KERN VAN DE LES DOELSTELLINGEN VAN DE LES MEMORIEVERS TOEPASSINGEN VOLGENDE WEEK 1 KONINGEN 17:1; 18:17-46

KONINGEN LES 5  ELIA EN DE PROFETEN VAN BAÄL 1 KONINGEN 17:1; 18:17-46

KERN VAN DE LES Kinderen zullen de overmacht van God doorheen nederige gehoorzaamheid erkennen.

DOELSTELLINGEN VAN DE LES

  

Uit te leggen met welk doel Elia de Israëlieten en de priesters van Baäl naar de berg Karmel liet komen. De gebeurtenissen op de berg Karmel te beschrijven. Uiteen te zetten waarom God pas regen stuurde na de gebeurtenissen op de berg Karmel.

MEMORIEVERS 1 Kon.11:11

Omdat het zo ver met je is gekomen dat je je niet meer houdt aan mijn verbond en aan mijn wetten, zal ik je het koninkrijk afnemen en het aan een van je dienaren geven.

TOEPASSINGEN   

Erken de overmacht van God door je aan Hem te onderwerpen en Hem te aanbidden. Vertrouw er op dat God de gebeden van de rechtvaardigen beantwoord. Aanbid enkel God.

GOD WORDT VERHEERLIJKT IN HET BESCHERMEN VAN JUDA Lees 2 Koningen 18-19

KONINGEN LES 5  ELIA EN DE PROFETEN VAN BAÄL

VOLGENDE WEEK

1

©2013 KINDER- EN JEUGDWERK EBENHOUT. MET TOESTEMMING VERTAALD EN AANGEPAST UIT GENERATIONS OF GRACE, © 2011 GRACE COMMUNITY CHURCH. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.

Kinderen zullen in staat zijn om:

ACHTERGROND

Gedurende zijn regering kreeg hij de reputatie meer slecht te hebben gedaan dan alle boosaardige koningen die voor hem waren geweest, inclusief Jerobeam (1 Kon.16:30). Achab trouwde met de boosaardige Izebel, de dochter van de koning van de Sidoniërs. Net als de Sidoniërs (die noordwest van Israël woonden) aanbad Achab Baäl, de god van de storm die verantwoordelijk is voor de regen. Achab bouwde een tempel voor Baäl in Israël (16:32). Hoewel Salomo ook tempels had gebouwd voor afgoden en deze aanbad, overtrof Achab de afgoderij van Salomo door actief te ijveren voor de aanbidding van Baäl. De vrouw van Achab, Izebel, was verantwoordelijk voor het terechtstellen van alle profeten van de Heer die ze maar tegenkwam (1 Kon.18:4) en het dwingen van de profeten die konden ontsnappen (zoals Elia) om te vluchten of zich te verbergen. 1 Kon.16:33 zegt “dat hij de HERE, de God van Israël, meer krenkte dan alle koningen van Israël die vóór hem geweest waren.”

De demonstratie van goddelijkheid (1 Kon.18:17-24) Terwijl de Heer voorzag voor Elia (1 Kon.17:2-7) en hij verder getuigde van zijn profetische roeping (17:24) leed de rest van Israël onder de gevolgen van de droogte die 3,5jaar duurde (1 Kon.18:1; Jak.5:17). Koning Achab zelf werd gedwongen om een overzicht te maken van het land Israël om voldoende gras te vinden om de paarden en ezels in leven te houden (1 Kon.18:5). Ondanks dat de hongersnood ernstig was, waren noch koning noch volk bereid om berouw en inkeer te tonen om hun boosaardige afgoderij en de Heer te verheerlijken. In Zijn overvloedige barmhartigheid zei de Heer tegen Elia dat Hij regen zou sturen en stuurde Elia naar Achab (1 Kon.18:1). Bij de nieuwe ontmoeting noemde Achab Elia degene “die Israël in het ongeluk stort” (18:17) alsof het de schuld was van Elia dat het volk Israël leed! Niet verrassend verweet Elia degene die verweten moest worden. Doordat Achab de Heer had verworpen en Baäl aanbad onderging het volk nu zulk een lijden (18:18). Elia riep Achab op om zijn troepen te verzamelen en hem te ontmoeten op de berg Karmel. Daar wachtte hem een demonstratie van wie de ware God was. In het bijzijn van geheel Israël bracht Achab 450 profeten van Baäl mee om de heidense afgod te vertegenwoordigen (18:19). Hij bracht ook 400 profeten van Asjera, de godin van de vruchtbaarheid, mee. (Izebel liet deze profeten mee-eten aan haar tafel wat laat zien hoe sterk de monarchie verbonden was met de afgoderij.) Elia was de enige profeet die de Heer vertegenwoordigde. Mogelijk vertouwend op zijn numeriek overwicht riep Achab de profeten van Baäl en de Israëlieten bijeen aan de berg Karmel (18:20). Achab vreesde de Heer zo weinig dat hij er eigenlijk zeker van was dat de Heer zou verliezen! Elia bereidde het volk voor om getuigen te zijn van een demonstratie van de enige ware God. Hij begon met het volk op te roepen om niet langer “aan beide zijden mank” te gaan (1 Kon.18:21). Hij gaf hun de opdracht om de ware God te aanbidden. Ze konden niet zowel JHWH als Baäl dienen, net zo min een mens zowel God als


De Heer stuurt een droogte (1 Kon.17:1) Hoewel Achab en Izebel er alles aan deden om de aanbidding van de Heer in Israël te ontwortelen, had de Heer Zichzelf niet zonder getuige gelaten. In de donkere stilte van de afgoderij van Israël kwam de aankondiging van Elia dat de Heer leefde (ongeacht wat de regerende familie wilde dat Israël dacht). Terwijl Israël Baäl had geloofd om de zegen van de herfst, de regens in de lente en de ochtenddauw in de zomer, die het gewas bewaterden, had de Heer geduldig gewacht op Zijn volk om tot berouw en inkeer te komen. Maar net zoals de Heer had gewaarschuwd in Deuteronomium 11:16-17 zou de verwerping van Gods wet gestraft worden door een droogte. Elia zei tegen Achab: “Zo waar de HERE, de God van Israël, leeft, in wiens dienst ik sta, er zal deze jaren geen dauw of regen zijn, tenzij dan op mijn woord” (1 Kon.17:1). Het boek Jakobus onthult dat het weerhouden van regen een antwoord was van de God op het gebed van Elia (Jak.5:17). Woedend gemaakt doordat het volk Israël de Heer smaadde bad Elia dat God hun zou straffen. Elia ijverde ervoor dat Israël zou weten dat de soevereine God waarlijk leeft en aanbeden moest worden.

2


Jerobeam was slechts de eerste van de vele boosaardige koningen die het noordelijk rijk van Israël regeerden. De vernietiging van de familie van Jerobeam als vervulling van de profetie was niet voldoende om de koningen van Israël terug naar de Heer te keren. Integendeel, de volgende koningen bleven Israël verder in afgoderij leiden. Ondanks dat de Heer profeten stuurde om Gods oordeel over de koningen te verkondigen onderwierpen de koningen zich niet aan God. Een van de meest boosaardige koningen was koning Achab.

rijkdom kan dienen (Matt.6:24). De natuur van God vraagt om een volledig toegewijde aanbidding. Het volk had geen gehoor naar de boodschap van Elia. Ze waren eigenlijk verward over wie de ware God nu eigenlijk wel was! Daarna zei Elia tegen het volk hoe de demonstratie in zijn werk zou gaan. Iedere kant zou een stier nemen en een offer bereiden. Het offer zou niet in brand mogen worden gestoken (1 Kon.18:23). Elia zou dan de Heer aanroepen om het offer in vuur te steken terwijl de 450 profeten van Baäl hun goden zouden aanroepen. (In vers 22 benadrukte Elia dat de kant van Baäl bestond uit een veel groter aantal.) De god die het offer in vuur zou doen branden zou de ware God zijn (18:24).

De overmacht van de Heer (1 Kon.18:30-40) Elia vergaderde de profeten om de overmacht van de Heer te tonen. Hij bereidde het altaar van de Heer met 12 stenen welke het volk herinnerde dat het God was die het volk Israël tot stand had gebracht, zowel het noordelijke als het zuidelijke koninkrijk (1 Kon.18:30-31). Na het eerste hout en de stier op het altaar te hebben gelegd gebood Elia dat het altaar tot driemaal toe doordrenkt werd met water totdat het hout en het offer volledig doorweekt waren (18:33-35). Elia was er om bekommerd dat het volk zou weten hoe uitnemend God wel was!

De God van Israël heeft geen gedans, geroep of zelf aangebrachte verwondingen nodig om de gebeden van mensen te verhoren. Hij antwoordde het gebed van Elia door vuur te sturen dat niet enkel het altaar in brand stak, maar ook het dier, hout, stenen, aarde en zelfs het water in de groeve volledig verteerde (1 Kon.18:38). Het antwoord van de Heer had het gewenst effect: “Toen het gehele volk dat zag, wierpen zij zich op hun aangezicht en zeiden: De HERE, die is God! De HERE, die is God!” (18:39). God had Zichzelf verheerlijkt. De Israëlieten wisten dat God de enige ware God is. Uit vrees voor de Heer was het volk haar zorg om het gebod van Elia te gehoorzamen en de profeten van Baäl te executeren. De harten van het volk hadden zich terug naar de Heer gekeerd zoals Elia had gebeden. De Heer stuurt regen (1 Kon.18:41-46) Nu de Heer verheven werd tot de God van het vuur, zou Hij nu ook verheven worden tot de God van de regen. Toen Hij regen gaf aan het volk en daarmee een eind bracht aan de droogte zou het volk niet langer kunnen zeggen dat Baäl hier voor zorgde. Voordat de Heer regen stuurde zei Elia tegen Achab dat hij moest gaan en het einde van de droogte moest gaan vieren met eten en drinken (1 Kon.18:41). Elia beklom daarna de berg Karmel, boog zich neer op de grond en bad dat God regen zou sturen (Jak.5:18). Na zes maal te hebben gekeken zag de diensknecht van Elia bewijs dat God het gebed zou verhoren doordat er een kleine wolk van de zee kwam (1 Kon.18:43-44). Wetende dat de regen op komst was, stuurde Elia Achab met zijn strijdwagen weg (18:44). Het verhaal over hoe God Zijn overmacht over Baäl duidelijk maakte eindigt dramatisch: “Toen, in een oogwenk, werd de hemel zwart van wolken en wind, en viel er een zware stortregen” (18:45). Baäl was niet in staat om regen of vuur te sturen, maar de Heer had beide gedaan. Niets is buiten Gods kracht! Hij maakte Elia zelf op een wonderlijke wijze in staat om voor de strijdwagen van Achab te rennen (18:46) en daarmee loyaliteit aan de koning toonde.


Elia bad eenvoudigweg tot de God van Abraham, Isaak en Jakob: “heden moge bekend worden, dat Gij God zijt in Israël, en dat ik uw knecht ben, en op uw bevel al deze dingen doe. Antwoord mij, HERE, antwoord mij, opdat dit volk wete, dat Gij, HERE, God zijt, en dat Gij hun hart weer terugneigt” (18:36-37). Het verzoek van Elia, dat gebracht werd zoals de Heer dat wou, was dat Israël God zou leren kennen. Hij streefde ernaar dat het volk God zou kennen zoals hij werkelijk is.

3


De dwaasheid van afgoderij (1 Kon.18:25-29) Baäl moest de test eerst doorstaan. Van ’s ochtends tot ’s middags riep de menigte van profeten tot hun goden, de god van de storm en van de bliksem. Om hun aandacht te krijgen baden ze de hele ochtend en dansten ze rond het altaar (1 Kon.18:26). Op de middag begon Elia de profeten te bespotten om hun dwaasheid. Hij daagde hun uit om harder te roepen en suggereerde dat Baäl misschien aan het mediteren, bezet, op reis of aan het slapen was (18:27). De profeten riepen luider en begonnen zich zelfs te snijden “totdat zij dropen van bloed” om zo de aandacht van Baäl te krijgen (18:28). Baäl had overtuigend gefaald voor de test. Hij had geen macht en geen zorg voor het volk, zelfs niet om het bloed van zijn profeten. De god van de regen die geurende al die jaren afwezig was kon hun gebed niet beantwoorden. Baäl was onthuld als een afschuwelijk bedenksel van mensen, een god die geen enkel kenmerk van goddelijkheid in zich had. Hij was betekenisloos.

Conclusie Elia begreep dat enkel God het waard is om verheerlijkt te worden. In grote standvastigheid voor mensen en nederig gebed voor God werd Elia gebruikt door God wanneer Hij Zichzelf verheerlijkte. Van droogte tot een regenstorm werd God verheerlijkt als de Oppermachtige in Israël. Of het nu gaat om hun eigen leven of dat van een ander, iedere gelovige moet gedreven zijn om te streven naar de heerlijkheid van God die zichtbaar wordt doorheen nederige gehoorzaamheid en onderwerping aan de God die zowel regen als vuur stuurt, de enige ware God.

MOEILIJKE WOORDEN Loyaliteit Monarchie

Trouw. Regeringsvorm met als staatshoofd een erfelijk vorst.

Baäl Baäl wordt veel in de Bijbel genoemd. De volgelingen van Baäl waren grote tegenstanders en bestrijders van de God van de Israëlieten en omgekeerd. Baäl, wat "meester", "eigenaar", of "echtgenoot" betekent, werd volgens hen aanbeden als mannelijke afgod. De aanbidding van Baäl werd dikwijls gekoppeld aan de godin Astarte, de vrouwelijke tegenhanger. Baäl werd beschouwd als regengod. De aanbidding van Baäl ging niet alleen gepaard met de wellustige praktijken van vruchtbaarheidscultussen, maar ook praktijken als het offeren van kinderen. De aanbidders van Baäl aten ook de offers die gebracht werden aan de doden en sneden zichzelf met zwaarden en speren.

Mensenoffers In crisistijden zouden ook mensenoffers aan de Baäl gegeven zijn. Dikwijls waren dat kinderen omdat men geacht werd het eerstgeborene te schenken aan de godheid om diens zegen af te smeken. Bekend is dat de Carthagers dit deden. Dit ging zo in zijn werk: het afgodsbeeld was meestal een grote holle metalen constructie (meestal van brons versierd met edele metalen) met beweegbare uitgestrekte armen. Onder in het beeld werd een groot vuur gestookt totdat de vlammen uit de opengesperde muil van het beeld sloegen. Het slachtoffer werd gebonden en in de uitgespreide handen van het beeld gelegd. Hierna werden de armen opgeheven totdat het slachtoffer vanzelf via de armen in de opengesperde muil rolde. De Romeinen en Grieken berichtten hierover met afschuw. Hoewel vaak gedacht is dat dit geen onpartijdige berichten waren, aangezien er in die tijd een hoge kindersterfte was. De opgravingen die wijzen naar Carthaagse kinderoffers, zouden ook massagraven kunnen zijn voor pasgeborenen die zijn gestorven. Immers, in Griekenland zijn ook soortgelijke opgravingen gedaan. Bron: Wikipedia.org


De cultus van Tammuz, die met die van Baäl samenhing, werd nog tot 720 v. Chr. vooral door vrouwen aangehangen. Tot afschuw van de profeet Ezechiël (8.14-15) werd door sommige Israëlieten vooral door vrouwen - de dood van "De Tammuz" tot in de tempel van Jeruzalem jaarlijks nog beweend.

4


INTERESSANTE WEETJES

Grot van Elia Aan de voet van de berg Karmel, in het zuiden van de stad, heeft in een relatief grote tunnel in de berg (40 m lang, 8 m breed, 5 m hoog) Elia gewoond voordat hij de 450 profeten van de Baäl ontmoette (1 Kon. 18: 20-29). Volgens een van de vele legenden hebben Maria en Jozef er ook tijdelijk gewoond. Moechraqa Moechraqa is bekend als plaats van het offer van de profeet Elia. Moechraqa ligt op de noordoostelijke top van het Karmelgebergte op een hoogte van 482 m., met uitzicht over de vlakte van Jizreël.


Bron: http://israelreis.schouwstra.info

5


De berg Karmel De berg Karmel is ca. 20 km lang en 7 à 8 km breed en 600m hoog. De naam is afgeleid van het Hebreeuwse "Karem El" wat betekent: "de wijngaard van God". In de oudheid was hij met wijngaarden bedekt en is altijd om zijn vruchtbaarheid beroemd geweest. Hij is het hele jaar door groen en is één van de aantrekkelijkste bergen in Israël. Voor de profeten was hij een symbool van schoonheid en genade en zijn top heeft sinds de oudheid als een altaar voor verschillende goden gediend. Dit was de plaats waar de profeet Elia de priesters van Baäl uitdaagde en bespotte toen hun bezweringen faalden, en de HEER op zijn gebed vuur uit de hemel liet dalen. Aan de voet van de Karmel, dicht bij een wijk aan de kust, ligt de grot die aan de profeet Elia toegewijd is. Volgens de traditie was dit de schuilplaats van Elia toen hij voor koning Achab vluchtte (1 Kon. 19:8-13).

BIJBELLES INLEIDING De Bijbel zegt dat Achab, de koning van Israël, “de woede van de Heer meer opwekte dan alle koningen van Israël vóór hem” (1 Kon.16:33). Hij was een slechte man die een slechte niet Israëlitische vrouw trouwde. Hij aanbad de goden die zij aanbad en bouwde een altaar voor de god genaamd Baäl. Omdat Achab koning was, beïnvloedde hij vele mensen in Israël zodat ze ook Baäl gingen aanbidden. Natuurlijk was dit een slechte afgoderij. De Heer gebruikte Elia om het volk van Israël aan te pakken en hen te laten zien dat Hij waarachtig God was en niet Baäl.


BEGELEIDENDE VRAGEN  Wie riep Achab samen op de berg Karmel? Koning Achab stuurde een bericht naar het volk van Israël om op de berg Karmel samen te komen. Hij liet ook de profeten van Baäl komen (v.20; zie ook v.19).  Wat vertelde Elia in vers 21 aan het volk Israël om te doen? Elia riep het volk van Israël om te beslissen wie ze gingen dienen. De Israëlieten probeerden zowel de Heer als Baäl te dienen. Dit kon God niet accepteren. Het volk zou een besluit moeten nemen om alleen de Heer te aanbidden en te volgen, of alleen Baäl, maar niet beide.  Hoe reageerde het volk? “Maar de mensen zwegen.” Het volk was er niet klaar voor om alleen de Heer of alleen Baäl te volgen.  Hoeveel profeten van de Heer waren er volgens Elia en hoeveel waren er van Baäl? Eén Koningen 18:22 zegt dat Elia daar de enige profeet van de Heer was, maar dat er 450 Baäl profeten aanwezig waren.  Beschrijf de strijd. Eén Koningen 18:23-24 verteld ons hoe de strijd was. Elke kant deed hout op het altaar, offerde een stier er op en riep daarna hun god om te antwoorden en het offer te accepteren door het sturen van vuur.  Wat dacht het volk van de strijd van Elia? Het volk antwoordde, “Dat is goed.” Ze waren bereid om te zien welke god machtiger was.  Wat deden de profeten van Baäl om hun god zo ver te krijgen dat hij zou antwoorden? De profeten van Baäl riepen de naam van Baäl aan ’s morgens tot de middag, zeggende, “Baäl, geef ons antwoord!” (1 Kon.18:26). Ze sprongen (een ceremoniële dans) rond het altaar (18:26), riepen met een luide stem (18:28), sneden zichzelf zodat ze gingen bloeden (18:28), raakten in geestvervoering en profeteerden tot aan de tijd van het avond offer (3 uur in de namiddag; 18:29).  Gaf Baäl antwoord? Nee! Wat de profeten van Baäl ook deden, Baäl antwoordde niet.  Wat voor redenen stelde Elia voor dat Baäl de profeten niet antwoordde? Elia stelde voor dat “Hij (…) vast in gedachten (is) verzonken of hij heeft zich een ogenblik teruggetrokken of hij is op reis, of misschien slaapt hij wel en moet hij eerst worden gewekt” (18:27). Elia maakte Baäl belachelijk. Elia wist dat Baäl niet zou antwoordden omdat hij niet echt bestond.  Zou een echte, machtige god druk zijn of op reis of slapende zijn? Natuurlijk niet! Elia deed iets speciaals om het volk te verzekeren dat de Heer werkelijk machtig is.

6


LEZEN VAN HET BIJBELGEDEELTE Lees 1 Kon.17:1 en 1 Kon.18:17-46.





SAMENVATTING Achab deed wat Elia zei, hij verzamelde vele mensen in Israël bij de berg Karmel. Hij riep ook de profeten van Baäl. Toen het volk daar was, vertelde Elia hen dat ze moesten kiezen wie ze wilden volgen, de Heer of Baäl. Elia stelde dan voor dat er een wedstrijd gehouden zou worden om te bewijzen wie de ware God was, de Heer of Baäl. Toen ze dit hoorden dachten ze dat het een goed idee was. De profeten van Baäl gingen als eerste. Ze offerden en deden hun best om antwoord van hun god Baäl te krijgen, maar hij deed helemaal niets. Elia maakte Baäl belachelijk, omdat hij wist dat er geen God is behalve de Heer. Toen het de beurt van Elia was, maakte hij de test nog moeilijker door water over het altaar en het hout te gieten, zodat het veel lastiger is om het in brand te doen laten gaan. Niets is te moeilijk voor de Heer. De Heer stuurde een groot vuur naar beneden en alles verbrandde, zelfs de stenen. Toen het volk zag wat de Heer gedaan had, bogen ze neer en zeiden, “Alleen de Heer is God, alleen de Heer!” Ze wisten dat de Heer de ware God was en niet Baäl. In gehoorzaamheid aan Elia doodde het volk de valse profeten omdat ze slechte afgodendienaars waren. God is de enige en waarachtige God. Hij is dezelfde gisteren, vandaag en voor altijd. Dezelfde God die Elia’s gebed beantwoordde en vuur en regen stuurde is dezelfde God die vandaag regeert. Gelovigen moeten gedenken dat de God van de Bijbel almachtig is en dat ieder die Hem lief hebben en hem dienen onder Zijn zorg zijn. Ze zouden iedereen die vijand van God is, moeten waarschuwen en dat ze de straf die komen zal moeten vrezen. De Heer alleen verdient onze aanbidding.




Wat deed Elia? In vers 33-35 vroeg Elia om vier kruiken water om over het altaar en het hout te gieten en dat drie maal. Dit was om er zeker van te zijn dat het hout doordrongen zou zijn van het water en het moeilijk zou branden. Als de Heer machtig was, zou het water geen probleem zijn, en alles van het offer zou verbrand worden door het vuur. Wat zou het betekenen als de Heer vuur naar beneden zou sturen als antwoord op Elia’s gebed? Als de Heer het gebed van Elia zou beantwoorden en vuur zou sturen om het offer te verbranden, betekende dit dat Hij werkelijk de God van Israël was, dat Elia zijn dienaar was, en dat Elia deed wat hij deed om dat de Heer hem dit verteld had te doen, zodat het volk zou weten dat de Heer God is, niet Baäl, en dat enige van het volk weg zou keren van Baäl en terug zou keren tot God (18:36-37). Antwoordde de Heer Elia? Wat deed Hij? Ja, de Heer beantwoorde het gebed van Elia. Vers 38 zegt dat de Heer het “vuur (liet) neerdalen: het zette niet alleen het offer en het hout in lichterlaaie maar ook de stenen en de grond, en zelfs het water in de geul verdampte.” Niets bleef er over, niet eens de stenen van het altaar. Hoe reageerde het volk op wat de Heer had gedaan? Vers 39 zegt dat “Toen het volk dat zag, wierp het zich voorover en zei: ‘Alleen de Heer is God, alleen de Heer!’” door wat de Heer had gedaan, geloofde het volk dat de Heer God was en niet Baäl. In gehoorzaamheid aan Elia, doodde het volk de slechte profeten van Baäl. Deze profeten verdienden het om te sterven, omdat ze slechte afgodendienaars waren, en het Oude Testament gaf het gebod dat iedere afgodendienaar in Israël gedood moest worden.

7




CRÈCHELES De slechte koning Achab en de boze koningin Izebel hielden niet van God en zorgden slecht voor het volk. Het ging niet goed met Gods volk. Koning Achab bouwde een tempel. Maar niet voor God. In deze tempel stond een stuk steen met een tekening van een man erop. Koningin Izebel en haar knechten noemden hem Baäl. “Baäl, wilt u het laten regenen?” vroegen ze aan het beeld. Of:”Wilt u het alstublieft niet laten stormen?” Maar Baäl was alleen maar een blok steen. Hij leefde niet. Hij kon niks.

Maar de hele dag scheen de zon. En de dagen erna scheen de zon, dag in dag uit. Dagen, weken, maanden gingen voorbij zonder een druppel regen. De mensen begonnen zich echt zorgen te maken. Als het niet regent, groeit er niets. Als het niet regent, is er straks geen water om te drinken. De planten hingen slap en gingen dood; straks zou er geen eten meer zijn! Koning Achab was nu heel erg boos. “Het is de schuld van Elia!” zei hij. “Als ik hem vind, maak ik hem dood.” Maar hij kon Elia nergens vinden. Toen zei God tegen Elia: “Ga naar de koning, Ik zal het laten regenen.” Elia deed wat God van hem vroeg en ging naar koning Achab. Hij zei tegen Achab: “Als u naar de Here had geluisterd in plaats van naar dat blok steen dat u Baäl noemt, zou er helemaal geen ellende zijn!” Daarna zei Elia: “Roep maar gauw iedereen bij elkaar – dan zullen we zien wie de echte God is.”

Maar daarna was Elia aan de beurt. Ook hij maakte een hoopje stenen en legde daar wat hout op en een stier. Omdat Elia wou laten zien hoe machtig God wel was, maakte hij zijn offer helemaal nat met water. Dit zou normaal gezien niet kunnen branden. Nadat hij dat had gedaan bad hij tot God en vroeg aan Hem of Hij wou laten zien aan Zijn volk dat Hij de enige echte God is. Op hetzelfde moment kwam er vuur. Het zette het natte hout in brand; het schroeide het natte vlees en verbrandde zelfs de stenen. De mensen zagen nu dat God echt wel de enige God is en dat Hij heel machtig is. Ze knielden allemaal op de grond en riepen: “De Here is God! De enige echte God.” Toen liet de Here het regenen, eindelijk. Drie jaren van honger en dorst waren voorbij.


Geheel het volk Israël kwam naar Elia om te zien wat er allemaal zou gaan gebeuren. Elia zei tegen hen: “Je kunt niet volk van God zijn en volk van Baäl, jullie moeten kiezen welke god jullie willen gehoorzamen.” Toen zei hij: “Laten we eens zien welke god de echte is. Maken jullie maar een offer voor Baäl, dan zal ik een offer maken voor de echte God. De offers mogen niet in brand gestoken worden. Dat moeten de goden zelf doen.” En zo gebeurde het. Achab en zijn profeten maakten een offer voor Baäl en dansten en zonden voor hun god. Ze vroegen aan hem of hij het offer in brand wou steken, maar er gebeurde niets. Een hele voormiddag waren ze druk bezig met geroep, getier, gedans en gezang, maar er gebeurde niets. Baäl was duidelijk geen echte god.

8


De profeet Elia moest naar koning Achab met een boodschap van God. “U denkt dat Baäl alles afweet van het weer”, zei Elia. “Mis! De Here is de baas over het weer. En de Here zegt: ‘Het blijft droog – er komt geen druppel regen voordat Ik het zeg.’ Let maar eens op.” Koning Achab geloofde er niets van.



Schrijf bovenaan het bord het memorie vers. Verdeel de kinderen in twee groepen en laat hen in een rij staan aan de andere kant van het lokaal. Op jouw teken gaat een kind van elke groep naar het bord rennen en een woord van het vers opschrijven. Hij gaat dan terug in de rij staan en geeft de stift aan de volgende persoon. De groep herhaalt eerst de woorden die op het bord staan. Dan mag de volgende persoon naar het bord, het volgende woord opschrijven, terugkeren naar de rij waar een ieder weer de geschreven woorden herhaalt. Herhaal dit proces totdat het hele vers compleet is. Heb een beloning voor de snelste groep. Variatie: speel een spelletje met de kinderen (B.V. ‘zakdoekje leggen.’). Maar in plaats van het rijmpje van het spelletje op te noemen, noemt het kind het vers op. Help hen eventueel door het samen op te zeggen. Voor jongere kinderen kan ook alleen het laatste gedeelte van het vers gebruikt worden, “Ik zal je het koninkrijk afnemen en het aan een van je dienaren geven.”

IJSBREKERTJES

Aanbidding vanuit het hart Onze harten zijn de zetel van onze verlangens, gedachten, overtuigingen en plannen. Iets aanbidden is het geven van ons hart aan dat ding (Ez.14:5). Onze verlangens, gedachten, overtuigingen en plannen zijn toegewijd aan de voorwerpen van onze aanbidding. Laat de kinderen verscheidene afbeeldingen en voorwerpen zien die dingen voorstellen die de aandacht van ons hart kunnen krijgen. Vraag hen om te besluiten welke van deze dingen goed zijn en welke slechte dingen zijn om ons hart hier aan toe te laten wijden – bijvoorbeeld, televisie, speelgoed, spelletjes, de Bijbel, God, kerk, vrienden, familie en snoepgoed. Israel aanbad afgoden voor zo een lange tijd, dat ze verward geworden waren en niet langer weker waren aan wie ze hun hart moesten toewijden. Vandaag zien we hoe God hun aandacht terug naar Hem kreeg. Echt? Er zijn vele dingen in ons leven die gemaakt zijn om echt te lijken, maar het niet zijn. Neem enige namaak voorwerpen mee (plastieken planten, plastiek fruit, plastieken goud, plastieken keien, etc.). Hoe kun je dit onderscheiden van het echt? Je zult een aantal testen moeten doen om de echtheid te kunnen bepalen (door er in te bijten, aan te raken, er op te kloppen, etc.). Laat enkele kinderen deze testen proberen te doen. Een buigen onbreekbare meetlat kan een geschikt voorbeeld zijn. Alleen het echte product kan omgebogen


God is oppermachtig Het woord oppermachtig verwijst naar iets dat het grootst, hoogst of het best is in een bepaalde categorie of dat in verband staat met een bepaald karakter. Maak plezier met de kinderen door hun kennis te testen van “tst.” Het grootste zoogdier, het hoogste dier, het snelste landdier, de sterkste man, etc. Het grootste dier is niet altijd het snelst en het hoogst. Je kunt normaal gezien alleen een “tst” zijn op een bepaalde manier. Stel je eens iemand voor die het grootst, snelst, sterkst, meest intelligent, wijste, enzovoort is. Deze iemand zou onze God zijn. Hij is oppermachtig, weergaloos in al Zijn kwaliteiten. Hij is zoveel beter dat we ons zelf niet eens met Hem kunnen vergelijken. Hij is als niets anders in de gehele schepping. Vraag de kinderen om een aantal kwaliteiten op te noemen dat God compleet anders maakt van enig geschapen ding.

9


Laat enkele kinderen proberen het vers op te zeggen. Weten ze nog wat het vers betekent? (zie voor uitleg memorievers Koningen Les 1).

worden zonder te breken. Vandaag zullen we leren over een test die God aan Zijn volk gaf, zodat ze konden weten dat Hij de echte God was en dat alle andere goden namaak waren.

Manieren om God te aanbidden Stel de kinderen de volgende vragen: Hoe aanbid je God? Moeten we onze handen vouwen en onze hoofden buigen? Leg uit dat dit een manier is om God te aanbidden. Maar we kunnen God ook aanbidden terwijl we rechtstaan, zitten of knielen. Waar God belang aan hecht in aanbidding is ons hart. Hebben we God lief en bewonderen we Hem in ons hart? We kunnen God aanbidden voor de dingen die we in de Bijbel tegenkomen en voor Zijn wonderlijke schepping. We kunnen Hem zelfs aanbidden voor het geven van een broer of zus. Laten we God vertellen hoe groot Hij is.

KNUTSELWERKJES Laat het regenen Geef elk kind een kopie van het blad “Laat het regenen.” Laat hen wattenbolletjes rond de rand van de wolk plakken, zodat het vers zichtbaar blijft. Laat hen lijm doen op de plaatsen waar ze regen willen hebben, besprenkel de lijm daarna met zilverglitter. Laat de lijm drogen.

Valse god Baäl, valse god Baäl. Slaapt gij nog, slaapt gij nog? Is hij aan het slapen, is hij aan het denken? Valse god Baäl, valse god Baäl. Nooit aan ’t slapen, nooit aan ’t slapen. De Heer is God, de Heer is God. Hij stuurt vuur. Hij stuurt regen. De Heer is God, de Heer is God.


“De Heer is God” boekenlegger Gedurende de les kun je het volgende liedje leren aan de kinderen. Dit liedje kan mee naar huis genomen worden op een boekenlegger, zodat de ouders het kunnen horen. Het kan gezonden worden op de wijs van “Broeder Jacob.” Om de boekenlegger te maken knip je langs de dikke lijnen en een gat in de bovenkant te maken. Doe hier een stuk garen doorheen.


Dat is nog eens een brand De les vandaag laat zien hoe zelfs rotsen, nat hout en stof gebruikt kan worden om een vuur te maken als God betrokken is. Neem verschillende voorwerpen mee en bespreek met de kinderen welke zal branden en welke niet. Vraag welke nog steeds zal branden nadat je het in water hebt ondergedompeld. Om dit te tonen aan de kinderen kan een lucifer genomen worden en in het water ondergedompeld worden. Neem voorwerpen die zeker niet zullen branden en doe deze in een kom en vul deze met water. Wat zou deze voorwerpen kunnen doen laten branden? Vandaag zullen we het gaan weten.

10



LAAT HET REGENEN

11

De Heer is God

De Heer is God

De Heer is God

(op de melodie van ‘broeder Jakob’)



Valse god Baäl, valse god Baäl. Slaapt gij nog, slaapt gij nog? Is hij aan het slapen, is hij aan het denken? Valse god Baäl, valse god Baäl.




Nooit aan ’t slapen, nooit aan ’t slapen. De Heer is God, de Heer is God. Hij stuurt vuur. Hij stuurt regen. De Heer is God, de Heer is God.





De Heer is God (op de melodie van ‘broeder Jakob’)


DE HEER IS GOD (BOEKENLEGGER)

12

ELIA EN DE PROFETEN VAN BAÄL (HANDREIKING KINDEREN) 1 KONINGEN 17:1; 18:17-46



Sssst… MIJN EIGEN STILLE TIJD

Elia zei tegen Achab dat het gedurende drie jaren niet zou ___________ (1 Kon.17:1).

 God stuurde geen regen omdat Israël de geboden van de Heer __________ zich neer had gelegd en Baäl was __________ (1 Kon.18:18).  Hoeveel profeten had Baäl? ____________________________________  Elia stelde een uitdaging voor aan Israël om te bewijzen dat ___________ echt was.

steken.  REGEN 

 VUUR

 SNEEUW

 HAGEL

Beantwoordde Baäl het hulpgeroep van het volk? __________________

 Stak de Heer het brandoffer van Elia in brand zoals Hij had beloofd? ____  Het volk riep: “________________________________________” (18:39). (Vraag aan je papa en/of mama of jouw antwoorden juist zijn!)


 De echte God zou __________ sturen om het brandoffer in brand te




13



KLEURPLAAT 1

14



KLEURPLAAT 2

15

KERN VAN DE LES DOELSTELLINGEN VAN DE LES MEMORIEVERS TOEPASSINGEN VOLGENDE WEEK 1 KONINGEN 17:1; 18:17-46

Recommend Documents