MKBA wind- en zonneenergie Stadskanaal
Concept
Documenttitel: MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal Status: Concept Datum: 25 maart 2015 Project naam: MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal Project nummer: BD7594-100-100 Klant: Gemeente Stadskanaal Klant contact: De heer R. Martowirono Referentie: BD7594-L0001 Opgesteld door: Patrick van Dijk, Michiel Nijboer, Mark de Groot Gecontroleerd door: Pieter Meulendijk-de Mol Datum / initialen controle: 30 maart 2015 Goedgekeurd door: Pascal Lamberigts Datum / initialen goedkeuring: 30 maart 2015
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 1
Contents 1
2
3
4
5
Inleiding ....................................................................................................................... 8 1.1
Aanleiding ................................................................................................................................................... 9
1.2
Doel en beoogd resultaat ............................................................................................................................. 9
1.3
Diepgang..................................................................................................................................................... 9
1.4
Leeswijzer ................................................................................................................................................. 10
Aanpak ....................................................................................................................... 11 2.1
Wat is een MKBA?..................................................................................................................................... 12
2.2
Methode .................................................................................................................................................... 12
2.3
Uitgangspunten ......................................................................................................................................... 13
2.4
Aannamen ................................................................................................................................................. 13
Probleemanalyse en alternatieven .......................................................................... 15 3.1
Probleemanalyse ....................................................................................................................................... 16
3.2
Alternatieven ............................................................................................................................................. 16
Effecten...................................................................................................................... 18 4.1
Inleiding..................................................................................................................................................... 19
4.2
Investeringskosten ..................................................................................................................................... 20
4.3
Exploitatiekosten........................................................................................................................................ 20
4.4
Exploitatieopbrengsten............................................................................................................................... 21
4.5
Subsidies Duurzame Energie (SDE) ........................................................................................................... 21
4.6
Ruimtelijke inpasbaarheid .......................................................................................................................... 22
4.7
Landschappelijke inpasbaarheid (uitzicht, beleving) .................................................................................... 22
4.8
Blootstelling aan geluid .............................................................................................................................. 23
4.9
Leveringszekerheid .................................................................................................................................... 23
4.10
Indirecte economische effecten: waarde woningen, werkgelegenheid .......................................................... 24
4.11
Externe veiligheid ...................................................................................................................................... 27
4.12
Luchtkwaliteit en emissies .......................................................................................................................... 27
Resultaten.................................................................................................................. 28 5.1
Overzicht effecten ...................................................................................................................................... 29
5.2
Gevoeligheidsanalyse ................................................................................................................................ 30
5.3
Conclusies................................................................................................................................................. 31
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 2
Bijlagen............................................................................................................................. 32 Bronnen en literatuur ............................................................................................................................................. 33 Kaart nulalternatief................................................................................................................................................. 34
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 3
Managementsamenvatting
Managementsamenvatting
Aanleiding Nederland streeft naar 14% duurzame energie in 2020. Een aanzienlijk deel van de energievraag bestaat uit wind- en zonne-energie. De provincie Drenthe heeft met het Rijk afgesproken dat er in Drenthe 285,5 Megawatt (MW) wordt gerealiseerd. In het Regieplan windenergie van de provincie is een nadere verdeling van de opgave over zoekgebieden opgenomen. Voor de gemeente Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan de gemeente Stadskanaal, is beoogd om 150 MW aan windenergie te plaatsen. De gemeenteraad heeft gevraagd de mogelijkheden van zonne-energie te onderzoeken ter compensatie van enkele of misschien wel alle windmolens. Om een genuanceerde en onderbouwde discussie te kunnen voeren over een duurzame energievoorziening heeft de gemeente Stadskanaal gevraagd om een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) waarin verschillende alternatieven voor windenergie en zonne-energie worden beoordeeld. De typering van de voorliggende MKBA is aan te duiden als grotendeels een kengetallen KBA (kKBA). Echter, de meeste effecten zijn wel gemonetariseerd, waardoor hij ook deels het karakter van een volledige MKBA heeft.
Alternatieven In de MKBA is een analyse uitgevoerd van het nulalternatief (ofwel referentiealternatief) en de beleidsalternatieven. Het nulalternatief is niet ‘niks doen’ maar betreft de toekomstige autonome situatie tot 2020, inclusief de huidige (concrete) plannen voor windenergie in de gemeente Stadskanaal. Zo kunnen precies de effecten tussen het projectalternatief en het nulalternatief in beeld worden gebracht. Het nulalternatief is als volgt gedefinieerd: 0.
100% Windenergie Windenergie met een vermogen van 150 MW in de door provincie Drenthe toegewezen veenkoloniaal zoekgebied, in het bijzonder in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan Stadskanaal.
Voor vergelijking met het nulalternatief zijn de twee onderstaande alternatieven gedefinieerd. Daarbij is uitgegaan van vervanging op basis van een gelijkblijvend opgewekt vermogen (i.p.v. het opgesteld vermogen). 1.
100% Zonne-energie Volledige vervanging van windenergie door zonne-energie in de door provincie Drenthe toegewezen veenkoloniaal zoekgebied, in het bijzonder in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan Stadskanaal.
2.
70% Windenergie en 30% zonne-energie Dit alternatief betreft een gedeeltelijke vervanging van windenergie met zonne-energie, gedefinieerd als vervanging van 30% van de geplande windmolens in de door provincie Drenthe toegewezen veenkoloniaal zoekgebied, in het bijzonder in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan Stadskanaal.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 5
Managementsamenvatting
Resultaten Onderstaande tabel is een OEI-tabel (Overzicht Effecten Infrastructuur), zoals gebruikelijk in een MKBA. De tabel toont alle effecten (kosten en baten) zoals verwerkt in de MKBA ten opzichte van het nulalternatief (100% windenergie).
REGIONALE SCOPE
NATIONALE SCOPE
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
Investeringskosten
148,5
47,2
148,5
47,2
Exploitatiekosten
(10,0)
(2,1)
(10,0)
(2,1)
Exploitatieopbrengsten (grijze stroom)
(0,5)
1,7
(0,5)
1,7
Subsidie Duurzame Energie (SDE)
158,3
52,0
-
-
Ruimtelijke inpasbaarheid (grond)
(18,3)
(5,5)
(18,3)
(5,5)
Landschappelijke inpasbaarheid
-
-
-
-
Blootstelling aan geluid
-
-
-
-
Leveringszekerheid
-
-
-
-
Indirecte economische effecten Werkgelegenheid
2,3
0,7
4,5
1,4
Indirecte economische effecten Woningwaarde
22,3
6,7
22,3
6,7
Externe veiligheid
-
-
-
-
Luchtkwaliteit en emissies
-
-
-
-
25,5 + pm
10,5 + pm
(130,5) + pm
(40,7) + pm
1,2
1,2
0,1
0,1
Effecten Kosten
Effecten
Saldo Baten-kostensaldo
Tabel 1 – Resultaten MKBA, alternatieven t.o.v. het nulalternatief (100% Wind) als contante waarden in € mln.
De MKBA laat bij een regionale scope een positief saldo zien voor de projectalternatieven ten opzichte van het nulalternatief. Voor een regionale scope ontstaan er baten wanneer het project (deels) wordt vervangen door zonneenergie. Wanneer geabstraheerd wordt van de puur financiële kosten en baten, ontloopt het saldo van de resterende posten elkaar niet veel. Met andere woorden: een negatief effect als gevolg van ruimtelijke inpassing heeft een gelijke orde grootte als de positieve effecten voor werkgelegenheid en woningwaarde.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 6
Managementsamenvatting
Tevens merken wij op dat vanuit een nationale scope, het saldo voor de projectalternatieven negatief is. Dit komt doordat de subsidie op nationaal niveau niet meegenomen mag worden. Tevens blijkt uit de gevoeligheidsanalyses dat de bandbreedtes rond de resultaten vrij groot zijn. Deze MKBA kan worden gebruikt bij het voeren van de discussie over wind en zonne-energieoplossingen in de regio Stadskanaal. Hierbij is het belangrijk dat regionale en nationale perspectieven tegen elkaar worden afgewogen en besproken. De resultaten van de MKBA vormen bij deze politiek-bestuurlijke discussie een hulpmiddel.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 7
1 Inleiding
Inleiding
1.1
Aanleiding
Nederland streeft naar 14% duurzame energie in 2020. Een aanzienlijk deel van de energievraag bestaat uit wind- en zonne-energie. De provincie Drenthe heeft met het Rijk afgesproken dat er in Drenthe 285,5 Megawatt (MW) wordt gerealiseerd. In het Regieplan windenergie van de provincie is een nadere verdeling van de opgave over zoekgebieden opgenomen. Voor de gemeente Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan de gemeente Stadskanaal, is beoogd om 150 MW aan windenergie te plaatsen. De gemeenteraad heeft gevraagd de mogelijkheden van zonne-energie te onderzoeken ter compensatie van enkele of misschien wel alle windmolens. Om een genuanceerde en onderbouwde discussie te kunnen voeren over een duurzame energievoorziening heeft de gemeente Stadskanaal gevraagd om een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) waarin verschillende alternatieven voor windenergie en zonne-energie worden beoordeeld.
1.2
Doel en beoogd resultaat
Doel van deze MKBA-studie is een beschouwing te geven van alternatieven voor duurzame energieproductie met een mogelijk groter maatschappelijk rendement (grotere maatschappelijke baten) dan het nulalternatief, de beoogde productie van windenergie met een vermogen van 150MW in windparken die direct grenzen aan de gemeente Stadskanaal. De resultaten moeten politiek en bestuurders inzicht geven in kosten en baten van de alternatieven ten opzichte van de huidige plannen, waarbij de alternatieven, de gehanteerde methodologie, de aannamen, de uitgangspunten en de resultaten van de MKBA transparant en toegankelijk zijn weergegeven.
1.3
Diepgang
Een MKBA kan worden uitgevoerd met verschillende niveaus van diepgang. Het is belangrijk een keuze te maken voor het juiste type MKBA, dat past bij de fase waarin het project zich bevindt. Hierbij is op te merken dat alle typen MKBA’s voldoen aan het MKBA-denkkader en de –theorie. Over het algemeen worden de volgende typen MKBA’s onderscheiden:
Indicatieve KBA/Quick scan In een indicatieve KBA of quick scan worden onderbouwde aannames gedaan die een indicatie geven van de omvang van effecten in relatie tot de kosten. Alleen de belangrijkste kosten en baten worden gekwantificeerd. Als de doelstelling van bepaald beleid in geld gewaardeerd kan worden, dan kan een indicatieve KBA bijvoorbeeld inzicht bieden in de investering die ‘gerechtvaardigd’ is voor die doelstelling. Een andere mogelijkheid is dat een indicatieve KBA inzicht biedt in hoe effectief beleid moet zijn wil het tot een positief maatschappelijk saldo leiden. Daarbij is het wel van belang om enig inzicht te hebben in het causale effect van beleid.
Kengetallen KBA (kKBA) Een kKBA werkt volgens de MKBA-methode, maar informatie over de effecten en de omvang van de effecten wordt ontleend aan algemeen toepasbare kengetallen uit andere studies. In sommige domeinen, zoals het sociale domein, zijn nu vaak nog weinig kengetallen beschikbaar.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 9
Inleiding
Volledige MKBA In een volledige MKBA worden alle effecten zoveel mogelijk in geldwaarde uitgedrukt. Een volledige MKBA is dan ook meestal gebaseerd op onderzoek naar alternatieven, effecten en scenario’s dat specifiek voor dat project of die beleidsmaatregel is uitgevoerd. Waar mogelijk wordt in een volledige MKBA zo min mogelijk met algemene kengetallen gewerkt, maar worden de effecten projectspecifiek bepaald. Onderstaande figuur toont de typering van MKBA’s schematisch.
Figuur 1, Typering KBA’s [6]
De typering van de voorliggende MKBA is aan te duiden als grotendeels een kengetallen KBA (kKBA). Echter, de meeste effecten zijn wel gemonetariseerd, waardoor hij ook deels het karakter van een volledige MKBA heeft.
1.4
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft een toelichting op de systematiek van de MKBA en de wijze waarop deze is toegepast. Hoofdstuk 3 beschrijft de probleemanalyse en verschillende alternatieven die de MKBA beschouwd. In hoofdstuk 4 zijn alle effecten (de kosten en de baten) beschreven en de wijze waarop zij in de MKBA wel of niet zijn meegenomen. De resultaten van de MKBA zijn opgenomen in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk zijn tevens de resultaten van de gevoeligheidsanalyse opgenomen.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 10
2 Aanpak
Aanpak
2.1
Wat is een MKBA?
Een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) vervult een informatieve rol bij een publiek investeringsbesluit door inzicht te geven in de maatschappelijke wenselijkheid van de investering. Zij weegt de verschillende alternatieven tegen elkaar af door de welvaartseffecten van de alternatieven zoveel mogelijk in geld uit te drukken. Het gaat hier om de waardering van welvaartseffecten, hetgeen niet wil zeggen dat deze bedragen ook daadwerkelijk betaald worden wanneer het project gerealiseerd wordt. Een MKBA geeft informatie over alle relevante maatschappelijke effecten (kosten en baten) van de verschillende alternatieven.
2.2
Methode
Bij de uitvoering van de Kentallen MKBA doorlopen wij de stappen die zijn vermeld in de onderstaande tabel. Dit stappenplan is gebaseerd op de MKBA methodiek van het CBP (2013). De stappen lichten wij toe in de navolgende paragrafen. Onderzoekstappen Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse 1.
Probleemanalyse
• • •
Welk knelpunt of welke kans doet zich voor en hoe ontwikkelt deze zich? Welke beleidsdoelstelling volgt daaruit? Welke oplossingsrichtingen zijn kansrijk?
2.
Bepalen van nulalternatief
• •
Meest waarschijnlijke ontwikkeling zonder beleid Effect = beleidsalternatief minus nulalternatief
3.
Definiëren beleidsalternatieven
• • •
Beschrijf de te nemen maatregelen Rafel pakketten uiteen tot samenstellende onderdelen Definieer meerdere alternatieven en alternatieven
4.
Bepalen effecten
• • •
Identificeer effecten Kwantificeer effecten Waardeer (monetariseer) effecten
5.
Bepalen kosten
• •
Kosten kunnen eenmalig of periodiek zijn, vast of variabel Alleen de extra kosten ten opzichte van het nulalternatief
6.
Opstellen overzicht van kosten en baten
• •
Reken alle kosten en baten naar hetzelfde basisjaar en bepaal het saldo Breng alle effecten in beeld, ook niet-gekwalificeerde en/of nietgemonetariseerde
7.
Presenteren resultaten
• • •
Relevant, toegankelijk en duidelijk Verantwoorden: transparantie en reproduceerbaarheid Interpreteren: wat kan de besluitvormer uit de MKBA leren?
Tabel 2 - Overzicht stappen MKBA, [1] CPB/PBL (2013)
Maatschappelijke kosten- batenanalyses zijn nog niet breed toegepast voor projecten ten behoeve van opwekking van hernieuwbare energie of energiebesparing. Het instrumentarium wordt daar nog voor doorontwikkeld. Voor de aanpak van de voorliggende MKBA is zo veel mogelijk aangesloten op bestaande standaarden. Daar waar nodig is expert judgment toegepast.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 12
Aanpak
2.3
Uitgangspunten
De MKBA is uitgevoerd op basis van een aantal generieke en een aantal projectspecifieke uitgangspunten. Voor de generieke uitgangspunten is aangesloten op de standaard MKBA-systematiek zoals in Nederland toegepast (zie [1] CPB/PBL, 2013). De projectspecifieke uitgangspunten zijn hieronder beschreven. Kaders uit politiek of beleid In de samenstelling en in beschouwing van alternatieven houdt de MKBA geen rekening met beperkingen opgelegd door beleid of politieke wil. Ook alternatieven die niet passen in de huidige politieke voorkeuren en beleidskaders kunnen in de MKBA een plek krijgen. Uitgevoerd onderzoek In de beoordeling van effecten is uitgegaan van reeds uitgevoerde onderzoeken naar toepassing van windenergie en zonne-energie. Daar waar resultaten van die onderzoeken zijn meegenomen in deze MKBA, is verwezen naar de bijbehorende documenten (zie Bijlage I, Bronnen en literatuur). Regionale scope De uitgevoerde MKBA gaat uit van een regionale scope. De maatschappij waarvoor de kosten en de baten inzichtelijk worden gemaakt betreft daarmee het perspectief van de regio. In een MKBA met een nationale scope, waarbij de maatschappij het perspectief van geheel Nederland heeft, zijn bijvoorbeeld landelijke subsidies als de SDE niet onderscheidend. Met een regionale scope zijn subsidies wel onderscheidend, omdat het voor een regio uitmaakt of een subsidie in de eigen regio ter beschikking komt, of als gevolg van een alternatief naar een andere regio wegvloeit. Voor de volledigheid zijn als onderdeel van de MKBA ook de effecten op nationaal niveau onderzocht en gepresenteerd.
2.4
Aannamen
De MKBA is uitgevoerd op basis van een set van aannamen zoals beschreven in deze paragraaf. Prijspeil en indexering Alle effecten zijn gewaardeerd in constante prijzen van het gekozen basisjaar (2016). Kosten en baten zijn daar waar van toepassing gecorrigeerd voor een verandering in het algemeen prijspeil (gemeten als inflatie). De bedragen in de MKBA zijn ‘reële’ bedragen, uitgedrukt in ‘euro’s van het basisjaar’ of ‘prijspeil van het basisjaar’. Discontering Een euro in de toekomst is niet alleen minder waard door inflatie, maar ook omdat mensen meer waarde hechten aan een euro nu dan aan een euro later. Hierdoor hebben toekomstige kosten of baten van een maatregel in de ogen van de consument minder waarde naarmate zij verder in de toekomst liggen. Om kosten en baten op verschillende momenten in de tijd vergelijkbaar te maken hanteert de MKBA een contante waarde berekening. Alle toekomstige bedragen zijn met een discontovoet teruggerekend naar de contante waarde in één bepaald jaar (2016). Sinds 2007 moet in Nederland bij kosten-batenanalyses van overheidsprojecten een reële risicovrije discontovoet van 2,5 procent gehanteerd worden. Daarnaast moeten ook de projectrisico’s tot uitdrukking komen in de kostenbatenanalyse door een projectspecifieke risico-opslag te gebruiken. Indien deze niet bepaald is, wordt de algemene risicopremie van 3 procent voorgeschreven. Daarmee komt de (reële) discontovoet in totaal op 5,5 procent.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 13
Aanpak
Zichtperiode Het principe van een MKBA is om te werken met een oneindige tijdshorizon. Om dit principe aan te houden is een volledig overzicht nodig van alle kosten en baten voor elk jaar in de toekomst. Een analyse van alle toekomstige jaren is in de praktijk niet haalbaar. Vaak wordt in MKBA’s daarom gewerkt met een zichtperiode van 100 jaar. Echter, voor deze MKBA is de onzekerheid rond toekomstige ontwikkelingen in de techniek van wind- en zonne-energie en subsidieregelingen voor duurzame energie (SDE) dusdanig groot dat een kortere periode beter bij het project past. Voor deze MKBA is als zichtperiode 15 jaar aangenomen. Deze periode is gelijk aan de looptijd van de subsidie voor duurzame energie, een zeer bepalende factor in deze MKBA. Een tevens passende zichtperiode is 25 jaar, gelijk aan de gemiddelde levensduur van een wind- en zonne-energiepark. Dit is meegenomen als aparte doorrekening in de gevoeligheidsanalyse op de resultaten. Overzicht aannamen In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de belangrijkste aannamen die de MKBA hanteert. In de gevoeligheidsanalyse (in Hoofdstuk ‘Resultaten’) is een nadere gevoeligheidsanalyse uitgevoerd.
Aanamen Prijspeil
2016
Zichtperiode
15 jaar
Bouwperiode
1 jaar voor windenergie 1 tot 2 jaar voor zonne-energie
Tabel 3 - Overzicht aannamen
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 14
3 Probleemanalyse en alternatieven
Probleemanalyse en alternatieven
3.1
Probleemanalyse
In recente jaren heeft al politiek-bestuurlijk en bij inwoners in Drenthe discussie plaatsgevonden over de komst van windparken. Hierbij schetsen wij alvast een kort beeld van het proces. Bij start van de MKBA bespreken wij met u in meer diepgang de situatie en daaruit volgende probleemanalyse bij de komst van windparken die grenzen aan de gemeente Stadskanaal. De Rijksoverheid wil 6.000 megawatt (MW) ‘windenergie op land’ realiseren. De provincie Drenthe heeft met het Rijk afgesproken dat er in Drenthe 285,5 MW wordt gerealiseerd. De provincie Drenthe heeft in haar Gebiedsvisie Windenergie Drenthe (2014) het veenkoloniaal gebied van de gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Emmen en Coevorden aangewezen als zoekgebied voor het realiseren van windenergie. In het Regieplan windenergie van de provincie is een nadere verdeling van de opgave over het zoekgebied is opgenomen. Voor Borger-Odoorn en Aa en Hunze – grensgebied met Stadskanaal – betekent dit 50 windmolens met een hoogte van 200 meter. Uitgaande van een vermogen van 3 MW per windturbine komt dit overeen met een totaal vermogen van ongeveer 150 MW. De gemeente Stadskanaal maakt zich zorgen over invloed van een windpark op het woon-, werk- en leefklimaat voor haar inwoners. Deze zorgen zijn geuit door het indienen van zienswijzen. Ook heeft de gemeenteraad in juni 2013 een motie aangenomen tegen de Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Op 17 november 2014 heeft de gemeenteraad zich uitgesproken tegen de komst van het windpark. Ook heeft de gemeente een draagvlakonderzoek laten uitvoeren waaruit blijkt dat er bij bewoners grote weerstand is tegen de komst van windparken.
3.2
Alternatieven
In de MKBA is een analyse uitgevoerd van het nulalternatief (ofwel referentiealternatief) en de beleidsalternatieven. Het nulalternatief is niet ‘niks doen’ maar betreft de toekomstige autonome situatie tot 2020, inclusief de huidige (concrete) plannen voor windenergie in de gemeente Stadskanaal. Zo kunnen precies de effecten tussen het projectalternatief en het nulalternatief in beeld worden gebracht. Het nulalternatief is als volgt gedefinieerd: 0. 100% Windenergie Windenergie met een vermogen van 150 MW in de door provincie Drenthe toegewezen veenkoloniaal zoekgebied, in het bijzonder in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan Stadskanaal. Onderstaand figuur toont de aangenomen plaatsing van de windmolens. In de bijlage is een grotere afbeelding opgenomen.
Figuur 2, Nulalternatief (Bron: www.rtvdrenthe.nl)
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 16
Probleemanalyse en alternatieven
Uitgangspunt voor dit alternatief is de opstelling zoals weergegeven in de figuur (en in de bijlage). Een totaal van 50 windmolens, die in zeven rijen worden opgesteld. Daarbij gaat het om negen windmolens achter Gieterveen, zeven windmolens langs de noordkant van Gasselternijveen, zes windmolens ten noorden van Drouwenermond en vijf ten zuiden van dit dorp, een dubbele rij van gezamenlijk 14 windmolens tussen Nieuw-Buinen en Eerste Exloërmond en nog eens negen windmolens ten zuiden van 2e Exloërmond.
Voor vergelijking met het nulalternatief zijn de twee onderstaande alternatieven gedefinieerd. Daarbij is uitgegaan van vervanging op basis van een gelijkblijvend opgewekt vermogen (i.p.v. het opgesteld vermogen).
1.
100% Zonne-energie Volledige vervanging van windenergie door zonne-energie in de door provincie Drenthe toegewezen veenkoloniaal zoekgebied, in het bijzonder in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan Stadskanaal. De te vervangen windenergie betreft 150 MW wind (uitgaande van 50 molens van 3 MW) met maximaal 2200 vollasturen geeft een windproductie van 330.000 MWh per jaar. Op basis van 900 vollasturen moet 367 MWp aan zonne-energie geplaatst worden om dezelfde hoeveelheid energie op te wekken als bij windenergie (330.000 MWh per jaar). In hoofdstuk 4 is nader uitgewerkt wat hiervan de consequenties zijn in benodigd grondoppervlak, kosten, etc.
2.
70% Windenergie en 30% zonne-energie Dit alternatief betreft een gedeeltelijke vervanging van windenergie met zonne-energie, gedefinieerd als vervanging van 30% van de geplande windmolens in de door provincie Drenthe toegewezen veenkoloniaal zoekgebied, in het bijzonder in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, die grenzen aan Stadskanaal. Het gedeelte windenergie betreft dan (70% * 50 = ) 35 windmolens van 3 MW met een totaal vermogen van 105 MW en een bijbehorende productie van 231 GWh. Het gedeelte zonne-energie is bij gelijkblijvende totaalproductue ( 330 – 231 = ) 99 GWh productie zon met een vermogen van 110 MW. Bij het doorrekenen is de aanname gehanteerd dat de effecten een lineair patroon volgen. Bij het effect op de woningwaarde is dit een theoretisering van de werkelijkheid, omdat niet bepaald is welke molens vervangen zouden worden door zonne-energie. Voor de MKBA in deze fase van het project voldoet deze schatting echter.
De invulling van de alternatieven is mede uitgevoerd op basis van de zienswijzen van gemeente Stadskanaal.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 17
4 Effecten
Effecten
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de effecten die voor de verschillende alternatieven zijn geïdentificeerd, gekwantificeerd en gemonetariseerd. Per effect is aangegeven of het voor deze MKBA in de categorie relevante of nietrelevant is opgenomen. Relevante effecten zijn de effecten die onderscheidend zijn en een zichtbare rol spelen in de analyse. In veel MKBA's wordt nog een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte effecten en externe effecten. Directe effecten zijn de kosten en baten die direct kunnen worden gekoppeld aan de eigenaren / gebruikers van het project (dat wil zeggen de kosten en baten die een onmiddellijke impact op de markt van het project hebben). Indirecte effecten zijn de kosten en baten die worden doorgegeven aan de producenten en consumenten buiten de markt waarmee het project betrokken is. De zogenaamde externe effecten zijn de kosten en baten die niet kunnen worden doorberekend aan de bestaande markt, omdat zij betrekking hebben op onderwerpen als het milieu (geluid, uitstoot van CO2, etc.), veiligheid (verkeer, externe veiligheid) en natuur (biodiversiteit, uitdroging etc.). Deze categorisering heeft overigens geen impact op het belang of de grootte van de effecten.
Kwantificeren en monetariseren van de effecten Met behulp van voorhanden zijnde studies (dan wel via een expert opinion) zijn de effecten gekwantificeerd en vervolgens in geld uitgedrukt. Niet alle effecten zijn in geld uit te drukken. In die gevallen is een kwalitatieve beschrijving gegeven. Onderstaande tabel vat de effecten samen en geeft aan hoe deze zijn onderzocht.
Effecten
Wijze van onderzoek in de MKBA
Investeringskosten
Monetariseren
Exploitatiekosten
Monetariseren
Exploitatieopbrengsten
Monetariseren
Subsidie Duurzame Energie (SDE)
Monetariseren
Ruimtelijke inpasbaarheid
Monetariseren
Landschappelijke inpasbaarheid
Opgenomen in woningwaarde, verder kwalitatief
Blootstelling aan geluid
Opgenomen in woningwaarde, verder kwalitatief
Leveringszekerheid
Kwalitatief
Indirecte economische effecten (werkgelegenheid, woningwaarde)
Monetariseren
Externe veiligheid
Niet onderscheidend tussen de alternatieven
Luchtkwaliteit en emissies
Niet onderscheidend tussen de alternatieven
Tabel 4 – Overzicht te onderzoeken effecten
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 19
Effecten
4.2
Investeringskosten
Onderstaande tabel toont de investeringskosten voor de verschillende alternatieven.
Effecten Investeringskosten
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
181,9
330,5
229,2
Tabel 5 – Investeringskosten alternatieven (contante waarde in € mln.)
Deze tabel is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten: Wind • Investeringen voor windturbines bedragen circa € 1.350 per geïnstalleerde kW (waarvan 70 % voor de turbines en funderingen en de overige 30 % voor elektrische infrastructuur, civiele werken, ontwikkelingskosten en leges en vergunningen) [7] ECN 2014. Zon • Investeringen voor zonnepanelen bedragen circa € 1,03 per Wp opgesteld vermogen. [7] ECN 2014. De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
4.3
Exploitatiekosten
Onderstaande tabel toont de exploitatiekosten voor de verschillende alternatieven.
Effecten Exploitatiekosten
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
63,3
53,3
61,1
Tabel 6 – Exploitatiekosten alternatieven (contante waarde in € mln.)
Deze tabel is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten: Wind • De onderhoudskosten van windmolens bedragen circa € 0,0143 per geproduceerde kWh per jaar [7] ECN 2014 • Daarbij komen jaarlijkse vaste kosten voor het onderhoud van de molens die circa € 15,30 per molen per jaar bedragen [7] ECN 2014 Zon • De onderhoudskosten voor zonne-energie op grote schaal bedragen € 17per kWp per jaar (ECN 2014). In dit bedrag zijn ook kosten voor de vervanging van omvormers en verzekeringskosten opgenomen. De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 20
Effecten
4.4
Exploitatieopbrengsten
Onderstaande tabel toont de exploitatieopbrengsten (grijze stroom) voor de verschillende alternatieven.
Effecten
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
114,8
114,3
116,5
Exploitatieopbrengsten
Tabel 7 – Exploitatieopbrengsten alternatieven (€ mln.)
Deze tabel is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten [7] ECN 2014: Wind • De prijs voor grijze stroom bedraagt € 43,10 per MWh. • De productie van het windmolenpark bedraagt 330,000 MWh per jaar. • Er is rekening gehouden met een onbalansfactor van 0.90, waardoor de productie met 10% wordt verminderd. Zon • De prijs voor grijze stroom bedraagt € 43,10 per MWh. • De productie van het windmolenpark bedraagt 330,000 MWh per jaar. • Er is rekening gehouden met een onbalansfactor van 0.94, waardoor de productie met 6% wordt verminderd. De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
4.5
Subsidies Duurzame Energie (SDE)
Onderstaande tabel toont de waarde van subsidies (SDE) (groene stroom) voor de verschillende alternatieven.
Effecten
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
112,4
270,7
164,4
Subsidies Duurzame Energie (SDE)
Tabel 8 – Subsidies alternatieven (contante waarde in € mln.)
Deze tabel is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten [7] ECN 2014: Wind • 2200 vollasturen per jaar • 15 jaar maximale duur SDE • Basisbedrag SDE bedraagt € 86 / MWh • De windfactor is 1,25 Zon • 900 vollasturen per jaar • 15 jaar maximale duur SDE • Basisbedrag SDE bedraagt € 141 / MWh De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 21
Effecten
4.6
Ruimtelijke inpasbaarheid
Ruimtelijke inpasbaarheid betreft het benodigde ruimtebeslag voor de verschillende alternatieven. Het ruimtebeslag is uitgedrukt in het aantal hectare dat nodig is voor de oplossingen, vermenigvuldigd met een grondprijs. Voor de regio rond Stadskanaal geldt dat het vrijwel altijd om landbouwgrond gaat, wat een waarde heeft van EUR 55.000 per ha [8]. Voor een windmolenpark van 50 molens is een totaal ruimtebeslag van 6 ha berekend (0,12 ha per molen van 3 MW). Voor een zonneweide is een groter ruimtebeslag benodigd, te weten 376 ha in totaal. Het maatschappelijke effect van dit ruimtebeslag voor de verschillende opties is weergegeven in onderstaande tabel.
Effecten Ruimtebeslag
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
(0,3)
(18,6)
(5,8)
Tabel 9 – Ruimtebeslag alternatieven (contante waarde € mln.)
De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
4.7
Landschappelijke inpasbaarheid (uitzicht, beleving)
De landschappelijke inpassing speelt een belangrijke rol in een MKBA, aangezien mensen hinder kunnen ondervinden van zowel een windmolenpark als grootschalige zonneweiden. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in een verstoord uitzicht, dan wel een verminderde beleving van het landschap. Dit kan zich voordoen vanuit huis, maar ook tijdens bijvoorbeeld recreatieve uitstapjes. Een groot deel van dit effect ziet zich vertaald in een wijziging van de woningwaarde. Dit effect wordt apart beoordeeld in één van de paragrafen hieronder. Om dubbeltelling van effecten te voorkomen, richt de beoordeling van het effect op landschappelijke inpasbaarheid zich op het effect voor anderen (niet-huizenbezitters, recreanten e.d.). Windmolens worden gezien als horizonvervuiling en veroorzaken daarmee maatschappelijke kosten. Voor de waardering van die kosten bestaan geen algemeen geaccepteerde methoden. Daarom wordt dit effect kwalitatief beoordeeld. Voor een zonneweide geldt ook dat deze een verstoring van het landschap betekend, omdat recreatie op zo’n weide niet (meer) mogelijk is. Ook kan schittering als hinderlijk worden ervaren, hoewel dit kan worden opgevangen door de weide te omheinen met een voldoende hoge omheining (2 meter). Wij beoordelen alle alternatieven als negatief (‘-‘), hetgeen een neutrale ten opzichte van het nulalternatief betekend (‘0’) voor de beide projectalternatieven.
Effecten Landschappelijke inpasbaarheid
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
-
-
-
Tabel 10 – Landschappelijke inpasbaarheid alternatieven (kwalitatief)
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 22
Effecten
4.8
Blootstelling aan geluid
Blootstelling aan geluid speelt met name voor omwonenden van het project. Voor hen kan de waarde van dit effect het best worden bepaald in de wijziging van de woningwaarde. Om dubbeltelling te voorkomen, is dit effect apart bepaald en toegelicht in één van de paragrafen hieronder. Voor niet-eigenaars speelt dit effect nog wel additioneel. Wij beoordelen het nulalternatief ‘100% wind’ als negatief, omdat windmolens over het algemeen storend geluid veroorzaken; het alternatief ‘100% zon’ beoordelen wij als neutraal (hetgeen resulteert in een ‘+’ ten opzichte van het nulalternatief), en het alternatief ‘30% zon, 70% wind’ als ‘0/+‘ ten opzichte van het nulalternatief.
Effecten
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
-
0
-/+
Bloostelling aan geluid
Tabel 11 – Blootstelling aan geluid alternatieven (kwalitatief)
4.9
Leveringszekerheid
Een positief welvaartseffect van duurzame elektriciteitsopwekking is dat de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen afneemt. Hiermee wordt Nederland minder afhankelijk van import uit politiek instabiele regio’s. Afname van energieafhankelijkheid is daarom een belangrijk beleidsuitgangspunt van de overheid. De afhankelijkheid van fossiele bronnen vertaalt zich ook in negatieve welvaartseffecten die samenhangen met olieprijsschommelingen. Empirische studies tonen aan dat een stijging van de olieprijs met 10% het BBP met zo’n 0,5% vermindert. Dit komt onder meer door verhoging van de inflatie en werkeloosheid. Wij beschouwen de leveringszekerheid in alle alternatieven (zowel nulalternatief als projectalternatieven) positief, omdat alle duurzame elektriciteitsopwekking tot gevolg hebben. De alternatieven zijn daarmee op dit punt niet onderscheidend. Deze beoordeling is weergegeven in onderstaande tabel.
Effecten Leveringszekerheid
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
+
+
+
Tabel 12 – Leveringszekerheid alternatieven (kwalitatief)
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 23
Effecten
4.10 Indirecte economische effecten: waarde woningen, werkgelegenheid Als gevolg van realisatie van de alternatieven treden effecten op voor de lokale economie. De meest relevante zijn het effect op de woningwaarde en werkgelegenheid.
Woningwaarde De herkomst van het effect op de woningwaarde is hierboven reeds beschreven: de effecten van landschappelijke inpassing (uitzicht, beleving) alsmede geluidsoverlast hebben mogelijk effect op de woningwaarde in de regio. Er is niet eerder vastgesteld dat (grootschalige) zonneweiden een effect hebben gehad op de woningwaarde. Er is geen wetenschappelijke literatuur beschikbaar die duidelijkheid biedt hierover. Op basis hiervan is het effect op de woningwaarde als gevolg van een zonneweide als nihil bepaald. Bij het bepalen van het effect op de woningwaarde ten gevolge van een windmolenpark hebben wij de methode gehanteerd zoals beschreven in Renewable Energy and Negative Externalities: The Effect of Wind Turbines on House Prices van het Tinbergen Institute [10.]. Deze methode is hieronder verder uitgewerkt. Binnen een straal van 2000 meter is aangenomen dat de woningwaarde ten gevolge van het plaatsen van windmolens met gemiddeld 1,4% afneemt. Met behulp van een GIS-kaart en de verwachte opstelling van de windmolens, is het aantal gebouwen bepaald dat impact zal ondervinden van de windmolens. Het gaat om 12.250 gebouwen (waarvan verreweg het merendeel woningen). In alternatief 2 (70% wind) gaat het om 8.575 gebouwen. In de figuren hieronder is de gehanteerde methodiek visueel weergegeven.
Figuur 3, Detail uit GIS met aantal woningen binnen 2.000 m. (licht blauw) van geplande windmolens
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 24
Effecten
Figuur 4, Totaaloverzicht van de impact op woningen uit GIS Nadat het aantal woningen is vastgesteld, is dit aantal vermenigvuldigd met de gemiddelde woningwaarde in de gemeente Stadskanaal (bron: CBS) voor 2014. De gemiddelde woningwaarde is € 145.000. Hiervan is vervolgens éénmalig 1,4% als waardedaling gehanteerd. Het resultaat van deze berekening is weergegeven in de tabel hieronder.
Effecten Indirecte economische effecten – woningwaarde
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
(22,3)
-
(15,6)
Tabel 13 – Indirecte economische effecten - woningwaarde alternatieven (€ mln.)
De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 25
Effecten
Werkgelegenheid De positieve effecten op werkgelegenheid voor nieuwe energieprojecten zijn relatief bescheiden ten opzichte van de directe financiële effecten. De grote windmolenfabrikanten bevinden zich namelijk in het buitenland, waardoor er nauwelijks regionale of Nederlandse werkgelegenheid ontstaat gerelateerd aan productie van windmolens. Daarbij is er pas sprake van een positief welvaartseffect zodra deze werkgelegenheid leidt tot één fte meer in de regio.
De effecten van werkgelegenheid (met name in de realisatiefase) zijn ingeschat voor de verschillende alternatieven. Hiervoor zijn de volgende aannamen gehanteerd [11.]: Wind • Per MW geïnstalleerd windvermogen is gerekend met 0,83 fte tijdelijke, en 0,13 fte permanente werkgelegenheid. • Het percentage werkgelegenheid van een additioneel windmolenpark is 10%. Zon • •
Per MW geïnstalleerd windvermogen is gerekend met 0,83 fte tijdelijke, en 0,13 fte permanente werkgelegenheid. Het percentage werkgelegenheid van een additioneel windmolenpark is 25%.
Voor beide technologieën is de waarde van een arbeidsplaats vastgesteld op € 15.000 per jaar [12.]. Onderstaande tabel toont de effecten in de verschillende alternatieven.
Effecten Indirecte economische effecten werkgelegenheid
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
0,4
2,7
1,1
Tabel 14 – Indirecte economische effecten - werkgelegenheid alternatieven (€ mln.)
De kosteninschattingen per alternatief zijn uitgezet in de tijd en contant gemaakt tegen een reële discontovoet van 5,5%.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 26
Effecten
4.11 Externe veiligheid
Externe veiligheid is geen onderscheidend criterium tussen de alternatieven. Voor zonne-energie is dit geen relevant criterium. Voor windturbines wordt dit pas een relevant criterium als zich (beperkt) kwetsbare objecten binnen een afstand van masthoogte en halve rotordiameter van de windturbine bevinden. Als (beperkt) kwetsbare objecten kunnen woningen en andere locaties waar mensen gedurende langere tijd aanwezig zijn beschouwd worden. Omdat de afstand tot dergelijke bebouwing altijd veel groter is vanuit het oogpunt van geluid is externe veiligheid voor deze MKBA niet relevant als apart te beoordelen aspect. Als bepaalde inrichtingen, die externe veiligheidsrisico’s met zich meebrengen, in de nabijheid van windturbines aanwezig zijn, kan plaatsing van windturbines in de nabijheid van deze objecten dit risico verhogen (het zogenaamde domino effect). Deze objecten zouden zich dan binnen de maximale werpafstand (afstand waarbij een wiek bij breuk bij 2 maal het nominaal toerental van de windturbine maximaal terecht kan komen) moeten bevinden. Bij turbines van 3 MW ligt deze maximale werpafstand op ca. 500 m. Het is echter niet mogelijk om dat in het kader van deze MKBA te onderzoeken. Onderstaande tabel toont de kwalitatieve waardering van externe veiligheid.
Effecten
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
-
-
-
Externe veiligheid Tabel 15 – Externe veiligheid alternatieven (kwalitatief)
4.12 Luchtkwaliteit en emissies Energieproductie met zonnepanelen of windturbines levert geen emissies of luchtkwaliteitsproblemen op. Beide vormen van duurzame energie resulteren in een reductie van emissies en een verbetering van de luchtkwaliteit als gevolg van vervanging van fossiele brandstoffen bij energieproductie. Deze bijdrage is per geproduceerde kWh voor beiden even groot en daarmee niet onderscheidend. Onderstaande tabel toont de kwalitatieve beoordeling van dit effect.
Effecten Luchtkwaliteit en emissies
Nulalternatief (100% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
+
+
+
Tabel 16 – Luchtkwaliteit en emissies alternatieven (kwalitatief)
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 27
5 Resultaten
Resultaten 5.1
Overzicht effecten
Onderstaande tabel is een OEI-tabel (Overzicht Effecten Infrastructuur), zoals gebruikelijk in een MKBA. De tabel toont alle effecten (kosten en baten) zoals verwerkt in de MKBA ten opzichte van het nulalternatief (100% windenergie).
REGIONALE SCOPE
NATIONALE SCOPE
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
Investeringskosten
148,5
47,2
148,5
47,2
Exploitatiekosten
(10,0)
(2,1)
(10,0)
(2,1)
Exploitatieopbrengsten (grijze stroom)
(0,5)
1,7
(0,5)
1,7
Subsidie Duurzame Energie (SDE)
158,3
52,0
-
-
Ruimtelijke inpasbaarheid (grond)
(18,3)
(5,5)
(18,3)
(5,5)
Landschappelijke inpasbaarheid
-
-
-
-
Blootstelling aan geluid
-
-
-
-
Leveringszekerheid
-
-
-
-
Indirecte economische effecten Werkgelegenheid
2,3
0,7
4,5
1,4
Indirecte economische effecten Woningwaarde
22,3
6,7
22,3
6,7
Externe veiligheid
-
-
-
-
Luchtkwaliteit en emissies
-
-
-
-
25,5 + pm
10,5 + pm
(130,5) + pm
(40,7) + pm
1,2
1,2
0,1
0,1
Effecten Kosten
Effecten
Saldo Baten-kostensaldo
Tabel 17 – Resultaten MKBA, alternatieven t.o.v. het nulalternatief (100% Wind) als contante waarden in € mln.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 29
Resultaten 5.2
Gevoeligheidsanalyse
Als gevoeligheidsanalyse zijn verschillende scenario’s onderzocht. Dit is gedaan om de robuustheid van de resultaten te toetsen. De tabel hieronder geeft een overzicht van het saldo onder verschillende scenario’s. Hierbij gaat het gepresenteerde saldo uit van een regionale scope, tenzij expliciet anders vermeld.
Alternatief 1 (100% zon)
Alternatief 2 (30% zon, 70% wind)
25,5
10,5
Basis scenario – nationale scope
(130,5)
(40,7)
Zichtperiode 25 jaar (i.p.v. 15 jaar)
29,2
12,0
(126,4)
(39,1)
Vollasturen wind 2.000 (i.p.v. 2.200)
42,3
15,6
Vollasturen wind 2.400 (i.p.v. 2.200)
8,7
5,5
(60,0)
(16,6)
68,3
24,1
(117,8)
(36,7)
Investeringskosten wind 1.500 (i.p.v. 1.350) euro per kW
45,8
16,6
Investeringskosten wind 1.200 (i.p.v. 1.350) euro per kW
5,3
4,5
Investeringskosten zonnepanelen 0,90 (i.p.v. 1,03) EUR / Wp
67,2
23,4
Investeringskosten zonnepanelen 1,10 (i.p.v. 1,03) EUR / Wp
3,1
3,6
Scenario Basis scenario
Zichtperiode 25 jaar (i.p.v. 15 jaar) – nationale scope
Vollasturen zon 700 (i.p.v. 900) Vollasturen zon 1.000 (i.p.v. 900) Vollasturen zon 1.000 (i.p.v. 900) – nationale scope
Tabel 18 – Gevoeligheidsanalyse, saldo alternatieven t.o.v. het nulalternatief (100% Wind) als contante waarden in € mln.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 30
Resultaten 5.3
Conclusies
De MKBA laat bij een regionale scope een positief saldo zien voor de projectalternatieven ten opzichte van het nulalternatief. Voor een regionale scope ontstaan er baten wanneer het project (deels) wordt vervangen door zonneenergie. Wanneer geabstraheerd wordt van de puur financiële kosten en baten, ontloopt het saldo van de resterende posten elkaar niet veel. Met andere woorden: een negatief effect als gevolg van ruimtelijke inpassing heeft een gelijke orde grootte als de positieve effecten voor werkgelegenheid en woningwaarde.
Tevens merken wij op dat vanuit een nationale scope, het saldo voor de projectalternatieven negatief is. Dit komt doordat de subsidie op nationaal niveau niet meegenomen mag worden. Tevens blijkt uit de gevoeligheidsanalyses dat de bandbreedtes rond de resultaten vrij groot zijn.
Deze MKBA kan worden gebruikt bij het voeren van de discussie over wind en zonne-energieoplossingen in de regio Stadskanaal. Hierbij is het belangrijk dat regionale en nationale perspectieven tegen elkaar worden afgewogen en besproken. De resultaten van de MKBA vormen bij deze politiek-bestuurlijke discussie een hulpmiddel.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 31
Bijlagen
Bijlage I – Bronnen en literatuur
Bronnen en literatuur
[ 1. ] [ 2. ] [ 3. ] [ 4. ] [ 5. ] [ 6. ]
[ 7. ] [ 8. ] [ 9. ] [ 10. ] [ 11. ] [ 12. ]
Romijn, G. en G. Renes (2013), Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse, Den Haag: CPB/PB. Stuart Young Consulting, John Muir Trust (March 2011), Analysis of UK Wind Power Generation November 2008 to December 2010. Quist, Joralf, Rolf Schuttenhelm, Hans Roozen (november 2010), Het Nieuwe Weer van Nederland, MeteoVista | Weeronline.nl. Ministerie van Financiën (2007), Actualisatie Discontovoet, Brief aan de Tweede Kamer, kenmerk IRF 20070090M. Ebregt, J., C.J.J. Eijgenraam en H.J.J. Stolwijk, 2005, Kosteneffectiviteit van maatregelen en pakketten, Centraal Planbureau, Den Haag. Faber, Thomas, Etienne Mulders, Een kennismaking met de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) Handreiking voor beleidsmakers, januari 2012, Directie Algemene Economische Politiek, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Lensink, S.M. (ECN) (ed), C.L. van Zuijlen (ECN) (ed), Eindadvies basisbedragen SDE+ 2015, Oktober 2014, ECN-E--14-035. http://www.boerderij.nl/Home/grondmarkt/Grondprijzen http://huizen.trovit.nl/10304/koopprijs-stadskanaal Dröes, Martijn I., Hans R.A. Koster, Renewable Energy and Negative Externalities: The Effect of Wind Turbines on House Prices, TI 2014-124/VIII, Tinbergen Institute Discussion Paper, 16 September 2014. Warringa, G.E.A. (Geert), M.J. (Martijn) Blom, M.J. (Marnix) Koopman, MKBA Windenergie Lage Weide, Delft, CE Delft, april 2013.\ Korteland, M.H. (Marisa), M.J. (Martijn) Blom, Herstructurering van het bedrijventerrein Boven-Hardinxveld : Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA), Delft : CE Delft, 2010.
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 33
Bijlage II – Nulalternatief
Kaart nulalternatief
Bron: www.rtvdrenthe.nl
MKBA wind- en zonne-energie Stadskanaal
© HaskoningDHV Nederland B.V. 34