nL WWW.premieskmO.Be
aLLes te Weten kOmen Over de financiËLe steun tOegekend aan Ondernemingen Ordonnantie van 1 april 2004 / Ordonnantie van 1 juli 1993 / Koninklijk Besluit nr. 123
investeringen advies vOrming
1
Uitbreiding van het ontwikkelingsgebied 2007 FINANCIËLE STEUN TOEGEKEND AAN ONDERNEMINGEN IN HET KADER VAN DE BEVORDERING VAN DE ECONOMISCHE EXPANSIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST / Versie 2007
inHOudsOpgave 1
Definities ...............................................p4
De grootte van de onderneming (micro-, kleine, middelgrote of grote onderneming) bepaalt of ze al dan niet in aanmerking komt voor de diverse soorten financiële steun. 2
In aanmerking komende sectoren ..............................p6
Bepaalde sectoren komen in aanmerking, terwijl andere uitgesloten zijn van het toepassingsgebied van de gewestelijke steun.
3.2. Specifieke investeringen ................... p14 (Ordonnantie van 1 juli 1993)
Deze investeringen komen in aanmerking voor subsidie ongeacht de grootte van de onderneming. Het subsidiepercentage bedraagt 15 of 20 %. Deze investeringen moeten betrekking hebben op rationeel gebruik van energie, water of grondstoffen, de bescherming van het leefmilieu of aanpassing aan de Europese normen.
4 3
2
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESTUUR ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID DIRECTIE ECONOMISCHE EXPANSIE KRUIDTUINLAAN 20 1035 BRUSSEL TEL. : 02/204.21.11 Verantwoordelijke Uitgever : N. De Cooman, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel Foto’s : Marcel Van Hulst Grafisme : Mandragore Druk : Paperland
WWW.premieskmO.Be
Subsidieerbare investeringen ........p8
De subsidieerbare investeringen kunnen worden ingedeeld in 2 categorieën : algemene en specifieke investeringen.
Steun voor consultancy en vorming ..........................................p16
Enkel micro, kleine en middelgrote ondernemingen komen hiervoor in aanmerking. Subsidieerbaar zijn : onderzoek naar uitvoerbaarheid, advies en vorming.
3.1. Algemene investeringen ...................... p8 (Ordonnantie van 1 april 2004)
5.3. Toelatingsaanvraag voor het aanvatten van de investeringen Voor investeringsprogramma’s van meer dan 2.000.000 € of indien de ondernemingen de investeringen wenst aan te vatten meer dan 3 maanden vóór het indienen van haar dossier, moet toelating gevraagd worden om de investeringen te starten. 5.4. Betaling van de premie Betaling vindt plaats na voltooiing van de investeringen, adviezen of opleidingen en nadat de Administratie in het bezit is van de facturen en betalingsbewijzen.
6
3 7
Steun voor industrieel onderzoek .......................................... p22
8
Steun ter bevordering van de buitenlandse handel .......................p23
9
Ecosubsibru database ....................p23
Praktische aspecten .......................p19
Dit zijn investeringen van ongeacht welke aard in materiële of immateriële activa. Enkel micro-, kleine en middelgrote ondernemingen kunnen financiële steun genieten voor deze investeringen.
5
Deze ondernemingen kunnen rentetoelagen, kapitaalpremies, een vrijstelling van onroerende voorheffing en versnelde afschrijvingen genieten. De omvang van de steun hangt af van verschillende factoren en bedraagt tussen 5 en 25%.
5.2. Termijnen De aanvragen moeten ingediend worden binnen 3 maanden na de factureringsdatum van de investering. Voor consultancy en vorming wordt de steun niet met terugwerkende kracht toegekend.
5.1. Aanvraag Formulieren De aanvraagformulieren zijn beschikbaar op het internet en bij het Bestuur Economie en Werkgelegenheid.
Aanwervingssteun : Het koninklijk besluit nr. 123 .........p21
Ontwikkelingszone : kaart, troeven en praktische informatie.
1
definities 1.1. Onderneming
De onderneming wordt echter ook als zelfstandig beschouwd indien :
Onder onderneming verstaat men elke natuurlijke persoon (zelfstandige) of rechtspersoon (vennootschap) die een economische activiteit uitoefent in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op voorwaarde dat deze onderneming beschikt over menselijke middelen en goederen die specifiek voor haar bestemd zijn.
- verschillende investeerders er een participatie van minder dan 25% in hebben, voor zover deze investeerders niet onderling verbonden zijn ; - bepaalde categorieën investeerders (participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, ...) er een participatie van niet meer dan 50% in hebben, op voorwaarde dat deze investeerders niet onderling verbonden zijn.
Ondernemingen die behoren tot de non-profitsectoren of die opdrachten van algemeen belang uitvoeren, zijn uitgesloten.
De financiële gegevens en het personeelsbestand van de aanvragende onderneming worden berekend op basis van de eigen jaarrekening van de onderneming.
1.2. grOOtte van de Onderneming Partneronderneming
De grootte van de onderneming wordt bepaald op basis van het personeelsbestand, de omzet, het balanstotaal en de eventuele banden met andere ondernemingen (cfr punt 1.2.2.).
1.2.1. Definitie van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen
4
Categorie (*)
Personeelsbestand
Omzet of Balanstotaal
Micro-onderneming
< 10
≤ 2 miljoen EUR of ≤ 2 miljoen EUR
Kleine onderneming
< 50
≤ 10 miljoen EUR of ≤ 10 miljoen EUR
Middelgrote onderneming
< 250
≤ 40 miljoen EUR of ≤ 27 miljoen EUR
(*) Om over te gaan naar een andere categorie, dient één van de drempels gedurende 2 opeenvolgende boekhoudkundige periodes overschreden te zijn.
1.2.2. Berekening van het personeelsbestand, de omzet en het balanstotaal van de onderneming De eventuele banden die de aanvragende onderneming onderhoudt met andere ondernemingen bepalen welke gegevens in aanmerking genomen moeten worden om de werkelijke grootte van de onderneming te berekenen. Zelfstandige onderneming
De onderneming wordt als zelfstandig beschouwd indien : 1) ze geen partneronderneming noch een verbonden onderneming is (cfr hieronder) ; 2) ze hoogstens 25% van het kapitaal of de stemrechten van een of meer andere ondernemingen bezit ; 3) ze niet voor meer dan 25% van het kapitaal of de stemrechten in handen is van een of meer andere ondernemingen.
Een onderneming geldt als partner van een andere onderneming indien : 1) ze niet verbonden is met een andere onderneming (cfr hieronder) ; 2) ze tussen 25% en 50% van het kapitaal of de stemrechten in een of meer andere ondernemingen bezit ; 3) of ze voor tussen 25% en 50% van de stemrechten of het kapitaal in handen is van een of meer andere ondernemingen. De financiële gegevens en de personeelssterkte worden berekend op basis van de jaarrekening van de aanvragende onderneming, met bijtelling van de gegevens van elke van de onmiddellijk hogere of lagere partnerondernemingen, en dit in verhouding tot hun respectieve participatiepercentages in het kapitaal of de stemrechten. Verbonden onderneming
Verbonden ondernemingen zijn ondernemingen die met elkaar een van de volgende banden onderhouden : 1) een onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming ; 2) een onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan ; 3) een onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met deze onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming. Ondernemingen die een van deze banden onderhouden, worden evenwel slechts als verbonden ondernemingen beschouwd indien zij hun activiteiten op eenzelfde markt of op een markt die zich direct boven of onder het niveau van de relevante markt bevindt. De financiële gegevens en de personeelssterkte worden berekend op basis van de geconsolideerde jaarrekening van de aanvragende onderneming, met volledige bijtelling van de gegevens van elk van de verbonden ondernemingen.
5
in aanmerking kOmende sectOren ALGEMENE INVESTERINGEN
SPECIFIEKE INVESTERINGEN CONSULTANCY & VORMING
SECTOREN (NACE-BEL-CODE)
SECTEUR NACE-BEL
2
A
Landbouw, jacht, bosbouw
X
X
B
Visserij
X
X
DIENSTEN
H
Horeca Hôtels (55.1), restaurants (55.3), traiteurs (55.52) Drankgelegenheden (55.4), herbergen (55.2), kantines (55.51)
X X X X
X X – –
I
Vervoer, Opslag en Communicatie Vervoer te land (60), over water (61) Luchtvaart (62) Vervoerondersteunende activiteiten (63) -behalve parkeerterreinen en -garages Post en Telecommunicatie (64)
X X X – X
X – X – X
J
Financiële instellingen en Verzekeringen (65, 66, 67)
–
–
– X X X
– X X X
K
Verhuur en handel in onroerende goederen (70) Verhuur zonder bedieningspersoneel (71) Informatica (72) Speur- en ontwikkelingswerk (73) Dienstverlening aan ondernemingen (74) - vrije beroepen • gezondheidszorg, advocaten, deurwaarders en notarissen • andere (architecten, boekhouders, landmeters, ...) - andere diensten van administratieve, technische of industriële aard
– – X X X
– – – X X
L
Openbaar bestuur
–
–
M
Onderwijs
–
–
N
Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, behalve Sociale economie (85.322 en een deel van 85.323)
– X
– X
O
Gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten - afvalbeheer (90) - verenigingen (91) - recreatie, cultuur en sport (92) behalve activiteiten met een voornamelijk commerciële finaliteit - overige diensten (93)
X – – X X
X – – X X
P
Particuliere huishoudens met werknemers (95)
–
–
Q
Extraterritoriale organisaties (99)
–
–
LANDBOUW
INDUSTRIEËN
6
C
Winning van delfstoffen
X
X
D
Industrie
X
X
E
Productie en Distributie van elektriciteit, gas en water - behalve vervaardiging van ijs
– – X
– – X
F
Bouwnijverheid
X
X
X
X
HANDEL G
Groot- en kleinhandel, onderhoud en herstelling van voertuigen en huishoudelijke artikelen
Toegelaten (X) en uitgesloten (-) sectoren
OpsLagruimtes Ik heb grote opslagruimtes aan een interessante huurprijs gevonden. Deze tabel wordt ter informatie gepubliceerd op basis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 04.06.1998 houdende uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 01.07.1993 en van het besluit houdende uitvoering van de ordonnantie van 1 april 2004.
Toegelaten (X) en uitgesloten (-) sectoren
7
3
suBsidieerBare investeringen Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten de investeringen : • in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gerealiseerd zijn (19 gemeenten van de agglomeratie) : • ingeschreven zijn in de balans (voor vennootschappen) of in de tabel van de afschrijvingen (voor zelfstandigen) : elke bij de algemene kosten geboekte uitgaven is uitgesloten : • noodzakelijk zijn voor de beroepsactiviteit : • in overeenstemming zijn met de regelgeving inzake stedenbouw, ruimtelijke ordening en leefmilieu. Algemene investeringen
Dit zijn investeringen van ongeacht welke aard in materiële of immateriële activa. Enkel micro-, kleine en middelgrote ondernemingen kunnen financiële steun genieten voor deze investeringen.
• Investeringen in bebouwde of niet-bebouwde onroerende goederen - Terreinen, optrekken of inrichten van gebouwen, met inbegrip van de kosten voor notaris, architect en landmeter, met uitsluiting van elke belasting. • Investeringen in niet-rollend materieel en meubilair
- het aanvaard bedrag omvat de aanschafprijs, de vervoer-, installatie- en montagekosten ; - tweedehandsmeubilair en -materieel zijn enkel subsidieerbaar indien ze een bedrag van minstens 10.000 € vertegenwoordigen. • Investeringen in nieuw rollend materieel
- bestelwagens, minibussen en speciale voertuigen en gerei die zijn aangepast aan de activiteiten van de onderneming, voor zover ze in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest zijn ingeschreven. Deze investeringen komen evenwel niet in aanmerking indien ze gerealiseerd worden door een onderneming die tot de transportsector behoort (NACE-codes 60, 61 en 62).
Specifieke investeringen
Deze investeringen zijn subsidieerbaar ongeacht de grootte van de onderneming. Het tegemoetkomingspercentage bedraagt 15 of 20%. 8
Deze investeringen moeten volgende doelstellingen beogen : • rationeel gebruik van energie, water of grondstoffen ; • bescherming van het leefmilieu ; • aanpassing aan de Europese normen.
3.1. aLgemene investeringen
• Immateriële investeringen
- neerleggen of kopen van octrooien, handelsmerken of modellen ; - kosten voor personeel en benodigdheden met het oog op de verbetering van de technische kennis van de onderneming, met name wat betreft het onderzoek naar of het op punt stellen van prototypes, producten of nieuwe fabricageprocédés.
3.1.1. Minimumbedrag van de toelaatbare investeringen De in aanmerking te nemen bedragen zijn exclusief BTW en exclusief belastingen van eender welke aard. De investering moet betrekking hebben op een minimumbedrag van :
Onder algemene investeringen verstaat men investeringen van om het even welke aard in materiële of immateriële activa. Deze investeringen dienen betrekking te hebben op : • de oprichting van een nieuwe vestiging • de uitbreiding van een bestaande vestiging • de modernisering van een bestaande vestiging (*) 1 en 2 • het opstarten van een nieuwe activiteit (*) 1 Concreet betekent dit dat gebruikelijke, recurrente of vervangingsinvesteringen of investeringen met het oog op aanpassing aan nieuwe normen en standaarden uitgesloten zijn. 1* Investeringen voor modernisering of het opstarten van een nieuwe activteit moeten minstens 150% bedragen van het gemiddelde van de investeringen die verricht werden tijdens de drie laatste boekjaren voorafgaand aan de indiening van het aanvraagdossier. 2* Voor moderniseringsinvesteringen is de bijkomende steun die wordt toegekend binnen het ontwikkelingsgebied, niet van toepassing.
- 15.000 € - 30.000 € - 100.000 €
voor micro-ondernemingen voor kleine ondernemingen voor middelgrote ondernemingen.
De verantwoordingsstukken dienen noodzakelijkerwijze facturen ten belope van minstens 500 € te zijn.
naBiJHeid Als standenbouwer is de nabijheid van de Heizel en van grote axen noodzakelijk.
9
3.1.2. Uitgesloten investeringen
3.1.4. Omvang van de steun
• investeringen in materieel, roerende of onroerende goederen, bestemd voor verhuur ; • luchtvaarttuigen ; • investeringskredieten die dienen voor het terugbetalen van andere kredieten ; • investeringen in woningen. Investeringen in woningen die gerechtvaardigd zijn door de activiteiten kunnen evenwel steun genieten ; • aankoop door een rechtspersoon van goederen die aan een aandeelhouder toebehoren of aan een onderneming die van dezelfde groep deel uitmaakt ; • overname van handelsfondsen of aankoop van aandelen in een maatschappij ; • a ankoop van een gebouw door een aandeelhouder of vennoot die het gebouw verhuurt aan de onderneming ; • aankoop van een gebouw door een rechtspersoon die het gebouw verhuurt aan een natuurlijke persoon die aandeelhouder of vennoot is van eerstgenoemde rechtspersoon.
De omvang van de steun hangt af van drie factoren : • de grootte van de onderneming ; • het feit of de onderneming al dan niet in het ontwikkelingsgebied gelegen is ; • vervulling van werkgelegenheids- en economische criteria door de onderneming.
Microondernemingen
Kleine ondernemingen
Middelgrote ondernemingen
• Buiten het ontwikkelingsgebied
5%
5%
2.5%
- Kapitaalpremie
• In het ontwikkelingsgebied
10%
10%
10%
De steun wordt toegekend in de vorm van een kapitaalpremie indien de investering met eigen middelen gefinancierd wordt. De kapitaalpremie stemt overeen met een financiële tegemoetkoming uitgedrukt in een percentage van de toegelaten investering.
• Doelstellingen inzake werkgelegenheid - Starter
+ 2.5%
-
-
Voor micro- en kleine ondernemingen wordt de steun verleend in de vorm van een rente toelage indien de investering gefinancierd wordt door middel van een investeringskrediet of een financieringshuur (leasing). De rentetoelage stemt overeen met een financiële tegemoetkoming - over een periode van drie jaar - in de intresten die de onderneming betaalt aan de financiële instelling.
- Laag- of middengeschoold personeel
+ 7.5%
+ 5%
+ 3.5%
- Tewerkstelling van werknemers waarvoor een vermindering van de sociale bijdragen toegekend wordt
+ 7.5%
+ 5%
+ 3.5%
- Gemengde financiering
- Uitbreidende onderneming
+ 7.5%
+ 5%
+ 3.5%
Indien de investering tegelijk gefinancierd wordt met eigen middelen voor meer dan 50% en met een investeringskrediet of een financieringshuur, wordt de steun prioritair toegekend in de vorm van een rentetoelage. Het saldo wordt desgevallend toegekend in de vorm van een kapitaalpremie.
- Gebruik van de diensten van de BGDA
+ 7.5%
+ 5%
+ 3.5%
- Starter
+ 7.5%
-
-
- Strategische sector
+ 7.5%
+ 5%
+ 3.5%
- Opstelling van een bedrijfs verkeersplan
+ 3.5%
+ 3.5%
+ 3.5%
- Nieuwe vestiging buiten de ontwikkelingszone
+ 7.5%
+ 5%
+ 3.5%
- Nieuwe vestiging binnen de ontwikkelingszone
+ 12.5%
+12.5%
+12.5%
3.1.3. Soorten toegekende steun
- Rentetoelage (Enkel voor micro- en kleine ondernemingen) 10
De steun bestaat uit een basissteun en twee vormen van bijkomende steun.
- Vrijstelling van onroerende voorheffing
Een vrijstelling van onroerende voorheffing kan voor een periode van maximaal vijf jaar toegekend worden indien de onderneming de wettelijke schuldenaar is van deze belasting. Deze vrijstelling geldt enkel tot het gedeelte van het gebouw dat daadwerkelijk gebruikt wordt voor de activiteiten van de onderneming - Versnelde afschrijvingen
Voor de investeringen waarvoor een kapitaalpremie of rentetoelage toegekend werd, kunnen de ondernemingen gedurende drie opeenvolgende belastbare periodes een jaarlijkse afschrijving toepassen die gelijk is aan het dubbele van de normale lineaire afschrijving. Opmerkingen
De aanvragen om vrijstelling van de onroerende voorheffing of versnelde afschrijvingen moeten samen met de aanvraag om een kapitaalpremie of rentetoelage ingediend worden. De diverse toegekende vormen van steun mogen samen in geen geval de maximum steun plafonds overschrijden die door de Europese Commissie worden toegestaan, namelijk 7,5% voor investeringen gerealiseerd door middelgrote investeringen, 15% voor investeringen verricht door micro- en kleine ondernemingen en 25% voor investeringen gerealiseerd in het ontwikkelingsgebied.
BASISSTEUN
BIJKOMENDE STEUN
11
• Doelstellingen “Economisch beleid”
• Vrijstelling van de onroerende voorheffing
Maximum 5 jaren
• Versnelde afschrijvingen
Maximum 3 jaren
MAXIMUM • Buiten het ontwikkelingsgebied
15%
15%
7.5%
• In het ontwikkelingsgebied
25%
25%
25%
N.B. Binnen elke doelstelling mag slechts één criterium gebruikt worden.
TOELICHTING VAN DE CRITERIA MET BETREKKING TOT DE BIJKOMENDE STEUN
OPSTELLING VAN EEN BEDRIJFSVERKEERSPLAN
STARTER :
De onderneming heeft vrijwillig of verplicht een bedrijfsverkeersplan opgesteld overeenkomstig de regelgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Besluit van 5 februari 2004 houdende uitvoering van de ordonnantie van 25 maart 1999).
Elke onderneming die nog geen vier jaar is ingeschreven bij de Kruispuntbank der Ondernemingen.
NIEUWE VESTIGING IN OF BUITEN HET ONTWIKKELINGSGEBIED LAAG- OF MIDDENGESCHOOLDE WERKNEMER
Eerste vestiging of verhuizing in of buiten het ontwikkelingsgebied.
Elke werknemer die niet in het bezit is van het getuigschrift van hoger secundair onderwijs. Vereist minimumaantal laag- of middengeschoolde werknemers ; - micro-onderneming : minstens één ; - kleine onderneming : meer dan 20% van het personeelsbestand ; - middelgrote onderneming : meer dan 30% van het personeelsbestand.
Dit ontwikkelingsgebied, die voorgesteld wordt op pagina 13, 24 en 25 van de brochure, kan geraadpleegd worden via het internet op volgend adres : www.premieskmo.be
WERKNEMERS DIE RECHT GEVEN OP EEN VERMINDERING VAN SOCIALE BIJDRAGEN
Deze maatregel betreft 5 doelgroepen ; - werknemers ouder dan 57 jaar ; - langdurig werklozen ; - startbanen ; - jonge werknemers ; - lage lonen. 12
13
UITBREIDENDE ONDERNEMING
Onderneming waarvan het personeelsbestand met meer dan 30% is gestegen tijdens de drie jaren voorafgaand aan de indiening van het dossier bij het Bestuur. GEBRUIK VAN DE DIENSTEN VAN DE BGDA
De onderneming heeft tijdens het jaar voorafgaand aan de steunaanvraag personeel aangeworven via de diensten van de BGDA of heeft een samenwerkingsovereenkomst met de BGDA gesloten tijdens de twee jaar voorafgaand aan de steunaanvraag. STRATEGISCHE SECTOREN
Volgende sectoren worden als prioritair beschouwd : - industrie en ambachten ; - horeca en toerisme ; - kleinhandel ; - renovatie van gebouwen, met inbegrip van de installatie- en voltooiingswerken ; - logistiek ; - informatie- en communicatietechnologie (ICT) ; - informatica ; - onderzoek en ontwikkeling ; - engineeringsbedrijven ; - call-centers ; - milieubeheer.
Uitbreiding van het 2007 2007 ontwikkelingsgebied Meer informatie op www.premieskmo.be
3.2. specifieke investeringen Deze investeringen :
Worden gesubsidieerd naar rato van de 20 %, de vrijwillige investeringen die los van opgelegde normen verricht worden of waarmee een niveau van milieubescherming gehaald wordt dat aanzienlijk hoger ligt dan wat is voorgeschreven.
• komen in aanmerking voor steun ongeacht de grootte van de onderneming ; • moeten rechtstreeks verband houden met het productie- of dienstenleveringsproces van de onderneming ; •m oeten één of meer van de volgende doelstellingen nastreven : rationeel gebruik van energie, water of grondstoffen, bescherming van het leefmilieu of aanpassing aan de normen opgelegd door de Europese Unie (zie hieronder, 3.2.1. tot 3.2.5.).
In laatstgenoemd geval komt voor de subsidie enkel het gedeelte van de investering in aanmerking dat de overschrijding van het opgelegde niveau betreft.
Het toelaatbare minimumbedrag is vastgesteld op 6.200 EUR zonder B.T.W.
• in aanzienlijke mate de milieuhinder en -vervuiling verminderen ; • een ernstige aanpassing van het productieprocédé toelaten, waardoor de duurzaamheid, de mogelijkheid tot hergebruik, terugwinning of recycling van de producten van de begunstigde worden verhoogd ; • een gevoelige vermindering van de hoeveelheid afval per productie-eenheid of een aanzienlijk betere organisatie van de recyclage of de recuperatie van de afvalstoffen toelaten.
Het gaat om een investeringspremie : • de financiële tegemoetkoming wordt toegekend in de vorm van een premie, ongeacht de financieringswijze van de investering ; • de tegemoetkoming moet integraal ten goede komen aan de onderneming die de investering uitvoert.
Worden beschouwd als investeringen inzake bescherming van het leefmilieu, de investeringen in toestellen of installaties die minstens aan één van volgende voorwaarden voldoen :
3.2.4. Aanpassing aan door de Europese Unie opgelegde normen (met uitzondering van milieunormen)
3.2.1. Rationeel energiegebruik Tegemoetkomingspercentage : 20 % 14
Deze investeringen moeten behoren tot de categorieën vermeld in de bijlage van het besluit houdende uitvoering van artikel 5 § 1 van de ordonnantie van 01.07.1993 (beschikbaar op www.premieskmo.be). Voorbeelden : oven, verbrandingsapparatuur, compressor, droogtoestel, koel- of vriestoestel, regelsysteem, ...
3.2.2. Rationeel gebruik van water of grondstoffen
Tegemoetkomingspercentage : 15 % De steun voor aanpassing van ondernemingen aan door de Europese Unie opgelegde normen, kan worden toegekend voor investering in materieel en gebouwen die noodzakelijk zijn als gevolg voor het toepassen van nieuwe Europese normen en die verricht worden door ondernemingen die ten minste twee jaar bestaan op het ogenblik van de invoering of wijziging van de bedoelde normen. De investeringen in gebouwen worden slechts in aanmerking genomen tot het bedrag van het saldo van de totale kostprijs van deze onroerende investeringen na aftrek van de opbrengst van de eventuele verkoop van de voormalig bezette gebouwen en grond.
Tegemoetkomingspercentage : 20 % Hiervoor komen de investeringen in aanmerking die gedaan worden in toestellen of installaties die het verbruik van water of grondstoffen in industriële of ambachtelijke toepassingen met ten minste 20 % verminderen. stadscentrum
3.2.3. Bescherming van het leefmilieu Tegemoetkomingspercentage : 15 of 20% Sinds 01.01.2002 komen investeringen met betrekking tot de bescherming van het leefmilieu niet meer in aanmerking voor steun indien deze investeringen tot doel hebben te beantwoorden aan een opgelegde norm. De Europese Commissie heeft evenwel bij wijze van overgangsmaatregel voorzien in steun, uitsluitend bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen. Tijdens een periode van 3 jaar, te rekenen vanaf de uitvaardiging van nieuwe door de Europese Unie opgelegde normen, mag investeringssteun toegekend worden aan kleine en middelgrote ondernemingen voor het naleven van deze nieuwe normen, ten belope van maximaal 15% van de in aanmerking komende kosten.
De nabijheid van het stadscentrum is echt aangenaam, niet ver van de Gentse Steenweg, mijn bedienden zijn op een steenworp afstand van de Dansaertbuurt.
15
4
premies vOOr studies, advieZen en vOrmingsacties 4.1. in aanmerking kOmende Ondernemingen Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die behoren tot een in aanmerking komende sector (cfr tabel punt 2).
4.2. suBsidieerBare acties 4.2.1. Algemeen De steunaanvragen moeten vóór de aanvang van de opdracht of vorming ingediend worden (geen terugwerkende kracht). De acties dienen te worden toevertrouwd aan organisaties of consultants die onafhankelijk zijn van de begunstigde van de steun (cfr punt 4.3. hieronder).
16
De opdrachten en opleidingen mogen niet tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming werkingsuitgaven behoren en mogen evenmin betrekking hebben op problemen inzake dagelijks en recurrent beheer van de onderneming. Ze moeten een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en gericht zijn op een verbetering van de werking of van het concurrentievermogen van de begunstigde onderneming. Een onderneming kan geen subsidie ontvangen voor het laten uitvoeren van een opdracht waarover zij intern over de vereiste expertise beschikt. Algemeen beschouwd zijn verblijfs-, vervoers- en maaltijdkosten uitgesloten. Drie soorten acties komen voor subsidie in aanmerking : studies, adviezen en opleidingen.
4.2.2. Uitvoerbaarheidsstudies Het betreft hier studies van technische, economische of financiële aard die een onderneming inzicht geven in een investering of in staat stellen te beslissen tot een investering. Het tegemoetkomingspercentage bedraagt 50% en de premie is begrensd tot 25.000 €. Maximum één studie per kalenderjaar en per project. Toelaatbaar minimumbedrag per dossier : 1.000 €. Voorbeelden van studies : • studie met het oog op relocatie van de onderneming ; • studie met betrekking tot de controle van het niveau van vervuiling of geluidshinder ; • studie voorafgaand aan de aankoop van een nieuwe machine ; • studie met het oog op het verbeteren of ontwikkelen van een nieuw product.
4.2.3. Adviezen Voor de steun komen uitsluitend adviezen in aanmerking die betrekking hebben op punctuele managementproblemen van de onderneming, die erop gericht zijn de werking of het concurrentievermogen van de onderneming te verbeteren, met uitsluiting van problemen inzake dagelijks, gewoon of recurrent beheer van de onderneming. Werkzaamheden die voortvloeien uit de realisatie van de aanbevelingen (commerciële prospectie of follow-up, inzamelen van gegevens, ...) en die uitbesteed worden aan een consultant, zijn niet subsidieerbaar.
Het inschakelen van personeel dat in dienst is genomen met het statuut van zelfstandige voor het verrichten van opdrachten van lange duur of regelmatige opdrachten, komt niet in aanmerking voor subsidie. Het tegemoetkomingspercentage bedraagt 50 % en de steun is begrensd tot 25.000 €. Maximum 2 dossiers per kalenderjaar. Toelaatbaar minimumbedrag per dossier : 1.000 €. Voorbeelden van managementadviezen : business plan, marktstudie, begeleidingsopdracht bij herstructurering, invoering van managementinstrumenten, begeleiding bij de invoering van systemen voor kwaliteitscontrole, opdracht van commissaris inzake opschorting in geval van een gerechtelijk akkoord.
4.2.4. Vormingsacties De vormingsacties moeten een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en erop gericht zijn de werking of het concurrentievermogen van de onderneming te verbeteren, met uitsluiting van de problemen van dagelijks, gewoon of recurrent beheer van de onderneming. Ze mogen geen betrekking hebben op basiskennis in verband met de activiteit van de onderneming. Het uitzonderlijk of dringend karakter van de beoogde opleiding blijkt meer bepaald uit het feit dat de opleiding voor de eerste maal gesubsidieerd wordt, van korte duur is of buiten de recurrente activiteiten van de onderneming valt. Het begrip dagelijks, gewoon of recurrent beheer wordt beoordeeld op basis van de activiteit van de onderneming en de functie uitgeoefend door de op te leiden personen. Taalopleidingen vormen een bijzonder geval waarvoor geen uitgesloten activiteitssectoren gelden (cfr tabel in punt 2). Het uitzonderlijk karakter van de opleiding wordt erkend voor vreemde talen met uitzondering van Frans, Nederlands en Engels. Het dringend karakter van de opleiding wordt aanvaard indien de duur van de opleiding niet meer dan 3 maanden bedraagt.
Het tegemoetkomingspercentage bedraagt 50% en de premie is begrensd tot 7.500 €. Maximum 3 dossiers per kalenderjaar. Toelaatbaar minimumbedrag per dossier : 500 €.
Voorbeelden : opleidingen voor geïntegreerde kwaliteitszorg (ISO 9000), logistiek, management, milieuzorg, nieuwe productie-uitrusting, coaching, ...
4.2.5. Peterschapssteun De steun voor peterschap is een nieuwe financiële tegemoetkoming die in 2007 ingevoerd zal worden. Om deze steun te kunnen genieten, moeten de ondernemingen actief zijn in een van de volgende sectoren : industrie of ambachtelijke sector, kleinhandel, renovatie van gebouwen, met inbegrip van installatie- en voltooiingswerken, informatica- en communicatietechnologie, informatica of milieubeheer. Peterschap bestaat erin een werknemer te laten opleiden door een ervaren persoon uit de onderneming, de “peter”.
17
Er zullen twee regelingen gelden : • Voor KMO’s : indienstneming van een stagiair, die een individuele beroepsopleiding doormaakt in het bedrijf. De premie bedraagt 1.000€ per maand, voor minstens 2 en hoogstens 6 maanden. De peter moet ouder dan 50 jaar zijn bij de indiening van de aanvraag. • Voor micro- en kleine ondernemingen : indienstneming van een werknemer met als doel de onderneming over te dragen aan deze werknemer. De premie bedraagt 1.000€ per maand, voor minstens 6 en hoogstens 12 maanden. De peter moet ouder dan 58 jaar zijn bij de indiening van de aanvraag. (meer informatie op “www.premieskmo.be”)
4.3. de cOnsuLtants en OpLeidingsOrganisaties Deze moeten gespecialiseerd zijn in de betrokken materie, een lijst met referenties voorleggen, alsook een CV of een voorstellingsdocument. Ze dienen te beschikken over minstens 2 jaar beroepservaring. Een essentiële vereiste betreft het feit dat zij onafhankelijk van de begunstigde onderneming moeten zijn. Onafhankelijk dient hier in ruime zin verstaan te worden. Het moet gaan om een persoon die geen enkele band met de onderneming heeft. De consultants of opleidingsorganisaties (die beantwoorden aan bovenvermelde criteria) mogen vrij gekozen worden door de ondernemingen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat er geen erkenningsregeling voor consultants en er geldt dan ook geen enkele beperking wat betreft hun woon- of verblijfplaats.
4.4. HOe een aanvraagdOssier indienen ? 18
Aanvragen moeten ingediend worden aan de hand van een aanvraagformulier (cfr punt 5.1), waarbij volgende documenten gevoegd moeten worden : - Kopie van de oprichtingsakte van de aanvrager ; - Kopie van de inschrijving in het Handelsregister of bij het Ondernemingsloket (Kruispuntbank van de Ondernemingen) ; - Fotokopie van een document waaruit blijkt hoeveel personen er bij de onderneming tewerkgesteld waren op het einde van het trimester voorafgaand aan dat van de aanvraag ; - Fotokopie van een document waaruit de omzet blijkt die gerealiseerd werd in het jaar voorafgaand aan dat van de aanvraag ; - Documenten met betrekking tot de consultant of de opleidingsorganisatie (kopie van de statuten, curriculum vitae of voorstellingsdocument, lijst met referenties) ; - Voor studies en adviezen : ontwerp van overeenkomst beschikbaar op www.premieskmo.be, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vergezeld van de offerte van de consultant ; - Voor opleidingen : de offerte, het inschrijvingsformulier of de factuur van de opleidingsorganisatie. Bij ontvangst van een aanvraag, registreert het Bestuur het dossier. De registratiedatum, het dossiernummer en de contactgegevens van de behandelende ambtenaar worden vervolgens meegedeeld aan de onderneming.
4.5. HOe BetaLing van de premie BekOmen ? Nadat de adviesopdracht of de opleiding voltooid is en de facturen betaald zijn, dient de onderneming volgende documenten te bezorgen aan het Bestuur : - Een kopie van het verslag van de consultant (behalve voor opleidingen) ; - Een eindevaluatieverslag, met andere woorden een verslag waarin het belang van de consultancy of de opleiding voor de begunstigde toegelicht wordt, alsook de tevredenheidsgraad van de begunstigde ; - Een kopie van de facturen en betalingsbewijzen (kopie van de rekeninguittreksels).
5
praktiscHe mOdaLiteiten 5.1. aanvraagfOrmuLieren Het aanvraagformulier voor steun bij algemene investeringen is beschikbaar op het Internet, op volgend adres : www.premieskmo.be De aanvraagformulieren voor steun bij investeringen, consultancy of vorming zijn beschikbaar op het internet, op volgende adressen : Deze formulieren kunnen ook bekomen worden door te : • voor investeringen : T 02 800 34 27 02 800 34 37 • voor studies, consultancy, opleiding en aanwervingssteun : T 02 800 34 62 02 800 34 66 schrijven naar : het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestuur Economie en Werkgelegenheid Directie Economische Expansie Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel • e-mailen naar :
[email protected] [email protected]
5.2. termiJnen De aanvragen worden ingediend door de onderneming, bij een kapitaalpremie, of de kredietinstelling, bij een rentetoelage, en dit binnen 3 maanden vanaf het begin van de investering. Bij ontvangst van de naar behoren ingevulde en ondertekende formulieren registreert het Bestuur het dossier. De registratiedatum, het dossiernummer en de naam van de behandelende ambtenaar worden binnen 30 kalenderdagen meegedeeld aan de onderneming. Vervolgens stuurt het Bestuur binnen 60 kalenderdagen na inschrijvingsdatum van het dossier een schrijven naar de onderneming ter kennisgeving van de al dan niet volledigheid van haar dossier. Zodra het dossier volledig is, verbindt het Bestuur zich ertoe te beslissen over de aanvraag binnen een maximumtermijn van 90 dagen, te rekenen vanaf de verzending van de kennisgeving van de volledigheid van het dossier. Op te merken valt dat het investeringsprogramma gestart moet worden binnen 3 maanden vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing tot toekenning van de steun.
19
5.3. investeringen gereaLiseerd vÓÓr de indiening van de aanvraag De vóór de inschrijvingsdatum (te weten : de datum van ontvangst van de aanvraag door het Bestuur) gefactureerde investeringen zullen slechts in aanmerking genomen indien ze niet meer dan 3 maanden teruggaan. Een aanvraag om toelating om de investeringen te starten - via een gewone brief waarin de essentiële elementen van de investering uiteengezet worden - is noodzakelijk indien : • het investeringsprogramma meer bedraagt dan 2.000.000 € ; • de onderneming de investeringen meer dan 3 maanden vóór de indiening van het dossier wenst aan te vatten. Deze toelating moet bij het aanvraagformulier gevoegd worden. De termijn om het dossier in te dienen wordt dan op 12 maanden gebracht vanaf het begin van de investeringen.
5.4. uitBetaLing van de premie in de vOrm van een kapitaaLpremie De kapitaalpremie wordt uitbetaald op basis van een aanvraag door de onderneming die vergezeld met zijn van een kopie van de facturen en de desbetreffende betalingsbewijzen en waarin aan het Bestuur meegedeeld wordt dat de investeringen, consultancy of vorming voltooid zijn.
20
Indien blijkt dat de investeringen of de kosten voor consultancy of vorming lager uitvallen dan voorzien, wordt het bedrag van de premie overeenkomstig herberekend. De betalingsmodaliteiten van de premie hangen af van het bedrag : • als de premie lager is dan of gelijk aan 250.000 €, gebeurt de vereffening in één keer ; • als de premie hoger is dan 250.000 € maar lager dan 750.000 € wordt de vereffening beperkt tot 250.000 € per jaar. Naargelang van het toegekende bedrag, wordt het saldo overgedragen naar het volgende of de 2 volgende jaren ; • als de premie meer bedraagt dan 750.000 € gebeurt de vereffening in 3 gelijke jaarlijkse schijven.
6
AANWERVINGSSTEUN : Het kOninkLiJk BesLuit nr. 123 6.1. Wie kan de steun genieten ? Nijverheids- of handelsondernemingen met tussen 3 en 100 werknemers (inclusief zelfstandigen die hun hoofdactiviteit binnen de onderneming uitoefenen), die tevens voldoen aan de criteria van de Europese definitie van KMO’s (cfr punt 1.2).
6.2. WeLke prOJecten kOmen in aanmerking ? Elk programma waarvan de realisatie tot gunstige gevolgen leidt voor de evolutie van de werkgelegenheid, met uitsluiting van de gewone en dagelijkse activiteiten, en dat gericht is op : • studie of onderzoek ter ontwikkeling van nieuwe producten of procédés ; • bevordering van de uitvoer buiten de Europese Unie ; • besparing van energie of grondstoffen.
6.3. HOeveeL Bedraagt de steun ? 90 % van het loon en de sociale bijdragen tijdens het eerste jaar en 75 % tijdens het tweede jaar. Opmerkingen
Als basis voor de berekening van de steun geldt het begin loon dat aan een lid van het Rijkspersoneel wordt toegekend voor een analoge functie. De subsidie kan betrekking hebben op ten minste één halftijdse betrekking en ten hoogste één voltijdse betrekking per begunstigde onderneming.
6.4. HOe een aanvraag indienen ? De aanvraagformulieren zijn beschikbaar bij het Bestuur Economie en Werkgelegenheid (cfr punt 5.1) en op www.premieskmo.be De aanvragen worden bij de Administratie ingediend door de petervereniging waarmee de onderneming een bijstandscontract heeft afgesloten. De belangrijkste peterverenigingen zijn het BAO, de KHNB en het VOB. Ingeval de aanvraag goedgekeurd wordt, beschikt de aanvrager over een termijn van 12 maanden om over te gaan tot indienstneming. de cOnsuLtanten Geconfronteerd met een managementprobleem deed ik beroep op een consultant... en het Gewest heeft me 50% van de kosten terugbetaald.
De procedure neemt 2 à 3 maanden in beslag.
21
6.5. WeLke persOnen mOgen in dienst genOmen WOrden ?
8
Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen of daarmee gelijkgestelden. De werkgever mag de werknemer selecteren volgens eigen criteria maar moet de BGDA op de hoogte brengen van elke vacature.
Om bij te dragen tot de ontwikkeling van de uitvoer van de KMO’s, voorziet het Gewest in volgende vormen van steun :
De nieuwe arbeidsplaatsen mogen niet leiden of geleid hebben tot de afschaffing van andere arbeidsplaatsen : de werkgever dient ook zijn verplichtingen inzake tewerkstelling van stagiairs en vervanging van bruggepensioneerden te voldoen.
• Begeleiding bij het zoeken van industriële of handelspartners en informatie over afzetmogelijkheden op buitenlandse markten :
6.6. HOe WOrdt de suBsidie BetaaLd ?
• 9 steunmaatregelen voor : - prospectie buiten de Europese Unie ; - deelname aan internationale beurzen in het buitenland ; - inschakeling van experts in buitenlandse handel ; - verwezenlijking van promotiedocumenten ; - deelname aan opleidingsprogramma’s ; - deelname aan offerteaanvragen op marken buiten de E.U. ; - deelname aan internationale beurzen en salons buiten de Europese Unie gekoppeld aan een prospectie ; - technische opleiding van buitenlandse potentiële klanten ; - openen van collectieve vertegenwoordigingskantoren buiten de Europese Unie.
Elke maand zendt de werkgever een prestatiestaat naar de BGDA, die ermee belast is de subsidie te betalen in de loop van de volgende maand. Dit houdt in dat de werkgever steeds moet voorzien in een zekere prefinanciering.
6.7. WeLke fOrmaLiteiten dient te Werkgever te vervuLLen ten aanZien van Het Bestuur na de tOekenning van de steun ? • Een tussentijds semestrieel verslag bezorgen over het verloop van het project, opgesteld door de persoon die aangeworven is in het kader van het KB nr. 123 ; • Na afloop een eindverslag bezorgen waarin aangegeven wordt wat het belang van de aanwerving was en of de aangeworven persoon in dienst gehouden wordt bij de onderneming ; • Kennis geven in geval van niet-gebruik van de steun of opgave van het project.
22
7
Een specifieke brochure met betrekking tot de bevordering van de buitenlandse handel is verkrijgbaar bij het : Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestuur Economie en Werkgelegenheid Directie Buitenlandse Handel
Louizalaan 500 bus 4 - 1050 Brussel T 02 800 40 00 - F 02 800 40 01 E-mail :
[email protected] - Website : http ://www.bruxelles-export.be
steun vOOr industrieeL OnderZOek Het gewest verleent drie soorten financiële tegemoetkomingen voor projecten inzake “Onderzoek & Ontwikkeling” : • toelagen voor industrieel basisonderzoek ; • subsidies ten behoeve van KMO’s en individuele uitvinders voor het laten verrichten van technische haalbaarheidsstudies door een gespecialiseerde instelling ; • subsidies of terugvorderbare voorschotten voor projecten inzake preconcurrentiële ontwikkeling.
steun ter BevOrdering van de BuitenLandse HandeL
9
ecOsuBsiBru dataBase Databank van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met meer dan honderd vormen van steun die ter beschikking staan van de Brusselse ondernemers. www.ecosubsibru.be
Voor alle informatie terzake kan u terecht bij het : I.W.O.I.B. Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel
Domaine Latour de Freins Engelandstraat 555 - 1180 Brussel T 02 600 50 34 - F 02 600 50 47 E-mail :
[email protected] - Website : http ://www.irsib.irisnet.be
aanWerven Ik heb een werkzoekende van de BGDA aangenomen, dat biedt echt voordelen.
23