Zondag 16 juni 2013, Dorpskerk Wijk aan Zee Dienst in het teken van de Engelse hymns, zoals in nieuwe vertaling opgenomen in ‘Het liefste lied van overzee’ Daaruit werden gezongen de nummers 8, 1, 56, 6, 29 en 58 Centrale vraag was: Vanwaar die, in deze hymnen steeds terugkerende, beelden van een hemel vol zingende engelen? Lezingen: Jesaja 6:1-‐7 en Openbaring 7:9-‐17 Naar de hemel? Als jong domineetje heb ik wel eens overmoedig beweerd, dat je alle passages over de hemel rustig uit de bijbel kon scheuren, en dan het verschil in dikte niet zou merken. Zo weinig komt die ‘hemel’ daaraan de orde…. Inmiddels een leven verder, én veel beter thuis in de bijbel durf ik het bijna nóg te beweren! Men wil het Christelijk geloof nog wel eens typeren als een geloof in een hiernamaals, in een hemel, een leven na dit leven. En daar zou het dan allemaal om gaan. En je gedrag tijdens je bestaan op aarde zou dan bepalend zijn, of daar plaats voor je is. En ook voor nogal wat Christenen zelf is dát het belangrijkste: ‘als je dat niet meer geloven kan, dominee…..’ Uit de hemel! Maar de jaren door heb ik steeds geleerd dat het in de bijbel gaat om de toekomst van deze, onze aarde. Maar dan wel bekeken met een ‘hemelse blik’! De Bijbelverhalen vertellen ons hoe God deze aarde, ‘en al wie daarop wonen’ ziet, en ook vaak, hoe Hij haar graag zou willen zien…. Het bekende visioen van ‘het nieuwe Jeruzalem’ is daarvan een voorbeeld. Die ‘stad die uit de hemel op aarde neerdaalt’, is niets anders dan de aarde, zoals die God voor ogen staat en voor ons in petto houdt. Excelsior? Wij mensen zijn ‘omhoogstrevers’, excelsior! We willen God bereiken, liefst ook een beetje voor God spelen, we willen naar de hemel, maar het Bijbelse verhaal maakt precies de omgekeerde beweging: Het gaat daar van boven naar beneden! God komt naar de aarde toe, wordt mens…. De hemel daalt neer op aarde. Dat is een genadige boodschap: wij worden tegemoet gekomen! Wij mensen zijn ook allereerst op onze eigen belangen gericht. We vragen: wat gebeurt er met mij, als ik dood ben? We zouden moeten vragen: wat gebeurt er met de aarde, als ik er niet meer ben? Dat is Gods blijvende zorg. Niet mijn wil, maar uw wil geschiedde…..We bidden het wel erg gemakkelijk. En pas dan: waar blijf ik/ blijft wat mij bewogen heeft in dat stralende beeld van Gods toekomt? En ieder mensen leven is – en blijft – een onvervangbare bouwsteen voor 1
die nieuwe aarde, die nieuwe schepping. Een open hemel Toch gaat af en toe in diezelfde Schrift ook de hemel soms even open. Dan krijgen wij op aarde een korte blik in die andere wereld van God. Maar ik kan het precies de spaarzame momenten aanwijzen waarop dat gebeurt. Daarom hang ik maar even een wand vol met Bijbelse schilderijen, met daarop: 1. Jesaja Tweemaal horen we ok van een profeet, die als het ware ‘achter de schermen’ mag kijken: Wanneer Jesaja ( het stuk dat gelezen is) dat was om hem te vervullen van een heilig ontzag van zijn taak, zijn roeping, die werkelijk wortelde in de diepste gedachten van God zelf. En hij, kleine mens – met de bekende vraag: wat kan ik daaraan doen – weet zich in dienst genomen. 2. Ezechiël: Ook hem wordt een blik gegund in het stralende hart van het hemelse. Hij is een werkloze priester in Babel in ballingschap, met de gedachte dat God mee was afgebroken mét de tempel in Jeruzalem. God kon nergens meer wonen… En dan ziet hij, hoe God als een vuur ‘voortrolt’ door de hemel en zo beweeglijk is, dat hij in Babel niet verder weg is dan in Jeruzalem. En ook hij, die tot dan moedeloos zweeg, gaat zijn moment open doen om van die nieuwe toekomst te getuigen, die ook hij alleen maar in zijn dromen -‐ eigenlijk Gods dromen – ziet. 3. De Kerstnacht En natuurlijk is daar dat heilige moment waarop ‘herders in den velde’ omstraald worden door het hemelse spel van licht en gezang. Even al raakt de hemel de aarde aan, als een ‘voorpretje’, een signaal, dat de definitieve regeermacht van God op aarde wordt ingezet met dir pasgeboren Kind. 4. Stefanus Maar hoe God deze aarde ziet en wat mensen ermee doen, botst. Dit Kind maakt slachtoffers. Mensen die sneuvelen in deze botsing. Een van de eersten is Stefanus. Wanneer hij gestenigd worden, lezen we: ‘Hij zag de hemel geopend’ Dat wordt dan al snel maar ingevuld, alsof hij zelf daar naar binnen zou gaan. Maar waarom zou dat niet bedoeld zijn: dat hij op dat moment toch al die toekomst zag, voor ogenhad, precies zoals Mozes in zijn laatste uren het uitzicht had op het voor hem onbereikbare Beloofde Land? Stefanus zag het Rijk gekomen, ook al werd hij zelf onderweg vroegtijdig vermoord. 5. Openbaring En dan natuurlijk is er de meest uitvoerige ‘inkijk’, die in het boek Openbaring. Een geschrift vol wonderlijke visioenen en droombeelden, zo niet nachtmerries. 2
Tezamen verbeelden die grote zuivering van de mensengeschiedenis. Opnieuw gaat het erom, dat die aarde tevoorschijn moet komen zoals God die zich al van den beginne heeft gedacht. Een niet kapot te krijgen voornemen. Johannes beleeft dit alles in eenzaamheid, op een eiland, maar moet het allemaal opschrijven als bemoediging en troost voor de gemeenten die zwaar te lijden hebben, vervolgd worden, uitgeroeid, zodat het dagelijks leven er op lijkt alsof geloven alleen naar en ramp is, een fantasie tegen beter weten in, een collectieve waan – zoals psychiaters soms zeggen: er geen God te zien is, en van zijn rijk helemaal niets terecht komt. Integendeel. En daarom mag Johannes in de hemel kijken, als het ware achter de schermen van de toekomst. Opdat de gemeente in de verdrukking, die lijdt, vervolgd wordt, niet getolereerd, aan wie het bestaan ontzegd wordt, als in een nieuwe ballingschap, opdat die zich zou kunnen laven aan een belofte van een nieuwe toekomst, en de hoop niet zou geven, de moed niet zou verliezen. In wezen gaat het bij deze hemelse inkijkjes toch ook weer om het leven op aarde! En wij mogen maar heel voorzichtig even meekijken, want zulke beelden zijn eigenlijk nauwelijks voor ons bestemd. Wij kennen niet de druk, en het leed van die jonge christengemeente, en wij missen ook hun sterke overtuiging, hun moed. De hemelse tempel Meekijkend dus, en bladerend in dat ‘ondergrondse verzetsboek’-‐ want dat is het eigenlijk -‐ valt op hoe in Openbaring – net als bij Jesaja en Ezechiël – de hemel wordt afgeschilderd als een tempel, waar God woont, en waar Hij met het Lam op de troon zit. ( d.w.z. de eigenlijke regering in handen heeft; dat moet duidelijk zijn!) Rondom –en u kunt dat op tal van oude schilderingen in kerken én musea zien -‐ een hele ‘hofhouding’, zoals men dat toen – en wij nu nog een klein beetje – gewend was bij een oosterse grootvorst. Op de eerste rangen zitten de profeten en de apostelen, zij de onmisbare basis legden voor het Godsvertrouwen van de mens. Dan komen de martelaren, de heiligen, zij die ‘volhard en overwonnen hebben’. Getuigen van moed, van geloof, van hoop én van liefde vóór en bóven alles. Ook als hun dat hun leven kostte…. Ze zitten daar als voorbeeld: kijk, zo moeten jullie ok volhouden! Dan blijft dat leven met God niet zonder resultaat, maar wordt dat ooit eens het een en het al. Allen in allen…zogezegd. Er staat ook een altaar: daaronder liggen de ‘zielen te wachten’ van alle onschuldig vermoorden, mensen wier bloed vloeide, door onrecht. Ze roepen onophoudelijk ‘Hoe lang nog, Heer?’ Hoe lang duurt het nog, voordat U het alles recht zullen zetten, ons recht zult doen, zodat wij niet tevergeefs het leven verloren? En on hen allen heen al die engelen, die nooit ophouden met hun gezongen toejuichingen voor deze hemelse regering. 3
Die uit eerbied voor de felle uitstraling van dit goddelijke hun gelaat bedekken. In wezen vormen die ‘zielen onder het altaar’ en ‘die engelen’ de basis voor alle liturgie: van ‘Heer, ontferm U!’ tot ‘Ere zij God in den hoge’. Van Kyrie tot gloria. De hemelse liturgie Ik koos dit als thema voor vanmorgen, omdat in heel veel van die Engelse hymnes er altijd wel een of meer strofen is waarin aan die hemelse liturgie word gerefereerd. Dat beeld komt zo vaak voorbij, die verwijzing naar die ononderbroken lofzang. Daar schuilt een diepe gedachte in ( die ons Protestanten misschien wat vreemd is): De Kerk van Christus op deze aarde mag al iets van de hemelse liturgie meevieren! Zij viert dus in wezen al de toekomst! Wij zingen en bidden onze tijd vooruit! Anders gezegd: het hemelse Jeruzalem is ons ijkpunt, daarop richten we ons nu al, met onze liturgie én ons leven. Daar moet het heen, daar gáát het heen! Wanneer u in een kerk komt van de Oosterse Orthodoxie ( in Rusland, Griekenland of de Balkan) dan hangt daar boven de ruimte altijd een grote kandelaar, die twaalfhoekig is, met 12 lichten op. Die kandelaar verbeeldt dat nieuwe Jeruzalem met zijn muur en zijn twaalf poorten. En alles wat zich daaronder afspeelt moet zich spiegelen aan die hemelse doorgaande lofzang. Je viert er de hemel op aarde. De kerk is er geen veredeld schoollokaal, zoals in het protestantisme, of een gehoorzaal voor veel stichtelijke woorden. Nee, de aarde wordt er steeds even in het licht van de hemel gezet. En alweer: om dat leven op aarde vol te houden! Daarheen verwijzen vandaag al onze liederen. Meer dan een beschrijving? Is heel deze beeldtaal uit het boek Openbaring nu allemaal beschrijving van hoe het er werkelijk uitziet?’ Zo van: dat weten we dan ook? Of we geloven, dat we het weten…. Ja, dat is het voor ons vaak geworden. Wij, mensen die al eeuwenlang niet meer ‘met hun poten in de modder staan’ van de strijd om het Koninkrijk Gods. Die niet hoeven te leven van een ondergrondse verzetskrant om de moed er in te houden. Het is allereerst een fantasierijke ‘tekening met zeggingskracht’ een bemoediging van moedeloze, hopeloze mensen. Het zou vandaag mogelijk heel anders beschreven, geschilderd worden. Maar de kerngedachte is en blijft: Zoals in de hemel, zo ook op aarde! Zoals het is in de hemel, zo moet het worden op aarde…. De hemel – als de nog verborgen wereld van God -‐ gaat er voorop, is het model: zó moet het ook op aarde worden: dat Hij regeert! Daar moet het heen! Naar het uur, dat zijn rijk komt, en zijn wil wordt gedaan! Dat is het toch, waar wij dagelijks om vragen! Zoals in de hemel, zo ook op de aarde…. 4
Hoe regeert God dan? Nog even goed kijken naar die schilderingen uit Openbaring: Hoe rijk en royaal, met oosterse pracht en praal het plaatje ook mag zijn, op de troon zit géén potentaat, geen sultan. Het gaat bij Gods regering niet om wie de meeste macht heeft. Want: daar zit een Lam! Een Lam, dat is geslacht. Zijn kracht wordt immers in zwakheid volbracht? Een man aan het kruis, liefde als ‘’machtsmiddel’… Daar moet het heen! Daar gáát het heen!
5