 (wordt onoverzichtelijk, omdat structuur niet duidelijk is). - Nadeel aanpassingen op flanelbord: kost tijd. Geldt ook voor MM met concreet materiaal. - Digitale mindmap kost minder tijd, mits beschikking over juiste programma en grote verzameling beeldmateriaal. - Rekening houden met aanpassingen doen op flanelbord: structuur verandert + limiet aan oppervlakte. Werkvorm: - Aanpassingen doen aan MM in grote kring: moet snel kunnen gaan i.v.m. concentratieboog kleuters: beschikking hebben over verzameling gebruiksklare afbeeldingen (veel voorbereidingstijd). - aanpassingen makkelijk realiseerbaar in individuele werkvorm of kleine kring.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
122
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
FUNCTIE MINDMAP ALS GEHEUGENSTEUN De mindmap draagt bij tot het geven van totaaloverzicht
In hoeverre draagt de vorm bij tot het geven van ‘het brede plaatje’? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) MM5: afvalscheiding K(2) C(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (2) F(2)
werkvorm GK (1) GK (1) GK(2) KK(2) IN(1) KK(2) GK(2)
--
In hoeverre kunnen kinderen de ontbrekende stappen in het totaaloverzicht herkennen? MM-lesnummer vak medium werkvorm -MM1: proces boodschappen doen K (1) F (-1) GK (1) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (1) MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(0) MM3: afdelingen supermarkt W(0) F(1) KK(0) MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(1) IN(1) MM5: afvalscheiding K(0) C(0) KK(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0) GK(0) -
-
0
+ X
++ X
X X X X X
X
0
+
++ X
X X -
-
X -
-
Algemeen: - MM in alle lessen geschikt voor geven van totaaloverzicht. - Invullen ontbrekende stappen alleen zinvol bij een (chrono)logisch verhaal in stappen. - Alleen mogelijk ontbrekende stappen herkennen als structuur duidelijk is: MM1 niet duidelijk genoeg: cyclus geeft beter overzicht. - Bij paraplu-structuur (MM2 + 3) weglaten deel basisstructuur, zodat kinderen bij aantal producten het verzamelbegrip kunnen invullen. Vak: - Zowel bij woordenschat als bij kosmisch onderwijs is MM in staat totaalplaatje te geven. - Woordenschatlessen: rijk overzicht van woorden = gedeelde kennis van kinderen. - Woordenschatlessen: MM als geheugensteun goed te gebruiken bij consolideeroefeningen als ‘spiekbrief’. - Woordenschatlessen: MM als evaluatiemiddel: resultaat is gezamenlijke kennis. - MM3 + MM4 (woordenschat) leent zich niet voor ontbrekende stappen signaleren. Sluit beter aan bij kosmisch waar chronologisch proces wordt beschreven (MM1). - MM6: MM samen vullen: MM maakt visueel wat kinderen allemaal al weten. Medium: - Flanelbord: gebruik grote, duidelijke afbeeldingen zodat kinderen achter in de klas ook duidelijk kunnen zien. - Herkennen ontbrekende stappen in MM1 niet goed mogelijk door ontbreken duidelijke structuur. Werkvorm: - MM goed in te zetten in zowel grote als kleine kring. - MM4: individueel: MM gebruiken voor tussentijds evalueren: heb ik producten van alle afdelingen?
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
123
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 De mindmap draagt bij tot het duidelijk maken van samenhangen
In hoeverre draagt de vorm bij aan het duidelijk maken van de samenhangen tussen onderdelen? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- 0 + ++ MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (1) X MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (1) X MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(1) X MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(1) KK(1) X MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(1) IN(1) X MM5: afvalscheiding K(2) C(1) KK(2) X MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(2) X Kan de leerkracht makkelijk schakelen tussen het geheel en de delen zonder dat je het overzicht verliest? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- 0 + ++ MM1: proces boodschappen doen K (2) F (-2) GK (-1) X MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-2) GK (0) X MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(2) X MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(-1) KK(2) X MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(1) IN(1) X MM5: afvalscheiding K(2) C(1) KK(2) X MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0) GK(1) X Algemeen: - Als MM niet bijdraagt aan duidelijk maken van samenhangen, is vorm van MM niet goed gekozen: MM1: beter cyclusmodel. - Wisselende ervaringen met schakelen tussen totaaloverzicht en delen: o Flanelbord in grote kring geeft totaalbeeld, maar inzoomen op detail niet duidelijk voor kinderen achter in de klas. o Geen mogelijkheid om deel MM af te schermen voor focus op één deel met flanelbord. Alternatief: beeldplaat even afnemen en kring rond laten gaan. o Digibord heeft techniek om in snel in te zoomen of delen af te dekken. In gebruikte vorm in MM1b was dit (nog) niet mogelijk. o Bij papieren versie aandacht op delen door aanwijzen. Vak: - Zowel voor woordenschatonderwijs als voor kosmische onderwijs is mogelijkheid kunnen schakelen tussen geheel en de delen en duidelijk maken samenhang belangrijk: MM wel goed in samenhangen duidelijk maken, niet in alle vormen goed in schakelen tussen geheel detail. - Voor woordenschatonderwijs zijn paraplu-structuren goed met MM aan te geven. Medium: - Digitale vorm leent niet goed voor inzoomen op detail, wel heel goed in samenhangen duidelijk maken. - Flanelbord is redelijk goed in samenhangen duidelijk maken, mits ondersteund door kleuren. Let op duidelijke vormgeving. - Flanelbord + concreet materiaal: moeilijk afschermen van delen van geheel om focus op één deel te krijgen. Is digitaal makkelijker voor te bereiden. - Concreet materiaal moet verplaatsbaar blijven voor schakelen tussen geheel en delen. - Voordeel concreet materiaal: dicht bij werkelijkheid: transfer mogelijk. Werkvorm: - Grote kring met flanelbord niet praktisch voor inzoomen op detail. Ev. oplossing door beeldplaat van flanelbord te pakken en rond te laten gaan (kost tijd). - Grote kring: teveel schakelen van totaal naar detail schept verwarring. Ondersteuning met MM is dan belangrijk. - Kleine kring met flanelbord werkt inzoomen goed. - Individueel: begeleiding door LK gewenst bij schakelen geheel + delen.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
124
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 Herhaling
Is de mindmap op elk moment beschikbaar/ op te roepen/ erbij te pakken? MM-lesnummer vak medium werkvorm MM1: proces boodschappen doen K (1) F (2) GK (1) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (0) MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(1) GK(2) MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(1) KK(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) IN(1) MM5: afvalscheiding K(1) C(0) KK(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1) Is de mindmap op verschillende manieren weer in te zetten? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (1) F (0) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(1) MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) MM5: afvalscheiding K(1) C(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (1) F(0)
werkvorm GK (1) GK (2) GK(1) KK(2) IN(1) KK(1) GK(1)
-X
-
0
+
++
X X X X X
X X
--
-
0 X
+
++
X X X X X X
Algemeen: - Flanelbord vooral bruikbaar wanneer aanwezig in klas aan muur op ooghoogte kinderen. Dan altijd en direct beschikbaar voor gebruik in groep of individueel. - Digitale versie is weer op te roepen. Goed voor groepsles, niet bruikbaar voor individueel. Oplossing: printje maken en ophangen in klas. - Papieren versie direct beschikbaar voor maker. - Concrete MM minder makkelijk erbij te pakken door concreet materiaal, maar wanneer natuurgetrouwe materialen, zoals daadwerkelijk gebruik prullenbakken, is integreren in dagelijkse praktijk goed mogelijk. - Mits consequent gebruik beelden en kleuren voor herkenbaarheid is MM in andere vormen weer in te zetten. - MM6 wegens aard van les (samenvatten) als afsluiting niet nodig op andere manieren in te zetten. Vak: - Herhaling op uiteenlopende manieren is voor zowel woordenschatonderwijs als kosmisch onderwijs goed. - Voor goed begrip is goed als gelegenheid zich voordoet, dit direct kunnen gebruiken: MM moet beschikbaar zijn. Medium: - Digitale variant snel op te roepen in gevallen als gelegenheid zich voordoet. - Flanelbord minder makkelijk erbij te pakken, tenzij vaste en overzichtelijke plek in de klas. - Flanelbord: kans bij verplaatsing dat afbeeldingen loskomen: alternatief voor klittenband? - Papieren versie meest direct erbij te pakken. - MM in digitale en papieren versie makkelijk te dupliceren voor gebruik in andere situatie. - Flanelbord kan ook in andere situaties ingezet worden, echter de MM die erop stond is dan voorgoed kwijt. Werkvorm: - Grote kring: belang van ‘snel’ erbij pakken duidelijk voor hele klas belangrijk. - Individueel: eigen papieren versie of MM op flanelbord.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
125
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 (inter)actie In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten/ verschillen m.b.t. betekenissen? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- 0 + ++ MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (1) X MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-1) GK (1) X MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(0) GK(2) X MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(0) X MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(0) IN(2) X MM5: afvalscheiding K(1) C(1) KK(2) X MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(2) X In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen m.b.t. de plaats van de informatie in de structuur? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- 0 + ++ MM1: proces boodschappen doen K (2) F (2) GK (1) X MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (1) X MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(0) GK(2) X MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(0) X MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(2) X MM5: afvalscheiding K(2) C(2) KK(2) X MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(2) GK(2) X In welke mate worden kinderen gestimuleerd tot eigen activiteit? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-2) MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) MM5: afvalscheiding K(1) C(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1)
werkvorm GK (2) GK (-2) GK(2) KK(2) IN(2) KK(2) GK(2)
--
In welke mate zijn de kinderen handelend bezig met de mindmap? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (0) F (1) MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-1) MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) MM3: afdelingen supermarkt W(0) F(0) MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(2) MM5: afvalscheiding K(1) C(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1)
werkvorm GK (0) GK (-2) GK(2) KK(0) IN(1) KK(2) GK(1)
--
-
0
+ X
++
X X X X X X
-
0
+
++ X
X X X X X X
Algemeen: - MM vooral in combinatie met werkvorm in kring nodigt uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen in betekenissen. - Gesprekken over plaatsing in MM vooral wanneer kinderen actief hierbij betrokken worden en uitgenodigd worden na te denken over de plaatsing. In flanellen versies goed toepasbaar. Digitale versie nu niet, omdat structuur te star vast lag, maar kan in toekomst ev. wel door kinderen plaatjes te laten slepen naar de juiste plek. - Vooral als kinderen zelf MM kunnen vullen wordt eigen activiteit gestimuleerd en zijn kinderen handelend bezig. In MM1b dus niet. Ook MM3 niet, vanwege gekozen vorm (liedje zingen). Kinderen niet handelend, maar wel actief bezig. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
126
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012 -
Activiteit komt vooral tot uiting in diverse consolidatieoefeningen.
Vak: - Aard van kosmisch onderwijs daagt best uit tot bespreken overeenkomsten en verschillen. - Woordenschat ook, hoewel iets minder duidelijk. - Kosmische onderwijs leent zich voor handelend bezig zijn. - Ligt minder voor de hand bij woordenschat, maar kan bewust gekoppeld worden (semantiseren). Medium: - Digitale variant door starheid negatieve invloed op zowel interactiviteit als activiteit bij kinderen, terwijl het vak zich er wel goed voor leent. - Flanelbord en papieren variant geen bijzondere invloed op bespreken overeenkomsten en verschillen, wel enigszins in actief bezig zijn. - Beperking van flanelbord voor handelend bezigzijn door slecht functioneren klittenband. Oplossing magneetbord? - Vooral concrete versie en papieren versie van MM nodigen uit tot handelen. - Concreet materiaal: koppeling handelingen aan abstracte symbolen recycling. Werkvorm: - De werkvorm heeft grote invloed op mogelijkheid bespreken overeenkomsten en verschillen: kinderen zelf MM laten vullen. - Kleine kring heeft meeste voordelen: kinderen komen vaak aan de beurt, hoeven niet lang op elkaar te wachten. - Individueel alleen mogelijkheid tot bespreken ll-lk of bij nabespreking voor de klas. - In alle gevallen heeft werkvorm positieve invloed op het stimuleren van eigen activiteit, behalve in grote kring bij MM1b, mede door starheid medium wat leidt tot frontaal onderwijs.
Activeren van zo groot mogelijk hersengebied
Is de mindmap concreet en tastbaar? MM-lesnummer vak MM1: proces boodschappen doen K (1) MM1b: proces boodschappen doen K (2) MM2: afdelingen supermarkt W(1) MM3: afdelingen supermarkt W(1) MM4: afdelingen supermarkt W(1) MM5: afvalscheiding K(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0)
medium F (2) D(-2) F(2) F(2) P(2) C(2) F(1)
werkvorm GK (0) GK (-2) GK(1) KK(0) IN(1) KK(2) GK(-1)
--
Doet het mindmappen een beroep op (één van) de zintuigen? MM-lesnummer vak medium MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(0) MM5: afvalscheiding K(1) C(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1)
werkvorm GK (0) GK (-1) GK(1) KK(-1) IN(0) KK(2) GK(0)
--
-
0
+
++ X
X X X X X X
-
0
+ X
++
X X X X X X
Algemeen: - Meest concreet en tastbaar zijn de MM met concrete materialen en de flanelversies. - Digibord doet geen beroep op meerdere zintuigen en is weinig tastbaar. - Tip MM6: gebruiken afbeeldingen van kinderen in actie bij uitvoering diverse activiteiten: foto haalt hele ervaring naar boven, krachtig voor onthouden. Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
127
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Vak: - Vooral kosmisch onderwijs gaat over concrete en tastbare dingen. - Woordenschatonderwijs concreet maken door gebruik echte producten of afbeeldingen. Medium: - Digitale is vluchtig, niet tastbaar, doordat kinderen niet zelf ermee aan de gang kunnen (slepen etc.). - Overige media leveren grote positieve bijdrage aan concreet en tastbaar maken. - Flanelbord zou moeten uitnodigen tot voelen en uitproberen, schuiven en verplaatsen: is niet goed uitgekomen, omdat mits klittenbandconstructie niet goed werkte. - Alleen bij werken met concreet materiaal worden meerdere zintuigen geactiveerd: voelen aan verpakkingsmateriaal (koud-warm, licht-zwaar). Werkvorm: - Soort werkvorm van weinig invloed op concreet en tastbaar maken. - Gevaar grote kring: te grote afstand tot MM: maakt mindmap minder concreet en tastbaar. Opl.: interactiviteit stimuleren door ‘naar voren’ te komen en te manipuleren met MM. - Individueel: introspectie: nadenken over te gebruiken afbeeldingen: plaatjes voor het pakken schuiven over het papier.
FACTOR PLEZIER Draagt mindmap bij tot plezier in het leren?
In welke mate zijn de kinderen actief bezig? MM-lesnummer vak MM1: proces boodschappen doen K (2) MM1b: proces boodschappen doen K (2) MM2: afdelingen supermarkt W(1) MM3: afdelingen supermarkt W(1) MM4: afdelingen supermarkt W(0) MM5: afvalscheiding K(0) MM6: samenvatting themalessen K+W (2)
medium F (1) D(-2) F(2) F(1) P(0) C(1) F(1)
werkvorm GK (1) GK (-1) GK(2) KK(2) IN(2) KK(2) GK(2)
In welke mate zijn de kinderen voor een bepaalde periode geconcentreerd bezig? MM-lesnummer vak medium werkvorm MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (0) MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(1) GK (0) MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(2) MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(1) KK(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(2) MM5: afvalscheiding K(0) C(1) KK(2) MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1)
--
-
+ X
++
X X X X X X
--
-
In welke mate worden kinderen uitgenodigd zelf beelden/ woorden te bedenken/ maken? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (0) X MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-1) GK (1) X MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(-1) GK(1) MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(2) MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(0) IN(2) MM5: afvalscheiding K(-2) C(-2) KK(0) X MM6: samenvatting themalessen K+W (2) F(1) GK(1) Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
0
0 X
+
++
X X X X X X
0
+
++
X X X X
128
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
In welke mate is er ruimte om vrij te associëren? MM-lesnummer vak medium werkvorm -- 0 + ++ MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (1) X MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-1) GK (0) X MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(0) GK(1) X MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(0) X MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(1) IN(1) X MM5: afvalscheiding K(0) C(0) KK(1) X MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1) X Algemeen: - Kinderen zijn meest betrokken wanneer ze actief bezig kunnen zijn met de lesstof en als deze gekoppeld kan worden aan eigen ervaringen (herkenbaarheid). Een MM die ze zelf kunnen vullen sluit hier het beste op aan. - Als advance organizer wel aan te bevelen herkenbare basisstructuur bieden (MM5): hierop kunnen kinderen zelf actief eigen ervaringen/ kennis koppelen. - Eigen woorden en beelden bedenken kan het best in kleine kring of individueel. Beperkende factor is beperkte concentratieboog kleuters. Vak: - Kosmisch: keuze onderwerp dichtbij kleuters: handelingen uit dagelijks leven: komt uit kinderen zelf, mogelijkheid te associëren met eigen belevenissen: herkenbaar = plezier! - Woordenschat: alleen interessant als woorden en begrippen gekoppeld worden aan handelend bezig zijn: lk stimuleert en brengt koppeling tot stand. - Mindmap inzetten als geheugensteun bij verwerkingsopdrachten woordenschat: grotere kans op succes = plezier. Medium: - Flanelbord, mits door kinderen laten vullen, draagt bij aan actief bezig zijn en betrokkenheid. - Digibord: in deze vorm te star: weinig inbreng van kinderen. Aanpassen door zelf kunnen slepen van plaatjes. Dan vergelijkbaar met flanelbord. - Afbeeldingen bij flanelbord en digibord van tevoren bepaald: weinig inbreng van kinderen - Papieren versie: zelf zoeken in folders: zelf keuzes maken. Werkvorm: - Individueel beste werkvorm voor zelf bedenken woorden/ beelden, grote kring nodigt wel uit tot zelf bedenken van woorden/ beelden, maar netto tijd per kind is beperkt. - Vrij associëren kan best in kleine kring: kinderen kunnen reageren op elkaar. In grote kring gevaar voor teveel uitweiding.
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
129
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.8
B IJLAGE VIII M INDMAP ( ON ) MOGELIJKHEDEN
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
MINDMAPPEN MET KLEUT ERS
130
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
7.9
B IJLAGE IX M INDMAP M ONTESSORIAANS
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2
MINDMAPPEN MET KLEUTERS
131