Leere bewe(
...
Hilde Bax Hoe kan gezondheid
een plaa"
relationele bewegingsconcepl tiek van het boeiende artikel
je een net nodig' van Luuk Si vanuit
het schoolvak bewege
dit conceptuele artikel is een waard is. Daarvoor wordt ach gaan op 'stoeien met gezondf
rakter van sport en beweging~ voudige sport
deelnamebekwaamh, in gezond perspectief'.
Stoeien
met gezondheid
Het is en blijft noodzakelijk fl de kwaliteit
van b&s. Enerzij
heid kwaliteitseisen woordelijkheid taakstelling. wustzijn
Anderzijds
omd,
in de samenleving te
waar voor
haar geld bieden!
dat de vakwereld samenleving
kan inspeler
op een manier e
aan de opvatting onderwijs
oplegt en
geeft bij de r
dat b&s eer
heeft als kerntaak e
ming van leerlingen te bevordE hun (toekomstige) samenleving.
participatiE
Zowel de jeugdi
ving is daarbij in het geding. leerlingen
competent
leren h
culturele praktijken en daaraa en willen leveren (Ten Dam, Ve &
Miedema,
2004). De scho,
socialisatie-instituut
en tegelij
hevig aan een scala van maat
ten die invloed op het onder geldt voor het onderwijs in h
.,
" 27 1't Web 05-2011
Leerervaringen binnen de lessen bewegen & sport op schoolt met een gezond perspectief?
Hilde Bax Hoe kan gezondheid een plaats krijgen binnen het relationele bewegingsconcept? Dat is de thematiek van het boeiende artikel 'Om te vissen heb je een net nodig' van Luuk Sietsma. Een reflectie vanuit het schoolvak bewegen & sport (b&s)' op dit conceptuele artikel is een klus die het 'lukken' waard is. Daarvoor wordt achtereenvolgens ingegaan op 'stoeien met gezondheid', 'het dubbelkarakter van sport en bewegingsactiviteiten', 'meervoudige deelnamebekwaamheid' en 'bewegen & sport in gezond perspectief'. Stoeien met gezondheid Het is en blijft noodzakelijk flink te investeren in de kwaliteit van b&s. Enerzijds omdat de overheid kwaliteitseisen oplegt en scholen zelf verantwoordelijkheid geeft bij de realisering van haar taakstelling. Anderzijds omdat het kwaliteitsbewustzijn in de samenleving toeneemt, b&s moet waar voor haar geld bieden! Daarvoor is nodig dat de vakwereld kan inspelen op wensen van de samenleving op een manier die recht blijft doen aan de opvatting dat b&s een leergebied is. Het onderwijs heeft als kerntaak om de persoonsvorming van leerlingen te bevorderen met het oog op hun (toekomstige) participatie in een pluriforme samenleving. Zowel de jeugdige als de samenleving is daarbij in het geding. Het gaat erom dat leerlingen competent leren handelen in sociaalculturele praktijken en daaraan bijdragen kunnen en willen leveren (Ten Dam, Veugelers, Wardekker & Miedema, 2004). De school is een belangrijk socialisatie-instituut en tegelijkertijd is zij onderhevig aan een scala van maatschappelijke krachten die invloed op het onderwijs nastreven. Dat geldt voor het onderwijs in het algemeen, maar
zeker ook voor het leergebied b&s. Maar wat betekent dit met betrekking tot 'gezondheid'? Wat wordt onder 'gezondheid' verstaan? Kan en moeten de lessen b&s echt 'een bijdrage leveren aan gezondheid en een actieve levensstijl'? En zo ja, hoe zou dat dan kunnen? Uit de tekst van Sietsma (2011) wordt duidelijk dat de beantwoording van dit type vragen vanuit de CALO traditie enorme voorzichtigheid vraagt. Gezondheid wordt in navolging van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO,1986) breed omschreven: 'gezondheid is een toestand van een zo optimaal mogelijk fysiek, mentaal en sociaal welzijn, waarbij iedereen de kans moet hebben om als mens capaciteiten te ontwikkelen en te gebruiken met een maximum aantal vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden'. Ook wordt geaccentueerd dat gezondheid vandaag de dag niet meer beperkt blijft tot 'mensen gezond maken', maar 'mensen verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun gezondheid'. Anders dan in het onderstaande citaat benadrukt Sietsma de kwaliteit van gezondheid en relateert dat aan de waarde geluk. "In het gewone dagelijkse leven zijn flinke lichamelijke inspanningen bijna verdwenen. Bewegingsarmoede en verkeerde voedingspatronen leiden tot gezondheidsproblemen. Sport en bewegen dragen bij aan een actieve en gezonde leefstijl van het individu. Door gericht en gecoordineerd te werken aan sport- en bewegingsstimulering en door op een gezonde en verantwoorde manier te sporten kan aanzienlijke gezondheidswinst worden gerealiseerd." (VWS, 2005, p. 27)
28 I 't Web 05-2011 Het dubbel karakter tiviteiten
van sport en bewegingac-
Weliswaar zijn b&s op school en sport in de vrije tijd verschillende handelingspraktijken, maar er bestaan tal van raakvlakken. Jeugdigen en volwassenen hebben veel verschillende redenen waarom ze sporten en bewegen de moeite waard vinden. Vaak gelden er sportspecifieke, intrinsieke, overwegingen, maar ook extrinsieke redenen kunnen het motief zijn en veelal is er sprake van beide typen. Sport en ook b&s op school kenmerken zich door een 'dubbelkarakter' (Steenbergen & Tamboer, 1998). Sport heeft aan de ene kant zijn 'eigenheid' en is tegelijkertijd 'ingebed in diverse verbanden' en dat geldt eveneens voor het leergebied b&s. De eigenheid heeft betrekking 'sport als spel' en 'sport als lichamelijke activiteit'. Bij'sport als lichamelijke activiteit' redenerend vanuit een relationeel referentiekader gaat het om 'bewegingshandelingen' met een primair op verplaatsen gerichte intentionaliteit (Tamboer, 1989; Steenbergen & Tamboer 1998). Voor de lessen b&s geldt een vergelijkbare 'eigenheid' namelijk het oplossen van bewegingsproblemen in uiteenlopende sport- en bewegingssituaties. Naast deze intrinsieke kenmerken, kunnen andere factoren invloed hebben, 'sport heeft een dubbelkarakter'. Sport en bewegingsactiviteiten kunnen gedaan worden om andere doelen te bereiken, 'sport als instrument'. Bij een smalle visie op bewegen, de zogenaamde substantiële of instrumentele zienswijze, zijn sport en bewegingsactiviteiten vaak een middel om extrinsieke, 'hogere doelen' te bereiken. 'Sport als instrument' is door de jaren heen geregeld ingezet voor pedagogische, sociaal-integratieve en gezondheidsdoelen, zowel door individuen als door organisaties (Tamboer & Steenbergen, 2000). Extrinsieke motieven geven antwoord op het 'waarom' van sporten en bewegen. Bij de meeste jeugdige en volwassen sporters zullen intrinsieke en extrinsieke betekenissen door elkaar heen lopen. Zolang extrinsieke motieven, vergelijk de sportmodi (Crum, 1992), gekoppeld blijven aan de intrinsieke betekenissen voor een bepaalde sportactiviteit, blijft het 'dubbelkarakter' behouden. Uitgaande van het 'dubbelkarakter' van sport en bewegingsactiviteiten is het aannemelijk dat het leergebied b&s zowel vakinherente doelen als vakoverstijgende doelen na streeft. Doelstellingen die betrekking hebben op 'inleiden in sport en bewegingssituaties' worden aangeduid als vakinherente doelstellingen. Doelstellingen die gericht zijn op 'bijdragen aan gezondheid en een
actieve levensstijl' en 'bijdragen aan persoonlijke en sociale ontwikkeling' worden vakoverstijgende doelstellingen genoemd (vgl. ScherIer, 1997; Bax, 2010). De drie doelstellingengebieden kunnen elkaar versterken en liggen in elkaars verlengde, mits ze aan elkaar verbonden blijven.
gedrag te ontwikkelen', en dat g' school en de samenleving als geh B&s kan volgens de samenleving I ciale vaardigheden, aan het vold< gezond bewegen en jeugdigen zen verkennen en verleggen. Be brengen met zich mee dat kindE ding voor elkaar moeten nemen houden met elkaars mogelijkhed tal van mogelijkheden voor het m Sinds de komst van de 'brede sc
negentig krijgen de lessen b&s E de school vaker een brede fun
Sport en bewegen kunnen zowel zijn (OCW & VWS, 2007a; OCW VWS, 2007).
~ .,,\,1.,
>elf..".,è...,,,delijk'..
Meervoudige deelname bekwaamheid in sport en bewegingssituaties Sinds de komst van de kern doelen en de eindtermen voor b&s in de jaren tachtig en negentig van de 20e eeuw is het merendeel van de vakwereld van mening dat b&s een onderwijsgebied is. In het leergebied b&s gaat het zowel om de ontplooiing van persoonlijk bewegingsgedrag als om het toerusten van jeugdigen voor de pluriforme bewegingscultuur. Leerlingen bekwamen zich voor deelname aan de bewegingscultuur nu en later. Het gaat om beter leren bewegen en sporten, leren samen bewegen, bewegen leren regelen en leren over bewegen, samengevat in het begrip 'meervoudige deelnamebekwaamheid' (Faber, 1989, 2001; Stegeman, 2000). Ze kunnen kiezen voor sport en bewegen in verschillende contexten en leren naast de rol van beweger ook andere rollen te vervullen. Het onderwijs in bewegen en sport gebeurt vanuit een opvoedkundige perspectief en is een specifiek onderdeel binnen het geheel van de opvoeding (Brouwer et al., 2011). De school en leergebieden hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om maatschappelijke kwesties. In het nieuwe Beroepsprofiel leraar lichamelijke opvoeding (Bax et al., 2010) staat dat 'alom het besef groeit dat in onze sterk geautomatiseerde en gedigitaliseerde maatschappij voldoende aandacht voor een rijk bewegingsleven bij zowel kinderen als volwassenen een voorwaarde is voor een gezond leven'. Volgens Sietsma (2011) heeft de leerkracht bewegingsonderwijs 'een verantwoordelijkheid in het de leerlingen wijzen op mogelijkheden gezond
"Goede gezondheid en sportb gen nauw samen. De regering i om extra in de mogelijkheden va jeugd en voor mensen met een talentvolle sporters beter te on< men er Centra voor Topsport en Olympisch Plan 2028 kan bij dit van inspiratie zijn die zowel de b het topsportklimaat versterkt." 09-08)
Bewegen & sport in gezond per Het is de taak van de vakwereld
realisatie daarvan duidelijk zichtbi de buitenwereld (ouders, colle~ pelijke organisaties, overheid). I verantwoordelijk voor een actue in de samenleving over b&s op thema 'bewegen en gezondhei< geven in de lessen vanuit een n gingsconcept schetst Sietsma (2 met een viertal zones. Naast de F
drie beïnvloedingszones ondersl begrippen relationisme, dualisme Het is een interessant denkmod
ideeën van de positieve psychoio verder: 'gezondheid is zowel en ~ tief waarneembaar als ook subje< ) en het heeft te maken met 9 staat sterke samenhang tussen g heid, 'geluk maakt en houdt gE 2008, p.93). Met dit aanvullende cept past 'gezondheid' binnen f Maar zal vanuit dit aanvullende
aandacht komen voor 'bewegen in de les? Uitgaande van de bre door de Wereldgezondheidsor 'gezond bewegen' al prima binne
.
-
29 I 't Web 05-2011
I' en 'bijdragen aan persoonlijke keling' worden vakoverstijgende noemd (vgl.ScherIer,1997; Bax, doelstellingengebieden kunnen en liggen in elkaars verlengde, r verbonden blijven.
gedrag te ontwikkelen',
gezond
bewegen
zen verkennen
bijdragen
aan het voldoen en jeugdigen
en verleggen.
ding voor elkaar moeten
U-. L
..
b,'.e~& b.., ".~.~
J
::.J
,
r-be (..eo we,J
m.t '.
~it:~ : ~'j)~ ~~00J , .
..
.'"
~/~f ~~~.
ç; ",
~."~
. zelf,,,..f
op de bekwaamheidsaspecten gen'
aandacht
school' in de jaren
en de eindter-
en sportbeoefening
talentvolle
sporters
investeert
Het
Olympisch
versterkt."
Jeugdigen extrinsieke
als om het
_eerlingen bekwamen
be-
zich voor
~ bewegingscultuur nu en later. ter leren bewegen
en sporten,
leren regelen en in het begrip
leelnamebekwaamheid'
(Faber,
leman, 2000). Ze kunnen kiezen !wegen in verschillende t de rol van beweger
contex-
ook andere
in bewegen
anuit een opvoedkundige I specifiek onderdeel Jvoeding (Brouwer hebben
en per-
binnen het et al., 2011). een verant-
s het gaat om maatschappelijke nieuwe Beroepsprofiel
leraar li-
~ding (Bax et al., 2010) staat dat groeit dat in onze sterk geauto-
~digitaliseerde
maatschappij
vol-
voor een rijk bewegingsleven bij s volwassenen een voorwaarde is leven'.
(2011) heeft de leerkracht
bewe-
een verantwoordelijkheid
in het
jzen op mogelijkheden
gezond
pelijke
(ouders,
organisaties,
collega's,
overheid).
'bewegen
en gezondheid'
drie beïnvloedingszones
is
onderscheiden
relationisme,
bewe-
met de
denkmodel.
Gestoeld
psychologie
stelt Sietsma
verder: 'gezondheid
is zowel en gelijktijdig als ook subjectief
Er be-
tussen geluk en gezond-
maakt en houdt gezond'
2008, p.93). Met dit aanvullende
(Walburg,
theoretisch
con-
van
Juist in deze complexiteit 'inleiden
en actieve levensstijl'
en 'bijdragen
Allerlei
ontwikkeling'
aspecten
dat op verschillende
aan persoon-
elkaar versterken.
aandacht. niveaus.
in sport en
aan gezondheid
die kenmerkend
verdienen
zijn voor
een
Bovendien
kan
Inspanningen
van-
om tegemoet
(gerechtvaardigde) (
De legitimatie
'bijdragen
uit de vakwereld
objec-
en initiatieven
en overstijgende
bewegingssituaties',
leergebied
op
beleefbaar
) en het heeft te maken met gelukken'. staat sterke samenhang 'geluk
van
b&s op school heeft alles te maken met het leerklimaat in het onderwijs en de complexe taakstel-
lijke en sociale
dualisme en separatisme.
Het is een interessant
om vakinherente
kunnen de drie doelgebieden
een plaats te
een relationeel
te ontwikkelen
ling voor leergebieden.
Om het
ideeën van de positieve
heid,
zijn. Bij
om het dilemma 'b&s als doel
doelen met elkaar te verbinden.
gingsconcept schetst Sietsma (2011) een model met een viertal zones. Naast de FlowZone worden
tief waarneembaar
maar ook
het motief
van grenzen, het verbeteren
Het is een uitdaging
beeldvorming
over b&s op school.
geven in de lessen vanuit
begrippen
kunnen
en/of b&s als middel' te overstijgen
maatschap-
De vakwereld
voor een actuele
in de samenleving thema
redenen
doen bewegingsactivi-
overwegingen,
de fysieke conditie en het tegengaan van overgewicht. Deze redenen kunnen ook allemaal gelden.
realisatie daarvan duidelijk zichtbaar te maken aan
verantwoordelijk
voor de zwakke bewegers
en volwassenen
op het verleggen
16-
Bewegen & sport in gezond perspectief Het is de taak van de vakwereld de doelen en de de buitenwereld
zijn be-
in de lessen voor
hardlopen bijvoorbeeld, kan de nadruk liggen op de techniek, de duur, de snelheid maar eveneens
Jaat het zowel om de ontplooi-
Jgdigen voor de pluriforme
als sportstimulering
met speciale aandacht
teiten vanuit intrinsieke
als
(Troonrede,
en eind-
et al., 2007; Bax, 2010). Zowel
de inactieve leerlingen,
Plan 2028 kan bij dit alles een bron zijn die zowel de breedtesport
is
en de niet-sporters.
Om
men er Centra voor Topsport en Onderwijs.
&s een onderwijsgebied
,rgebieden
(Stegeman
langrijk
van sport voor de ko-
van de kinderen,
ling van de lestijd over alle kerndoelen termen
daar-
beter te ondersteunen,
het topsportklimaat 09-08)
ijk bewegingsgedrag
leren re-
en deze laten aan-
sluiten bij de belevingswereld
han-
jeugd en voor mensen met een handicap.
van inspiratie
is. In het
'bewegen
'Ieren over bewegen'
bewegingsstimulering gezondheid
de jaren tachtig en negentig van let merendeel van de vakwereld
n. Het onderwijs
de gebieden
leren bewe-
Nadrukkelijker
wenselijk en dat geldt ook voor een betere verde-
kunnen zowel doel als middel
om extra in de mogelijkheden
gen, samengevat
voor
'beter
samen bewegen'.
Sport en bewegen
gen nauw samen. De regering
egen, bewegen
en 'Ieren
gelen',
"Goede
an de kerndoelen
de lessen? Ligt
negentig krijgen de lessen b&s en sport rondom de school vaker een brede functie toegekend.
,, ct. I".' ~ ....
!elnamebekwaamheid in sport uaties
ze
Tot op heden leggen veel leraren b&s de nadruk
leren
en ze bieden
voor het maken van keuzes.
Sinds de komst van de 'brede
doen omdat
wijze een plek te geven binnen hier een taak voor de ALO's?
zijn (OCW & VWS, 2007a; OCW & VWS, 2007b; VWS, 2007).
"'.
.."~ .
~
.,el...fJL
.
,
tal van mogelijkheden
van
niet weten hoe dat op een goede, geïntegreerde,
verantwoor-
nemen, rekening
'dubbelkarakter'
weinig aan het thema gezondheid
Bewegingssituaties
houden met elkaars mogelijkheden
'"I/i~\
aan so-
aan de norm
leren hun gren-
brengen met zich mee dat kinderen
en het
sport en bewegingsactiviteiten biedt daarvoor eveneens ruimte. Is het niet zo dat leraren b&s
als geheel.
B&s kan volgens de samenleving ciale vaardigheden,
bewegingsconcept
en dat geldt ook voor de
school en de samenleving
te komen aan de
verwachtingen
van de samen-
leving zou winst betekenen voor de kwaliteit van b&s (Bax, 2010). De tekst 'Om te vissen heb je een net nodig' biedt een goede leidraad om de brede betekenis van b&s duidelijk zichtbaar te maken zonder concessies te doen aan vakinherente doe-
cept past 'gezondheid' binnen het Calo denken. Maar zal vanuit dit aanvullende denkraam meer
len en het relationele
bewegingsconcept.
Als er bijvoorbeeld
gevraagd
aandacht
aandacht voor 'gezondheid/fitheid'
hoeft dat niet
gezocht te worden in het vergroten
van de kwan-
komen voor 'bewegen
in de les? Uitgaande door
de
'gezond
en gezondheid'
van de brede omschrijving
Wereldgezondheidsorganisatie
bewegen'
paste
al prima binnen het relationele
titeit
aan fysieke activiteit
daarvan
voor
wordt
om
meer
in de lessen. Het effect
de gezondheid
lijkt tot
op heden
30 I 't Web 05-2011 niet groot te zijn en de kans dat het ten koste gaat van het plezier in sporten en bewegen is aannemelijk. Maar wat dan? Er kan bijvoorbeeld meer nadruk gelegd worden op 'Ieren over bewegen' toegespitst op 'Ieren over mijn persoonlijke bewegingswensen' . Leerlingen waarderen het als zij inbreng krijgen in de les (Van Mossel & Stegeman, 2007). Wat is er mooier dan leerlingen die in uitdagende, pedagogisch verantwoorde en veilige lessituaties leren om zelf keuzes te maken en b&s zo de moeite waard vinden? Correspondentie:
[email protected]
Hilde Bax is hoofddocent
en verbonden
aan de
ALO van de Hogeschool van Amsterdam. (1) In dit artikel zal bewegen & sport (b&s) als overkoepelend
begrip
worden
gebruikt
voor het verplichte
schoolvak. Het is de naamgeving voor het leergebied
in
de vernieuwde onderbouw van het voortgezet onderwijs. De benamingen
lichamelijke opvoeding en bewegingson-
derwijs worden wel gebruikt als het om citaten gaat of bij het aanhalen van een auteur. Daarnaast wordt in de studie gesproken
over de leraar b&s. Hiervoor is geko-
zen omdat dit begrip het beste aansluit bij de eigentijdse naam van het leergebied.
Referenties: Bax, H. (2010). De samenleving over de kwaliteit van bewegen & sport op school, een spiegel voor de vakwereld. Zeist: Jan Luiting Fonds. Bax, H., Driel, G. van, Jansma, F. & Palen, H. van der (2010). Beroepsprofielleraar lichamelijke opvoeding. Zeist: KVLO. Brouwer, B., Aldershof, A., Bax, H., Berkel, M. van, Dokkum, G. van, Mulder, M.J., Nienhuis, J. (2011). Human Movements and Sports in 2028, Enschede: SLO. Crum, B. (1992). Over de versporting van de samenleving. Haarlem: De Vrieseborch. Dam, G. ten, Veugelers, W., Wardekker, W. & Miedema, S. (red.) (2004). Pedagogisch Opleiden, de pedagogische taak van de lerarenopleidingen. Amsterdam: SWP. Faber, K. (1989, 2001). Bewegingsonderwijs op maat. Baarn: Bekadidakt, HB-uitgevers. Mossel, G. van & Stegeman H. (2007) Vaksecties LO en de ervaringen van hun leerlingen. In: H. Stegeman (red.), Naar beter bewegingsonderwijs. Over de kwaliteit van sport en bewegen op school (pp. 163 - 237). 's-Hertogenbosch/ Nieuwegein: W.J.H. Mulier Instituut/Arko Sports Media. OCW & VWS (2007a). Impuls brede scholen, sport en cultuur. Den Haag: ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en ministerie Volksgezond-
heid, Welzijn & Sport. OCW & VWS (2007b). Brede scholen bieden kansen, jaarbericht. Den Haag: ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en ministerie Volksgezondheid, Welzijn & Sport. Scherler, K. (1997). Die Instrumenta/isierungsdebatte des Schulsports. Sportpedägogik, 20(2), 5-10. Sietsma, L. (2011). Om te vissen heb je een net nodig,
't Web,
......
Steenbergen, J. & Tamboer, J. (1998). Het dubbelkarakter van sport: een conceptuele dynamiek. In: J. Steenbergen, A. Buisman, P. De Knop & J. Lucassen (red), Waarden en normen in de sport. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Stegeman, H. (2000). Belang van bewegingsonderwijs, over legitimatie en algemene doelstellingen van het schoolvak lichamelijke opvoeding. Zeist: Jan Luiting Fonds. Stegeman, H., Bax, H., Hoekman, R. & Slotboom, M. (2007). Aspecten van de kwaliteit van lichamelijke opvoeding. In: H. Stegeman (red.), Naar beter bewegingsonderwijs. Over de kwaliteit van sport en bewegen op school. 's-Hertogenbosch/ Nieuwegein: W.J.H. Mulier Instituut/Arko Sports Media. Tamboer, J.w.1. (1989). Filosofie van de bewegingswetenschappen. Leiden: Martinus Nijhoff. Tamboer, J. & Steenbergen, J. (2000). Sportfilosofie. Leende: Damon. Troonrede (2008). Walburg, J. (2008). Mentaal vermogen, investeren in geluk. Amsterdam: Nieuw Amsterdam. VWS (2005). Tijd voor sport - Bewegen, Meedoen, Presteren. Den Haag: ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. VWS (2007). Beleidsbrief Sport, De kracht van sport, Kamerstuk. Den Haag: ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Justus: Hermanus, wat lezen' toch een gewichtige taal over werp als gezondheid. Gezond drinken en voldoende bewegE hoeven we daar toch niet aan v Hermanus: Inderdaad, en als W pelweg zouden kunnen indelen gezonde mensen, dan kunnen 1 van de schapen scheiden en e voortgang van obesitas voorko Justus: Ik bedoel, wij zien 00 mensen zijn die ongezond leve is het ook niet om er een geze na te houden. De omgeving is zo goedkoop en comfortabel m ven te gaan. Een frikandel is no dan een courgette en van eta~ de roltrap of lift nog altijd aantr de gewone trap. Hermanus: Inderdaad, ik hoef 9 lezen en televisieprogramma m ik zie de obese medemens in v men, zichzelf omringend met ê artikelen die hem zo vol doen Kotzen! Justus: Dus je word zelf misse gedrag? Maar waar stoor je je c Hermanus: Dat we het ook alle ren, er zit geen stop op. Sterker geen welvaart. De markteconol zoals velen dat voor mij ook al I het gaat niet zozeer om welvaar welzijn. Justus: Wie zou ons dit welzijn c ken? Want hoewel het wel 'zijn rijker is dan het wel 'varen', is d daar inderdaad niet in geïnteres Hermanus: Zelf denk ik dat we e en gezond leven met elkaar en moeten uitvinden en uitwerken drag moet daarbij meer op eel gaan lijken dan op een berg rijst
-