Ken je rechten Rechten van jongeren die wonen in de gesloten jeugdzorg
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Waarom deze folder?
5 5
Hoe gebruik je deze folder
Gesloten jeugdzorg
7 7 9 10 11 12
Hoe kom je in de gesloten jeugdzorg? Hoe lang duurt de plaatsing? Wat is er bijzonder aan de gesloten jeugdzorg? Waarom een hulpverleningsplan? Welke leeftijdsgrenzen gelden er in de jeugdzorg?
Beperkende maatregelen
15 15 16 21
Wat zijn beperkende maatregelen? Welke beperkende maatregelen zijn er? Welke algemene regels gelden er voor beperkende maatregelen? Wat zijn huisregels? Wat zijn groepsregels?
22 23
Welke rechten heb je?
25
Wat kan de vertrouwenspersoon voor je doen?
32 33
Meer weten?
Wat betekent?
35
Pagina
3
Voorwoord
Waarom deze folder?
Als je in de gesloten jeugdzorg zit, heb je vaak al heel wat meegemaakt.
De gesloten jeugdzorg biedt een plek waar het veilig is en regelmaat heerst. Waar de dag weer normaal kan verlopen, of de week zonder zorgen, of misschien een jaar waarin weer wordt gelachen. Professionals helpen je je leven weer op de rails te zetten, het contact met je ouders te verbeteren, of geven je een steuntje in de rug. Zo kort mogelijk, maar zo lang als dat nodig is.
In dit boekje staan tips en adviezen over welke steun je van anderen mag verwachten en wat er van jou wordt verwacht.
Als je weet wat de regels zijn kun je elkaar daar op aanspreken.
Pagina
Hoe gebruik je deze folder? In dit boekje leggen we de regels van de gesloten jeugdzorg uit. Sommige regels zijn moeilijk in een zin uit te leggen, daarom is het belangrijk dat je het hele boekje leest. Heb je nog vragen, dan kun je terecht bij de vertrouwens persoon van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) of Zorgbelang in jouw instelling. Op de laatste bladzijde van deze folder staan de adressen en telefoonnummers. Daar vind je ook uitleg bij een aantal moeilijke woorden die in de gesloten jeugdzorg veel worden gebruikt.
Mr. A. Rouvoet Minister voor Jeugd en Gezin
Ken je rechten
Je bent in de gesloten jeugdzorg geplaatst. In de gesloten jeugdzorg heb je als jongere rechten en plichten. Omdat deze rechten en plichten vaak in moeilijke taal zijn opgeschreven, hebben we een folder gemaakt. In deze folder vind je in gewone taal wat je als jongere moet weten over je positie in de gesloten jeugdzorg.
4
Pagina
5
Hoe kom je in de gesloten jeugdzorg? Je plaatsing in de gesloten jeugdzorg gaat in vier stappen:
Stap 1 Indicatiebesluit Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg neemt een indicatiebesluit. In het indicatiebesluit stelt Bureau Jeugdzorg vast: b dat jij als jongere ernstige problemen hebt; f dat deze problemen alleen kunnen worden aangepakt in de gesloten jeugdzorg én h hoe lang dit indicatiebesluit geldig is.
n Let op Kort voordat Bureau Jeugdzorg een indicatiebesluit neemt, moet een gedragswetenschapper met je spreken. Hij moet namelijk kijken of het echt nodig is dat je naar de gesloten jeugdzorg gaat.
Pagina Ken je rechten
6
Stap 2 Verzoek Bureau Jeugdzorg aan kinderrechter Bureau Jeugdzorg vraagt de kinderrechter om een machtiging gesloten jeugdzorg.
Pagina
7
Gesloten jeugdzorg
1 Gesloten jeugdzorg
Stap 3 Kinderrechter beslist over machtiging Voordat de kinderrechter een beslissing neemt, worden jij en je ouders uitgenodigd op de rechtbank. Je kunt dan je mening geven over je problemen en over je plaatsing in de gesloten jeugdzorg. Voor het gesprek met de rechter krijg je een oproep en je krijgt ook automatisch een advocaat. Je kunt de rechter gewoon in je eigen woorden vertellen wat je er van vindt. Nadat de kinderrechter iedereen heeft gehoord, beslist hij of Bureau Jeugdzorg een machtiging krijgt om je in de gesloten jeugdzorg te plaatsen. De wet bepaalt dat de kinderrechter alleen een machtiging gesloten jeugdzorg af mag geven voor jongeren: g die onder toezicht van Bureau Jeugdzorg zijn gesteld; d die onder voogdij van Bureau Jeugdzorg staan; of f die ouders hebben die het er mee eens zijn dat hun kind naar de gesloten jeugdzorg gaat.
Stap 4 Plaatsing door Bureau Jeugdzorg Geeft de kinderrechter een machtiging af, dan mag Bureau Jeugdzorg je in een instelling voor gesloten jeugdzorg plaatsen, ook als jij het daar niet mee eens bent.
Pagina Ken je rechten
8
Hoe lang duurt de plaatsing? In de machtiging gesloten jeugdzorg staat hoe lang deze machtiging geldig is. Vaak wordt zo’n machtiging afgegeven voor drie of voor zes maanden. Een machtiging is in ieder geval niet langer geldig dan een jaar. De duur van de machtiging is van belang, omdat je alleen in de gesloten jeugdzorg mag zitten met een geldige machtiging. Bij het einde van de machtiging zijn er twee mogelijkheden: a je mag weg uit de gesloten jeugdzorg of d je blijft in de gesloten jeugdzorg, omdat de kinderrechter je machtiging heeft verlengd.
Verlenging De instelling waar je geplaatst bent, beslist niet zelf hoe lang je moet blijven. Als je machtiging ophoudt, vraagt Bureau Jeugdzorg de kinderrechter om verlenging van je machtiging. Ook bij een verlenging krijg je weer automatisch een advocaat en worden jij en je ouders opgeroepen door de rechtbank om je mening te geven. Pas daarna beslist de kinderrechter of hij je machtiging verlengt. Ook in de nieuwe machtiging staat weer hoe lang hij geldig is. Voor een volgende verlenging geldt dezelfde procedure. Pagina
9
Gesloten jeugdzorg
Vlak voordat Bureau Jeugdzorg het besluit over de verlenging van de machtiging neemt, moet een gedrags wetenschapper weer met je spreken om te zien of het nodig is dat je in de gesloten jeugdzorg blijft.
Schorsing van de machtiging De instelling waar je geplaatst bent, kan je machtiging schorsen. Dit wil zeggen dat de machtiging even niet gebruikt wordt, omdat je op proef weg mag uit de gesloten jeugdzorg. Je gaat bijvoorbeeld naar een open instelling, of naar je (pleeg)ouders. Gaat het niet goed, dan ga je terug naar de gesloten jeugdzorg en wordt de machtiging weer gebruikt. Gaat het wel goed op je nieuwe plek, dan wordt de machtiging niet meer gebruikt.
Wat is er bijzonder aan de gesloten jeugdzorg? Bijzonder aan een plaatsing in de gesloten jeugdzorg is: c dat je plaatsing gedwongen is. Je wordt ook geplaatst als jij of je ouders het er niet mee eens zijn; f dat je plaatsing gesloten is. Je mag alleen met toestemming van de groepsleiding weg van het terrein van de instelling; a dat de groepsleiding beperkende maatregelen mag toepassen zoals: afzonderen van de groep of een plaatsverbod opleggen. Meer over de beperkende maatregelen lees je in hoofdstuk 2 van deze folder. Pagina Ken je rechten
10
Iedere jongere in de jeugdzorg krijgt een eigen hulp verleningsplan. Daarin staat welke problemen er zijn en hoe jij deze problemen samen met de instelling gaat aanpakken. Er staat bijvoorbeeld in welke dingen je de komende maanden gaat leren, welke hulp je krijgt, hoe de contacten met je ouders gaan lopen, naar welke school je gaat, welk werk je gaat doen en of je op verlof mag. Het hulpverleningsplan kun je zien als een TomTom, het wijst jou en de instelling de weg: Wat is je startpunt, wat is je doel en langs welke weg bereik je dat doel? Terwijl je in de instelling bent, kan er natuurlijk van alles veranderen. Daarom moet het hulpverleningsplan regelmatig worden aangepast. Bijvoorbeeld als je nieuwe dingen hebt geleerd, als je de school hebt afgemaakt, of als je extra hulp nodig hebt. Bij iedere belangrijke verandering moet je hulpverleningsplan worden aangepast. Als je weg gaat uit de instelling, wordt het hulpverlenings plan afgesloten met een eindrapportage. Daarin staat wat er in de instelling is gebeurd en wat je hebt geleerd.
n Let op d Voordat het hulpverleningsplan door de instelling wordt vastgesteld, moet de instelling met jou en je ouders overleggen. Maar in de gesloten jeugdzorg heeft de Pagina
11
Gesloten jeugdzorg
Waarom een hulpverleningsplan?
n Let op
Tip Je mag je hulpverleningsplan altijd inzien!
Zestien jaar Een andere belangrijke leeftijdsgrens in de jeugdzorg is je zestiende verjaardag. Als je nog geen zestien jaar oud bent, worden ook je ouders1) bij de jeugdzorg betrokken. Zo moet de instelling niet alleen met jou maar ook met je ouders overleggen over het hulpverleningsplan en hebben je ouders het recht om je dossier in te zien. Ben je eenmaal zestien jaar, dan hoeft de instelling alleen nog met jou te overleggen en oefen je je rechten zelfstandig uit.
Vraag er naar bij de groepsleiding. Dat de instelling volgens de wet niet meer verplicht is om met je ouders te overleggen, betekent niet dat er geen contact is tussen de instelling en je ouders. Als het voor jou van belang is, zal de instelling ook na je zestiende jaar met je ouders overleggen.
Welke leeftijdsgrenzen gelden er in de gesloten jeugdzorg? Achttien jaar Er geldt geen minimumleeftijd in de gesloten jeugdzorg. Ook jonge kinderen, die nog geen twaalf jaar oud zijn, kunnen in de gesloten jeugdzorg worden geplaatst. Er is wel een maximumleeftijd voor de gesloten jeugdzorg. Die is achttien jaar. Maar als je al vóór je achttiende jaar in de gesloten jeugdzorg zat, kan de machtiging volgens de wet doorlopen tot je 21 jaar wordt. In de praktijk laten kinderrechters een machtiging na je 18e jaar vaak alleen doorlopen als je nog moet wachten op je vervolgtraject, zodat je in de gesloten jeugdzorg kunt blijven totdat je daar terecht kunt.
Pagina Ken je rechten
12
n Let op Je gezinsvoogd blijft na je zestiende verjaardag wel in beeld, want een ondertoezichtstelling eindigt pas als je achttien jaar wordt.
1) Met je ‘ouders’ bedoelen we in deze folder de persoon of de personen die gezag over jou uitoefent of uitoefenen. Meestal is het gezag in handen van je ouder(s). Heb je geen ouders meer, of heeft de kinderrechter het gezag bij hen weggehaald, dan oefent een voogd het gezag over je uit. Degene die het gezag over je uitoefent wordt wel de wettelijk vertegenwoordiger genoemd.
Pagina
13
Gesloten jeugdzorg
instelling geen toestemming nodig van jou of je ouders voor het hulpverleningsplan. Deze regel geldt ook als de instelling het hulpverleningsplan wil veranderen: wel vooraf overleg maar toestemming is niet nodig. b Sommige instellingen gebruiken een andere naam voor het hulpverleningsplan, bijvoorbeeld behandelplan, plan van aanpak of handelingsplan.
Wat zijn beperkende maatregelen? In de gesloten jeugdzorg mag de instelling een aantal beperkende maatregelen toepassen. Beperkende maatregelen zijn maatregelen die je vrijheid binnen de instelling beperken. Het gaat bij deze maatregelen om dingen die normaal wel mogen, maar die jij nu (tijdelijk) niet mag. In de wet staat precies beschreven welke beperkende maatregelen de instelling aan jou mag opleggen. Maar dat mag niet zomaar. De regel is dat een beperkende maatregel alleen aan jou mag worden opgelegd als deze maatregel in je hulpverleningsplan staat. Dus alleen als bijvoorbeeld in je hulpverleningsplan staat dat je van de groep mag worden afgezonderd, mag de groepsleiding je afzonderen. Staat deze maatregel niet in je hulpverleningsplan, dan mag dat niet. In je hulpverleningsplan mogen alleen die beperkende maatregelen staan die voor de aanpak van jouw problemen echt nodig zijn. Ga je nooit ‘uit je dak’ dan is er geen reden om de maatregel van afzonderen in je hulpverleningsplan op te nemen. Ging je eerst wel ‘uit je dak’, maar lukt het je de laatste vier maanden heel goed om rustig te blijven, dan moet de maatregel van afzonderen misschien maar eens uit je hulpverleningsplan.
Pagina Ken je rechten
14
Pagina
15
Beperkende maatregelen
2 Beperkende maatregelen
a In noodgevallen mag een instelling wel beperkende maatregelen aan jongeren opleggen die niet in hun hulpverleningsplan staan. Bijvoorbeeld als er een forse vechtpartij op de groep uitbreekt. In zo’n noodgeval mag een beperkende maatregel maximaal zeven dagen duren. Is de maatregel langer nodig, dan moet de maatregel eerst in je hulpverleningsplan worden gezet. g Als de instelling vindt dat er een extra beperkende maatregel in je hulpverleningsplan moet worden opgenomen, heeft ze daarvoor geen toestemming van jou of je ouders nodig. Maar de instelling moet er wel eerst met jullie over praten.
Welke beperkende maatregelen zijn er? De wet kent de volgende beperkende maatregelen.
Plaatsverbod Een plaatsverbod is een verbod om op een bepaalde plaats in de instelling, of op het terrein van de instelling, te komen. In het plaatsverbod staat: f welke plaats of plaatsen voor jou verboden zijn; a hoe lang het verbod duurt; b op welke tijden het verbod geldt. Zo kan er bijvoorbeeld voor een week een plaatsverbod worden opgelegd voor de sportzaal vanaf acht uur ’s avonds. Pagina Ken je rechten
16
Afzondering wil zeggen dat de groepsleiding je van de groep af haalt en je naar een andere ruimte brengt. Bijvoorbeeld naar je eigen kamer of naar een speciale afzonderingsruimte. De afzondering mag niet langer duren dan nodig is om tot rust te komen. Je moet dus onmiddellijk weer ‘vrij’ gelaten worden als je weer rustig bent en naar de groep toe kunt. Je mag alleen worden afgezonderd als door jouw gedrag een onveilige situatie ontstaat.
n Let op g De maatregel van afzonderen mag niet als straf worden gebruikt, zo van: ‘wie te laat aan tafel is, wordt een uur afgezonderd’. h Afzonderen mag niet als middel voor de hele groep worden gebruikt. Afzonderen is dus niet bedoeld om de helft van de groep ’s avonds al om acht uur naar de slaapkamer te sturen, bijvoorbeeld omdat er te weinig personeel is, of omdat het ’s avonds op de groep wel eens onrustig is. c In de meeste instellingen wordt met de term time out bedoeld dat je maximaal een uur naar je eigen kamer wordt gestuurd om tot rust te komen. Zo’n time-out wordt niet gezien als afzonderen. Er is dan pas sprake van de beperkende maatregel afzonderen als je naar een afzonderingsruimte toe moet, of als je langer dan een uur op je kamer moet blijven om tot rust te komen. De regels over de time-out vind je meestal in de huisregels. Pagina
17
Beperkende maatregelen
Afzondering
n Let op
Overplaatsing Overplaatsing betekent dat je tijdelijk naar een andere groep, of naar een andere instelling voor gesloten jeugdzorg gaat.
Vastpakken en vasthouden
Controle maatregelen Als beperkende maatregelen kunnen ook controles in het hulpverleningsplan staan: controle van je urine op drugs, controle van je kamer op verboden spullen, doorzoeken van je kleren en het betasten van je lichaam op verboden bezit en controle van post die je ontvangt of die je wegstuurt.
Beperken van bezoek
Vastpakken en vasthouden wil zeggen dat de groepsleiding je vast mag pakken bijvoorbeeld om je rustig te krijgen, of om je naar de afzonderingsruimte te brengen. Dit vastpakken en vasthouden moet zo gebeuren dat het je zo min mogelijk pijn doet.
In de huisregels staan algemene regels over bezoek: Hoe vaak er bezoek mag komen, of het bezoek bij aankomst en vertrek wordt gecontroleerd en waar je met je bezoek gaat zitten. In het hulpverleningsplan wordt met je afgesproken wie er op bezoek mogen komen, hoe vaak het bezoek mag komen en wie er niet mogen komen.
Meedoen aan hulpprogramma’s Als je niet mee wilt werken aan therapie of andere hulp kan de instelling je verplichten om aanwezig te zijn bij therapie of hulpprogramma’s
Medische behandeling Ook in de gesloten jeugdzorg geldt dat dokters en verpleegkundigen je alleen behandelen als jij dat wilt. Maar in een zeer bijzondere situatie kan het voorkomen dat een dokter je onderzoekt of behandelt terwijl jij dit niet wilt. Bijvoorbeeld als je heel agressief, of heel depressief bent en het absoluut nodig is om je een injectie te geven of om je op een andere manier medicijnen toe te dienen of te behandelen. Pagina Ken je rechten
18
Beperken van brieven, telefoon, e-mail In de huisregels staan de algemene regels die gelden voor het ontvangen en versturen van brieven, voor telefoon gesprekken, e-mail en dergelijke. In het hulpverleningsplan wordt met je afgesproken met wie jij wel en niet mag telefoneren, e-mailen en schrijven.
n Let op Je mag altijd contact hebben met je advocaat, je gezins voogd, de leden van de klachtencommissie en met de vertrouwenspersoon. Deze personen mag je dus bellen, mailen of schrijven en ze mogen ook bij je op bezoek komen. Pagina
19
Beperkende maatregelen
Soms staan ze ook wel in het reglement beperkende maatregelen.
h Een instelling mag alleen een beperkende maatregel opleggen als de maatregel in je hulpverleningsplan staat (of als er een noodsituatie is). a Ook al staat de beperkende maatregel in je hulpverleningsplan, dan nog mag de maatregel alleen worden opgelegd als het echt niet anders kan. Bijvoorbeeld omdat er een onveilige situatie is ontstaan voor jou zelf of voor anderen op de groep. f De gedragswetenschapper in je instelling speelt een belangrijke rol bij de beperkende maatregelen. Hij moet het er mee eens zijn dat de beperkende maatregel in je hulpverleningsplan staat. Wordt de maatregel toegepast, dan moet de gedragswetenschapper daar soms van te voren ook weer toestemming voor geven. b Als er een maatregel op je is toegepast, moet de instelling dit in je dossier zetten en ook waarom de maatregel nodig was. c Iedere instelling moet een reglement hebben met daarin de regels over de beperkende maatregelen. In het reglement staat wie er binnen jouw instelling de beslissing over het afzonderen, de overplaatsing of het plaatsverbod neemt en bijvoorbeeld ook hoe vaak Pagina Ken je rechten
20
Pagina
21
Beperkende maatregelen
Welke algemene regels gelden er voor de beperkende maatregelen?
Tip Je mag het reglement beperkende maatregelen van jouw instelling inzien en je hebt ook recht op een kopie. Vraag er naar bij de groepsleiding.
n Let op Huisregels zijn geen beperkende maatregelen. De huisregels mogen dus geen regels bevatten over afzondering, vastpakken en vasthouden, controles, plaatsverboden en dergelijke.
Wat zijn groepsregels?
Wat zijn huisregels? Iedere instelling voor gesloten jeugdzorg moet huisregels hebben. Huisregels gaan over de dagelijkse gang van zaken in de instelling. In de huisregels staan in ieder geval regels over: b wel of niet afsluiten van je kamer ’s nachts; c bezoektijden en regels die gelden voor het ontvangen van bezoek; a gebruik van telefoon, e-mail en internet; d welke spullen verboden zijn, zoals wapens, drugs en alcohol; f roken; e versturen en ontvangen van post; f meedoen aan groepsactiviteiten; g schoonhouden van je kamer.
Sommige instellingen kennen niet alleen algemene huisregels voor alle groepen, maar ook eigen regels voor iedere groep. In de groepsregels staan bijvoorbeeld de bedtijden, regels over corvee, etenstijden, enzovoort. Soms staan de groepsregels op papier, in andere gevallen bestaan ze wel maar zijn ze niet opgeschreven.
Tip Als er veel jongeren in de groep ontevreden zijn over de groepsregels, ga daarover dan in gesprek met de groepsleiding, bijvoorbeeld in een huisvergadering of in een speciale bijeenkomst hierover. Zo nodig kan de vertrouwenspersoon je hierbij helpen.
De huisregels moeten op papier staan. Meestal krijg je de huisregels meteen als je in de instelling komt. Is dat niet gebeurd, vraag er dan naar bij de groepsleiding.
Pagina Ken je rechten
22
Pagina
23
Beperkende maatregelen
er iemand even naar je moet komen kijken als je in de afzonderingsruimte zit.
In de (gesloten) jeugdzorg heb je als jongere een aantal rechten.
Recht op een zinvol dagprogramma Je hebt recht op een dagprogramma op de groep van minstens 14 uren per dag, ook in het weekend. Ook moet er een zinvolle dagbesteding zijn. Deze dagbesteding bestaat door de week uit school, werk of stage.
Recht op reglementen en protocollen Je hebt recht op een kopie van de regels, protocollen en reglementen die in de instelling gelden, zoals het reglement beperkende maatregelen, de huis- en groepsregels en het privacyreglement. Als je deze stukken niet hebt gekregen, vraag er dan naar bij de groepsleiding.
Recht op informatie Je hebt het recht om te weten wat er met jou in de instelling gebeurt. Zo moet de instelling overleg met je voeren over het hulpverleningsplan en over veranderingen daarin. Ben je het niet eens met bepaalde zaken in het hulpverleningsplan, dan moet ook jouw mening in het hulpverleningsplan komen te staan. Ook de eindrapportage moet de instelling met je bespreken. Ben je het er op een bepaald punt niet mee eens, dan moet ook dat in de eindrapportage worden opgenomen.
Pagina Ken je rechten
24
Pagina
25
Welke rechten heb je?
3 Welke rechten heb je?
Als je nog geen zestien jaar bent, hebben ook je ouders recht op informatie en moet ook met hen overleg worden gevoerd over (wijzigingen in) het hulpverleningsplan.
Recht op inzage, kopie, correctie en eigen mening Het hulpverleningsplan wordt bewaard bij alle andere gegevens die de instelling over jou vastlegt. Al deze gegevens bij elkaar noem je het (elektronisch of papieren) dossier. Je hebt recht op inzage in je dossier. Ook heb je recht op een kopie van je dossier. Staan er fouten in het dossier, klopt bijvoorbeeld je geboortedatum niet, dan heb je er recht op dat deze onjuiste gegevens worden verbeterd. Ben je het niet eens met een mening die over jou in het dossier staat, dan heb je er recht op dat in het dossier komt te staan dat jij het er niet mee eens bent. Staat er bijvoorbeeld dat je door gebrek aan inzet je school niet hebt afgemaakt, dan kun je in je eigen verklaring zetten dat het afbreken van school niet kwam door gebrek aan inzet maar bijvoorbeeld door problemen thuis.
n Let op Ben je nog geen zestien jaar, dan hebben ook je ouders recht op inzage, kopie en correctie en kunnen ze hun mening laten vastleggen als ze het met bepaalde zaken niet eens zijn. Wil je persé niet dat je ouders bepaalde informatie over jou in het dossier kunnen lezen, bespreek dit dan met je gedragswetenschapper. Pagina Ken je rechten
26
De groepsleiding en de andere mensen in de instelling moeten regelmatig aan Bureau Jeugdzorg en aan de kinderrechter laten weten hoe het met je gaat. Voordat ze informatie over jou geven, moeten ze dit eerst met jou bespreken. Dit geldt ook als de groepsleiding met je gezinsvoogd of met je ouders over jou wil overleggen.
n Let op Als je zestien jaar of ouder bent, kan de instelling normaal gesproken alleen met je ouders overleggen als jij daar toestemming voor geeft. Ben je jonger dan zestien jaar en wil je persé dat je ouders bepaalde informatie over jou niet te horen krijgen, overleg hierover dan met je gedragswetenschapper.
Recht op verlof In de gesloten jeugdzorg geldt geen algemeen recht op verlof. Hoofdregel is dat je verlof moet passen in je behandeling. Het kan dus gebeuren dat een andere jongere veel eerder of veel langer op verlof mag dan jij. Maar uiteindelijk gaat bijna iedere jongere op verlof. In de meeste instellingen moet je dit verlof verdienen. Gaat het goed in de instelling dan mag je een keer kort begeleid op verlof. Gaat het een paar keer goed tijdens een begeleid verlof, dan mag je de volgende keer misschien alleen op pad. Ben je een hele dag thuis geweest en is dat goed gegaan, dan mag je een volgende keer misschien een Pagina
27
Welke rechten heb je?
Recht op privacy
n Let op
Zakgeld In (bijna) alle instellingen krijg je zakgeld. Hoeveel je krijgt, hangt meestal af van de groep waar je in zit en van je leeftijd. Iedere instelling heeft zijn eigen regels. Vraag er naar bij de groepsleiding.
n Let op De groepsleiding mag je niet ‘straffen’ door je zakgeld in te houden, bijvoorbeeld omdat je je niet aan de huisregels hebt gehouden. Je zakgeld mag wel worden ingehouden als je schade moet vergoeden omdat je iets vernield hebt. Als je bijvoorbeeld een rookmelder kapot hebt gemaakt.
Recht op inspraak Iedere instelling moet een cliëntenraad hebben waarin ouders en jongeren met de leiding van de instelling praten over de gang van zaken. Sommige instellingen hebben twee raden: een jongerenraad en een ouderraad. Vraag aan de groepsleiding hoe dat in jouw instelling zit en wat je moet doen om mee te doen in de raad. In een cliëntenraad of jongerenraad kun je alles bespreken wat van belang is voor je verblijf in de groep: meer of ander eten, zak -en kleedgeld, de muziek, enzovoort.
Tip Is er geen cliëntenraad of jongerenraad, dan kun je de leiding
Recht om te klagen Als je vindt dat de instelling je niet fatsoenlijk behandelt, of dat ze niet voldoende rekening houdt met je rechten, kun je daarover klagen. Je hebt altijd het recht om met je klacht naar de klachtencommissie te stappen. Wil je dat je klacht door een klachtencommissie wordt behandeld, dan moet je je klacht op papier zetten en bij de klachtencommissie inleveren. De groepsleiding kan je daarbij helpen. Heb je liever hulp van iemand van buiten de instelling, dan kun je een beroep doen op de vertrouwenspersoon.
De klachtprocedure Als een klacht bij de klachtencommissie binnenkomt, kan de commissie in overleg met jou eerst kijken of het probleem opgelost kan worden door bemiddeling. Dit wil zeggen dat er een gesprek komt tussen jou en de medewerker over wie je klaagt. Dit gesprek wordt meestal geleid door een lid van de klachtencommissie. Wil je geen bemiddeling of lost dat niets op, dan gaat de klachtencommissie de klacht officieel behandelen. In de meeste gevallen word je dan uitgenodigd om je verhaal te vertellen bij de klachtencommissie. Ook de medewerker over wie je klaagt, krijgt de gelegenheid om zijn mening te geven. Een paar weken later komt de klachtencommissie met een oordeel over je klacht. In dat oordeel maakt de klachtencommissie duidelijk of je (gedeeltelijk) gelijk hebt met je klacht of niet.
vragen om je te helpen bij het oprichten van een jongerenraad. Pagina Ken je rechten
28
Pagina
29
Welke rechten heb je?
nachtje blijven slapen. De afspraken over je verlof staan in je hulpverleningsplan of in een apart verlofplan.
Andere oplossing voor je klacht
Heb je geklaagd over een beperkende maatregel, of over wel of niet op verlof mogen, dan kun je nog in beroep. Ben je het niet eens met het oordeel van de klachtencommissie, dan kun je een brief schrijven naar de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming in Den Haag.
Al heb je altijd het recht om naar de klachtencommissie te gaan, in sommige gevallen kan het verstandig zijn om gewoon naar de groepsleiding te gaan en in een gesprek te vertellen wat je dwars zit. Wie weet kom je samen tot een oplossing. Als je het moeilijk vindt om zo’n gesprek te voeren, kun je de vertrouwenspersoon vragen om je daarbij te helpen.
Tip Je hebt maar zeven dagen de tijd om je brief waarmee je in beroep gaat, in te dienen bij de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Op het oordeel (de uitspraak) van de klachtencommissie staat altijd een datum. De zeven dagen voor het indienen van het beroep beginnen te tellen vanaf de dag na deze datum. Staat er bijvoorbeeld zeven april op het oordeel, dan heb je vanaf acht april zeven dagen de tijd om je beroep in te dienen.
Je kunt de vertrouwenspersoon ook om advies vragen als je niet goed weet wat je met een bepaalde klacht moet doen. Samen kun je dan bekijken wat voor jouw klacht het beste is: in gesprek gaan met de groepsleiding of een klacht indienen bij de klachtencommissie.
n Let op b De klachtencommissie is onafhankelijk. Dit wil zeggen dat de leden van de klachtencommissie niet in dienst zijn van de instelling. Ze komen ‘van buiten’. a Je instelling heeft een folder waarin staat hoe je een klacht in moet dienen en wat er precies gebeurt in een klachtprocedure. Heb je deze folder niet gekregen, vraag er dan naar bij de groepsleiding. h Ook je (pleeg)ouders hebben het recht om een klacht in te dienen als ze niet tevreden zijn over de instelling.
Pagina Ken je rechten
30
Pagina
31
Welke rechten heb je?
In beroep
Iedere instelling moet er voor zorgen dat je terecht kunt bij een onafhankelijk vertrouwenspersoon. Meestal komt de vertrouwenspersoon op vaste tijden op de groep. Komt de vertrouwenspersoon niet op de groep, dan kun je met hem bellen, of mailen om een afspraak te maken. Weet je niet wie er als vertrouwenspersoon in jouw instelling werkt, dan kun je altijd naar het AKJ of Zorgbelang bellen of mailen en naar de naam van jouw vertrouwenspersoon vragen.
Hoezo vertrouwen?
Zie voor meer informatie over de vertrouwenspersonen van het AKJ en Zorgbelang ook de website www.akj.nl.
n Let op
Een vertrouwenspersoon luistert naar jouw verhaal en kan je informatie en advies geven bij het oplossen van problemen en klachten. Als jij dat wilt, kan hij je ook helpen bij het onder woorden brengen van je klacht en bij het voeren van een gesprek daarover met de groepsleiding. Zou het uiteindelijk tot een officiële klacht komen, dan kan de vertrouwenspersoon je helpen bij het op papier zetten van de klacht. Als je dat fijn vindt, kan de vertrouwenspersoon ook mee gaan als je bij de klachtencommissie je verhaal gaat doen.
Pagina Ken je rechten
32
De vertrouwenspersoon stapt niet zomaar met jouw verhaal naar de groepsleiding of naar je ouders. In principe doet hij alles in overleg met jou. Er gebeurt niets buiten jou om. Bovendien, de vertrouwenspersoon is onafhankelijk. Dit wil zeggen dat hij niet in dienst is van de instelling. Hij werkt voor het AKJ of Zorgbelang.
Ook al gelden er bel- en mailafspraken, je hebt altijd het recht om te bellen of te mailen met de vertrouwenspersoon.
Meer weten? In deze folder staat in het kort hoe het zit met je rechten en plichten in de gesloten jeugdzorg. Vaak hebben instellingen zelf ook folders over bijvoorbeeld het recht op inzage in je dossier en de klachtprocedure. Daarin vind je meer informatie. Vraag er naar bij de groepsleiding.
Pagina
33
Wat kan de vertrouwenspersoon voor je doen?
4 Wat kan de vertrouwens persoon voor je doen?
advocaat juridisch hulpverlener en adviseur. Je krijgt automatisch een advocaat toegewezen voordat de kinderrechter beslist over (verlenging van) de machtiging gesloten jeugdzorg. Hij komt op voor je belangen en hij ziet er op toe dat iedereen zich houdt aan de wettelijke regels voor de plaatsing in de gesloten jeugdzorg; beperkende maatregel maatregel die je vrijheid in de instelling tijdelijk beperkt. Een beperkende maatregel mag alleen worden opgelegd als de maatregel in je hulp verleningsplan staat, of als zich een noodsituatie voordoet;
gedragswetenschapper pedagoog of psycholoog in de instelling die verantwoordelijk is voor je hulpverleningsplan en voor de beperkende maatregelen. Of de pedagoog of psycholoog die in opdracht van Bureau Jeugdzorg bekijkt of gesloten jeugdzorg echt nodig is, voordat Bureau Jeugdzorg een indicatiebesluit voor de gesloten jeugdzorg neemt; gezag zeggenschap over een kind of een jongere tot achttien jaar. Meestal hebben je ouders gezag over jou. Het gezag eindigt automatisch als je achttien wordt; gezinsvoogd medewerker van Bureau Jeugdzorg Als je onder toezicht bent gesteld praat en beslist de gezinsvoogd mee met jou en je ouders over je opvoeding; Pagina Ken je rechten
34
Pagina
35
Wat betekent?
5 Wat betekent?
schorsen van de machtiging gesloten gesloten jeugdzorg het besluit van de instelling om je machtiging jeugdzorg (tijdelijk) niet te gebruiken. Dit gebeurt als je op proef naar een open instelling gaat, of bij je (pleeg)ouders gaat wonen. Gaat het niet goed, dan keer je terug naar de gesloten jeugdzorg en wordt de machtiging weer gebruikt.
indicatiebesluit besluit van Bureau Jeugdzorg waarin
verlengen van de machtiging gesloten jeugdzorg
wordt vastgesteld welke vorm van jeugdzorg je nodig hebt en hoe lang dit besluit geldig is;
besluit van de kinderrechter om een machtiging langer geldig te maken zodat je langer in de gesloten jeugdzorg kunt blijven;
kinderrechter rechter die zich op de rechtbank speciaal bezighoudt met zaken van kinderen en jongeren. Zo beslist de kinderrechter bijvoorbeeld over een ondertoezichtstelling, of een machtiging gesloten jeugdzorg, maar ook over de straf die een jongere krijgt als hij een misdrijf heeft gepleegd;
klachtencommissie commissie van minstens drie onafhankelijke leden. De klachtencommissie behandelt klachten van jongeren en hun ouders over (medewerkers van) de instelling;
vertrouwenspersoon persoon die niet voor de instelling werkzaam is maar die wel regelmatig de groepen bezoekt. De vertrouwenspersoon geeft je informatie en advies en kan je helpen bij problemen en klachten;
voogd de persoon die gezag over jou uitoefent tot je achttien jaar bent. De kinderrechter benoemt een voogd als je ouders er niet meer zijn of als je ouders geen gezag over je uit mogen oefenen; wettelijk vertegenwoordiger de persoon die gezag
machtiging gesloten jeugdzorg schriftelijke toestemming van de kinderrechter aan Bureau Jeugdzorg om je in een instelling voor gesloten jeugdzorg te plaatsen. Een machtiging gesloten jeugdzorg is maximaal een jaar geldig, daarna kan de machtiging door de kinderrechter worden verlengd; Pagina Ken je rechten
36
over je uitoefent totdat je achttien jaar bent. Meestal zijn je beide ouders je wettelijk vertegenwoordigers. Oefent een voogd het gezag over je uit, dan is hij je wettelijk vertegenwoordiger.
Pagina
37
Wat betekent?
hulpverleningsplan het plan waarin de instelling beschrijft welke problemen je hebt en hoe je deze problemen samen met de instelling gaat oplossen. Ook staat er in het hulpverleningsplan hoe de contacten met je ouders zullen verlopen en of je op verlof mag. Ook staat er in welke beperkende maatregelen de instelling op je mag toepassen;
Dit is een uitgave van het Advies- en klachtenbureau Jeugdzorg samenstelling tekst Lydia Janssen en Mireille Gommans Fotografie Stijn Rademaker, Utrecht Vormgeving Zwart op Wit, Delft Drukwerk Nivo, Delfgauw Oplage 7.000 / september 2010
Pagina Ken je rechten
38