Klimaatonderzoek duivenwagens Afdeling 9 Fotoverslag van het oefenen met de loggers en het bepalen van de beste plaatsing in de duivenwagens!
We zijn de dag begonnen op het gemeentehuis in Denekamp, op de werkkamer van Ulrich. Hier hebben we de aangeschafte combi-loggers voor temperatuur en relatieve luchtvochtigheid getest. De logger (het ronde schijfje met display) wordt op het uitleesstation gelegd welke d.m.v. een USB kabeltje verbonden is met de PC. Vervolgens kan de logger worden geprogrammeerd (instellen: naam van de logger, intern klokje goed zetten, datum/tijd start, datum/tijd stop, meetinterval, etcetera). De software is handzaam en het programmeren via het station ging in één keer goed. Complimenten met de aanschaf, het is een investering (8 loggers), maar het werkt dan ook top. We hebben één logger geprogrammeerd om tussen 12:00 en 13:00 uur een meting te doen in het kantoor van Ulrich. Vervolgens zijn we met een andere logger naar de loods van de vervoerder (eveneens in Denekamp) gereden om daar de mogelijkheden voor plaatsing van de loggers te bekijken.
De opslagloods met 6 van de 7 (gele) opleggers en ook nog 3 (groene) Iveco motorwagens voor de ophaalroute.
De Escort iLog sensor voor temperatuur en relatieve luchtvochtigheid, met wit teflon beschermkapje over de T en RV sensoren, met interne geheugenopslag en interne klok. De teflon beschermkapjes zijn extra aangeschaft, ze beschermen de sensoren tegen pikken en tegen stof, maar beïnvloeden de T/RV meting niet (geven alleen een kleine vertraging in de meting).
Duivenwagen nummer 7 wordt het experimentele slachtoffer. Dezelfde wagen hebben we vorig jaar ook bestudeerd d.m.v. debietmetingen en rookproeven. De wagens zijn niet 100% identiek: in sommige zit bijvoorbeeld nog een slaapcabine.
Bedoeling is om 6 van de 8 loggers op een of andere manier op de geperforeerde bovenzijde van de Rucomanden te plaatsen, ongeveer op éénderde van de manddiepte, gerekend vanaf de deur. De logger is met twee tiewrapjes makkelijk vast te zetten.
Goed zichtbaar is het witte teflon beschermkapje die over de T/RV sensoren zit. Op deze manier zou de logger passen, maar schuif je de logger dieper naar het gangpad, dan komt de logger klem tussen de mand en de doorbuigende bodem van de mand daarboven. Dit gaat niet werken!
Al brainstormend komt Ulrich met een goed idee: we draaien het loggertje om en steken het teflon beschermkapje door de geperforeerde bovenzijde heen. Dit blijkt toevallig precies te passen. Met een tiewrapje kan de logger geen kant meer op.
Logger nummer 7 van 8 plaatsen we centraal in de middengang, aan het einde van het eerste ‘ventilatiecompartiment’. Om precies te zijn: bij deur 7 (van voren) en mand 2 (van boven). Er kan eenvoudig een houten latje of metalen strip van drinkgoot naar drinkgoot worden aangebracht waar de logger aan wordt bevestigd. De logger zit dan op ca. 1,5 m van de middelste dakventilator.
Dit is ideaal: het beschermkapje zit nu direct boven de koppen van de duiven. Op deze manier gaan we 6 van de 8 loggers plaatsen.
Rest de laatste logger voor de buitenmeting. Deze moet zo worden aangebracht dat er minimale invloed is van de motorwarmte/uitlaatgassen. Verder mag regen of opspattend water de meting niet beïnvloeden. Als het beschermkapje nat wordt, zal de sensor waarden van tegen de 100% RV opslaan.
Andere mogelijkheid: aan de achterbumper? Ook hier verwachten we opspattend water door de turbulente luchtstroming achter de trailer. Deze plek valt ook af.
We duiken onder de voorkant van de trailer, op zoek naar een mogelijke plek. Misschien op de centrale H-balk van de carrosserie? Nee, dit lijkt ons niks.
Derde optie is in het inlaatkanaal voor in de wagen onder het plafond. Echter; hoe kom je daar? De plaat met diagonale spleten kan losgeschroefd, maar om dit nu elk weekend tweemaal te doen? Dat is niet werkbaar.
De beste optie lijkt ons om een metalen kap op de buitenzijde van de wagen te maken (zoals die ook voor de plekken van de ventilatoren zitten, maar dan met een bredere spleet), direct links van het inlaatkanaal, zodat de logger daar onder gehangen kan worden, beschermd tegen de regen. Je hebt dan alleen een trap nodig.
Tot slot: Als we de plaatsing op deze manier aanpakken, dan kunnen de loggers pas worden geplaatst nadat de wagen volgeladen is. Ulrich en ik denken dat de meest praktische aanpak is om naar de verzamelplaats te rijden om daar in één keer alle loggers aan te brengen. Daar moet dan een trap aanwezig zijn. Het programmeren van de loggers kost ongeveer een half uurtje. Dit moet gebeuren voordat naar de verzamelplaats wordt gereden. Bijvoorbeeld de avond van te voren. Na terugkomst van de wagens kunnen de loggers bij de transporteur weer worden verwijderd om uitgelezen te worden. Er wordt gewerkt met een dubbele set manden (de manden blijven een week in de wagen zitten), zodat hier voldoende tijd voor is. Bij terugkomst op het kantoor van Ulrich hebben we de data van de testmeting in zijn kantoor uitgelezen, gesaved als .csv-file en ingelezen in MS Excel. De techniek (loggers, basisstation en software) werkt perfect. Zoals al opgenomen in het onderzoeksplan zal Albert de dataverwerking + beknopte rapportage doen. Het succes van dit project zal staan of vallen met de uitvoering en logistiek: het programmeren en plaatsen van de loggers, het zorgvuldig invullen van het logboek door de convoyeur, enzovoort. Dit moet komende tijd nog verder worden besproken en afgestemd. Om een goed beeld te krijgen van het functioneren van het ventilatiesysteem is het verstandig tenminste een stuk of 10-12 transporten door te meten: o Altijd bij een volle wagen o Altijd met de dakluiken dicht en het systeem aan o Bij voorkeur enkele koudere (voorjaar) en enkele hete (zomer) transporten o Bijvoorbeeld: 2 vitesse (koele voorjaar), 2 midfond, 2 dagfond (twee nachten mand), 2 meerdaagse fond (3 nachten mand) en minimaal 4 jonge duivenvluchten Actielijstje: Ulrich: geeft alle loggers een nummer, zet dit nummer op de buitenzijde van de logger (sticker) en programmeert dit nummer in de logger. Ulrich: bespreekt met Stegehuis/bestuursleden of/hoe er een kapje kan worden gemaakt voor de buitenmeting. Ulrich: zorgt ervoor dat een meetpunt (lat met bevestigingspunten o.i.d.) wordt aangebracht voor de logger die centraal in de middengang komt. Albert: past het onderzoeksplan aan op basis van de ervaringen en inzichten van deze dag. Laten we eind februari nog eens bij elkaar komen in een startbijeenkomst!
Zaterdag 14 januari 2012 Albert Winkel Ulrich Kögging