Klimaatverandering Urgentie in Slow Motion
Bart Verheggen ECN
http://KlimaatVerandering.wordpress.com/
@Bverheggen
http://OurChangingClimate.wordpress.com/
De wetenschappelijke positie is nauwelijks veranderd in 3 decennia… “Diverse studies wijzen op een consensus dat menselijke verbranding van fossiele brandstoffen en verandering in landgebruik zal resulteren in klimaatverandering”
National Academy of Sciences Archives, An Evaluation of the Evidence for CO2-Induced Climate Change
1979
IPCC opgericht in 1988 in reactie op wetenschappelijke voorspellingen
Wetenschappelijk proces • Wetenschap gebaseerd op kritisch evalueren van beschikbare aanwijzingen in de context van bestaande kennis • Meer kennis bevestigt het bestaande beeld (stabiel) • Dit leidt tot groeiende overeenstemming onder over de grote lijnen wetenschappers
Broeikaseffect
Broeikasgassen absorberen warmtestraling Minder energie ontsnapt naar de ruimte Aarde is warmer dan het anders zou zijn
Door menselijk toedoen meer broeikasgassen Aarde houdt dus nog meer energie vast en warmt op
Observaties (vanuit de ruimte en vanaf het aardoppervlak) bevestigen het toegenomen broeikaseffect
Globaal gemiddelde temperatuur is toegenomen
Soms krijgt u alleen de laatste 13 jaar te zien
De aarde warmt (nog steeds) op f
Source: http://sks.to/escalator
Oorzaken van kortstondige variaties El Nio / La Nia Zonnesterkte Vulkanisch aerosol Menselijk aerosol Oceanen ?
ENSO
• • • • • •
Vulkanen Zon
Natuurlijke variaties uitgefilterd
Foster en Rahmstorf, 2011
Klimaat is altijd veranderd Proces • Plaattektoniek • Orbitale variaties • Koolstofcyclus • Zon • Vulkanen • El Niño / La Niña
Tijdschaal (jaren) > 1,000,000 > 10,000 (ijstijden) 1000 – 100,000 variabel 1-3 1-3
• Broeikasgassen & aerosolen
variabel
Geen variatie in de zon laatste 50 jaar ggg
Zon of Broeikasgassen? • Geen trend in zonnestraling (of kosmische straling) in afgelopen 50 jaar • Nachten zijn meer opgewarmd dan dagen • Stratosfeer is afgekoeld • Toegenomen broeikaseffect is gemeten vanaf de ruimte en vanaf de grond Inconsistent met dominante rol van de zon “vingerafdruk” van versterkt broeikaseffect
Globaal gemiddelde temperatuur t.o.v. 1800-1900
Dit baart ons al zorgen …
Copenhagen diagnosis, 2009
Dit is wat nog komen gaat …
Verwachte opwarming in toekomst hangt af van: - toekomstige emissies ( , of ) - klimaat respons (onzekerheidsmarge )
onze keuze
Globaal gemiddelde temperatuur t.o.v. 1800-1900
Copenhagen diagnosis, 2009
Grote inspanning nodig om onder 2 te blijven • Emissies gehalveerd in 2050, bijna nul in 2100
“Business as usual”
• 50% kans om onder twee graden te blijven Onze actie -of inactie- heeft pas effect over tientallen jaren Toekomstige generaties
Sterke emissiereductie
Meinshausen et al, 2009
Klimaat reageert traag op emissiereductie
• Oceanen als warmte buffer
• Lange verblijftijd van CO2 – Verhogen van CO2 concentratie veel sneller dan verlagen – Klimaat opwarmen gaat sneller dan klimaat afkoelen
CO2 emissies: Hoe lang hebben we er last van? • 2/3 van oorspronkelijke piek wordt binnen een eeuw geabsorbeerd door de oceanen • Rest duurt veel langer om te worden verwijderd • ~10% blijft in atmosfeer voor 100.000en jaren
Archer, 2009
CO2 concentratie ijlt lang na
concentratie
emissie
Jaar
Concentratie (ppm)
Emissie (Gton per jaar)
Year
Traagheid
Hoezo urgent? • Opwarming wordt vertraagd • Afkoeling wordt nog sterker vertraagd • Dus moet tijdig worden ingegrepen (*)
(*) ervan
uitgaande dat een stabiel klimaat wordt nagestreeft
Conclusies Richting van de veranderingen is duidelijk - De aarde warmt op - Dat komt door ons
Onzekerheid over snelheid Vertraagde respons
“Als je uit een vliegtuig springt heb je meer aan een simpele parachute dan aan een nauwkeurige hoogtemeter” (Herman Daly)
Urban Heat Island effect (stadseffect) Locatie van steden (uitgestraald nachtlicht)
Locatie van opwarming (opwarming t.o.v. 1951-1980)
Dezelfde trend voor: • “lichte” en “donkere” stations • “goede” en “slechte” stations • dichtbevolkte en dunbevolkte stations (bijv. Arctisch gebied) • hoge en lage windsnelheden • satellieten en grondmetingen
Hansen, 2010; Menne, 2009; Parker, 2010