Marshallplan 2.Groen 1,6 miljard euro voor 6 prioriteiten In augustus 2005 keurde de Waalse Regering de Prioritaire Acties voor de toekomst van Wallonië goed, die beter bekend zijn onder de naam Marshallplan. In het kader van deze Acties werd meer dan 1 miljard euro vrijgemaakt voor 5 structurerende prioritaire krachtlijnen: -
Concurrentiepolen implementeren De ontwikkeling van nieuwe activiteiten stimuleren De belastingdruk op de bedrijven verlichten Een boost geven aan onderzoek en innovatie, in samenwerking met de bedrijven Bekwaamheden voor de arbeidsmarkt ontwikkelen.
Gezien de successen en de wil van alle actoren om verder te gaan op de weg die het Marshallplan uittekende, neemt de Regering een volgende etappe, via een «Marshallplan 2. Groen». Ook dit kadert weer in het raam van en aanvullend op de sectorale beleidslijnen die door de Gewestelijke Beleidsverklaring bekrachtigd werden, om bijkomende middelen toe te wijzen aan een aantal prioriteiten en maatregelen die onderscheiden werden omdat ze structuur kunnen geven. Het sluit ook aan op de conjuncturele acties van het anticrisisplan, die specifiek gestuurd worden. Nu de crisis de begrotingscontext moeilijk maakt, geldt de logica van de optimale toewijzing van staatsgelden die centraal staat in het Marshallplan nog meer als de gids van de gewestelijke actie. In dit kader besliste de Waalse Regering, op basis van de ervaring en de onafhankelijke evaluatie, om de maatregelen van het eerste Marshallplan, die hun efficiëntie bewezen, te bevestigen en te onderbouwen. Zo zal ze de acties voor de uitbouw van een gunstig kader voor ontwikkeling van activiteiten en de werkgelegenheid opvoeren, de prioritaire aandacht voor onderzoek en de toepassing van dit onderzoek versterken, de diensten voor personenhulp en de kinderopvang uitbreiden en de competenties en kennis opwaarderen, in het kader van een ongeziene koppeling van de dimensie «onderwijs» met de socioeconomische werkelijkheid. De krachtlijn van het eerste Marshallplan in verband met de belastingdruk blijft een hoofdkrachtlijn van het Marshallplan 2. Groen. De afschaffing van de antieconomische taksen die op de bedrijven wegen, en die bij decreet werd vastgelegd, blijft behouden ondanks de budgettaire moeilijkheden door de internationale crisis. Maar meer nog dan deze bevestiging, vervat het Marshallplan 2. Groen ook nieuwe koersen, onder meer om de dimensie «duurzaam», die zo veel mogelijkheden biedt, ruimer in te voegen. In die zin zal de Regering «werkmilieu» allianties opzetten, de aanzet geven voor een zesde concurrentiepool
1
rond de nieuwe milieutechnologieën en meer inzoomen op het transversaal aandachtspunt van de «duurzame ontwikkeling», zowel in het Marshallplan als in al haar beleidslijnen. In het totaal zal meer dan 1,6 miljard euro aan dit «Marshallplan 2. Groen» besteed worden. Daar komt nog eens 1,15 miljard euro alternatieve financiering bij. Om de doelstellingen van dit nieuw actieplan te halen, zal het Gewest over instrumenten beschikken die een nauwgezette en strikte sturing mogelijk maken. De budgettaire middelen zullen ook toegespitst worden op de meest structurerende gebieden voor duurzame groei van Wallonië. Om deze beginselen van goed bestuur in een concrete vorm te gieten, heeft de Waalse Regering onder meer het voornemen om: -
de keuzes verder te objectiveren, met een stelselmatig beroep op onafhankelijke jury’s en objectieve analyses;
-
te zorgen voor een doorlopende en sterke sturing van dit plan, met name via coördinatie door de Bijzondere Afgevaardigde, de opmaak van een situatieoverzicht en de oprichting van een administratieve task force waarin de administratieve diensten van het Waals Gewest en van de Federatie Wallonië/Brussel zetelen;
-
de goede werking van het plan driemaandelijks te laten opvolgen en periodieke evaluaties te laten uitvoeren door onafhankelijke deskundigen, met de betrokkenheid van de sociale partners;
-
op financieel gebied een specifieke voorziening vastleggen voor het budgetbeheer. Doel van deze voorziening is een dynamisch en soepel beheer van de budgetten van het Marshallplan mogelijk maken, die budgettaire aanpassingen naargelang van de uitvoering van de acties vergemakkelijken.
In het kader van dit «Marshallplan 2. Groen», zal de Waalse Regering de banden tussen Wallonië en Brussel aantrekken – en ook met de andere gefedereerde entiteiten van het land – om waar mogelijk efficiënt synergieën te smeden die voor alle partijen voordelig zijn. Het gaat onder meer om: -
de sterkere aansluiting van de openbare beleidslijnen, dankzij een meer efficiënte koppeling met de Federatie Wallonië/Brussel. Deze koppeling zal concreet vorm krijgen met de organisatie, om de drie maanden, van specifieke gezamenlijke regeringen om de vorderingen van alle maatregelen van het Plan voor te leggen aan de Waalse ministers en aan de ministers van de Federatie Wallonië/Brussel;
-
samenhangende samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest te bepalen, evenals gerichte samenwerking met de Duitstalige Gemeenschap, en een doorlopend partnerschap met de lokale machten;
2
-
de actoren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de mogelijkheid te bieden om deel te hebben aan de Waalse concurrentiepolen;
-
de synergieën met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te optimaliseren en te verstevigen, in een optiek van «win-win» partnerschap in alle stadia van het onderzoek en van zijn industriële toepassing;
-
in overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de eerste alliantie werk-milieu uit te werken, die gericht is op de energie-efficiëntie van gebouwen en op duurzaam bouwen;
-
in partnerschap met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de gewestelijke maatregelen inzake opleiding en onderwijs opvoeren, onder meer om de pedagogische uitrusting en de infrastructuren voor de vormingsoperatoren en middelbare en hogere onderwijsinstellingen op te waarderen;
-
in partnerschap met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, te werken aan de verhoging van het aantal stageplaatsen in bedrijven;
-
de synergieën met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de maatregelen inzake infrastructuren en meer werkgelegenheid in de sectoren van de kinderopvang en de personenhulp te optimaliseren en te versterken;
-
samen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en de Duitstalige Gemeenschap synergieën promoten die het leren van talen en de mobiliteit van werknemers bevorderen.
En tot slot zullen op het einde van de legislatuur onafhankelijke algemene evaluaties van het Plan en een balans van de verwezenlijkingen opgemaakt worden, zoals al gebeurde voor het Marshallplan.
3
6 STRUCTURERENDE KRACHTLIJNEN Krachtlijn I: Een op te waarderen troef: het menselijk kapitaal Doelstelling: Werkgelegenheid scheppen en meer samenwerking en synergieën tussen de actoren van de opvoeding en de vorming om van «levenslang leren» een realiteit te maken die ieders emancipatie èn de regionale ontwikkeling ten goede komt. Investering: 337 miljoen euro Hoewel ze niet uitdrukkelijk in het Marshallplan 2. Groen opgenomen zijn, worden tegelijk bepaalde acties die bijdragen tot de doelstellingen van het Plan, zoals de voortzetting van de hervorming van het alternerend leren en de implementatie van de Service francophone des métiers et des qualifications (SFMQ), in goede banen geleid. Wat opleiding betreft, heeft de regering er op toegezien dat een geïntegreerde strategie goedgekeurd werd voor Krachtlijn 1 en 5 (Alliantie Werk - Milieu).
• Maatregelen 1. De actoren van het onderwijs, de beroepsopleiding en de werkgelegenheid collectief mobiliseren.
a) De leefgebieden ontwikkelen en opleidingspolen inrichten Doelstellingen: - De synergieën aanmoedigen en de samenhang tussen de instellingen van de verschillende netwerken in de schoolbekkens versterken; - De vertegenwoordigers van het kwalificerend onderwijs, van het onderwijs voor sociale promotie, het hoger onderwijs dat beroepsgerichte einddiploma’s aflevert, evenals de operatoren van de vorming, de sectorale fondsen van bedrijven, de overheidsdienst voor werkgelegenheid en de sociale partners samenbrengen rond gemeenschappelijke doelstellingen. Het is de bedoeling om samen het vormingsaanbod te harmoniseren en heuse kanalen aan te leggen die mogelijk maken om het kwalificatieparcours van de toekomstige werknemers voort te zetten, en om te kaderen in een logica van overleg en sturing door de lokale actoren.
4
Acties: 1. De leefbekkens ontwikkelen: o Het decreet «Subregionale sturingsinstanties en stimuli» (schoolbekkens) ten uitvoer brengen; o De reikwijdte en het concept van leefgebied verduidelijken, onder meer door ze in kaart te brengen, met het oog op de oprichting van opleidingspolen die voldoen aan de lokale sociaaleconomische behoeften en om de verschillende bestaande subregionale structuren dichter bij elkaar te brengen. 2. Opleidingspolen oprichten in de leefgebieden: De doelstelling is: o Partnerschappen creëren tussen lokale actoren, bijvoorbeeld via een oproep tot projecten, onder meer om het vormingsaanbod te harmoniseren en om de voortzetting van het parcours van de ontwikkeling van de competenties van de toekomstige werknemers te bevorderen; o Een stuurcomité de opdracht geven om de lopende experimenten op te sporen of te analyseren en om de kerncriteria te bepalen waaraan voldaan moet worden opdat een consortium van actoren dat één of meer projecten draagt, een opleidingspool kan worden; o Aansporen tot partnerships in elk gebied, met voorrang aan netwerking eerder dan aan de ontwikkeling van infrastructuur; o De mogelijkheid onderzoeken om opleidingspolen te keuren. b) De beroepssectoren nog meer betrekken en hun verbintenissen op een meer operationele manier een formele vorm geven Doelstelling: De sectorale kaderakkoorden vorm geven – kaders en specifieke kenmerken – om zo het engagement van de partners te formaliseren. Acties: Deze actie zal het mogelijk maken om de setorale kaderakkoorden vorm te geven en op te volgen in de volgende 12 domeinen: -
de promotie van de technische beroepen in complementariteit met de andere gevoerde acties;
-
de deelname aan de werken van de Service francophone des Métiers et des Qualifications;
-
de garantie van stageplaatsen en plaatsen voor alternerend leren;
-
de steun aan het aanleren van talen;
5
een
logica
van
-
de analyse van de arbeidsmarkt en van de opleidingsmarkt;
-
de uitbreiding van het volume werkaanbiedingen en van de informatie over de sectoren die toegankelijk zijn via de site van het FOREM;
-
meer investeringen in de opleiding van werkzoekenden;
-
de opleiding van de werknemers uit de sector;
-
de steun aan activiteiten die georganiseerd worden door de Competentiecentra, de Centra voor Geavanceerde Technologieën en de opleidingspolen;
-
de steun aan de validering van vaardigheden;
-
de steun aan de inschakeling in het beroepsleven;
-
de steun aan de gelijkheid van kansen.
En meteen ook de opmaak, als dit opportuun blijkt, van andere sectorale, specifieke of kaderovereenkomsten. c) De technische en wetenschappelijke beroepen promoten en opwaarderen, evenals de opleidingskanalen die er toe leiden Doelstelling: De wetenschappelijke en technische beroepen opwaarderen bij de jongeren, bij het publiek en bij de bedrijfswereld. Acties: 1. De energie van de verschillende actoren bundelen, om een geïntegreerd plan voor de promotie van de wetenschappelijke en technische beroepen te promoten, in ieders voordeel. Dit zal onder meer de betrokkenheid inhouden van de Carrefours Emploi Formation, de Pschyo-medischsociale centra van de Franse Gemeenschap, de openbare en privéoperatoren, het kwalificerend onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie, het hoger onderwijs, de beroepssectoren,… 2. De acties voortzetten die de Carrefours Emploi Formation in het kader van het eerste Marshallplan voerden voor de promotie van de knelpuntberoepen, door ze uit te breiden tot alle beroepen waar vraag naar is, waaronder deze die verband houden met de beleidslijnen inzake duurzame ontwikkeling. Er zal bijzondere aandacht gaan naar de strijd tegen elk stereotype op het gebied van opleiding en werkgelegenheid.
6
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 52.500 begunstigden waarvan 15 % beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs d) De oriëntatie verbeteren en versterken Doelstelling: Een aanbod van oriëntatie waarborgen dat rekening houdt met de realiteiten van de arbeidsmarkt en dat efficiënt informeert over deze realiteiten. Acties: Praktische oriënterende acties ontwikkelen, in aansluiting met de arbeidsmarkt. Deze actie is bedoeld om een aanbod van oriëntatie te ontwikkelen dat de werkzoekenden – in het bijzonder deze die begeleid worden door het FOREM en prioritair de jongeren en de ontslagen werknemers – om een toekomstgericht beroep te kiezen op basis van concrete en praktische informatie over de uitoefening van dit beroep. De bevoorrechte aanpak bestaat in het voorstel om één of meer beroepen uit te proberen in een opleidingscentrum, wat mogelijk maakt om de infrastructuren meer te gebruiken, en de stormloop op stageplaatsen in bedrijven vermijdt. Er wordt in het bijzonder ingezoomd op de knelpuntberoepen of de beroepen die verband houden met de beleidslijnen voor duurzame ontwikkeling. De kennismaking van de beroepen en de praktische oriënteringsacties worden prioritair voor jongeren opgezet, in een opleidingscentrum van het FOREM en bij het IFAPME, en met andere operatoren via oproepen tot projecten. Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 11.600 begunstigden waarvan 15 % beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs e) De maximale toegankelijkheid van de opleidingscentra voor iedereen waarborgen Doelstelling: De toegang tot spitsuitrusting in de nabijheid van de schoolinstellingen mogelijk maken. Acties: 1. Het partnerschap tussen het Waals Gewest en de Federatie Wallonië/Brussel voortzetten, met het oog op een gecombineerde ontwikkeling van de Waalse competentiecentra en de communautaire centra voor geavanceerde technologieën.
7
2. De inspanningen van het eerste Marshallplan op het gebied van samenwerking tussen het onderwijs en de beroepsopleiding in de competentiecentra voortzetten, om zo tot minstens 3 700 000 uren voor het kwalificerend onderwijs te komen (de IFAPME-leerlingen inbegrepen), voor het onderwijs voor sociale promotie en voor het hoger niet-universitair onderwijs in 2013. Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 3.729.000 uren competentiecentra waarvan 15 % beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs 2. De voorzieningen tot werkgelegenheid valoriseren en versterken
Doelstelling: De voorzieningen voor tewerkstelling efficiënter maken, door ze te vereenvoudigen en door ze nauwer aan te sluiten op het beleid voor de tewerkstelling van werkzoekenden. Acties: 1. De werkgelegenheid door het systeem APE profitsector verduurzamen en ontwikkelen; Gekwantificeerde doelstelling: 500 arbeidsplaatsen per jaar 2. De APE - arbeidsplaatsen voor jongeren die in het kader van het Marshallplan toegekend werden (profitsector) blijvend maken, nieuwe uitwerken en het gebruik ervan optimaliseren. Gekwantificeerde doelstelling: 600 arbeidsplaatsen per jaar
3. De APE - voorziening evalueren en, in voorkomend geval, de regelgeving aanpassen en de procedures vereenvoudigen; 4. De voorziening van het doorstromingsprogramma (PTP) evalueren;
8
3. Ingaan op de behoeften van de markt, met de uitbreiding van het opleidingsaanbod en de vergemakkelijking van de inschakeling van de werkzoekenden a) Het Talenplan efficiënter maken Doelstelling: De ontwikkeling van een functionele meertaligheid bij alle Walen ondersteunen, met de bundeling van de inspanningen van de Waalse Regering en van de Regering van de Franse Gemeenschap, om tot een echte taalbeheersing door iedereen te komen.
Acties: Taalbadbeurzen toekennen en opleidingen organiseren, door zich op de verschillende doelgroepen te richten en door de efficiëntie van de maatregelen te optimaliseren en dit door middel van een aanpassing van de doellanden, de partnerschappen, de doelgroepen en de duur van het taalbad. Deze actie kadert in de verlenging van het eerste Marshallpan. Ze is bedoeld om het Talenplan efficiënter te maken, door dit onder meer weer toe te spitsen op de personen die nauw aansluiten op de arbeidsmarkt (werkzoekenden, jongeren in het laatste jaar van het kwalificerend onderwijs en laatstejaarsstudenten van het hoger onderwijs voor beroepen die op internationale carrières gericht zijn), en tegelijk een inspanning te leveren voor de taalopleiding van jonge schoolverlaters en de werkzoekenden in het algemeen. Net als in het eerste Marshallplan zal er bijzondere aandacht gaan naar het leren van het Nederlands en het Duits. Het Marshallplan 2. Groen neemt enkel de kosten van de begunstigden van de beurzen ten laste, de beheerskosten zijn voor rekening van de ION’s (Instellingen van Openbaar Nut) of van de administraties die deze beurzen beheren. 1. De beurzen en opleidingen voor de werkzoekenden •
De beurzen voor werkzoekenden zijn bedoeld om deze de mogelijkheid te geven om een taalbad van enkele weken te krijgen in een taalopleidingscentrum in een Europees land of in een Belgische taalgemeenschap om Engels, Nederlands of Duits te leren of om één of meer maanden stage te lopen in een bedrijf.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 5.500 beurzen
9
•
Modules van taalopleidingen uitwerken voor de werkzoekenden; Het is hier de bedoeling om een aanbod van intensieve taalopleidingen in stand te houden (Engels, Nederlands, Duits) voor de werkzoekenden en/personen die een kort taalbad krijgen.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 773.675 stage-uren 2. De opleidingen voor de werknemers •
Opleidingscheques voor werknemers uitgeven om talen te leren, met de optimalisering van de efficiëntie van de maatregel en de uitvoering van een fraudebestrijdingsplan via samenwerking met het FOREM en de Chequecommissie.
Gekwantificeerde terugbetaald
doelstelling
2010-2014:
275.000
taalcheques
3. De beurzen en opleidingen voor de jongeren van het kwalificerend onderwijs en de laatstejaarsstudenten Deze actie is ook gericht op het leren van het Engels, het Nederlands en het Duits in een Europees land of in een andere Belgische taalgemeenschap. De bedragen worden aangepast aan beide situaties. Ze beoogt op de eerste plaats om, vanaf 2011, jongeren in het laatste jaar van het kwalificerend onderwijs en van de kwalificerende opleiding van het IFAPME de mogelijkheid te bieden om een beroepsgebonden taalopleiding te krijgen: - ofwel met een beurs voor een stage of een taalbad in een opleidingscentrum - ofwel met intensieve taalcursussen die op de taal van het beroep inzoomen. Ze wil laatstejaars van het algemeen onderwijs ook mogelijk maken om een volledig of gedeeltelijk laatste jaar te volgen in een Europese instelling of in een instelling van een andere Belgische taalgemeenschap. Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 4.150 beurzen 4. De beurzen voor de jongeren van het hoger onderwijs •
BRIC - beurzen Deze actie is bedoeld om een formule te toetsen van een stagebeurs voor studenten van het hoger onderwijs die beroepservaring willen opdoen in één van volgende opkomende landen: Brazilië, Rusland, India en China.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 250 beurzen
10
•
EXPLORTE - beurzen Het gaat erover, om via verschillende modules, de kans te geven aan studenten van het hoger onderwijs om kennis te maken met de exportgerichte beroepen, hun talenkennis te versterken en om menselijke middelen ter beschikking te stellen van de Waalse ondernemingen, die kunnen bijdragen aan internationale projectontwikkelingen. Het objectief is de verhoging van het aantal EXPLORT-beurzen en de verhoging van de efficiëntie van de maatregel door een aanpassing van de doellanden, de partnerschappen, de doelgroepen en de duur van het inleefverblijf. Deze actie beoogt de ontwikkeling van het aanbod stages «op maat» voor de studenten, de verhoging van het aantal stages van korte termijn in verband met de deelname van bedrijven aan vakbeurzen, en de versterking van de synergieën met de competentiepolen en de bedrijfsnetwerken. Ze omhelst ook de verhoging van het aantal stages in partnership met het AWEX, en de verhoging van het aantal stages voor bepaalde specifieke sectoren waar de vraag naar arbeidskrachten groot is. De samenwerking met de andere opleidingsoperatoren en de inspanningen op het gebied van communicatie naar de bedrijven en de studenten toe, worden voortgezet.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 650 bijkomende beurzen b) De behoeften van de werkzoekenden en van de bedrijven afbakenen, de kwalificerende en prekwalificerende opleidingen in die zin aanpassen en de toegang tot tewerkstelling verbeteren Doelstellingen - De identificatie en de analyse van de beschikbare en op de markt gevraagde competenties verbeteren; - Het aanhaken bij en de toegang tot de werkgelegenheid van de publieksgroepen die door de crisis getroffen worden, en in het bijzonder de jongeren, bevorderen; - De oriëntatie en de opleiding van de publieksgroepen naar knelpuntberoepen of beroepen in verband met duurzame ontwikkeling vergroten; - Er voor zorgen dat toekomstgerichte en de op de arbeidsmarkt gevraagde competenties meer op elkaar aansluiten. Acties: Het knelpuntplan voortzetten, met de uitbreiding tot de gevraagde beroepen en de beroepen die verband houden met duurzame ontwikkeling. Dit plan wordt aangevuld met formules voor alternerend leren voor
11
volwassen werkzoekenden, met een betere analyse van de competenties van personen die door de crisis getroffen zijn – in het bijzonder de jongeren – en met een sterkere koppeling van de aangeboden en de gevraagde competenties. 1. De gevraagde en toekomstgerichte competenties analyseren •
Een voortdurende analyse van de beroepen waar vraag naar is of die verband houden met de beleidslijnen voor duurzame ontwikkeling;
•
De invoering, prioritair voor de jongeren die de arbeidsmarkt betreden en geleidelijk voor de andere jongeren en de ontslagen werknemers, van een snelle en grondige diagnose van de situatie door hun referentie-adviseur. Deze voorziening zal mogelijk maken om de belangrijkste competenties van de persoon in kaart te brengen, om de persoon te positioneren ten opzichte van de beroepen die de markt vraagt, en om indien nodig, een professioneel project te bepalen dat de verwerving van nieuwe competenties noodzaakt om werk te vinden;
•
Verder «screenings» invoeren van de beroepen waar veel vraag naar is.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 40 doorlopend geanalyseerde beroepen waarvan 25 % beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs 40.000 personen gescreend waarvan 12,5 % in de beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs 125.000 personen die een diagnose krijgen 2. Het aanbod van prekwalificerende en kwalificerende opleidingen aanpassen Het opleidingsaanbod zal georganiseerd zijn rond de openbare operatoren (FOREM, IFAPME, Onderwijs voor Sociale Promotie), de privé-operatoren (vzw’s die opleiding geven, competentiecentra, instellingen voor socioprofessionele inschakeling,…) en sectorale operatoren. Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 3.024.025 uren kwalificerende opleiding waarvan 1.446.250 uren opleiding voor de beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs 550.000 uren prekwalificerende opleiding in de beroepen in de Alliantie werk milieu en andere groene jobs. 3. De ontmoeting tussen de vraag en het aanbod van competenties vergemakkelijken De ontmoeting tussen het aanbod van en de vraag naar competenties bevorderen, door onder andere een voorbereiding van de doelgroep op de ontmoeting met de werkgevers die aanwerven (waaronder de werkgevers van andere regio’s en de Europese landen), om zo een terugkerend, kort en vlot en snel toegankelijk aanbod op elk grondgebied te waarborgen. In die zin zullen het aantal gelegenheden voor ontmoetingen met 12
aanwervende werkgevers vermenigvuldigd worden (de werkgevers van de andere regio’s en landen in Europa inbegrepen), bijvoorbeeld met jobdatings, jobdays, … Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 190.000 individuele adresseringen 45.000 personen die voorbereiding krijgen en/of werkgevers rechtstreeks kunnen ontmoeten Deze actie vult de geplande samenwerkingsacties tussen het FOREM en de VDAB aan, met name op het gebied van de uitwisseling van vacatures die ook geïntegreerd zullen opgevolgd worden op basis van het Marshallplan 2. Groen. c) Het kanaal van het alternerend beroepsstages veralgemenen
leren
ontwikkelen
en
de
Doelstelling In elk bekken, de jongeren die willen, de mogelijkheid bieden om hun kwalificatie te bekomen via alternerend leren of bedrijfsstages. Acties: 1. Geleidelijk de beroepsstages voor alle leerlingen uit het kwalificerend onderwijs veralgemenen. 2. Het aanbod inzake alternerend leren van het IFAPME uitbreiden. Deze actie kadert in de verlenging van het eerste Marshallplan. Ze beoogt de kwalitatieve en kwantitatieve optimalisering van het aanbod van stages in alternerend leren – onder meer bij de overheid – evenals de steun aan en de begeleiding van de jongeren tijdens hun opleidingsparcours. Daartoe is het zaak om de instrumenten en de methodes voor het mentorschap verder te ontwikkelen, en ook om het alternerend leren te hervormen (met het onderwijs voor sociale promotie inbegrepen). Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 160.000 opleidingsuren waarvan 30 % voor de beroepen in de Alliantie werk - milieu en andere groene jobs 3. De toetsing van een aanbod van opleidingen in alternerend leren in het hoger onderwijs en van formules voor alternerend leren voor werkzoekenden.
13
Krachtlijn II: Een succes om te vergroten: de strategieën van de concurrentiepolen en van de bedrijfsnetwerken Doelstelling: Verder een nieuw industrieel beleid invoeren dat gebaseerd is op de netwerking van de actoren en, met name, van de concurrentiepolen. Totale investering: 388 miljoen euro
• Maatregelen 1. De dynamiek van de vijf bestaande concurrentiepolen voortzetten en verruimen Op basis van een studie die de ontwikkelingsmogelijkheden van de verschillende Waalse economische sectoren bepaalde, had de Regering in het kader van het Marshallplan vijf economische gebieden afgebakend om een beleid van concurrentiepolen op te zetten: -
biologische wetenschappen; voedingsmiddelenindustrie; mechanische engineering; transport-logistiek; lucht- en ruimtevaart.
Op basis van het advies van een internationale jury, had de Waalse Regering vijf polen gekeurd die op het hele Grondgebied -
bedrijven van alle formaten; opleidingscentra; onderzoekunits (openbaar en privé)
groeperen. Deze verschillende actoren zetten de schouders onder een partnerschap dat bedoeld is om gemeenschappelijke en vernieuwende projecten op stapel te zetten die leiden tot de opzet van activiteiten en tot werkgelegenheid in Wallonië. In het kader van dit Marshallplan 2. Groen, zal deze dynamiek die door de concurrentiepolen ontstaat, worden voortgezet en vergroot. Daartoe: -
zal de deelname van de kleine en middelgrote bedrijven verhoogd worden;
-
zullen de synergieën en de projecten tussen regionale, nationale en internationale polen beklemtoond worden;
14
-
zal er in overleg met de nabijgelegen regio’s worden op toegezien dat de bedrijven uit die regio’s ook gelijkaardige investeringssteun kunnen krijgen als deze die in Wallonië voorzien is bij deelname aan een concurrentiepool.
Er zullen bij de polen oproepen voor projecten opgezet worden. Voor deze oproep tot projecten is een totaal budget van 280 miljoen euro voorbehouden, in de overweging dat er projecten met betrekking tot onderzoek, investeringen en opleiding kunnen ingediend worden. Anderzijds zullen ook investeringsprojecten gefinancierd kunnen worden op de specifieke begroting die toegewezen is aan de Sofipôle. Om het concept van duurzame ontwikkeling transversaal meer ingang te doen vinden in de polen, zal een oproep tot projecten voor ‘duurzame ontwikkeling’ worden opgezet en gefinancierd, zoals de andere oproepen tot projecten, in de enveloppe van 280 miljoen euro. Er zal een specifiek transversaal thema voor alle concurrentiepolen worden bepaald om deze oproep tot projecten te ondersteunen. De internationale jury zal er daarnaast op toezien dat de toekomstige gekeurde projecten de strategie van duurzame ontwikkeling die de polen uitstippelden, voortzetten en onderbouwen. De polen zelf zullen hun bijdragen aan de concrete uitvoering van deze strategie meedelen. Om de dynamiek van de polen te onderhouden en te versterken, zullen hun operationele cellen verduurzaamd worden. Acties: a) Investeren in onderzoek en innovatie De partners van de polen (bedrijven, universiteiten, onderzoekcentra) zullen de onderzoeksprojecten verder ontwikkelen aan de hand van de nieuwe oproepen tot projecten. b) De opleiding ontwikkelen De opleidingsoperatoren zullen de nodige middelen krijgen om te beantwoorden aan de opleidingsbehoeften die de bedrijven van de polen kenbaar maken, met name via de “bonus” voor concurrentiepolen. Het bestek van de oproepen tot projecten zal een opleidingsluik bevatten voor minstens 20% van de budgetten van de polen, met inbegrip van de voorzieningen (bonussen) die de opleiding aanmoedigen in de polen die voor de hele looptijd van het plan gewaarborgd zullen zijn. De polen zullen kunnen beschikken over drie deskundigen in «opleiding» om ze te helpen om hun opleidingsstrategieën daadwerkelijk uit te voeren.
15
c) De investeringshulp optrekken Deze wordt opgetrokken met de toekenning van een bonus, naargelang van de categorie en de vestigingsplaats van de onderneming (vrije stadszones en plattelandszones). De specifieke modaliteiten voor KMO’s zullen bepaald worden met het oog op de toekenning van een bonus aan de KMO’s en ZKO’s die lid zijn van de polen. d) De overheidsinvesteringen optimaliseren in activa en participaties via de SOFIPOLE De middelen van de SOFIPOLE, de enige toegangspoort voor de financiering van de ‘pool’-investeringen, zullen opgetrokken worden om de rechtstreekse deelneming aan de tweede en derde ronde voor de bedrijven van de polen mogelijk te maken, evenals de steun aan de vastgoedoperaties die aan groepen van KMO’s wordt toegekend. De SOFIPOLE zal grote gemeenschappelijke onderzoeksinfrastructuren financieren die dan gedeeld moeten worden door de actoren uit de academische wereld, de onderzoekcentra en de bedrijven, op dergelijke uiteenlopende gebieden als wetenschap, technologie, milieu of sociale wetenschappen. Naast de bijhorende kosten voor de human resources kunnen de toekomstige infrastructuren ook slaan op voorzieningen, grote uitrusting, gegevensbanken, gemeenschappelijke diensten,… Ze kunnen betrekking hebben op één, op meer of op virtuele vestigingen. Deze infrastructuren (gemeenschappelijke gegevensbanken, gedeelde uitrusting,…) worden onder meer samen met het ESFRI (The European Strategic Forum for Research Infrastructures) op Europese schaal bepaald. De SOFIPOLE zou ook kunnen deelnemen aan de financiering van het virtueel centrum voor onderzoek naar de nieuwe materialen en de mechanische engineering. Onafgezien van de bestaande steunverlenende diensten zou een begeleiding bij de financiële montage kunnen voorgesteld worden voor eigen vastgoedoperaties, voor rekening van bedrijven of als rechtstreekse steun aan bedrijven, vooral aan KMO’s. Gekwantificeerde doelstelling: 20 projecten ondersteund e) De uitvoerondersteuning ontwikkelen De steun aan de uitvoerprogramma’s van de polen wordt voortgezet en verder ontwikkeld, met name via de financiering van een «exportverantwoordelijke » per pool en de uitvoering van een jaarlijks export-actieplan. Dit plan zal worden voorgelegd ter beoordeling aan de internationale jury van de polen en ter keuring aan de Waalse Regering. Deze maatregel is bedoeld om de prospectie en de commerciële acties te stimuleren, om de zoektocht naar economische en technologische internationale partners uit te breiden en ook om ruimer deel te nemen aan internationale netwerken. 16
De wetenschappelijke en technologische dimensie van de economische opdrachten en van het AWEX-netwerk in het buitenland wordt verruimd, door middel van: - de creatie van posten van vaste ambassadeurs die de polen vertegenwoordigen, de onderzoekscentra en de universiteiten inbegrepen; - de uitbouw van een netwerk van 5 wetenschappelijke en technologische medewerkers die de opdracht krijgen om de aanwezigheid van het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap wereldwijd te vergroten op universitair en technologisch gebied. Ze zullen vooral technologische partnerships tussen universiteiten moeten uitwerken; - de opleiding van de economische en handelsattachés; - de specialisering van de "explort"-diploma’s in een welbepaalde sector. Gekwantificeerde doelstelling: Steun aan gemiddeld 120 internationale projecten van de polen per jaar f)
Het zoeken naar en onthaal van buitenlandse investeerders optimaliseren De sectordeskundigen die bij het AWEX werden aangeworven, blijven behouden. Ze zullen sectorgebonden prospecteren, in synergie met het netwerk van economische en handelsattachés. Er wordt een duurzame functie van deskundige in duurzame ontwikkeling in het leven geroepen. Gekwantificeerde doelstelling: - 6 betrekkingen van deskundigen gecreëerd of blijvend gemaakt -300 gecreëerde arbeidsplaatsen/jaar als gevolg van geslaagde investeringsdossiers van de sectordeskundigen
2. Een zesde concurrentiepool «Milieutechnologieën»
opzetten,
voor
de
Zoals het proces om de eerste vijf concurrentiepolen te bepalen, zal ook een wetenschappelijke studie opgezet worden om de toekomstgerichte kanalen uit te lichten waarin Wallonië inzake milieutechnologieën kan uitmunten op Europese of op wereldschaal. Deze studie zal rekening moeten houden met de krachtlijnen die inzake duurzame ontwikkeling werden bepaald in de bestaande polen, met de groene clusters en met het virtueel centrum voor onderzoek in duurzame ontwikkeling. Vervolgens zal de zesde pool gekeurd worden, op basis van de opgedane ervaring en van de methodologie die toegepast werd voor de keuring van de eerste vijf polen (oproep tot kandidaturen, in de geselecteerde technischeconomische gebieden, met een bestek) en van de nu beproefde procedure voor analyse door een internationale jury.
17
De zesde pool zal dan kunnen genieten van dezelfde steun als de eerste vijf: operationele cel, investering, onderzoek, opleiding, sectordeskundige en onthaal van buitenlandse investeringen. In de internationale jury van de polen zal een erkende deskundigheid inzake duurzame ontwikkeling opgenomen worden.
3. Bijdragen tot de ontwikkeling van de bedrijvennetwerken Om de regionale steun aan de polen en aan de bedrijvennetwerken duurzaam te maken, zal het clusterdecreet zeer binnenkort ten uitvoer gelegd worden. Er zal een bewaking van het bedrijvennetwerk in Wallonië georganiseerd worden om die sectoren te bepalen die de structurering in een netwerk nodig hebben en er zal geregeld verslag worden uitgebracht aan de Regering. Net als voor de polen zal ook voor alle bedrijvennetwerken de overkoepelende dimensie van «duurzame ontwikkeling » verbeterd worden, met de aanleg van een platform van «ecoclusters», waarmee ze synergieën zullen kunnen smeden en hun externe zichtbaarheid kunnen verbeteren. Zo zal een gemeenschappelijke strategie van de «groene» clusters uitgestippeld worden.
18
Krachtlijn III: Het wetenschappelijk onderzoek als motor voor de toekomst Doelstelling: De Waalse Regering zal, in synergie met de Regeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Federatie Wallonië/Brussel, verder de weg van herinvestering volgen, wat volledig kadert in de Europese doelstelling om 3% van het bruto binnenlands product aan onderzoek te besteden, waarvan tweederde privé. Totale investering: 142 miljoen euro
• Maatregelen 1. De onderzoeksinspanningen van alle actoren in Wallonië en in Brussel coördineren Doelstelling: De kritische massa in onderzoek halen op strategische gebieden, het onderzoek in de ruimte Wallonië/Brussel meer in de kijker plaatsen en de adviesorganen in staat stellen om hun opdrachten in de schoot van de Federatie Wallonië/Brussel uit te voeren. Acties: a) Een Raad Wallonië/Brussel voor wetenschappelijk onderzoek oprichten; b) Samen met de Regeringen van de Federatie Wallonië/Brussel en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een strategie van ontwikkeling en investering in onderzoek uitstippelen, die overkoepelende strategische thema’s vastlegt zoals duurzame ontwikkeling, hernieuwbare energie, de nieuwe technologieën, de verlenging van de levensduur en de gezondheid; 1. Prospectieve analyses uitvoeren 2. Overleg plegen met de openbare en privé-actoren van het onderzoek 3. Twee onderzoeksprogramma’s met gezamenlijke financiering uitvoeren c) Uitmuntendheidsprogramma’s voortzetten, door meer samenwerking tussen de Academies; 1. De huidige uitmuntendheidsprogramma’s beoordelen 2. de positief beoordeelde programma’s voortzetten, met de invoering van de verschillende mechanismen met het oog op hun toepassing (publiek - private samenwerking, enz.)
19
3. Een thema bepalen en eventuele andere uitmuntendheidsprogramma’s financieren (met voorrang voor de interdisciplinaire aanpak in het programma), met de invoering van verschillende mechanismen voor hun toepassing (publiek - private samenwerking, enz.) Gekwantificeerde gefinancierd
doelstelling:
1
bijkomend
onderzoeksprogramma
d) Voortzetting van de toekomstgerichte programma’s die verband houden met de thema’s die in de strategie voor de ontwikkeling van het onderzoek werden bepaald; Gekwantificeerde programma’s
doelstelling: voorzetting van de 4 mobiliserende
e) De uitmuntendheid van het onderzoek onderbouwen via het Waals universitair deskundigheidscentrum WILL (Walloon Institute for Leadership in Life Sciences); Gekwantificeerde doelstelling: 5 oproepen tot projecten voor de periode f) De FRIA-beurzen verder financieren, via een herzien mechanisme van toekenning van de beurzen, om een actieve rol van de bedrijven te garanderen Gekwantificeerde doelstelling: minimaal 30 FRIA-beurzen toegekend voor de periode
2. De human resources en de bijhorende middelen, die nodig zijn om naar uitmuntendheid te streven, uitbouwen en ontwikkelen Doelstelling: Onderzoekers een aantrekkelijke carrière bieden, om de hersenvlucht te beperken. a) Vorderen in de bepaling van het statuut van de onderzoeker; b) De arbeidsomstandigheden van de toegang tot uitrusting van topniveau;
onderzoekers
verbeteren,
met
Het kadaster van de grote uitrustingen van het FNRS updaten en openbaar maken. c) De toepassing bevorderen;
van
het
De universiteiten en de toepassing van het charter.
Europees
Charter
onderzoekscentra
20
van
de
onderzoeker
sensibiliseren
voor
de
Gekwantificeerde doelstelling: Charter bij minimaal 8 universiteiten ingevoerd d) De arbeidsomstandigheden van de post-doc onderzoekers verbeteren, door ze meer carrièremogelijkheden te bieden in bedrijven en bij het openbaar ambt. 1. Het succes van het First Post-Doc systeem evalueren en het systeem voortzetten. Gekwantificeerde doelstelling: Minimum 30 First Post-docs gefinancierd 2. Het statuut van de Doctors in het openbaar ambt verbeteren.
3. De uitmuntendheid van onze onderzoekers bekrachtigen in de internationale netwerken 1. Het onderzoek van het Waals Gewest en van de Federatie Wallonië/Brussel aansluiten op het onderzoek in de rest van de wereld, met: - de ondersteuning van de medewerking van onderzoekers aan internationale projecten; - de bevordering van de netwerking van de onderzoekers en de actoren van het onderzoek op internationale schaal; - het aantrekken en behouden in Wallonië van bedrijven die aan wetenschappelijk onderzoek doen; - een grotere aantrekkingskracht van ons potentieel in wetenschappelijk onderzoek en universitair onderwijs. 2. De coördinatie, in de schoot van de Federatie Wallonië/Brussel, van de vertegenwoordiging in de Europese en internationale instanties. 3. De invoering van een structurele coördinatie en een structureel overleg tussen de verschillende actoren van de financiering van het onderzoek, om de benutting van de aan onderzoek toegekende middelen te optimaliseren. 4. De bevordering van de deelname van Waalse bedrijven, en vooral KO’s, aan de verschillende internationale onderzoeksprogramma’s (Eranet, Eurekâ …). Gekwantificeerde doelstelling: 150 bedrijven aanwezig in de Europese onderzoeksprogramma’s
21
(en
vooral
KMO’s)
4. De integratie van het onderzoek in de innovatiestrategie van bedrijven stimuleren
Doelstelling: Komen tot de kennismaatschappij, ten dienste van de maatschappij, dankzij de aanmoediging van innovatie in bedrijven en het partnerschap tussen openbare en privé-actoren van het onderzoek. Acties: a) Oproepen tot projecten voor samenwerkingsverbanden voor technologische innovatie opzetten, om de uitbouw van partnerships mogelijk te maken op economische gebieden die buiten de reikwijdte van de polen vallen. Om elk verlies aan efficiëntie te vermijden, wordt over de gebieden van deze partnerships overleg gepleegd met de concurrentiepolen. Daarnaast worden deze oproepen tot projecten georganiseerd volgens dezelfde principes als voor deze die in de polen zelf worden opgezet. Gekwantificeerde doelstelling: 5 oproepen voor projecten voor de periode b) Het First Spin-off programma onderbouwen, in overleg met de verschillende actoren (bedrijven, universiteiten, hogescholen, Spin-off, Raad voor Wetenschapsbeleid, enz.), en de invoeging van een marktstudie en de voorbereiding van een businessplan in het laatste jaar van het First spin-off programma voorzien. Gekwantificeerde doelstelling: Minimum 30 first spin-off toegekend voor de periode c) Specifieke maatregelen invoeren om de spin-offs meer in staat te stellen om nog meer nieuwe economische activiteiten op te zetten en werkgelegenheid te scheppen in Wallonië: steun aan het management (interim managers en business developpers), de uitbreiding van hun eigen vermogen (privé- en overheidsfinancieringen) en ze internationaler maken. 1. Invoering van een voorziening management in de spin-offs.
voor
steunfinanciering
aan
het
Gekwantificeerde doelstelling: 15 spin-offs per jaar (of 75) die hulp krijgen met het management 2. Invoering van specifieke financiële middelen voor de spin-offs. Gekwantificeerde doelstelling:100 ondersteunde spin-offs
22
d) De operatoren in wetenschappelijke en technologische bemiddeling sterker invoegen in netwerken. e) Via samenwerking tussen het Agentschap voor Economische Stimulering en het Agentschap voor Technologische Stimulering een strategisch innovatieplan uitwerken voor de Waalse bedrijven, met vooral aandacht voor milieu-innovatie. f) De uitstippeling van strategieën die bedoeld zijn om de mogelijkheid te toetsen van de omzetting van de potentiële innovaties («Proof of concept») in een toegevoegde waarde voor een bedrijf (nieuwe markten, nieuwe klanten…), via de valorisatiecellen van de universiteiten, en in samenwerking met de technologische incubatoren. 1. Het mechanisme voor steun aan het "proof of concept" invoeren. Gekwantificeerde strategieën
doelstelling:
Minimum
3
«Proof
of
concept»
2. Het mechanisme vanaf 2011 evalueren. g) Procedures invoeren voor de ex-post evaluatie van de onderzoeksprojecten om de resultaten inzake verwezenlijking van de economische, sociale en milieudoelstellingen op korte, middellange en lange termijn te beoordelen. 1. Een voorafgaande studie over de impact van het gevoerde onderzoek uitvoeren. 2. Procedures invoeren voor de ex-post evaluatie van de projecten.
23
Krachtlijn IV: Een prioriteit met het oog op de uitbouw van een vruchtbaar kader voor de opzet van nieuwe activiteiten en voor nieuwe werkgelegenheid van kwaliteit Totale investering 167 miljoen euro en 425 miljoen alternatieve financiering
• Maatregelen 1. Lancering van een “pact om het initiatief te ondersteunen” Doelstelling - Een kader uitbouwen dat de opzet en de ontwikkeling van activiteiten bevordert; - De groei van de bedrijven ondersteunen; - Een heus Waals plan voor de KMOs lanceren , dat gestoeld is op de Europese Small Business Act (SBA), zodat de zin voor initiatief en ondernemen de echte grondslag van het Waals dynamisme wordt, met naleving van de regels van duurzame ontwikkeling. Acties: a) De zin voor ondernemen aanmoedigen en aansporen om nieuwe activiteiten op te zetten 1. Het "Comité d'accompagnement de l'Esprit d'Entreprendre dans l'Enseignement et la Formation" uitbreiden tot de bedrijfswereld en zijn competenties zo doen evolueren dat het een vast forum wordt voor ontmoetingen tussen de bedrijfswereld en het onderwijs. 2. In het kader van het Waals plan «Esprit d'Entreprendre» dat het Agentschap voor Economische Stimulering (ASE) uitvoert, acties uitwerken die inzoomen op jongeren, via de operatoren, vernieuwende innovatieve ondernemersprojecten bij de onderwijsinstellingen, evenals onderbouwende acties:
o
o
o
Gekeurde acties zoals ontmoetingen met professionelen, de ontwikkeling van de creativiteit, «learning by doing» die via erkende operatoren in de instellingen gevoerd worden; Al dan niet innovatieve ondernemersprojecten, die in de instellingen uitgevoerd worden op initiatief van docenten en die de gekeurde acties aanvullen; Communicatie, benchmarking, netwerking (buiten de verwezenlijkingen met steun van het Europees Sociaal Fonds).
24
Gekwantificeerde doelstelling: 60 gekeurde acties (12/jaar) 250 ondernemersprojecten (50/jaar) 75.000 bereikte jongeren (15 000/jaar) 5.000 betrokken docenten (1 000/jaar) 2500 betrokken instellingen(500/jaar) 3. In het kader van het Waals Programma «Esprit d'Entreprendre» dat het Agentschap voor Economische Stimulering (ASE) uitvoert, acties ontwikkelen die gericht zijn op de docenten en de jonge afgestudeerden-toekomstige leerkrachten, zoals inleefstages en de Ondernemingsgeest promoten via een sensibiliseringsteam: o Team van medewerkers om te sensibiliseren voor de ondernemingsgeest; o Opzet, invoering en promotie van inleefstages voor de toekomstige leerkrachten; o Opzet, invoering en promotie van pedagogische instrumenten en vormingsworkshops voor leerkrachten die al les geven. Gekwantificeerde doelstelling: 6 sensibiliseringsmedewerkers 500 stagiairs (100/jaar) 5.000 betrokken leerkrachten (1 000/jaar) 2500 betrokken instellingen (500/jaar) 4. De ‘Grand Prix wallon de l’Entrepreneuriat’ onderbouwen en de prijs voor de «Vrouwelijke ondernemer van het jaar» instellen. Gekwantificeerde doelstelling: 5 uitgereikte prijzen per editie 5. Samen met het Agentschap voor Economische Stimulering (ASE), het Forem en het IFAPME instaan voor de bepaling van samenhangende informatie over de opzet van nieuwe activiteiten voor de werkzoekenden, die zich aanbieden bij de Carrefours Emploi Formation. 6. De samenwerking tussen de erkende structuren SAACE (begeleidingsstructuren voor zelftewerkstelling) en de operatoren van de economische activiteit, met name via het SAACE-platform, om een passende, gespecialiseerde en efficiënte Waalse dekking te waarborgen voor de bedenkers van activiteiten.
25
b) Het ondernemerschap vergemakkelijken, de groei van bedrijven ondersteunen en de overdracht vergemakkelijken
de
Doelstellingen: - De administratieve stappen die bij de oprichting van een bedrijf en bij economische ontwikkeling horen, vergemakkelijken; - Meer steun bieden aan de groei van de bedrijven; - De overdracht van bedrijven vergemakkelijken. 1. De ondernemers een «bedrijvenportaal» en een uniek « bedrijvenloket » ter beschikking stellen, waar ze kunnen te weten komen welke steun ze kunnen krijgen naargelang van hun ontwikkelingsstadium, en er het enige aanspreekpunt voor al hun contacten met het Waals Gewest van maken. Gekwantificeerde doelstelling: 60.000 bezoeken aan het portaal 2. De rationalisering van de sector van de economische activiteit afronden, en het Agentschap voor Economische Stimulering nauwer aansluiten op het Agentschap voor Technologische Stimulering. De operatoren van de economische activiteit zullen in kaart gebracht worden, met een volledig overzicht van de financieringsbronnen en de operatoren voor economische stimulering zullen beoordeeld worden op basis van tevredenheidsonderzoek bij de bedrijven die een beroep deden op hun diensten. De synergieën tussen beide Agentschappen zullen opgevoerd worden, in de optiek van hun geleidelijke integratie. Dit zal onder meer gebeuren met de opmaak van een gemeenschappelijke kaart van de operatoren voor economische en technologische bemiddeling, de gecoördineerde promotie van de innovatievoorzieningen, de gezamenlijke organisatie van bewustmakingsevenementen en de informatie of de formele vormgeving – met raamovereenkomsten – van de samenwerking tussen operatoren voor economische en technologische bemiddeling. De meer bijzondere doelstellingen van het Agentschap voor Economische Stimulering (ASE), die door deze enveloppe zullen gefinancierd worden, zijn de punten cartografie en tevredenheidsonderzoek. 3. De bedrijven meer instrumenten voor economische activiteiten ter beschikking stellen, aan de hand van meer professionalisme. In het kader van de gedecentraliseerde aansturing door het Agentschap voor Economische Stimulering (ASE), zullen de professionalisering en de beroepsmatige aanpak van de operatoren voor economische animatie, en ook de ontwikkeling van de bedrijven versterkt worden, via onder meer:
26
o o o o o
De opvolging van de erkenning van de SLC-Lokale coördinatiestructuren; De opvolging en de harmonisering van de actieportefeuilles van de SLC en van de enquêtes bij de begunstigden; De oproepen tot innovatieve projecten en op het gebied van handel; De opleiding van de operatoren van de economische activiteit (ASE Academie); De begeleiding van de ontwikkeling van de bedrijven.
Met het oog op professionalisering en opleiding van de operatoren voor economische activiteiten: o De coördinatie van de voorziening «Strategische Intelligentie»; o De oprichting van een centrum voor middelen en doorlopende opleidingen; o Met de opleiding en de verspreiding van Strategische Intelligentie naar de Polen; o Met de instelling van een leerstoel «Strategische Intelligentie». In het kader van het Programma «Création d’activités» van het Agentschap voor Economische Stimulering, zullen acties en innovatieve instrumenten of die op prioritaire publieksgroepen gericht zijn, ontwikkeld worden, met o acties om de bedenkers van activiteiten en de jonge bedrijven te begeleiden; o acties in verband met vrouwelijk ondernemerschap; o acties die de uitmuntendheid en de kwaliteit van de operatoren ontwikkelen; o de ontwikkeling van instrumenten, acties of steun aan de bedenkers van activiteiten in de fase vóór of de fase na de opzet van nieuwe activiteiten en aan de ontwikkeling van de competenties in management. Ook zullen de diensten die steun verlenen aan bedrijven meer in de kijker geplaatst worden op beurzen en fora. Gekwantificeerde doelstellingen: 2.500 handelaars sensibiliseren (500/jaar) 750 handelaars begeleiden (150/jaar) 25 cyclussen voor economische opleidingen voor operatoren, bedrijven en verkozenen en politieke beleidsmakers 2.000 deelnemers aan de opleidingscyclussen (operatoren, bedrijven en verkozenen en politieke beleidsmakers) 3 begeleidingscyclussen voor de ontwikkeling van de bedrijven 500 opgeleide en begeleide bedrijven in “strategische intelligentie” (100/jaar) 75-100 opgeleide consultants in “strategische intelligentie” (15-20/jaar) 60 opgeleide en begeleide bedrijven in “strategische intelligentie” binnen de polen 27
250 gesteunde projecten van ontwikkelaars (50 per jaar) 4. Een heuse cultuur van de tweede kans uitbouwen, met: •
de toegang tot kredieten voor gefailleerde bedrijven, via de opzet van een specifiek waarborgsysteem voor de bankkredieten, aan de hand van de herverzekering van de vennootschappen voor onderlinge borgstelling;
•
de invoering van een juridisch kader dat de opzet van nieuwe activiteiten door gefailleerden bevordert. Er zal in die zin gevraagd worden naar overleg met de federale overheid, na een brede rondvraag bij de betrokken belanghebbenden in Wallonië.
Gekwantificeerde doelstelling: 175 toegekende kredieten (35/jaar) 5. De inspanningen op het gebied van de overdracht van bedrijven voortzetten met: - de heraanvulling van het overdrachtfonds; - meer synergieën tussen de ‘Agents Relais Transmission’ en SOWACESS; - de evaluatie en de verspreiding van de pilootexperimenten met clubs van overnemers; - de deelname aan een Europees netwerk voor de overdracht van bedrijven; - samenwerkingsverbanden met de handelsrechtbanken; - de verhoging van het tegemoetkomingsfonds van de invests bij de overdracht van een bedrijf. Gekwantificeerde doelstelling: 125 toegekende kredieten door het Overdrachtfonds (25/jaar) 250 bijkomende toegekende kredieten in het kader van een overdracht (50/jaar) c) Een gunstige financiële omgeving waarborgen Doelstellingen: - De toegang tot kapitaal vergemakkelijken voor zelfstandigen en KMO’s; - Het aanbod van privé-risicokapitaal vergroten, vooral voor de tweede en de derde financieringsronde. 1. De afschaffing van de anti-economische taksen die op de bedrijven wegen, handhaven. Ter herinnering: Wallonië is niet gestopt met het verminderen van de belastingsdruk en dit in het voordeel van de personen en de ondernemingen: -
Vrijstelling van de onroerende voorheffing op alle materiële investeringen verkregen of geconstitueerd in nieuwe staat;
28
-
-
-
Progressieve afschaffing van de provinciale taks voor de motorkracht en de provinciale industriële compensatietaks; Afschaffing van de provinciale oppervlakte taks (Henegouwen); Afschaffing van de gemeentelijke belastingen op de motorkracht voor alle nieuwe investeringen verkregen of geconstitueerd in nieuwe staat; Afschaffing van de navigatierechten; Afschaffing van donatierechten en de successierechten voor transmissie van bedrijven; Vermindering van het normale tarief voor de successierechten en de donatierechten in directe lijn van het familiaal gebouw; Vermindering van de donatierechten voor roerende goederen; Afschaffing van de belastingen op de drankgelegenheden.
2. Meer steun verlenen aan de gevestigde zelfstandigen en vrije beroepen, en ook aan de personen die hun eigen bedrijf willen oprichten, met: •
de automatische toekenning, op voorwaarde van een plafond voor de verbintenis per bankinstelling en van een vooraf bepaalde «stop-loss», van kredietgaranties en achtergestelde leningen die de bankinstellingen indienen. De garantie, die een geplafonneerd krediet tot 30.000 betreft, zal berusten op de Socamut voor 1/3 en op de invest of de bankinstellingen voor 2/3 (met garantie van 50% van de Socamut);
Gekwantificeerde doelstelling: 1.650 toegekende kredieten (330/jaar) •
de instelling van specifieke steun aan de zelfstandigen en aan de vrije beroepen (naar het model van het Participatiefonds);
Gekwantificeerde doelstelling: 1.750 toegekende kredieten (350/jaar) 3. De regionale garantievoorzieningen verhogen, om de financiële instellingen aan te moedigen om leningen toe te kennen aan de bedrijven, in het bijzonder aan KMO’s, via: • de uitbreiding van het toepassingsveld en van de garantievoorwaarden van SOWALFIN, SOCAMUT en GELIGAR, met de invoering van een hoofdgarantie en de verhoging van het plafond voor de tegemoetkoming door GELIGAR; • de verduurzaming van de structuur voor de kredietbemiddeling bij SOWALFIN. Gekwantificeerde doelstelling: 500 toegekende Socamut-kredieten: (100/jaar) 25 toegekende Geligar-kredieten: (5/jaar) 250 bemiddelingsdossiers: (50/jaar)
29
4. Een boost geven aan het vrouwelijk ondernemerschap, via microkredieten, onder meer in de kanalen van de duurzame ontwikkeling; Gekwantificeerde doelstelling: 125 toegekende microkredieten: (25/jaar) 5. De deelname van de financiële instrumenten van het Gewest in de netwerken en de partnerships verruimen, ook internationaal via de deelname van deze instrumenten aan het Fonds «Grande Région» van het Europees Investeringsfonds, dat bedoeld is voor de financiering van spin-offs uit partnerships. Gekwantificeerde doelstelling: 15 spin-offs opgevolgd door het EIF 6. Een rondetafel organiseren om het privé-risicokapitaal aan te spreken, dat mogelijk maakt om nieuwe activiteiten op te zetten en te ontwikkelen. d) Wallonië internationaal positioneren Doelstellingen: - Het imago en de bekendheid van Wallonië als vruchtbare bodem voor buitenlandse investeringen kracht bijzetten; - Het beleid van steun aan de export, de prospectie en het onthaal van buitenlandse investeringen opvoeren; - De ontwikkeling van Waalse bedrijven op internationale schaal vergemakkelijken, en hun deelname aan projecten die door internationale financiële instellingen gefinancierd worden, verbeteren (Wereldbank, ABWO …) ; - Beslissingscentra van grote industriële bedrijven in Wallonië houden. 1. Een grote campagne opzetten om Wallonië in de kijker te plaatsen, gericht op sterk groeiende gebieden, - met name in de opkomende landen -, met de betrokkenheid van Brussel, partner-regio en hoofdstad van Europa; Gekwantificeerde doelstelling: Wallonië internationaal aantrekkelijker en bekender maken, met een score die 25% hoger ligt 2. De mogelijkheden voor partnerships en onderaanneming ondersteunen voor Waalse bedrijven van hoog niveau op het gebied van management, kwaliteit, productiviteit, technologische en commerciële knowhow, met de invoering van een aanspreekpunt waar de Union wallonne des Entreprises bij betrokken is, de uitbouw van een netwerk van deskundigen die de KMO’s ondersteunen en de instelling van «coachingcheques»; Gekwantificeerde doelstelling: 400 begunstigde bedrijven (80/jaar)
30
3. Implementatie bij het AWEX van steunvoorzieningen om in te gaan op de behoeften van de investeerders die van specifieke markten komen zoals China, India, Japan, de Verenigde Staten en Brazilië; Gekwantificeerde doelstelling: Oprichting van 5 dienstencentra 4. De actie van SOFINEX, de gemeenschappelijke dochter van het AWEX, van SOWALFIN en van de SRIW, versterken met de ontwikkeling van de mogelijkheden voor rechtstreekse tegemoetkomingen aan grote bedrijven en de KMO’s die zich op buitenlandse markten willen vestigen. Deze actie zou concreet vorm krijgen met rechtstreekse financieringen, «bilaterale» lijnen en lijnen voor «opkomende landen» van het programma Trust Funds, en de deelname aan internationale fondsen voor de KMO’s die hoge technologie ontwikkelen. Gekwantificeerde doelstelling: 300 begunstigde bedrijven (60/jaar)
2. Het Waals grondgebied aansporen om de economische activiteit op grote schaal te ontwikkelen Doelstellingen De beschikbare ruimte, die uitzonderlijk gelegen is in het hart van Europa, is een belangrijke economische troef voor Wallonië, die moet opgewaardeerd worden om: - de behoeften van de gemeenschap in te vullen - de uitdagingen in verband met het milieu en de mobiliteit aan te gaan - de regionale concurrentiekracht te vergroten Het is zaak om deze bron zorgvuldig te beheren, en om die delen van het grondgebied uit te lichten die het meest in aanmerking komen voor de vestiging van bedrijven, om dan de uitrusting te vergemakkelijken. a) De vervuilde sites saneren en de her aan te leggen sites renoveren 1. De vervuilde sites saneren De meest vervuilde sites houden een groot renovatiepotentieel in voor de economische activiteiten, terwijl ze tegelijk beantwoorden aan de beperkende criteria in verband met de risico’s die ze vertegenwoordigen voor de menselijke gezondheid en voor het milieu. De sites die goed toegankelijk zijn via de waterwegen en het spoornet krijgen voorrang. Gekwantificeerde doelstelling: Afwerking van de 37 prioritaire sites die in het eerste Marshallplan bepaald werden, en renovatie van minstens 13 bijkomende sites om het aantal gerenoveerde sites op het einde van de legislatuur op 50 te brengen.
31
2. De her in te richten sites renoveren Het gaat hier om de renovatie van her in te richten sites die onder meer gekozen werden op basis van hun reconversiepotentieel, de opheffing van een negatieve impact op het landschap, de milieurisico’s die ze inhouden of het feit dat de privé-sector er niet op reageert. •
De sites die in het eerste Marshallpan werden aangeduid, verder renoveren.
Gekwantificeerde doelstelling: 121 sites •
Bijkomende sites renoveren.
Gekwantificeerde doelstelling: 70 sites, 140 ha •
Voorrang geven aan de sites van grote omvang en deze die aangesloten zijn op een waterweg of een spoorweg.
Gekwantificeerde doelstelling: 10 sites, 50 ha •
Voorrang geven woonkernen.
aan
de
sites
in
de
stadsgebieden
en
de
Gekwantificeerde doelstelling: 30 sites, 15 ha b) De uitrusting van de gebieden voor economische bedrijvigheid voortzetten Het gaat erom de concurrentiekracht van Wallonië te vergroten, en investeerders aan te trekken door ze ruimtes aan te bieden voor de nieuwe economische activiteiten en door deze zo snel mogelijk uit te rusten, en tegelijk toe te zien op de kwaliteit van het leefkader en rekening te houden met de uitdagingen inzake energie en mobiliteit. 1. De uitrusting in het kader bedrijvenparken voortzetten;
van
de
lopende
projecten
voor
2. Een programma opmaken en invoeren voor de aanleg van bedrijvenparken die moeten uitgerust worden na de evaluatie van het programma dat in juli 2008 goedgekeurd werd. Deze evaluatie zal rekening houden met de gronden, die ook al zijn ze verkocht, onbenut blijven, met de ruimtelijke concentratie, met de toewijzing en de selectie op basis van de aard van de activiteit, met de bereikbaarheid, met de gesaneerde of te saneren industriële braakgronden. Het zal ook andere criteria bevatten die mogelijk maken om de regionale economische herontplooiing te bevorderen, met oog voor de andere functies van het grondgebied. Om de multimodale transportplatforms op te waarderen en hun economische
32
effecten te optimaliseren, zullen bedrijvenparken in de buurt van de bestaande verkeersinfrastructuren uitgebouwd worden. Gekwantificeerde doelstelling: 750 ha uitgeruste oppervlakte 3. Een proefexperiment voor de aanleg van ecozones opzetten. Er zal een selectie gebeuren, op basis van oproepen tot projecten, van proefexperimenten met ecozones die te ontwikkelen zijn via lokale partnerships tussen lokale operatoren in inrichting, organismen die bedrijven vertegenwoordigen of die gespecialiseerd zijn op het gebied van milieu- of energietechnologie. Het bestek voor de oproep tot projecten zal gestoeld zijn op het concept van industriële ecologie, en de kandidaten aansporen om toe te zien op het optimale gebruik van de bodem (dichtheid, scheppen van werkgelegenheid,…), om de diensten te delen (mobiliteit, beheer van de grondstoffen en de afvalstoffen,…) of om de principes van duurzame ruimtelijke ordening en stedenbouw toe te passen. De regionale steun zal gaan naar de haalbaarheidsstudies. De nagestreefde doelstelling is de afbakening van het concept ‘ecozone’, met name in samenhang met de werkzaamheden van de CPDT, en om vervolgens zijn concrete invoering op het grondgebied te bevorderen met uitrustingskredieten. Gekwantificeerde doelstelling: 5 proefexperimenten 4. Micro-bedrijvenzones in het stedelijk weefsel ontwikkelen; Gekwantificeerde doelstelling: 30 ha uitgeruste oppervlakte c) Samen met de modernisering van de bevaarbare waterlopen, verder gaan met de inrichting van de havenzones opdat ze zouden beschikken over moderne laadinfrastructuren en -diensten. 3. De economische activiteit in de vrije stedelijke en plattelandszones bevorderen Doelstelling: Een beperkt aantal gemeentes kampen met grote sociaal-economische moeilijkheden. Om achtergestelde gebieden van het Gewest aantrekkelijker te maken, beslist de Regering om vrije stedelijke (25) en plattelandszones (52) in te richten. a) De vrije stedelijke en plattelandzones evalueren Om de maatregelen voor positieve discriminatie zo goed mogelijk aan te sluiten op de behoeften van de bedrijven en om zeker te stellen dat de geselecteerde zone ten volle aanhaakt op de huidige sociaal-economische realiteit, zullen de efficiëntie en het statuut van elke vrije zone geëvalueerd worden.
33
De evaluatie zal gebaseerd worden op criteria van sociaal-economische aard en rekening houden met de mogelijkheid om de zone te beperken tot kleinere perimeters dan van de gemeentes zelf. b) Na de evaluatie, de maatregelen ter bevordering van de economische activiteit in de vrije zones verduurzamen en, in voorkomend geval, aanpassen Namelijk: 1. de verhoging van de percentages in verband met de toegekende hulp aan bedrijven in het kader van de economische expansiewetten in vrije stedelijke zones: Gekwantificeerde doelstelling: 625 geholpen bedrijven(125/jaar) 2. de verhoging van de percentages in verband met de toegekende hulp aan bedrijven in het kader van de economische expansiewetten in vrije plattelandszones: Gekwantificeerde doelstelling: 750 geholpen bedrijven (150/jaar) 3. de financiering van infrastructuren voor het onthaal van economische activiteiten (doorgangsgebouwen, incubatoren, enz.) met verhoging van de percentages hulp in vrije stedelijke zones: Gekwantificeerde doelstelling: 10 tot 15 gefinancierde infrastructuren 4. de financiering van infrastructuren van het type «werkplaats voor gedeeld werk» ten bate van privé-operatoren (BWR van 7 februari 2007). Gekwantificeerde doelstelling: 5 tot 8 gefinancierde infrastructuren 5. de financiering van infrastructuren van het type tijdelijke bedrijfsruimtes, en van infrastructuren voor landbouwdiversifiëring van het type «tijdelijke landbouwruimte», ten bate van institutionele en openbare investeerders. Gekwantificeerde doelstelling: 6 tot 10 gefinancierde infrastructuren
34
Krachtlijn V: Een toekomstgerichte ontvouwen: de allianties werk-milieu
strategie
om
te
Doelstellingen: -
-
Een nieuw, duurzaam en solidair model voor economische ontwikkeling ondersteunen, via allianties werk-milieu, die een kans bieden op het gebied van werkgelegenheid, economische ontwikkeling en antwoord op de milieuuitdagingen; Wallonië positioneren als speerpunt van de duurzame ontwikkeling op Europese en wereldschaal, door het erkende deskundigheid te verschaffen die in het buitenland kan toegepast worden, en tegelijk werkgelegenheid te scheppen die weinig of niet delokaliseerbaar is.
Totale investering: 279.600.000 en 600 miljoen alternatieve financiering
• Maatregelen 1. DE EERSTE ALLIANTIE OPZETTEN VIA EEN MEERJARENPLAN VOOR ENERGIEBESPARING EN DUURZAAM BOUWEN EN EEN MULTISECTORAAL CONTRACT Doelstelling: De doelstelling is zich toeleggen op het potentieel van de verbeteringen inzake energie en milieu van de bebouwing om werkgelegenheid te scheppen, economische kansen te bieden, de opleiding te verruimen onder meer op het gebied van de beroepen in duurzaam bouwen. a) Een meerjarenplan opmaken dat cijferdoelstellingen en normen inzake energiebesparing bepaalt (te beginnen met de isolatie), en de verbetering van de milieuzorg voor de renovatie van de bestaande bebouwing. Daartoe dienen onder meer, op basis van de analyse van de bestaande voorzieningen,: 1. De doelstellingen te worden bepaald voor de integratie van de hernieuwbare energiebronnen en de bronnen voor energieprestatie in de gebouwen, via: o een algemene inventaris van het potentieel en de studie van de voorafspiegelingen van de sociaal-economische impact; o een strategie voor de invoering van gecertificeerde biomassa en warmtenetwerken. Gekwantificeerde doelstelling: 3 uitgevoerde studies
35
2. Aangepaste financiële mechanismen en stimuli bepalen. Het is zaak om het stelsel van de huisvestings- en energiepremies te herwerken tot een samenhangende en aantrekkelijke voorziening om de algemene kwaliteit van de gebouwen te verbeteren. Daartoe zal de Regering een studie laten uitvoeren over het potentieel inzake witte certificaten en warmteondersteuning van de hernieuwbare energiebronnen, en zal de bestaande mechanismen beoordelen. 3. Met het oog op een communicatie- en bewustmakingsplan voor het grote publiek: o een studie uitvoeren over de bestaande krachtlijnen in de communicatie en de bewustmaking op het gebied van gedragsverandering (milieuvriendelijke gedragingen die zich inspireren op de gedragspsychologie, neurowetenschappen, enz. raadpleging van de actoren uit de sector); o een actie-onderzoek uitvoeren naar de experimenten van het type «energie-uitdaging». 4. Strenge energieprestatienormen voor de gebouwen goedkeuren. Daartoe is het nodig om: o haalbaarheidsstudies en studies van de sociaaleconomische impact van de normen voor lage en passieve energie uit te voeren, zowel voor de openbare als voor privé-gebouwen, en zowel voor nieuwbouw als voor renovaties, in een meerjarenoptiek; o een studie uit te voeren over de kwaliteitscriteria voor de materialen voor de bouw op zeer lage en passieve energie. 5. De efficiënte controlemiddelen en realistische controlemiddelen bestuderen, met inbegrip van de invoering van een voorziening van boetes. Deze terreinstudie zal ook betrekking hebben op de aanpassing van de controlemiddelen aan de realiteit van de renovatiewerken. De criteria en modaliteiten bepalen voor de kwaliteitscontrole van de werken en de certificatie van de installatie, en de meest geëigende keurmerken en certificatietools onderzoeken. b) De opmaak en de omkadering van de uitvoering van een multisectoraal contract. Om daarin te slagen, is het nodig om: 1. Het overleginitiatief dat in juli 2009 ingezet werd, met de sectoren voortzetten en werkgroepen oprichten voor elk prioritair werkgebied: uitbreiding en structurering van het aanbod en voortzetting van de stimulering van de vraag. 2. Een coördinator aanduiden in de fase aansturing/ uitvoering.
36
3. Controlestructuren aanduiden, evenals organismen certificatie en de toekenning van de keurmerken.
voor
de
4. Met de betrokken partijen de beste manier bestuderen om duurzaamheidscriteria in te voegen (met een indicatorenrooster) in modelbestekken opdat ze de verwachtingen van de gebruikers zo goed mogelijk zouden inlossen. 5. De effecten van het meerjarenplan en van het multisectoraal contract geregeld evalueren. Daartoe zullen de sociale partners bij de hele opzet betrokken worden, met name via de CESRW (Economische Raad van het Waals Gewest) en de CWEDD (Waalse Milieuraad voor Duurzame Ontwikkeling). Daarnaast zullen stuurinstanties de concrete vormgeving van de aangegane verbintenissen door de openbare en de privé-partners volgen. 2. OPTIMALE OMSTANDIGHEDEN CREEREN VOOR DE UITWERKING VAN EEN AANBOD VAN KWALITEIT a) De innovatie ontwikkelen op basis van participatief werk met de sector 1. Valorisatie van de onderzoeksprojecten 2. Financiering van projecten voor samenwerkingsverbanden voor technologische ontwikkeling in de sector van het duurzaam bouwen. Gekwantificeerde doelstelling: 5 oproepen tot projecten voor deze periode b) Acties opzetten voor de opleiding in de beroepen van de Alliantie WerkMilieu. Deze actie zal gevoerd worden samen met de acties in verband met de andere Allianties en de groene beroepen. 1. In overleg werken met de beroepssectoren en de operatoren van de opleiding en de werkgelegenheid om de evoluerende behoeften van de bedrijven in te vullen: o de nieuwe behoeften aan competenties en opleidingen op het gebied van milieuvriendelijk bouwen, de Energieprestatie gebouwen (EPG), milieuvriendelijk renoveren, maar ook gelinkt aan andere groene beroepen en deze van de andere Allianties; o en, ten opzichte van de evoluerende behoeften van de bedrijven, voorstellen opmaken en adviezen uitbrengen over de evoluties en vernieuwingen die aan te brengen zijn op het gebied van opleiding, in het bijzonder aangaande de zogenoemde « prekwalificatie» en ook aangaande de 37
kwalificerende opleidingen die het FOREM en zijn partners, zowel de overheid als privé, geeft of dient te geven, betreffende de opleiding in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en de andere groene beroepen. 2. Het plan voor de ontwikkeling van de competenties invoegen n het algemeen plan voor de opleiding (beschreven in Krachtlijn 1). Er zal bijzonder aandacht gaan naar de gevraagde nieuwe competenties en naar de innovaties in de inhoud en de voorzieningen van de opleidingen, in verband met de nieuwe competenties en de nieuwe beroepen. Het omvat: o
de ontwikkeling van polen voor opleiding in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen.
o
De promotie van de groene beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 7.875 begunstigden o
De uitbouw van een aanbod van oriëntatie en in het bijzonder van de kennismaking met de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen;
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 1.740 begunstigden o
De uitbouw van een aanbod van opleidingen in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen in de competentiecentra, voor leerkrachten en leerlingen;
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 559.350 uren o
De doorlopende analyse van de behoeften van de ondernemingen en de personen (jobfocus en screening) in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen;
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 10 jobfocus-beroepen 5.000 screenings in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen o
Acties op het gebied van prekwalificerende opleiding via oproepen tot projecten in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 550.000 uren o
Acties op het gebied van de kwalificerende opleiding in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene
38
beroepen, die uitgevoerd worden door het FOREM en/of zijn partners en onderaannemers. Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 1.446.250 uren o
De uitbouw van een aanbod van opleidingen volgens de formule van het alternerend leren door het IFAPME, in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 48.000 opleidingsuren o
De toekenning van ecoklimaatcheques aan de kleine ondernemingen zodat zij hun werknemers kunnen opleiden in de beroepen van de Allianties Werk-Milieu en andere groene beroepen.
Gekwantificeerde doelstelling 2010-2014: 170.000 cheques o
Acties, bijkomende volgcomité
studies en beheerskosten van
het
c) Werkgelegenheid scheppen om te beantwoorden aan de behoeften van de Alliantie Werk-Milieu via de toekenning van APE en PTP vert Gekwantificeerde doelstelling: 780 APE/PTP 3. DUURZAME INVESTERINGEN (OF ECO-INVESTERINGEN) OP HET GEBIED VAN DE HUISVESTING AANTREKKELIJKER MAKEN a) Maatregelen voor particulieren: 1. De energiepremies en huisvestingspremies en de eco-leningen op elkaar afstemmen om de eigenaars, huurders en eigenaarsverhuurders aan te moedigen om te investeren om de energieefficiëntie van de woningen te verbeteren, in het kader van een algemeen beleid voor de verbetering van de kwaliteit van de huisvesting. Gekwantificeerde doelstelling: 50.000 premies 2. Het stelsel van de derde investeerder ontwikkelen, via een mechanisme van partnerschip tussen de overheid en de gezinnen, zodat particulieren kunnen vermijden om de milieuvriendelijke renovaties van hun woning eerst zelf te moeten financieren. 3. Dit beleid van vraag ondersteunen met een sterke en aangepaste communicatiecampagne (onder meer aan de hand van energieuitdagingen), waar de verschillende actoren en promotoren van de Alliantie Werk-Milieu bij betrokken worden.
39
Gekwantificeerde doelstelling: 2.000 betrokken gezinnen b) Maatregelen voor de openbare sector: 1. Het plan voor de renovatie van het openbaar woningpark voortzetten, op basis van een kadaster van alle woningen (nog op te maken), en desgevallend een beroep te doen op de EIB (Europese Investeringsbank) of een mechanisme van derde investeerder. Gekwantificeerde doelstelling: 5.500 woningen over 5 jaar 2. Gemeenschappelijke verwarmingsinstallaties ontwikkelen voor de openbare woningen, en een facilitator “thermische zonne-energie” voor grote systemen instellen. Gekwantificeerde doelstelling: 10 gesteunde projecten 3. Het UREBA-luik ten uitvoer brengen (Utilisation rationnelle de l’Energie des Bâtiments) aan de hand van een algemene strategie voor energiebeheer van de regionale en lokale gebouwen (bij de Administratie), met inbegrip van de verenigingsstructuren die instaan voor gehandicapten. Een RALE-actie (Rénovation Avec L Energie) voor de tertiaire sector opzetten. Gekwantificeerde doelstelling: 50 projecten onder RALE 4. Proefprojecten uitvoeren in eco- constructie en eco- renovatie binnen de openbare huisvestingssector. Een REG- vademecum (rationeel energiegebruik) opmaken en verspreiden ten behoeve van de beheerders van de openbare huisvestingsmaatschappijen. 5. De procedures versnellen voor de inrichting en de renovatie van openbare huisvesting, met name aan de hand van de opmaak van een kadaster dat ook een inventaris van de aangepaste en aanpasbare woningen voor personen met een beperkte mobiliteit zal bevatten (PBM). 4. ANDERE ALLIANTIES WERK-MILIEU OVERWEGEN In het licht van de evaluatie van de eerste alliantie, zal de Regering oordelen over de opportuniteit om andere allianties werk-milieu op te zetten. Gekwantificeerde doelstelling: maximum 3 andere allianties
40
5. DE SECTORALE BELEIDSLIJNEN EN DE ACTIES OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK, ECONOMIE, WERKGELEGENHEID EN OPLEIDING IN DE ANDERE GROENE BEROEPEN VERSTERKEN Doelstelling: Los van de eventuele opzet van nieuwe allianties werk-milieu zal de Regering bijzonder aandacht besteden aan deze verschillende sectoren, in het kader van de sectorale beleidslijnen en van de maatregelen die genomen werden op het gebied van onderzoek, economie en opleiding. a) Het groen onderzoek opvoeren 1. Een «WISD» instellen (Walloon Institute for Sustainable Development), als deskundigheidscentrum voor duurzame ontwikkeling; • Bepaling van de doelstellingen van het deskundigheidscentrum (fundamenteel onderzoek, kennisoverdracht, steun aan de besluitvorming, prospectief), van de uitvoeringstermijnen en van de beoordeling van de resultaten ten opzichte van de nagestreefde doelstellingen; • Uitbouw en aansturing van het virtueel interuniversitair netwerk, in verbinding met de bedrijven en de collectieve onderzoekscentra van de sector; • Een communicatie- en zichtbaarheidsstrategie voor het Waals onderzoek uitstippelen, op nationale en internationale schaal; • Toekenning van een financiering van de werking en opzet van interne oproepen tot projecten bij het WISD met de selectie van de projecten door een internationale jury. 2. Investeren in R&D op het gebied van hernieuwbare energiebronnen, met name inzake de biobrandstoffen van de tweede generatie, fotovoltaïsche installaties, geothermie (studie op lage en hoge diepte met 2 boringen en aanwending van de endogene biomassa), de opkomende kanalen en de oplossingen voor de opslag van energie en van CO2. 3. Een onderzoeksprogramma op het gebied van intelligente technologieën goedkeuren voor het beheer van het elektriciteitsnet en de beheersing van deze technologieën door de netwerkbeheerders uitbouwen. b) De groene economie ontwikkelen 1.
Een studie uitvoeren over de nieuwe mechanismen voor een ecosysteemgerichte economie (industriële ecologie), op het Waals grondgebied, en een partnerschap sluiten met de erkende buitenlandse instellingen (ADEME – Agence de l’Environnement et de la Maîtrise de l’Energie -, enz.) om hun technische instrumenten voor
41
bedrijven aan te passen en te gebruiken en in Wallonië te verspreiden. 2. De initiatieven in verband met duurzame ontwikkeling die door de bedrijven gedragen worden (ZKO/KMO/ambacht) aanmoedigen met specifieke innovatiebeurzen en de invoeging in de Grand Prix wallon de l’Entrepreneuriat van een krachtlijn «Ondernemen en duurzame ontwikkeling». Gekwantificeerde doelstelling: 125 toegekende beurzen (25/jaar) 5 toegekende prijzen (1/jaar) 3. De Waalse bedrijven ondersteunen om ze in staat te stellen om de kansen te grijpen in verband met de uitdagingen van de energie, van het water, van de grondstoffen en van de afvalstoffen, met het oog op een grotere concurrentiekracht, aan de hand van volgende maatregelen: •
Sensibiliseren voor het milieuvriendelijk ontwerpen: internationale benchmarking, sensibilisering voor en verspreiding van vernieuwende experimenten, integratie van het milieuvriendelijk ontwerpen in Créawal (conferenties, workshops, masterclasses en exposanten);
•
Sensibiliseren voor milieuvriendelijk design: oprichting van een "eco-design"-cel in de schoot van het platform "Wallonië design", die belast wordt met een studie van de impact van eco-design in de Waalse economie, acties om te sensibiliseren voor duurzaam design, om de innovatie in de werkwijzen van de bedrijven en de economische activiteiten te stimuleren, van de promotie van het duurzaam design en van de netwerking van bedrijven en designers.
Gekwantificeerde doelstelling: 500 gesensibiliseerde bedrijven 4. Meer bijzondere financiële steun bieden aan de spin-offs, start-ups en innovatieve bedrijven die actief zijn in milieutechnologie. Gekwantificeerde doelstelling: 100 ondersteunde innovatieve bedrijven 5. De krachtlijn «duurzame ontwikkeling» versterken in de thematische incubatoren, met name door de uitbreiding van het maatschappelijk doel van Wallonia Space Logistics (WSL) als onthaalstructuur voor projecten in verband met milieutechnologie. Gekwantificeerde doelstelling: 15 geïncubeerde bedrijven in de schoot van Wallonia Space Logistics (WSL) (3/jaar) 6. Een incubator «schone motoren» operationeel maken, uitrusting van een technologisch platform en een post-master schone motoren en duurzame mobiliteit instellen.
42
Gekwantificeerde motoren»
doelstelling:
6
geïncubeerde
bedrijven
«schone
7. De ontwikkeling en de deelname van de erkende bedrijven in de sector van de sociale economie aan de dynamiek van de duurzame ontwikkeling en van de «groene» economie, met integratie van, daarnaast, een betere afstemming van werk en privé-leven, via drie krachtlijnen: • Diensten ter ondersteuning van de bedrijven invoeren, via invoegbedrijven-dienstenchequesondernemingen (huishouddiensten aan de werknemers, de concentratie van de verplaatsingen in de bedrijvenzone); • Twee proefexperimenten opzetten met het logistiek platform voor stadsdistributie, ten behoeve van de handelaars in het stadscentrum, via invoegbedrijven. Het experiment zal rekening houden met de ervaring van gelijkaardige experimenten die in de nabijgelegen regio’s en landen liepen en zal gebeuren aan de hand van een oproep tot projecten en de ontwikkeling van invoegbedrijven die actief zijn in de plaatselijke logistieke in stadsgebieden; • Steun verlenen aan invoegbedrijven die actief zijn in ondersteuningsdiensten, met invoeging van een aspect «duurzame ontwikkeling», aan de economische activiteiten. Gekwantificeerde doelstelling: 15 invoegbedrijven 8. Afvalbeurzen inrichten Op basis van de ecosysteemgerichte studie (industriële ecologie), afvalbeurzen inrichten die de valorisatie van de afvalstoffen van een bedrijf als productiemiddel voor een ander bedrijf mogelijk maken. De kosten in verband met de herbewerking, de opslag, de valorisatie en het transport van de afvalstoffen kunnen ten laste genomen worden. Gekwantificeerde doelstelling:1 gecreëerde website (virtuele beurs) en maximum 10 reële gecreëerde beurzen 9. De Waalse bedrijven ondersteunen om ze de mogelijkheid te bieden om de kansen in verband met de uitdagingen die verbonden zijn aan de energie, het water, de grondstoffen en de afvalstoffen, te grijpen, met het oog op de verhoging van hun concurrentiekracht. Daartoe is de Regering van plan: •
Een jaarlijkse oproep tot projecten op te zetten in de milieuvriendelijke bouwmaterialen (isolatie vooral: hennep, cellulose, kurk, wol, oud textiel, houtvezel). Het budget dat aan deze maatregel besteed wordt, zal de aanleg van een productieketen en onrechtstreeks de subkanalen mogelijk maken.
43
Gekwantificeerde doelstelling: Maximum 15 ondersteunde projecten •
Een keurmerk instellen voor «ecosysteemgerichte bedrijven», die naar alle waarschijnlijkheid sectorgebonden zijn en gebruik maken van aangepaste instrumenten, dat compatibel is met het Brussels keurmerk Emas/ISO 14001
Gekwantificeerde doelstelling: 500 gekeurde bedrijven 10. Een kadaster van de Waalse ‘slapende’ of zonder ethische criteria geïnvesteerde openbare middelen, om ze te investeren via een op te richten ethisch fonds, en in het kader van een Waalse strategie van maatschappelijk verantwoord investeren in bedrijven die aan duurzame ontwikkeling doen. c) De acties voor opleiding in andere groene beroepen dan deze van de eerste Alliantie (ecobouw, Energieprestatie Gebouwen en ecorenovatie), opvoeren De acties en de nodige budgetten voor de andere groene beroepen zijn opgenomen in deze die voor de eerste Alliantie werden beschreven. De opleidingsstrategie zal ook op dezelfde manier als voor de eerste Alliantie beheerd worden. d) Een plan opzetten om banen te scheppen in de andere groene beroepen dan deze van de eerste Alliantie (ecobouw, Energieprestatie Gebouwen en ecorenovatie) Onder meer via: -
de promotie van nieuwe APE-jongeren in de groene sectoren; de ontwikkeling van de arbeidsplaatsen die voorzien zijn in het Marshallplan 2.Groen, aan de hand van nieuwe arbeidsplaatsen APE/PTP profit en non-profit.
Gekwantificeerde doelstelling: 220 APE/PTP
44
Krachtlijn VI: Alliëren van werk en maatschappelijk welzijn De professionele beschikbaarheid vergroten door de ontwikkeling van arbeidsplaatsen in de diensten voor personenhulp en de verhoging van de investeringen in de onthaalstructuren voor de sectoren van de kinderopvang en de personenhulp. Doelstelling: Economische activiteiten genereren met de versterking van de buurtdiensten, zoals de kinderopvang en de personenhulp, in de mate waarin dit mogelijk maakt om het privé-leven en het beroepsleven beter op elkaar af te stemmen door een hinderpaal om te investeren in de loopbaan weg te werken, in het bijzonder voor vrouwen. Totale investering: 297 miljoen euro en 125 miljoen alternatieve financiering
• Maatregelen 1. De werkgelegenheid in de kinderopvangdiensten en de diensten voor personenhulp ontwikkelen Doelstelling Investeren in banen die verbonden zijn aan de personenhulp, die ieders welzijn verbeteren, de toegang tot de werkgelegenheid verbeteren en bijdragen tot meer gelijkheid van kansen. a) De APE- en PTP-arbeidsplaatsen die in het kader van het eerste Marshallplan werden ingericht, verduurzamen b)
Beantwoorden aan de opvangbehoeften in de sector van de kinderopvang 1. De onthaalcapaciteit voor 0- tot 3-jarigen vergroten met nieuwe arbeidsplaatsen; 2. Zich samen met de Federatie Wallonië/Brussel verbinden: - in het kader van de programma’s die de ONE (dienst voor geboorte en welzijn) opzet met het oog op de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar; - in het kader van een oproep tot projecten voor opvangstructuren die rekening houden of zullen houden met kinderen met een handicap. 3. Een flexibelere opvang opzetten, buiten de kantooruren. 4. Maatregelen voor steun aan het zoeken naar een opvangplaats bepalen. Het portaal voor kinderopvang, «Accueil de l’enfance»,
45
evalueren met het oog op de voortdurende verbetering van de informatie aan de gebruikers. 5. Samen met de Federatie Wallonië/Brussel een beleid van buitenschoolse opvang uitstippelen, voor kinderen van 3 tot 12 jaar, rekening houdend met de situatie van kinderen met een handicap, onder meer door nieuwe arbeidsplaatsen ter beschikking te stellen. 6. In samenhang met het programma van de ONE, de behoeften aan opvangplaatsen objectiveren op basis van de subregionale sociaaleconomische kenmerken. Gekwantificeerde doelstelling: 500 nieuwe APE/PTP c) De hulp aan gehandicapte personen uitbreiden Nieuwe APE- en PTP-arbeidsplaatsen inrichten om het dienstenaanbod te diversifiëren, met de prioritaire ontwikkeling van:
de begeleide huisvesting; de respijtformules voor de families van gehandicapte personen; het aanbod van begeleiding in een open omgeving; het persoonsgebonden assistentiebudget; steunprojecten voor jongeren in het kader van de overstap van de school naar het sociaal en/of beroepsleven (18-25 jaar).
d) De levensomstandigheden van ouderen verbeteren Nieuwe APE- en PTP-arbeidsplaatsen inrichten in de sector van de thuishulp. Er wordt overwogen om prioritair te werken aan: -
de ontwikkeling van de diensten voor hulp aan gezinnen en aan bejaarden; de ontwikkeling van aanvullende diensten, zoals de inrichting van de woning in het kader van de preventie van vallen bij ouderen; de ontwikkeling van de projecten voor gezinsopvang; de steun aan vernieuwende projecten voor alternatieven voor de klassieke huisvesting.
e) Ingaan op de nog publieksgroepen»
onvoldane
behoeften
van
de
«andere
1. Nieuwe APE- en PTP-arbeidsplaatsen inrichten. In dit kader wil de Regering – in overleg met de sectoren – inzoomen op de werkgelegenheid, de functies en de te voeren acties. Er zullen oproepen tot projecten opgezet worden voor: • De bevordering van de toegang tot de werkgelegenheid in de kanalen van de opleiding en de socio-professionele inschakeling van de «sociale uitgeslotenen» en, enerzijds, de uitbreiding van hun omkadering in het kader van de artikels 60 en 61 en, anderzijds, de uitbreiding van de opvang tot de daklozen; 46
• •
•
Meer begeleiding bieden aan de slachtoffers van geweld, op de weg naar zelfstandigheid en het hervatten van het werk; De integratie van de personen die afkomstig zijn van de immigratie van nieuwkomers: ontwikkeling van de sociale tolkhulp, begeleiding van de nieuwkomers met de instelling van tolkposten en de uitbreiding van het aanbod voor alfabetisering en het aanleren van de Franse taal; De opvang van woonwagenbewoners bevorderen, met de inrichting van betrekkingen van referentiepersonen voor de organisatie, de onderhandeling en de begeleiding van hun opvang.
Gekwantificeerde doelstelling (gehandicapte personen, ouderen en andere publieksgroepen): 500 nieuwe APE/PTP 2. Het proefexperiment voor de inschakeling van jongeren in de kansarme wijken van de Waalse steden, waar de jeugdwerkloosheid groot is, in een model gieten en geleidelijk veralgemenen. Gekwantificeerde doelstelling: 250 APE/PTP 2. De investeringen in de opvanginfrastructuren optrekken a) De investeringen in de opvangstructuren (kinderdagverblijven) optrekken om de levenskwaliteit van de kinderen te verbeteren: •
•
het aanbod diversifiëren om, onder meer, kinderdagverblijven in de buurt van stations, in de bedrijvenzones en ook opvang bij de opleidingscentra aan te bieden. in samenhang met het programma van de ONE, de behoeften aan opvangplaatsen objectiveren op grond van de subregionale sociaal -economische kenmerken.
b) De investeringen in rusthuizen optrekken, om de levenskwaliteit van de bewoners te verbeteren en om de nieuwe federale normen na te leven.
47
Twee overkoepelende dynamieken A. De duurzame ontwikkeling overkoepelend promoten in alle openbare beleidslijnen Doelstellingen: -
Op een overkoepelende manier de principes van duurzame ontwikkeling, die de economische, sociale, culturele en milieu-uitdagingen geïntegreerd koppelen, in alle regionale beleidslijnen ontvouwen; De dimensie van duurzaamheid integreren in alle regionale beleidslijnen, om zo volop hun rol te kunnen spelen van voorbeeld en motor, zowel van de duurzame ontwikkeling als van de alliantie werk-milieu in Wallonië.
Totale investering: 5.250.000 1. De overheidsdiensten mobiliseren voor duurzame ontwikkeling a) Sociale, ethische en milieuclausules invoegen in de regionale overheidsopdrachten Stelselmatig sociale, ethische en milieuclausules invoegen in de regionale overheidsopdrachten en het gebruik van materialen, producten en technieken met de meest beperkte ecologische voetafdruk aanmoedigen. De lokale machten zullen uitgenodigd worden om hetzelfde te doen. b) Een beleid van duurzame aankopen en milieubeheer invoeren bij de Service public de Wallonië en de organismen van openbaar nut. Gekwantificeerde doelstelling: Milieudiagnose op 10 sites c) De korte routes en de lokale en regionale bedrijven bevorderen om een endogene economie te ontwikkelen 1. Informatie promoten (milieuetikettering via CO2, afstand,…) om te sensibiliseren voor de aankoop van regionale en lokale producten; 2. Per sector een afvalbeurs instellen voor de lokale en regionale economische operatoren; 3. De rechtstreekse verkoop aan de consument van de lokale en regionale landbouwproducten promoten, met inbegrip van de infrastructuursteun (verpakkingen, commercialisering, …).
48
d) Een adviescel "duurzame ontwikkeling" opzetten •
Een specifieke administratieve cel oprichten die de opdracht krijgt om adviezen uit te brengen op basis van een onderzoek «duurzame ontwikkeling» voor bepaalde maatregelen die de Regering bepaalde.
e) Het personeel van het Waals openbaar ambt sensibiliseren om zich verantwoordelijk te gedragen op het gebied van duurzame ontwikkeling 1. Milieu- en energiediagnoses opstellen bij het regionaal openbaar ambt. 2. Oplossingen invoeren bij de gemeentes, eventueel via het Gemeentelijk Strategisch Plan (dat zich kan inspireren op de methodologie van de agenda 21). 3. Bij elke Algemene Directie een proces instellen voor de ontwikkeling van activiteiten van duurzame ontwikkeling. Gekwantificeerde doelstelling: Projecten in 20 openbare instellingen f)
Een mobiliteit bevorderen die meer zorg draagt voor het milieu •
Mobiliteitsplannen invoeren ten bate van de overheidsambtenaren.
g) Een ambitieuze positie innemen in het kader van de conferentie van Kopenhagen (december 2009), door zich op te werpen als een actieve partner in de onderhandelingen en met de steun aan de doelstellingen voor de vermindering van de CO2-uitstoot die het GIEC voor 2020 en 2050 bepaalde. h) In overleg met de sociale partners, de andere Gewesten, het federale niveau en de betrokken internationale instanties indicatoren uitwerken die mogelijk maken om de menselijke ontwikkeling en de ecologische voetafdruk te meten, om de actie van de Regering te leiden en te evalueren, aanvullend op het BBP.
49
B. De openbare partner efficiënter maken en een Waals geweten als bron voor mobilisering promoten Totale investering 5 miljoen euro 1. Het Marshallplan nauwgezet sturen op basis van regelmatige opvolging en periodieke evaluaties a) Het Marshallplan verder nauwgezet sturen •
De Cel van de Bijzondere afgevaardigde uitbreiden (2 VTE);
•
De informatica voor de opvolging van het Plan up-daten en verbeteren.
b) Verwezenlijkingsindicatoren uitwerken en, in de mate van het mogelijke, resultaten en de impact van het Plan of het Waals economisch weefsel c) Het Plan algemeen onafhankelijk evalueren 2. De dynamiek van de administratieve vereenvoudiging versterken, prioritair ten opzichte van de bedrijven, en de daadwerkelijke uitvoering van de beleidsbeslissing versnellen Doelstellingen: Elke Waalse ondernemer en elke buitenlandse investeerder de steun waarborgen van moderne en efficiënte overheidsdiensten als partners. De Waalse economie stimuleren met de verlichting, met 25% tussen 2007 en 2012, van de administratieve lasten die op de bedrijven wegen, in het bijzonder de KMO’s. a) De verschaffing van de breedst mogelijke informatie aan de bedrijven afwerken 1. Tegelijk alle sites en portalen voor de (bedrijvenportaal, site Marshallplan, overheidsopdrachten,…).
bedrijven portaal
actualiseren van de
2. Naast het bedrijvenportaal een heuse fysieke interface tussen de Administratie en de bedrijven opzetten. b) Verder werken aan de vereenvoudiging en leesbaarheid van de administratieve formulieren en documenten • Een actieplan opstellen op basis van een kadaster van de formulieren voor bedrijven, die prioritair moeten vereenvoudigd worden. Deze maatregel zal op de eerste plaats de formulieren van de concurrentiepolen ten goede komen.
50
c) Het principe van de unieke vergaring van gegevens ten opzichte van de bedrijven concreet vorm geven 1. Een inventaris opmaken van de gegevens die momenteel van de bedrijven gevraagd worden. Op deze basis worden de gegevens die al in het bezit zijn van een administratie (federaal, regionaal of lokaal) geïdentificeerd en wordt de herkomst van elk gegeven bepaald. 2. De nodige maatregelen nemen om de nuttige informaticalinks te leggen zodat de bedrijven geen informatie moeten meedelen die al in het bezit is van de Administratie. d) Het vertrouwensprincipe nog ruimer invoeren 1. Een inventaris opmaken van de bedrijfsprocedures die a priori gecontroleerd worden. 2. Op deze basis de teksten van de decreten en regelgeving wijzigen om het vertrouwensprincipe in te lassen waar het relevant is. e) Ten opzichte van de bedrijven om de traceerbaarheid van de dossiers en van de betalingen door de overheid te verbeteren 1. Via het bedrijvenportaal, voor enkele prioritaire maatregelen die zullen bepaald worden, een persoonlijke ruimte inrichten waar elk bedrijf de vorderingen van de dossiers die het bij de Waalse Administratie indiende, kan volgen. 2. Voor de facturen die door de bedrijven ingediend werden, het project «inkomend facturenboek» voor alle diensten van de Service public de Wallonië uitvoeren, en een instrument voor traceerbaarheid ontwikkelen voor de bedrijven. f)
Het Commissariaat Easi-Wal betrekken bij de uitvoering van de Alliantie Werk-Milieu, om te waarborgen dat de administratieve beperkingen geïdentificeerd worden en dat de nodige vereenvoudigingsacties worden gevoerd om te vermijden dat de Alliantie tot bijkomende administratieve lasten leidt.
3. Een open Waalse identiteit vertrouwen en mobilisering
bekrachtigen
als
factor
voor
Doelstelling -
De bevestiging van de open identiteit mobiliseren als een belangrijke overkoepelende factor voor elk project voor herontplooiing; Ondersteunen dat de Walen en Walinnen zich weer hun gemeenschappelijke identiteit toe-eigenen, met een venster op de wereld; De samenhang van een project dat de Waalse burgers bij elkaar brengt versterken op een sokkel van gemeenschappelijke waarden en gedeelde overtuigingen;
51
-
Bij de Walen en Walinnen een cultuur van uitdaging en gedeelde trots promoten, op alle gebieden, in het bijzonder op basis van specifieke beleidslijnen inzake cultuur en opleiding. a) De productie van pedagogische instrumenten ondersteunen, opdat de burgers (jongeren en volwassenen) Wallonië beter zouden begrijpen zowel aan de hand van zijn verleden als van zijn project, zijn waarden en zijn troeven. b) Participatieve dynamieken ontwikkelen
Er wordt onder meer overwogen om burgerpanels samen te brengen rond de grote uitdagingen van het Marshallplan 2.Groen.
52
Krachtlijn I: Het menselijk kapitaal 1. Collectieve mobilisering «Onderwijs, Beroepsopleiding en Werkgelegenheid» Leefgebieden en opleidingspolen
Krachtlijn II: Concurrentiepolen en bedrijvennetwerken
Technische en wetenschappelijke beroepen + kanalen promoten - opwaarderen De oriëntatie verbeteren, afstemmen en versterken Maximale toegankelijkheid opleidingscentra voor iedereen 2. De voorzieningen voor steun aan de werkgelegenheid opwaarderen en versterken Begeleiding APE Profit Begeleiding APE Jongeren 3. Beantwoorden aan de marktbehoeften, met de uitbreiding van het opleidingsaanbod en de invoeging van de werkzoekenden Het Talenplan efficiënter maken beurzen werkzoekenden en werknemers modules taalopleidingen werkzoekenden taalopleidingscheques jongerenbeurzen voor het kwalificerend onderwijs en laatstejaars beurzen voor de jongeren van het hoger onderwijs - BRIC - EXPLORT Het aanbod van kwalificerende en prekwalificerende opleiding aanpassen de toekomstgerichte en de gevraagde competenties analyseren aanpassen van het kwalificerend en het prekwalificerend onderwijs aanbod en vraag beter op elkaar afstemmen Het onderwijskanaal van het alternerend leren ontwikkelen en de beroepsstages veralgemenen
Polen
337 000 000
TOTAAL 2010 - 2014
49 014 365
4 800 000
5 418 750 17 140 250 21 655 365
168 000 000 125 000 000 43 000 000
119 985 635
48 766 960 11 375 000 11 991 960 4 400 000 18 500 000 2 500 000 500 000 2 000 000 52 567 175 17 435 000 26 822 175 8 310 000
18 651 500
Totaal 2010 - 2014
388 000 000 288 000 000
Sofipole Exportsteun Zoeken en onthaal buitenlandse investeerders
Krachtlijn III: Het wetenschappelijk onderzoek
65 000 000 20 000 000 15 000 000
142 000 000
Totaal 2010 - 2014
55 390 000
100 000 10 000 50 000 11 250 000 11 250 000 22 730 000 10 000 000
4 050 000
50 000 4 000 000
10 000 000
10 000 000
15 000 000 5 000 000 6 000 000 30 000 000 10 000 000
72 560 000
Partnerships voor technologische innovatie buiten de gebieden van de polen Versterking van het First Spin-off programma Hulp aan het management in de spin-offs Specifieke financiële middelen voor de spin-offs Netwerking operatoren wetenschappelijke en technologische bemiddeling
2 000 000 4 000 000 50 000
1. De uitmuntendheid onderbouwen, en met name zich invoegen in de internationale onderzoeksnetwerken Prospectieve analyses Overleg openbare/privé-actoren van het onderzoek Evaluatie huidige uitmuntendheidsprogramma's Voortzetting van de positief geëvalueerde uitmuntendheidsprogramma's Financiering van eventuele andere uitmuntendheidsprogramma's Mobiliserende programma's FRIA-beurzen 2. De human resources en de bijhorende middelen, die nodig zijn om naar uitmuntendheid te streven, uitbouwen en ontwikkelen Europees Charter van de onderzoeker First Post-Doc 3, De uitmuntendheid van onze onderzoekers bekrachtigen in de internationale netwerken Onderlinge verbinding in onderzoek tussen het Waals Gewest en de Federatie Wallonië-Brussel en de rest van wereld 4. De integratie van het onderzoek in de innovatiestrategie van de bedrijven stimuleren
Strategisch plan voor de innovatie van de Waalse bedrijven (samenwerking ASE-AST) Invoering "proof of concept" Evaluatie "proof of concept"
Voorafgaande studie ex-post evaluatie Evaluatieprocedures ex-post
Krachtlijn IV: Nieuwe activiteiten opzetten en werkgelegenheid van kwaliteit scheppen
Alternatieve financiering
500 000 10 000
Totaal 2010 - 2014
De ondernemingsgeest en de opzet van nieuwe activiteiten promoten Op de jongeren gerichte acties
3 000 000
8 190 000 4 340 000
167 000 000 425 000 000 129 300 000
Acties gericht op de leerkrachten en op de jonge afgestudeerden-leerkrachten
750 000
1. Pacte de soutien à l'initiative-Pact voor steun aan initiatieven
Grand Prix wallon de l’Entrepreneuriat - Prijs "Vrouwelijke ondernemer van het jaar».
31 610 000 1 500 000
10 000 000 29 500 000 5 000 000
150 000 10 160 000 1 000 000 18 800 000 60 000 000 5 000 000 25 000 000 18 000 000 2 000 000
100 000
Bepaling van samenhangende informatie over de opzet van nieuwe activiteiten voor werkzoekenden (CEFO's) Het ondernemerschap vergemakkelijken en de groei van de bedrijven ondersteunen Portaal "bedrijven" - Uniek loket "bedrijven" Rationalisering van de sector van de economische activiteit en toenadering ASE-AST De instrumenten voor de economische activiteit professionaliseren Tweede kans Overdracht van bedrijven Een gunstige financiële omgeving waarborgen Kredietgaranties en garanties achtergestelde leningen Specifieke steun aan de zelfstandigen en de vrije beroepen De regionale voorzieningen voor bedrijven versterken Vrouwelijk ondernemerschap (microkrediet) Deelname van de financiële instrumenten van het Gewest aan het Fonds "Grande Région" van het EIF (financiering van spin-off) Wallonië internationaal positioneren Zichtbaarheidscampagne Wallonië
Invoering aanspreekpunt Waalse bedrijven van topniveau AWEX - investeerders van specifieke markten SOFINEX 2. Waals grondgebied Vervuilde sites - Her aan te leggen sites Vervuilde sites Her aan te leggen sites Bedrijvenzones Programma voor de aanleg van bedrijvenparken Proefexperiment ecozones Micro-bedrijvenzones in het stedelijk weefsel 3. Vrije stedelijke en plattelandszones Evaluatie Verduurzaming en/of aanpassing van de maatregelen Verhoging investeringspremies vrije stedelijke zones Verhoging investeringspremies vrije plattelandszones Onthaalinfrastructuren vrije stedelijke zones "Werkplaats voor gedeeld werk" vrije privé-plattelandszones Tijdelijke bedrijfsruimtes en tijdelijke landbouwruimtes - Vrije plattelandszones
Krachtlijn V: Allianties werk-milieu Alternatieve financiering 1. Eerste Alliantie: besparingen energie en duurzame bouw Opmaak meerjarenplan Hernieuwbare energiebronnen - energieprestatie gebouwen Aangepaste financiële mechanismen en stimuli Studie communicatie en sensibilisering Energieprestatienormen Studie controlemiddelen Opmaak van het multisectoraal contract Voortzetting van het initiatief van overleg met de sectoren Aanduiding van een coördinator (aansturen - invoeren)
2 000 000 2 500 000 20 000 000 407 500 000 225 000 000 125 000 000 100 000 000 182 500 000 170 000 000 2 500 000 10 000 000 55 200 000 200 000 55 000 000 22 500 000 12 500 000 15 000 000 2 000 000
3 000 000
Totaal 2010 - 2014
279 600 000 600 000 000 4 637 000 967 000 275 000 100 000 275 000 225 000 92 000 3 670 000 30 000 320 000
3 000 000 120 000 200 000
121 416 000 4 946 000 1 946 000 3 000 000 55 970 000 1 200 000 956 250 3 024 750
3 821 535
Controlestructuren en organismen voor certificatie en toekenning van de keurmerken Duurzaamheidscriteria in de modelbestekken Evaluatie meerjarenplan en multisectoraal contract 2. Optimale omstanddigheden creeren voor de uitwerking van een aanbod van kwalitiet De innovatie ontwikkelen op basis van participatief werk met de sector Onderzoek Partnerships in technologische innovatie in de sector van de duurzame bouw Acties opzetten voor de opleiding in de beroepen van de Alliantie WerkOntwikkeling opleidingspolen - groene sector Promotie groene beroepen Ontwikkeling oriëntatie-aanbod en kennismaking beroepen groene sector Ontwikkeling opleidingsaanbod in de competentiecentra (docenten en leerlingen)
1 475 000 8 800 000 24 586 250
5 000 000
629 000 000 179 000 000 25 000 000 150 000 000 4 000 000 450 000 000 225 000 000
7 993 500 2 720 000 1 392 715 60 500 000
Doorlopende analyse van de behoeften van de bedrijven (jobfocus en screening) Kwalificerende opleiding oproep tot projecten Kwalificerende opleiding (Forem en partners) Ontwikkeling aanbod opleiding alternerend leren - groene beroepen (IFAPME) Toekenning ecoklimaatcheques - kleine ondernemingen Aanvullende studies, acties en beheerskosten van het opvolgingscomité APE en groene PTP 3. Duurzame investeringen op het gebied van de huisvesting aantrekkelijker maken Maatregelen voor particulieren Afstemmen energiepremies, huisvestingspremies en ecoleningen Ontwikkeling derde investeerder Communicatie Maatregelen voor de openbare sector Voortzetting renovatieplan openbaar woningpark Collectieve verwarmingsinstallaties in de openbare woningen en facilitator thermische zonne-energie grote systemen
807 000
125 000 000 89 000 000 6 000 000 3 500 000 3 500 000
Energiebeheer van de regionele en lokale gebouwen (UREBA) REG-Vademecum - proefproject sector openbare huisvesting Versnelling procedures inrichting, renovatie openbare huisvesting 4. Andere allianties werk-milieu overwegen Invoering andere allianties 5. Onderzoek, economie, werkgelegenheid en opleiding in de andere groene beroepen Groen onderzoek « WILL » - duurzame ontwikkeling R&D hernieuwbare energiebronnen Onderzoeksprogramma intelligente technologieën voor het beheer van het elektriciteitsnet Groene economie Studie ecosysteemgerichte economie (industriële ecologie) partnership erkende buitenlandse instellingen
15 000 000
500 420 000 000
000 000 000 000
190 000
7 3 3 4
2 250 000 2 250 000 30 000 000 2 000 000 2 500 000
6 800 000 57 917 000
48 130 000 30 000 000 11 330 000
121 047 000
Innovatiebeurzen en Grote Prijs Ondernemerschap «duurzame ontwikkeling» Sensibilisering eco-ontwerp en eco-design Spin-off, startup en innovatieve bedrijven die actief zijn in milieutechnologie WSL (Wallonia Space Logistics) Schone motoren Sociale economie - duurzame ontwikkeling en groene economie (ondersteuningsdienst in de bedrijvenzones, proefexperiment logistiek platform, bedrijvensteun) Afvalbeurzen Oproep tot projecten ivm eco-materialen Keurmerk ecosysteemgerichte bedrijven Kadaster van de 'slapende' of zonder ethische criteria geïnvesteerde Waalse openbare middelen Scheppen van werkgelegenheid in de andere groene beroepen dan deze van de eerste Alliantie
Totaal 2010 - 2014
Krachtlijn VI: Een te waarborgen evenwicht: alliëren van werk en maatschappelijk welzijn Alternatieve financiering
1. De werkgelegenheid ontwikkelen in de diensten voor kinderopvang en de personenhulp Vroegere APE - PTP Kinderopvang Nieuwe APE - PTP Gehandicapte personen, ouderen, andere publieksgroepen Nieuwe APE - PTP Invoeging wijkjongeren 2.Opvanginfrastructuren Kinderdagverblijven Rusthuizen
297 000 000
125 000 000
297 000 000 201 000 000 38 500 000 38 500 000 57 500 000 38 500 000 19 000 000 125 000 000 56 000 000 69 000 000
10 250 000
Totaal 2010 - 2014
5 250 000 250 000 3 000 000 650 000
Twee overkoepelende dynamieken A. De duurzame ontwikkeling op overkoepelende wijze promoten in alle openbare beleidslijnen Beleid van duurzame aankopen en van milieubeheer - SPW en OIP Korte routes Adviescel duurzame ontwikkeling
1 690 000 810 000 80 000 800 000 2 810 000
5 000 000
100 000 1 250 000
Personeel Waals openbaar ambt sensibiliseren - verantwoordelijk gedrag inzake DO Bijkomende indicatoren buiten het BBP B. De openbare partner efficiënter maken en het Waals geweten als bron voor mobilisering promoten 1. Het Marshallplan nauwgezet sturen op basis van geregelde en periodieke opvolging Uitbreiding van de Cel van de Bijzondere Afgevaardigde (2 VTE) Update en verbetering van de informaticatool voor de opvolging van het Plan Evaluatie van het Plan 2. Administratieve vereenvoudiging
Verschaffing van de breedst mogelijke informatie aan de bedrijven Gelijktijdige actualisering sites en portalen «Fysieke» interface
350 000 1 450 000 450 000 1 000 000 576 000 500 000 350 000 150 000
434 000 50 000 384 000
1 620 850 000 1 150 000 000 2 770 850 000
Vereenvoudiging en leesbaarheid - administratieve formulieren en documenten Enige inzameling van de gegevens Inventaris van de aan de bedrijven gevraagde gegevens Aanleggen van nuttige informaticalinks Traceerbaarheid van de dossiers en van de betalingen 3. Open Waalse identiteit Pedagogische instrumenten Participatieve dynamieken
Totaal Buiten alternatieve financiering Totaal Alternatieve financiering Totaal Marshallplan 2.Groen