Aan Cc Van Datum Betreft
Uw Gemeente Paul Schenderling; Martin Heekelaar 16 juli 2013 Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente
1.1 Woord vooraf Dit document is een geanonimiseerd voorbeeld van een beknopt maatwerkrapport dat Berenschot geleverd heeft aan een gemeente (hierna “Uw Gemeente”). Een maatwerkrapport geeft een kort overzicht van de prestaties van uw gemeente op het terrein van de WWB. De prestaties van uw gemeente worden vergeleken met tien objectief geselecteerde referentiegemeenten, zodat u inzicht krijgt in opmerkelijke verschillen tussen uw gemeente en andere gemeenten. Daarnaast worden op belangrijke punten verbanden gelegd tussen het WWB-bestand, de WWB-financiën en het statistische profiel van uw gemeente. Zoals het woord al zegt, wordt ieder maatwerkrapportje samengesteld op basis van de specifieke wensen van de klant. De mogelijkheden zijn groot. Naast de onderwerpen die in dit maatwerkrapport aan de orde komen, is het mogelijk om de volgende onderwerpen nader uit te diepen:
Samenstelling WWB-bestand: welke subgroepen zijn over- dan wel ondervertegenwoordigd in Uw Gemeente?
Statistische analyse c.q. arbeidsmarktanalyse: welke interne en externe factoren kunnen het bijstandsvolume in uw gemeente verklaren? Zitten de knelpunten op de arbeidsmarkt in Uw Gemeente vooral op het kwantitatieve vlak (aantal banen versus beroepsbevolking) of op het kwalitatieve vlak (de zogenoemde ‘match’ tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt?
Formatieonderzoek: hoe groot is de omvang van de sociale dienst in uw gemeente en staat dit in verhouding tot de omvang van sociale diensten in gemeenten met een vergelijkbaar bijstandsvolume?
Participatiewet: met welke aantallen personen en met welke omvang van de budgetten krijgt uw gemeente in de toekomst te maken als het gaat om de introductie van de Participatiewet?
Ten slotte kunnen wij op grond van de analyse gerichte aanbevelingen doen om zoveel mogelijk mensen in uw gemeente aan de slag te krijgen. 1.2 Inhoudsopgave Om een goed beeld te krijgen van de stand van zaken met betrekking tot de Wet Werk en Bijstand (WWB) in Uw Gemeente zijn drie onderdelen van belang: 1. Ontwikkeling van het WWB-bestand van Uw Gemeente. In dit onderdeel worden de omvang en de samenstelling van het WWB-bestand onder de loep genomen. Het gaat hierbij om het aantal
1
bijstandsgerechtigden, de instroom en de uitstroom in de bijstand en om zaken als de leeftijdsopbouw, burgerlijke staat en sociaaleconomische achtergrond van bijstandsgerechtigden. 2. Ontwikkeling van de WWB-financiën van Uw Gemeente. In dit onderdeel wordt een meerjarig financieel overzicht gegeven van het budget, de ontvangsten en de uitgaven in het kader van de WWB, voor zowel het inkomensdeel (de uitkeringen) als het werkdeel (de bestedingen aan reintegratie). Ook worden eventuele incidentele of structurele tekorten en overschotten op de WWB-financiën geanalyseerd. 3. Arbeidsmarktprofiel van Uw Gemeente. In aanvulling op de analyse van het WWB-bestand en de WWB-financiën zal gekeken worden naar het arbeidsmarktprofiel van Uw Gemeente: dit zijn kenmerken van de arbeidsmarkt van Uw Gemeente die Uw Gemeente bijzonder maken ten opzichte van andere gemeenten. Deze factoren zijn van belang, omdat ze een verklaring kunnen vormen voor gunstige of minder gunstige ontwikkelingen in de WWB in Uw Gemeente. 4. Bijdrage uit Gemeentefonds. Naast een Rijksbijdrage uit het inkomensdeel en het werkdeel van de WWB ontvangt de gemeente ook een bijdrage uit het Gemeentefonds om de uitvoering van de WWB, schuldhulpverlening en armoedebestrijding. In dit onderdeel zullen we inzicht geven in de manier waarop de bijdrage voor uitvoeringskosten tot stand komt. In het vervolg van dit maatwerkrapport zullen de zojuist geschetste onderdelen worden uitgewerkt. 1.3 Ontwikkeling van het WWB-bestand van Uw Gemeente Berenschot beschikt over een uitgebreide database op het gebied van de WWB. De database is gebaseerd op recente cijfers van onder andere het CBS, het UWV en het ministerie van SZW over verschillende jaren. Ter beantwoording van de vraag hoe de WWB in Uw Gemeente zich verhoudt tot de WWB in vergelijkbare gemeenten, heeft Berenschot op basis van de database een verkorte Benchmark WWB uitgevoerd. In de Benchmark WWB wordt voor een aantal onderdelen van de WWB nagegaan hoe die zich verhouden ten opzichte van andere gemeenten. De vergelijking vindt plaats met een groep van tien gemeenten die een met Uw Gemeente vergelijkbare sociaal-economische structuur hebben (vergelijkbare economische groei, werkgelegenheid, demografie en dergelijke). Concreet zijn de referentiegemeenten geselecteerd op basis van de parameters uit het objectieve verdeelmodel zoals vrijgegeven door het ministerie van SZW. De referentiegemeenten van Uw Gemeente zijn:
Assen
Lelystad
Enschede
Smallingerland
Den Helder
Zoetermeer
Vlissingen
Brunssum
Rijswijk
Helmond
In de onderstaande grafieken wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van het WWB-bestand van Uw Gemeente.
2
Bijstandsdichtheid
Bijstandsdichtheid 7,0% 6,0% 5,0% 4,0%
Sittard-Geleen Uw Gemeente Referentiegemeenten
3,0%
Nederland
2,0% 1,0% 0,0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
De bijstandsdichtheid is het aantal bijstandsgerechtigden als percentage van de bevolking. De bijstandsdichtheid is afhankelijk van zowel conjuncturele factoren (de stand van de economie op een bepaald moment) als structurele factoren (de mate van aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, de sociale problematiek op lokaal en regionaal niveau, et cetera). Uit bovenstaande grafiek valt af te leiden dat Uw Gemeente ten opzichte van Nederland een relatief hoge bijstandsdichtheid heeft. Ten opzichte van referentiegemeenten was de bijstandsdichtheid van Uw Gemeente tot 2009 relatief hoog, maar na 2009 is de bijstandsdichtheid juist lager dan in referentiegemeenten. Instroom in de bijstand
Instroom t.o.v. bestand 60%
50% 40%
Sittard-Geleen Uw Gemeente 30%
Referentiegemeenten Nederland
20% 10% 0%
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
3
De instroom in de bijstand is het aantal bijstandsaanvragen dat toegekend wordt over een bepaalde periode. De instroom in de bijstand hangt af van zowel interne factoren, waarbij met name strengheid aan de poort van belang is, als externe factoren, zoals de eerder genoemde werkgelegenheidsontwikkeling en de mate van sociale problematiek. In Uw Gemeente heeft de instroom in de bijstand zich de afgelopen jaren gunstig ontwikkeld: vanaf 2008 – het uitbreken van de economische crisis – is de instroom in de bijstand nauwelijks gestegen, in tegenstelling tot referentiegemeenten waar de instroom wel fors is gestegen. Uitstroom uit bestand
Uitstroom t.o.v. bestand 45% 40% 35%
30% 25%
Sittard-Geleen Uw Gemeente
20%
Referentiegemeenten Nederland
15% 10% 5% 0% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
De uitstroom uit de bijstand is het aantal mensen dat de bijstand verlaat, ofwel omwille van werk ofwel om andere redenen. In Uw Gemeente is de uitstroom uit de bijstand lager dan in referentiegemeenten, maar gezien de eveneens lage instroom is dit niet per se problematisch.
4
Ontwikkeling langdurige bijstand
Bijstandsdichtheid > 1 jaar 6%
5% 4% Sittard-Geleen Uw Gemeente 3%
Referentiegemeenten
Nederland
2% 1% 0%
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Als mensen eenmaal in de bijstand terecht komen, blijkt het vaak moeilijk om weer uit te stromen, bijvoorbeeld richting werk. Het aantal mensen dat langer dan een jaar in de bijstand zit (zie bovenstaande grafiek) is een goede indicator van de langdurige bijstand. In Uw Gemeente is de langdurige bijstand vergelijkbaar met referentiegemeenten. Bijstandsdichtheid alleenstaande ouders
Alleenstaande ouders met bijstandsuitkering t.o.v. totaal aantal eenouderhuishoudens 30% 25% 20% Sittard-Geleen Uw Gemeente 15%
Referentiegemeenten Nederland
10% 5% 0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Een groep die vaak oververtegenwoordigd is in de bijstand betreft alleenstaande ouders. In Uw Gemeente blijkt tot 2008 de groep alleenstaande ouders vergelijkbaar met referentiegemeenten, maar vanaf 2009 is het percentage alleenstaande ouders dat in de bijstand zit gestaag gedaald, zodat het niveau nu onder het Nederlandse gemiddelde is komen te liggen.
5
1.4 Ontwikkeling van de WWB-financiën van Uw Gemeente De budgetten en de uitgaven met betrekking tot het inkomensdeel van de WWB zijn opgenomen in de onderstaande tabel. In de tabel is het financieel saldo opgenomen zowel in nominale als in procentuele termen. In de laatste rij staan de landelijke percentages van het verschil tussen het macrobudget en de landelijke uitgaven. (bedragen in mln €)
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Budget
32,4
34,2
29,4
29,4
28,6
29,8
32,8
31,4
35,8
Netto uitgaven
34,1
35,3
33,8
32,2
33,3
33,1
35,2
36,6
35,9
Saldo
-1,7
-1,1
-4,5
-2,8
-4,6
-3,4
-2,4
-5,2
-0,1
-7,2% -16,5%
-0,3%
-8,5% -16,7%
0,7%
Percentage Percentage Nederland Geschoond percentage
-5,4% 6,6% -12,0%
-3,3% -15,1% 5,1%
0,3%
-9,5% -16,2% -11,3% 0,8%
1,8%
-2,4%
-8,4% -15,4% -10,3% -18,0%
-8,9%
1,3%
0,2%
-1,0%
Het blijkt dat sinds de invoering van de WWB in 2004 in Uw Gemeente aanvankelijk sprake was van tekorten op het inkomensdeel. Echter, waar in veel gemeenten het saldo na 2008 fors is verslechterd, valt dit bij Uw Gemeente mee: het saldo is licht negatief, maar als we het saldo corrigeren voor het landelijke tekort, komt Uw Gemeente in 2010 en 2011 zelfs uit op kleine overschotten. De middelen voor het WWB-inkomensdeel worden door het ministerie van SZW over de gemeenten verdeeld middels een objectief verdeelmodel. Dit wil zeggen dat het budgetaandeel van gemeenten in het landelijke WWB-budget bepaald wordt aan de hand van factoren die niet door individuele gemeenten te beïnvloeden zijn. In het objectieve verdeelmodel zitten factoren zoals inkomen, het aantal laagopgeleiden, de regionale banengroei, et cetera. Bij dit financiële beeld van het WWB-inkomensdeel in Uw Gemeente komt de vraag naar voren: wat verklaart de financiële prestaties van Uw Gemeente op het inkomensdeel, daadwerkelijk lagere uitgaven of een voor Uw Gemeente gunstige ontwikkeling van het budget? Om deze vraag te beantwoorden wordt in de onderstaande grafiek naast het netto uitgavenaandeel het jaarlijkse budgetaandeel getoond. De netto uitgavenaandeel betreft de uitgaven minus de ontvangsten op het inkomensdeel als percentage van de landelijke uitgaven minus ontvangsten; het budgetaandeel betreft het aandeel van Uw Gemeente ten opzichte van het landelijk beschikbare macrobudget.
6
Budgetaandeel en netto uitgavenaandeel
Uit de grafiek blijk dat in Uw Gemeente het budgetaandeel structureel lager was dan het netto uitgavenaandeel. Echter, na 2010 is er een daling van het netto uitgavenaandeel zichtbaar, zodat de budget en uitgaven weer naar elkaar toe zijn gegroeid. Ontwikkeling Participatiebudget In onderstaande tabel en grafiek zijn de ontwikkeling van het werkdeel van de WWB – het zogenoemde Participatiebudget – af te lezen. Zowel de tabel als de grafiek zijn weergegeven exclusief meeneemregeling. (bedragen in mln €)
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Budget
11,8
11,9
12,2
12,0
12,6
13,4
14,5
13,9
8,2
Uitgaven
10,1
9,0
15,8
12,8
12,8
17,0
17,1
12,8
7,2
Ontvangsten
0,6
0,5
0,5
0,7
0,3
0,4
0,1
0,4
0,4
Netto uitgaven
9,4
8,4
15,2
12,1
12,5
16,6
17,0
12,4
6,8
3,5
-3,1
-0,2
0,1
-3,2
-2,5
1,5
1,4
29,2% -25,1%
-1,3%
1,0% -23,8% -17,3%
10,7%
17,1%
Saldo Percentage
2,3 19,8%
7
Wat betreft het Participatiebudget zijn er geen bijzonderheden. Re-integratietrajecten t.o.v. het aantal bijstandsuitkeringen
Reintegratietr. t.o.v. bijstandsuitkeringen 180% 160% 140% 120% 100%
Sittard-Geleen Uw Gemeente Referentiegemeenten
80%
Nederland
60% 40% 20% 0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
In Uw Gemeente is het aantal re-integratietrajecten als percentage van het totale aantal bijstandsuitkeringen vanaf 2006 flink gedaald, maar ligt het aantal trajecten nog steeds boven het gemiddelde in Nederland en in referentiegemeenten. 1.5 Arbeidsmarktprofiel van Uw Gemeente In deze paragraaf staat de vraag centraal: in welke opzichten is de arbeidsmarkt in Uw Gemeente bijzonder en hoe verhouden deze kenmerken zich tot de WWB in Uw Gemeente?
8
Het werkloosheidspercentage in het COROP-gebied waar Uw Gemeente toe behoort (ZuidLimburg) is met 6,6 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Er zijn geen werkgelegenheidscijfers op gemeenteniveau, dus het is moeilijk te controleren of het werkloosheidspercentage in Uw Gemeente hoger ligt dan in referentiegemeenten. Wel zijn er cijfers over het aantal WW-uitkeringen; dit aantal blijkt in Uw Gemeente vergelijkbaar met dat van referentiegemeenten.
WW-uitkeringen t.o.v. bevolking 15-65 5,0% 4,5% 4,0%
3,5% 3,0%
Sittard-Geleen Uw Gemeente
2,5%
Referentiegemeenten
2,0%
Nederland
1,5% 1,0%
0,5% 0,0%
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Ook zijn er cijfers over de (netto) arbeidsparticipatie op gemeenteniveau. De netto arbeidsparticipatie is het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking (het deel van de bevolking dat gelet op zijn leeftijd in aanmerking komt voor deelname aan het arbeidsproces).1 Hieruit blijkt dat de arbeidsparticipatie in Uw Gemeente de afgelopen jaren is gestegen, maar nog steeds onder het landelijk gemiddelde en onder het gemiddelde in referentiegemeenten ligt.
1
Bron: CBS.
9
Netto arbeidsparticipatie 70% 68%
66% 64% 62%
Sittard-Geleen Uw Gemeente
60%
Referentiegemeenten
58%
Nederland
56% 54% 52% 50% 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Met de komst van de Participatiewet zullen gemeenten zoals Uw Gemeente steeds meer verantwoordelijkheid gaan dragen voor de re-integratie van arbeidsgehandicapten. Naast de huidige groep WWB’ers zal ook een deel van de re-integratieverplichtingen in het kader van de Wsw en in het kader van de Wajong overgedragen worden aan gemeenten. De samenwerking tussen de gemeente en het SW-bedrijf zal hierdoor anders worden. Het aantal arbeidsgehandicapten in Uw Gemeente – zowel het totale aantal arbeidsongeschikten als het aantal Wajongers – is relatief hoog (zie onderstaande grafieken).
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen t.o.v. bevolking 15-65 14% 12% 10% 8%
Sittard-Geleen Uw Gemeente
Referentiegemeenten
6%
Nederland 4% 2% 0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
10
Wajonguitkeringen t.o.v. bevolking 15-65 3,0% 2,5% 2,0% Sittard-Geleen Uw Gemeente
1,5%
Referentiegemeenten Nederland
1,0%
0,5% 0,0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
1.6 Bijdrage uit Gemeentefonds Voor de uitvoering van de WWB ontvangt Uw Gemeente middelen via het Gemeentefonds. Het Gemeentefonds is opgebouwd uit zogenoemde fictieve budgetten (ook wel clusters). Zo is er een fictief budget Werk & Inkomen, waarin Uw Gemeente middelen ontvangt voor de uitvoeringskosten van de WWB, armoedebestrijding en schuldhulpverlening. De omvang van het cluster is afhankelijk van factoren zoals het aantal bijstandsgerechtigden, het aantal inwoners en het aantal inwoners met een laag inkomen. Zo neemt de omvang van het fictieve budget W&I toe bij een toename van het aantal bijstandsgerechtigden en daalt bij een afname. De omvang van het cluster W&I wordt voor een individuele gemeente bepaald aan de hand van de verdeelmaatstaven, de bedragen per eenheid en de uitkeringsfactor. De uitkeringsfactor houdt rekening met de jaarlijkse groei van het Gemeentefonds (het accres). In de bovenstaande tabel staan de verdeelmaatstaven die gelden voor het cluster W&I. In de derde kolom staat de omvang van de verdeelmaatstaven voor de gemeente Uw Gemeente. Voor alle gemeenten gelden dezelfde verdeelmaatstaven, maar de omvang verschilt uiteraard per gemeente. Zo wordt in de berekening voor Uw Gemeente uitgegaan van 10.875 uitkeringsontvangers en 94.535 inwoners.
11
Cluster Werk & Inkomen Uw Sittard-Geleen Gemeente in 2013 (voorlopige bedragen, in euro)
Bedragen per eenheid
Eenheden in de gemeente
Totaalbedrag
Huishoudens met laag inkomen
38,42
15.620
600.120
Huishoudens met laag inkomen (drempel)
53,52
10.804
578.209
1.349,82
2.572
3.471.737
112.501,96
1
99.026
3.709,68
927
3.437.733
1,55
139.190
215.745
Uitkeringsontvangers
16,13
10.875
175.414
Inwoners
-0,06
94.535
-5.672
Bijstandsontvangers ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel Klantenpotentieel regionaal
Totaal cluster W&I, excl. uitkeringsfactor
8.572.312
Uitkeringsfactor Totaal cluster W&I, incl. uitkeringsfactor
1,47 12.604.999
Bron: ministerie van BZK, bewerking Berenschot
In de tweede kolom staan de bedragen per eenheid. In de laatste kolom staat het product (de vermenigvuldiging) van de verdeelmaatstaven en de bedragen per eenheid. De som van deze producten (TOTAAL) leidt tot de zogenoemde uitkeringsbasis. De uitkeringsbasis maal de uitkeringsfactor (in 2013 is de uitkeringsfactor gelijk aan 1,47) leidt tot het totaalbedrag in het cluster W&I. Voor Uw Gemeente is dat bedrag in 2013 gelijk aan (afgerond) € 12,6 mln. Marginaal effect Zoals gezegd is het bedrag in het cluster W&I mede afhankelijk van het aantal bijstandsgerechtigden in de gemeenten. Je kunt je afvragen met hoeveel het cluster toeneemt met een stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. Berekend kan worden dat Uw Gemeente in het cluster W&I exclusief of inclusief uitkeringsfactor gemiddeld (afgerond) € 2.517,- resp. € 3.700,- per bijstandsgerechtigde meer of minder krijgt2. Dit bedrag zal per gemeente verschillen, omdat in het cluster W&I in het gemeentefonds rekening wordt gehouden met schaalvoordelen.
2
Let op dat dit niet betekent dat het gemeentefonds voor Uw Gemeente in totaliteit met dat bedrag omhoog
gaat. Als het aantal bijstandsgerechtigden in Uw Gemeente meer dan evenredig stijgt ten opzichte van de andere gemeenten, neemt het totale Gemeentefonds toe. Dat gaat dan ten koste van andere gemeenten. Als het volume evenredig of minder dan evenredig stijgt ten opzichte van de andere gemeenten dan stijgt het cluster W&I, maar gaat het ten koste van het accres. Dan gaat het cluster W&I wel omhoog, maar blijft het Gemeentefonds in totaliteit gelijk of gaat – i.g.v. minder dan evenredige stijging – omlaag.
12