LONGFUNCTIE-ONDERZOEK
Wat is hyperventilatie?
Wat is hyperventilatie? Als je hyperventileert, adem je te veel. In het bloed raakt de verhouding tussen zuurstof en kooldioxide (CO 2) uit balans. Hierdoor verandert de zuurgraad in het bloed waardoor de bloedvaten zich een beetje gaan vernauwen. Er komt minder zuurstof bij de weefsels en organen. De vernauwing van de bloedvaten geeft bijwerkingen die niet prettig zijn, zoals hoofdpijn, duizeligheid en concentratiestoornissen. Gelukkig zijn deze bijwerkingen onschadelijk en leiden ze zelden tot flauwvallen.
Andere klachten
In een zakje ademen, of juist niet?
Bij hyperventilatie maakt het lichaam meer melkzuur, en dat veroorzaakt vermoeide spieren. Bovendien daalt de hoeveelheid calcium in het bloed. Dat kan leiden tot samentrekkingen van de spieren. En ten slotte loopt de prikkelgeleiding via de zenuwen anders.
Vroeger dacht men dat er bij een aanval van hyperventilatie altijd te weinig kooldioxide (CO2) in het bloed zat. Daarom kregen mensen met hyperventilatie het advies om een (plastic) zakje voor mond en neus te houden. Ze ademden dan hun eigen uitgeademde lucht weer in, en brachten zo hun kooldioxidegehalte weer op een redelijk peil.
Dat alles kan diverse klachten geven, zoals: • verkramping van de spieren; • trillen; • een gevoel van ‘verdoving’; • het gevoel dat u de wereld in een roes beleeft; • concentratieproblemen.
Maar nu weten we dat er tijdens een aanval niet altijd te weinig kooldioxide in het bloed zit. Als de hyperventilatieaanval voortkomt uit paniek, kan er zelfs te veel kooldioxide in het bloed komen. In die gevallen raden wij het gebruik van een plastic zakje juist af.
1
Hormoonhuishouding
• het gevoel dat uw hart af en toe een slag overslaat; • transpireren (zweten); • bleekheid; • een angstig (bang) gevoel; • tintelende handen en voeten ; • een droge mond; • duizeligheid; • wazig zien of dubbelzien; • (bijna) flauwvallen; • niet helder kunnen denken; • lachen of huilen zonder reden.
Bij hyperventilatie is vaak ook sprake van een verstoring in de hormoonhuishouding. De stresshormonen spelen een grote rol bij het ontstaan en in stand houden van hyperventilatie. Bij (dreigend) gevaar maakt het lichaam de stresshormonen adrenaline en cortisol aan. Deze hormonen zorgen er onder andere voor dat de hartslag en de ademhaling sneller gaan. U kunt daardoor in geval van nood weglopen, snel reageren, veel kracht zetten of zelfs vechten.
U kunt het gevoel hebben dat er iets ernstigs aan de hand is (misschien wel een hartaanval) en dat u doodgaat. Paniek overheerst alles. Na verloop van tijd houdt de aanval echter vanzelf op. De meeste mensen zijn na een hyperventilatieaanval erg moe.
Bij overbelasting, oververmoeidheid en angst maakt het lichaam ook stresshormonen aan, ook al is er geen direct gevaar. Bij hyperventileren worden vaak veel stresshormonen aangemaakt, terwijl dat eigenlijk niet nodig is.
Chronische hyperventilatie
Acute en chronische hyperventilatie
Chronische hyperventilatie is minder opvallend en daardoor minder eenvoudig te herkennen. Deze vorm komt méér voor dan acute hyperventilatie.
Er bestaan twee soorten hyperventilatie: • acute hyperventilatie, in de vorm van aanvallen en • chronische hyperventilatie, die (bijna) altijd doorgaat
De klachten zijn vaag, maar kunnen constant aanwezig zijn. Dat komt doordat mensen met chronische hyperventilatie bijna de hele dag ‘onbewust’ aan het hyperventileren zijn. De klachten zouden ook heel goed een andere oorzaak kunnen hebben. Daardoor duurt het vaak erg lang voordat de juiste diagnose gesteld wordt.
Acute hyperventilatie Bij een hyperventilatieaanval kunt u last hebben van één of meer van de volgende punten: • hoorbaar versnelde ademhaling; • geen controle over de ademhaling; • een snellere hartslag; 2
Als dan eindelijk blijkt dat hyperventilatie de oorzaak is, hebben veel mensen al angsten opgebouwd (zoals ziektevrees), doordat ze zo lang in onzekerheid hebben geleefd.
Wat te doen bij een aanval van hyperventilatie? U kunt verschillende dingen doen tegen een aanval van hyperventilatie. U kunt bijvoorbeeld gaan bewegen (springen, hardlopen, diepe kniebuigingen maken). Hiermee kunt u de klachten al in een vroeg stadium van de aanval proberen terug te dringen. Afleiding kan ook helpen. U kunt u bijvoorbeeld op iets anders concentreren door hardop een stuk tekst te lezen. Zo zijn er nog wel meer trucjes om uw adem weer onder controle te krijgen. Deze worden regelmatig behandeld in het ‘Hyperbulletin’ (zie www.hyperventilatie. org).
Vragen? Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met de Nederlandse Hyperventilatie Stichting: website: www.hyperventilatie.org
3
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Longfunctie-onderzoek 088 - 320 15 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
4
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
LON 53/10-’10
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis