Misdaad, straf en herstel Een herbezinning op het strafrecht en een aanzet tot een op herstel georiënteerd misdaadrecht
Jacques Claessen
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding 1. Inleiding 2. De legitimiteitscrisis in het strafrecht 3. Opbouw van het boek
Hoofdstuk 2 Historisch overzicht: van privaat 'strafrecht naar de legitimiteitscrisis in het publieke strafrecht 1. Inleiding 2. De belangrijkste reden voor het bestaan van het publieke strafrecht 3. Reacties op misdaad in primitieve oftewel premoderne culturen 4. Reacties op misdaad tijdens de Middeleeuwen 5. Reacties op misdaad vanaf de Middeleeuwen tot aan de Verlichting 6. De overgang van privaat 'strafrecht naar publiek strafrecht 7. Adfontem: de oorsprong van het publieke, inquisitoire strafrecht 8. Intermezzo: is strafrecht bedoeld en in staat om de criminaliteit te bestrijden? 9. Tussenconclusie: antwoord op drie van de vier vragen die centraal staan Wat is de belangrijkste reden voor het bestaan van het publieke strafrecht? Vormt het publieke strafrecht sinds zijn ontstaan een exclusieve reactievorm op misdaad? Wanneer is het publieke strafrecht ontstaan? 10. De huidige tijdgeest De laat postmoderne tijd als transitieperiode Een tijd van existentiële zinloosheid en een hang naar Zin Een tijd vol verlangen naar vrijheid voor zichzelf en veiligheid ten opzichte van anderen Een tijd van angstgevoelens en vriend-vijanddenken Een tijd van geradicaliseerd individualisme Een tijd vol potentiële slachtoffers zonder solidariteit met echte slachtoffers Een tijd van uiterlijke beschaving zonder innerlijke beschaving Een tijd waarin onze diepste natuur in opstand komt 11. De huidige maatschappij De risicomaatschappij en de veiligheids- of preventiestaat De overheid als zondebok Schaduwzijden van het door de overheid gevoerde veiligheidsbeleid Veiligheid als Europees grondrecht
1 1 4
7 7 9 11 13 19 22 25 28 31 31 33 34 35 35 36 37 39 40 40 41 43 44 45 46 47 48 VII
De risico(verzekerings)maatschappij als onverantwoordelijkheidsmaatschappij 49 Kolonisering van de leefwereld 50 12. Enige gevolgen van de tijdgeest en de risicomaatschappij voor het strafrecht 52 Het ontstaan van een high crime culture 52 Strafrecht als veiligheidsproductiebedrijf en criminaliteit als veiligheidsvraagstuk 53 Het verbond tussen veiligheids'moraal' en strafrecht 54 Een steeds verder uitdijend materieel strafrecht 56 Uitholling van het schadebeginsel 58 Uitholling van het lex certa-beginsel en verschuiving van daadnaar intentiestrafrecht 61 Een steeds verdere stroomlijning van het strafprocesrecht 62 Terugkomst van het slachtoffer in het strafrecht 64 Een ongeëvenaard punitief strafklimaat en een verschraling van het penitentiaire recht 67 13. De legitimiteitscrisis in het strafrecht 73 Praktische en theoretische bezwaren tegen de instrumentalisering van het strafrecht 74 Bescherming en instrumentaliteit als inherente functies van het Verlich te strafrech t 77 De relationele rechtsopvatting 79 Een instrumentalistische rechtsopvatting met vrijheid als primair beleidsdoel 86 De verschillende rechtsopvattingen en de legitimiteitscrisis schematisch weergegeven 88 14. Samenvatting en conclusie 89
Hoofdstuk 3 Een kritische bespreking van het reguliere strafbegrip 93 1. Inleiding 2. Straf is intentionele leedtoevoeging 94 98 3. Straf als [moreel) kwaad 102 Straf en de Gulden Regel 4. Het verband tussen wraak, vergelding en straf 1^ 5. Twee benaderingen van straf 1^9 A. Een 'primitief-instinctieve' benadering van straf (aan de hand van het werk van Knigge) ^ Het gebezigde mensbeeld is niet vanzelfsprekend 1^ Uit 'zijn' kan geen 'behoren'worden afgeleid ^ Afkeuring hoeft niet noodzakelijk met straf gepaard te gaan H° Niet-vergelden hoeft niet noodzakelijk tot algehele normloosheid te leiden 117
VIII
B. Een 'moreel-intuïtieve' benadering van straf (aan de hand van het werk van Pompe) 118 Langemeijer, Nagel en Pompe 119 Verschillen en overeenkomsten tussen de drie visies op straf 124 C. Over het irrationele van de straf, de rationalisering van het irrationele en de onterechte dichotomie tussen ratio/denken en emotie/voelen 126 6. Samenvatting en conclusie 130
Hoofdstuk 4 Een kritische bespreking van de straftheorieën 1. Inleiding 2. De invloed van de Verlichting op het strafrecht(sdenken) Het Verlichte strafrechtsdenken van Beccaria Het Verlichte strafrechtsdenken van Kant en Hegel Vergeldings- en preventietheorieën als product van de Verlichting Praktische rede en instrumentele rede Het Verlichte mensbeeld Dialectiek van de Verlichting Dialectiek binnen het Verlichte strafrecht(sdenken) 3. Absolute straftheorieën oftewel vergeldingstheorieën Straf omdat er een misdaad is gepleegd Misdaad, schuld en straf: een heilige drie-eenheid Positieve en negatieve vergeldingstheorieën Waarom er mag/moet worden gestraft a. Bestraffing is intrinsiek goed (intrinsiek vergeldingsdenken) b. Bestraffing ter herstel van de status quo ante c. Bestraffing ter herstel van het evenwicht tussen baten en lasten Intermezzo: de vergeldingstheorie van Polak d. Bestraffing ter bevrediging van wraakgevoelens (empirisch vergeldingsdenken) e. Bestraffing ter expressie van morele afkeuring (communicatief vergeldingsdenken) 4. Het communicatieve vergeldingsdenken van Duff Herstel van morele schade aan de normatieve relatie tussen conflictpartijen Oprechte verontschuldiging: erkenning, berouw, hoop op verzoening... ... en straf Strafprocessuele implicaties: bemiddeling als ideaal strafproces Bemiddeling met het oog op de morele opvoeding van de dader 5. Kritiek op het (communicatieve) vergeldingsdenken door Walgrave Herstelrecht: making things right Verschillen tussen straf en herstel
135 136 138 140 143 144 146 149 150 152 152 153 154 156 157 158 159 161 162 164 166 168 169 170 171 173 174 175 176
IX
Herstelsancties getoetst aan de voorwaarden voor straf 178 Herstelrechtelijke kritiek op het communicatieve vergeldingsdenken 179 6. Compensatie- oftewel restitutietheorieën 184 7. Relatieve straftheorieën oftewel preventietheorieën 186 Straf opdat er geen misdaad wordt gepleegd 186 Straf als noodzakelijk kwaad 187 (Lastig meetbare) realisering van doel cruciaal voor rechtvaardiging van straf 187 Beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit 188 Verschillende vormen van preventie 190 a. Onschadelijkmaking 190 b. Afschrikking 190 c. Resocialisatie 191 d. Normversterking 191 e. Preventie van eigenrichting door gekanaliseerde wraakuitoefening van staatswege 192 Mogelijke bezwaren tegen relatieve straftheorieën 193 8. Gemengde straftheorieën oftewel verenigingstheorieën 197 Twee typen verenigingstheorieën 198 Problematiek van verenigingstheorieën 201 9. De huidige strafpraktijk en de roep om verandering vanuit de rechtswetenschap 202 Empirische vergelding, afschrikking en onschadelijkmaking 202 Waarde en 'waanzin' van de Verlichting 204 De maatschappelijke controle richting in het strafrecht 206 Ver(neuro)wetenschappelijking van het mensbeeld 208 Kritiek vanuit de rechtswetenschap 211 Pleidooi voor een terugkeer naar een Verlich t strafrech t(sdenken) 213 10. Samenvattingen conclusie 216
Hoofdstuk 5 Een herstelrechtelijke benadering van misdaad 1. Inleiding 2. Misdaad als relationeel conflict en misdaadrecht ter herstel van relaties 3. Het herstelrechtelijke mensbeeld 4. Een visie op herstelrecht Wat herstelrecht niet is Wat herstelrecht wel is De drie zuilen van herstelrecht Verbondenheid, uniciteit en respect 5. Ruimte voor berouw, vergeving en verzoening in het herstelrecht 6. Ruimte voor berouw, vergeving en verzoening in het strafrecht 7. Een pleidooi voor de integratie van berouw en vergeving in de strafprocedure
221 222 224 226 227 230 233 234 236 237 240
De integratie van berouw Nogmaals de integratie van berouw De integratie van vergeving 8. Complicaties wat betreft slachtofferbeelden en rechtshervormingen Onrealistische, realistische en idealistische slachtofferbeelden Onrealistische, realistische en idealistische hervormingen van het misdaadrecht 9. Vergeving Wat vergeving niet is Wat vergeving wel is De noodzaak van vergeving Geen daad van vergeving zonder vergevingsproces Vergeving en alternatieve reacties op misdaad - inclusief bijbehorende mensbeelden De mogelijke reacties op misdaad in schema met toelichting 10. Samenvatting en conclusie
240 245 249 253 253 260 268 268 271 276 279 282 288 292
Hoofdstuk 6 Slotbeschouwingen 1. Inleiding 295 2. Samenvatting 296 3. Themata 299 Het belang van mensbeelden in het misdaadrecht 299 Het redelijk-Verlichte mensbeeld en het strafrecht 300 Denaturering van het Verlichtingsdenken en de gevolgen hiervan voor het strafrecht 302 Pleidooi voor een terugkeer naar het oorspronkelijke Verlichtingsdenken 303 Het defaitistische mensbeeld 305 Het herstelrechtelijke mensbeeld 306 De verhouding tussen wraak, vergelding, vergeving, verzoening en vrede 307 De overeenkomsten en verschillen tussen straf en herstel 312 Straf-en herstelsanctie 312 Straf- en herstelprocedure 314 De verhouding tussen herstelrechtelijke en redelijk-Verlichte misdaadbenadering 315 De relativering van de strikte scheiding tussen privaat- en publiekrecht 320 Het belang van het irrationele in moraal en recht 323 Het verband tussen misdaadrecht en religie 324 4. Uitleiding 324
Geraadpleegde literatuur
327
XI