Leidraad Basisinrichting Openbare Ruimte Hoofdstuk:
8
Controle:
P. van der Plas
Datum:
1 juni 2010
Vrijgave:
W. de Boer
Versie:
1
Eigenaar:
P. van der Plas
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
Objecten en eisen
Hardheid
Bron
Bijlage
Stedebouwkundig niveau (eisen m.b.t. stedenbouw, verkeer, beleid) Gebiedsoort
Onderwerp
Beleidseisen (en evt. gebruikseisen)
Alle gebieden
Algemeen
Volg de ambities ten aanzien van materiaalgebruik die in de VORK zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld: bijzondere materialen toepassen in historisch waardevolle gebieden (bijvoorbeeld gebakken klinkers). Houd rekening met de gevolgen van ingrepen in de openbare ruimte op het milieu. De gemeente Katwijk volgt de invalshoeken People, Planet, Profit voor een duurzame ontwikkeling. Voorkom het vrijkomen van materialen zoveel mogelijk en pas daarom in geval van groot onderhoud in het werk of elders vrijgekomen materialen toe. Vervaardig de fundering en verharding van materialen die na vrijkomen hergebruikt kunnen worden als secundaire bouwstof.
B
9
B
9
Houd bij het ontwerpen rekening met de checklist GWW uit de Regionaal Duurzaam Bouwen plus Richtlijn.
R
12
Houd rekening met de criteria duurzame inkoop voor wegen. Bepaal het type, de kleur en de structuur van de toe te passen verhardingen, incl. kantopsluitingen, altijd in overleg met de wegbeheerder. Functionaliteit, aandacht voor vormgeving, samenhang en uitstraling spelen een belangrijke rol bij eht ontwerpen en inrichten van de openbare ruimte. De wijze waarop de inrichting samenhangt met het gebruik van de ruimte is een belangrijk criterium. Bij materiaalgebruik gaat het om bijzonder, afwisselend en speciaal materiaalgebruik. Afwijkende maten en afwijkend kleurgebruik leveren een positieve bijdrage aan de uitstraling en beleving van de locatie, terwijl eentonige, kleurloze materialen de uitstraling en beleving verminderen. Voor beide aspecten geldt dat de beheerbaarheid een belangrijke randvoorwaarde vormt voor uiteindelijke keuzes. Locaties waar opvallende kleurstelling gewenst is zijn de boulevard en de centra.
R R
13 9
12, 13, 14
Inrichtingsniveau (eisen m.b.t. ontwerp, gebruik en prestatie) Straatsoort
Onderwerp
Ontwerp- en gebruikseisen (en evt prestatie-eisen)
Alle straatsoorten
Algemeen
Ontwerp een asfaltdeklaag met een levensduur van minimaal 15 jaar (m.u.v. stil asfalt).
R
Ontwerp onder de deklaag liggende asfaltlagen en de fundering met een levensduur van minimaal 50 jaar. Houd bij het ontwerpen van wegen niet alleen rekening met civieltechnische aspecten (zoals goede fundering, afwatering en materiaalkeuze), maar houd ook rekening met de samenhang met het omringende groen en de waterhuishouding. Zorg dat de gebruiker de verschillende verkeersfunctie duidelijk kan onderscheiden, bijvoorbeeld door kleur of patroonverschillen, in verband met juridische aansprakelijkheid. Ontwerp zodanig dat algengroei op verhardingen wordt voorkomen, dit veroorzaakt gladheid.
R
Gebiedsontsluitingsw Algemeen egen type I Gebiedsontsluitingsw Algemeen egen type II 30 km/u zones Algemeen
Ontwerp onkruidwerende verharding, zie CROW-publicatie 119.
R
Ontwerp fundering en verharding van ontsluitingswegen volgens verkeersklasse 3 of 4 en alleen voor opstelstroken verkeersklasse 5. Pas als verhardingsmateriaal asfalt toe.
R R
6
Pas als verhardingsmateriaal asfalt toe.
R
6
Pas als verhardingsmateriaal een elementenverharding toe, bestaande uit betonstraatstenen (woonwijken, bedrijventerreinen) of gebakken klinkers (centrum, toeristisch gebied). Kruispunten met plateau of punaise in een van de aansluitende verharding afwijkende kleur maken.
R
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
R
1
11
1 van 6
Leidraad Basisinrichting Openbare Ruimte Objecten en eisen
Hardheid
Bron
Bijlage
Inrichtingsniveau (eisen m.b.t. ontwerp, gebruik en prestatie) Straatsoort
Onderwerp
Ontwerp- en gebruikseisen (en evt prestatie-eisen)
Parkeren
Algemeen
Onderscheid de parkeervakken duidelijk om te voorkomen dat auto’s parkeren op plaatsen die daar niet voor zijn bedoeld (parkeren is betonstraatsteen, keiformaat, kleur zwart met witte dwarsmarkering. Houd bij het ontwerp van parkeerplaatsen in de openbare ruimte en -terreinen rekening met bijlage 10. Houd bij het bepalen van het verhardingsmateriaal rekening met de VORK. O.h.a. betekent dit dat elementenverharding toegepast wordt, bestaande uit betonstraatstenen. In gebieden met een hoog ambitieniveau (boulevard, centra). Ontwerp fundering en verharding van fietspaden volgens verkeersklasse 2.
Fietspaden
Trottoirs en voetpaden
Algemeen
Algemeen
Verkeersdrempels en - Algemeen plateaus
R 10 9
R
Pas als verharding rood asfalt toe, tenzij onder het fietspad gas- of waterleidingen liggen. In die situaties een rode tegelverharding toepassen. Ontwerp een enkelstrooks fietspad met een breedte van minimaal 2,10 meter en een dubbelstrooksfietspad met een breedte van minimaal 3 meter. Obstakelvrije zones: minimale afstand tussen rand fietspad en boom/paal e.d. bedraagt 0,50 m. Minimale afstand tussen rand fietspad en gesloten wand (muur, heg e.d.) bedraagt 0,75 m. Streef naar de situering van sociaal veilige fietspaden.
R
Zorg dat het fietspad zich buiten de bebouwde kom duidelijk onderscheidt van de rijweg en het voetpad. Stem de breedte van de voetpaden af op de gebruikseisen, zowel ondergronds als bovengronds. De funtioneel gewenste breedte bedraagt minimaal 1,5 meter, bij een vernauwing korter dan 10 meter minmaal 1,2 m en bij puntvernauwing 0,9 meter. Bij drempels moet bestrating de scheiding tussen verkeersstromen en oversteekbewegingen verhelderen, zie tek.nr´s 12-D02-07 & 12-D02-08. Ontwerp drempels en plateaus conform de relevante CROW publicaties.
R R
R R
R
10, 11
3, 4
10, 11
Voer drempels buiten de bebouwde kom uit als 60 km/u drempels. Een drempel is geen oversteek, een verkeersplateau wel
10, 11
Kruispuntplateau's in een van de aansluitende verharding afwijkende kleur uitvoeren. Erven
Algemeen
Ontwerp zodanig dat visueel duidelijk is dat de verblijfsfunctie prioriteit heeft boven de verkeersfunctie. Bedenk daarbij dat voetgangers de gehele breedte van de straat mogen benutten om te lopen en te spelen. Er mag enkel stapvoets worden gereden. Er mag alleen geparkeerd worden op daarvoor aangegeven plaatsen. Uitvoeringsniveau (eisen m.b.t. prestatie, constructie, materiaal, bouwstoffen, uitvoering, beheer) Elementsoort
Onderwero
Prestatie-eisen, constructie-eisen, materiaaleisen, bouwstofeisen)
Alle elementen/ materialen
Algemeen
Gebiedsontsluitingswegen type I
Opbouw hoofdrijbaan
11 R
2
Voor de algemene kwaliteitseisen die aan de te leveren materialen worden gesteld, zie specificatieblad Bouwstoffen.
R
5
Gebruik kleurechte materialen, ook voor markeringen (verkeersstenen toepassen).
R
Pas geen lichtkleurige verharding of natuursteen toe op plaatsen waar vervuiling door olie kan worden verwacht, zoals opstelplaatsen en parkeerhavens. Toe te passen kantopsluitingen bij wegen binnen de bebouwde kom: zie tekeningnr. W-32-216.
R
Schrijf hoeveelheden limitatief voor, om de hoeveelheid materiaal in opslag zo klein mogelijk te houden. De initiatiefnemer dient voor dit type weg een verhardingsadvies aan te leveren, gebaseerd op het uitgangspunt dat een asfaltverharding aangelegd dient te worden. Het verhardingsadvies dient goedgekeurd te worden door de KOAC. Hieronder is een mogelijke verhardingsopbouw aangegeven. Deklaag: 30 mm equivalent van SMA-NL 8A (SMA 0/8 type 1), volgens tabel T31.09 van RAW deelhoofdstuk 31.2. Toe te passen steenslag bij SMA: porfier.
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
R
5
R R
R
2 van 6
Leidraad Basisinrichting Openbare Ruimte Objecten en eisen
Hardheid
Bron
Bijlage
Uitvoeringsniveau (eisen m.b.t. prestatie, constructie, materiaal, bouwstoffen, uitvoering, beheer) Elementsoort
Onderwerp
Prestatie-eisen, constructie-eisen, materiaaleisen, bouwstofeisen)
Gebiedsontsluitingswegen type I
Opbouw hoofdrijbaan
Tussenlaag: 50 mm AC 16 BIND (STAB 0/16), volgens tabel T31.09 van RAW deelhoofdstuk 31.2.
R
11
Onderlaag/-lagen: 70 mm AC 22 BIND (STAB 0/22), volgens tabel T31.09 van RAW deelhoofdstuk 31.2. Fundering: minimaal 250 mm menggranulaat of betongranulaat 0/31,5 mm en minimaal 500 mm zand (in maagdelijk terrein kan het, afhankelijk van de toestand van de ondergrond, noodzakelijk zijn om een dikkere laag zand toe te passen). Bij draaiplekken, wringplekken, optrek- en remplekken en bij zwaar verkeer kan in overleg met de wegbeheerder worden afgeweken van deze verhardingsopbouw. Een mogelijk alternatief bestaat uit het equivalent van een DAB deklaag 0-11, dik 30 tot 35 mm met een STAB tussenlaag. Het gebruik van oppervlaktebehandelingen en afstrooilagen wordt o.h.a. niet toegestaan (uitzondering: verhardingen in groen). Indien in overleg met de gemeente Katwijk toch gekozen wordt voor een deklaag voorzien van een oppervlakbehandeling dient deze te worden uitgevoerd als een dubbele oppervlakbehandeling van Nederlands steenslag (split). Indien onvoldoende versporing bereikt kan worden dienen toeslagstoffen in de bitumen opgenomen te worden of speciale (combinatie) deklagen, om spoorvorming tegen te gaan. De ontwerper dient de toe te passen toeslagstoffen te overleggen met de wegbeheerder. Op locaties waar veel stoppen, optrekken en/of zwaar verkeer wordt voorzien (bijvoorbeeld t.p.v. verkeerslichten), dient ribbelvorming tegengegaan te worden gegaan door soortgelijke maatregelen.
R R
11 11
R
11
R
11
R
11
R
11
R
Gootlagen
Bij overgangen van asfaltverharding naar verhardingen met klinker- of tegelverharding dient de fundering van de asfaltverharding (de zwaarste constructie) minimaal 5 meter tot voorbij de overgangconstructie te lopen. Gootlagen dienen te bestaan uit betonstraatstenen grijs 210x100x80 mm dik, op z'n kant op, op specie aangebracht.
Kantopsluiting
Kantopsluiting bij hoofdwegen, trottoirband 18/20 cm, in gewassen deklaag Amer 703 o.g..
R
Afwatering
Dwarshelling: 1:40 - 1:60.
R
Markering
De belijning en symbolen op ontsluitingswegen dienen in thermoplast te worden uitgevoerd (alleen op asfaltwegen).
R
Opbouw hoofdrijbaan
De initiatiefnemer dient voor dit type weg een verhardingsadvies aan te leveren, gebaseerd op het uitgangspunt dat een asfaltverharding aangelegd dient te worden. Het verhardingsadvies dient goedgekeurd te worden door de KOAC.
R
Opbouw aanliggende
Deklaag: SMA 0-8 dik 30 mm (rood).
R
fietsstrook
Toeslag: 4% kleurstof Tilrood en zwarte bitumen.
R
Overige opbouw conform hoofdrijbaan.
R
Kantopsluiting
Kantopsluiting: stem de ambitie af met afdeling Openbare Werken. In standaard situaties wordt o.h.a. trottoirband 13/15 cm, in gewassen deklaag Amer 703 o.g. toegepast. Dwarshelling: 1:40 - 1:60.
R
Gebiedsontsluitingsweg type I
Gebiedsontsluitingswegen type II
Overgang asfalt-elementen
Afwatering
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
R
R
3 van 6
Leidraad Basisinrichting Openbare Ruimte Objecten en eisen
Hardheid
Bron
Bijlage
Uitvoeringsniveau (eisen m.b.t. prestatie, constructie, materiaal, bouwstoffen, uitvoering, beheer) Elementsoort
Onderwerp
Prestatie-eisen, constructie-eisen, materiaaleisen, bouwstofeisen)
30 km/u zones
Opbouw hoofdrijbaan
Pas betonstraatstenen (woonwijken, bedrijventerreinen) van het type keiformaat van 80 mm met splintervrije kop en kleurvaste slijtlaagtoe. In geval van gebakken materiaal (centrum, toeristisch gebied) zijn kei- en dikformaat toegestaan van 90 mm van klasse A04 (voorkeur) of A4-12 (minimaal). De verharding van wegen dient bij een elementverharding in keperverband te worden uitgevoerd, incl. bisschopsmutsen. Kantopsluiting: stem de ambitie af met afdeling Openbare Werken. In standaard situaties wordt o.h.a. trottoirband 13/15 cm, in gewassen deklaag Amer 703 o.g. toegepast. Straatlaag: minimaal 70 mm straatzand.
Profiel Parkeren
R R R R R R
Afwatering
Dwarshelling: 1:30.
R
Alle parkeerplaatsen
Bij haakse bochten t.b.v. parkeerstroken alleen blokken gebruiken met bochtstralen t.b.v. het veegwerk. Materiaal: betonstraatsteen, keiformaat. Kleur: bijvend zwart. Scheidingslijnen in dwarsrichting aanbrengen in straatsteen (blijvend wit). Straatlaag: minimaal 70 mm straatzand. Fundering onder parkeerplaats: zandbed van minimaal 500 mm dikte. Het zandbed moet 0,50 m breder worden aangelegd dan de parkeerplaats. Pas geen stootbanden toe. In plaats van stootbanden het vak minder diep maken zodat de auto tegen de trottoirband aan kan lopen. Altijd vakaanduidingen aanbrengen.
R R R R R R
R
Indien een schuine kant wordt toegepast deze uitvoeren ≤ 45 graden.
R
Voor het parkeren bestemde weggedeelten moeten als zodanig zijn gemarkeerd en voorzien van een P-tegel (0,30 x 0,30 m) en een markering met witte lijnen. Deklaag: in standaard situaties betontegels 300 x 300 x 45 mm. Pastegels: 300 x 150 x 45 mm.
R
Indien een afwijkende tegelmaat ontstaat, dient langs de gevel of opsluitband een stroomlaag te worden aangebracht. Tegen de stroomlaag wordt het tegelwerk op maat gezaagd. Stem kleur af met de afdeling Openbare Werken i.v.m. het ambitieniveau. Zie de VORK voor gebieden met een hoger ambitieniveau. In standaard situaties wordt o.h.a. voor grijs gekozen. Fundering: minimaal 500 mm zand voor zandbed.
R
Haaks parkeren Langs parkeren Erven Trottoirs en voetpaden
Fundering onder rijbaan: zandbed van minimaal 500 mm dikte (in parken 300 mm). Het zandbed moet aan weerszijden van de weg 0,50 m breder worden aangelegd dan de rijbaan. In geval van reconstructies/herinrichtingen wordt het bestaande materiaal in sommige situaties toegepast. Hiervoor dient afstemming met de wegbeheerder plaats te vinden. Gewijzigd tonrond conform RAW-standaard, met 2 cm overhoogte bij aanleg
R
Alle voetpaden
Voetpaden in centrum/toeristisch gebied
Indien verharding in klinkerverharding: in waalformaat in halfsteensverband aanbrengen, waarbij langs de kantopsluiting een streklaag wordt aangebracht.
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
R
R R
R
1, 2
9
R R
4 van 6
Leidraad Basisinrichting Openbare Ruimte Objecten en eisen
Hardheid
Bron
Bijlage
Uitvoeringsniveau (eisen m.b.t. prestatie, constructie, materiaal, bouwstoffen, uitvoering, beheer) Elementsoort
Onderwerp
Trottoirs en voetpaden
Voetpaden kruisend met Deklaag: 300 x 300, minimaal 80 mm dik. autoverkeer/-parkeerhavens Fundering: minimaal 500 mm zand voor zandbed.
Prestatie-eisen, constructie-eisen, materiaaleisen, bouwstofeisen) R R
Voetpad langs parkeerplaatsen Stroomlaag
Indien een voetpad langs parkeerplaatsen gesitueerd is, dienen de eerste twee rijen elementen een dikte van 60 mm te krijgen. Indien afwijkende tegelmaat ontstaat, dient langs de gevel of opsluitband een stroomlaag te worden aangebracht. Tegen de stroomlaag wordt het tegelwerk op maat gezaagd.
R
Afwatering
Dwarshelling: 1:40.
R
Afwatering mag niet plaatsvinden naar privéterrein.
R
Toegankelijkheid
Fietspaden
Breng een op- en afrit voor gehandicapten aan met een maximaal voelbaar hoogteverschillen van 0,01 m vanaf de weg of weggoot. Zorg dat mindervaliden de inrichting gemakkelijk kunnen oversteken. Zorg voor natuurlijke gidslijnen zonder obstakels en met duidelijke begrenzingen ten behoeve van visueel gehandicapten. Is dat niet mogelijk, breng dan in overleg met de gemeente aanvullende gids- en attentielijnen aan (eventueel klanktegels). Opbouw fietspadverharding Pas rood asfalt of een rode fietspadcoating toe. De coating moet bestaan uit een 2 componenten flexibele acrylaat in (bibeko en bubeko) kleur RAL-2002. Het afstrooimiddel moet bestaan uit een gekleurde decorkies in de zeefmaat 0,3-0,7 mm in de kleur RAL-2002, minimaal 3 kg/m2 De slijtlaag moet rood zijn en bestaan uit het aanbrengen van 1,6-1,8 kg/m2 gemodificeerde emulsie afgestrooid met 9 kg/m2 tilrood 4/8 en daarna met 3 kg/m2 tilrood 2/6. Een certificaat van oorsprong is vereist.
Opbouw elementenconstructie
Asmarkering Bushaltes
Algemeen
R
R
3
R
3
R
1, 2
R
Toeslag: zwarte bitumen.
R
Onderlaag: STAB dik minimaal 70 mm.
R
Funderingslaag: betongranulaat 0/40 dik 200 mm
R
Zandbed: dik minimaal 300 mm
R
Uitvoering van een fietspad in elementenverharding mag alleen in overleg met en na goedkeuring van de afdeling Openbare Werken. Deklaag: betontegels 300 x 300 x 80 mm, splintervrij, klein facet. Gebruik 8 cm dikke tegels, evt. dikker (12 cm) bij uitritten voor zwaar verkeer, in de bebouwde kom. Kleur deklaag: Frans rood
R
R
Straatlaag: straatzand dik 70 mm
R
R
Fundering: menggranulaat dik 150 mm
R
Zandbed: minimaal 500 mm
R
Op een dubbele fietsstrook: wit verhardingsmateriaal (tegel 300 x 300 mm) (elementenverharding) of thermoplast (asfaltverharding). Standaard busperronbanden van Giverbo toepassen. Denk aan richtlijnen toegangkelijkheidseisen bushaltes.
R R
14
8
Geleidetegels en noppentegels toepassen voor goede toegankelijkheid.
R
4, 8
9
Indien trottoirbanden langs de bushalte liggen, een invalidenoprit aanbrengen.
R
8
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
5 van 6
Leidraad Basisinrichting Openbare Ruimte Objecten en eisen
Hardheid
Bron
Bijlage
10, 11
4
2, 4, 7
6, 7
Uitvoeringsniveau (eisen m.b.t. prestatie, constructie, materiaal, bouwstoffen, uitvoering, beheer) Elementsoort
Onderwerp
Prestatie-eisen, constructie-eisen, materiaaleisen, bouwstofeisen)
Drempels/plateaus
Algemeen
De drempels dienen uitgevoerd te zijn in keiformaat, zie tek.nr. 12-D02-08. Houd rekening met lijnbussen.
R
In -en uitritten
Algemeen
Bij een poortconstructie wordt voor tegelwerk toegepast betontegel 30x15cm met een dikte van 80 mm.
R R
Algemeen
Leg als zodanig herkenbare in- en uitritten met halve tegels aan conform ASVV en CROW, zie straatsoort "uit- en opritten" in specificatieblad Weginfrastructuur - Verkeerstechniek. Pas op de grens, tussen particulier en openbare ruimte, op de openbare ruimte een opsluitband toe.
R
Zorg voor een zo klein mogelijk hoogteverschil tussen bovenkant verharding en straatkolk.
R
Nieuwe werken die in totaal een te bestraten oppervlak groter dan 1.500 m2 hebben moeten machinaal worden gestraat. Rijweg: keperverband met bisschopsmutsen.
R R
Fietspad: halfsteensverband (bij voorkeur geen stroom- of lintlagen).
R
Trottoir en voetpaden (tegels) in halfsteensverband. In een bocht dient de verharding in stroomlagen te worden aangebracht. Parkeervakken: elleboogverband.
R R
Plateaus/drempels: elleboogverband, blok- en halfsteensverband (conform CROW publicaties).
R
Gebakken klinkers (gebieden in VORK met hoog ambitieniveau zoals centrum, toeristisch gebied) met hamer straten, tenzij oppervlakte > 1.500 m2. Nokken aan een zijde. Nieuwe betonstraatstenen mogen gevleid worden.
R
Erven Straatwerk
Machinaal/handmatig Verband
Uitvoering
Hergebruikt bestratingsmateriaal moet schoongemaakt worden (bijvoorbeeld door nat trommelen) en onder de hamer gestraat worden Gebakken elementenverharding mag niet geknipt worden, maar alleen gezaagd. BSS mag wel geknipt worden d.m.v. een lamellenknipper. Tegels en banden moeten gezaagd worden. Tegels met zand voor zandbed invegen, betonstraatstenen met straatzand en gebakken klinkers met brekerzand en/of fijn split.Overtollig zand verwijderen. In geval van nieuwe aanleg of reconstructie moeten, na afloop van de onderhoudstermijn, de kolken gereinigd worden zodat ze vrij van zand en vuil zijn. Trottoirs: de hoogte tussen bovenkant verharding en bovenkant opsluitband (klik) max. 1 cm.
WEGINFRASTRUCTUUR - VERHARDINGEN
10, 11
R R R R R R
6 van 6