1
MAART 2015 - NR. 1
Mattias Gijsbertsen: geen toverdrank meer Een Ander Joods Geluid: stop de bezetting Ondernemen vanuit bijstand maart 2015- nr. 1
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
6 Rentmeesterschap helpt ons niet verder
8 Groene moslims nemen heft in
Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang. ‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks
maart 2015- nr. 1
Redactie: Theo Brand (eindredactie), Jan Spijk (eindredactie), Anita Broekhuizen, Carin Hereijgers, Maxine Herinx, Nadine Huiskes, Bas Joosse, Albert Koot, Wilhelm Lagrouw, Cor Ofman,Bas Roufs, Iris Savelkouls en Ina ScholmaHuisman. Aan dit nummer werkten mee: Nicole des Bouvrie, Hans Feddema, Ruard Ganzevoort, Enis Odaci, Margrietha Reinders, Hennie Roorda, Marjolein Tiemens-Hulscher. Commentaartekening: Maarten Wolterink. Omslagfoto: GroenLinks-wethouder
Kansen voor mensen in de bijstand
Maar angst en paniek zijn niet vruchtbaar. Dat vindt ook Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid. Wat betreft het Israëlisch-Palestijnse conflict is zijn ideaalbeeld: ‘Zo snel mogelijk een levensvatbare Palestijnse staat.’ Niets wijst erop dat de huidige of volgende Israëlische regering stappen zal nemen naar die tweestatenoplossing. Hamburger vindt echter dat Israël de bezette gebieden moet verlaten. ‘Doorgaan met de bezetting en die verdiepen en verankeren, dat is onwaarachtig.’
Mattias Gijsbertsen (Groningen). Foto: gemeente Groningen Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled papier. Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E:
[email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Prins Hendrikstraat 143, 2405 AJ Alphen aan den Rijn. E:
[email protected] Jaarabonnement: € 16 (5 nummers). Betalingen en donaties: Triodosbank 39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang o.v.v.
DE VRIJ E TIE
LOOP UIT
COLOFON
In de stad Groningen leven tienduizend mensen van een bijstandsuitkering. Daar kun je moedeloos van worden, maar in dit nummer laat GroenLinks-wethouder Mattias Gijsbertsen zien dat hij juist kansen ziet. ‘Ik ben wars van de gedachte ‘dat het nooit wat wordt’ of ‘dat het nooit beter wordt’. Ik wil me positief inzetten en kijken wat er mooier en beter kan’, zegt hij. Dit sluit heel goed aan bij coöperatie De Vrije Uitloop in Breda, een initiatief van Erna Smeekens en Hans Udo. Zij willen stimuleren dat mensen in de bijstand zelfstandig ondernemer worden. Jolanda Hulshof is zo’n ondernemer die met haar bedrijf Sierstof herinneringsvoorwerpen maakt van kleding van overledenen. ‘Het is heerlijk als je iets gemaakt hebt waar mensen blij mee zijn.’ De vastentijd of veertigdagentijd is begonnen (18 februari-4 april). In dit nummer komt de Vlaamse Alexia Leysen aan het woord die in 2011 tijdens de vastentijd startte met de campagne ‘Dagen Zonder Vlees’. Redacteur Maxine Herinx deed er vorig jaar samen met tienduizend anderen aan mee en is enthousiast. ‘Wie niet één maar veertig dagen mindert, zal merken dat zijn vleesconsumptie vanzelf afneemt.’ Het is dan een kleine stap naar de beschouwing van Marjolein Tiemens-Hulscher van ‘Groen Geloven’. Rentmeesterschap – hoe goed bedoeld ook - gaat haar niet ver genoeg. ‘Wordt het niet tijd om in lijn hiermee het beeld van de rentmeester, die boven de natuur staat, los te laten en die van de partner of liever nog de participant te omarmen? De belangen van de natuur zijn gelijkwaardig aan die van de mens.’ Een andere rode draad in dit nummer is de opvang van vluchtelingen. De Vluchtgarage in Amsterdam vangt deze mensen nu nog op, maar sluiting dreigt (op 7 februari vond een demonstratie tegen deze sluiting plaats, zie de foto op deze pagina). Redacteur Albert Koot – vrijwilliger in de Vluchtgarage – sprak met Musa: ‘Wij zijn héél blij met deze gebouwen die wij kunnen kraken. En we krijgen steeds meer steun.’ Op de nieuwjaarsbijeenkomst van De Linker Wang (17 januari in Amersfoort) stond het vluchtelingenbeleid eveneens centraal. Eerste Kamerlid Tineke Strik zei daar: ‘Staatssecretaris Teeven zaait angst en paniek over het aantal vluchtelingen dat naar Nederland komt.’
COÖPERA
Jan Spijk eindredacteur
Snelle erkenning Palestina Met uitkering onderneming starten
4 10 14
handen
9 Column – Margrietha Reinders 12 Fotoverhaal: participatiewet 16 Dreigende sluiting Vluchtgarage 18 Vastentijd: veertig dagen zonder vlees 19 Column – Enis Odaci 20 Nieuwjaarsbijeenkomst De Linker Wang
21 Andere wang – Ruard Ganzevoort 22 Commentaar – Hans Feddema
Recensie Karen Armstrong ‘Religie en geweld’
23 Onder Ogen/Agenda 24 De uitsmijter – Hennie Roorda
‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’. Stichting De Linker Wang: Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris)en Pieter van Abshoven (penningmeester). Tjeerd de Jong, Manuela Kalsky, Bas Roufs en Petra Ybeles Smit. E:
[email protected] Website: www.linkerwang.nl. Twitter: @DeLinkerWang.
maart 2015- nr. 1
4
5
Jonge wethouder wil zijn stad ‘mooier en beter’ maken
Geen toverdrank meer voor Mattias Gijsbertsen In de stad Groningen met zijn tweehonderdduizend inwoners, leven tienduizend mensen van een bijstandsuitkering. Onlangs kwam in het nieuws dat de gemeente Groningen van zesduizend bijstandsgerechtigden niet meer weet dan hun naam en rekeningnummer. Van het streven om deze mensen uit een uitzichtloze bijstandssituatie te helpen, komt dan weinig terecht. De jonge wethouder Mattias Gijsbertsen (1985) wil zich daar niet bij neerleggen en ziet kansen. Ina Scholma-Huisman
Het kan moedeloos maken om als wethouder met onder meer Sociale Zaken in de portefeuille, geconfronteerd te worden met zoveel mensen die op of onder de armoedegrens leven.
pelijk werk en dienstverlening studeren werd het dus niet: ‘Dan ben je bezig met mensen in een een-op-een situatie en vreesde ik de problemen mee naar huis te nemen, omdat ze toch wel veel en zwaar zijn.’ Die ervaring moeten zijn ouders ook gehad hebben, al probeerden ze de kinderen er niet mee te belasten. Mattias kreeg er toch wel wat van mee: ‘Kennelijk was ik er ook gevoelig voor’. Hij zegt: ‘Dominee zijn is geen vrolijk beroep, mijn vader was er vaak bij in verdrietige situaties. Maar door die betrokkenheid op mensen gingen de gesprekken thuis wel altijd ergens over’. Is machteloosheid geen gevoel dat een dominee, een maatschappelijk werker of een wethouder bekruipt? Mattias weet dat veel mensen blij zijn met het werk dat zijn vader doet. De diaco-
‘Als zoon van een dominee werd ik geconfronteerd met armoede, ziekte en dood’ Financiële problemen en schulden staan meestal niet op zichzelf, maar vormen de basis voor problemen met werk, participatie, gezondheid, relaties en opvoeding. Mattias Gijsbertsen is sinds 2014 voor GroenLinks wethouder in Groningen, maar is niet van plan zich moedeloos te laten maken. Integendeel, hij is juist de politiek ingegaan om problemen aan te pakken.
Verdrietige situaties Mattias heeft nog maar kort geleden zijn dertigste verjaardag gevierd en kan zich nog goed herinneren hoe hij na de middelbare school de studie- en beroepskeuze maakte. Maatschappelijk werker worden was een van de mogelijkheden die hij overwoog: ‘Als zoon van een dominee werd ik in mijn jeugd regelmatig geconfronteerd met armoede, psychische problemen, ziekte en dood. Dominees werken meestal vanuit huis, dan gaan zulke problemen – letterlijk – niet aan je deur voorbij. Toen al wilde ik iets voor die mensen betekenen.’ Mattias ging aan de Rijksuniversiteit van Groningen Geschiedenis van de Politieke Cultuur studeren. Maatschapmaart 2015- nr. 1
nie van de kerk kan mensen soms concreet bijstaan, verwijzen naar de juiste instantie is ook heel wat waard, maar juist de troost van een luisterend oor of een sprekend woord is voor veel mensen van grote waarde. Zelf is hij de politiek ingegaan om structureel dingen te kunnen veranderen. Lijnen uitzetten, mensen erbij betrekken en hen meekrijgen, veranderingen inzetten en vooral geduld hebben, dat ligt hem. In zijn ruime kamer in het imposante stadhuis van Groningen, met uitzicht op de klok van D’olle grieze (Martinitoren) zegt Mattias: ‘Ik ben wars van de gedachte ‘dat het nooit wat wordt’ of ‘dat het nooit beter wordt’. Ik wil me positief inzetten en kijken wat er mooier en beter kan. Ik wil mensen graag vertrouwen geven.’
Schaamte In Groningen zijn verschillende projecten gestart, waarbij juist ervaringsdeskundigen ingezet worden om anderen te helpen zoals bij het budgetteren, het zoeken naar werk en het aanvragen van inkomensondersteunende maatregelen. Op de vraag: ‘Waar doe je
het voor’ antwoordt Mattias dan ook: ‘Ik mocht een keer meeluisteren toen zo’n ervaringsdeskundige telefonisch in gesprek ging met iemand met een laag inkomen. Wat ik vooral hoorde was toch wel schaamte, waardoor mensen niet direct helemaal voor de draad komen met de dingen waar ze tegenaan lopen. Verder hoorde ik zorg over de kinderen. Die gingen lopend naar school en dat was geen probleem, want de school stond dichtbij huis. De kinderen hadden geen fietsen, maar eigenlijk was het wel een probleem, want daardoor konden ze niet makkelijk bij vriendjes spelen, die verder weg woonden en met de fiets naar school kwamen. Wat ik dus vooral hoorde was toch wel de noodzaak van hulp en ondersteuning. En als ik merk dat die mensen geholpen zijn met het advies of de concrete ondersteuning van de ervaringsdeskundigen, dan zeg ik: ‘Ja, daar doe ik het voor!’ De laatste tijd had de wethouder van GroenLinks in Groningen de aandacht van andere gemeenten vanwege de plannen voor een experiment waarbij mensen zouden kunnen kiezen voor een lagere bijstandsuitkering en de
mogelijkheid om inkomen uit werk te behouden. In andere landen zijn experimenten gedaan die aantonen dat arme en minder kansrijke mensen daardoor gezonder, gelukkiger en ondernemender worden. Immers, het systeem vertrouwt op eigen kracht, talent en motivatie. Die kant zou Mattias graag op willen. Het grote voordeel van deze regeling is ook dat veel overbodige regels waar bijstandsgerechtigden mee geconfronteerd worden, dan overboord kunnen. Uit een poll die over het plan werd gehouden, bleek dat de meerderheid niet voor was. Zij vonden het niet eerlijk. Want er zijn ook mensen die met hard werken slechts een minimuminkomen verdienen. Die zouden er dan ook geld bij moeten krijgen. Mattias is niet onder de indruk van de reflex van mensen, om bij elk voorstel te roepen: ‘Ja maar dit, ja maar dat.’
Inspiratiebronnen Als het gaat over werk en inkomen zegt hij: ‘De meeste mensen krijgen het zelf voor elkaar, anderen moeten een handje geholpen worden. Eerst om het zelf voor elkaar te krijgen en
als dat niet direct of niet voortdurend lukt, met een inkomen. Waarom zou dat oneerlijk zijn?’ Mattias verwijst naar de gelijkenis uit de bijbel, waar het gaat over ingehuurde krachten, die allemaal hetzelfde uitbetaald krijgen, de een voor één uur, de ander voor een hele dag werken. Die het langste gewerkt hebben mopperen, maar de wijngaardenier zegt: ‘Doe ik je tekort? We zijn overeengekomen dat je een zilverstuk zou verdienen en die geef ik je.’ Bijbel en kerk zijn niet Mattias’ dagelijkse inspiratiebronnen. Wat of wie dan wel? Hij zegt: Mijn broer vergeleek ons wel met Asterix en Obelix. Die laatste is een menhirbouwer en de beste vriend van Asterix. Als kind viel hij per ongeluk in een ketel met toverdrank, waardoor hij erg sterk is geworden. Daarom mag hij nu geen toverdrank meer hebben’. Zijn moeite met de kerk zit hem vooral in het instituut dat zo weinig verandert en zo weinig meebeweegt. ‘De tijd schrijdt voort, doe mee’, zou hij tegen de kerk willen zeggen. De kerk is vaak een knellend verband, waarvan mensen zich vrij willen maken, terwijl
de kerk ook een verband zou kunnen zijn waarvoor je kiest en waarbinnen je je vrij voelt.’
Beter en mooier
Mattias Gijsbertsen …Mensen met hun verhalen inspireren mij…
Wat Mattias inspireert is GroenLinks, waar samen nagedacht wordt over manieren om de samenleving beter en mooier te maken. Hij kan zich nog goed een artikel van Femke Halsema herinneren. Daarvan dacht hij: ‘Zij verwoordt precies waar ik voor wil gaan.’ En dan zijn er natuurlijk de mensen die hij tegenkomt en hun verhalen: ‘Die inspireren mij om door te zetten, ook als het tegenzit.’ Hij denkt aan twee jaar geleden, toen het college van Groningen ten val kwam: ‘Toen werden personen tekort gedaan, het beeld dat van hen geschetst werd, was niet eerlijk. Zo is politiek soms ook en dat is pijnlijk. Maar over het algemeen heb ik plezier in het politieke spel.’
maart 2015- nr. 1
‘Groen geloven is duurzaam doen’
6
Spirituele verbondenheid als nieuwe grondhouding
Tussen ‘groen geloven’ en duurzaam doen’ ligt de wereld van de biologie; een wereld van samenhangen en relaties waar we veel van kunnen leren. Dit is een leidraad in de cursussen, gastcolleges, workshops en lezingen die GroenGeloven aanbiedt. Kennis uit de biologie, economie, ethiek, filosofie, theologie wordt ingezet om inzicht te geven in: • de achtergronden en samenhangen van milieuproblemen • de gevolgen van ons dagelijks handelen • inspiratie en motivatie voor een duurzame levensstijl
Rentmeesterschap helpt ons niet verder Als ik in gesprek raak met mensen over duurzaamheid en geloof, dan hoor ik al gauw de woorden ‘goed rentmeesterschap’. Maar is de houding van de rentmeester toereikend om de milieucrisis een halt toe te roepen? Naar mijn idee zijn we het stadium van de ‘schepping behoeden’ voorbij. Er zijn helende krachten nodig zoals verbondenheid, compassie en zorg. We kunnen daarbij niet zonder een stukje spiritualiteit. Dit alles vinden we bij de grondhouding van de participant. Marjolein Tiemens-Hulscher
Elke dag worden we geconfronteerd met klimaatverandering en de milieuproblemen die daarmee samenhangen. Daar word je zacht gezegd, niet vrolijk van. Dan kun je je afvragen hoe het zover heeft kunnen komen. Ecologen waarschuwen al decennia
dat het de verkeerde kant opgaat. Een belangrijk deel van dit antwoord is te vinden in hoe we als mensheid tegenover de natuur staan, ook wel onze grondhouding genoemd.
Eigen nest bevuilen In het moderne Westen overheerst de laatste twee eeuwen de houding van de despoot of heerser. De despoot leeft vanuit de overtuiging dat de mens ver boven de natuur staat en de natuur alleen bestaat voor het nut van de mens. Mede de puur mechanisch analytische wetenschap reduceert de natuur tot een levenloos ding dat van buitenaf gemanipuleerd kan worden. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de staat waarin de Aarde zich nu bevindt: aangetast, vervuild en overbelast. We beseffen onvoldoende dat we wel degelijk deel van de natuur zijn. Immers alles wat we nodig hebben komt er oorspronkelijk vandaan. Alles wat
we doen heeft invloed op andere mensen en op alle andere levensvormen van diezelfde natuur. Bovendien komt ons afval erin terecht. Die verbondenheid is uit ons bewustzijn verdwenen, waardoor we er niet naar handelen. Daardoor bevuilen we ons eigen nest en putten we de Aarde uit. Om het tij te keren zou dat besef van verbondenheid met de natuur weer tussen onze oren moeten komen. Ten opzichte van de despoot doet de rentmeester het een beetje beter. De rentmeester ziet God (christelijke variant) of de mensheid (wereldlijke variant) als ‘eigenaar’ van de natuur. De rentmeester mag de Aarde met alles wat ze te bieden heeft gebruiken, maar moet voldoende overlaten voor volgende generaties. Je kunt dit zien als leven van de rente, maar het kapitaal ongemoeid laten. Maar net als bij de despoot staat ook bij de rentmeester de mens boven
de natuur. Het nut voor de mens is voor alle (economische) activiteiten het uitgangspunt en de natuur vormt slechts een randvoorwaarde. Dit is in mijn ogen een valkuil. De rentmeester is van goede wil en tracht schade aan de natuur te voorkomen, met het oog op de volgende generaties. Maar dat is nog iets anders dan te kijken naar wat goed is voor de natuur om haar te laten floreren. Bovendien is schaden een glijdend begrip. Wanneer is er sprake van schade? Als de visstand daalt? Als er 10 procent is ontbost of pas bij 20 procent of 50 procent? Of pas als er echt geen herstel meer mogelijk is?
Geestkracht Het christendom worstelt nog steeds met de plaats en de rol van de mens in de schepping. In overeenstemming met het mechanische wereldbeeld, plaatste de kerk lange tijd de mens als
Marjolein Tiemens-Hulscher
Spirituele verbondenheid met de natuur kan weleens de sleutel zijn om uit de milieucrisis te komen maart 2015- nr. 1
7
Met haar echtgenoot en twee kinderen woont Marjolein (1964) in Driebergen. Na haar studie plantenveredeling in Wageningen werkte ze tien jaar in de plantenbiologie en maakte daarna de omslag naar onderzoek voor de biologische landbouw. ‘In de tijd die ik bij het Louis Bolk Instituut werkte heb ik leren denken in samenhangen. Het werken met planten versterkte mijn verwondering voor de natuur en de schepping. Maar ook de zorg voor de Aarde nam toe. We overvragen haar draagkracht en daardoor wordt de Aarde, de schepping en dus ook ons eigen bestaan bedreigd. Door mijn inzet als lekenvoorganger in de parochie en het geven van gastcolleges ontdekte ik hoe inspirerend het is, om kennis en ideeën te delen. Mede door enthousiaste reacties van mensen die zeiden dat er een nieuwe wereld voor hun open ging, ben ik begonnen met GroenGeloven.’
Een greep uit het aanbod: • Tien geboden voor het milieu • De ecologische voetafdruk • Grondhoudingen en omgang met de Aarde • Consumanderen, niet minder maar anders • De wereld van de plantenveredeling(inclusief. genetische manipulatie) • Bintje en haar opvolgers (aardappelveredeling)
GroenGeloven levert maatwerk. In overleg is heel veel mogelijk. Hebt u interesse of wilt u meer informatie neem dan contact op met Marjolein Tiemens-Hulscher, tel. 06 20 77 40 93, e-mail:
[email protected]. Website: http://groengeloven.com.
kroon boven de schepping. Daarbij had de mens van God de opdracht gekregen de Aarde te bewerken, te beheren en te behoeden, wat in de praktijk vaak neer kwam op overheersen. Nu groeit in de kerken steeds meer het besef dat de mens deel uitmaakt van de schepping en er niet boven staat. De Raad van Kerken schreef in 2009: ‘De mens en zijn natuurlijke leefomgeving van dieren en planten zijn in een web van leven in kwetsbaarheid met elkaar verbonden en op elkaar aangewezen.’ Wordt het niet tijd om in lijn hiermee het beeld van de rentmeester, die boven de natuur staat, los te laten en die van de partner of liever nog de participant te omarmen? De partner staat naast de natuur en de belangen van de natuur zijn gelijkwaardig aan die van de mens. Dit kan alleen omdat de partner de natuur niet louter instrumenteel benadert en haar beschouwt als een bron voor grondstoffen, maar ook de intrinsieke waarde of eigenwaarde van de natuur erkent. Het christelijk geloof leert ons dat iedereen waardevol is en er mag zijn. Iedereen heeft een eigen waarde, simpelweg doordat hij of zij ‘is’. In de visie van de partner en van de participant heeft het begrip intrinsieke waarde betrekking op de gehele natuur. Als partner zorgt de mens, vanuit respect, goed voor de natuur maar blijft er zelf in wezen buiten staan. De mens en natuur staan naast elkaar. De participant heft deze afstand op. De participant neemt werkelijk deel aan de natuur en ervaart zich met lichaam en geest, met hart en ziel, ermee verbonden. Het gaat bij de par-
ticipant dus niet alleen om de fysieke verbondenheid, maar om ook een spirituele verbondenheid in de vorm van zingeving, die hij aan de natuur ontleent. Spiritualiteit is de geestkracht die mensen vervult, inspireert, in beweging brengt en op de been houdt.
Sleutel Spirituele verbondenheid met de natuur is dan voor mij het gevoel van ontzag en verwondering, dat je plotseling kan overvallen voor een boom, een bloem, een vlinder, het landschap of de kleuren in de herfst. Veel mensen met een burn out vinden heil bij het werken in de natuur of op een biologische (zorg)boerderij. Wie gaat er niet even een ommetje lopen om het hoofd weer leeg te maken? In het gedachtegoed van Franciscus van Assisi deelt de natuur in de broederschap en is daarmee een spoor van Gods aanwezigheid. Voor Franciscus is een ontmoeting met planten en dieren een Godsontmoeting en is de natuur dus niet een deel van ons menselijke verhaal, maar getuigenis van een goddelijk verhaal. Het gevoel van spirituele verbondenheid met de natuur, met de schepping, kan weleens de sleutel zijn om uit de natuur- en milieucrisis te komen. Met het uitdragen van de grondhouding van de participant kan ook de kerk een positieve rol spelen.
In het komende nummer van De Linker Wang schrijft de auteur een vervolgartikel. Centrale vraag: ‘Wat heeft de nieuwe grondhouding voor gevolgen voor de landbouw?’
maart 2015- nr. 1
{COLUMN
8
Groene moslims nemen heft in handen
9
VASTENTIJD IN ALEPPO Margrietha Reinders
Bij De Linker Wang stellen we onszelf de vraag: ‘Wat inspireert mensen om zich in te zetten voor vrede, gerechtigheid, duurzaamheid en compassie?’ Deze vraag staat niet op zichzelf, maar haakt in op een wereld waarin deze inspiratiebronnen hard nodig zijn. De groene islam is zo’n inspiratiebron en bestaat uit moslims die vanuit hun religieuze overtuigingen milieubewust denken en leven. Nadine Huiskes
De islamitische milieubeweging kwam tot wasdom in de jaren ’70 van de vorige eeuw, een periode waarin wereldwijde milieuproblemen en de aandacht voor deze problemen explosief toenamen. In de zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe de milieucrisis bestreden kon worden, kwam er steeds meer aandacht voor de potentie
eucrisis in de kern een levensbeschouwelijke crisis is, veroorzaakt door een verwrongen beeld van de relatie tussen mens en natuur. Het alom bekende artikel ‘The Historical Roots of Our Ecological Crisis’ (1967) van Lynn White zette de toon voor vele verhitte discussies over dit thema, en met name over de rol die het christendom speelde in de menselijke overheersing van de natuur. Tegenwoordig wordt over het algemeen erkend dat we de crisis alleen kunnen tegengaan als we ook anders gaan denken over de natuur. In de begintijd van de islamitische milieubeweging werd er voornamelijk aandacht besteed aan het formuleren van een visie op zowel de oorzaken als de oplossingen van de milieucrisis. Saudi-Arabië, met haar sterke verwevenheid van religie en politiek en haar voortrekkersrol binnen de islamitische
Groene moslims praktiseren duurzaamheid in hun privéleven van religie. Dit gebeurde onder meer binnen de Verenigde Naties (VN), het World Wide Fund (WWF), religieuze gemeenschappen en onder religiewetenschappers. Men raakte steeds meer doordrongen van het idee dat de mili-
wereld, speelde hierin een belangrijke rol. Sinds de eeuwwisseling is er steeds meer sprake van het praktisch vormgeven van de islamitische visie, geïllustreerd door het toenemende aantal maatschappelijke initiatieven
en niet-gouvermentele organisaties (ngo’s). Opvallend is dat veel islamitische milieuorganisaties en -initiatieven in het Westen zijn opgericht en gevestigd. Deze organisaties zijn vaak wel wereldwijd actief. Dat veel input van moslims uit het Westen komt, doet de vraag rijzen in hoeverre deze initiatieven moslims in de islamitische wereld weten aan te spreken. Er is bovendien een tweede punt dat vragen oproept over het gezag en de invloed van de verschillende milieutoppen, organisaties, samenwerkingsverbanden en milieuverklaringen die door de jaren heen zijn ontstaan. In veel van deze initiatieven is het aandeel van religieuze geleerden namelijk beperkt. Dit is een belangrijk gegeven, omdat moslims wereldwijd veel waarde hechten aan het leiderschap van hun religieuze geleerden.
Islam als oplossing Groene moslims nemen het heft in eigen handen en stellen dat de islam niet alleen een milieuvriendelijk wereldbeeld bevat, maar ook praktische richtlijnen. Een groot aantal moslimauteurs dat over duurzaamheid schrijft, wijst het Westen aan als bron van de huidige milieucrisis. De kritiek richt
zich met name op het antropocentrische wereldbeeld, het verlangen naar economische groei en de scheiding van religie en wetenschap en technologie. De islam biedt volgens hen de oplossing voor deze problematiek. Dit wereldbeeld baseert zich op Gods schepping (khalq), wat betekent dat God en niet de mens eigenaar is van de aarde. Daarnaast betekent het dat de schepping is gecreëerd in eenheid (tawhid), onderlinge verbondenheid en balans (mizan). Veel moslimauteurs wijzen er ook op dat de natuur tekens (ayat) van God bevat. Al deze elementen maken dat de natuur in de islam van grote waarde is en beschermd dient te worden. De mens heeft vanwege haar vrije wil en ratio een speciale verantwoordelijkheid tegenover de schepping, iets waar ze na haar dood op wordt beoordeeld. Die verantwoordelijkheid moet volgens de auteurs gepraktiseerd worden op basis van het khalifa concept: de mens als hoeder van de aarde. De soenna – de overleveringen van de profeet Mohammed en zijn metgezellen – en de shari’a zijn de belangrijkste bronnen waarmee dat concept wordt ingevuld. Thema’s als verspilling, vervuiling, landbeheer, dierenwelzijn en beschermde natuurzones worden hierin behandeld.
Nederlandse groene moslims
Volgens veel moslimauteurs bevat de natuur tekens (ayat) van God (Flickr Creative Commons, Wadi Rum in Jordanië) maart 2015- nr. 1
De islamitische milieubeweging is een mondiaal verschijnsel en leeft dus ook onder Nederlandse moslims, hoewel deze groene moslims moeilijk te vinden zijn. Uit interviews met een aantal van deze groene pioniers komt een interessant beeld naar voren. Naast de (niet zo actieve) stichting Groene Moslims en een webshop voor biologisch halalvlees zijn er in Nederland maar weinig (langlopende) collectieve initiatieven. Dit betekent echter niet dat groene moslims zich aansluiten bij internationale islamitische milieuorganisaties en initiatieven. De geïnterviewde groene moslims houden zich in hun (vrijwilligers)werk wel intensief bezig met duurzaamheid, ook binnen organisaties waarin de islam geen rol speelt. Dit laatste gegeven wijst op een van de fundamentele verschillen tussen aan de ene kant de respondenten
en aan de andere kant de (niet-Nederlandse) moslimauteurs. Nederlandse groene moslims leggen namelijk veel meer de nadruk op het praktiseren van duurzaamheid in hun privéleven en werk, terwijl moslimdenkers vooral de theoretische kant belichten. Volgens Nederlandse groene moslims draait het namelijk om het resultaat en daarvoor is ook samenwerking met andere religieuze en niet-religieuze partijen van groot belang. Iets waar veel moslimdenkers uit de literatuur geen aandacht aan besteden of zelfs kritisch op zijn.
Hebzucht Een tweede verschil heeft te maken met het denken over de oorzaken van de crisis. Onder de respondenten is er namelijk veel minder sprake van expliciet antiwesterse discoursen. Zij herleiden de crisis tot iets dat in de mens zelf zit, namelijk hebzucht en een instrumentele visie op de natuur. Maar waarom zijn er maar zo weinig moslims bezig met duurzaamheid als de islam hier zo’n rijke voedingsbodem voor biedt? Volgens de respondenten komt dit omdat ideeën over duurzaamheid voor veel moslims abstract zijn en imams hieraan maar weinig aandacht besteden. Er is daarentegen veel meer aandacht voor voorschriften rondom rituelen en sociale regels. Net als veel van de moslimauteurs, denken de respondenten bovendien dat veel moslims tevreden zijn met steeds maar meer consumeren, of dat moslims door hun lagere sociaaleconomische positie geen prioriteit kunnen geven aan milieuvriendelijk leven. Desalniettemin stemt de inspirerende boodschap van groene moslims – namelijk dat de motivatie en de oplossingen in de basisbeginselen van de islam zelf besloten liggen - hoopvol. Hoopvol voor een positieve benadering van de islam, hoopvol voor een betere omgang met onze aarde en hoopvol voor nieuwe wegen van verbroedering tussen moslims en niet-moslims.
Dit artikel is gebaseerd op de masterscriptie van de auteur voor de opleiding ‘Religies in hedendaagse samenlevingen.’
Het is gebedsweek 2015. Een kleine man in een lange zwarte pij rept zich langs de kade naar de H. Fatima parochie kerk, waar hij de openingsviering zal bijwonen. Ik ben verrast en schudt hem de hand. ‘Ik ben priester in de oudste kerk van Europa’, zegt hij. ‘De oosters orthodoxe kerk van Antiochie. Jullie moeder!’ En inderdaad, al in het jaar 60 en waarschijnlijk eerder bestond er een christelijke gemeenschap in die stad dicht bij de kust van Klein Azië. Waarschijnlijk een vluchtelingengemeente waar christenen zich vestigden die Jeruzalem waren ontvlucht. Ook nu zijn veel christenen op de vlucht, vertelt mijn collega uit het Midden Oosten. Ik schaam mij een beetje dat ik zo weinig weet heb van wat de christenen in Syrië en Libanon doormaken. Ook de Armeense gemeenschap, verspreid over dit hele gebied, is op drift geraakt door het oorlogsgeweld. In de Armeense kerk in Beiroet worden honderden vluchtelingen opgevangen met eten en onderdak: mensen uit de stad Alleppo die dagelijks te lijden hebben onder bombardementen waarbij veel burgerslachtoffers vallen. Mijn syrische gebedsgenoot is er kapot van. ‘Deze bombardementen zijn mensonterend, een totale vernedering. Eerst creëert het Westen een monster als ISIS, en dan claimen ze ook nog het recht om onze steden en kerken plat te bombarderen’, hoor ik later de Armeense bisschop Panossian citeren, die net als andere kerkleiders tot over zijn oren in de diakonale zorgen zit. Het zijn woorden van een vreedzame arabische christen die zijn leven dagelijks deelt met andere geloofsgroepen die te lijden hebben van extremisme en polarisatie. ‘Een gevolg van westers machtsvertoon‘, zegt de bisschop ronduit. ‘Als Amerika haar economische belangen niet zo zou laten meespelen zou Isis effectiever gekortwiekt kunnen worden.’ Een pittig standpunt voor een kerkleider! Je moet maar durven…. Wie waagt met evenveel hartstocht en politieke felheid als bisschop Shahe Panossian te zeggen dat wij zelf grote verantwoordelijkheid dragen voor de ellende van oorlogsslachtoffers in het Midden Oosten? Een feit is dat op een van de grootste wapenbeurzen ter wereld in Abu Dabi ook vijftien Nederlandse bedrijven hun producten voor de veiligheids- en defensiesector presenteren ….. er bestaat hier een aantrekkelijke markt voor wie het niet zo nauw neemt met mensenrechten. Geloofsgenoten uit onze “moederkerk”, moeten noodgedwongen hun linker wang toekeren in een kwetsbaar verweer tegen het kwaad van stigmatisering, honger en geweld….laten we hen niet vergeten deze veertig dagen! Margrietha Reinders , predikant te Amsterdam.
Margrietha Reinders, predikant te Amsterdam. maart 2015- nr. 1
10
11
Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid
‘De status quo kan niet voortduren’ ‘Er is niets, maar dan ook niets, dat erop wijst dat Israël de bezetting afbouwt.’ Tijdens het interview is de toon van Jaap Hamburger ineens uitgesproken fel. Na die uitval kiest de voorzitter van Een Ander Joods Geluid (EAJG) weer rustig zijn woorden voor de oplossing in het langlopende conflict tussen Israël en Palestina. Zijn ideaalbeeld: zo snel mogelijk een levensvatbare zelfstandige Palestijnse staat.
Bas Joosse
EAJG is overtuigd voorstander van de tweestatenoplossing: Israël moet daarbij de bezette gebieden verlaten en integraal teruggeven aan de Palestijnen, waarna zij hun eigen staat kunnen
‘Wij willen heel nadrukkelijk gerekend worden tot het spectrum van Joodse opvattingen en daar niet door anderen met een kunstgreep buiten geplaatst worden.’ Kritiek op Israël heeft EAJG zeker. Maar juist die kritiek past volgens Hamburger in een Joodse traditie om een eigen mening te vormen. ‘We zijn er van overtuigd zijn dat die mening op enig moment in de toekomst gedeeld zal worden door veel anderen.’ Samen met het Steuncomité Israëlische Vredes- en Mensenrechtenorganisaties (SIVMO) werd een petitie gelanceerd om minister Koenders van Buitenlandse Zaken zo ver te krijgen dat hij Palestina erkent als staat. Inmiddels gingen 138 landen Nederland al voor. ‘Dat zijn alleen niet de landen die de dienst uitmaken in de wereld
of het Midden-Oosten. Nederland is niet heel groot en machtig, maar wel in staat om verandering in gang te zetten’, zegt Hamburger. Hij vindt het heel belangrijk dat Nederland bilateraal en ook binnen de EU handelt in termen van erkenning van Palestina en ook bepleit dat andere landen hetzelfde doen. Koenders wil wachten tot het ‘opportune moment’ om Palestina te erkennen. Volgens Hamburger is dat moment al ruimschoots aangebroken. ‘De Palestijnen hebben nu wel lang genoeg gewacht op de erkenning van hun eigen staat’, legt hij uit. ‘Die eigen staat is hen verschillende keren in het vooruitzicht gesteld en iedere keer stonden ze met lege handen. Eigenlijk begon dat al in 1949 toen een voorwaarde voor de toelating van Israel tot de VN was dat de VN ook Palestina als zelfstandige staat zouden accepteren, dat is niet gebeurd.’
1993 veranderde er niets, vijf jaar later hielden Israël en de VS de oprichting tegen. Wat EAJG betreft is de tijd die de Palestijnen in de wachtkamer hebben doorgebracht lang genoeg geweest. ‘Nu kunnen ze wel worden binnengeroepen om de geloofspapieren te overhandigen’, zegt Hamburger. En erkenning heeft zoals gezegd als gevolg dat Israël een medelidstaat van de VN bezet houdt. Dat acht EAJG geen houdbare situatie. Binnen Nederland lijkt EAJG in de media soms onder te sneeuwen bij het CIDI. Hamburger vindt die conclusie niet helemaal terecht. ‘Veel van wat wij doen onttrekt zich aan de publiciteit. De publieke aandacht is niet altijd maatgevend voor onze activiteiten. Het beeld is veel complexer dan de krantenkoppen, die dekken niet de werkelijkheid.’ In die krantenkoppen krijgt het CIDI veel aandacht met betrekking tot antisemitisme. Maar over de rest van de uitingen van de lobbyorganisatie is Hamburger minder te spreken. ‘Het CIDI zegt op te komen voor de belangen van Israël, maar schaadt die belangen in de ogen van EAJG juist. Het CIDI belijdt wel voorstander te zijn van de tweestatenoplossing, maar wij bespeuren zelden of nooit iets waaruit blijkt dat CIDI dat ook actief bevordert. Het schiet bijna altijd in de Pavlovreactie van het verdedigen van alles wat Israël doet, ongeacht wat het is, en vooral als Israël weer onder valse voorwendselen ten oorlog trekt’, legt Hamburger uit. De Israëlische organisatie Zochrot, waar De Linker Wang in december over schreef, kan op sympathie rekenen bij Hamburger. ‘Zochrot wil niet alleen de geschiedenis van 1947/1949 terugbrengen in het collectieve Israëlische bewustzijn, het wil ook de geschiedenis zelf veranderen door Palestijnen te laten terugkeren. Ik vind het een dappere beweging waar ik mij wel verwant mee voel.’
Wachtkamer
‘Kwaad kersen eten’
In de 65 jaar daarna werd ook vaak afgesproken dat de eigen staat er zou komen, maar iedere keer stonden de Palestijnen met lege handen. Ook na het sluiten van de Osloakkoorden in
‘Praat met je vijanden’, zei Jan Gruiters in oktober in dit blad. Volgens Gruiters moet er onder andere met Hamas gepraat worden. Hamburger twijfelt of er voor de Palestijnen iets te halen valt.
‘Het CIDI schiet bijna altijd in de Pavlovreactie van het verdedigen van alles wat Israël doet’ inrichten. De situatie zoals die nu is met de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en een deel van Jeruzalem als bezet gebied, is onhoudbaar. Erkenning van Palestina in combinatie met volwaardig lidmaatschap van Palestina van de VN heeft absoluut de consequentie dat de bezetting tot de laatste meter moet worden beëindigd’, legt Hamburger uit. Erkenning betekent daarom meer dan dat Palestina als zelfstandige staat het 194e lid van de Verenigde Naties wordt. ‘Het betekent dat Israel vanaf dat moment bezetter is van een VN-lidstaat en dat is op den duur een onhoudbare situatie. Erkenning impliceert de beëindiging van die bezetting’, aldus Hamburger.
Petitie ‘Het is Joods om EAJG te zijn’ is een uitspraak op de website van de organisatie. Hamburger zoekt even naar woorden om dat toe te lichten. ‘We zetten ons daarmee af tegen de mensen die ons buiten ‘de Joodse orde’ of de Joodse wereld verklaren. Zij menen dat je alleen Joods bent als je onverkort achter Israël staat of je kritiek alleen binnenskamers uit’, legt hij uit. maart 2015- nr. 1
‘In deze Israëlische regering hebben zij geen partner voor vrede en erkenning van hun bescheiden individuele en nationale rechten. Het is voor de Palestijnen nu kwaad kersen eten met Israël.’ Hamburger is een voorstander van die dialoog, benadrukt hij. Als hij het voor het zeggen had, nodigde hij een grote delegatie van de Palestijnse eenheidsregering uit om te praten over een eigen staat. Op dit moment vindt hij die dialoog ondenkbaar, omdat Israël weliswaar zegt te willen praten, maar daar tegelijkertijd niet naar handelt. ‘De bezetting vreet zich steeds dieper in in de Palestijnse gebieden. Er is niets, maar dan ook helemaal niets wat erop wijst dat de Israëli’s zich voorbereiden op het ontruimen van de bezette gebieden. Daar dan wel over praten, maar ondertussen doorgaan met de bezetting en die verdiepen en verankeren dat is onwaarachtigheid.’ Minister Koenders moet nu actie ondernemen vindt Hamburger. Het besluit om Palestina te erkennen kan de regering zelfstandig nemen. ‘Als Koenders nu wacht, wordt het voor een opvolger waarschijnlijk lastiger om die erkenning te realiseren.’ Goedkeuring van de Tweede Kamer, die nog niet in meerderheid voor erkenning is, heeft de minister in principe niet nodig. Hamburger vreest dat in een
‘Aan het internationale recht kan een veel grotere plek worden toegekend in het buitenlandbeleid’ volgend kabinet erkenning ‘een lastiger verhaal’ wordt. De politiek zou actief kunnen werken aan uitbreiding van de betrekkingen met Palestina, aan het bevriezen van de betrekkingen met Israël zolang het zich geen serieuze gesprekspartner toont met de Palestijnen en doorgaat de bezetting te verdiepen. Nederland zou ook kunnen ageren binnen de EU om meer ruimte te creëren voor de Palestijnen en de relatie met Israël op sterk water te zetten zolang het zich zo blijft gedragen. De mogelijkheden zijn legio, legt Hamburger uit, maar Nederland loopt niet bepaald voorop, terwijl het zich profileert met Den Haag als hoofdstad van de mensenrechten. De stad huisvest tribunalen, het Internationaal Strafhof, het Internationale Hof van Justitie en het Vredespaleis. Ook in dat licht bezien vindt Hamburger dat erkenning van Palestina passend is. ‘Het ligt in de rede om van Nederland, dat van Den Haag de juridische hoofdstad van de wereld wil maken, te verlangen dat het juridische afwegingen sterk laat gelden in zijn buitenlandbeleid. Dat gebeurt wel, maar politieke
afwegingen hebben in dit dossier de overhand boven juridische afwegingen. Voor een land met zulke pretenties op juridisch gebied zou die balans anders kunnen. Aan het internationale recht kan een veel grotere plek worden toegekend in het buitenlandbeleid.’
Hoopvol Hamburger is hoopvol over de vorming van een Palestijnse staat. Of dat nog in 2015 gebeurt betwijfelt hij; 2016 lijkt waarschijnlijker. Maar één ding staat vast: ‘De status quo kan niet voortduren.’
maart 2015- nr. 1
De participatiewet
1
12
2
13
Iris Savelkouls In juli ging de Eerste Kamer akkoord en op bij de gemeenten te liggen. Politici die 1 januari 2015 trad de participatiewet in wervoorstanders zijn van de wet, benadrukken king. De wet moet mensen vanuit de Wadat mensen met een beperking er nu meer jong, Wet sociale werkvoorziening (WSW) bij horen. In plaats van afgezonderd zitten en de bijstand naar werk leiden. Vanaf nu Iris Savelkouls op een speciale werkplaats, doen ze nu worden mensen die in de bijstand zitten volwaardig mee op de ‘echte’ arbeidsmarkt. geacht vrijwilligerswerk te doen. Mensen Tegenstanders benadrukken dat er weer met een Wajong-uitkering worden herkeurd. bezuinigd wordt op de zwakkeren, mensen Sociale werkplaatsen mogen geen nieuwe die toch al aan de onderkant van de econowerknemers meer aannemen. Wsw’ers mie zitten. En veel nijpender nog: is er wel moeten meer buiten de sociale werkplaats werk voor al die wajongers en wsw’ers, als aan de slag, bij een regulier er voor ‘normaal’ functionerende mensen bedrijf. al zo weinig werk is? Willen werkgevers Sociale werkplaatsen wel iemand met een beperking aannemen, blijven vooralsnog terwijl ze makkelijk aan een werknemer bestaan, maar zonder ‘gebruiksaanwijzing’ kunnen enkel voor de komen, ook al krijgen ze subsidie? De werknemers die regering heeft een groot geldbedrag er nu al werken. aan gemeenten toegekend om zo’n 125 Het idee is dat duizend extra banen binnen tien jaar te er nu bezuinigd creëren. Maar men is er niet gerust op. kan worden op Diederik Samson liet zich al tijdens Wajong-uitkerineen rede ontvallen dat hij zich ook gen. Daarnaast zorgen maakt over de toekomst van komt de verantzijn eigen gehandicapte dochter. Toch woordelijkheid voor lijkt hij, evenals Jetta Klijnsma, te geloven hulp bij het zoeken in de maatregelen. van werk meer
3
5
6
1. Actie vakbonden FNV en CNV voor goede CAO Sociale Werkvoorziening op 8 juni 2014 in Ulft (Foto: Jan Spijk/CNV). 2. Michiel Koster is niet alleen een betrokken werknemer bij SW-bedrijf Maregroep in Voorhout, maar zorgt als vrijwilliger dat de bloembakken bij de Albert Heijn in Wassenaar er altijd mooi bijstaan! (Foto: Pim Geerts/CNV). 3 t/m 5. Onderdelen van loodgieterbeugels in de sociale werkplaats in Utrecht (Foto’s: Iris Savelkouls, 29 januari 2015).
4
7
6. Bord in de hal van sociale werkplaats in Utrecht die laat zien hoe de houding ten opzichte van werknemers is veranderd als gevolg van de participatiewet (Foto: Iris Savelkouls, 28 januari 2015). 7. Spotprent: ‘De uitholling van de verzorgingsstaat’ met als bijschrift op Flickr: ‘Den Haag moet bezuinigen, ziet het ook niet meer zitten en flikkert alle zorgen over haar stadsmuren (…)’. (Illustratie: Fré Moorrees, Flickr Creative Commons) 8. ‘Met Rutte kom je op de bank te zitten’. In 2011 voerde de PvdA nog actie tegen het Bestuursakkoord en fotografeerde medewerkers van de sociale werkplaats met borden in de hand met deze prangende vraag (Foto: PvdA, 28 mei 2011, Flickr Creative Commons).
maart 2015- nr. 1
8
maart 2015- nr. 1
14
15
Coöperatie De Vrije Uitloop oogst succes
Ondernemen vanuit de bijstand ‘Iedereen zou een kleine onderneming moeten hebben. Vooral mensen met een uitkering. Je kunt dan, ook al is het niet veel, je eigen geld verdienen.’ Aan het woord is Erna Smeekens. Zij maakt zich kwaad over de regelgeving die mensen met een uitkering volgens haar kleineert. Samen met Hans Udo is zij in haar woonplaats Breda coöperatie De Vrije Uitloop gestart voor mensen met een bijstandsuitkering. Anita Broekhuizen
Erna was betrokken bij de oprichting van het project Tientjes. In 2011 was dit project genomineerd voor de Ab Harrewijnprijs. Het project biedt mensen met een laag inkomen de mogelijkheid om voor een tientje, hun eigen ideeën te realiseren. Voor een tientje kunnen ze gebruik maken van
Uitloop in Breda. Volgens hen is er een hiaat in de bijstandswet. Erna: ‘Of je gaat ondernemen en komt in aanmerking voor de bijzondere bijstand, dan moet je een ondernemingsplan hebben en financiën om fulltime aan de slag te gaan. Instanties verwachten dat je binnen een jaar of twee uit de bijstand zal stromen. Of je zit thuis en je mag niets doen.’ Hans vult aan: ‘Je moet wel solliciteren en al je papieren laten zien, maar verder wordt er dan niets van je verwacht. De huidige wet biedt geen mogelijkheid om zelf geld te verdienen vanuit een uitkering. Het is jammer dat deze mensen nu aan de kant van de lijn staan en niet mee mogen doen.’ Via de uitkering wordt heel strikt bijgehouden of uitkeringsgerechtigden extra inkomsten hebben. Als er
‘Nu ik mijn eigen onderneming heb, ervaar ik een enorme vrijheid’ seminars, opleidingen en workshops. Tientjes is uitgegroeid tot een groot netwerk in Breda en er buiten. Hieruit is nu ook coöperatie De Vrije Uitloop ontstaan.
Passie Erna Smeekens en Hans Udo
maart 2015- nr. 1
Erna Smeekens is samen met Hans Udo oprichter van Coöperatie De Vrije
wat binnen komt, wordt dat meteen gekort. Erna en Hans zien dat er genoeg mensen in de bijstand zijn met een passie en mogelijkheden om een bijdrage te leveren. Daarom is het duo met de gemeente in gesprek gegaan om toch mogelijk te maken dat deze mensen aan de slag kunnen met hun eigen onderneming.
Erna: ‘Ze zullen dan niet meteen full time aan de slag kunnen. Wel kunnen ze, met de mogelijkheden en onmogelijkheden die ze hebben, een deel van de uitkering terug verdienen.’
Jolanda Lunshof
Investeren Na veel onderhandelen is het ook gelukt om te zorgen dat de ondernemers, naast dat zij hun uitkering terug verdienen, ook dertig procent van wat er binnen komt mogen houden, vertelt Hans. ‘Ze mogen dat geld investeren in hun eigen onderneming.’ De zogeheten scharrelondernemers hebben zich georganiseerd in een coöperatie. Erna en Hans hadden met hun project een stimuleringsprijs gewonnen bij ontwikkelingsorganisatie Cordaid. Ze mochten op reis om te kijken in andere landen hoe hulp aan de arme bevolking was georganiseerd. Erna ging op bezoek bij een coöperatie van inheemse vrouwen in Guatemala. Een coöperatie kan een organisatie van onderop vorm geven. ‘Mensen dragen de taken gezamenlijk’, vertelt Erna. ‘Eind 2013 is coöperatie De Vrije Uitloop opgericht. Eerst was er veel overleg met de gemeente Breda. Om mensen met een bijstandsuitkering op gang te helpen is toestemming van de gemeente nodig. De overleggen waren niet altijd makkelijk. De ambtenaren willen wel meedenken, maar moeten zich ook aan de wet houden. Het ondernemen is voor hen ongrijpbaar, er bestaat moeite met het loslaten van de regels. Door overeenkomsten, regelement en statuten die met hulp van Cordaid tot stand kwamen, werd steeds duidelijker waar de Vrije Uitloop voor staat. De (oud) wethouder sociale zaken van Breda Cees Meeuwis heeft uiteindelijk het initiatief gesteund en er kwam subsidie. Hans: ‘Op dit moment zijn er tien scharrelondernemers. Er komen ook nieuwe aanmeldingen vanuit de gemeentelijke sociale dienst. De scharrelondernemers zelf moeten nog wel op gang komen. Ze hebben jaren gehoord dat ze niets mogen doen en op de bank moeten zitten. Het is ook eng om nu opeens de vrijheid te krijgen om te beginnen met je passie.’
Eén van de scharrelondernemers is Jolanda Lunshof. Via het project Tientjes heeft zij een zogeheten reïnspiratietraject gevolgd. Het ging toen niet echt goed met Jolanda. Zij vertelt: ‘Ik was werkloos en zat in een depressie en burn-out. Via de trainingen van Tientjes ontdekte ik dat ik van dingen maken het gelukkigste word. Ik heb heel mijn leven genaaid, van stof kan ik alles maken. Ik had niet verwacht dat ik daar geld mee zou kunnen verdienen.’ ‘Ook heb ik een opleiding gevolgd voor geestelijk begeleider en ik ontdekte de waarde van rituelen. Door de combinatie van rituelen en stoffen kwam ik bij Sierstof (www.sierstof.nl) dat is de naam van mijn onderneming. Ik ben mij gaan richten op uitvaarttextiel. Ik maak herinneringsvoorwerpen van kleding van overledenen. Bijvoorbeeld een engel, een kussen of een beer.’ ‘De opdrachten komen nu na een jaar een beetje binnen,’ vertelt Jolanda. ‘Het voelt heel goed. Ik voel mij niet meer overbodig vanwege het feit dat ik geen reguliere betaalde baan heb. Ik mag er zijn en heb wat te bieden. Het is heerlijk als je iets gemaakt hebt waar mensen blij mee zijn. Dat geeft voldoening. Helemaal een fulltime eigen bedrijf zou te zwaar zijn voor mij, met teveel druk. Via de coöperatie kan ik toch opdrachten binnen halen en behoud ik mijn uitkering’.
Rijk en dankbaar Monique Kooy is ook een scharrelonderneming gestart via de coöperatie. Zij heeft een onderneming in kleinschalig tuinonderhoud. Trots vertelt ze erover: ‘Na een lastige periode kwam ik overspannen thuis te zitten. Ik werd
ontslagen en kwam in de bijstand terecht. Maar ik ben iemand die van aanpakken houdt. Ik kwam Erna Smeekens tegen en zij vertelde over Tientjes.’ ‘Ik heb veel vrijwilligerswerk gedaan, maar groen zit in mijn bloed. Ik kom uit een tuindersfamilie. Ik houd ervan
In december was er een feestje bij de Vrije Uitloop, ze bestonden één jaar. Het was een gezellige bijeenkomst. Erna Smeekens hield een inspirerende toespraak en mensen konden meedoen met een dansoefening en hun handen laten masseren door de scharrelondernemers zelf. Erna en Hans gaan de komende twee jaar het concept van scharrelonderneming verder uitwerken. ‘Er komen meer steden met een coöperatie als De Vrije Uitloop. In Venlo zijn we in gesprek met mensen. De coöperatie is een organisatie van onderaf. Door lokale netwerken komt het op gang en kunnen mensen uit de bijstand aan de slag en weer iets van vrijheid ervaren.’
‘Ik voel mij niet meer overbodig zonder reguliere betaalde baan’ om een natuurlijke chaos te creëren. Dat je een tuintje maakt dat heel natuurlijk lijkt, maar toch van begin tot eind is uitgedacht. Ooit volgde ik een hoveniersopleiding, maar deed daar nooit iets mee. Ik deed welzijnswerk. Nu ik mijn eigen onderneming heb, ervaar ik een enorme vrijheid. Het is veel meer wie ik ben. Ik ben heel tevreden hoe ik het afgelopen jaar gedraaid heb.’ ‘Fijn is ook dat je dertig procent van je winst mag investeren in je bedrijf. Ik heb nu een goede laptop kunnen kopen. Ik zie mijn uitkering meer als een basisinkomen, ik kan dingen kopen vanwege mijn eigen verdienste, dat geeft ruimte en eigenwaarde. Belemmeringen die ik tegenkom in het ondernemen, bespreek ik via mijn netwerken en tijdens de coöperatiebijeenkomsten. Ik moet wel mijn grenzen goed aangeven. Een grote heg van twee meter hoog kan ik niet doen, daar moet ik naar klanten toe ook duidelijk in zijn. Ik ben echt voor het kleinschalige tuinonderhoud. Ik voel mij rijk en dankbaar dat ik er niet alleen financieel beter voor sta, maar ook als mens nu meer op mijn plek ben.’ Monique Kooy maart 2015- nr. 1
16
17
De Vluchtgarage in Amsterdam Zuid-Oost
groep op dit moment een zwaarwegend belang heeft bij het bewonen van de Vluchtgarage. Een ontruiming zou grote gevolgen hebben, omdat er geen alternatief is dat voorziet in een plek waar gewoond kan worden. Dit recht is fundamenteel voor een menswaardig bestaan. Ieder mens heeft een plek nodig waar je onbeperkt kan zijn en rust en privacy kan vinden. De gemeente verwijst naar de sinds kort gecreëerde nachtopvang. Dit betekent echter dat mensen iedere dag weer op straat zwerven met hun koffer, zonder geld, zonder sanitaire voorzieningen, in weer en wind. Ook als men ziek is. Mensen worden op deze manier nog kwetsbaarder dan ze al zijn. De rechter stelde voor om met elkaar in gesprek te gaan over een mogelijke oplossing. Beide partijen zijn hiermee akkoord gegaan. We are here is blij dit gesprek aan te gaan en verlaat de
garage graag in ruil voor adequate opvang. Een humane plek waar mensen in rust verder kunnen werken aan hun toekomst en aan hun verblijfsrechtsprocedures. Waar hun situaties serieus genomen worden en opgelopen trauma’s worden behandeld in plaats van verergerd. Want van de straat kan niets anders verwacht worden dan ellende. Als partijen er niet uitkomen, zal de voorzieningenrechter alsnog met een uitspraak komen, naar verwachting op 9 maart a.s. Ook goed nieuws is de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten vorige maand die de overheid verplicht om minimaal bed, bad en brood te bieden aan dakloze onuitzetbaren. In het vorige nummer (december 2014) van De Linker Wang stond hierover een uitgebreid artikel. Een deel van de vluchtgaragebewoners heeft zich laten registreren voor deze
inmiddels gestarte gemeentelijke voorziening en maakt er al gebruik van. Maar het is niet voldoende. Overdag zijn ze weer terug in de Vluchtgarage. Want werken mogen ze niet en ze hebben hier hun kleding en spullen. Je kunt toch niet in de bibliotheek of in een bushokje gaan rondhangen met je tassen. Dan word je zo opgepakt. Dat velen nu sinds kort in deze gemeentevoorziening kunnen douchen en wassen is een verlichting voor StapVerder, het nabij gelegen diaconale project van de Bijlmerkerken. Hun ene douche en ene wasmachine was overbezet. Op de steile buitentrap loopt Musa vóór mij. Als ik mijn beide benen op de grond heb, laat hij zijn luide lach nog eens horen, hij groet me hartelijk en wenst me succes met het schrijven van dit artikel.
Op 7 februari werd er in Amsterdam gedemonstreerd tegen sluiting van de Vluchtgarage en voor 24-uursopvang van vluchtelingen. (foto Mennette Ingenegeren/ We Are Here)
Vervangende opvang voor vluchtelingen Amsterdam Zuid-Oost?
‘We are here’... in de Vluchtgarage De Vluchtgarage in Amsterdam Zuid-Oost mag van de rechter voorlopig open blijven. Hopelijk komt er vervangende opvang voor de uitgeprocedeerde asielzoekers die daar nu nog verblijven. Redactielid Albert Koot is vrijwilliger bij de Vluchtgarage en schreef dit persoonlijk verhaal. Albert Koot
Albert Koot is betrokken buurtbewoner, vrijwilliger bij ‘StapVerder’, een kerkelijk project voor ongedocumenteerden en redactielid van De Linker Wang
maart 2015- nr. 1
Mijzelf goed vasthoudend beklim ik een steile trap van ijzeren pijpen en loop via het parkeerdek waar verderop water naar beneden klettert, naar enkele voormalige kantoren. Veel mannen zijn daar. Enkelen aan het koken of met elkaar in gesprek. Honderdtwintig verblijven er. Op vier verdiepingen. Wekelijks kom ik met een groepje vrijwilligers van de kerken in Amsterdam Zuidoost naar de Vluchtgarage met ov-kaarten, telefoonkaarten en allerlei levensmiddelen die in de Nieuwe-Stadkerk en in de Drie-Stromen-kerk zijn ingezameld. Deze keer blijf ik wat langer. Want tussen de bedden, provisori-
sche elektra en een kop thee, spreek ik met Musa, niet zijn echte naam. Hij vertelt: ’Ik ben door de IND afgewezen, maar dat is haastig en onzorgvuldig gebeurd en daarom ben ik opnieuw een procedure gestart. Enkele van mijn vrienden hebben al eerder met succes de slordige IND tot een u-bocht gedwongen. Vier jaar geleden hebben ze geprobeerd me terug te sturen. Maar de marechaussees van Frontex mochten niet met mij het vliegtuig uit. Ook een buurland in de Hoorn van Afrika weigerde mij. Toen zijn ze weer met mij teruggevlogen. Ik heb voorzichtig contact met familie en vrienden. De situatie daar is al tientallen jaren zeer gewelddadig. Ik ben al mishandeld, dat wil ik niet weer. Daarom ben ik hier. I am here. We are here.’ En hij spreidt zijn armen en lacht luid. ‘Sinds wij als We are here begonnen, laten steeds meer mensen ons ervaren: good that you are here. Welcome ! Ik was al bij We are here aan de Notweg, in het tentenkamp in Osdorp. En toen
in de Vluchtkerk in Amsterdam-West en nu in de Vluchtgarage in Kralenbeek in Zuidoost. Wij zijn héél blij met deze gebouwen die wij kunnen kraken. En we krijgen steeds meer steun. Buurtbewoners en kerkleden komen met voedsel en kleding en ze zijn politiek actief. Ook met een handtekeningenactie door Groenlinks-Amsterdam en een geldbedrag van € 8000,=. Dat is fantastisch voor ons. Ook krijgen wij taalles en geschiedenisles. En er is een muziekgroep met ons een actielied aan het oefenen. Die groep heet Here to support.’
Kort geding Ik spreek Musa enkele dagen na het kort geding als We are here heeft gewonnen van de gemeente. Die wil het gebouw slopen. Maar de rechter heeft de gedwongen uitzetting nu over de winter heen getild. De vluchtelingen werden in deze zaak bijgestaan door twee advocaten: Rahul Uppal en Pim Fischer. Mr Uppal bepleitte dat de maart 2015- nr. 1
{COLUMN
18
19
Vlaams initiatief in vastentijd ‘Dagen zonder vlees’
Met z’n allen minderen
JE SUIS, IK BEN, ICH BIN, I AM Enis Odaci
De veertigdagentijd duurde vroeger bij ons thuis één dag. En dan nog was het vasten betrekkelijk. Op Aswoensdag bleven de koekjes in de trommel en aten we vis in plaats van vlees. Op mijn voorhoofd tekende de priester een kruisje van as. ‘Stof zijt gij, tot stof zult gij wederkeren’. Eén dag, dan was het weer voorbij. Ik smokkelde, stopte snel een snoepje in mijn mond als mama niet keek. Als kind vond ik het al een hele opgave, terwijl mijn ouders er toch aardig lichtzinnig mee omsprongen. Gelovig noem ik mezelf al jaren niet meer. En toch vast ik dit jaar. Veertig dagen lang. Maxine Herinx Ik ben niet de enige. Veertig dagen niet snoepen, veertig dagen sporten, veertig dagen niet roken: in mijn vriendengroep zijn ze de afgelopen jaren allemaal de revue gepasseerd. Maar het lijkt ook een landelijke trend: met veertigdagentijd-apps en de ‘Ikpas’ campagne, die mensen aanspoort
ten opzichte van vegetarisch voedsel. ‘Er gaat zoveel energie, land en water verloren die nodig is voor voer voor ons slachtvee. Ik besloot mijn vleesconsumptie te minderen en om te proberen zoveel mogelijk mensen daarbij te betrekken.’ Voor de duidelijkheid: Leysen is geen vegetariër en propageert het vegetarisme absoluut niet. ‘Zelf vind ik het al moeilijk om altijd vegetarisch te eten. Bovendien is het niet nodig. Ik denk dat het beter is als we met veel mensen onze vleesconsumptie minderen, dan dat we met een paar mensen radicaal omschakelen.’
Geen ontkomen aan, de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo had een hevige impact op de gemoedstoestand van heel Europa. De storm van emoties lijkt echter voorbij. Daarom tijd voor een nuchtere terugblik op de veelheid aan uitingen en stellingnames. Frankrijk: ‘Wij zijn als natie aangevallen. Het hart van de Europese democratie is getroffen. Een oorlogsverklaring aan de seculiere republiek Frankrijk. Maar vergis u niet, onze vrijheid van meningsuiting, onze manier van leven, is onaantastbaar en de Fransen zullen niet buigen voor wie dan ook.’ Nederland: ‘Wij zijn solidair met Frankrijk. Parijs is de geboortegrond van de Verlichting, de vrijheid van meningsuiting is het summum van onze West-Europese beschaving. Wij zullen niet zwichten voor de radicale islam. Beledigen moet kunnen en als het je niet bevalt, dan rot je maar op naar waar je vandaan komt. Wij zijn Charlie!’
Minderen Het doel van ‘Dagen Zonder Vlees’ is dus met zoveel mogelijk mensen zo min mogelijk vlees en vis te eten, veertig dagen lang. Alleen, als gezin,
Israël: ‘De aanslag op Charlie Hebdo onderstreept waarom Israël alle recht heeft om keihard op te treden tegen de Palestijnen. Wat in Parijs is gebeurd, maken wij dagelijks mee. Met islamitische terroristen valt niet te onderhandelen. Wij roepen alle joden op om terug te keren naar het moederland.’
Hoeveel bespaar jij op de ecologische voetdruk? Alexia Leysen …we eten te veel vlees en dat is slecht voor de aarde… veertig dagen geen alcohol te drinken, wordt ook het collectief onthouden gestimuleerd. En nu is er ecologisch vasten. Onder leiding van de Vlaamse theatermaakster Alexia Leysen laten Belgen - en steeds meer Nederlanders - massaal veertig dagen het vlees staan onder het mom van ‘Dagen Zonder Vlees’. ‘In 2011 startte ik met de campagne Dagen Zonder Vlees,’ vertelt Leysen. ‘Ik las steeds meer artikelen over hoe inefficiënt vleesconsumptie eigenlijk is
met bedrijven of als studentenhuis: op de site kun je zelfs bijhouden hoeveel water en broeikasgassen je bespaart door af en toe vlees en vis te laten staan. Hoe vaak je dat doet, mag je zelf weten. Leysen: ‘Als iemand zeven dagen per week drie keer per dag vlees eet, en dat één dag zou laten staan, is dat al een vooruitgang. Natuurlijk vind ik dat iedereen moet nastreven om zo min mogelijk vlees en vis te eten, maar het is aan iedereen zelf om te bepalen in welke mate.’
maart 2015- nr. 1
Steeds gewoner Maar hoe zit het met die noodzaak van die gedragsverandering? Voor ieder artikel waarin de problemen van onze hoge vlees- en visconsumptie staan beschreven, zijn er drie andere te vinden waarin het tegendeel bewezen wordt. Onzin, volgens Leysen. ‘Campagnes over vlees zijn vaak afkomstig van de vleesindustrie. Ik denk dat als je echt onderzoek gaat doen, de feiten
duidelijk zijn: we eten te veel vlees en dat is slecht voor onze aarde.’ En onderzoek wordt er genoeg gedaan. Onderzoek waaruit inderdaad blijkt dat minder vlees eten beter is voor de natuur, misschien zelfs wel beter dan vegetarisme. ‘Vlees is ook niet per definitie slecht,’ vervolgt Leysen. ‘Het is niet alleen maar ongezond en het is niet alleen maar slecht voor het milieu. Het is een stuk genuanceerder en dat is ingewikkeld voor de consument.’ Toch lijkt er al een omslag gaande. Na alle recente schandalen met paardenvlees, de toegenomen aandacht voor dierenwelzijn en de effecten die onze vlees- en visconsumptie heeft op het milieu, laten steeds meer Nederlanders vlees en vis vaker staan. Initiatieven als meatless Monday en de vegetarische restaurantweek laten al zien dat een maaltijd zonder vlees steeds gewoner wordt. En wie niet één, maar veertig dagen mindert, zal merken dat zijn vleesconsumptie daarna vanzelf afneemt. Het is het geheim van de veertigdagentijd en de reden dat deze periode zo populair is voor diverse initiatieven: het is kort genoeg
om vol te houden, maar lang genoeg om een gedragsverandering teweeg te brengen. Ik ben vanaf 18 februari dan ook weer begonnen om de volledige veertig (of 46) dagen vlees en vis te laten staan. Om op 4 april met extra trek mijn tanden te zetten in een lekkere biologische steak. Want dat is een bijkomend voordeel van minder vlees eten: dan kan het ook een beter, duurzamer lapje zijn. Al zijn die vaak toch een stuk prijziger dan de kiloknallers.
‘Dagen Zonder Vlees’ is een initiatief van de Vlaamse theatermaakster en fotografe Alexia Leysen (1988). Op de site www.dagenzondervlees.be kun je bijhouden hoeveel van de veertig dagen je geen vlees of vis eet, en zo uitrekenen hoeveel je bespaart op je ecologische voetafdruk. Ook zijn er vegetarische recepten te vinden. De veertigdagentijd valt dit jaar van 18 februari tot 4 april.
De seculieren: ‘Stel, stel dat God, of Allah, of hoe je die hersenschim ook wil noemen, toch bestaat, is hij dan werkelijk te beledigen door potloden? Zo zie je maar hoe achterlijk het geloof is. Achter de voordeur ermee, houd het lekker privé. We leven in een seculiere samenleving, waar iedereen mag zeggen wat hij wil, en deze manier van leven zullen wij tegen elke prijs bevechten.’ De christelijken: ‘Jezus was ondubbelzinnig en radicaal in zijn geweldloosheid. Hij keerde zijn linker wang toe als hij op zijn rechter werd geslagen. Mohammed niet, die was verwikkeld in menig oorlog en veldslag en hanteerde het zwaard om zijn geloof te verspreiden. In het Evangelie vind je geen geweld, in de Koran wel. God sta ons dus bij dat Nederland niet het volgende doelwit wordt van de islamitische terroristen.’ De moslims: ‘Zie je wel? Ineens moeten moslims afstand nemen van alles en nog wat. Waarom zijn moslims medeschuldig aan aanslagen in naam van hun geloof? Niemand roept dat joden afstand moeten nemen van Israël als ze weer eens duizenden slachtoffers maken. Moslims zijn toch ook hier geboren? Zij zijn ook Nederlander. Gelijke monniken, gelijke kappen.’ En ik? Rust en rede, dat wens ik ons allen toe. maart 2015- nr. 1
Volg Enis Odaci op Twitter @Humanislam
Zelf deed ik twee jaar geleden voor het eerst mee, samen met zo’n 10.000 anderen. Het was nog een gepuzzel, die eerste keer. Ik vond het veel om bij etentjes te vragen of mijn vrienden vegetarisch wilden koken. Het was ook lastig uitleggen: veertig dagen zonder vlees, daarna weer met. Het eerste jaar at ik dan ook alleen vegetarisch op dagen dat ik alleen kookte, en paste ik me bij etentjes aan. Het jaar erna was ik principiëler en at ik de volle 46 dagen geen vlees. Ja, 46 dagen, want ik was strenger dan de katholieke kerk, waarvan je op de zondagen in de vastentijd mag zondigen. Daarbij
raakte soms de inspiratie op: wat kun je naast kaas nog meer op je brood doen? Maar over het algemeen kostte het me verrassend weinig moeite om gehakt, kip en hamburgers te laten staan. Veel zwaarder had ik het met het laten staan van vis. Want hoewel de campagne vooral spreekt over vleesconsumptie, is het ook de bedoeling minder vis te eten. ‘Niet alleen onze vleesconsumptie is problematisch,’ vertelt Leysen. ´Er is ook het grote probleem van overbevissing. Er sterven soorten uit omdat we massaal te veel vis eten. Het is dan ook niet de bedoeling dat je veertig dagen minder vlees gaat eten en dat vervangt door vis.’
Saoedi Arabië: ‘Het beledigen van de profeet Mohammed is een kwalijke zaak. De westerse wereld moet lering trekken uit deze verschrikkelijke gebeurtenis. Wij roepen iedereen daarom op om te stoppen met het kwetsen van honderden miljoenen moslims over de hele wereld. Het moedwillig kwetsen van het islamitische geloof is een teken van onderdrukking.’
{EEN ANDERE WANG
20
21
Nieuwjaarsbijeenkomst De Linker Wang in teken vluchtelingenbeleid
‘Waar blijft de verontwaardiging?’ GroenLinks-raadslid Tara Scally uit Utrecht had op de nieuwjaarsbijeenkomst (17 januari) van De Linker Wang in Amersfoort een vooruitziende blik. Op dat moment was er nog geen enkel uitzicht dat staatssecretaris Teeven gemeenten financieel zou bijspringen om uitgeprocedeerde asielzoekers te voorzien van bed, bad en brood. ‘We moeten druk op Teeven houden’, hield Tara Scally de aanwezigen voor. En zie, enkele dagen later kwam Teeven toch over de brug, al was het erg zuinigjes en met grote tegenzin. Jan Spijk
De nieuwjaarsbijeenkomst van De Linker Wang stond in het teken van illegaliteit. Aanleiding was de uitspraak van het Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa dat uitgeprocedeerde asielzoekers recht hebben op bed, bad en brood. Teeven wilde eigen-
Middellandse Zee op, ze hebben niets te verliezen. Het Europese antwoord is dan om de grenzen nog strenger te bewaken. Turkije en Bulgarije plaatsen hekken om mensen op de vlucht tegen te houden’, aldus Tineke Strik. Europa zou in haar ogen ook een andere weg kunnen bewandelen, door bijvoorbeeld veilige routes voor vluchtelingen te creëren. Ze prees organisaties als de Protestantse Kerk in Nederland die de uitspraak van het comité afdwong en Defence for Children. Inmiddels heeft de vreemdelingenrechter het rijk gevraagd de uitspraak van het comité uit te voeren. Teeven kon dit niet langer negeren en kondigde daarom in januari 2015 aan gemeenten financieel te steunen met het beschikbaar stellen van voorzieningen voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Libanon – vier miljoen inwoners – vangt één miljoen vluchtelingen op lijk wachten tot de Europese ministers van Buitenlandse Zaken later dit jaar hierover een uitspraak zouden doen. Deze houding werd op De Linker Wang-bijeenkomst scherp bekritiseerd door Tineke Strik, Eerste Kamerlid voor GroenLinks en deskundige op het gebied van vluchtelingenbeleid (onder andere universitair docent migratierecht aan Radbouduniversiteit Nijmegen). Ze verweet de staatssecretaris allereerst een sfeer van paniek en onrust in het land te hebben veroorzaakt. ‘Teeven verkondigde dat er 65.000 vluchtelingen naar Nederland zouden komen. Een ongegronde verwachting die bovendien niet uitkwam. Uiteindelijk kwamen er 29.000 vluchtelingen asiel aanvragen.’
Miljoenen van huis Strik vertelde dat er maar liefst vijftig miljoen mensen op de vlucht zijn. Het westen neemt daar maar een klein deel van op. Een land als Libanon – vier miljoen inwoners – vangt één miljoen vluchtelingen op! ‘Dan is het cynisch hoe in ons land alarm wordt geslagen over de verwachte asielaanvragen. Vluchtelingen gaan de maart 2015- nr. 1
GroenLinks-raadslid Tara Scally vertelde hoe dit in Utrecht in de praktijk gegaan is. Hier kwam het initiatief om vluchtelingen op te vangen vanuit de burgers. Er werd een oud kerkpand gekraakt waar dertig mannen konden worden opgevangen. Dit pand bleek echter niet brandveilig. Een vrijwilligerspool van driehonderd mensen hield daarom elke nacht de wacht. Tara Scally: ‘Dat vind ik zo knap, een prachtig initiatief vanuit de samenleving. Ook in de gemeenteraad was hiervoor veel aandacht. Daarom is vanuit de gemeenteraad het initiatief genomen om een andere locatie te zoeken.’ Utrecht biedt de vluchtelingen in de opvang bed, bad en brood, maar ook begeleiding. Dit leverde nog wel discussie op met de aanwezigen op de nieuwjaarsreceptie. Kun je dat verplicht opleggen, zo vroeg iemand zich af. Tara Scally is hiervan wel voorstander: ‘Je wilt mensen begeleiden, perspectief bieden. In Utrecht had de begeleiding ook effect. Van de dertig mannen, stroomden 28 door.’ Eerste Kamerlid Tineke Strik: ‘Teeven veroorzaakt paniek en onrust’
Voorzitter Ruard Ganzevoort memoreerde al aan het begin van de nieuwjaarsbijeenkomst dat De Linker Wang enorm betrokken is bij het vluchtelingenvraagstuk. ‘Vrede, gerechtigheid, duurzaamheid zijn kernthema’s van ons en GroenLinks. Hoe krijgen we een rechtvaardiger samenleving?’ Manuela Kalsky vroeg zich daarom af: waarom komen we niet in verzet? ‘Ik mis de verontwaardiging in Nederland over het asielbeleid van deze regering.’
Protestbeweging Tineke Strik ziet een protestbeweging van onderop waar niet alleen burgers, maar ook gemeenten, kerken en organisaties als Defence for Children aan meedoen. ‘Teeven zaait angst en paniek. Hij had ook kunnen zeggen dat Nederland een deel van de vluchtelingen opneemt. Dat het een verantwoordelijkheid van ons land is dit te doen. Zoals bondskanselier Merkel dat uitsprak. We moeten ons niet laten verlammen, maar werken aan verbetering.’ De inleidingen en discussie maakten ook na afloop duidelijk de tongen los: onder een hapje en drankje werd nagepraat over het thema. Duidelijk is wel dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is.
# Het grote verhaal Ruard Ganzevoort
De verkiezingen van 18 maart gaan over de Provincie, maar iedereen weet dat ze ook over de Eerste Kamer en ja, indirect over de regering gaan. Ze zijn een testcase geworden voor dit kabinet en voor de vraag of het kabinet en de drie gedogers genoeg draagvlak hebben om door te gaan. Dat is de vraag naar de macht en die is belangrijk. Maar veel belangrijker dan dat is de vraag naar het verhaal. Waar gaan we met zijn allen naar toe? Zijn we op weg naar een samenleving, naar een wereld die steeds verder uit elkaar valt, waar groepen tegenover elkaar worden opgezet, waar arm en rijk, hoog en laag opgeleid, moslim, christen en atheïst, hier en daar, nu en straks elkaar niets meer te zeggen hebben? Een wereld waarin mensen de aarde alleen maar zien als gebruiks-en wegwerpmateriaal? Of zijn we op weg naar een wereld in balans, een economie van de bloei in plaats van de groei, een samenleving van ontmoeting en ontspanning in plaats van opjagen en wantrouwen, een wereld van rechtvaardigheid en solidariteit in plaats van het recht van de sterkste? Sommige politici en partijen lijken er trots op te zijn dat ze geen groot verhaal hebben. Ze noemen het pragmatische politiek, ze zien zichzelf als belangenbehartigers van een bepaalde groep, of ze zeggen dat te veel visie in de politiek ongewenst is. Anderen pretenderen wel een verhaal te hebben maar bewegen daar in hun compromispolitiek zo ver vandaan dat ze de kiezers die dat verhaal aansprak, gedesillusioneerd van zich vervreemden. Meer en meer ben ik ervan overtuigd dat we het juist over dat grote verhaal moeten hebben en vervolgens heel concreet laten zien hoe dat zich in concrete politieke keuzes vertaalt. Waar willen we naartoe? Dat is een vraag naar onze dromen en verlangens – van onszelf, van onze kiezers – maar het is ook een vraag die zich moet vertalen in een politiek programma en beleid. Waarom zetten we ons nu precies in voor bed, bad en brood voor vluchtelingen, voor vrije artsenkeuze, voor vergroening van de belastingen, voor windenergie en voor goed onderwijs? Achter al die keuzes zit het grote verhaal dat er iets helemaal mis is met de wereld waarin we leven. Op alle mogelijke manieren is de wereld uit balans. Ecologisch, moreel, sociaal, geopolitiek. We kunnen niet door blijven op de weg die we gaan. De aardbevingen in Groningen laten zien dat dat niet ongestraft kan doorgaan. De afbrokkeling van ijskappen op Antarctica laat zien hoe het klimaat ontregelt raakt. De groeiende groep kinderen met obesitas laat zien hoezeer we vastlopen in een gevaarlijk consumptiedenken. De afvalbergen en plasticsoep laten zien dat we te veel rommel maken en
achterlaten. Dat is de donkere kant van het verhaal: we moeten erkennen dat wij als mens de afgelopen eeuwen niet de hoeder van de aarde zijn geweest maar de verwoester. De wereld zou beter af zijn zonder ons omdat we ons niet gedragen als deel van dat grote gebalanceerde ecosysteem, maar doen alsof we alles naar onze hand kunnen en mogen zetten. De uitnodigende kant van het verhaal gaat dan ook precies over het terugkomen in die balans. Het is een toekomstbeeld van een wereld in balans en van mensen in balans. In die wereld gebruiken we als mensen niet meer dan de aarde kan aanvullen en laten we niet meer achter dan de aarde kan verwerken. In die wereld leven we van de wind en laten we ons verwarmen door de zon. In die wereld is het verzamelen van bezit geen doel maar is delen van de goederen een middel om gelukkig te worden. In die wereld is betaald werk niet het hoogste
‘De mens is de afgelopen eeuwen niet de hoeder van de aarde geweest’ goed maar een zinvolle plaats in de samenleving. In die wereld is zorg geen product maar een relatie. In die wereld krijgt iedereen wat zij nodig heeft en draagt iedereen bij wat hij kan bieden. Dat verhaal is meer dan een droom. Het is een politiek programma waaraan we elke dag werken. Het is een toekomstbeeld dat we nu al op allerlei plaatsen werkelijkheid zien worden, meestal op kleine schaal. Mensen zijn al lang bezig om een andere manier van leven te ontwikkelen met eigen energie, kleine zorgvoorzieningen, deeleconomie en repaircafés. Maar het is tegelijk ook een groot verhaal dat haaks staat op het huidige politieke beleid en scherp oordeelt over doorgeschoten marktwerking en het falen van de economische ideologieën. De uitdaging die voor ons ligt, is niet alleen duidelijk te roepen dat het anders moet, maar ook te laten zien dat het anders kan en al bezig is anders te worden. En dat doen we vanuit dat grote verhaal van de noodzaak en mogelijkheid van een leven in balans.
Prof. Dr. Ruard Ganzevoort is voorzitter van De Linker Wang.
maart 2015- nr. 1
{RECENSIE
{COMMENTAAR
22
{ONDER OGEN
{AGENDA
Kerk moet veilige plaats zijn
7 en 8 maart Mine, mine, mine! Voorjaarsconferentie Doopsgezind WereldWerk over (vrede) met de schepping. Locatie: Dopersduin, Oorsprongweg 3, 1871 HA Schoorl.
23
POSITIVITEIT EN VERNIEUWING
Hans Feddema Priester Jozef Wissink heeft met 93 prominente katholieken uit aartsbisdom ‘Utrecht’ zich in een petitie en later rechtstreeks tot de paus gekeerd tegen het beleid van kardinaal Eijk om binnen dertien jaar ruim 90% van de rooms-katholieke kerken (circa 280 van de 300) in dat grote bisdom te sluiten. Vooral oudere gelovigen in kleine dorpen voelen zich hierdoor gedupeerd. De bekende priester Antoine Bodar kiest in een Volkskrant-interview partij voor het beleid van Eijk. Waarom toch de publiciteit gezocht en het conflict met Eijk niet binnenskamers gehouden, is wat hij Wissink c.s. verwijt. Dat die te sluiten kerken nog ‘levensvatbaar’ zijn, vindt Bodar onzin:’We zien toch allen dat de kerk in Nederland achteruit holt.’ Sociologisch is er die trend, maar mijn begrip houdt op als hij neerbuigend cynisch toevoegt: ‘Het is tamelijk belachelijk om in Nederland nog te geloven. Nederlanders hebben God niet meer nodig.’ Voor die godloze Nederlanders, die hij ‘rijk en te dik’ noemt, vormen kerstnachten een uitzondering, zegt hij. Kerken zouden dan overvol zijn. We hebben kortom in zijn optiek ‘God niet meer nodig’, alsof omdat we niet meer ter kerke gaan. Hoe bedenk je het? Instituten en gebouwen kunnen hun waarde hebben, maar zijn niet een conditio qua non. Zeker niet voor de sterk opkomende (postmoderne) spiritualiteit, neo-gnosis en mystiek. Mensen worden autonomer en kunnen immers, individueel of ook in/via huiskamerbijeenkomsten, een directe relatie en verbondenheid met het Mysterie hebben. En zo als individu bezield leven vanuit Godsbewustzijn. Ervaren of beleven scoren de laatste decennia hoger dan (leerstellig/institutioneel) geloven. Er is echter ook sprake van een al of niet tijdelijke (rechtse) verkramping, mede door angst als gevolg van crisis en oorlogsdreiging. Iets wat tevens mede leidt tot desoriëntatie en verlies van de ziel bij de moderne mens. Angst blokkeert liefde. Maar onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau wijzen vooral (ook) op een shift van traditioneel denken naar authentieke religiositeit. Inclusief een meer leven vanuit de ziel en ook een shift naar leven vanuit waarden en bewustzijn. Nederlanders verwijten dat ze het ’belachelijk’ vinden om ‘nog te geloven’, zoals Bodar doet, lijkt dan ook projectie van op zich begrijpelijke (kerkelijke) frustratie. Ik zie juist een onderstroom van innerlijke kracht, positieve energie, ja uitingen van bruisend leven en (religieuze) vernieuwing.
Dr. Hans Feddema is antropoloog, publicist, columnist en initiatiefnemer Filosofisch Café Leiden OKTOBER maart 20152013 nr.- NR. 1 5
In naam van God – religie en geweld Nicole des Bouvrie Volgens Karen Armstrong heeft de moderne samenleving ‘geloof’ tot zondebok gemaakt. Vanwege de veelgehoorde koppeling tussen religie en geweld schreef ze dit boek. Meer dan zeshonderd bladzijden van prehistorie tot moderne jihadisten. Wanneer een religie zichzelf verheven voelt boven andere religies, spreekt hier dan intolerantie uit? Kun je jezelf als ‘beter’ zien en toch de ander respecteren en accepteren? Ligt de mogelijkheid tot agressie en geweld niet besloten in de manier waarop de gelovige zich verhoudt tot zijn eigen geloof? Volgens Armstrong ligt het allemaal nog iets ingewikkelder. ‘Het idee van religie als een persoonlijke en systematische onderneming was volkomen afwezig in het klassieke Griekenland, Japan, Egypte, Mesopotamië, Iran, China en India. De Hebreeuwse Bijbel kent evenmin een abstract concept van religie.’ Daar komt bij dat oorlog een zeer sterk middel is. ‘Oorlog is een verleidelijk elixer. Oorlog geeft ons vastberadenheid, een doel. Oorlog stelt ons in staat nobel te zijn,’ zo citeert Armstrong oorlogscorrespondent Chris Hedges. Een strijder ontsnapt daarmee aan de saaie alledaagsheid, het zinloze. Om de innerlijke tegenstrijdigheid – het biologische: je mag niet een soortgenoot doden – en de extase van datzelfde doden te verantwoorden, ‘omhullen we die onderneming in een mythologie die een afstand schept tussen ons en de vijand.’ Betekent dit dat geweld niet vanwege religie plaatsvindt, maar dat geweld het fenomeen religie gebruikt? Om het doden van anderen een plek te kunnen geven, om de wereld ordelijk en begrijpelijk te maken waarin mensen bestaan die doden, hebben we daarom religie nodig? Armstrong gaat systematisch te werk. Eerst laat ze zien hoe de opkomst van landbouw de mogelijkheid van systematisch geweld en onderdrukking mogelijk maakte. ‘Als een heersende
elite overging op een ethische traditie, zoals het boeddhisme, het christendom of de islam, pasten de geestelijken gewoonlijk hun ideologie aan zodat deze het structurele geweld van de staat kon ondersteunen.’ Armstrong brengt maatschappelijke veranderingen telkens in verband met veranderingen op religieus gebied. Zo brengt ze ook de oorsprong van veel conflicten in kaart. Uiteindelijk schrijft ze over hoe in de twintigste eeuw verzet ontstond tegen de verbanning van religie naar de privésfeer. Volgens Armstrong is dat ‘fundamentalisme’: de vorm van religiositeit die uiting geeft aan de wens dat religie een belangrijkere rol speelt in de publieke sfeer. Vanuit dat uitgangspunt zet ze de verschillen tussen religies op de tweede plaats en kijkt ze naar de onderliggende beweging. Zo kan ze de ontwikkeling van het Amerikaanse sociaal darwinisme, de Moslimbroederschap én Ghandi behandelen, zonder te hoeven vergelijken of te oordelen. Ze zet feiten en gebeurtenissen in een bruikbaar perspectief.
Nicole des Bouvrie (www.nobyeni.nl) schreef deze recensie oorspronkelijk voor Zinweb.nl. Dit is een bewerking van deze bespreking. In naam van God – Religie en geweld. Karin Armstrong. De Bezige Bij, 2015.
Meer dan twintig kerken hebben woensdag 10 december in Zeist een verklaring getekend waarin ze uitspreken zich sterk te blijven maken voor een veilige leef- en werkomgeving binnen de kerk, het kerkgenootschap en de daarbij aangesloten gemeenten en parochies. De kerken erkennen dat die veiligheid een voortdurend punt van aandacht moet zijn en om preventie vraagt naar met name kwetsbare groepen, veelal jonge mensen en vrouwen. De kerken nemen daarvoor dan ook de nodige maatregelen. De kerken veroordelen grensoverschrijdend gedrag en spreken uit misbruik in pastorale of andere relaties tegen te gaan. Met name door kwesties rond seksueel misbruik waren kerken en kerkelijke instellingen de laatste jaren geregeld in het nieuws. Zelfs kerken bleken tegen de verwachtingen in niet altijd en voor iedereen een veilige plek te zijn. De Raad van Kerken meent dat het goed is dat beleid verder te verankeren en te verbreden met de ondertekening van een gezamenlijke intentieverklaring.
Boek over geschiedenis Pax Christi Over de geschiedenis van Pax Christi, dat nu samen met IKV samenwerkt onder de naam PAX, is een boek geschreven getiteld ‘Mensen van goede wil. ‘Pax Christi 1948 - 2013’. De auteur Maarten van den Bos typeert Pax Christi als de katholieke luis in de pels van de overheid en politiek. Het boek werd 4 februari gepresenteerd. Bij de presentatie zei algemeen directeur Jan Gruiters: ‘De vredesbeweging is veel meer dan een kritische luis in de pels. IKV, Pax Christi en PAX hebben bijgedragen aan de tot standkoming van tientallen vredesakkoorden. We hebben aan de wieg gestaan van internationale wapenconventies. We hebben multinationale bedrijven tot actie aangezet. Maar het allerbelangrijkste is dat wij een bondgenoot zijn van tienduizenden mensen die verlangen naar vrede. In Nederland en ver daar buiten.’
8 maart Oecumenische Vrouwensynode VrouwenVerhalen: Zij vertelt, zij anders. Plaats: Janskerk, Janskerkhof 26, Utrecht van 14:00-17:30 uur. Opgave: via www.vrouwensynode.nl. Informatie:
[email protected].
In memoriam: Kees Luesink Op 27 december 2014 overleed Kees Luesink (61), burgemeester van Doesburg en gepassioneerd GroenLinkser. Tof Thissen, fractievoorzitter van de Eerste Kamer van Groen Links, hield een toespraak bij het afscheid van Luesink. Hij zei daar onder andere het volgende: ‘Kees liet een GroenLinks zien dat nabij aan mensen is; in begrijpelijke taal en daden realiseerde hij beetje bij beetje waar jaren geleden het conciliair proces van de Wereldraad van Kerken voor stond: gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Grote idealen, die ook heel profaan zijn geborgd in de essentie van GroenLinks: Een aarde die leefbaar en bewoonbaar is voor iedereen, een wereld waarin wordt uitgegaan van gerechtigheid in de verdelingsvraagstukken en die wapengekletter als wijze van beslechten van conflicten uitsluit.’
Joodse Omroep en Moslim Omroep samen op NTR Wat is hier eigenlijk aan de hand? Zo heet de nieuwe en actuele radioreportageserie die vanaf 1 februari met regelmaat is te horen op NPO Radio 5. Verslaggeefster Sonja Allachi van het programma Dichtbij Nederland van de NTR en de Moslim Omroep en reporter Tal Sarid van de Joodse Omroep trekken door Nederland en doen verslag van de islamitisch-joodse verstandhouding in zijn actuele complexiteit. De reportages zijn met grote regelmaat en afhankelijk van de actuele ontwikkelingen te beluisteren in de programma’s Dichtbij Nederland van de NTR en de Moslim Omroep (elke werkdag 21.00 uur, NPO Radio 5) en De kunst van het luisteren van de Joodse Omroep (zondag 18.00 uur, NPO Radio 5)
20-28 maart Movies that Matter Festival Films over mensenrechten en menselijke waardigheid die een venster bieden op de wereld. Locatie: Filmhuis Den Haag en Theater aan het Spui in Den Haag (nabij Den Haag CS). www.moviesthatmatter.nl 29 maart Inspiratiedag over Thomas Merton Predikant dr. Kick Bras over deze mysticus die voorstander was interspiritualiteit. Soefitempel, Zuidduinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee (op zondag vrij parkeren!), van 10.00-15.45 uur. Aanmelden:
[email protected]. 1 april Dries van Agt over jihad Jihadgeweld. Hoe stellen we ons te weer? Lezing door Dries van Agt. Tijd: Van 19:30 tot 21:30 uur. Locatie: Grotiusgebouw Radboud Universiteit, Montessorilaan 10, Nijmegen. Organisator: Soeterbeeck Programma 11 april-10 mei JONA en meer Expositie, lezing en cantate vinden plaats in de Grote of Barbarakerk, Grote Kerkstraat 2, Culemborg. Vernissage 10 april om 20.00 uur. Openingstijden expositie van 11 april tot en met 10 mei op zaterdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur. Lezing 14 april om 19.30 uur. Toegang gratis. Cantate-uitvoering 24 april. 16 april Abraham Kuyper Lezing door Joost de Vries over deze theoloog, staatsman en politicus. Oprichter van de ARP en Vrije Universiteit. Locatie: Westerkerk, Prinsengracht 281, 1016 GW Amsterdam. Organisatie: Vrije Universiteit. www.vu.nl 19 april Bijbel uitgelegd: Jozef Tekst: actrice Petra Laseur, uitleg: bijbelwetenschapper Frans van Deursen. De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102, 1053 WP Amstedam. Aanvang: 13.30 uur. 26 april Spiritualiteit en ecologie Zondag 26 april 2015. Van 11.00–15.30 uur. Zen Centrum Rotterdam. Organisatie Zen Peacemakers Sangha. Uw bijeenkomst in de agenda? Mail naar:
[email protected] maart 2015- nr. 1
{DE UITSMIJTER
24
Water verbindt Hennie Roorda Ruim twintig jaar geleden moesten de bewoners van een groot deel van ons waterschap Rivierenland evacueren vanwege het hoge water. Duizenden mensen verlieten huis en haard op weg naar een veilig onderkomen bij familie en vrienden in de rest van hoog en droog Nederland. De dreiging was groot. Bij een doorbraak zou het water op sommige plekken wel tot vijf meter stijgen! En dus moesten bewoners van de polders weg. De veiligheid van onze Nederlandse delta was niet meer geborgd. De technische wereld van het waterbeheer kreeg ineens een ander gezicht; niet langer was het alleen de vraag of dijken het hielden en pompen het water weg konden voeren, het verhaal werd vooral ook een verhaal van mensen, van emotie.
WaterNatuurlijk
Hennie Roorda is heemraad (dagelijks bestuurslid) van Waterschap Rivierenland en is lid van het dagelijks bestuur van de Unie van Waterschappen. Op 18 maart zijn er naast de verkiezingen voor de provinciale staten in heel Nederland ook waterschapsverkiezingen. Voor groene kiezers bestaat in elk waterschap de lijst van WaterNatuurlijk.
maart 2015- nr. 1
Deze gebeurtenis zorgde naast veel angst en leed, vooral ook voor verbroedering. Water verbindt. Handen werden ineen geslagen en mouwen opgestroopt, onverwachte deuren stonden open en Nederland toonde haar medeleven en compassie. Het studentenhuis in Nijmegen waar ik toentertijd woonde werd een opvangplek voor studenten die de Vlietberg in de Ooijpolder moesten ontvluchten. Toen, student ontwikkelingsstudies en onderwijskunde, maakte ik voor het eerst direct kennis met het werk van de waterschappen. Niets vermoedend dat ik me, twintig jaar later als heemraad (dagelijks bestuurslid) van waterschap Rivierenland, dagelijks zou bezighouden met dat dreigende water, met het zorgen voor veiligheid, voor natuurlijk, schoon en voldoende water in de steden en op het platteland! Daarvoor wist ik eigenlijk niet precies waar een waterschap voor diende. Net zoals vele Nederlanders met mij dat ook niet weten. Pas toen ik voor de tweede termijn voor GroenLinks in de Nijmeegse gemeenteraad zat, en mij gevraagd werd me voor WaterNatuurlijk in waterschap Rivierenland kandidaat te stellen (waarschijnlijk
omdat ik groen, jong en vrouw ben en men wel wat diversiteit kon gebruiken in het waterschapsbestuur ;-)) ben ik me eens gaan verdiepen in de wereld van de waterschappen, want zou ik daaraan iets bij kunnen dragen? Ooit was ik de Nijmeegse politiek ingegaan om het verschil te maken; Nijmegen eerlijker en groener. De politiek in, om iets te kunnen betekenen voor kwetsbare groepen, maar ook om te werken aan een rechtvaardige en duurzame samenleving! En zou ik met die idealen op zak een bijdrage kunnen leveren aan een waterschap? Zo’n technische club mensen, die je veel beter kon onderbrengen bij Rijkswaterstaat of de provincie? Was dat niet zo’n verschrikkelijk boerenbolwerk, zoals mij vaak binnen GroenLinks verzekerd werd? Oubollig ten top toch met dijkgraven en heemraden. Die oudste bestuurslaag van Nederland, die vanaf de vroege middeleeuwen het politiek bestel in Nederland sierde, waar mensen elkaar nodig hadden om samen het land te beschermen en waar het Nederlandse poldermodel haar oorsprong vond. Was dat niet zo’n instituut dat je liever kwijt dan rijk was? Over bestuurlijke drukte nog maar niet gesproken.
Diversiteit Wat trok mij uiteindelijk over de streep om toch dat waterschapsbestuur in te gaan? Eerlijk gezegd, vond ik (en vind ik nog steeds) dat het openbaar bestuur in Nederland wel gebaat zou zijn bij meer vrouwen en verjonging, en zeker het waterschapsbestuur dat voor het overgrote deel uit mannen bestond. Het was eigenlijk meer de verplichting die ik voelde, om een bijdrage te leveren aan de diversiteit van het openbaar bestuur in Nederland, dan dat ik het idee had onze groene en sociale idealen te kunnen verwezenlijken. Dus betrad ik, gewapend met een flinke dosis vooroordelen en scepsis de politieke arena van de waterschappen! Wat? Geen moties en amendementen? Maar constructieve debatten over de inhoud? Luisterde men naar argumenten? Waar bleven toch de mooie
verhalen voor de bühne? Niet gek dat pers uitbleef bij dit soort genuanceerde discussies op inhoud en argumenten, daar vielen natuurlijk geen grote krantenkoppen van te maken!
Iedereen doet mee Maar allemaal mooi en aardig, kon je dan wel het verschil maken in een politiek bestel dat samenwerking, het polderen als uitgangspunt had? Deed die WaterNatuurlijk stem er dan wel toe? Ja, wel degelijk merkte ik en merk ik elke dag weer. Opkomend voor klimaatbestendige steden, voor de beleefbaarheid van water, voor extensieve recreatie, systematisch opkomend voor natuur in en rond water, voor duurzaamheid, voor investeren in de circulaire economie, door van afvalwater grondstoffen en energie te maken. Onze eerste ‘energiefabriek’ in waterschap Rivierenland is al gerealiseerd en twee zijn in aanbouw. WaterNatuurlijk geeft natuur, landschap, recreatie en duurzaamheid een stem in het waterschapsbestuur. En iedereen, die daaraan een bijdrage wil leveren doet gewoon mee: van sportvissers, zeilers, van D66’ers, vlinderstichting, waddenstichting, provinciale natuur- en milieufederaties tot aan GroenLinksers die veelvuldig op de lijsten van WaterNatuurlijk te vinden zijn. We voelen ons verbonden met en door dat prachtige water en dat geeft bruisende energie. Water verbindt! En daarmee hopen we ook met de komende waterschapsverkiezingen op 18 maart het verschil te kunnen maken!