let’s
get
real
schoon genoeg van de schijnwereld in de schoonmaaksector
Inhoudsopgave Inleiding
de schoonmaakbubbel
Deel 1
toen en nu
8
philips
12
chaos bij ministerie van sociale zaken
de ontwikkeling bij schoonmaakbedrijven vakmanschap en kwaliteit onder druk
successen
6
14
4 7
ministerie van mooie praatjes en vieze luchtjes kenmerken schoonmaaksector
10 11 12
verantwoordelijkopdrachtgeverschap de code verantwoord marktgedrag boze vakbond: schoonmakers in de kou
12
remuneration costs of individual members of the board of management
15
staken voor iets doodnormaals maatregelen omzetontwikkeling klappen voor schoonmakers afstand prijs- en werkdruk werkdruk, ziekteverzuim en wachtdagen opleiding i basisopleiding schoonmaak ii nederlandse taal geen kruimels, maar een redelijke boterham! i bruto loonontwikkeling ii koopkracht topinkomens onzekerheid
35
ns-nedtrain / het onze lieve vrouwen gasthuis / asielzoekerscentrum ter apel / uwv heerlen / vrije universiteit amsterdam / in holland / hogeschool rotterdam / ret
36
gemeentelijke dienst rotterdam / europoort / duo en belastingdienst in groningen / high tech campus / schiphol
36 37
hago next conclusie
de waarde van schoonmaak
38
recente onderzoeken
39
de valuegame, de waarde 42 van schoonmaak
minister laat schoonmakers onverantwoord hard werken
16 16 17 17 18 21 19 22 24 25 27 28 29 29 30 31 33 34
Deel 2
resultaten
Deel 3
de gouden standaard
39 39 40 40 41 43
44 44 44 45 45 46 51 50 52 53 55 56 58 58 44
ontwikkeling schoonmaakkosten belevingskwaliteit schoonmaak zichtbaarheid hoe schoon is het nu werkelijk? hygiëne verpleeghuizen bedroevend methodiek van de valuegame schiphol onderzoek van asq erasmus mc kantoren: achmea & knmi conclusie 40 dagen & 40 nachten staken we eisen vakmanschap! we willen erbij horen! we eisen respect! organogram vakbond van schoonmakers parlement van schoonmakers colofon president khadija tahiri-hyati
Ministerie van mooie praatjes en vieze luchtjes
4
5
Inleiding De Schoonmaakbubbel
6
Schoonmakers weten wat een bubbel is. Zeepbellen zien ze elke dag. Maar de schoonmaakbranche zit zelf ook in een zeepbel. De opdrachtgevers en de schoonmaakbazen hebben de laatste jaren samen een bubbel gecreëerd waarin het onmogelijke mogelijk lijkt. Hetzelfde werk, dezelfde kwaliteit, in steeds minder uren, voor steeds minder geld. Zo hebben ze een schijnwereld gecreëerd. Gebaseerd op de fabel dat je door ‘slim’ en ‘efficiënt’ werken steeds meer schone toiletten kunt krijgen voor dezelfde euro. De opdrachtgevers willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten, de schoonmaakbazen durven geen nee te verkopen, en de schoonmakers, die het eigenlijke werk doen, mogen proberen de illusie waar te maken. Gevolg: steeds minder kwaliteit, steeds hogere werkdruk. Geen reiskostenvergoeding, geen vakopleiding, geen taallessen, geen respect. Eén jaar ‘inleerperiode’ voor 85% van het loon, oftewel voor 9 euro bruto per uur. Plus een goede kans dat je daarna kan ophoepelen. Kruimels in plaats van een echte boterham. Philips, bijvoorbeeld, bezuinigt 1,3 miljoen euro per jaar op ruim 200 schoonmakers. Dat moet wel, zeggen ze, want het is ‘crisis’. Maar de Raad van Bestuur strijkt datzelfde jaar 3 miljoen euro aan bonussen op. De schoonmaker mag een plakje beleg inleveren, de directeur laat een zwembad in z’n tuin bouwen. Daarover gaat dit Witboek: over de schijnwereld van de schoonmaakbranche. Een schijnwereld die betaald wordt door de schoonmakers. Een schijnwereld, waar wij schoongenoeg van hebben. Een bubbel, die wij gaan doorprikken. Niet door alleen ‘nee’ te roepen, maar met een alternatief. Wij laten zien hoe het óók kan: volgens de Gouden Standaard. Zo scheiden we het kaf van het koren, de weigeraars en de welwillenden. En kiezen we, samen met opdrachtgevers en schoonmaakbazen, voor een contract waarbij ieder het zijne krijgt. De opdrachtgever een schoon gebouw (en dito geweten), de baas zijn rendement en de schoonmaker een fatsoenlijke boterham. Dáár gaat het om. Wij vragen niet veel. Geen kruimels, maar een echte boterham. Genoeg tijd om ons werk te kunnen doen. Een gebaar van waardering, een beetje respect. Stop de schoonmaak-bubbel. Let’s get real.
Kenmerken schoonmaaksector 1 (gegevens per 1 juli 2011) marktomvang 2009 aantal schoonmaakbedrijven met personeel aantal schoonmakers geslacht Leeftijd omvang dienstverband
} } } } } }
gemiddelde omvang 2 minimumloon uurloon tijdens inleerperiode (> 22 jaar) uurloon na de inleerperiode uurloon ervaren schoonmaker (> 7 jaar)
} } } } }
4 miljard euro 3.645 (waarvan 85 > 100 werknemers) circa 140.000 65% vrouw / 35% man 12% < 22 jaar | 49% 22-40 jaar | 39% > 40 jaar 20% voltijd | 80% deeltijd circa 67% minder dan 25 uur 35% minder dan 12 uur 22½ uur €8,72 €9,00 (= 103% minimumloon) €10,28 (= 118% minimumloon) €10,59 (= 121% minimumloon)
7
1 bron: cbs statline, bidbook osb, veneca en de nederlandse beveiligingsbranche, november 2011, cao 2010-2011 en de nederlandse facility management markt 2010, fmn en twijnstra en gudde
2 op basis van verslagen bedrijfspensioenfonds voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche
Deel 1 Toen en Nu
De schoonmakersstaking van 2010 stelde voor de eerste keer opdrachtgevers zoals Schiphol, de ns en grote zorginstellingen medeverantwoordelijk voor de neergaande prijsspiraal in de schoonmaaksector. De belangrijkste opdrachtgevers bleken voortdurend voor korte contracten met een zo laag mogelijke prijs te kiezen. Door de extreme concurrentie was daarvoor alle ruimte: schoonmaakbedrijven boden hun diensten aan voor onmogelijk goedkope prijzen. De schoonmaak-bubbel werd opgeblazen. En de positie van schoonmakers werd volledig uit het oog verloren. In 2010 stapte voor het eerst een grote groep schoonmakers uit de onzichtbaarheid. De staking werd gewonnen. “Dit was pas het begin” spraken de schoonmakers medio 2010. Maar… hoe staan we er eind 2011 eigenlijk voor? Dit witboek toont feiten en cijfers, noemt namen en rugnummers en biedt alternatieven. Het witboek is onderverdeeld in drie delen. Het eerste deel toont de stand van zaken. In het tweede deel wordt de waardering van schoonmaak als dienst onder de loep genomen. En in het derde deel wordt het redelijke alternatief voor de huidige schijnwereld gepresenteerd. Het zou geen witboek van de Vakbond van Schoonmakers zijn als de gezichten en de verhalen van de schoonmakers niet de rode draad zouden vormen.
8
3
Voormalig NS-directeur Personeel Kees Blokland: “Hoewel in het kamp van de ‘tegenpartij’ voelde Kees Blokland al gauw sympathie voor de schoonmakers. “Ik was gechoqueerd”, erkent hij, “toen duidelijk werd dat in mijn eigen organisatie sommige zaken niet goed zaten. Ik schaamde me kapot te zien dat op Amsterdam cs schoonmakers gebruik moesten maken van een lekkende, muffe, afgebladderde verblijfsruimte. Zonder stromend water, verwarming, toilet of koffieautomaat. Ik vond het mensonterend. Alsof ze een tweederangs positie hebben binnen NS en een nette kantine niet waard zijn” Kees Blokland is na zijn pensionering onder andere actief als voorzitter van de commissie Code Verantwoordelijk Marktgedrag in de schoonmaaksector. 3
pien heuts, tegenmacht, in opdracht van fnv bondgenoten, maart 2011, p. 105
9
Verantwoordelijk Opdrachtgeverschap De succesvolle schoonmakersstaking heeft de sector met de neus op de feiten gedrukt. Nederland heeft kennis gemaakt met georganiseerde en zelfbewuste schoonmakers. Afkomstig uit het hele land én de hele wereld. De schijnwereld is echter nog niet ten einde. Opdrachtgevers zoals de Technische Universiteit in Eindhoven (tu/e), Rijksuniversiteit Groningen (rug), meerdere ministeries en Philips bezuinigen onevenredig veel op hun schoonmaakcontracten. tu/e heeft naar schatting 20% bezuinigd op het nieuwe schoonmaakcontract met Gom dat 1 januari 2012 van start gaat. Kwaliteitseisen en schoonmaakfrequentie zijn min of meer hetzelfde als in het vorige contract. De rug heeft onlangs een aanbesteding voor het aankomende
10
schoonmaakcontract gepubliceerd met als belangrijkste criterium: de laagste prijs. Aanbestedingen met de laagste prijs als voornaamste criterium leiden in een prijsvechtersmarkt als de schoonmaak per definitie tot chaos, ongezonde werkdruk en slechte kwaliteit. Schoonmaakbedrijf csu heeft in een officiële brief aan de rug gemeld geen aanbieding te doen, omdat gunning op laagste prijs in strijd is met de Code Verantwoordelijk Marktgedrag en de voortdurende prijsdruk in stand houdt. De Codecommissie heeft de rug gevraagd de aanbesteding in te trekken. Op 8 december 2011 heeft de rug besloten de aanbesteding inderdaad terug te trekken. Het is nog onzeker hoe de nieuwe aanbesteding eruit zal zien.
De Code Verantwoordelijk Marktgedrag
Nog tijdens de acties in 2010 werd afgesproken om een code voor goed opdrachtgeverschap af te spreken. De uiteindelijke afspraken werden gemaakt door vertegenwoordigers van de opdrachtgevers, schoonmaakbedrijven, makelaars, vakbonden en de Rijksoverheid. De Code Verantwoordelijk Marktgedrag was geboren. 4 Op 21 juni 2011 is de Code door onder andere Minister van Sociale Zaken Henk Kamp ondertekend. Sindsdien komen er maandelijks ondertekenaars bij. Saillant detail: Minister Henk Kamp kreeg een half jaar na de ondertekening van de Code een staking voor zijn kiezen van 50 dagen…. van zijn eigen schoonmakers….. Reden: een onevenredig grote bezuiniging van ruim 25% op de schoonmaak. De Code bevat weinig harde afspraken en kan juridisch niet worden afgedwongen.
4
zie: www.codeverantwoordelijkmarktgedrag.nl
Het belangrijkste is dat opdrachtgevers medeverantwoordelijkheid erkennen voor hun schoonmakers. Eén van de weinige harde afspraken luidt: communiceren met de schoonmakers. Die eenvoudige afspraak werd tot dusverre niet of nauwelijks nagekomen. Schoonmaakbedrijven en opdrachtgevers informeerden hun schoonmakers niet voorafgaande aan de aanbesteding en evenmin voorafgaande aan de daadwerkelijke contractwissel. Een voorbeeld van goed opdrachtgeverschap is de Hay group. De Hay Group is begin 2011 overgestapt naar Hago Next. Hidde te Loo, manager Facilities bij Hay gaf aan: “We bleven bij het vorige schoonmaakbedrijf, omdat er niet werd gestolen. Nu hebben we gekozen voor een schoonmaakbedrijf dat kwaliteit levert en transparant is.”
11
Philips
boze vakbond: directie van philips laat schoonmakers in de kou staan 5 EINDHOVEN - De Philipsdirectie laat de schoonmakers van de High Tech Campus volledig in de kou staan. Die conclusie trekt Ron Meyer van FNV Bondgenoten. Meyer is boos dat Philips een toegezegd gesprek over de problemen met het schoonmaken van de Campus heeft afgezegd. ,,Philips ontloopt zijn verantwoordelijkheid.” Aanvankelijk zou Philips aan tafel gaan met de bond. Nadat de schoonmakers een petitie aanboden, zegde het bedrijf toe wel te willen praten over de problemen bij het schoonmaakwerk. Die zijn ontstaan door forse bezuinigingen op dat werk. Op die belofte komt Philips nu terug.
Het heeft wel het schoonmaakbedrijf dat de werkzaamheden uitvoert gemaand de problemen snel en afdoende op te lossen.
Philips bezuinigt 18% op de schoonmaak van haar gebouwen. Die bezuiniging bedraagt naar verluidt circa 1,3 miljoen euro. Problemen voor de schoonmakers op het gebied van pauzes, werkdruk, vervanging bij ziekte en de stijl van leidinggeven zijn hiervan een direct gevolg. De schoonmakers op de High Tech Campus hebben Philips hier op aangesproken en in september 2011 een petitie aangeboden. Philips weigerde de petitie van de groep in eerste instantie aan te nemen en wees vervolgens naar contractpartner Johnson Controls (jci) die het probleem maar moest oplossen. Johnson is de intermediair tussen Philips en het schoonmaakbedrijf. Philips wees alle verantwoordelijkheid van de hand: “Wij vertrouwen erop dat jci haar (contractuele) verantwoordelijkheid neemt en dat
problemen spoedig tot het verleden zullen behoren. Wij achten een vervolggesprek met de betrokken schoonmakers daarom niet nodig, mede gezien het feit dat Philips geen directe partij is bij de door de schoonmakers ervaren problemen.”, zo staat te lezen in een e-mail van 17 oktober 2011. In 2010 behaalde het bedrijf nog een nettowinst van 1,452 miljard euro. Een jaarlijkse uitgave aan schoonmaak van naar schatting 7 à 8 miljoen euro valt daarbij in het niet. De Raad van Bestuur heeft bovendien in 2010 gezamenlijk 3 miljoen euro aan variabele beloning ontvangen. De zes mensen in de Raad van Bestuur ontvangen dus bijna 2 à 2,5 keer zoveel aan bonussen dan de totale bezuiniging op het werk van meer dan 200 schoonmakers.
Remuneration costs of individual members of the board of management 6 g.j. kleisterlee p-j sivignon g.h.a. dutiné r.s. provoost a.ragnetti s.h. rusckowski
salaris
bonus
€1,100,000 €711,250 €643,250 €646,250 €429,583 €646,250 €4,177,083
€962,720 €459,480 €410,250 €416,814 €416,814 €416,814 €3,082,892
12
13 7
5 6
bron: eindhovens dagblad 29 oktober 2011 / hans vermeeren bron: philips jaarverslag 2010
7
philips kan stoppen met de gloeilamp, de lp, de walkman. ze kunnen zelfs stoppen met psv. maar ze kunnen niet stoppen met ons. let’s make things better! draai de 18% bezuiniging op schoonmaak terug!
Chaos bij Ministerie van Sociale Zaken
minister laat schoonmakers onverantwoord hard werken 8
Minister Kamp ondertekende als eerste de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. Hij riep het Nederlandse bedrijfsleven op om de negatieve prijsspiraal in de schoonmaaksector te doorbreken. Opmerkelijk was daarom dat nota bene zijn eigen schoonmakers van de ministeries van Sociale Zaken en Buitenlandse Zaken in Den Haag op 7 oktober 2011 hun werk neerlegden. Hun staking zou uiteindelijk maar liefst 50 dagen duren. Na de gunning van het grote schoonmaakcontract waar beide ministeries deel van uitmaken, bleek het aantal schoonmaakuren te zijn verminderd met ruim 25%, terwijl het schoon te maken oppervlak slechts 7% kleiner bleek. Hogere werkdruk, stress en onrust waren het gevolg.
14
Het schoonmaakbedrijf Basita geeft in een brief van 19 oktober 2011 impliciet toe dat er te laag is ingeschreven: ”Ook hebben wij gesproken over de mogelijkheid van ophoging van het aantal in te zetten uren op weekbasis. Dit ging over de doorbetaalde koffiepauzes en het toevoegen van stofzuigertaken bij szw. Na dit juridisch uitgezocht te hebben (door de opdrachtgever), blijkt dit niet tot de mogelijkheden te horen, omdat dit in strijd is met de regels aangaande Europese Aanbestedingen.” Alleen het feit al dat de opdrachtgever juridisch heeft laten uitzoeken of toename van het aantal uren mogelijk is, geeft aan dat zij meer uren wenselijk of zelfs noodzakelijk vonden. Opvallend is dat begin december is besloten om de stofzuigertaken bij Buitenlandse Zaken te laten vervallen. Deze
8
bron: telegraaf 1 november 2011 / wouter van bergen
AMSTERDAM - De werkdruk van de schoonmakers op de ministeries van Sociale Zaken en Buitenlandse Zaken lijkt fors toegenomen, sinds de aanbesteding van een schoonmaakcontract aan het bedrijf Basita. Dat is de indruk van vertegenwoordigers van werkgevers en intermediairs in de comissie die toeziet op de naleving van de ‘code verantwoordelijk marktgedrag’ voor de schoonmakersbranche. Schoonmakers in de gebouwen zijn al sinds 7 oktober in staking.
taken zullen door een andere partij worden overgenomen. Het is zeer de vraag of een dergelijke vermindering van taken niet in strijd is met de Europese Aanbestedingsrichtlijnen. Tot nu toe is nog niets bekend geworden over de inzet van 5% medewerkers met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Dit was een belangrijk kwalitatief gunningscriterium in deze aanbesteding. Wordt de 5% wel ingezet?
De ‘comissie goed opdrachtgeverschap’ boog zich maandagavond op verzoek van minister Kamp over het conflict, waarin de schoonmakers en fnv Bondgenoten de minister als opdrachtgever verwijten te weinig rekening te hebben gehouden met de werkdruk voor de schoonmakers. Hoewel nog geen onafhankelijk onderzoek is verricht, denken experts in de commissie dat de werkdruk voor de schoonmakers onder het nieuwe contract fors is toegenomen. Volgens Rob Westerlaken van werkgeversorganisatie Vebego is de schoon te maken oppervlakte per schoonmaker gestegen van 400 tot 500 naar circa 600 vierkante meter per uur. Volgens Westerlaken is 400 tot 500 vierkante meter per uur voor kantoren gebruikelijk. „En dat is al hard werken.” Ook André de Reus, namens de vereniging Makelaars Schoonmaakdiensten in de commissie, noemt het
‘waarschijnlijk’ dat de werkdruk is opgelopen. „Als schoonmakers spontaan en zonder tussenkomst van de vakbond in staking gaan, dan is er wel wat aan de hand. Ik denk dat ze tussen de 15 en 20% harder moeten werken. Dat is niet meer realistisch, aangezien er al heel hard gewerkt werd.” De zaak is extra pijnlijk voor de minister, aangezien hij zelf de eerste ondertekenaar was van de code verantwoord marktgedrag. Daarin is onder andere vastgelegd dat opdrachtgevers rekening moeten houden met het welzijn van de schoonmakers bij de uitbesteding van het werk. Volgens De Reus is de kans groot dat de commissie volgende week zal adviseren onafhankelijk opnderzoek te laten doen naar de werkdruk. Als blijkt dat de werkdruk is gestegen , dan leidt dat er mogelijk toe dat het contract moet worden opengebroken of zelfs opnieuw aanbesteed. Het ministerie van Sociale Zaken meent dat het bij de aanbesteding zich netjes aan de code heeft gehouden. „Dit is primair een zaak tussen werkgever en werknemer”, zegt een woordvoerder. Volgens Ron Meyer, bestuurder bij fnv Bondgenoten, maakt de overheid zich er zo te makkelijk van af en had zij met de schoonmakers , die vandaag in Den Haag demonstreren, zelf moeten praten over de werkomstandigheden. „Dat is een van de weinige harde dingen die in de code staan.”
15
De ontwikkeling bij schoonmaakbedrijven
700
1600 14000
600
12000
500
10000 400 8000 300
6000
200
4000
100
ISS
ASITO
CSU
HAGO
2010
2009
2010
2009
2010
2000 2009
0
9
omzet 18000
2010
16
Met de ministeries is afgesproken dat een onafhankelijke werkdrukmeting plaats zal vinden. Als uit die werkdrukmeting blijkt dat er een probleem is, zullen de ministeries, in overleg met het schoonmaakbedrijf Basita en de schoonmakers, maatregelen moeten nemen. Dan moet er werk af of moeten er uren bij.”
werknemers
800
2009
Maatregelen
Code of geen Code. De praktijk toont vele voorbeelden van opdrachtgevers die nog steeds voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. En zelfs als ze dat niet per se willen, leidt de schijnwereld in de schoonmaaksector tot onmogelijke schoonmaakafspraken. Als de opdrachtgevers nog niet wezenlijk veranderd zijn, hoe zit het met de schoonmaakbedrijven en de omstandigheden van de schoonmakers?
De grote schoonmaakbedrijven lieten in 2010 over het algemeen een licht positieve omzetontwikkeling zien, met name door overnames (csu) en door de succesvolle inzet van Hago op de thuiszorgmarkt.
0
GOM
roel ter steeg en bas trommelen, het marktoverzicht schoonmaakbranche 2010, service management, maart 2011
< aantal werknemers >
Najib is niet onverdeeld blij met de overwinning: “Na 50 dagen roepen, is onze stem doorgedrongen. Je moet wel beseffen dat wat we hebben afgesproken, voor veel Nederlanders ‘doodnormaal’ is. Alleen moesten wij er 50 hele zware dagen voor staken. Maar wij schoonmakers laten niet met ons sollen. Dat lesje hebben we Kamp en de zijnen nu hopelijk wel geleerd.”
Het Centraal Bureau voor Statistiek verzamelt cijfers uit de schoonmaaksector en publiceert deze elk kwartaal. Nadat de eerste twee kwartalen van 2011 een kleine omzetstijging lieten zien, bleek dat de omzet in het derde kwartaal van 2011 licht is afgenomen in vergelijking met de omzet in hetzelfde kwartaal in 2010.
5 Grootste schoonmaakbedrijven
2010
Op 25 november kwam een einde aan de staking op de ministeries van Henk Kamp en Uri Rosenthal. Schoonmaker Najib: “We hebben een simpele, maar belangrijke afspraak gemaakt. Daaruit zal blijken dat wat ze hier willen niet kan.”
Zo heeft het knmi, onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en daarmee van de Rijksoverheid, in september 2011 een aanbesteding gepubliceerd waarbij het onderdeel prijs voor 80% meetelt. Dit terwijl in de Code is opgenomen: “bij het vaststellen van de wegingfactoren voor de gunning de ‘wegingfactor prijs’ in een evenwichtige en passende verhouding te brengen tot de wegingfactoren die aan andere eisen gehangen worden.” Een verhouding van 80% prijs en 20% kwaliteit is een discutabele interpretatie van een evenwichtige en passende verhouding.
Omzetontwikkeling
De tien grootste schoonmaakbedrijven in Nederland zijn iss, Asito. csu, Hago, gom, Dolmans, ew, Hectas, Succes en de vls. Deze bedrijven nemen een steeds groter gedeelte van de markt voor hun rekening. Uit het jaarlijks onderzoek 9 van Service Management naar ontwikkelingen in de schoonmaaksector, gebaseerd op gegevens die door schoonmaakbedrijven zelf worden aangeleverd, blijkt ook het toenemend aandeel van de grote bedrijven. Met name de grootste vijf schoonmaakbedrijven spelen een steeds belangrijkere rol. Service Management spreekt over een ’verdringingsmarkt’.
2009
Staken voor iets ‘doodnormaals’
Dat zelfs de Minister van Sociale Zaken niet in staat bleek te voorkomen dat er op zijn eigen ministerie een probleem ontstond naar aanleiding van de aanbesteding van de schoonmaakwerkzaamheden is veelzeggend. Binnen een half jaar zijn er meer opmerkelijke voorbeelden waar te nemen.
< omzet >
De Immigratie en Naturalisatiedienst (ind, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) denkt heel anders over juridische mogelijkheden van Europese aanbestedingen. De schoonmakers van het asielzoekerscentrum in Ter Apel, onderdeel van de ind, hebben door acties tegen een te hotge werkdruk bijna 20% extra uren gekregen voor hun werk.
17
Vakmanschap en Kwaliteit onder druk Uit de gegevens van het cbs en de jaarverslagen van grote schoonmaakbedrijven blijkt dat de resultaten in 2010 iets zijn gedaald. Volgens de abn amro schommelt het bedrijfsresultaat als percentage van de omzet voor schoonmakers al jaren tussen de 4% en 6%.10 Prijsverlagingen worden grotendeels afgewenteld op het personeel door het ver-
hogen van de werkdruk. In combinatie met korte contracten met opdrachtgevers beperken prijsverlagingen de investeringen in innovatie en de ontwikkeling van de schoonmakers. De grote bedrijven richten zich in toenemende mate op de meer winstgevende en meer stabiele segmenten. Voor kleinere bedrijven zal het lastiger zijn de marges te handhaven.
KLAPPEN VOOR SCHOONMAKERS 11
18
AMSTERDAM - Nu het vet op de botten is verdwenen vallen veel schoonmaakbedrijven, beveiligers en cateraars om. De eerste acht maanden van dit jaar legden 106 bedrijven in de facilitaire dienstverlening het loodje. Dat is 76% meer dan in dezelfde periode een jaar eerder, blijkt uit cijfers die faillissementsdossier.nl heeft gepubliceerd. Het beeld wijkt volgens de dataleverancier duidelijk af van het normale patroon. Alleen al in augustus gingen 24 bedrijven bankroet. De slachtoffers zijn kleinere spelers, zoals Cleaning Service Amersfoort en kmd Bedrijfsdiensten uit Den Haag. ‘Het lijkt erop dat zij hun reserves al in 2009 en 2010 hebben opgebruikt’, zegt Wim Ledder, voorzitter van beroepsvereniging Facility Management Nederland (fmn). Deze facilitaire dienstverleners zijn niet meer in staat om bezuinigingen door overheid en bedrijven op te vangen. Ook het teruglopende kantoor- en bedrijfsoppervlak speelt de sector parten. De economische tegenwind zorgt volgens Ledder voor een kettingreactie
in de neerwaartse prijsspiraal. ‘Die prijsdalingen begonnen al vijf tot zes jaar geleden, toen grotere bedrijven bij de afdeling inkoop aandrongen op prijsverlagingen. Dat leidde in de schoonmaaksector nog tot stakingen.’ Facilitaire bedrijven zijn sindsdien meer diensten gaan aanbieden, van schoonmaak en catering tot beveiliging en receptiediensten, maar al die activiteiten staan onder druk. Grotere bedrijven ervaren ook zwaar weer, als dus Albron-directeur Teun Verheij. ‘Ook wij worden geconfronteerd met bezuinigingen bij onze klanten en toenemende druk op de markt. In alle branches is sprake van krimp en margedruk. Een onderwijsinstelling wendt haar budget liever aan voor onderwijs dan voor subsidie op een lekker broodje.’ De prijsdruk is het hoogst in de schoonmaak, zegt Anabel Elices Sanchez van de Britse Compass Group. De pijn daarvan zal volledig te voelen zijn bij nieuwe aanbestedingen. Veel contracten hebben een looptijd van een jaar of vier.
10 abn amro, sectormonitor zakelijke dienstverlening, november 2011 11 bron: het financieel dagblad, 8 september 2011 / richard smit
Schoonmakers voelen zich verantwoordelijk voor hun vak. Maar worden ze wel in staat gesteld om dat vak naar behoren te kunnen uitoefenen? Onmisbare voorwaarden voor vakmanschap en kwaliteit zijn: een gezonde werkdruk, een vakopleiding, een fat-
soenlijk salaris en voldoende zekerheid. In de schoonmaaksector staan deze voorwaarden permanent onder druk. Die druk wordt met name veroorzaakt door een doorgeslagen drang naar kostenbesparing, een extreme concurrentie en de toegenomen afstand tussen de opdrachtgever en de schoonmaker.
Khadija Tahiri, voorvrouw in het BovenIJ-ziekenhuis en de gekozen president van de Vakbond van Schoonmakers: “Vrijwel overal in de schoonmaak werken minder mensen dan enkele jaren geleden. Dit betekent dat de overgebleven schoonmakers harder moesten werken. En zelfs dan is er niet genoeg tijd. Ik ken veel mensen die in hun vrije tijd doorwerken. Ze schamen zich dat het werk niet af is, terwijl zij daar zelf niks aan kunnen doen. Wij vragen niet veel. We willen genoeg tijd om onze treinen, scholen, kantoren en ziekenhuizen goed te kunnen schoonmaken. Dat verwachten mensen van ons.”
19
Afstand
Jaap Peters: “In Zembla zie je de schaamte van de schoonmakers. Over het feit dat ze de werkzaamheden door ondermeer de verlaagde ureninzet niet goed kunnen uitvoeren. Schaamte komt van binnen uit en feitelijk is het een zeer positief signaal. In die zin dat schaamte gepaard gaat met vakmanschap.” Hetgeen ook impliceert dat vele schoonmakers hun beroep, en terecht, als een volwassen vak beschouwen.” 12
De afstand tussen opdrachtgever en schoonmaker op de werkvloer is groot. Te groot. Tussen opdrachtgever en schoonmakers zitten drie en soms meer schakels. In een Bidbook 13 dat eind oktober 2011 verscheen, hekelen zelfs de werkgevers in de schoonmaaksector, catering en de beveilingsbranche die vervreemding.
“Door schaalvergroting, rationalisering en uitbesteding van het inkoopproces zijn opdrachtgevers deels vervreemd van de dienst die ze inkopen. In zeker 30% van de aanbestedingen wordt bijvoorbeeld een intermediair ingehuurd om de aanbesteding van a tot z te regelen. Vraag en aanbod worden zo het vacuüm ingezogen door eenzijdige focus op kosten. (De intermediair moet immers zijn eigen kosten plus een opslag terugverdienen.) Opdrachtgevers lopen
20
12 jaap peters, schoonmaak herrijst uit de chaos, clean total, 22 september 2010
zo de kans op een kwalitatief hoogwaardige en innovatieve dienstverlening mis. Met het frequent inhuren van intermediairs boet de inkoper in aan kennis en ervaring met een bepaalde dienst, en daarmee ook aan betrokkenheid bij de dienstverlener, zijn of haar medewerkers en de kwaliteit van de dienst. Herstel van het persoonlijk contact tussen opdrachtgever en opdrachtnemer zorgt voor een hogere kwaliteit van de inkoop.”
13 bidbook van osb, veneca en de nederlandse veiligheidsbranche, oktober 2011
21
Prijs- en Werkdruk De schoonmaakmarkt blijft een verdringingsmarkt met een voortdurende prijzenoorlog. Ook ing 14 merkt op dat de prijsdruk nog steeds doorgaat. Volgens ing wordt dit veroorzaakt doordat organisaties hun bezuinigingsdoelstellingen deels in de schoonmaaksector proberen te realiseren. In diverse jaarverslagen wordt aandacht besteed aan de negatieve effecten van de prijsdruk. Van iss is de tekst uit een email toegevoegd.
22
HAGO - “Schoonmaakactiviteiten gaan gebukt onder moeilijke marktomstandigheden. In vrijwel alle schoonmaakmarkten is geen of een zeer beperkte groei waarneembaar, met als gevolg onverminderd zware concurrentie en inherent daaraan hoge prijs- en werkdruk.” CSU - “De margedruk bleef onveranderd hoog. In een toenemende aantal tenders naar Europees model lijkt prijs het belangrijkste concurrentiemiddel te zijn. De economische omstandigheden versterken dat fenomeen en zullen ook de schoonmaakdivisies de komende jaren beïnvloeden. Ook de besparingen binnen de overheidsuitgaven zorgen naar verwachting voor een geringe groei gedurende meerdere jaren voor een laatcyclische dienst als schoonmaak.” “We zijn er zo in geslaagd om vele opdrachtgevers te behouden, zij het vaak tegen mindere financiële condities.” FACILICOM - “Naast een teruggang in vierkante meters, zien we ook een verdergaande bezuinigingstrend bij her-
14
inschrijvingen en contractonderhandelingen. Opdrachtgevers blijven de prijs als belangrijkste selectiecriterium hanteren. Leveranciers die hun volume willen handhaven, gaan daar vaak in mee.” ASITO - “Daarnaast is sprake van een structureel prijsdrukkend effect doordat veel projecten worden gegund via aanbestedingen op Europese of mondiale schaal. Dat zorgt voor margedruk en een verschraling van de kwaliteitperceptie.” MANAGER ISS - Over schoonmaak bij uwv (bron: e-mail juni 2011): “Kwalitatief ziet het er niet verkeerd uit (zeker gezien de beperkte tijd die de dames hebben. Aandachtspunten zijn: vlekken vloerbedekking, schrobben sanitairvloeren, vlekken op kozijnen deuren/separatieglas en vlekken op scheidingswanden. Hier kan echter geen tijd worden besteed, omdat ze belachelijk weinig tijd hebben voor hun taak (het beruchte spanningsveld tussen sales en operatie).” Wat betekent die hoge werkdruk nu voor schoonmakers in de praktijk? Ter illustratie zijn op de volgende pagina Kapi Lijfrock en Sonja Fakiera aan het woord. Kapi is voorman in de treinschoonmaak in Eindhoven en in dienst van schoonmaakbedrijf Coppejans. Sonja werkt in het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis in Amsterdam en is medewerkster van hso (iss).
het kwartaalbericht zakelijke dienstverlening van ing van november 2011
Kapi maakt melding van een veiligheidsincident als gevolg van te hoge werkdruk: “In een normale situatie werken we met minimaal zeven mensen om een dubbeldekker schoon te maken. Op de bewuste zaterdag van het veiligheidsincident begonnen we met drie schoonmakers. Als voorman moet ik naast schoonmaakwerkzaamheden ook aanwijzingen geven en ik heb als gevolg van de hoge werkdruk een waterslang laten liggen in de trein, zonder schadelijke gevolgen overigens. Vervolgens kreeg ik in de daarop volgende week een aangetekende waarschuwingsbrief van Coppejans. Dit terwijl we in een eerder conflict hadden afgesproken dat er eerst een gesprek met hoor- en wederhoor zou plaatsvinden. Dit was de eerste keer in zeven jaar dat ik een dergelijke fout maak en dan wordt er op zo’n respectloze wijze met mij omgegaan. Ik was heel erg boos. We doen wat we kunnen met veel te weinig mensen.”
Citaat uit de brief van Coppejans van 17 oktober 2011: “Indien u wederom een veiligheidsovertreding begaat dan mag u van Nedtrain het terrein niet meer betreden en mag u ook geen werkzaamheden voor Nedtrain meer uitvoeren. Indien er hier sprake van is dan heeft Coppejans elders geen vervangende werkzaamheden beschikbaar voor u.”
Strategisch adviesbureau Alpheios BV (onderdeel van Vebego) kwam 11 november 2011 met de resultaten van een onderzoek onder 142 organisaties.15 Ook uit dit onderzoek komt naar voren dat de werkdruk toeneemt evenals de druk op de kosten. Zo staat in het rapport: “De deelnemers gaven in meerderheid aan te verwachten dat in 2012 de druk op de kosten en m² -prestatie verder toeneemt, zonder dat daar extra investeringen of mensen tegenover staan.” Uit de resultaten blijkt eveneens dat facilitair managers zeer positief zijn over de inzet van
hun schoonmakers, maar niet over de geleverde technische- en belevingskwaliteit. Alpheios noemt dit: “De spagaat die ontstaat door kosten- en prestatiedruk.” Voor 2010 verwacht bijna 60% van de ondervraagden meer kwaliteit te moeten leveren, zonder hiervoor extra middelen of mensen te kunnen inzetten. 78% verwacht geen investering in extra mensen en 86% geen investering in extra materialen.
15
Sonja “Sinds 1 april 2011 moeten wij twee
afdelingen schoonmaken in plaats van één. Dit betekent het schoonmaken van 33 kamers in 3,5 uur, dat is 6,5 minuut per kamer inclusief badkamer. De objectleiding dreigde met waarschuwingsbrieven als de normen niet werden gehaald. Het gevolg was stress en een veel hogere werkdruk. De schoonmakers legden zich niet neer bij de ernstige verhoging van de werkdruk. Het ziekenhuis heeft de bezuiniging teruggedraaid na succesvolle acties van de schoonmakers.”
Respondenten komen uit alle sectoren: met name zorg (50%), overheid, retail en kantoren
23
zeker
waarschijnlijk
er wordt bezuinigd op het budget
waarschijnlijk niet
zeker niet
de m²-prestatienorm zal omhoog gaan
Belangrijke conclusies uit het rapport zijn: 46% verwacht bezuinigingen op het budget 37% verwacht dat de prestatie per m² omhoog moet
Werkdruk, ziekteverzuim en wachtdagen
24
Het hoge ziekteverzuim is een gevolg van zwaar werk, hoge werkdruk en slechte arbeidsomstandigheden. Werkgevers hebben geprobeerd om het verzuim terug te dringen door invoering van wachtdagen.16 Daardoor krijgen schoonmakers jonger dan 50 jaar de eerste 2 dagen van hun ziekte geen of minder loon. Cijfers van het cbs laten juist een duidelijke toename van het ziekteverzuim zien. In de periode 2004 tot en met de eerste zes maanden van 2011 is het ziekteverzuim gestegen van 4,8 tot ongeveer 5,7%.
16
Concreet, fulltime schoonmakers kunnen als gevolg van ziekte maximaal 24 uur salaris mislopen, circa 250 euro bruto op jaarbasis. Een parttime schoonmaker die 5 dagen 2,5 uur per dag werkt, moet ongeveer 150 euro bruto missen bij ziekte. Forse bedragen voor werknemers in de laagste inkomensgroepen. De gevolgen zijn desastreus: er is op veel werkplekken een cultuur ontstaan van het opnemen van verlofdagen bij ziekte om verzekerd te zijn van inkomen. Ook zijn er mensen die ziek aan het werk
in de cao 2010-2011 staat in artikel 31 lid 5: “werknemers jonger dan vijftig jaar krijgen de eerste twee dagen van arbeidsongeschiktheid het dagloon niet betaald met een maximum van 4 uur per dag en ten hoogste drie keer per jaar.”
gaan om vervolgens voor langere tijd ‘uit te vallen’. fnv Bondgenoten is van mening dat wachtdagen niet effectief zijn: 17 “Wachtdagen gaan niet alleen ten koste van het inkomen van werknemers, maar kunnen er bovendien toe leiden dat werkgevers minder belang zien in het voeren van een goed preventie- en verzuimbeleid. De effectiviteit is daarnaast ook nog eens zeer twijfelachtig. Prikkels gericht op kortdurend verzuim leiden vaak wel tot een tijdelijke vermindering van het kortdurend verzuim, maar ook tot een stijging van het langdurig verzuim. Ook kan het leiden tot een irreëel verzuimcijfer. Mensen nemen sneller een verlofdag op in plaats van zich ziek te melden.” In het witboek “Schoongenoeg” van eind 2009 werd melding gemaakt van de vele overtredingen in de sector. Uit berichten van de Arbeidsinspectie en uit de controles van de abab 18 blijkt dat de situatie niet of nauwelijks is veranderd. De Arbeidsinspectie beschouwt de schoonmaaksector nog steeds als een risicosector. De eerste steekproeven van de abab wijzen dat er nog steeds sprake is van bijna 1 fout per loonstrook. Het aantal vragen over werk en inkomen dat is binnengekomen bij fnv Bondgenoten is in de periode 2009-2011 met ongeveer 12% op jaarbasis gestegen.
Opleidingen
Werknemers zien vaak de noodzaak wel van opleidingen. Zij werken immers vaak keihard om de opleidingen van hun eigen kinderen te kunnen betalen. Al blijkt het in de praktijk moeilijk te zijn om een opleiding te combineren met een baan en de privésituatie. In de jaarverslagen van alle grote schoonmaakbedrijven is volop aandacht voor de noodzaak van voldoende opleiding. Zo staat in het jaarverslag 2010 van iss: “De in de nieuwe schoonmaak cao gemaakte afspraken inzake basisopleiding cao-personeel zijn door de divisie iss Cleaning Services vertaald in de doelstelling het komend jaar ten minste 1.000 medewerkers op te leiden.” In praktisch alle Europese aanbestedingen 19 worden bovendien eisen gesteld aan opleidingen en de beheersing van het Nederlands. Kortom, werkgevers, schoonmakers en opdrachtgevers lijken het met elkaar eens te zijn. Ondanks alle goede bedoelingen en mooie woorden gaat het in de praktijk mis zowel bij de taalcursussen als voor de basisopleiding schoonmaak.
25
17 18 19
cao handboek 2011, fnv bondgenoten de abab controleert in opdracht van de sector-organisatie ras de administratieve naleving van de cao waarschijnlijk is dit in niet-europese aanbestedingen ook het geval, maar hiervan zijn niet of nauwelijks gegevens beschikbaar
Brahim Benabdellah is treinschoonmaker én kantorenschoonmaker. Hij heeft in Marokko een technische bachelor gehaald. “Ik weet dat mijn Nederlands nog niet goed genoeg is. Daar probeer ik aan te werken, maar dat is zwaar naast mijn ploegendiensten.” Vorig jaar kwam zijn vrouw over uit Marokko en haar inburgeringscursus is eigenlijk te duur. “Maar ik ga er extra voor werken”, zegt hij vastbesloten. “Het is belangrijk dat zij Nederlands leert. Ik wil niet dat zij in dezelfde situatie verzeild raakt als ik.” 20
I Basisopleiding Schoonmaak
Op basis van cijfers van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf is een schatting van tussen de 35.000 en 40.000 nieuwe schoonmakers per jaar namelijk gerechtvaardigd.21 Nieuwe schoonmakers moeten volgens de cao een opleidings- en examenaanbod krijgen. Er gelden examennormen, maar schoonmaakbedrijven mogen zelf bepalen hoe er opgeleid wordt. De opleiding via de opleidingsinstituten duurt ongeveer 5 dagdelen. Er kan bovendien opgeleid worden óp de werkvloer. Uit de kwartaalrapportages opleidingen in de schoonmaak 22 blijkt dat in de eerste negen maanden van 2011 in totaal 2.264 schoonmakers het examen basisopleiding gedaan hebben. Voor heel 2011 zullen dit ongeveer 3.000 schoonmakers zijn, dat is nog geen 8% van de mensen die jaarlijks in de schoonmaaksector beginnen. In ruil voor de opleidingsafspraak werd afgesproken dat schoonmakers in het eerste jaar 85% van het normale uurloon verdienen. Dat is met 9 euro bruto per uur
21
26
22 23 24 25 20 bron: de volkskrant, 20 september 2011
26
iets meer (3%) dan het minimumloon. Schrikbarend ‘resultaat’ in 2011: ruim 32.000 23 nieuwe schoonmakers krijgen wél minder loon, maar doen geen examen in het inleerjaar. De ras rapporteert eveneens het aantal gevolgde opleidingen per schoonmaak24 bedrijf. Opvallend in de rapportage over 2011 is dat er bijna geen werknemers van Gom en met name van csu examen hebben gedaan. Bij csu is dit percentage nihil, uitgaande van 2 examens afgezet tegen een nieuwe instroom, op grond van een voorzichtige schatting,25 van zo’n 3.000 nieuwe schoonmakers. Bij Gom Schoonhouden is het percentage iets meer dan 1% van de alweer voorzichtige schatting van een nieuwe instroom van 2.000 schoonmakers. Bij zowel hago als iss is dit percentage een kleine 18 %, terwijl vrijwel alle nieuwe schoonmakers bij een veel kleiner schoonmaakbedrijf als de Gascogne Groep, 26 examen hebben gedaan.
dit cijfer is exclusief herintreders en betreft werknemers met een dienstverband langer dan zes maanden. dit is dus exclusief vakantiekrachten. in de cao is namelijk opgenomen dat werknemers binnen drie maanden een instructie moeten hebben gevolgd en uiterlijk drie maanden later een aanbod voor het doen van een examen moeten hebben gekregen. cijfers afkomstig van de ras er zijn minimaal 35.000 nieuwe instromers volgens de cijfers van het bedrijfstak pensioenfonds, naar schatting doen 3.000 schoonmakers examen in 2011, dat is 8%. dat betekent dat 92% van de 35.000 geen examen doet in 2011. geen examen betekent hoogstwaarschijnlijk vrijwel altijd het achterwege blijven van enig opleidingsaanbod. dit is een totaalcijfer en niet specifiek voor alleen de basisopleidingen. schatting is gebaseerd op aantal schoonmaakmedewerkers per bedrijf in 2010 (roel ter steeg en bas trommelen, het marktoverzicht schoonmaakbranche 2010, service management, maart 2011) en het gemiddelde percentage nieuwe instroom van ruim 25%. de 25% nieuwe instroom is een branchegemiddelde. uiteraard kan dit percentage per bedrijf afwijken. gascognegroep: 121 werknemers in 2010
27
II Nederlandse Taal
28
In de cao 2010-2011 staan afspraken over het volgen van een opleiding Nederlands en de basisopleiding Schoonmaak. Werknemers die een traject Nederlandse taal volgen, krijgen na het behalen van het examen bruto 750 euro uitgekeerd. Volgens de osb zijn er eind oktober 2011 792 schoonmakers aangemeld 27 voor een cursus Nederlands. Op basis van cijfers van de ras tot en met september 2011 hebben in totaal 47 schoonmakers het taaltraject afgerond. Hoewel niet exact bekend is, hoeveel schoonmakers onvoldoende of geen Nederlands spreken en daarmee in aanmerking komen voor een taaltraject, is de doelgroep vele malen groter. Volgens de ras ligt het lage aantal cursisten onder de schoonmakers onder andere aan de leidinggevenden. Zij hebben te weinig informatie en kunnen hun personeel onvoldoende motiveren. Bovendien blijkt het volgen van een cursus voor schoonmakers moeilijk te zijn door hun vaak wisselende en abnormale werktijden. Een bijkomend probleem is dat bij het afsluiten van de cao werkgevers- en werknemersorganisaties ervan uit zijn gegaan dat de overheid de taaltrajecten financiert. In de loop van 2011 heeft de ras echter een terugtrekkende beweging van de Rijksoverheid geconstateerd. Doordat de bron van de financiering bij de Rijksoverheid ‘opdroogt’, stellen gemeenten minder geld ter beschikking voor taal- en inburgeringstrajecten. Hoewel de overheid eisen stelt aan taalvaardigheid als onderdeel van bij-
voorbeeld de inburgeringsplicht, wordt de financiering steeds lastiger. Dit zal de deelname aan taaltrajecten beperken, want zowel de financiering van de opleiding als een opleiding dicht bij de woonplaats is erg belangrijk voor schoonmakers. Gezien het belang van goede communicatie, zullen werkgevers zelf meer initiatieven moeten nemen om er voor te zorgen dat hun werknemers de Nederlandse taal voldoende machtig zijn. De osb heeft haar zorgen geuit 28 over de bezuinigingen en spreekt over stoppen van de taaltrajecten.
opgeleid. Er is sprake van een papieren werkelijkheid. Volgens het Financieele Dagblad van 5 augustus 2011 is dit inderdaad het geval: “Het komt echter te vaak voor dat facilitaire professionals minder gekwalificeerd blijken te zijn dan contractueel is afgesproken en opleidingsen werkervaringsniveau van deze medewerkers fors lager liggen. Sommige functies worden zelfs structureel door lagere functionarissen ingevuld.”
Persbericht op osb-site d.d. 3 november 2011, osb-voorzitter Hans Simons: “We spreken in ons land op allerlei manieren over inburgering en integratie. Iedereen vindt het een belangrijk onderwerp. Het taaltraject in onze branche is een schitterend voorbeeld van hoe een private sector aan de slag gaat met overheidsbeleid. Heel jammer dat door bezuinigingen dit project dreigt te stoppen.”
Het verschil in inkomen tussen arm en rijk wordt steeds groter. Mensen met een hoog salaris krijgen er ieder jaar meer euro’s bij dan mensen met een laag salaris. Hogere salarissen gaan er procentueel ook meer op vooruit dan mensen met een minimumloon.
Veel opdrachtgevers eisen dat een schoonmaker binnen één jaar een opleiding moeten hebben gevolgd. In het contract van de ministeries wordt zelfs vermeld dat schoonmakers binnen drie maanden de Nederlandse taal machtig moeten zijn. Op basis van bovengenoemde aantallen kan de conclusie niet anders zijn dat eisen van opdrachtgevers vaak niet zullen worden nagekomen en schoonmakers onvoldoende worden
27 ‘aangemeld’ betekent nadrukkelijk niet dat er al gestart is met een opleiding 28 de osb heeft haar zorgen geuit in een brief d.d. 2 november jl. aan minister donner
Geen kruimels, maar een redelijke boterham
I Bruto loonontwikkeling
Uit de grafiek op de volgende pagina (cijfers cpb en Ministerie van Sociale Zaken) wordt duidelijk dat het reële brutominimumloon sinds 1979 bijna 20% is gedaald, terwijl een gemiddeld reëel bruto loon ongeveer gelijk is gebleven. Het verschil met de reële loonruimte is nog veel groter. 29 De loonruimte geeft aan hoeveel lonen zouden kunnen stijgen als
we rekening houden met de ontwikkeling van bijvoorbeeld de arbeidsproductiviteit. In de afgelopen 30 jaar is het gat tussen het reële bruto minimumloon en de reële loonruimte opgelopen tot ongeveer 55%. Het verschil tussen de reële loonruimte en de cao-lonen is ongeveer gestegen tot 40%. Reëel betekent dat is gecorrigeerd voor inflatie. De ontwikkeling van het minimumloon en de cao lonen gaat over een brutoloon ontwikkeling. Uit bijgaande grafiek blijkt dat mensen sinds 1980 reëel bruto inkomen hebben ingeleverd en het gat met de beschikbare loonruimte enorm is gestegen.
29 loonruimte wordt door fnv bondgenoten vastgesteld als arbeidsproductiviteit plus prijs toegevoegde waarde
29
Topinkomens
Bruto loonontwikkeling
Onderstaande grafiek 32 laat de verhouding zien tussen de ontwikkeling van de topinkomens (gebaseerd op het jaarlijkse onderzoek in de Volkskrant) en de ontwikkeling van het minimuminkomen en de gemiddelde voltijdslonen. De verhouding met de gemiddelde lonen (voor fulltimers) is al veel hoger dan de factor 20 die de fnv bonden medio 2011
150 140 130 120 110 100
hebben geïntroduceerd. De factor 20 betekent dat de top van een onderneming maximaal 20 keer zoveel mag verdienen als de laagst verdienende werknemer. Weliswaar zijn in het onderzoek berekeningen binnen één onderneming gemaakt, maar de boodschap blijft hetzelfde. In 2010 verdiende de top 100 bestuurders meer dan 30 keer zoveel.
1993
1993
1991
1989
75,0 1987
70 1985
90,0
1983
80
1981
Verhouding topsalarissen, gemiddeld voltijdloon en minimumloon
1979
90
60,0 45,0 30,0
cao-lonen
15,0
minimumloon
0,0
loonruimte
verhouding top 100 / gem. voltijdwerknemers
II Koopkracht Nog belangrijker dan de reële brutoloonontwikkelingen is wat je kunt kopen met je nettoloon. De dynamische koopkrachtontwikkeling.30 Onder andere doordat achtereenvolgende kabinetten de belasting op arbeid verminderden, ging de koopkracht vooruit. 31 Maar de verschillen werden groter. In een periode
van tien jaar is een werknemer met een laag inkomen van 20.000 euro er 2.800 euro op vooruit gegaan. In diezelfde periode is een iemand met een hoog inkomen van 80.000 euro er 15.200 euro op vooruit gegaan. Dat is meer dan vijf keer zoveel.
verhouding top 100 / minimumloon
Een nieuwe schoonmaker ontvangt 9,00 euro bruto per uur in het eerste jaar. Iemand die momenteel een jaar of langer actief is ontvangt 10,28 euro bruto per uur.
30
De verhouding met de topbeloningen is helemaal zoek. In 2010 verdiende de gemiddelde top 100 bestuurder bijna 70 keer zoveel als een schoonmaker in de inleerperiode en bijna 60 keer zoveel als een schoonmaker met meer dan zeven jaar ervaring.
30 cbs: de dynamische koopkracht kan door allerlei oorzaken veranderen. het inkomen verandert bijvoorbeeld
31
door een algemene of periodieke loonsverhoging, promotie, het aanvaarden van (ander) werk en pensionering. ook wijzigingen in de huishoudenssamenstelling (een kind gaat het huis uit, partners gaan uit elkaar, enz.) leiden tot een inkomensverandering. in de dynamische koopkrachtontwikkeling zijn al deze veranderingen meegenomen. de periode van 10 jaar is hier: 2000-2010. ook het gestegen opleidingsniveau, de toename van het aantal oudere werknemers en het aantal gepensioneerden spelen hierbij een rol
32
cao-lonen: cbs, sem 2000/4 (66); sem 2001/4 (42); statistisch jaarboek 1997 en jaarlijks onderzoek van de volkskrant (www.topsalaris.nl; volkskrant 9/7/94, 26/7/97 en 7/8/99). het volkskrantonderzoek is bewerkt door paul de beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen (henri polak-leerstoel) aan de universiteit van amsterdam.
31
Christine Monk: “Hoewel het om een paar dubbeltjes per uur gaat, is het een verbetering. Er zijn gewoon te veel schoonmakers die in armoede leven en zich geen basisbehoeften als een pc voor de kinderen of een mobiele telefoon kunnen permitteren. Als je keihard werkt voor deze samenleving, heb je ook het recht mee te doen.” 33
Loongegevens (per 1 juli 2011)
minimumloon uurloon tijdens inleerperiode (> 22 jaar) uurloon na de inleerperiode uurloon ervaren schoonmaker (> 8 jaar)
} } } }
€ 8,72 € 9,00 (= 103% minimumloon) € 10,28 (= 118% minimumloon) € 10,59 (= 121% minimumloon)
Onzekerheid De forse jaarlijkse instroom van zo’n 35.000 à 40.000 nieuwe schoonmakers, dit is ruim 25% van het totale werknemersbestand in de sector 34 pakt financieel gunstig uit voor schoonmaakbedrijven. In het eerste jaar verdienen deze schoonmakers 15% minder dan hun collega’s en zijn daarmee veel goedkoper. Die afspraak levert een perverse prikkel op om mensen langdurig in tijdelijke contracten gevangen te houden.
Aanbestedingen en contractwisselingen leiden in veel gevallen tot problemen. Het rapport ‘Transparantie en vertrouwen’ vermeldt dat het gemiddelde contract tussen opdrachtgever en schoonmaakbedrijf een duur van drie jaar of korter heeft. 35 Het nieuwe schoonmaakbedrijf heeft bijna per definitie minder uren beschikbaar. Schoonmakers laten steeds nadrukkelijker horen dat zij niet langer de speelbal willen zijn van opdrachtgevers die steeds meer bezuinigen en werkgevers die hier noodgedwongen aan tegemoet komen.
32
33 34 33
pien heuts, tegenmacht, in opdracht van fnv bondgenoten, maart 2011, p.25
35
de totale in- en doorstroom in bedrijven is veel groter. schattingen variëren tussen de 40 en zelfs 50%. dat dit percentage zoveel hoger is dan de eerder genoemde 25% nieuwe instroom is het gevolg van de contractwisselingen waardoor schoonmakers vaak van werkgever wisselen. transparantie en vertrouwen, door significant b.v., in opdracht van osb, oktober 2006
Successen Verbeteringen komen in de schoonmaaksector niet vanzelf. Ze komen van de mensen die het werk doen. Als de schoonmakers bereid zijn de schoonmaak-bubbel door te prikken, is vooruitgang mogelijk.
Op pagina 33 en 34 enkele voorbeelden van de successen.
*
*
34
Bert Kuiper, treinschoonmaker uit Groningen: “De kracht van onze vakbond is dat wij altijd voor, achter en naast elkaar staan. Dat is het vuur van de Vakbond van Schoonmakers.”
*
36
NS-NEDTRAIN inmiddels is de organisatiegraad op bijna alle locaties met treinschoonmakers 60% of meer. Een sterke vakbond betekent dat nsNedtrain in de afgelopen twee jaar een aantal eisen heeft ingewilligd. Nog niet overal, maar de tendens is positief. Zo hebben schoonmaker op de stations in Amsterdam en Eindhoven meer respect en een goede opkomst- en kantineruimte afgedwongen en worden ook bijvoorbeeld de schoonmakers in Groningen serieus betrokken bij overleg. ns-Nedtrain als grootste opdrachtgever is wakker geschud. De werkdruk is echter nog steeds hoog. De nieuwe aanbesteding van ns-Nedtrain in de komende tijd (met 150 miljoen voor 5 jaar de grootste schoonmaakorder ooit) 36 zal aantonen hoe serieus de veranderingsgezindheid daadwerkelijk is. HET ONZE LIEVE VROUWEN GASTHUIS in Amsterdam: vanaf 1 maart 2011 was een bezuiniging van 10% doorgevoerd op het schoonmaakcontract. De schoonmakers legden zich niet neer bij de ernstige verhoging van de werkdruk. Het ziekenhuis heeft de bezuiniging teruggedraaid na acties van de schoonmakers. Tijdens de acties ontvingen de schoonmakers veel steun van bezoekers en patiënten. ASIELZOEKERSCENTRUM TER APEL in nog geen twee maanden ruimden enkele schoonmakers het veld en de overige collega’s kregen er taken bij, zonder extra tijd. Toen hun
bron: financieele dagblad, 25 oktober 2011, jan verbeek
* * *
* *
leidinggevende het voor de schoonmakers opnam, werd ze door de facilitair manager van de opdrachtgever weggestuurd. Na acties, krijgen de schoonmakers er 25 uur per week bij. Dit is bijna 20%. Voor de voorvrouw wordt een acceptabele andere locatie gezocht. UWV HEERLEN schoonmakers plegen voortdurend succesvol verzet tegen veel te zware werkprogramma’s. Een verhoging van de werkdruk door extra taken werd kortgeleden voorkomen. VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM de laatste contractwisseling is goed gegaan, mede als gevolg van betrokkenheid van sterke schoonmakers. IN HOLLAND na een contractwisseling is actie gevoerd voor een werknemer in één hogere loongroep die niet hoefde te worden overgenomen door het nieuwe schoonmaakbedrijf. Actie heeft ertoe geleid dat de schoonmaker kan blijven en dat de klant het verschil betaalt. HOGESCHOOL ROTTERDAM de beslissing van de Hogeschool Rotterdam om alle 87 schoonmakers mee te nemen naar het nieuwe contract met gom, is afgedwongen door de schoonmakers zelf. Studenten en docenten steunden hen massaal. RET in een brief werd aangegeven dat men 5% moest inleveren, van loongroep 1a naar 1. Schoonmakers hebben actie gevoerd en de 5% kunnen behouden. Ook is een voorman die niet voldeed, vervangen door een andere leidinggevende.
35
*
*
* 36
GEMEENTELIJKE DIENST ROTTERDAM / EUROPOORT schoonmakers hebben er voor gezorgd dat een slecht functionerende leidinggevende een cursus coachend leiding geven moest gaan volgen. Ook hebben schoonmakers geweigerd om tijdens de vakantieperiode extra werkzaamheden op zich te nemen, omdat de werkdruk al heel hoog was. DUO EN BELASTINGDIENST IN GRONINGEN de belastingdienst en duo verhuisden begin 2011 naar een nieuw pand. De schoonmakers mochten niet mee, want de contractwisselingsclausule geldt niet bij verhuizing naar een nieuwe locatie. 35 Schoonmakers dreigden als oud vuil op straat gezet te worden. De schoonmakers hebben ruim 10 weken actie gevoerd en ontvingen veel steunbetuigingen van hun ‘collega’-werknemers bij duo en de Belastingdienst en hun vakbondscollega’s van de treinschoonmaak in Groningen en Onnen. Uiteindelijk zijn de schoonmaakbedrijven gom en Asito akkoord gegaan met de eisen en mochten de schoonmakers mee naar de nieuwe locatie. HIGH TECH CAMPUS de schoonmakers van Philips in Eindhoven wisten hun pauze te redden. Die pauze zou sneuvelen als gevolg van de bezuiniging van 18% op de schoonmaak bij Philips. Hoewel Philips een staaltje struisvogelpolitiek bedreef door alle verantwoordelijkheid af te wijzen, draaide schoonmaakbedrijf csu onder druk van de schoonmakers de maatregel terug. De pauze blijft behouden. De schoonmakers houden
*
nu de vinger aan de pols op het gebied van werkdruk, vervanging bij ziekte, naleving van de cao en de stijl van leidinggeven. SCHIPHOL begin juni 2011 vond er een contractswisseling plaats. Schoonmaakbedrijf ew werd vervangen door Asito en Raggers. De schoonmakers die onderdeel van de contractwisseling uitmaken, waren en zijn goed georganiseerd. De groep schoonmakers heeft voorafgaand aan de contractwisseling geëist dat alle schoonmakers moesten worden overgenomen, inclusief bestaande rechten. Pas na de overname konden eventuele wijzigingen plaatsvinden, waarbij niemand er op achteruit mocht gaan. De georganiseerde schoonmakers hielden de vinger stevig aan de pols. Na de contractwissel complimenteerden ze de Schiphol Group met de Koperen Matteklopper. Een schouderklopje en een aansporing om de aandacht niet te laten verslappen.
Hago Next
Als reactie op de schoonmakersstaking van 2010 is schoonmaakbedrijf Hago op 14 januari 2011 gestart met Hago Next. Bij Hago Next werken schoonmakers werken overdag, hebben een lagere werkdruk en voelen zich meer verbonden met de opdrachtgever. Inmiddels maken tien opdrachtgevers gebruik van de diensten van Hago Next, waaronder enkele grote bedrijven als Achmea, UPC en Coca Cola.
Conclusie
Op een aantal plekken hebben schoonmakers verbetering afgedwongen of verslechteringen buiten de deur gehouden. Successen die volledig voor rekening van moedige en sterk georganiseerde schoonmakers komen. In het algemeen geldt in de sector echter nog steeds: belangrijke afspraken worden niet nageleefd. Jaarlijks zijn er zo’n 35.000 nieuwe schoonmakers. Zij krijgen in het eerste jaar minder loon, maar doen geen examen. De behandeling van schoonmakers is nog altijd onder de maat. De werkdruk is op veel plekken verder geëxplodeerd. Kortom: als grote opdrachtgevers zoals Philips, universiteiten, ziekenhuizen en zelfs de Minister van Sociale Zaken voor schoonmaakcontracten kiezen die leiden tot chaotische taferelen, dan is duidelijk dat er nog een wereld te winnen is.
De schoonmaak-bubbel wordt nog steeds verder opgeblazen. De schijnwereld is nog niet doorbroken. En de papieren werkelijkheid ligt nog steeds op tafel bij veel opdrachtgevers. Hoe komt dat? Ligt dat aan de waardering van mensen voor het vak schoonmaak? Vinden we schoonmaak eigenlijk helemaal niet zo belangrijk? Deel 2 van dit witboek behandelt de resultaten van waarderingsonderzoeken naar de schoonmaak als dienst.
37
Deel 2
Recente onderzoeken
de Waarde van Schoonmaak
Ontwikkeling Schoonmaakkosten
Schoonmaak staat in de schijnwerpers, dat werd in deel 1 al wel duidelijk. In de meeste onderzoeken staan de kosten van schoonmaak, kwaliteitsbeleving, nut en noodzaak van schoonmaak in verschillende sectoren en hygiëne centraal. Betekent prijsreductie nu ook dat de waarde van de dienst schoonmaak afneemt? Aan de hand van een aantal recente onderzoeken wordt meer inzicht gegeven in de werkelijke ontwikkeling van schoonmaakkosten bij opdrachtgevers en in de kwaliteit en kwaliteitsbeleving. Vervolgens komt het eigen onderzoek van fnv Bondgenoten aan de orde, de ValueGame. Dit onderzoek heeft adviseur Peter Scholten 37 in opdracht van fnv Bondgenoten in het najaar van 2011 gedaan. Het doel van de ValueGame is de waarde van schoonmaak te meten in relatie tot andere producten of diensten. Daarmee is dit onderzoek wezenlijk anders dan kosten-batenanalyses en tevredenheidonderzoeken. De ValueGame laat zien hoe belangrijk bezoekers, werknemers, deelnemers of klanten, schoonmaak ten opzichte van andere vormen van dienstverlening of producten vinden.
In enkele recente onderzoeken wordt de werkelijke ontwikkeling van choonmaakkosten bij opdrachtgevers in een aantal sectoren verduidelijkt. Het onderzoek Facilitaire Kengetallen Gemeenten 2011, uitgevoerd door Fier.fm, bevestigt de nadruk op kosten bij aanbestedingen van schoonmaak bij de Nederlandse gemeenten. Terwijl de totale facilitaire kosten in 2010 per fte fors zijn gestegen, zijn de schoonmaakkosten gedaald van 17,48 euro per m² bruto vloeroppervlak (bvo) naar 15,41 euro per m², een daling van bijna 12%. Jaarlijks verschijnt de ncf index® kantoren, een maatstaf voor kosten per werkplek. De index is opgebouwd uit de categorieën Huisvesting, Diensten en middelen, ict Externe Voorzieningen en Facility Management. Schoonmaakkosten maken deel uit van Diensten en middelen. De hoogte en de ontwikkeling van de schoonmaakkosten kunnen daarom niet exact worden afgeleid. In het ncf jaarbericht Kantoren 2010 staat echter een veelzeggende opmerking: “De meest opvallende mutaties zijn dit jaar de lagere kosten voor schoonmaak (-8% veroorzaakt door prijsdruk en lagere schoonmaakfrequentie)”. Opdrachtgevers weten wat schoonmaken kost, maar weten ze ook wat de kosten zijn van niet schoonmaken? Eind 2009 is onderzoek verricht naar de effecten van schoonmaak. De conclusie
38
37
38 peter scholten mba is adviseur en ontwikkelaar voor organisaties en bedrijven met een dubbele doelstelling: financieel èn maatschappelijk (cultureel, sociaal, ecologisch). peter scholten is bedenker van de valuegame.
39
laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “een schone werkplek komt ook de productiviteit en het ziekteverzuim ten goede. Het omgekeerde is dus ook het geval: niet-schone werkplekken maken mensen ziek en leiden tot een verhoogd (vooral kort) ziekteverzuim. Goed schoongemaakte kantoren leveren zo’n 12,5 tot 25% minder kortdurend ziekteverzuim op. Daarentegen leidt een slecht binnenmilieu tot 5% productieverlies en 2.250 euro kosten per werknemer per jaar.” 38
Belevingskwaliteit Schoonmaak
Integron is een onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van tevredenheidsonderzoek en doet jaarlijks een grootschalig onderzoek ‘Facilitybeleving in Nederland’. In dit onderzoek wordt de kwaliteitsbeleving van elf verschillende diensten uitgevraagd, waaronder schoonmaak. De gemiddelde waardering voor schoonmaak is begin 2011 iets toegenomen, van 6,9 in 2010 naar 7,1 in 2011. Opvallend is het verschil in waardering tussen organisaties die de schoonmaak zelf doen (7,4) en organisaties die de schoonmaak hebben uitbesteed (6,9). Volgens Integron is dit verschil met name te verklaren door de hogere waardering van het constante niveau van schoonmaakwerk en de schoonmaak van de werkplek bij schoonmaak in eigen beheer.39 Blijkbaar leveren eigen schoonmakers een constanter kwaliteitsniveau dan uitbestede schoonmakers. Aangenomen wordt dat
kees le blanche van bureau klb, “wat doet schoonmaak’, in opdracht van de osb, artikel osb jaarcongres 2010, in service management, maart 2010 integron, facilitybeleving in nederland, februari 2011
39
het verschil in waardering te maken heeft met de binding van gebruikers met de schoonmaak in eigen beheer. Ook de zichtbaarheid van schoonmakers in eigen beheer wordt verondersteld groter te zijn.
Was uw ziekenhuis schoon?
7,6
7,4
7,2
7,0
6,8
6,6
Zichtbaarheid
Een opvallende conclusie is dat de werknemers van de opdrachtgevers vaak niet op de hoogte zijn van de afspraken met het schoonmaakbedrijf. Slechts 39% van hen is daadwerkelijk op de hoogte van de gemaakte afspraken. Onbekendheid met de eisen en afgesproken schoonmaakfrequentie kan leiden tot te hoge verwachtingen bij eindgebruikers en daarmee tot meer ontevredenheid.
40
De Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (npcf) heeft in 2011 een panelonderzoek 40 onder 2.500 mensen laten doen en vragen gesteld over de hygiëne en de mate van vertrouwen in de zorg en voorlichting over infecties. Uit het onderzoek blijkt onder andere dat een aanzienlijke minderheid klaagt over viezigheid in het ziekenhuis.
Hoe schoon is het nu werkelijk?
Dagelijks worden vele kwaliteitsmetingen gedaan. In het primaire onderwijs is hygiëne al lang reden tot zorg. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ocw) heeft in 2006 zowel de technische als de belevingskwaliteit laten onderzoeken. In het onderzoek ‘Schoonmaakkwaliteit Primair Onderwijs in Nederland’ 41 werden met name de sanitaire ruimten vaak als onvoldoende hygiënisch beoordeeld. Vrijwilligers zorgen er voor dat leslokalen, gangen en dergelijke nog min of meer voldoende scoren. Ook in andere sectoren is de kwaliteit vaak onvoldoende. Recente nieuwsberichten laten zien dat deze situatie niet is veranderd.
40 factsheet hygiëne in ziekenhuizen, in opdracht van de npcf, september 2011 41 kamerstuk, 11 juli 2006 | ocw
HYGIËNE VERPLEEGHUIZEN BEDROEVEND42 DEN HAAG - Maar liefst 15 van de 37 verpleeg- en verzorgingshuizen werken onhygiënisch. Daarnaast halen nog eens zeven instellingen een krappe voldoende. Vloeren plakken, er hangt een doordringende urinelucht in de gangen, medicijnen zijn over datum en medewerkers vergeten hun handen te wassen, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. Zeven hygiënisten bezochten voor het onderzoek de zorginstellingen en beoordeelden die aan de hand van landelijke richtlijnen op 97 aspecten. Als een huis voor tachtig procent aan het onderzochte aspect voldeed, werd dat als voldoende beoordeeld. De bond had veel meer huizen aangeschreven, maar het merendeel hield de deuren hermetisch gesloten voor de onderzoekers. „Kwetsbare bewoners verdienen een veilig en schoon thuis”, stelt directeur Bart Combée van de bond. „Dit onderzoek laat zien dat het goed is dat verpleeghuizen regelmatig verplicht een hygiëneonderzoek uitvoeren. Ze kunnen daarvan leren en verbeteringen doorvoeren.” Nu is dit soort controles vrijwillig. De Inspectie voor de Gezondheidszorg bezoekt zelf de huizen niet frequent en kondigt meestal haar bezoek aan.
42
bron: de telegraaf, 21 april 2011, gemma graveland
‘Geen verplichte controles’
Actiz, organisatie van zorgondernemers, ziet niets in verplichte controles. „We vinden de uitkomsten zorgelijk, maar zijn zelf al druk bezig om de hygiëne te verbeteren”, stelt woordvoerster Pauline Fuhri. „Zo is er een helpdesk en ontwikkelen we een test waarmee organisaties zelf de hygiëne kunnen beoordelen.” Het onderzoek constateert ook het vaak onjuiste gebuik van desinfecteermiddelen: 26 van de 37 huizen halen hiervoor een onvoldoende. Daarnaast viel de onderzoekers de slechte handhygiëne op. Zestig procent scoort op dat punt onvoldoende. Er zijn excessen. Zo kwamen de onderzoekers een huis tegen waar de vriezers met brood in dezelfde ruimte waren geplaatst als waar de po’s werden uitgespoeld. Een andere instelling ’veegt’ de achterwerken van bewoners met washandjes en gooit die met ontlasting en al bij het wasgoed.
41
De ValueGame, de waarde van schoonmaak De aangehaalde onderzoeken geven meer inzicht in de werkelijke ontwikkeling van schoonmaakkosten bij opdrachtgevers en in kwaliteit en kwaliteitsbeleving. Om de waarde van schoonmaak te meten, voerde onderzoeksbureau Peter Scholten in opdracht van fnv Bondgenoten een onderzoek uit, de ValueGame. 43 Het doel van de ValueGame is de waarde van schoonmaak te meten in relatie tot andere producten of diensten. Daarmee is dit onderzoek wezenlijk anders dan tevredenheidonderzoeken. Het grote verschil tussen de ValueGame en tevredenheidsonderzoek is, dat bij tevredenheidsonderzoek niet altijd de mate van belang wordt onderzocht. Anders gezegd: iemand kan heel tevreden zijn met iets wat voor hem of haar relatief onbelangrijk is. Ook kan tevredenheid worden beïnvloed door de prijs: als iets goedkoop is, zijn de verwachtingen vaak lager, en zal men sneller tevreden zijn. De ValueGame laat zien hoe belangrijk patiënten, werknemers of reizigers, schoonmaak ten opzichte van andere vormen van dienstverlening of producten vinden.
42
Voor schoonmaak betekent dit het volgende: Opdrachtgevers betalen een lage prijs voor schoonmaak. Volgens de methode van de ValueGame betekent dit niet automatisch dat men genoegen neemt met lage schoonmaak kwaliteit.
Schoonmaak is vaak onzichtbaar, maar een schone omgeving wordt gewaardeerd. In de ValueGame wordt onderzocht in welke mate schoonmaak gewaardeerd wordt zonder te kijken naar de kostprijs.
Professor Paul de Beer, 44 is betrokken geweest bij de interpretatie van de resultaten.
In de ValueGame wordt onderzocht 1) wàt belangrijk is, en 2) hóe belangrijk iets is. In de ValueGame is gekozen voor ondernemingen uit de sectoren vervoer, zorg en kantoren. In deze bedrijven komen dagelijks veel schoonmakers. Schiphol, het Erasmus Medisch Centrum (emc), Achmea en het knmi waren bereid om mee te doen. fnv Bondgenoten wilde dit onderzoek graag uitvoeren bij één van de grote ministeries. De rijksoverheid is immers een hele grote opdrachtgever in de schoonmaak. Het Ministerie van ocw gaf per email toestemming, alleen een formele toestemming moest nog volgen. Enkele weken later werd op het besluit teruggekomen. Volgens de woordvoerder zou de uitkomst van het onderzoek toch wel uitwijzen dat schoonmaak hoog gewaardeerd wordt, “en dan moeten wij voor schoonmaak veel meer betalen”.
Methodiek van de ValueGame
45
In deze ValueGame vergeleken deelnemers schoonmaak met voor hen relevante diensten en producten. Die diensten en producten werden getoond op kaarten met een foto en onderschrift (zie bovenstaande afbeelding). Om de ValueGame goed te kunnen uitvoeren, was het van essentieel belang dat kaarten waaruit de deelnemers konden kiezen, ook daadwerkelijk voor hen van belang waren. Om dit uit te testen, is eerst een aantal focusgroepen gehouden. Hierin konden kleine groepen deelnemers aangeven wat voor hen relevant is in hun directe omgeving. Kantoormedewerkers noemden uiteraard hele andere kaarten dan reizigers of patiënten. In overleg met de deelnemende bedrijven kregen deze kaarten vervolgens een kostprijs toegekend. Het vervolg van het onderzoek was digitaal. De eerste vraag in het onderzoek was of deelnemers wilden aangeven wel-
ke van de drie getoonde diensten voor hen van belang waren. Eén van deze drie kaarten was de schoonmaakkaart. Alleen een schoonmaakkaart zou teveel tot strategische antwoorden kunnen leiden. Zo werden ook diensten als een ict helpdesk, extra tijd voor persoonlijke verzorging en bagageafhandeling getest. De tweede vraag was of de deelnemers de in de focusgroep vastgestelde kaarten op volgorde van belangrijkheid wilden schuiven en daartussen de uitgekozen kaarten van de eerste vraag wilden voegen. Deelnemers werd gevraagd om intuïtief te reageren en niet te lang na te denken. Op basis van de volgorde waarin alle kaarten werden geplaatst, konden conclusies worden getrokken over het belang van de produkten en diensten en de toegevoegde kaarten. Omdat de prijs van de producten en diensten vastgesteld in de focusgroepen bekend was, bepaalden de deelnemers indirect ook de waarde van de schoonmaakkaart.
46
44 bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen (henri polak-leerstoel) aan de universiteit van amsterdam. tevens we43 de valuegame is een methodiek die valt in de categorie ‘contingent valuation methods’, en ‘perceived value methods’, enkele veel gebruikte methodieken in wetenschappelijk onderzoek naar de waardebeleving van mensen. zie ook www.valuegame.org
tenschappelijk directeur van het wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging, de burcht en aan het amsterdams instituut voor arbeidsstudies (aias) van de universiteit van amsterdam. 45 valuegame digitaal 46 schoon schiphol uit de valuegame
43
Restultaten De waardebeleving van schoonmaak bleek relatief hoog te zijn bij de verschillende onderzochte ondernemingen.
Schiphol
Hoewel bijvoorbeeld beveiliging op Schiphol veel zichtbaarder is dan schoonmaak, werd schoonmaak even vaak als ‘van belang/toepassing’ uitgekozen. Beveiliging van Schiphol is veel in het nieuws en wordt besproken in de politiek, schoonmaak veel minder. De indirecte waardering die er aan schoonmaak op Schiphol werd gegeven was dan ook hoog. De waardering voor een
schoon vliegveld per deelnemer was ongeveer 8 euro per reis. Per jaar vliegen 48 miljoen reizigers van of naar Schiphol…! Dit resultaat komt overeen met een passagierstevredenheidonderzoek, uitgevoerd door Airport Service Quality, een onderzoeksbureau van de luchthavenindustrie. In hun onderzoek vroegen zij welke factoren de beleving van passagiers op de luchthaven het meeste zouden verbeteren. Zoals hieronder te zien is beoordeelden deelnemers het schoonhouden van het vliegveld het belangrijkst na de sfeer.
Onderzoek van ASQ
Welke factoren de beleving van passagiers op de luchthaven het meeste zouden verbeteren? 1) sfeer 2) schoon vliegveld 3) comfortabele zitplaatsen 4) schoon sanitair 5) wasgelegenheid 6) bewegwijzering 7) hulpvaardige medewerkers 8) informatieschermen 9) eet- en drinkheden 10) loopafstand
Erasmus MC
44
Ongeveer evenveel (ex)patiënten kozen bij de eerste vraag in het onderzoek voor een schoon ziekenhuis als voor een belangrijk aspect als meer persoonlijke aandacht van het verzorgend ziekenhuispersoneel. Dat is opvallend omdat verzorging één van de kerntaken is in het ziekenhuis. Hun werk werd dus even
vaak belangrijk werd gevonden als dat van schoonmakers in het onderzoek. Patiënten hebben vaak behoefte aan afleiding. Toch werd een schoon ziekenhuis belangrijker gevonden dan dagelijkse afleiding zoals beschikbaarheid van televisie, Wifi en een leestafel. Ook goed vervoer van en naar het ziekenhuis werd als minder belangrijk ervaren dan een schone omgeving.
Medische aandacht van artsen en de mogelijkheid om op een éénpersoonskamer te liggen, werden wel belangrijker gevonden dan schoonmaak. De focusgroep van het personeel van het emc noemde het parkeerprobleem urgent. Het emc ligt midden in het centrum van Rotterdam. Er is maar weinig parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers. Dat kan vooral lastig zijn als het personeel nachtdiensten heeft. Toch kozen deelnemers aan het online onderzoek vaker voor schoonmaak dan voor een goede parkeervoorziening. Ook een fitnesscentrum wordt lang niet zo hoog gewaardeerd als schoonmaak. Schoonmaak werd drie keer hoger gewaardeerd dan een fitnessruimte.
Kantoren: Achmea & KNMI
De waarde die deelnemers aan schoonmaak gaven in de verschillende onderzochte kantoorsituaties was vrijwel gelijk. Zowel bij Achmea als bij het knmi waardeerden de deelnemers schoonmaak bijna even hoog. De dienst die het werk van kantoorpersoneel direct faciliteert, de it-helpdesk, werd slechts iets belangrijker gevonden dan schoonmaak. Dat is opvallend, omdat it zichtbaar en geschoold werk is en schoonmaak minder. Beveiliging was voor het kantoorpersoneel minder belangrijk dan schoonmaak. Voor zowel het kantoor als het ziekenhuispersoneel gold dat schoonmaak be-
langrijker was dan de meeste diensten die in het onderzoek gebruikt waren. Alleen voorzieningen waar deelnemers zelf direct belang bij hadden, zoals scholing en thuiswerken, scoorden hoger. Gemeenschappelijke diensten zoals klimaatbeheersing en goede bereikbaarheid scoorden lager dan schoonmaak. In de groepen Schipholreizigers, patiënten en kantoorpersoneel, waren deelnemers fnv-leden en niet-fnv-leden. Zowel leden als niet-leden kozen schoonmaak uit als belangrijk en gaven schoonmaak een relatief hoge waarde. De deelname aan alle onderzoeken was meer dan voldoende. Gemiddeld was de response ongeveer 40%.
Convlusie
De verhouding tussen de waardering voor de dienst schoonmaak enerzijds en de alsmaar dalende kostprijs anderzijds is totaal zoek. In de ValueGame is schoonmaak vergeleken met een aantal andere diensten en producten en in verschillende omgevingen. En steeds kwam naar voren dat schoonmaak hoog gewaardeerd wordt. De onzichtbaarheid van schoonmaak in combinatie met de enorme concurrentie tussen schoonmaakbedrijven en de bezuinigingsdrift bij opdrachtgevers leidt tot een prijsdaling. Het leidt echter niet tot minder waardering voor een schone omgeving. Werknemers, reizigers en patiënten gaan niet akkoord met een vervuilde omgeving, ook niet als er minder aan schoonmaak uitgegeven wordt.
45
SZW & BuZa 40 dagen & 40 nachten staken
46
47
Deel 3
Criteria Gouden Standaard
De Gouden Standaard
I We eisen vakmanschap!
De voorgaande feiten, voorbeelden en onderzoeksresultaten tonen de stand van zaken in de schoonmaaksector. Een sector met dalende prijzen, stijgende werkdruk en een papieren werkelijkheid aan afspraken. Tegelijkertijd zijn de beroepseer en de vaktrots van veel schoonmakers hoog en is de vraag naar kwaliteit en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden van opdrachtgevers en schoonmaakbedrijven groot. De waardering van de dienst schoonmaak door passagiers en gebruikers is eveneens hoog. De negatieve prijsspiraal wordt veroorzaakt door extreme concurrentie, vervreemding van de verantwoordelijkheid van opdrachtgevers en onzichtbaarheid van het belangrijke werk. Het negatieve mechanisme wordt verhuld door de papieren werkelijkheid van mooie onmogelijke afspraken tussen opdrachtgevers en schoonmaakbedrijven.
welke criteria zijn hier voor nodig? werkdruk
Dat is precies wat de schoonmaaksector nodig heeft. Een redelijk alternatief voor de schijnwereld. Het kaf moet van het koren gescheiden worden.
50
De Gouden Standaard is van de schoonmakers. Hun vakmanschap staat centraal. De opdrachtgever die kiest voor de Gouden Standaard kiest voor kwaliteit en vakmanschap.
werkdruk gaat niet omhoog. Het aan* De tal schoon te maken m² per uur en de
* * opleidingen
De Vakbond van Schoonmakers wil die papieren werkelijkheid oprollen en de schoonmaak-bubbel doorprikken. Dat zal niet vlekkeloos en evenmin moeiteloos gaan. Het is een proces van jaren. Maar dat proces moet nú beginnen. De Vakbond van Schoonmakers presenteert een nieuwe kwaliteitsstandaard: de Gouden Standaard. De oude monetaire Gouden Standaard koppelde de waardering van een munt aan de daadwerkelijke waarde van het materiaal waarvan de munt gemaakt was. Oftewel: met beide benen op de grond. Waar voor je geld. Let’s get real!
de praktijk voor de opdrachtgever:
100% opgeleide en gediplomeerde * Eis schoonmakers binnen de in de geldende
* ontwikkeling
bijbehorende werkdruk mogen in een Gouden Standaard Contract niet verder omhoog, bij voorkeur omlaag. Wees transparant over het afgesproken schoon te maken vierkante meters per uur. Voer jaarlijks een werkdrukmeting uit of zorg ervoor dat het schoonmaakbedrijf dit verzorgt en bespreek de resultaten.
cao genoemde inleerperiode. Eis beheersing van Nederlandse taal op inburgeringsniveau en geef het schoonmaakbedrijf maximaal 1 jaar om aan deze eis te voldoen.
ervoor dat het schoonmaakbedrijf * Zorg het opleidingsbudget voor schoonmaak-
*
medewerkers concreet vastlegt en controleer de voortgang op opleidingsgebied. Biedt schoonmakers de mogelijkheid om zich te ontwikkelen tot een allround facilitair medewerker. Op korte termijn moeten schoonmakers die dit willen, de mogelijkheid krijgen om mee te lopen bij andere (facilitaire) werkzaamheden.
51
II We willen erbij horen!
welke criteria zijn hier voor nodig? binding met opdrachtgever en schoonmaakbedrijf
de praktijk voor de opdrachtgever:
de schoonmakers zoals je ei* Behandel gen werknemers, dit betekent onder
* * dagschoonmaak
langere contractduur
*
meer deelname aan het Sinterklaasfeest, het geven van een kerstpakket, het sturen van een bloemetje naar langdurig zieke schoonmakers. Schoonmakers hebben in principe vaste contracten. Uitzendarbeid mag alleen worden ingezet bij calamiteit en ziekte. Schoonmakers dragen bij de opdrachtgever passende en herkenbare bedrijfskleding met een Gouden Standaard-logo erop. Invoering dagschoonmaak binnen maximaal zes maanden. Dagschoonmaak betekent schoonmaak binnen dezelfde werktijden als de eindgebruikers.
is minstens vijf jaar, bij * Contracttermijn voorkeur wordt gestreefd naar een duur-
III We eisen respect!
welke criteria zijn hier voor nodig? een respectvolle behandeling
de praktijk voor de opdrachtgever:
als opdrachtgever, schoon* Ontwikkel maakbedrijf en schoonmakers een visie op wat wederzijds respect inhoudt.
faciliteren en stimuleren lidmaatschap van een vakbond
faciliteren van een bijeenkomst voor * Het alle schoonmakers voorafgaande aan de
* transparantie en communicatie dagschoonmaak
ingang van een Gouden Standaard Contract. Kaderleden van de vakbond moeten onder werktijd een gesprek kunnen voeren met elke nieuwe medewerker, al dan niet in groepsverband.
jaarlijkse rapportage en gesprek met * Een de schoonmakers over: is er gedaan op het gebied van * Wat bevorderen van respect en wat kan er
*
zame en langdurige samenwerking.
*
52
* * * *
nog beter? Noem de schoonmakers met naam en toenaam en geef aan hoeveel procent van de schoonmakers een vast contract heeft. Hoeveel procent van de uren is ingevuld met uitzendarbeid en met welke reden? Is er een werkdrukmeting geweest en wat zijn de resultaten? Wat en hoe kan het beter? Wat is de afgesproken m² prestatie? Hoe is vakbondslidmaatschap gestimuleerd/gefaciliteerd? Wat zijn de ervaringen met dagschoonmaak? Zijn er mogelijkheden geboden voor stages en verbreding van activiteiten? vervolg op pagina 54
53
Organogram Vakbond van Schoonmakers
III We eisen respect!
welke criteria zijn hier voor nodig? transparantie en communicatie (vervolg)
de praktijk voor de opdrachtgever:
procent van het schoonmaak* Hoeveel personeel voldoet aan de eisen van opleiding en beheersing Nederlandse taal? Is de opleidingstoeslag betaald?
geen kruimels, maar brood!
* die voldoen aan de op* Schoonmakers leidingseisen ontvangen een Gouden *
54
Standaard-toeslag van 3%. Een toeslag en de ambitie richting 130% wettelijk minimum loon.
55
Parlement van Schoonmakers
56
57
President Khadija Tahiri-Hyati
Colofon
Let’s get real!
is een uitgave van fnv bondgenoten, vakbond van schoonmakers, december 2011 research eindredactie fotografie
grafisch en illustratief ontwerp speciale dank aan
druk oplage
58
jeanne van der kroft ron meyer rob nelisse joost van den broek floris de jong michaël van maanen marieke van gemert www.takeadetour.eu abdel, najib, christiaan, christine, kapi, khadija, kamla, jos, michel, tiffany, reyhan, reshma & alle sterke schoonmakers pascal, utrecht 500 www.schoongenoeg.nu
59