1 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen in de Bouw
© 2012 KPMG Advisory N.V.
2 | Kengetallen in de Bouw
Inhoudsopgave
03 04 09 16 Introductie
© 2012 KPMG Advisory N.V.
Een blijvend lager volume in onzeker Europa
Optimalisering van de financiële functie
De woningmarkt
5
De Kosten van de financiële functie
De utiliteitsmarkt
6
Effectiviteit van financiële Beheersmaatregelen
De inframarkt
7
Publiek Private Samenwerking
8
De kengetallen Kengetallen bouwbedrijven 17
Over KPMG
30
12
Kengetallen ingenieurs
21
Contact Informatie
31
Werking ERP systeem
13
Kengetallen installateurs
25
Ontwikkeling van de financiële functie
14
Begrippenlijst 29
Het beheer van werkkapitaal
15
10
3 | Kengetallen in de Bouw
Introductie In juni 2012 heeft Euroconstruct voor de vierde keer op rij haar prognoses van de bouwproductie in Europa negatief bijgesteld. Voor 2013 en 2014 zijn de voorspellingen somber. Op zijn best wordt geen verdere daling van het bouwvolume verwacht in een zeer onzekere markt. In plaats van te rekenen op herstel lijkt het beter om de nieuwe realiteit te accepteren zoals deze is. Consumenten, banken en overheden hebben hoge schulden en daardoor zeer beperkte investeringsruimte. De leegstand in de kantorenmarkt in Nederland loopt naar verwachting nog verder op en de grootste impuls uit het stimuleringspakket voor de Infra lijkt achter de rug. De vraag naar bouwoplossingen is sinds 2008 verminderd en blijvend veranderd. De Nederlandse bouw ontwikkelt zich van een sector die vooral gericht is geweest op nieuwbouw naar een sector gericht op onderhoud, renovatie en transformatie. Met minder ruimte voor groei, en des te meer ruimte voor vernieuwing.
Een overzicht van de markt en haar prognoses kan behulpzaam zijn bij het maken van deze keuzes. In deze publicatie van Kengetallen in de Bouw gaan we in op de meest actuele marktanalyses van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en Euroconstruct. Deze tonen de specifieke ontwikkelingen in de verschillende deelsegmenten in Europa en Nederland. Hierbij gaan we ook in op de markt voor PPS. Daarna richten we ons op de interne uitdagingen in de bedrijfsvoering. We laten op basis van eigen onderzoek zien hoe in de sector wordt aangekeken tegen de financiële functie en vooral het beheer van werkkapitaal en hoe daarbij verbeteringen te realiseren zijn. In aansluiting hierop tonen we de kengetallen waarmee een overzicht wordt gegeven van de resultaten van de grootste bouwers, installateurs en ingenieurs in Nederland die recent hun jaarcijfers over 2011 hebben gepubliceerd.
Daarnaast hebben sommige ondernemingen in de sector te maken met waardedalingen van hun grondposities. Deze afwaarderingen zetten het resultaat nog eens extra onder druk. Het Bouwteam onder leiding van de heer Van Oosten spreekt in dit kader over een dubbelopgave. De effecten van de crises moeten worden verwerkt terwijl op tal van punten een omslag moet worden gemaakt. Het is zaak om intern het huis op orde te hebben en marktfocus aan te brengen die past bij de competenties van het bedrijf.
De bouw is voor KPMG een belangrijke sector. Niet alleen in goede, maar ook in zwaardere marktomstandigheden zijn en blijven wij uw partner met audit en advieswerkzaamheden. Indien u daar prijs op stelt komen wij naar aanleiding van deze publicatie graag bij u langs om onze bevindingen en inzichten met u te bespreken.
Om de onzekerheid te lijf te gaan is vooral de politiek in Nederland en Europa aan zet. Een eventueel openbreken van de Eurozone zal naar onze inschatting veel impactvoller zijn dan het failliet van Lehman Brothers in september 2008. Geen halfbakken, maar een al omvattende aanpak is nodig.
Pieter van der Zwet Segmentleider Building & Construction
Voor de sector zelf is stilzitten en afwachten tot het beter wordt geen optie. De capaciteit moet worden aangepast aan de nieuwe marktomstandigheid. Er moeten keuzes worden gemaakt. Marktaandeel kopen of juist afstoten? Verder integreren of juist decentraliseren? Outsourcen of zelfdoen? Specialiseren of prijsvechten? En met welke diensten in welke markten te opereren?
© 2012 KPMG Advisory N.V.
4 | Kengetallen in de Bouw
Een blijvend lager volume in onzeker Europa Op vrijdag 15 juni presenteerde Euroconstruct in Londen haar halfjaarlijkse prognoses van de economische ontwikkelingen in Europa. Hiervoor zijn de resultaten van de bouwproductie in 19 landen geanalyseerd. Er werd een somber beeld gepresenteerd waarbij op zijn vroegst een licht herstel in 2014 werd voorspeld. Met stagnatie van het huidige volume in 2012. Overall heeft de sector in Europa erg veel last van de steeds striktere bezuinigingsmaatregelen van overheden en financieringsbeperkingen bij banken. Waar eerder hoopvol werd uitgezien naar herstel op de korte termijn ontstaat inmiddels het beeld dat de sector zich zal moeten aanpassen aan een voorlopig blijvend lager productievolume. Bijgestelde prognose productievolume Euroconstruct Index 2008 = 100 (volume)
105 100 95 90 85 80 75
2008
2009
2010
2011
EC June 2010, Dublin EC June 2011, Helsinki EC June 2012, United Kingdom Grafiek 1 Bron Euroconstruct en Experian (15 juni 2012 Londen).
© 2012 KPMG Advisory N.V.
2012
2013
EC December 2010, Budapest EC November 2011, Paris
2014
5 | Kengetallen in de Bouw
De woningmarkt De woningmarkt laat in Europa een flinke verschuiving van nieuwbouw naar onderhoud en renovatie zien. Terwijl de totale woningmarkt in volume is gedaald, is daarbinnen de omvang van het renovatiewerk op niveau gebleven. Het aandeel van het renovatie- en onderhoudswerk in de woningmarkt is daarmee naar ruim 60% gestegen in de afgelopen vijf jaar. Sinds 2006 is de nieuwbouw van woningen in Europa met gemiddeld ruim 35% gedaald. Waarbij tussen de verschillende landen in Europa overigens grote verschillen bestaan. We verwachten dat deze ontwikkeling van nieuwbouw naar onderhoud, renovatie en transformatie zich de komende jaren in Nederland voor de gehele bouwsector zal doorzetten. Veel van de infrastructuur, kantoren en woningen die we in Nederland de komende jaren nodig hebben lijkt al aanwezig. Maar ze voldoen niet meer aan de huidige behoeften en duurzaamheidambities. Marked shift towards renovation Billion euro
% share 100%
800 700
90%
600
80%
500
70%
400 60% 300 50%
200
40%
100 0
2003 2004 2005
Renovation
2006 2007 2008
New
2009
2010
Renovation %
Grafiek 2 Bron 73rd Euroconstruct Coference -London 15 june 2012
© 2012 KPMG Advisory N.V.
2011
2012
New %
2013
2014
30%
Overheidsmaatregelen die meer ambitieuze duurzaamheideisen stellen aan de bestaande voorraad woningen zou de renovatiemarkt op de korte termijn verder kunnen versterken. Tussen 2012 en 2014 doet Nederland het in de woningmarkt ten opzichte van de rest van Europa niet best. Noorwegen en Duitsland kennen de beste prognoses.
% changes
Forecast
Outlook
Country
2012
2013
2014
2012-2014
Norway
3,5
6,5
6,1
16,9
Germany
3,5
3,4
2,4
9,6
Switzerland
4,3
0,9
1,1
6,3
Hungary
-4,7
2,8
7,8
5,6
United Kingdom
-1,9
1,7
5,6
5,3
Poland
2,0
-0,3
2,9
4,6
Denmark
2,6
0,6
0,7
4,0
France
2,1
0,1
1,4
3,7
Austria
0,9
0,9
0,8
2,5
Slovak Republic
-3,1
1,3
4,0
2,1
Sweden
-7,8
6,1
4,3
2,0
Italy
-1,3
0,2
1,7
0,6
Finland
-2,2
-1,4
3,7
0,0
Netherlands
-5,0
-0,6
4,0
-1,8
Belgium
-7,0
3,5
-0,6
-4,2
Czech Republic
-5,7
-2,3
2,2
-5,8
Spain
-10,9
-5,5
0,3
-15,6
Portugal
-13,3
-3,9
0,6
-16,3
Ireland
-22,5
-5,2
5,0
-22,9
Tabel 1 Bron: 73rd Euroconstruct Coference -London 15 june 2012
6 | Kengetallen in de Bouw
De utiliteitsmarkt Euroconstruct verwacht voor het totale nieuwbouwvolume van de utiliteitsmarkt tussen 2012 en 2014 in Europa weinig beweging. Het niveau blijft op ongeveer 77% van wat het was in 2008. Voor onderhoud en renovatie wordt in die periode een kleine groei van 2,5% verwacht. De verschillen tussen de diverse deelsegmenten binnen de utiliteitsmarkt zijn, ook in Nederland, aanzienlijk. De nieuwbouw in de Nederlandse utiliteitsmarkt lijkt
volgens Euroconstruct voor de komende twee jaar het meest aantrekkelijk voor Opslag (+ 32%), Commercieel (+28%) en Zorg en Industrieel (+17%). De grootste daling in de nieuwbouw binnen de utiliteitsmarkt wordt voorzien in de Kantorenmarkt (-46%). Dit is gezien het relatief hoge leegstandspercentage in Nederland niet verwonderlijk.
Nieuwbouwvolume (Euroconstruct) 225 200 175 150 125 100 75 50 25 0 -25 -50 -75 d ds UK ublic ark den and any ruct stria pain and Italy gar y ance akia gal way land um e m S erl lgi Irelan erlan p n ol rm st Au Fr Slov ortu Nor Fin Be Re Den Sw P Ge con h Hu P t itz h e o w c r N S e Eu Cz l l A
Storage
Commercial
Grafiek 3 Bron Copenhagen Institute for Futures Studies
© 2012 KPMG Advisory N.V.
Health
Industrial
Office
7 | Kengetallen in de Bouw
De inframarkt Het volume van de grond, weg, en waterwerken bleef in Nederland de afgelopen jaren goed op niveau. Waar de utiliteitsmarkt en de woningmarkt sneller na 2008 werden geraakt bleef de inframarkt haar volume behouden. De stimuleringsmaatregelen van de overheid misten hun uitwerking niet. Maar de verwachting van Euroconstruct is dat tussen 2012 en 2014 het volume in deze markt met circa 3% zal dalen. Voor de inframarkt geldt dat deze voor nog circa 65% uit nieuwbouw bestaat. Growth in total civil engineering (value in %) 20 10 0 average -4,2%
-10 -20 -30 -40 -50 -60
a ar y r way UK mark vakia rland ance eden gium Italy any ustri land lands land ublic land ugal pain S Fr Sw Bel n Slo itze Po Rep Ire Port erm A Fin ther No G De h Sw Ne ec z C
ng
Hu
Grafiek 4 Bron 73rd Euroconstruct Coference -London 15 june 2012
Binnen de 19 betrokken landen lopen de ontwikkelingen in de inframarkt sterk uiteen. In Oost Europa zit de groei, West-Europa blijft op het huidige niveau en voor Zuid-Europa zijn de vooruitzichten negatief.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
8 | Kengetallen in de Bouw
Publiek Private Samenwerking Publiek Private Samenwerking (PPS) wordt wel aangeduid als het aantrekkelijke alternatief in tijden van crises. Maar de economische situatie lijkt toch ook vat te hebben op de omvang van PPS in Europa. Sinds 2006 zijn het aantal en de omvang van de PPS projecten in Europa teruggelopen. De enorme aanloopkosten en de druk op de eigen financiën maken dat deze vorm vooral voorbehouden blijft aan de grotere spelers in de markt. Hierbinnen zien wij wel een verschuiving plaatsvinden waarbij in plaats van alleen de grotere bouwers ook steeds meer ingenieurs en installateurs de leiding durven nemen in het aanbiedende consortium.
PPP by country in 1990-2011 (value in %)
19%
UK Spain
5% 49% 7%
France Estonia
8%
Development PPP projects in the EU
Portugal
Rest (+20) 12%
Number
Value (mln €)
160
35.000
140
30.000
120
Grafiek 6 Bron Oebele de Vries, Euroconstruct 2012 en European Investment Bank
PPP by type in 2010-2011 (value in %)
25.000
100
20.000
6%
80 15.000 60 10.000
40
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Number
0
Value
Grafiek 5 Bron Oebele de Vries, Euroconstruct 2012 en European Investment Bank
De UK is met afstand het land waarin de meeste PPS projecten plaatsvinden. Tussen 1990 en 2011 neemt dit land bijna 50% van het totale PPS-volume in Europa voor haar rekening. Gevolgd door Spanje met 22%. Ruim de helft van alle PPS projecten in Europa wordt besteed aan infrastructuur, 15% aan projecten in het Onderwijs en 14% in de Zorg. © 2012 KPMG Advisory N.V.
Tansport infracstructure
7%
Education 51%
14%
Health Public Services Security
5.000
20 0
4% 3%
Environment 15%
Telecom
Grafiek 7 Bron Oebele de Vries, Euroconstruct 2012 en European Investment Bank
Verhoudingsgewijs blijft de omvang van het aantal PPS-projecten in de Nederlandse markt beperkt. Het aandeel PPS-projecten van het totale bouwvolume in Nederland is minder dan 1%. Daar staat tegenover dat zowel de Rijksgebouwendienst als Rijkswaterstaat inmiddels een groot aantal PPS projecten zijn gestart, dan wel hebben aangekondigd. Hierdoor is onze verwachting dat het aandeel van PPS in het totale bouwvolume de komende vijf jaar flink zal stijgen.
9 | Kengetallen in de Bouw
Optimalisering van de financiële functie De marges in de sector zijn dun. Met één groot slechtlopend project kan het resultaat van de hele onderneming verdampen. Adequaat project- en risicomanagement zijn daarmee cruciaal voor een goed eindresultaat. Bij 9 van de 15 grootste bouwers van het land bleef de winstmarge in 2011 onder de 2%. Natuurlijk maakt ook de uitvoering van de financiële functie een belangrijk verschil. Een goed ingerichte financiële functie zorgt ervoor dat het primaire proces optimaal wordt ondersteund en dat management in staat is om op basis van betrouwbare en tijdige informatie de juiste beslissingen te nemen. In deze Kengetallen in de Bouw gaan we nader in op het verbeterpotentieel in de financiële functie. Onder een steekproef van financieel specialisten die werkzaam zijn bij de 75 grotere ondernemingen in de bouw (installateurs, ingenieurs, baggeraars en aannemers) hebben wij in de maanden mei en juni van 2012 een vragenlijst uitgezet. De bevindingen laten zien dat er veel belang wordt gehecht aan optimalisering van de financiële functie en bijvoorbeeld het beheer van werkkapitaal. Duidelijk wordt dat er flink wordt ingezet op verlaging van de algemene kosten en dat er voldoende ideeën zijn over hoe het werkkapitaalbeheer te verbeteren. Maar ook dat het aan executiekracht ontbreekt om deze gewenste verbeteringen daadwerkelijk te realiseren.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
10 | Kengetallen in de Bouw
De kosten van de financiële functie De respondenten geven aan dat de kosten voor de uitvoering van de financiële functie, voor technologie en personeel, tussen de 0,5 en 3% van de totale omzet van de onderneming bedragen. Op het eerste gezicht lijken deze percentages niet schrikbarend hoog. De bandbreedte tussen 0,5 en 3% is echter flink. In vergelijkbare industrieën zien wij gemiddelde percentages van rond de 1%. Ook de top van de sector laat zien dat het onder dit gemiddelde van 1% kan. Organisaties die hier boven zitten zouden zich kunnen afvragen of hun financiële functie op de meest efficiënte manier georganiseerd is.
1 ‘Financiele functie in de business’: dit gebied concentreert zich op die financiële activiteiten die een direct waardetoevoegend karakter hebben in het primaire proces. De focus ligt hierbij op het effectief organiseren van de financiële kennis in de business voor bijvoorbeeld investeringsbeslissingen of de financiële componenten van de klantpropositie; 2 ‘Functionele financiële gebieden’: Dit deelgebied concentreert zich op die financiële activiteiten die een meer specialistische kennis vereisen. De focus ligt hierbij op het vinden van de balans tussen centraal bundelen van expertise om risico’s te minimaliseren en het tegelijk decentraal voldoende krachtig op te kunnen treden;
Om de financiële functie in de bouw te optimaliseren zouden in onze visie met name de wat grotere ondernemingen in de sector de financiële functie kunnen inrichten naar drie deelgebieden:
Focus: kennis van de business Organisatievorm: gelijk aan de business structuur Waarde: Ondersteunen van business doelen
Focus: excelleren in de operatie Organisatievorm: procesgerichte structuur Waarde: leveren van efficiënte en effectieve financiële processen and systemen
• Investeringsprojecten • Beslissingsondersteuning • Waardetoevoegende • Belasting Diensten • Treasury • Onderhoud Aandeelhoudersrelatie • Wet- & Regelgeving Financiële • Pensioenen
functie in de business
Functionele financiële gebieden Financiële operatie
Het doel van financiële transformatie: • Management Informatie • Inkoop • Verkoop • Planning cyclus • Data Management • Vaste activa
© 2012 KPMG Advisory N.V.
Focus: diepe functionele expertise Organisatievorm: deels centraal en deels business – gerichte structuur Waarde: optimaliseren van financiële kennis; een balans zoeken tussen risico en controle
1. Verbeteren van de business ondersteuning bij het maximaliseren van de winst 2. Kostenbesparing op financiële activiteiten 3. Optimaliseren van specialistische financiële kennis binnen de organisatie
11 | Kengetallen in de Bouw
3 ‘Financiële Operatie’: Dit deelgebied concentreert zich op het zo kostenefficiënt mogelijk uitvoeren van de transactionele financiële activiteiten. De focus ligt hier op specialisatie binnen de processen welke moet leiden tot lagere transactiekosten voor de onderneming als geheel. De ingeschatte kosten, per FTE die werkzaam is in de financiële functie, wordt geraamd tussen de 55.000 en 70.000 EUR. Deze waarden wijken niet af van degemiddelde kosten in andere sectoren. De aantrekkingskracht op financieel talent zal voor de bouwsector op deze gronden niet groter zijn dan gemiddeld. Daarbij geeft men aan dat van het totaal aantal FTE’s binnen de onderneming 1 tot 5% van de medewerkers tot de financiële functie behoort. Een herindeling van de financiële functie zoals hierboven beschreven zal de gemiddelde kosten per FTE niet direct naar beneden brengen doordat vooral het aandeel waardetoevoegende activiteiten in het totaal wordt vergroot. Daarentegen kan een verdere optimalisatie van de financiële functie wel leiden to een lager percentage in het totaal en op die manier bijdragen aan een verdere verbetering van de kostenstructuur.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
Ruim 40% van de respondenten stelt dat voor het afgelopen jaar meer dan 6% reductie van de algemene kosten was gepland. Hierbij geeft 34% van het totaal aan dat deze beoogde kostenreductie in het voorgaande jaar ook daadwerkelijk is gerealiseerd. Juist in een periode van laagconjunctuur zou te verwachten zijn dat kostenbesparende projecten ook werkelijk tot een succesvol einde kunnen worden gebracht. Voor het komende jaar geeft een derde aan dat zelfs meer dan 8% reductie van de algemene kosten staat gepland. Een enorme ambitie gezien het feit dat de eerder voorgenomen kostenreductie slechts beperkt is gerealiseerd. Als reden voor het niet realiseren van de gewenste kostenreductie wijzen veel specialisten naar het feit dat het management te weinig aandacht zou besteden aan de verbeterinitiatieven. Om de huidige ambitie van 8% te halen lijkt grotere betrokkenheid vanuit het management cruciaal.
12 | Kengetallen in de Bouw
Effectiviteit van financiële beheersmaatregelen Een ruime meerderheid (58%) stelt dat de financiële beheersmaatregelen in de organisatie bekend zijn. Een aanzienlijke 42% twijfelt aan de mate waarin deze beheersmaatregelen bekend zijn. Een kwart twijfelt over de effectiviteit van de beheersmaatregelen. Een verdere standaardisatie van processen en ondersteunende systemen zouden de kosten voor de transactionele financiële activiteiten aanzienlijk terug kunnen brengen. Naast het directe kosten aspect wordt door deze diversiteit aan beheersystemen het bevorderen van de kwaliteit als moeilijk ervaren. Een lagere kwaliteit uit zich niet alleen in
kostenverhogende herstel inspanningen, maar ook in hogere foutpercentages waarvan de nadelige gevolgen niet altijd tijdig worden opgemerkt. In de toelichting geven de respondenten desgevraagd toe dat de niet verbonden ERP systemen onvoldoende oplossingen bieden voor de gewenste informatievoorziening en dat hiertoe vaak specifieke maatwerkoplossingen zijn uitgewerkt. Waar dit maatwerk niet geïmplementeerd is, wordt de financiële- en business informatie nog handmatig bewerkt om het gewenste totaal overzicht te krijgen. De effectiviteit van de financiële beheersmaatregelen 100% 90%
16,7%
16,7%
16,7%
80% 70% 60%
33,3%
25,0%
50% 40%
8,3%
58,3% 25,0%
41,7%
30% 20% 10% 0%
16,7% 8,3% De efficiency van de financiële functie wordt periodiek gemeten d.m.v. prestatie-indicatoren (KPI’s)
Grafiek 8
© 2012 KPMG Advisory N.V.
16,7%
16,7%
De financiële beheersmaatregelen zijn in de organisatie bekend
De financiële beheersmaatregelen zijn in de organisatie effectief
Helemaal mee eens
Neutraal
Mee eens
Mee oneens
Helemaal mee oneens
13 | Kengetallen in de Bouw
Werking ERP systeem Een kleine 60% van de deelnemende ondernemingen beschikt over één goed functionerend ERP systeem voor de financiële administratie. In toelichtingen hierop wordt wel gesteld dat er meerdere systemen bestaan die niet allemaal gekoppeld zijn. Door deze diversiteit aan beheersingssystemen wordt het bevorderen van de kwaliteit als moeilijker ervaren. Daarnaast wordt in deze toelichting aangegeven dat het ERP systeem onvoldoende oplossingen biedt voor de gewenste informatievoorziening en dat hiertoe specifieke maatwerkoplossingen zijn uitgewerkt. Als gevolg van een slechte aansluiting tussen systemen erkent ruim de helft (55%) dat er in de financiële administratie tussenrekeningen zijn die nog uitgezocht moeten worden. Ruim 20% stelt dat er sprake is van, al dan niet grote, achterstanden en vervuilde databases. Primary color
Er is sprake van één goed functionerend ERP systeem voor de finaniële functie Supporting blue color
17%
Uitzoeken tussenrekeningen
25%
Vervuilde databases Achterstanden
Secondary colors
ERP biedt onvoldoende oplossingen Meerdere databases 17%
41%
Goed, volledig en tijdig afsluitproces Koppeling ontbreekt tussen de diverse beheerssystemen
Helemaal mee eens
Neutraal
Mee eens
Mee oneens
Gebrekkige informatievoorzieningen 0
1
2
3
Aantal respondenten Grafiek 9
© 2012 KPMG Advisory N.V.
4
5
14 | Kengetallen in de Bouw
Ontwikkeling van de financiële functie Optimale uitvoering van de financiële functie kan niet zonder de juiste technologie. Echter de toepassing van de technologie wordt bepaald door de mensen die ermee werken. Slechts de helft van de respondenten geeft aan dat de samenstelling van de financiële functie past bij de aard van de werkzaamheden. Kijkend naar de ontwikkelingen van de financiële functie dan geeft slechts 33,3% van de bedrijven aan dat het management voldoende tijd heeft voor het ontwikkelen en uitvoeren van organisatorische verbeteringen m.b.t. de financiële functie. Verder stelt
tweederde dat de medewerkers voldoen aan het vereiste niveau dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden van de financiële functie. Indien men serieus nastreeft de eerder genoemde kostenreductie van 8% te willen realiseren, lijken een verdere heroriëntering van activiteiten, een verbeterde technische ondersteuning, meer betrokkenheid vanuit de leiding en de samenstelling en deskundigheid van de medewerkers belangrijke verbeterpunten voor de nabije toekomst.
Ontwikkeling van de financiële functie 100% 80%
33,3%
60% 40%
25,0%
30% 20%
25,0%
41,7%
70% 50%
8,3%
16,7%
90%
58,3% 50,0%
33,3%
10%
8,3%
0% Het management heeft voldoende tijd om organisatorische verbeteringen m.b.t. de financiële functie te ontwikkelen en uit te voeren Helemaal mee eens
Grafiek 10
© 2012 KPMG Advisory N.V.
De samenstelling van de medewerkers van de financiële functie sluit aan bij de aard van de werkzaamheden Mee eens
Het niveau van de medewerkers van de financiële functie sluit aan bij het niveau van de werkzaamheden
Neutraal
Mee oneens
15 | Kengetallen in de Bouw
Het beheer van werkkapitaal Bij ruim 40% van de respondenten is het beheer van werkkapitaal vanuit de financiële functie topprioriteit nummer 1. Bij de overgrote meerderheid (ruim 80%) staat de aandacht voor werkkapitaal in de top 3 van meest belangrijke thema’s. Als belangrijkste reden om aandacht te besteden aan werkkapitaal worden vooral het verlagen van de schuldenlast genoemd, en het versterken van de eigen financiële positie.
Het Inningsproces kenmerkt zich door: Een re-actieve aanpak van problemen Een pro-actieve aanpak van problemen Gestandaardiseerde aanmaningsprocedures Gedifferentieerde aanmaningsprocedures afhankelijk van de klant
Onze respondenten noemden drie belangrijke oorzaken van een te hoog werkkapitaalbeslag. Allereerst wordt dit geweten aan contractuele afspraken die hoge Onder Handen Werk in de hand werken. Daarnaast wordt genoemd dat collega’s door een gebrek aan discipline te laat factureren. Een even belangrijke oorzaak is volgens de respondenten gelegen bij de klanten die eenzijdig de betaaltermijnen verlengen.
Informele klantsegmentatie Inbedding van het werkkapitaalproces 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Grafiek 12
Wat zijn de drie belangrijkste factoren die een negatieve impact (kunnen) hebben op het werkkapitaalbeslag van uw organisatie? Gebrek aan kennis van werkkapitaalmanagement Hoge OHW posities door contractuele afspraken Het te laat uitfactureren van OHW
Ruim 40% van de deelnemers aan het onderzoek stelt dat het management naast de eigen werkzaamheden onvoldoende tijd heeft om organisatorische verbeteringen door te voeren. Een derde van de respondenten is van mening dat het probleem van de beperkte effectiviteit van de beheersmaatregelen vooral gelegen is in een gebrek aan toezicht en discipline. Ruim 80% meent dat de formele processen rondom het inkoop en facturatieproces wel aanwezig zijn.
als gevolg van een gebrek aan discipline
Samenvattend kunnen we concluderen dat er in de bouw met betrekking tot het beheer van het werkkapitaal een aanzienlijk verbeterpotentieel bestaat. Een derde constateert een gebrek aan discipline en toezicht en een gebrekkig inzicht in de status van het werkkapitaal. De helft stelt dat er betere beheersmaatregelen getroffen kunnen worden en bij nog eens 40% zou het management effectiever zijn invloed kunnen laten gelden.
Leveranciers die kortere betaaltermijnen eisen Financiële problemen bij klanten Klanten die de betaaltermijnen verlengen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Grafiek 11
Het inningsproces lijkt zich vooral te kenmerken door een pro-actieve aanpak van problemen en gedifferentieerde aanmaningsprocedures, afhankelijk van de klant. Over de stand van zaken van de huidige beheersmaatregelen oordeelt ruim 40% dat er nauwkeurige beheersmaatregelen aanwezig zijn. Daarnaast stelt de helft dat er ‘enkele’ beheersingsmaatregelen aanwezig zijn. En tweederde stelt dat er volledig en actueel inzicht bestaat in de status en ontwikkeling van het werkkapitaal.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
Dit terwijl in onze ervaring de business case voor het optimaliseren van werkkapitaal, overduidelijk is. Het maken van sterke contractuele afspraken en gestructureerd, consequent en op het juiste moment incasseren zorgt voor een beter incassoresultaat, resulterend in rentevoordeel. Hierbij dient de vraag zich aan of de veelal decentraal georganiseerde bouwsector niet verder zou kunnen verbeteren door een meer centrale sturing op facturatie en incasso. De decentrale organisatie kan eenvoudig verschillende interpretaties van werkwijzen en richtlijnen met zich meebrengen. Effectieve decentrale aansturing vraagt in ieder geval om scherpe en actuele managementinformatie op centraal en decentraal niveau om te kunnen bijsturen waar nodig. Uiteindelijk kan het decentrale primaire proces hiermee beter worden ondersteund en ontzorgd waardoor het zich nog beter op de verkoop en uitvoering kan richten.
16 | Kengetallen in de Bouw
De kengetallen We hebben van de grotere ondernemingen in de sector de kengetallen op een rij gezet. Deze kengetallen zijn herleid uit de gepubliceerde jaarcijfers over 2010 en 2011. De kengetallen bevatten de financiële cijfers van de 15 grotere bouwondernemingen, 6 ingenieurs en 5 installateurs. We hebben ons bij de selectie van deze organisaties gebaseerd op het jaaroverzicht van de Cobouw 50 en op de beschikbaarheid van de data per half juni 2012. Binnen deze groepen zijn er organisaties die rapporteren volgens IFRS en Dutch Gaap. Als in enig jaar een stelselwijziging of andere wijziging is doorgevoerd waarvan de impact in de vergelijkende cijfers is verwerkt, dan zijn in deze publicatie de aangepaste vergelijkende cijfers opgenomen. We realiseren ons dat de betrokken organisaties in verschillende deelsegmenten met verschillende producten en diensten actief zijn. Daarnaast hebben enkele fusies en overnames plaatsgevonden in 2010 en 2011, bijvoorbeeld Strukton/ Oranjewoud en Boskalis/MNO-Vervat. Dit heeft, gecombineerd
© 2012 KPMG Advisory N.V.
met het verschil in verslagleggingsregels, vanzelfsprekend invloed op de vergelijkbaarheid van de cijfers. We menen desalniettemin dat de overzichten waardevolle benchmarkgegevens bieden en nuttig kunnen zijn bij het stellen van eigen verbeterambities. De kengetallen laten zien dat de schuldposities van de betrokken ondernemingen in de sector in 2011, ten opzichte van 2010, niet verder toegenomen zijn . De schuldposities zijn ook niet sterk gedaald. Met een eventuele verdere krimp van de markt en druk op de resultaten wordt de relatieve schuldpositie er niet beter op. Afhankelijk van de overeengekomen bankconvenanten of herfinancieringsvereisten kan bij een lager operationeel resultaat bij sommige ondernemingen flinke druk ontstaan. Vooral indien deze ondernemingen de waarde van bepaalde projecten, eigendommen of grondposities in 2012 verder zien dalen.
17 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen bouwbedrijven
zorgen deze 15 grotere bouwbedrijven voor bijna de helft van het totale productievolume in de bouw in Nederland. Koninklijke BAM Groep heeft met zijn bedrijfsopbrengsten van 7,9 miljard euro (circa 30%) het grootste aandeel in de totale bedrijfsopbrengsten.
Bedrijfsomvang De bedrijfsopbrengsten van de 15 bouwbedrijven zijn in vergelijking met 2010 in 2011 met 1,1 miljard euro toegenomen tot 26,4 miljard euro, een groei van circa 4%. Overall IFRS Balanstotaal
Aantal FTE’s
Orderportefeuille (E000)
Orderportefeuille t.o.v. omzet in %
Bedrijfsomvang
Bedrijfsopbrengsten 2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Koninklijke BAM Groep
7.920.108
7.610.742
7.218.078
7.133.847
26.639
26.840
10.400.000
12.100.000
131%
159%
Koninklijke VolkerWessels Stevin
4.712.510
4.185.164
3.578.769
3.447.341
15.996
16.551
5.484.000
5.128.000
116%
123%
Koninklijke Boskalis Westminster
2.801.037
2.674.439
4.673.670
4.315.253
13.935
13.832
3.489.000
3.248.000
125%
121%
Heijmans
2.361.337
2.680.427
1.553.556
1.620.404
8.341
8.426
2.192.000
2.188.000
93%
82%
Ballast Nedam
1.382.000
1.359.000
941.000
1.084.000
3.861
3.763
1.950.000
1.841.000
141%
135%
Tabel 2 Dutch GAAP Balanstotaal
Aantal FTE’s
Orderportefeuille (E000)
Orderportefeuille t.o.v. omzet in %
Bedrijfsomvang
Bedrijfsopbrengsten 2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
TBI Holdings
2.171.952
2.023.851
1.088.158
1.051.456
8.498
8.736
2.394.000
2.796.000
110%
138%
Van Oord
1.714.960
1.578.347
2.229.666
2.016.893
4.869
4.282
1.694.000
1.856.000
99%
118%
Dura Vermeer
1.164.351
1.101.134
530.596
508.590
2.763
2.816
1.593.000
1.844.000
137%
167%
Van Wijnen Holding
635.232
659.037
344.461
317.619
1.605
1.639
950.000
1.156.000
150%
175%
Joh. Mourik & Co. Holding
415.731
409.133
328.284
303.501
2.027
1.996
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Janssen De Jong
357.576
379.658
235.986
238.537
1.395
1.494
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Hurks Groep
264.783
220.890
152.347
129.375
802
819
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Plegt-Vos bouwgroep
211.414
150.551
45.734
57.085
526
580
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Trebbe Groep
168.613
178.717
44.228
44.072
350
379
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
M.J. de Nijs en Zonen
156.676
156.033
70.089
55.441
243
247
185.785
125.231
119%
80%
Tabel 3 Van de 15 bouwbedrijven zijn er 11 die een stijging hebben laten zien in hun bedrijfsopbrengsten. Koninklijke VolkerWessels Stevin toont met een stijging van 527 miljoen euro de grootste stijging van de totale bedrijfsopbrengsten. Heijmans laat met 319 miljoen euro de grootste daling zien. © 2012 KPMG Advisory N.V.
De totale orderportefeuille is met 2 miljard euro gedaald tot circa 30 miljard, de orderportefeuille laat hiermee een negatieve trend van 6% zien. De totale orderportefeuille was in 2010 nog circa 134% van de totale bedrijfsopbrengsten, in 2011 is dit gedaald tot 121%.
18 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen bouwbedrijven Winstgevendheid In 2011 is de totale nettowinst van de 15 bouwbedrijven toegenomen met circa 14 miljoen euro. IFRS Winstgevendheid
EBITDA in % van bedrijfsopbrengsten
EBITDA
EBIT in % van bedrijfsopbrengsten
EBIT
Nettoresultaat in % van bedrijfsopbrengsten
Nettoresultaat
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Koninklijke BAM Groep
291.052
300.482
3,67%
3,95%
185.036
64.015
2,34%
0,84%
127.727
18.366
1,61%
0,24%
Koninklijke VolkerWessels Stevin
179.990
192.557
3,82%
4,60%
110.425
108.936
2,34%
2,60%
81.161
87.516
1,72%
2,09%
Koninklijke Boskalis Westminster
575.717
663.231
20,55%
24,80%
356.113
426.843
12,71%
15,96%
261.010
312.882
9,32%
11,70%
3.930
83.733
0,17%
3,12%
- 35.221
48.926
- 1,49%
1,83%
- 37.620
15.674
- 1,59%
0,58%
47.000
45.000
3,40%
3,31%
19.000
18.000
1,37%
1,32%
9.000
7.000
0,65%
0,52%
Heijmans Ballast Nedam
Tabel 4 Dutch Gaap Winstgevendheid
EBITDA in % van bedrijfsopbrengsten
EBITDA
EBIT in % van bedrijfsopbrengsten
EBIT
Nettoresultaat in % van bedrijfsopbrengsten
Nettoresultaat
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
TBI Holdings
1.088.158
1.051.456
2,47%
- 0,72%
8.498
8.736
1,27%
- 2,07%
24.221
- 33.611
1,12%
- 1,66%
Van Oord
2.229.666
2.016.893
16,76%
18,31%
4.869
4.282
10,12%
11,00%
117.922
165.152
6,88%
10,46%
Dura Vermeer
530.596
508.590
2,79%
1,10%
2.763
2.816
1,92%
0,22%
13.260
2.198
1,14%
0,20%
Van Wijnen Holding
344.461
317.619
3,93%
4,40%
2.763
2.816
2,81%
3,14%
8.228
10.456
1,30%
1,59%
Joh. Mourik & Co. Holding
328.284
303.501
9,04%
8,30%
2.027
1.996
4,18%
4,01%
12.183
12.027
2,93%
2,94%
Janssen De Jong
235.986
238.537
5,05%
6,00%
1.395
1.494
3,03%
3,88%
7.310
11.025
2,04%
2,90%
Hurks Groep
152.347
129.375
5,86%
6,35%
802
819
4,16%
4,92%
9.303
8.442
3,51%
3,82%
Plegt-Vos bouwgroep
45.734
57.085
1,94%
1,45%
526
580
0,88%
- 1,27%
1.826
- 1.549
0,86%
- 1,03%
Trebbe Groep
44.228
44.072
2,59%
7,05%
350
379
2,23%
6,02%
2.962
7.941
1,76%
4,44%
M.J. de Nijs en Zonen
70.089
55.441
3,34%
4,04%
243
247
2,62%
3,30%
3.559
4.460
2,27%
2,86%
Tabel 5 Dit betekent een toename van circa 2% in 2011 ten opzichte van 2010. Bij 7 van de 15 opgenomen bouwbedrijven is in 2011 sprake van een toename van de nettowinst.
Van de 15 bouwbedrijven is Heijmans de enige die over 2011 een verlies heeft gerapporteerd. TBI Holdings en Plegt Vos Bouw hebben over 2010 een verlies gerapporteerd.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
De nettowinst als percentage van de bedrijfsopbrengsten is in 2011 licht gedaald tot 2,32% (2010: 2,48%).
19 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen bouwbedrijven Soliditeit De gemiddelde solvabiliteit van de bedrijven in deze publicatie is over 2010 en 2011 nagenoeg gelijk gebleven op 0,31. Het solvabiliteitsratio van de opgenomen bedrijven varieert in 2011 van 0,16 tot en met 0,49. Zowel in 2011 als in 2010 hebben van de 15 bedrijven 11 bedrijven een solvabiliteit tussen de 0,2 en 0,4. Koninklijke BAM Groep heeft de laagste solvabiliteit, namelijk 0,16.
IFRS Soliditeit
Solvabiliteit
Current ratio
Quick ratio
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Koninklijke BAM Groep
0,16
0,15
1,39
1,23
0,97
0,81
Koninklijke VolkerWessels Stevin
0,26
0,27
1,02
1,19
0,85
1,00
Koninklijke Boskalis Westminster
0,37
0,37
0,84
0,81
0,79
0,76
Heijmans
0,27
0,28
1,30
1,36
0,76
0,75
Ballast Nedam
0,18
0,15
1,05
1,11
0,70
0,69
Tabel 6 Dutch GAAP Soliditeit
Solvabiliteit
Current ratio
Quick ratio
2011
2010
2011
2010
2011
2010
TBI Holdings
0,24
0,23
1,17
1,13
0,72
0,70
Van Oord
0,28
0,34
0,82
0,79
0,64
0,68
Dura Vermeer
0,25
0,25
1,23
1,19
0,99
1,00
Van Wijnen Holding
0,25
0,25
1,29
1,28
0,48
0,50
Joh. Mourik & Co. Holding
0,46
0,45
1,57
1,51
1,46
1,40
Janssen De Jong
0,32
0,35
1,05
1,08
0,48
0,29
Hurks Groep
0,49
0,52
1,27
1,31
0,96
1,02
Plegt-Vos bouwgroep
0,38
0,27
1,38
1,17
0,98
0,91
Trebbe Groep
0,38
0,36
1,80
1,68
1,38
1,31
M.J. de Nijs en Zonen
0,34
0,37
1,65
1,75
1,01
1,11
Tabel 7 Hurks Groep heeft net als vorig jaar de hoogste solvabiliteit. Evenals in voorgaande jaren heeft de omvang van de solvabiliteitsratio geen causaal verband met de omvang van de onderneming. De current ratio is in 2011 gemiddeld genomen 1,26. In 2010 lag de current ratio nog een fractie lager met een gemiddelde van 1,24. Trebbe Groep heeft de hoogste current ratio 1,80 (2010: 1,68). Van de 15 opgenomen bedrijven hebben 13 bedrijven een current ratio tussen 1 en 2. © 2012 KPMG Advisory N.V.
20 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen bouwbedrijven Productiviteit Over 2011 waren er bij de opgenomen bouwbedrijven circa 91.850 mensen werkzaam. Het aantal medewerkers nam dit jaar licht af met 550 (0,60%) ten opzichte van 2010. De personeelskosten per medewerker namen toe. Waren de gemiddelde personeelskosten van de bedrijven in 2010 nog 52.274 euro, in 2011 bedroegen deze 54.143 euro, een toename van 3,58%. IFRS Productiviteit
Omzet / FTE (€000) 2011
2010
Koninklijke BAM Groep
297
284
Koninklijke VolkerWessels Stevin
295
253
Koninklijke Boskalis Westminster
201
193
Heijmans
283
318
Ballast Nedam
358
361
Tabel 8 Dutch GAAP Soliditeit
Omzet / FTE (€000) 2011
2010
TBI Holdings
256
232
Van Oord
352
369
Dura Vermeer
421
391
Van Wijnen Holding
230
234
Joh. Mourik & Co. Holding
205
205
Janssen De Jong
256
254
Hurks Groep
330
270
Plegt-Vos bouwgroep
402
260
Trebbe Groep
482
472
M.J. de Nijs en Zonen
645
632
Tabel 9 © 2012 KPMG Advisory N.V.
De ontwikkeling van de bedrijfsopbrengsten per medewerker vertoont eenzelfde beeld. In 2011 bedragen de bedrijfsopbrengsten per medewerker ruim 288.000 euro. Dit is een stijging van 4,85% ten opzichte van een jaar eerder.
21 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen ingenieurs Bedrijfsomvang De bedrijfsopbrengsten van de ingenieurs zijn in 2011 ten opzichte van 2010 met 1,4 miljard euro toegenomen tot 8 miljard euro, een groei van circa 21%. Dit percentage is sterk vertekend door de overname van Strukton door Oranjewoud. IFRS Bedrijfsopbrengsten 2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Fugro
2.577.765
2.280.391
3.861.595
3.089.991
13.749
13.444
1.692.600
1.553.200
66%
68%
Arcadis
2.017.365
2.002.807
1.558.955
1.424.530
16.486
15.531
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Oranjewoud
1.753.543
698.974
1.085.401
1.281.036
9.369
9.171
2.247.000
2.358.600
128%
337%
933.508
841.298
746.190
891.283
8.672
8.938
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Grontmij
Balanstotaal
Aantal FTE’s
Orderportefeuille (E000)
Orderportefeuille t.o.v. omzet in %
Bedrijfsomvang
Tabel 10 Dutch GAAP Bedrijfsomvang
Bedrijfsopbrengsten
Balanstotaal
Aantal FTE’s
Orderportefeuille (E000)
Orderportefeuille t.o.v. omzet in %
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
DHV Holding
424.770
469.001
211.577
243.252
4.276
4.650
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Koninklijke Haskoning Groep
312.437
334.983
152.174
169.527
3.122
3.229
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Tabel 11 Van de 6 ingenieurs zijn er 4 bedrijven die een stijging laten zien in hun bedrijfsopbrengsten. Oranjewoud laat met een stijging van 1,1 miljard euro de grootste stijging zien. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de overname van Strukton nv die in het laatste kwartaal van 2010 heeft plaatsgevonden. Fugro heeft met haar bedrijfsopbrengsten van 2,6 miljard euro (circa 32%) het grootste aandeel in de totale bedrijfsopbrengsten. DHV Holding en Koninklijke Haskoning Groep laten gezamenlijk een daling zien van een kleine 67 miljoen euro. Het totaal aantal medewerkers van de 6 ingenieurs bedraagt 55.674. Hierin heeft Arcadis de grootste bijdrage van 16.486 medewerkers, gevolgd door Fugro met 13.749.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
22 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen ingenieurs Winstgevendheid In 2011 is de totale nettowinst van de bedrijven afgenomen met circa 42 miljoen euro. De afname wordt vooral veroorzaakt door Grontmij welke een daling heeft gerapporteerd in haar nettoresultaat van circa 73 miljoen euro. IFRS Winstgevendheid
EBITDA in % van bedrijfsopbrengsten
EBITDA
EBIT in % van bedrijfsopbrengsten
EBIT
Nettoresultaat in % van bedrijfsopbrengsten
Nettoresultaat
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Fugro
580.988
561.083
22,54%
24,60%
349.330
351.479
13,55%
15,41%
287.595
272.219
11,16%
11,94%
Arcadis
172.288
163.885
8,54%
8,18%
139.253
130.347
6,90%
6,51%
83.486
77.449
4,14%
3,87%
Oranjewoud
86.888
44.391
4,95%
6,35%
29.431
16.208
1,68%
2,32%
17.859
14.231
1,02%
2,04%
Grontmij
- 17.371
48.704
- 1,86%
5,79%
- 41.757
28.154
- 4,47%
3,35%
- 55.941
17.252
- 5,99%
2,05%
Tabel 12 Dutch GAAP Winstgevendheid
DHV Holding Koninklijke Haskoning Groep
EBITDA in % van bedrijfsopbrengsten
EBITDA
Nettoresultaat in % van bedrijfsopbrengsten
Nettoresultaat
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
23.628
7.167
5,56%
1,53%
12.738
8.046
3,00%
- 1,72%
7.316
- 9.340
1,72%
- 1,99%
7.534
19.190
2,41%
5,73%
- 1.046
11.956
- 0,33%
3,57%
- 3.019
7.571
- 0,97%
2,26%
Tabel 13 Bij 4 van de 6 opgenomen ingenieurs is in 2011 sprake van een toename van de nettowinst, waarvan DHV Holding de grootste stijging laat zien, zijnde 16,7 miljoen euro. De nettowinst in een percentage van de bedrijfsopbrengsten is in 2011 gedaald tot 4,21% (2010: 5,72%).
© 2012 KPMG Advisory N.V.
EBIT in % van bedrijfsopbrengsten
EBIT
23 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen ingenieurs Soliditeit De gemiddelde solvabiliteit van de bedrijven in deze publicatie ligt in 2010 op 0,31. In 2011 wordt een fractie hoger gepresteerd, namelijk 0,32. De solvabiliteitsratio in 2011 van de opgenomen bedrijven varieert tussen 0,12 en 0,51. In 2011 hebben van de 6 ingenieurs 3 bedrijven een solvabiliteit tussen de 0,2 en 0,4. In 2010 zijn dit er maar 2. Grontmij heeft in 2011 de laagste solvabiliteit, namelijk 0,12. In 2010 heeft Oranjewoud de laagste solvabiliteit, namelijk 0,13. Koninklijke Haskoning Groep had in 2011 de hoogste solvabiliteit, namelijk 0,51. In 2010 was dit Fugro met 0,49.
IFRS Soliditeit
Solvabiliteit
Current ratio
Quick ratio
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Fugro
0,43
0,49
1,73
1,29
1,30
1,04
Arcadis
0,29
0,29
1,39
1,34
1,39
1,34
Oranjewoud
0,22
0,13
1,12
1,02
1,07
0,98
Grontmij
0,12
0,18
1,05
1,23
1,01
1,18
Tabel 14 Dutch GAAP Soliditeit
Solvabiliteit
Current ratio
Quick ratio
2011
2010
2011
2010
2011
2010
DHV Holding
0,35
0,30
1,34
1,19
1,34
1,19
Koninklijke Haskoning Groep
0,51
0,47
1,94
1,80
1,94
1,80
Tabel 15 Evenals in voorgaande jaren heeft de omvang van de solvabiliteitsratio geen causaal verband met de omvang van de onderneming. De current ratio is in 2011 gemiddeld genomen 1,43. In 2010 lag de gemiddelde current ratio lager, op 1,31. Koninklijke Haskoning Groep heeft met een current ratio van 1,94 net als vorig jaar (1,80) de hoogste current ratio. Alle opgenomen bedrijven hebben een current ratio tussen 1 en 2. De verdeling van de quick ratio geeft nagenoeg een zelfde beeld als de current ratio.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
24 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen ingenieurs Productiviteit De personeelskosten per medewerker lagen in 2011 tussen circa 50.000 euro en circa 70.000 euro. Alleen Arcadis laat bij de ingenieurs een lichte daling in de personeelskosten zien van circa 250 euro per medewerker. De gemiddelde omzet per medewerker bij Oranjewoud is sterk vertekend door de overname van Strukton. IFRS Productiviteit
Omzet / FTE (€000) 2011
2010
Fugro
187,5
169,6
Arcadis
122,4
129,0
Oranjewoud
187,2
76,2
Grontmij
107,6
94,1
Tabel 16 Dutch GAAP Soliditeit
DHV Holding Koninklijke Haskoning Groep
Omzet / FTE (€000) 2011
2010
99,3
100,9
100,1
103,7
Tabel 17 De bedrijfsopbrengsten per medewerker zijn bij Fugro, met een gemiddelde opbrengst van circa 187.500 euro per medewerker, het hoogst. DHV Holding kent de laagste gemiddelde opbrengst, zijnde circa 99.300 euro.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
25 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen installateurs Bedrijfsomvang De bedrijfsopbrengsten van de installateurs zijn in vergelijking met 2010 in 2011 met 825 miljoen euro toegenomen tot 7,1 miljard euro, een groei van circa 13%. IFRS Balanstotaal
Aantal FTE’s
Orderportefeuille (E000)
Orderportefeuille t.o.v. omzet in %
Bedrijfsomvang
Bedrijfsopbrengsten 2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Imtech
5.113.800
4.480.900
3.718.500
3.046.200
27.412
25.075
5.811.000
5.204.000
114%
116%
Cofely Nederland
1.079.082
965.096
346.432
324.102
6.184
6.651
495.000
340.000
46%
35%
Tabel 18 Dutch GAAP Bedrijfsomvang
Croon Elektrotechniek
Bedrijfsopbrengsten
Balanstotaal
Aantal FTE’s
Orderportefeuille (E000)
Orderportefeuille t.o.v. omzet in %
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
327.444
266.961
112.273
107.523
1.941
1.884
538.000
571.600
164%
214%
Ing. bureau Wolter & Dros
321.694
294.102
115.499
117.325
1.716
1.630
267.596
332.783
83%
113%
Unica Installatiegroep
294.154
303.808
90.864
93.874
1.841
1.855
160.000
140.000
54%
46%
Tabel 19 Van de 5 installateurs zijn er 4 bedrijven die een stijging laten zien in hun bedrijfsopbrengsten. Imtech laat met een stijging van 633 miljoen euro de grootste stijging zien. Imtech heeft met haar bedrijfsopbrengsten van 5,1 miljard euro (circa 72%) het grootste aandeel in de totale bedrijfsopbrengsten. Unica Installatiegroep laat een daling zien van circa 10 miljoen euro. De totale orderportefeuille is met ruim 683 miljoen euro gestegen tot circa 7,3 miljard, de orderportefeuille laat hiermee een stijging zien van ruim 10%. De totale orderportefeuille was in 2010 nog circa 104% van de totale bedrijfsopbrengsten, in 2011 is dit licht gedaald tot 102%.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
Het totaal aantal medewerkers van de installateurs bedraagt 39.094, waarin Imtech de grootste bijdrage heeft, zijnde 27.412 medewerkers, gevolgd door Cofely Nederland met 6.184. Het gemiddeld aantal medewerkers dat werkzaam is bij de installateurs is gedurende 2011 toegenomen met 400 medewerkers tot 7.819.
26 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen installateurs Winstgevendheid In 2011 is de totale nettowinst van de installateurs toegenomen met circa 62 miljoen euro. De toename wordt met name veroorzaakt door Cofely Nederland welke een stijging heeft gerapporteerd in haar nettowinst van circa 55 miljoen euro. IFRS Winstgevendheid
Imtech Cofely Nederland
EBITDA in % van bedrijfsopbrengsten
EBITDA
EBIT in % van bedrijfsopbrengsten
EBIT
Nettoresultaat in % van bedrijfsopbrengsten
Nettoresultaat
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
323.700
291.300
6,33%
6,50%
259.400
234.900
5,07%
5,24%
154.100
141.700
3,01%
3,16%
35.507
- 37.437
3,29%
- 3,88%
22.749
- 51.814
2,11%
- 5,37%
14.443
- 40.251
1,34%
- 4,17%
Tabel 20 Dutch GAAP Winstgevendheid
Unica Installatiegroep
EBITDA in % van bedrijfsopbrengsten
EBITDA
EBIT in % van bedrijfsopbrengsten
EBIT
Nettoresultaat in % van bedrijfsopbrengsten
Nettoresultaat
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
2011
2010
5.351
12.689
1,82%
4,18%
1.856
9.617
0,63%
3,17%
2.024
7.282
0,69%
2,40%
Ing. bureau Wolter & Dros
10.516
9.572
3,27%
3,25%
7.014
6.150
2,18%
2,09%
6.059
6.478
1,88%
2,20%
Croon Elektrotechniek
12.741
14.082
3,89%
5,27%
7.183
9.166
2,19%
3,43%
6.822
6.040
2,08%
2,26%
Tabel 21 Bij 2 van de 5 opgenomen installateurs is in 2011 sprake van een afname van de nettowinst, waarvan Unica Installatiegroep de grootste daling laat zien, zijnde 5,3 miljoen euro. De nettowinst in een percentage van de bedrijfsopbrengsten is in 2011 gestegen tot 2,57% (2010: 1,92%).
© 2012 KPMG Advisory N.V.
27 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen installateurs Soliditeit De gemiddelde solvabiliteit van de bedrijven in deze publicatie ligt in 2010 op 0,31. In 2011 wordt een fractie lager gepresteerd, namelijk 0,30. De solvabiliteitsratio’s in 2011 van de opgenomen bedrijven varieert van 0,25 tot en met 0,38. Zowel in 2011 als in 2010 hebben alle installateurs een solvabiliteit tussen de 0,2 en 0,4.
IFRS Soliditeit
Solvabiliteit
Current ratio
Quick ratio
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Imtech
0,25
0,27
1,24
1,27
1,20
1,21
Cofely Nederland
0,28
0,26
1,23
1,18
1,21
1,16
Tabel 22 Dutch GAAP Soliditeit
Solvabiliteit
Current ratio
Quick ratio
2011
2010
2011
2010
2011
2010
Unica Installatiegroep
0,28
0,31
1,24
1,30
1,20
1,26
Ing. bureau Wolter & Dros
0,32
0,32
1,25
1,22
1,23
1,20
Croon Elektrotechniek
0,38
0,39
1,25
1,20
1,25
1,20
Tabel 23
Evenals in voorgaande jaren heeft de omvang van de solvabiliteitsratio geen causaal verband met de omvang van de onderneming. De current ratio is in 2011 gemiddeld genomen 1,24. In 2010 lag de current ratio met een gemiddelde van 1,23 een fractie lager. Ing. bureau Wolter & Dros en Croon Elektrotechniek hebben de hoogste current ratio van 1,25. In 2010 was dit nog Unica Installatiegroep met een current ratio van 1,30. Alle opgenomen bedrijven hebben een current ratio tussen 1 en 2. De verdeling van de quick ratio geeft nagenoeg een zelfde beeld als de current ratio.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
28 | Kengetallen in de Bouw
Kengetallen installateurs Productiviteit De gemiddelde personeelskosten per medewerker liggen in 2011 tussen circa 52.000 euro en circa 58.000 euro. De gemiddelde personeelskosten zijn in 2011 toegenomen met circa 2.000 euro tot circa 55.000 euro. De grootste stijging in de personeelskosten wordt veroorzaakt door Imtech welke een stijging laat zien van circa 3.000 euro per medewerker. IFRS Productiviteit
Omzet / FTE (€000) 2011
2010
Imtech
186,6
178,7
Cofely Nederland
174,5
145,1
Tabel 24 Dutch GAAP Soliditeit
Omzet / FTE (€000) 2011
2010
159,8
163,8
Ing. bureau Wolter & Dros
187,5
180,4
Croon Elektrotechniek
168,7
141,7
Unica Installatiegroep
Tabel 25 De bedrijfsopbrengsten per medewerker zijn bij Ing. bureau Wolter & Dros, met een gemiddelde opbrengst van circa 187.500 euro per medewerker, het hoogst. Unica Installatiegroep kent de laagste gemiddelde opbrengst, zijnde circa 159.800 euro.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
29 | Kengetallen in de Bouw
Begrippenlijst De kengetallen en ratio’s zijn gebaseerd op de gegevens zoals deze in de gepubliceerde jaarverslagen zijn opgenomen. Hiernaast volgt een korte toelichting op de gehanteerde begrippen.
Bedrijfsopbrengsten Dit betreft het totaal van de netto-omzet, de wijziging in de onderhanden werken en eventueel overige bedrijfsopbrengsten.
Aantal medewerkers Dit betreft het aantal medewerkers of gemiddelde aantal medewerkers.
Balanstotaal Dit betreft het totaal van activa c.q. het totaal van de passiva.
EBITDA Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization. Dit betreft het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen, interest, afschrijvingen op materiële vaste activa en amortisatie van goodwill.
EBIT Earnings Before Interest, Taxes. Dit betreft het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen en interest.
Solvabiliteitsratio Dit betreft het eigen vermogen ten opzichte van de totale passiva, beide gemeten per jaareinde.
Current ratio Dit betreft de vlottende activa ten opzichte van de vlottende passiva, beide gemeten per jaareinde.
Quick ratio Dit zijn de vlottende activa minus de voorraden ten opzichte van de vlottende passiva, beide gemeten per jaareinde.
© 2012 KPMG Advisory N.V.
30 | Kengetallen in de Bouw
Over KPMG
KPMG levert hoogwaardige dienstverlening op het gebied van audit, tax en advisory. We adviseren over prestatieverbetering en risicobeheersing, begeleiden transacties (fusies, overnames, due diligence) en zijn actief op het gebied van controle en verantwoording. Onze organisatie is als volgt ingericht:
Audit Het toetsen van financiële verantwoordingen ten behoeve van derden is van oudsher een van onze kernactiviteiten. Daarbij komen vaak specifieke vraagstukken en wet- en regelgeving kijken, waarvoor wij diverse aanverwante diensten bieden. Zeker de bedrijven met een beursnotering zijn gehouden aan strenge wet- en regelgeving. Zij kiezen voor KPMG om zijn diepgaande, specialistische kennis op het gebied van verslaggevingsregels. Daarnaast vragen verantwoordelijke bestuurders en managers zich regelmatig af of hun organisatie op de juiste weg is om haar doelstellingen te realiseren. Met KPMG als kritisch klankbord kan een helder inzicht ontstaan in de samenhang van strategie, bedrijfsrisico’s en de implicaties voor de jaarrekening. Structurele aandacht voor effectief risico© 2012 KPMG Advisory N.V.
management is cruciaal voor de continuïteit van organisaties. Daarnaast vragen belanghebbenden en toezichthouders steeds vaker om informatie op het gebied van corporate governance.
Tax KPMG Meijburg & Co biedt belastingadvies aan zowel grote als middelgrote organisaties en hun stakeholders. KPMG Meijburg & Co is actief op alle deelterreinen van het fiscale vakgebied, onder meer vennootschaps-, inkomsten-, omzet- en loonbelasting. Andere specialisaties van KPMG Meijburg & Co zijn invoerrechten, international executive services, onroerendezaakbelasting en milieuheffingen, successieplanning en transfer pricing. Advisory De dienstverlening van KPMG Advisory is gebundeld in drie Service Groups, te weten: Transactions & Restructuring, Risk Consulting en Management Consulting. De kernopdracht van onze cliënten om waarde te creëren, te behouden en te vergroten is leidend voor deze inrichting en ontwikkeling van onze adviespraktijk. Wij ondersteunen ondernemingen gedurende de verschillende fases van de levenscyclus; van groei tot herstructurering en bedrijfsuitbreidingen, die zowel organisch als door middel van overnames tot stand kunnen komen. Daarnaast helpen we cliënten efficiënter te opereren en ondersteunen hen bij het aanpassen aan bestaande én nieuwe wet- en regelgeving.
31 | Kengetallen in de Bouw
Contact Informatie Pieter van der Zwet Segmentleider Building & Construction, partner Risk Consulting tel: +31 (0)20 656 8854 e-mail:
[email protected] Fred van der Waa Partner, Management Consulting tel: + 31 (0)20 656 2950 e-mail:
[email protected] Frank Roeters van Lennep Partner, Transactions & Restructering tel: +31 (0) 20 656 7670 e-mail:
[email protected] Pieter Smorenburg Partner, Audit tel: +31 (0)10 453 4439 e-mail:
[email protected]
Deze publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met de volgende bij de bouwsector betrokken KPMG-ers: Wouter Aarts, Jens Baarveld, Jaap Heeringa, Ali El Hessaini, Chris Hoffman, Bas Huisman, Joris Juttmann, Lous Klomp, Martijn Laarhoven en Patriek Nouwen.
KPMG Laan van Langerhuize 9 1186 DS Amstelveen Postbus 74500 1070 DB Amstelveen
De in dit document vervatte informatie is van algemene aard en is niet toegespitst op de specifieke omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. Wij streven ernaar juiste en tijdige informatie te verstrekken. Wij kunnen echter geen garantie geven dat dergelijke informatie op de datum waarop zij wordt ontvangen nog juist is of in de toekomst blijft. Daarom adviseren wij u op grond van deze informatie geen beslissingen te nemen behoudens op grond van advies van deskundigen na een grondig onderzoek van de desbetreffende situatie. © 2012 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland. De naam KPMG, logo en ‘cutting through complexity’ zijn geregistreerde merken van KPMG International Cooperative.