Duflexpronovatie: duurzaam, flexibel en procesvernieuwend. De term werd bedacht door de bouwpartners van het nieuwe bedrijfsgebouw van Kropman Installatietechniek en geeft de ambitie aan al deze doelen in één project te realiseren. In een drieledige rol als opdrachtgever, toekomstig gebruiker en installateur, zat Kropman vanaf de eerste schets van de architect aan tafel en kon zo haar wensen mede vormgeven. Het resultaat is een subtiel gematerialiseerde doos op pootjes, ingericht op het heden, maar klaar voor alle mogelijke veranderingen in de toekomst.
Bedrijfsgebouw Kropman Installatietechniek, Utrecht
Minimaal skelet biedt maximale flexibiliteit ir. F.P. Bos Freek Bos is promovendus aan de TU Delft en redactielid van Bouwen met Staal
Een gebouw ‘op pootjes’ met een innovatieve gevel: het kantoorgebouw van Kropman valt op in Papendorp.
Het nieuwe bedrijfsgebouw van Kropman Installatietechniek op het kantorenpark Papendorp, tussen de A2 en het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht, is geen alledaagse verschijning. De met glas omgeven doos van vier lagen met een bruto vloeroppervlak van 5.500 m2 staat op pootjes en beslaat een groot gedeelte van de kavel. De parkeervoorzieningen zijn eronder geschoven en de hoofdingang wordt gemarkeerde door een flauw oplopende, houten brug. Het onderste deel van de gevel bestaat uit een vliesgevel met een zeefdruk van onregelmatige stroken: een verwijzing naar het rietlandschap waaruit het kantorenpark verrees. De rietkraag wordt onderbroken door een dubbelhoog helder stuk gevel waarachter zich de ontvangsthal bevindt. Voor het overige wordt het gebouw omgeven door een dubbele huidfaçade. Een atrium dat over de gehele hoogte loopt tot in de parkeerlaag, snijdt het gebouw doormidden. De kopse kanten van de vide worden gevormd door twee kernen met liften, trappen, sanitair en leidingschachten. Het atrium wordt geflankeerd door twee 14,4 m brede kantoorstroken van 40 m lang, die als het ware zijn opgetild om de parkeerplaatsen eronder kwijt te kunnen. Voor de toekomst…
Tijdens het ontwerpproces werd al snel duidelijk dat voor het verkrijgen van een flexibel gebouw niet zozeer het integreren van bouwkundige, constructieve en installatietechnische functies voorop moest staan, maar het integraal ontwerpen ervan. Dit betekende dat bij elk aspect van het gebouwontwerp rekening moest worden gehouden met het gevolg ervan 24
BOUWEN MET STAAL 178 JUNI 2004
voor alle verschillende disciplines. Daarbij bleek dat juist het zoveel mogelijk scheiden van functies resulteert in een maximale aanpasbaarheid met minimale (financiële) inspanning. Daarom is gekozen voor een neutrale staalconstructie met ronde kolommen die 600 mm achter de gevel staan. De 0,9 m stramienmaat van de geveldelen is iets verschoven ten opzichte van de 5,4 m hart-op-hart maat van de kolommen, zodat de constructie het (ver)plaatsen van binnenwanden nooit in de weg staat. Voor de vloeren is gebruik gemaakt van kanaalplaten, aan de atriumzijde opgelegd tussen de flenzen van samengestelde SFB-liggers. De totale vloerdikte inclusief druklaag bedraagt zo slechts 320 mm. Aan de gevelzijde kragen de kanaalplaten uit over de ligger. Hierdoor is de onderzijde van de vloer vrijwel volledig vlak en is het verloop van de leidingen, kabelgoten en luchtkanalen geheel onafhankelijk van de constructie. Het vloerpakket is verder geminimaliseerd door het patroon van de installatietechnische elementen nauwkeurig te ontwerpen. Het leidingverloop is vanuit de verticale schachten in de kernen als een soort boomstructuur georganiseerd zodat er zo min mogelijk kruisingen zijn. Het gehele pakket van onderkant plafond tot bovenkant vloer is hierdoor slechts 750 mm dik. Aangezien in het ontwerp met een normale vloer-op-vloer afstand van 3,6 m is aangehouden, is de vrije hoogte in de kantoren een riante 2,85 m. … voor het heden
Natuurlijk is tijdens het ontwerp niet alleen aan de toekomst gedacht. Het brede atrium met glazen dak en lichte staalconstructie laat
het daglicht tot diep in het gebouw binnendringen. De weinige binnenwanden zijn vrijwel overal uitgevoerd als glazen systeemwanden. Alleen rond de sanitaire groepen en liftschachten zijn metalstud wanden gebruikt. Niet alleen wordt hiermee een aangename sfeer gecreëerd, ook wordt de behoefte aan kunstmatige verlichting geminimaliseerd. Het energieverbruik is verder verminderd door toepassing van koudeopslag in de bodem, een warmtepomp en warmteterugwinning. In het oorspronkelijke plan was natuurlijke ventilatie door middel van te openen ramen opgenomen. Dit sloot aan bij het architectonische concept van ‘een villa in het bos’, een gedacht die verder is vormgegeven door de gevels zo dicht bij de bomen te zetten, dat de takken er over een paar jaar tegenaan zullen
groeien. Helaas bleek natuurlijke ventilatie geen optie vanwege de hoge geluidsbelasting op de gevels. In plaats daarvan kwam mechanische ventilatie, geïntegreerd in het gevelontwerp. De buitengevels van de kantoren bestaan uit een dubbele huid façade. Achter het enkelglas buitenspouwblad gaat een gevel verscholen van houten kozijnen met hoge ramen. Deze kunnen nog wel – naar binnen – worden geopend, dit is echter alleen bedoeld voor het reinigen van de ramen. De dichte geveldelen bestaan uit prefab gasbetonelementen met steenwolisolatie. De massa die deze elementen met zich mee brengen is vooral ingebracht vanwege het gunstige effect op de geluidswering van de gevel. De kozijnen zijn voorzien van buitenzonwering evenals het atriumdak. In combinatie met het uitgekiende installatie-
systeem zorgt dit ervoor dat er geen grote accumulerende massa in de vorm van een zware gebouwconstructie nodig is. Een licht staalskelet volstaat. Door het atriumdak verder goed te isoleren hoeft in de binnengevel slechts enkel glas te worden toegepast. Doeltreffend skelet
Duurzaamheid en flexibiliteit dienden ook bij het ontwerp van de constructie als uitgangspunt. De oorspronkelijke voorkeur voor houten vloerliggers werd, vanwege onder andere de kleine overspanningen die daarmee mogelijk zijn, ter zijde geschoven. In plaats daarvan is gekozen voor een vrij eenvoudig maar doeltreffend stalen skelet van buisprofiel-kolommen, HE- en SFB-liggers in combinatie met kanaalplaatvloeren van bijna 14 m lang. Omdat JUNI 2004 BOUWEN MET STAAL 178
25
detail 2
detail 1
detail 3
Tweede verdieping.
Dwarsdoorsnede.
Eerste verdieping.
Detail 1. Balk-vloeraansluiting bij een standaardverdieping aan gevelzijde.
Het skelet van het atrium: de stabiele ‘kern’ van het gebouw. Entreeverdieping.
Verdieping onder maaiveld met parkeerruimte.
26
BOUWEN MET STAAL 178 JUNI 2004
Detail 2. Balk-vloeraansluiting bij standaardverdieping atriumzijde.
Detail 3. Balk-vloeraansluiting bij standaardverdieping.
De stabiliteitsvoorzieningen zijn nastelbaar en blijven in het zicht. Kolom-vloer aansluitingen aan de gevelzijde.
JUNI 2004 BOUWEN MET STAAL 178
27
De entree van het gebouw bevindt zich boven het maaiveld. De transparantie van dit bouwdeel is in het hele gebouw doorgezet.
aluminium kap
afschotisolatie + dakbedeeking
ventilatie
ventilatie
bevestigingsconsoles
bevestigingsconsoles betonvloer verticale aluminium profielen
verticale aluminium profielen
geprint glas zonwering, horizontale lamellen
houten kozijnen
zonwering, horizontale lamellen
100 mm minerale wol
betonvloer 100 mm minerale wol
houten vliesgevel
geprint glas
betonvloer
Doorsnede over buitengevel (links) en atriumgevel.
28
BOUWEN MET STAAL 178 JUNI 2004
plafond parkeerlaag 100 mm isolatie + houtwolcementplaten
De ontvangstruimte heeft een dubbele verdiepingshoogte. Door de hoge glazen gevel is het gebruik van daglicht geoptimaliseerd.
de kolommen enigszins terug liggen van de gevel, zijn de kanaalplaten uitkragend over de stalen ligger gelegd. Bij de onderste vloer zijn de kolommen voorzien van aangelaste stalen consoles ten behoeve van de vloervelden buiten het kolommenraster. Door de brede vloervelden waren slechts vier rijen kolommen nodig, een aan elke zijde van een kantoorvleugel, met het atrium daartussen. De constructie bevindt zich alleen aan de zijden van de kantoorgedeelten. Zodoende is het kantoor grotendeels vrij indeelbaar. Hier is dan ook gebruik van gemaakt door grotendeels een kantoorlandschap toe te passen. De constructie ontleent haar stabiliteit in dwarsrichting aan de K-verbanden achter de kernen. In de langsrichting wordt dit verzorgd door de stabiliteitskruisen, die uit montageoverwegingen nastelbaar zijn uitgevoerd waardoor de constructie nauwkeuriger kan worden gesteld. De kruisen zijn gesitueerd aan de atriumzijde, waar ze, geheel in het zicht, de glazen binnengevel meer tekening verlenen en tegelijkertijd niet het uitzicht naar buiten belemmeren. Naast de behoorlijke mate van flexibiliteit die het staalskelet in z’n huidige vorm biedt, zijn de fundering en de draagconstructie tevens berekend op een uitbreiding van het gebouw met nog een extra laag. Op de bouwplaats
Tijdens de bouw, die begon in november 2002, bleek al snel dat het grondwaterpeil in Papendorp nog niet op het toekomstige polderpeil was gebracht. De oorspronkelijk half verdiept ontworpen parkeerlaag was daarom niet meer haalbaar. Er is voor gekozen het gehele gebouw
300 mm op te tillen, waardoor de parkeerplaatsen 500 mm in plaats van 800 mm onder het maaiveld zijn gelegen. Later bleek dat, ondanks de uitgebreide ontwerp- en voorbereidende fase waarin veel door alle betrokken partijen is overlegd, er ook tijdens de bouw nog een belangrijke aanpassing nodig was. De gevel die apart was aanbesteed vroeg om een extra peilmaat. Deze voorziening voor het stellen en maatvoeren zijn met ankers in aanstortingen van de vloerranden bevestigd. Op de bouwplaats zelf is niet gelast, en zijn alle stalen elementen aan elkaar gebout. Ook de bouwkundige componenten en onderdelen van de installatie zijn zoveel mogelijk kanten-klaar aangevoerd, wat resulteerde in een schone bouwplaats. Ondanks de tegenslagen kon hierdoor snel gebouwd worden, en is het gebouw net binnen een jaar opgeleverd.
Projectgegevens Opdrachtgever Kropman Installatietechniek, Nijmegen • Architect Achitectenbureau van den Broek en Bakema, Rotterdam • Constructeur Aronsohn Constructies Raadgevende Ingenieurs, Rotterdam • Installatie adviseur Kropman Installatietechniek, Nijmegen • Adviseur akoestiek Peutz & Associes, Mook • Uitvoering GiesbersMaasDijken Bouw, Alphen aan den Rijn • Staalconstructie Romein Staalbouw, Roosendaal • Gevels TGM Engineering, Asten • Bouwperiode november 2002 – oktober 2003 • Bouwkosten € 10 miljoen • Fotografie Hans Moolenaar, Den Haag
Duflexpronovatie
De uitdrukkelijke aandacht voor IFD bouwen heeft geleid tot een gebouw dat uitgebreide mogelijkheden biedt voor kleinschalige of grootscheepse wijzigingen met relatief weinig inspanning. Daarmee heeft het een gerede kans ook in de toekomst waardevol te blijven voor haar gebruiker. Door in het ontwerp niet alleen architectonische maar ook andere omgevingsbepalende invloeden zoals lichtinval en klimaat mee te nemen, is het ook voor de hedendaagse gebruiker aangenaam en is alleen daarom al een langere levensduur te verwachten. Maar het geeft wel te denken dat voor deze zaken, die zo voor de hand liggend klinken, nog de term ‘Duflexpronovatie’ in het leven moet worden geroepen. • JUNI 2004 BOUWEN MET STAAL 178
29