jaargang 14 _ nummer 4 _ december 2008
Kader Primair vakbl ad voor leidinggevenden in het primair onderwijs
thema
_ Digitale ondersteuning
Ict als organisatorisch hulpmiddel _ Tools voor postverwerking en ziektevervanging _ Bovenschools sturingsinstrument: het managementinformatiesysteem _ Computers slim beheren
actueel _ Grote zorgen over islamitisch onderwijs achtergrond _ Veldraadpleging referentieniveaus taal en rekenen
4
Kader Primair Kader Primair is een uitgave van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS), dé vereniging voor alle leidingg evenden in het basis-, voortgezet en s peciaal onderwijs. Kader Primair verschijnt tien keer per jaar. O vername van artikelen na overleg met de hoofdredacteur. ISSN 1384-1165
Uitgelicht them a _ ‘Ondersteunde systemen
Redactie Marc Mathies (hoofdredactie), Vanja de Groot, Joëlle Poortvliet (bureau- en eindredactie), Jos Hagens, Carine Hulscher-Slot, Tom Roetert Redactieadres: AVS
laten onderwijs efficiënter verlopen’
Schoolleiders en bovenschools directeuren zijn nog terughoudend in het gebruik van ondersteunende software. Frans Schouwenburg, sectormanager primair onderwijs bij Kennisnet, vraagt zich af waarom en geeft aan dat dat nergens voor nodig is. pagina 8
Medewerkers deze maand Jaan van Aken, Martin Bosma, Theo van den Burger (gastredacteur), Jan de Groen, Peter Hamers, Jos Kooij, Rolf van Koppen, Winnie Lafeber, Richard de Mos, Marijke Nijboer, Bert Nijveld, Hans Roggen, Sep Schaffers, Heike Sieber, Ger de Vos Abonnementen AVS-leden ontvangen Kader Primair en Kadernieuws gratis. Abonnementprijs voor niet-leden: t 110 (excl. 6% BTW). Administratie: AVS-secretariaat Grafische vormgeving en druk Thoben Offset Nijmegen Telefoon: 024-3220287 Advertenties Recent, Ray Aronds, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam Telefoon: 020-3308998, fax: 020-4204005 E-mail:
[email protected] www.recent.nl
them a _ Big Brother of handig sturingsinstrument?
Een schat aan gegevens, maar deze nauwelijks inzetten voor de aansturing van de school. Op bovenschools niveau ontbreekt het aan sturingsinstrumenten. Stichting IJsselgraaf gebruikt sinds kort een management informatiesysteem. pagina 14
interview _ ‘Schoolleiders moeten meer verleiden’
Ledenservice AVS Postbus 1003, 3500 BA Utrecht Telefoon: 030-2361010, fax: 030-2361036 E-mail:
[email protected] www.avs.nl
Nieuwe ideeën zijn hard nodig om het succes of zelfs het voorbestaan van een organisatie te kunnen garanderen. Organisaties die willen innoveren maken optimaal gebruik van de creativiteit van hun medewerkers. Hoogleraar innovatie Jeff Gaspersz over kansdenken. pagina 30
Helpdesk Voor adviezen over wet- en regelgeving, functiewaardering en de individuele rechtspositie. maandag: 13.00 – 16.30 uur dinsdag t/m vrijdag: 09.00 – 16.30 uur telefoon: 030-2361010 Bestuur Ton Duif (voorzitter), Jan Morsink (secretaris), Petra Palokaj (penningmeester), Hans Pennings Decentraal Georganiseerd Overleg De AVS overlegt namens het Ambtenarencentrum. Secretariaat: Winlan Man, tel. 030-2361010 Onderhandelaars: Jos Kooij en Eelco Dam Lidmaatschap Lidmaatschap per 1 augustus 2008 (tot 1 augustus 2009) Persoonlijk deel: t 117 Managementdeel: t 190 – t 279, afhankelijk van het aantal leerlingen (1 x per school) Postactief lid: t 99 (FPU, pensioen) Aspirant lid: v.a. t 28 (u bent (nog) geen (adjunct-)schoolleider) Buitengewoon lid: t 99 Kijk voor het huidige actieaanbod en de lidmaatschapsvoorwaarden op www.avs.nl/vereniging/ lidworden.
De mening van in Kader Primair geïnterviewde personen is niet noodzakelijkerwijs de mening van de AVS. Ook duidt adverteren in dit blad niet op samenwerking of goedkeuring van de AVS met of voor de betreffende organisatie, behoudens de AVS Voordeelpartners.
Kader Primair wordt gedrukt op papier dat het FSC-keurmerk draagt.
achtergrond _ Elke school een ondersteunende kracht? Op 9, 10 en 11 december aanstaande behandelt de Tweede Kamer de Onderwijsbegroting. Kader Primair vroeg de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamerpartijen in de aanloop daar naartoe naar hun inzet omtrent het ondersteuningsvraagstuk. pagina 34
actueel 2 Grote zorgen over islamitisch onderwijs
Onderzoek Inspectie en OCW
3 Akkoord over conciërges op Leidse basisscholen
Financiering rond door bezuinigingen elders in onderwijsbudget
3 Slimmer werken zorgt voor tevreden leerkrachten
SBO onderzoekt innovatie van werk- en leerprocessen
Inhoud december
Kaderspel _ door ton duif
thema _ Digitale ondersteuning 8 ‘Ondersteunende software op organisatorisch niveau is voorhanden’
F rans Schouwenburg van Kennisnet over het gebruik ervan
12 Noviteiten in de praktijk
I ct-hulpmiddelen voor verwerken post en regelen vervanging
1 4 Gegevens benutten bij bovenschoolse aansturing
Het managementinformatiesysteem
À la carte? Onlangs bereikten de onderhandelaars van de AVS samen met de andere bonden een akkoord met de werkgeversorganisaties over de cao primair onderwijs voor het jaar 2009. In feite bestaat dit akkoord hoofdzakelijk uit het vastleggen van de afspraken uit het convenant Leerkracht van Nederland, dat is afgesloten in mei van het vorige schooljaar. Voor school leiders zitten er positieve punten in: een salarisverbetering van 275 euro per maand, afschaffing van de AA-schaal en een ophoging van het maximumsalaris voor adjuncten met 61 euro per maand.
1 8 Worstelen met computers
Oplossingen voor slim beheer computerpark
verder in dit nummer 6 ‘Referentieniveaus niet gebruiken 2 als afrekeninstrument’
P O-Raad houdt veldraadpleging taal en rekenen
30 Nieuwe ideeën, nieuwe kansen
Creativiteit stimuleren om succes af te dwingen
34 Inzet politiek bij begrotingsbehandeling
Elke school een ondersteunende kracht?
iedere maand 7 Illustratie Jos Collignon 1 6 Uw mening telt _ peiling 23 Zo kan het ook _ Good practice
choolcounseling maakt problemen beter S bespreekbaar
2 4 Eindverantwoordelijk management
Professionalisering leerkrachten én management
2 5 Speciaal (basis)onderwijs
Als het je eigen kind – of school – betreft
39 Politieke column
Over het algemeen reageren onze leden positief, al blijkt steeds weer dat de meningen verdeeld zijn over hoe die extra gelden hadden moeten worden ingezet. Dat is ook begrijpelijk als je beseft dat niet overal in het land, maar ook niet op elke school, de condities gelijk zijn. Cao’s zijn een noodzakelijk kwaad, maar hebben de neiging erg gedetailleerd te worden. Besturen en schoolleiders hebben ook niet altijd het besef dat kan worden afgeweken van de cao, mits in positieve zin en met wederzijdse instemming. Zelf ben ik een voorstander van een globale cao, waarin nog een ruime invulling mogelijk is op bestuursniveau. Zeker voor leidinggevenden. Daardoor worden à la carte-afspraken mogelijk. In veel bedrijven is het heel normaal dat er een verbinding wordt gezocht tussen bevoegdheden van de functie, het te behalen resultaat en de arbeidsvoorwaarden. Als er veel van je wordt verwacht, moet je ook de bevoegdheden en competenties daarvoor hebben en dient er een passend salaris te worden gevonden. In een globale cao kunnen minimum- en maximumbedragen worden opgenomen, evenals voorbeeldcontracten en bevoegdheidsregels. De verdere invulling kan dan op bestuurs/instellingsniveau plaatsvinden. De AVS zal haar leden dan natuurlijk wel op individuele basis moeten ondersteunen; niet iedereen leest en begrijpt immers de implicaties van de kleine lettertjes. De voordelen zijn volgens mij evident; er komt een betere relatie tot stand tussen de inzet en inspanningen die schoolleiders plegen enerzijds, en de beloning en werkomstandigheden anderzijds. Daardoor wordt ook beter aangesloten op de individuele wensen. Een min/maxregeling voorkomt dat het opdrijvende effect uit de hand loopt. Of je blijft er binnen (pas toe), of legt uit! Het is een gedachte die we de komende maanden zeker met onze leden zullen bespreken. _
Martin Bosma (PVV)
0 Van de AVS 4 42 AVS School for Leadership 4 4 Voor u geselecteerd
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Ik wens u een prettige decembermaand en alvast een voorspoedig 2009!
1
ac tueel
onderzoek inspectie en ocw
Grote zorgen over islamitisch onderwijs De staat van het islamitisch onderwijs in Nederland is reden tot grote zorg. Geld wordt verkeerd besteed, de kwaliteit laat vaak te wensen over en de medezeggenschap is niet altijd goed georganiseerd. Dat stellen de beide staatssecretarissen van Onderwijs op basis van een thematisch onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs en de Auditdienst van het ministerie van OCW: ‘Bestuurlijke praktijken in het islamitisch onderwijs’. Bij 86 procent van de islamitische schoolbesturen is sprake van problemen met de besteding van het geld dat ze van het Rijk ontvangen. Eerder maakte OCW bekend meer dan twee miljoen euro terug te vorderen. Het ministerie vordert daarbovenop nu maximaal 2,5 miljoen euro extra terug. Het gaat om de volgende onrechtmatigheden: • Bestuursleden op de loonlijst die niet het werk hebben gedaan waarvoor ze waren aangesteld; • Dienstverbanden die achteraf zijn uitgebreid; • Leerlingenvervoer uit rijksmiddelen betaald; • Excursies zonder educatief karakter. Ook de kwaliteit van het onderwijs is bij bijna de helft van de schoolbesturen onder de maat. Bijna de helft van de islamitische basisscholen is zwak tot zeer zwak, in de rest van het basisonderwijs is dat 11 procent. Ten aanzien van de medezeggenschap constateert de Inspectie dat de helft van de schoolbesturen hun medezeggenschap niet goed georganiseerd heeft. Aanleiding voor het onderzoek zijn onregelmatigheden die de Inspectie en Auditdienst in 2006 en 2007 hebben geconstateerd in het kader van diverse incidentele onderzoeken bij islamitische schoolbesturen. De doelstelling van het onderzoek was vast te stellen of deze onregelmatigheden op grotere schaal voorkomen binnen het islamitisch onderwijs.
2
Maatregelen De maatregelen die het ministerie neemt, zijn zowel gericht op het aanpakken van onregelmatigheden van individuele besturen als op de verbetering van het islamitisch onderwijs in het algemeen. Zwakke en zeer zwakke islamitische scholen komen onder geïntensiveerd toezicht van de Inspectie te staan. Bij vermoeden van strafbare (bestuurlijke en financiële) feiten heeft het ministerie aangifte gedaan. Tot nu toe is aangifte gedaan tegen het bestuur van SIS Heerlen, SIS Helmond en Ibn Ghaldoun. Bij SIS Almere heeft het bestuur zelf aangifte gedaan. Indien de positie van het bestuur onhoudbaar is geworden, dringt het ministerie aan op vertrek van het bestuur. Diverse besturen zijn inmiddels al vervangen. AVS voorzitter Ton Duif: “Het is zaak alle scholen in Nederland gelijk te behandelen. Indien er twijfel bestaat over de kwaliteit en er is geen zicht op verbetering daarvan onder een bepaald bestuur, dan moet de politiek niet schromen om hard in te grijpen.” De PO-Raad is gevraagd, in overleg met de VO-raad en andere partijen, om te adviseren over een breed traject om de problemen op te lossen. Voor het eind van het jaar zal het kabinet bovendien een wetsvoorstel over goed bestuur bij de Tweede Kamer indienen. Met dit wetsvoorstel krijgt het ministerie meer
mogelijkheden om op te treden als de kwaliteit van het onderwijs en het handelen van bestuursleden ernstig tekortschiet. De ISBO (Islamitische Scholen Besturen Organisatie), de koepel van islamitische scholen, meldt op haar website dat tal van zaken in het onderzoeksrapport reeds zijn achterhaald en/of al opgelost zijn. “Door de houding van de staatssecretaris laat ze zich niet informeren over de laatste stand van zaken en blijft ze steken in het verleden.” Over het feit dat de PO-Raad als gesprekspartner wordt beschouwd in het zoeken naar oplossingen voor de bestaande problemen (en ISBO niet) meldt de koepelorganisatie: “Wij raden de PO-Raad ten zeerste af zich te laten misbruiken in deze als splijtmiddel. De ISBO is de enige natuurlijke gesprekspartner van het ministerie en de PO-Raad dient dit te respecteren, temeer gezien de grondrechtelijke onderwijsvrijheid en de positie van de diverse andere denominaties jegens de PO-Raad.”
Eisen aan schoolleiding De uitkomsten van het onderzoeksrapport waren voor VVD, SP en GroenLinks aanleiding te pleiten voor minimumeisen aan schoolbestuurders. Deze partijen uit de Tweede Kamer willen de leiding van basisscholen aan bekwaamheidseisen binden. De partijen verschillen van mening over of de eisen moeten gaan gelden voor de direct leidinggevende, oftewel de schoolleider, of voor het bestuur van een
school of scholengemeenschap (of beide). De christelijke partijen (met name SGP) zouden volgens diverse media tegen bekwaamheidseisen voor besturen zijn. Zij stellen dat scholen onder de vrijheid van vereniging staan, wat betekent dat de leden van de vereniging te allen tijde het bestuur kunnen kiezen. De Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) beschikt echter al geruime tijd over een serie eisen (register) waaraan een schoolleider zou moeten voldoen. In het kader daarvan mogen inmiddels 2.750 schoolleiders zich Register Directeur Onderwijs (RDO) noemen. Dat is zo’n een derde van alle schoolleiders in het primair onderwijs. De RDO-registratie bij de NSA geschiedt vooralsnog op vrijwillige basis. Directeur Mark Jager zegt in het kader van de wet BIO liever niet te zien dat die eisen wettelijk verplicht worden gesteld, maar dat schoolleiders vrijwillig aan deze eisen voldoen; zij moeten daarvan kunnen afwijken als zij daar een goede reden voor hebben. “In dat geval dienen zij zelf draagvlak en erkenning voor hun manier van verantwoording te organiseren. Besturen zouden deze waarborg van hun schoolleiders moeten vragen.” _ Raadpleeg voor het volledige onderzoeksrapport www.onderwijsinspectie.nl of www.minocw.nl
actueel
ac tueel
financiering rond door bezuinigingen elders in onderwijsbudget
Akkoord over conciërges op Leidse basisscholen De collegedragende partijen in Leiden beslisten enige tijd geleden om het volledige budget voor conciërges op basisscholen te schrappen van de gemeentebegroting. De Leidse SP-fractie en de basisscholen trokken aan de noodrem, omdat de scholen het budget niet geheel zelf kunnen ophoesten. Na onderhandelingen tussen gemeente en schoolbesturen is een akkoord bereikt, waardoor de scholen hun conciërges kunnen behouden, maar waarvoor wel concessies zijn gedaan elders in het onderwijsbudget. De gemeente, die tot nu toe op elke basisschool in Leiden een conciërge verzorgde, vindt de financiering door onder andere te bezuinigen op onderwijsachterstanden. Het college kiest voor een tijdelijke oplossing, in afwachting van een landelijke subsidieregeling voor conciërges. In 2011 wordt de betaling van de conciërges opnieuw tegen het licht gehouden. Tot die tijd
worden de kosten voor conciërges, 387.000 euro per jaar, betaald uit het onderwijsbudget. Scholen moeten 113.000 euro betalen, de gemeente betaalt de rest door dus onder meer te bezuinigen op het onderwijsachterstandenbeleid, aldus de Leidse SP-fractie. De fractie had eerder een voorstel ingediend om de financiering buiten de onderwijsportefeuille om te vinden, maar
vond geen meerderheid in de gemeenteraad. SP-raadslid Eva de Bakker: “De gemeente mag van geluk spreken dat de schoolbesturen zich zo welwillend opstellen. Dankzij hen ligt er een akkoord, want de gemeente draait de bezuiniging niet terug. Het geld komt nu uit een ander potje, maar komt nog steeds uit het onderwijsbudget. Ik ben echter blij dat de conciërges hun baan
kunnen houden.” De SP is bezorgd over de 113.000 euro die door de schoolbesturen zelf moet worden opgebracht. “Een aantal scholen hebben aangegeven dat zij toch moeten bezuinigen op het personeel. Het akkoord kan dus alsnog ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs,” aldus De Bakker. _
sbo onderzoekt innovatie van werk- en leerprocessen
Slimmer werken zorgt voor tevreden leerkrachten Een slimmere manier van werken verhoogt het werkplezier, verlaagt de werkdruk en stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van leerkrachten. Voor de schoolorganisatie ligt de grootste opbrengst in een verwachte verbetering van de onderwijskwaliteit en het onderwijsaanbod en een efficiënte personele inzet. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Slimmer werken. Over de betekenis van slimmer werken voor het primair en voortgezet onderwijs’ van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). SBO-directeur Freddy Weima: “Een school die voortdurend vernieuwt en er telkens in slaagt om te inspireren, daar wil je als leerkracht graag bijhoren. Vooral als de initiatieven van onderaf komen, zijn leerkrachten erg tevreden.” In het bedrijfsleven maakt ‘slimmer werken’ al enige
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
jaren furore. Het gaat dan om het beter afstemmen van management- en organisatiebelangen met hoe medewerkers efficiënter en ook prettiger kunnen samenwerken, zodat ook de winst stijgt. Ook in een non-profitsector als het onderwijs begint het slimmer werken op te komen. Daarbij gaat het dan om veranderingen of vernieuwingen in de werkprocessen van het personeel. Voorwaarde is dat de opbrengsten van de leerlingen qua kennis, vaardigheden en houding op niveau blijven of
zelfs toenemen. Ook moeten ze duurzame resultaten voortbrengen voor de organisatie en het personeel. In het SBO-onderzoek zijn zeven vormen van slimmer werken op zeven verschillende scholen opgenomen. Bijvoorbeeld over het sterker inzetten van ict en het vervangen van de klassenstructuur door hoorcolleges van leerkrachten en werkgroepen onder begeleiding van onderwijsassistenten. Het SBO start in j anuari 2009 samen met de
Stichting Kennisland het project ‘Onderwijspioniers’. Leerkrachten van vijf schoolbesturen van basisscholen worden uitgedaagd ideeën voor slimmere manieren van werken aan te dragen. De vijftien beste krijgen coaching en een beloning van 5.000 euro om het idee te realiseren. _ Meer informatie over het onderzoek en het aansluitende project: www.onderwijs arbeidsmarkt.nl
3
ac tueel
promotieonderzoek
‘Onderlinge afhankelijkheid leerkrachten bevordert professionalisering’ Hoe meer leerkrachten onderlinge afhankelijkheid ervaren tijdens de uitvoering van hun werk, hoe meer zij van elkaar leren. Dat stelt organisatiepsychologe Piety Runhaar van onderwijsadviesbureau KPC Groep. Onlangs promoveerde zij aan de Universiteit Twente met haar proefschrift getiteld ‘Promoting teachers’ professional development’. Leerresultaten van leerlingen worden voor een groot deel beïnvloed door de kwaliteit van leerkrachten. Hun professionele ontwikkeling, ofwel het voortdurend blijven leren tijdens de loopbaan, neemt dan ook een belangrijke plek in binnen het onderwijsbeleid. Schoolbesturen en overheid investeren al geruime tijd in de implementatie van
vormen van Human Resources Management (HRM) in scholen, zoals de invoering van Integraal Personeelsbeleid (IPB) en het Persoonlijke Ontwikkelingsplan (POP). Runhaar laat zien dat invoering van HRM in scholen niet zozeer wordt bepaald door harde factoren (zoals tijd, geld en instrumenten) maar door zachte factoren (weerstand
tegen veranderingen en het als gering ervaren nut van personeelsinstrumenten).
Informeel leren Bestaand onderzoek toont aan dat het leren van professionals in het algemeen en van leerkrachten in het bijzonder voor een groot deel ongepland en tijdens het werk plaats vindt (‘informeel leren’). Runhaar
prille onderwijshuisvestingsprojecten gezocht
Servicecentrum Scholenbouw van start Scholen en gemeenten objectief adviseren over integrale aanbestedings vormen bij scholenbouw is de kerntaak van het Servicecentrum Scholenbouw (SCS). Het SCS is nu, na de oprichtingsfase (zie Kader primair 1, september 2008), definitief operationeel. Het SCS is een onafhankelijke stichting die kennis ontwikkelt en verspreidt. Ook de AVS steunt de doelstellingen van het SCS. Uitgangspunten hierbij zijn praktijkgerichtheid en vraagsturing. Praktijkervaring wordt opgedaan in concrete projecten. Daarom komt het SCS graag in contact met schoolbesturen en gemeenten die bezig zijn met plannen voor onderwijshuisvesting.
4
Het hoeft hierbij niet alleen te gaan om zogenoemde stand alone scholen. Integendeel: ook projecten waarbij de school (of scholen) deel uitmaakt van een groter complex (Multi Functionele Accommodatie) of een combinatie vormt met woningbouw zijn een goede basis voor verdere kennisontwikkeling. Daarbij is het van belang dat er nog geen architect is
geselecteerd of aanbesteding heeft plaatsgevonden. Namens de AVS is a dviseur Jan Schraven (j.schraven @avs.nl) gedurende een deel van de week werkzaam bij het SCS. _ Meer informatie over onder andere geïntegreerd aan besteden: www.scsb.nl of tel. 070-3153355.
focust op het leren van leerkrachten door reflectie, vragen van feedback, kennis delen en innovatief gedrag. Zij ging na welke individuele en organisatiefactoren een positieve invloed hebben op deze leeractiviteiten van leerkrachten. Naast intrinsieke motivatie van henzelf en een coachende leiderschapsstijl van hun leidinggevende blijkt voor leerkrachten een derde factor van belang: hun onderlinge afhankelijkheid (‘taaken doelinterdependentie’). Interdependentie ontstaat als zij bij hun taak- en functievervulling in het primaire proces van elkaar afhankelijk zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden verhoogd als zij niet alleen voor hun eigen lessen en groepen verantwoordelijk zijn, maar ook gezamenlijk verantwoordelijk worden gehouden voor de ontwikkeling van multidisciplinaire opdrachten of modules. Tegelijkertijd met de promotie van Runhaar is het Twente Centre for Career Research (TCCR) geopend. Het TCCR gaat onderzoek uitvoeren naar de professionele ontwikkeling van medewerkers binnen het onderwijs en de zorg. _ Kijk voor meer informatie op www.ibr.utwente.nl/tccr.
ac tueel
meeste vrouwen kiezen bewust voor deeltijdwerk
Vrouwen met kleine deeltijdbaan willen meer uren Twee op de drie vrouwen met een zeer kleine deeltijdbaan (1-11 uur) en bijna de helft van de vrouwen met een kleine deeltijdbaan (12-19 uur) willen meer uren werken. Dat kan gunstig zijn voor de personeelstekorten in het onderwijs, menen de onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Uit het onlangs verschenen SCP-rapport blijkt dat de meeste in deeltijd werkende vrouwen niet voltijds willen werken, maar veel van hen zouden wel iets meer uren willen werken dan ze nu doen. De bereidheid om meer uren te gaan werken neemt nog verder toe als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden hebben vooral te maken met de tijd en plaats waarop gewerkt moet worden (afstemming van werk op privé), de inhoud van het werk (leuker werk of betere perspectieven) en substantiële
financiële vooruitgang. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan zou de gemiddelde arbeidsduur voor alle vrouwen (inclusief de niet- en voltijdwerkenden) met vijf uur per week kunnen toenemen. Aan de behoefte van vrouwen om meer zeggenschap te hebben over hun werktijden, wordt door werkgevers nog weinig tegemoet gekomen. Er wordt veel gesproken over meer bij de wensen van werknemers aansluitende organisatie van arbeid (op schooltijden afgestemde contracten, thuiswerken, eigen rooster
opstellen, levensfasebewust personeelsbeleid), maar in de praktijk bleken succesvolle voorbeelden moeilijk te vinden. Voor het primair onderwijs geldt bovendien dat schooltijd gelijkstaat aan werktijd, waardoor onderwijsgevende moeders gebonden zijn aan vaste tijden. De enkele organisaties die de wensen van vrouwen met betrekking tot onder andere hun werktijden hebben omarmd, blijken meestal nog in het experimenteerstadium. De meeste in deeltijd werkende vrouwen voelen
zich door hun werkgever niet gestimuleerd om meer uren te gaan werken. In functioneringsgesprekken komt een eventuele uitbreiding van de arbeidsduur, bijvoorbeeld nadat de kinderen groot zijn, zelden aan de orde. De helft van de geïnterviewde in deeltijd werkende vrouwen denkt dat er binnen de eigen organisatie ook geen mogelijkheden zijn om meer uren te gaan werken. _ Het SCP-rapport is terug te vinden op www.scp.nl
geen ranglijst
nieuw overlegorgaan
KNAW leidt onderzoek naar
Stichting van het Onderwijs
rekendidactieken
in het leven geroepen
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) zal in opdracht van het ministerie van OCW de overzichtsstudie uitvoeren naar effectieve rekendidactieken.
Zowel in het advies LeerKracht! Als in het actieplan Leerkracht van Nederland is geopperd om een Stichting van het Onderwijs in het leven te roepen. Dit nieuwe orgaan met daarin werkgevers en werk nemers (sociale partners) van alle onderwijssoorten wordt waarschijnlijk begin 2009 officieel opgericht.
Staatssecretaris Dijksma besloot eerder dit jaar tot het onderzoek naar aanleiding van een rapport van de Onderwijsinspectie waaruit bleek dat bijna een kwart van de basisscholen onvoldoende presteert op het gebied van rekenen. Dijksma: “Onder hoogleraren is veel discussie over verschillende rekendidactieken. Ik ben dan ook blij dat de KNAW de leiding neemt in het onderzoek”.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Het onderzoek moet scholen inzicht geven in de voor- en nadelen van verschillende didactieken voor reken-wiskundeonderwijs. Het is niet de bedoeling een ranglijst te maken van de verschillende methoden of scholen op te leggen welke methode ze moeten gebruiken. De centrale vraag zal zijn: wat werkt voor welke leerling onder welke omstandigheden? _
De stichting gaat een of tweemaal per jaar overleg voeren met het kabinet over onderwerpen waarbij sprake is van een verbinding tussen onderwijs en sociaaleconomische vraagstukken. In een brief aan de Tweede Kamer deelt minister Plasterk mee dat SBO-voorzitter Jan Franssen de kwartiermaker is in het
oprichtingsproces; het SBO levert de ambtelijke ondersteuning. De partijen werken op dit moment aan een strategische agenda. De komende twee jaren worden gebruikt voor de ontwikkeling van de Stichting van het Onderwijs. Er zal een voorzitter uit eigen midden worden gekozen. _
5
ac tueel
oprichting onderwijszorg nederland
Leerkrachten positief over opname behandeling dyslexie in basispakket Leerkrachten zijn blij met de opname van diagnose en behandeling van ernstige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering. Dyslexie komt veel voor bij kinderen. Uit onderzoek van Onderwijszorg Nederland onder leerkrachten blijkt dat 73 procent van hen één of meerdere kinderen met dyslexie in de klas heeft. Van alle leerkrachten met kinderen met dyslexie in de klas vindt 84 procent het besluit om per 1 januari 2009 de behandeling voor dyslexie op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering juist. De meeste leerkrachten uit
het basisonderwijs verwachten dat dit ervoor zorgt dat meer kinderen de behandeling ontvangen die ze nodig hebben. Driekwart verwacht dat meer kinderen daardoor het onderwijs gaan volgen dat past bij hun cognitieve mogelijkheden. Eveneens driekwart van de leerkrachten denkt dat meer kinderen met ernstige dyslexie uiteindelijk beter in staat zal zijn te participeren in de samenleving en minder emotionele problemen zullen ervaren.
Bij het stellen van de diagnose en bij de behandeling van ernstige dyslexie moeten scholen ondersteund worden door regionale onderwijsadviesbureaus, zo vindt een meerderheid. Bijna alle leerkrachten zijn van mening dat deze behandeling zoveel mogelijk in de buurt van de school moet plaatsvinden. Deze cijfers werden bekend gemaakt tijdens de oprichtingsvergadering van de nieuwe coöperatie Onderwijszorg
Nederland van EDventure, branchevereniging van onderwijsadviesbureaus. De bestaande onderwijsadviesbureaus hebben de krachten gebundeld en bieden geïntegreerde kwalitatieve dienstverlening voor diagnose en behandeling van dyslexie. Vanaf 1 januari 2009 biedt Onderwijszorg Nederland kinderen, ouders en scholen in het hele land gespecialiseerde zorg. _
niet méér conflicten, wel erger
Kinderen met agressieve gedragsproblemen niet goed in verzoenen Ruzies tussen kinderen met agressieve gedragsproblemen duren vaak lang en escaleren snel. Dit komt door het onvermogen van deze kinderen om te verzoenen; ze wijzen verzoeningspogingen van spelgenoten vaak af. Dat concludeert dr. Maaike Kempes van de Universiteit Utrecht in een onderzoek naar agressie en conflicthantering. In haar onderzoek liet Kempes kinderen op reguliere scholen en agressieve kinderen in het speciaal onderwijs met kinderen uit hun klas spelen, waarbij ze via spelletjes kleine conflicten uitlokte. Agressieve kinderen uit het speciaal onderwijs blijken niet vaker conflicten te hebben dan kinderen op reguliere
6
scholen, maar de conflicten die tussen deze kinderen ontstaan, duren langer en escaleren snel. Dit lijkt voort te komen uit hun onvermogen te verzoenen. “Verzoening is een belangrijke manier om de negatieve effecten van agressie te verminderen”, aldus Kempes. “Het afwezig zijn ervan kan bij agressieve
kinderen de reden zijn dat hun agressie als abnormaal wordt ervaren.” Zo’n 5 procent van de kinderen heeft een agressieve gedragsstoornis. Kempes: “In het onderzoek en de behandeling van agressie wordt veel gekeken naar de oorzaak van agressief gedrag en agressieve
conflicten en het voorkómen daarvan. Maar conflicten zijn onvermijdelijk. Het is daarom net zo belangrijk om te onderzoeken hoe conflicten hanteerbaar gehouden kunnen worden. Verzoening speelt hierbij een belangrijke rol.” _
illustratie _ jos collignon
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
7
them a _ digitale onder steuning
‘Onde
Over het thema
Informatie- en communicatietechnologie (ict) is niet alleen toepasbaar in de klas, maar ook – of misschien wel júist – in
laten onderw
de organisatie. Waar het bedrijfsleven allang gebruik maakt van ict-systemen en toepassingen om data beter te benutten en te beheersen, loopt de gemiddelde basisschool nog wat achter. Hoe komt dat? Wat zijn de nieuwste en meest praktische ict-producten voor onderwijsorganisaties? En hoe kun je al dat aanwezige cijfermateriaal beter gebruiken? In vier artikelen proberen we u een idee te geven van wat vandaag de dag kan, wat nieuwe toepassingen kunnen opleveren en hoeveel deze kosten. Wat u vervolgens met die kennis doet, mag u uiteraard zelf weten.
Digitale aanmelddossiers, een school administratieprogramma, het bovenschools managementsysteem; de ondersteunende software op organisatorisch niveau is er. Toch zijn schoolleiders en bovenschools directeuren terughoudend in het gebruik ervan. Frans Schouwenburg, sectormanager primair onderwijs bij Kennisnet, laat zijn licht schijnen op de oorzaak en de oplossing.
tekst jaan van aken
8
i c t a l s o r g a n i s at o r i s c h h u l p m i d d e l
ersteunde systemen
ijs efficiënter verlopen’
Wie ict zegt, heeft het al snel over het educatieve gebruik in de klas. Maar ict kan ook een rol spelen op organisatorisch niveau, bij de ondersteuning van schoolleiders en bovenschools directeuren. Voorbeelden zijn programma’s om digitale handelingsplannen te maken, een geïntegreerd leerlingvolgsysteem en school administratieprogramma, bovenschools managementsystemen en digitale aanmelddossiers. Frans Schouwenburg, sectormanager primair onderwijs bij Kennisnet, vergelijkt het gebruik van ondersteunende software met het bedrijfsleven.
“Waarom automatiseert het bedrijfsleven? Omdat het een efficiencyslag oplevert. Zulke programma’s kunnen ook het onderwijs efficiënter laten verlopen. De overdracht naar het voortgezet onderwijs kan bijvoorbeeld soepeler, als je vanaf het begin van een schoolloopbaan bouwt aan een elektronisch leerlingdossier.” Als belangrijke voordelen noemt hij dat ict altijd en overal beschikbaar is, makkelijk overdraagbaar en digitaal is. “Dat maakt de gegevens transparant en goed te beveiligen, met als grote voordeel: ze zijn makkelijk doorzoekbaar.” Toch wordt er relatief weinig gebruik van gemaakt, ziet Schouwenburg. “Het gebruik van ict als hulpmiddel door schoolleiders en bovenschools directeuren staat op hetzelfde peil als het ict-gebruik in de klas: sterk wisselend per school en nog niet veelvuldig.” Hoe het gebruik in het primair onderwijs zich verhoudt tot andere (onderwijs)sectoren vindt Schouwenburg lastig te zeggen, omdat de aandacht op verschillende ictterreinen is gericht. “Het primair onderwijs is gericht op het registreren van leerling-resultaten en het doorspelen van die informatie naar middelbare scholen en de >
Frans Schouwenburg, sectormanager primair onderwijs bij Kennisnet.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
9
jeugdhulpverlening. In het voortgezet onderwijs zie je een versnelde ontwikkeling richting individueel en flexibel werken met behulp van ict. Het mbo is vooral bezig met competentiegericht leren.” Kijkend naar de gezondheidszorg trekt de sectormanager een vergelijking tussen digitale volgsystemen. “Het elektronisch patiëntendossier in de zorg en het elektronisch leerlingdossier in het onderwijs geven alle betrokkenen een grotere mogelijkheid om te meten en te sturen.”
Koudwatervrees Voor het relatief lage gebruik van ict voor de ondersteuning van schoolleiders en bovenschools directeuren zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Deels is het onbekendheid, denkt Schouwenburg. De pakketten zelf zijn genoeg beschikbaar en er komen er steeds meer bij. “Er heerst onder schoolleiders en bovenschools directeuren angst om de producten te gebruiken. Angst voor het onbekende: is het allemaal wel goed geregeld, zijn papieren methodes niet veiliger?”, beschrijft hij de koudwatervrees. Bedrijven investeren bovendien in software om de winst te vergroten; die motivatie ontbreekt in het onderwijs. En een derde reden zijn de financiën. “Softwarepakketten zijn wel investeringen die je moet doen. Voor eenpitters kan dat moeilijk op te brengen zijn. In een samenwerkingsverband van scholen is dat eenvoudiger.” Dat de gegevens die al wel in school aanwezig zijn – in het leerlingvolgsysteem en leerlingadministratie – niet gekoppeld worden en weinig voor prognoses gebruikt worden,
‘e r h e e r s t a n g s t o n d e r s c h o o l l e i d e r s e n b o v e n s c h o o l s directeuren om ict-producten te gebruiken.’
Cijfers ict-gebruik ® Computer in de les Nederlandse leerkrachten staan in Europa op de vierde plaats als het gaat om het gebruik van computers in de lessen: ® 9 0 procent heeft in de laatste twaalf maanden gebruikgemaakt van een computer tijdens de les; ® 51 procent gebruikt computers tijdens 10 tot 50 procent van al hun lessen; ® 12 procent gebruikt computers in meer dan de helft van de lessen; ® 10 procent gebruikt geen computer tijdens de les. (Bron: Europese Commissie 2006)
10
Cijfers ict-gebruik ® Ict in basisonderwijs Hoe vaak wordt ict in het basisonderwijs ingezet? ® Leidinggevenden/managers gebruiken ict gemiddeld 18–21 uur voor schooltaken; ® Leerkrachten gebruiken bijna 13 uur ict, waarvan zeven uur voor lesgeven; ® Leerlingen gebruiken gemiddeld drie uur per week ict bij schooltaken. (Bron: Onderwijs en open leermiddelen, advies van de Onderwijsraad)
heeft volgens Schouwenburg eveneens met onbekendheid en drempelvrees te maken.
Meten, meten, meten Schouwenburg verwacht wel verandering: “Ik denk dat we aan de vooravond van een boost in de goede richting staan, omdat er meer belangstelling is om maatwerk te leveren. Dat betekent wel dat alle betrokkenen anders naar de organisatie moeten kijken dan ze gewend zijn.” De nieuwe kijk begint met een onderwijsvisie met daaraan gekoppeld een ict-beleidsplan, zegt de sectormanager. Volgens Schouwenburg zou in die onderwijsvisie centraal moeten staan dat je leerlingen maximale ontplooiing wilt bieden. “Daartoe registreer je alles wat het individu doet: meten, meten, meten.” Zijn ideaal is één geïntegreerd systeem voor alle schoolgegevens door verschillende systemen te koppelen. “Sommige persoonlijke gegevens worden heel vaak geregistreerd, in pedagogische, onderwijskundige en financiële administraties. Efficiënter zou zijn te werken met één set basisgegevens, waaraan andere gegevens gekoppeld kunnen worden.” Daarom moeten we de integratie van de verschillende pakketten makkelijker maken, vindt hij. Daarin is ook een rol voor Kennisnet weggelegd. “De verschillende onderwijsstandaarden die er zijn moeten meer met elkaar afgestemd worden. Dan kunnen producenten hun eigen idee ontwikkelen, maar zijn de gegevens in de verschillende programma’s wel overdraagbaar, zodat ze gezamenlijk in één elektronisch leerdossier passen.” Een ander instrument om koppelingen beter te laten werken is ‘Entree’, in het leven geroepen door Kennisnet. Via Entree kunnen scholen door op één account in te loggen, toegang krijgen tot meerdere websites. Voor het inloggen bij het Cfi, op Teleblik en de Onderwijsinspectie is daardoor nog maar één gebruikersnaam en wachtwoord vereist. “Entree is een platform waar je ook systemen voor leerlingadministratie en handelingsplannen onder zou kunnen hangen en gegevens mee kunt uitwisselen.”
thema duurzaamheid them a _ digitale onder steuning thema _ _duurzaamheid
Toekomst Schouwenburgs verwachting is dat scholen over tien, twintig jaar het maximale uit leerlingen halen door naar het individuele onderwijsproces te kijken. “Momenteel heeft het onderwijs de flexibiliteit om zich op het individu te richten niet.” In de huidige situatie zijn scholen afhankelijk van het systeem. “Het lesmateriaal moet binnen het rooster, het klassikale systeem en het jaarplan passen. De juf van de groep houdt de voortgang van leerlingen bij, dan ben je met serieproductie bezig.” Slimme ict-programma’s en hulptools werken uiteindelijk door in het onderwijs, denkt Schouwenburg. “Administratieve zaken kunnen we automatiseren, zodat leerkrachten zoveel mogelijk met het primaire proces bezig kunnen zijn. Het gebruik van die ondersteunende systemen kan gebruiksvriendelijker en efficiënter en dat past binnen de normale schoolbegroting, hebben we berekend.”
Cijfers ict-gebruik ® Ict in basisonderwijs In het basisonderwijs is 13 procent van de leermaterialen digitaal en bestaat 87 procent uit boeken (Kennisnet Ict op school 2007). Leerkrachten in het primair en voortgezet onderwijs werken ook hoofdzakelijk met papieren leermiddelen, namelijk iets meer dan 70 procent van de lestijd; 9 procent van de tijd werken zij met digitale leermiddelen. Gedurende 20 procent van de tijd gebruiken ze een combinatie van papieren en digitale leermiddelen. Slechts 9 procent van de leerkrachten in primair en voortgezet onderwijs gebruikt uitsluitend digitale leermiddelen. (Bron: Stichting Leerplanontwikkeling 2008)
‘momenteel heeft het onderwijs niet de flexibiliteit om zich op het individu te richten.’ Als er een paar goede voorbeelden komen, is de belangstelling in het onderwijs groot genoeg om ontwikkelingen snel te laten gaan, voorspelt de sectormanager. “Kijk naar de snelheid waarmee heel veel scholen in korte tijd een digitaal schoolbord hebben aangeschaft. Zoiets verwacht ik ook met ondersteunende systemen.”
Aanjager Naast het belang van digitalisering als hulpmiddel voor de organisatie, speelt de schoolleider ook een belangrijke rol als aanjager van ict in de klas. De meest recent uitgebrachte monitor van Kennisnet Ict op school meldt dat bijna 75 procent van de basisscholen en ongeveer 60 procent van de vo-scholen beschikken over een visie op ict-gebruik. Ruim de helft van de scholen voor basis- en voortgezet onderwijs heeft deze visie ook vastgelegd in een ict-beleidsplan. Opmerkelijk is dat één derde een ict-beleidsplan heeft dat niet (meer) gebruikt wordt. “Voor sommige scholen is een ict-beleidsplan niet meer dan de wet- en regelgeving waaraan ze moeten voldoen”, meent Schouwenburg. De motivatie om ict in het onderwijs te implementeren moet vanuit de scholen zelf komen en dat gebeurt wel steeds meer. Schouwenburg: “Kennisnet krijgt steeds vaker het verzoek: we willen meer met ict, help ons.” In het adviesrapport ‘Onderwijs en open leermiddelen’, dat september 2008 verscheen, bepleit de Onderwijsraad het gebruik van open leermiddelen, ook in het primair onderwijs. Het succesvol implementeren van die digitale leermiddelen doet volgens de Raad een groot beroep op het management van de school. “Schoolleiders en bovenschools directeuren moeten daarin de leiding nemen en zorgen dat de plannen uitgevoerd worden”, vindt ook Schouwenburg. “Bepaal in je onderwijsvisie welk ictonderdeel je verder wilt ontwikkelen ‘en zoek daar de wereld bij op’”, zoals hij het uitdrukt. Scholen hoeven namelijk niet alleen het wiel uit te vinden. ”Zoek samenwerking, stel elkaar vragen en breng die kennis terug de school in.” _
Op 20 maart 2009 tijden het AVS congres ‘Leiden met Lef’… … verzorgt Frans Schouwenburg de workshop ‘Innovatie begint bij goed leiderschap’. Hoe kunt u als schoolleider bepalen met welke aspecten u rekening moet houden? Het is heel goed mogelijk om vanuit een onderwijskundige en organisatorische blik de juiste vragen te formuleren, zodat u de juiste voorwaarden kunt scheppen om ict succesvol te implementeren. Met enkele good practices van collega-schoolleiders.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
11
them a _ digitale onder steuning
Veel kostbare tijd van schoolleiders en hun collega’s gaat op aan allerhande
die hun taak moeten verlichten. Hoe bevallen die noviteiten in de praktijk?
document m anagementsysteem
Postlawine is nu handzaam digitaal stroompje De Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg heeft 21 scholen voor speciaal (basis)onderwijs met 56 locaties in heel Nederland. Al jaren wordt vrijwel alle post op het centrale kantoor in Voorhout bezorgd, duizenden stukken per jaar. “Er waren twee mensen full-time bezig om alles te kopiëren, in enveloppen te doen en door te sturen,” vertelt Gijs van der Laan, hoofd bedrijfsvoering. Sinds dit schooljaar werkt Aloysius met het Decos document managementsysteem. De twee krachten die vroeger de post doorstuurden, volgden een training en scannen nu alle papieren post in. Vervolgens laten ze deze door het systeem doorsturen naar de betreffende scholen. Zij beoordelen ook wie op de stukken actie moet ondernemen. Dat wordt vastgelegd en wanneer de actie is genomen maakt het systeem daarvan melding. Decos bezorgt de digitale documenten bij de juiste personen, registreert alle mail en vindt zowel de mail als de documenten gemakkelijk terug. Het systeem kent nog meer functies; zo kunnen betrokkenen bij projecten het gebruiken als communicatie- en controlemiddel en er hun documenten stallen en delen. Het is een ‘snelweg’ voor allerlei informatiestromen. Aloysius gaat het gebruik stapsgewijs uitbreiden. Momenteel wordt alle inkomende post ingevoerd. Straks volgt de uitgaande post. Pas daarna worden de projecten en vergaderdossiers ingevoerd. Van der Laan: “Je krijgt grip op je documenten en de afhandeling ervan. Vroeger stuurde je iets door en dan had je geen idee wat er verder mee gebeurde. Nu kan je de afhandeling volgen in het systeem.”
Snelle scanner Een document managementsysteem vraagt om een snelle internetverbinding en goede infrastructuur. Het management en de administrateurs volgden een training. De scholen hebben allemaal hun eigen hardware, inclusief een snelle scanner. De infrastructuren van de afzonderlijke scholen worden aan elkaar en aan het centrale systeem
12
gekoppeld. Van der Laan: “Je moet eerst de infrastructuur op orde hebben en daarna pas het systeem aanschaffen. Wij deden het andersom. We hebben op 1 september 2007 Decos aangeschaft en op dit moment is het op 70 procent van onze scholen operationeel.” De kosten voor implementatie en aanschaf van licenties voor 120 administrateurs en managers die het systeem bedienen bedroegen eenmalig zo’n Y 200.000, inclusief een ingehuurde fulltime projectmedewerker voor tien maanden. Daarnaast is eenmalig Y 50.000 neergeteld voor aanschaf en inrichting van de centrale server. De jaarlijkse kosten voor onderhoud, support, programma-aanpassingen en systeembeheer van de server bedragen Y 30.000. Voor implementatie en ontwikkeling van nieuwe toepassingen reserveert Aloysius jaarlijks Y 20.000. “De investering is hoog, maar aangezien 1000 mensen communiceren via dit systeem, vind ik de jaarlijkse lasten zonder meer acceptabel”, aldus Van der Laan. De tijdwinst is al merkbaar bij het management en de administratie. “De financiën, personele en scholen administratie zijn nu allemaal gekoppeld. Als straks ook onze documenten en processen aan elkaar zijn gelinkt, hebben we echt een slag gemaakt.” Directeur Ruud van de Rakt van vso-school De Korenaer zag de stroom post afnemen. “En alles gaat sneller. Vroeger duurde het soms weken voordat je een brief via de hoofdvestiging binnenhad. Nu zit die direct in je mailbox.” Hij ziet wel dat veel collega’s een drempel over moeten. “Op schoolniveau wordt het systeem naar mijn idee nog onvoldoende gebruikt.” Nog een nadeel: “Als mensen het systeem niet goed gebruiken, hebben anderen daar last van.” Een kwestie van wennen, denkt hij. “Dat proces moeten we met z’n allen door.” _
meer weten Kijk voor meer informatie op www.decos.nl , www.ictopschool.net/ software of www.docufacts.nl/cat/ marktsector/onderwijs.
administratie en regelwerk. Gelukkig komen er steeds meer hulpmiddelen op de markt
tekst marijke nijboer
i n va l l e r s - r eg i s t r at i e s y s t e e m
Nachtmerrie rond ziektevervanging is voorbij Invallers zijn meestal plotseling nodig. Bij Nije Gaast, een koepel van vijftien basisscholen in Zuidwest Friesland, lag op het bovenschoolse kantoor voor zulke noodgevallen een lijst met namen klaar. “Elke week maakten we een update, en die mailden we naar onze schoolleiders”, vertelt bovenschools adjunct-directeur Jurjen Faber. “Het regelen van een invaller kostte enorm veel tijd. Tegen de tijd dat je belde, was je vaste invaller meestal al aan het werk.” Maar veel erger nog was het feit dat potentiële invallers moeilijk bereikbaar bleken. “Meestal waren het jonge vrouwen die nog bij drie of vier andere verenigingen stonden ingeschreven. Dan sprak je de voicemail in en belde je de volgende. ’s Avonds belden ze terug om te vertellen dat ze al bezet waren. Heel frustrerend.” Dit regelwerk kostte schoolhoofden minstens een uur per dag; tijdens een griepgolf wel drie uur per geval. “En dan had je soms nóg niemand.” Sinds ruim een jaar gebruikt Nije Gaast het invallersregistratiesysteem van Sintact. De lijst met invallers staat nu in een eigen database waar de 15 schoolleiders op kunnen inloggen. Alle invallers staan genoteerd met vermelding van bijzonderheden, zoals de groepen waarvoor ze beschikbaar zijn en eventuele gymbevoegdheid. Een school leider die snel iemand zoekt voor groep 4, kan met één druk op de knop een selectie krijgen van geschikte en beschikbare invallers. Wanneer de schoolleider iemand ‘boekt’, verdwijnt deze meteen van de lijst met beschikbaren voor die datum.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Zo wordt voorkomen dat iemand dubbel wordt geboekt. De invaller krijgt meteen automatisch een e-mail (binnenkort ook een sms-je). Ook de personeelsadministratie krijgt meteen een automatische melding. De beschikbare mensen worden in willekeurige, niet-alfabetische volgorde aangeboden, zodat iedereen een even grote kans maakt om te worden geboekt.
Prioriteit Maar de school kan ook prioriteit aan mensen toekennen. De eigen wachtgelders gaan voor. En favoriete invallers kunnen ook voorrang krijgen toegekend. Degenen die niet zo bevielen, krijgen een lagere prioriteit of worden geblokkeerd. Het systeem is niet helemaal waterdicht, vertelt Faber: invallers die ook werken voor scholen die niet bij dit regi stratiesysteem zijn aangesloten, moeten zichzelf afmelden. “Doet iemand dat bij herhaling niet, dan geven we hem/haar een lagere prioriteit op onze lijst. Maar tot nu toe is dat niet nodig geweest.” Het systeem heeft extra management tools. Zo waarschuwt het wanneer een invaller bijna genoeg senioriteit heeft opgebouwd om in aanmerking te komen voor een vast contract. “Komt het zover, dan draait het systeem automatisch de nodige formulieren uit voor de personeelsadministratie.” Het invallers-registratiesysteem kost Nije Gaast Y 900 voor de licentie en jaarlijks Y 900 voor de 15 scholen samen. Faber: “Als je daar het aantal bespaarde uren tegenover zet, vind ik Y 1.800 niet duur.” Hij is blij met de aanschaf. “De frustratie van onze schoolleiders over dit onderwerp is gereduceerd naar nul.” Maar hij kan nog wel een minpuntje noemen. “Dit systeem genereert een grote hoeveelheid mails. Zodra een schoolhoofd begint met zoeken in het systeem, gaat er al een mail naar het bovenschoolse kantoor. Heeft hij iemand gevonden, dan gaat er wéér een mail uit. Dat zou wel iets minder mogen.” _
meer weten Kijk voor meer informatie over de Invalpool op www.sintact.nl (ook via www.avs.nl/vereniging/avsvoordeel.nl), of voor een vergelijkbaar systeem op www.clooser.nl (Vervangingen).
13
them a _ digitale onder steuning
Big Brother
of handig
sturings
h e t n u t va n e e n m a n a g e m e n t i n f o r m at i e s y s t e e m Directeuren beschikken over een schat aan gegevens maar gebruiken deze slechts mondjesmaat in de aansturing van de school. Op bovenschools niveau ontbreekt het al helemaal aan sturingsinstrumenten. Stichting IJsselgraaf wil daarin verandering aan brengen en gebruikt sinds kort een managementinformatiesysteem.
14
tekst bert nijveld
Gerbert Bieleman is algemeen directeur van Stichting IJsselgraaf met twintig openbare scholen in het oosten van het land. Foto’s: Hans Roggen
Het leerlingvolgsysteem, de financiële administratie, cijfers met betrekking tot leerling- en oudertevredenheid, verzuimcijfers, et cetera: directeuren beschikken over een schat aan gegevens. Maar wat doen zij daarmee? Zijn deze data allemaal digitaal beschikbaar en kunnen ze worden gekoppeld, zodat ze zinvolle managementinformatie opleveren? En hoe zit het met de algemene directie, of het bestuur? Hebben zij inzage in die gegevens, zodanig dat zij daar bovenschools iets mee kunnen? Om met deze laatste vraag te beginnen: nee, meestal niet. Gechargeerd zou je kunnen stellen dat de algemeen directeur een schip op koers moet houden zonder roer. De koers uitzetten lukt nog wel, maar tussentijds vaststellen of deze ook daadwerkelijk gehandhaafd wordt, is lastig. Alom klinkt dan ook de roep om betere informatiesystemen. De hedendaagse onderwijsmanager wil, net als zijn collega in het bedrijfsleven, ook echt en daadwerkelijk kunnen (be)sturen. Gerbert Bieleman is zo’n manager. Hij is algemeen directeur van Stichting IJsselgraaf met twintig openbare scholen in het oosten van het land. Zijn wens om meer inzicht te hebben in het dagelijks functioneren van ‘zijn’ scholen is vooral ingegeven door het veranderde Inspectietoezicht waarin het bestuur als aanspreekpunt fungeert. “Feit is dat je vanuit de veranderde rol van de Inspectie bestuurlijk duidelijk aan de bal bent”, merkt hij op. “Je gaat je dan afvragen wat je eigenlijk weet van je scholen. Een van de belangrijke speerpunten is dat je volgt wat de opbrengsten zijn. De eindopbrengsten weet je, maar de tussenopbrengsten krijg je nauwelijks te horen. Je mist het overzicht.”
administratie en gegevens over ouder- en leerlingtevredenheid te koppelen, ontstaat een digitaal dashboard. Hier is relevante informatie over de staat van de stichting op af te lezen is, wat het mogelijk maakt te rapporteren en bij te sturen. Bieleman: “Ik kan de resultaten van alle scholen bekijken en zien hoe deze zich verhouden tot andere vergelijkbare scholen binnen de stichting. Ik kan volgen hoe men presteert op schoolniveau, op groepsniveau en zelfs op individueel niveau. Het idee is om met behulp daarvan in gesprek te gaan met directeuren: mij valt dit op, wat is jouw analyse? Je deelt met elkaar dezelfde kennis die je kunt gebruiken voor het verbeteren van je onderwijs; dat is de achterliggende gedachte.”
Analyses De andere kant van de medaille is dat de individuele directeur zich op de vingers gekeken voelt. Directeuren zien een oprukkend bestuur, waarmee zij verantwoordelijkheden moeten delen. Mandy Ampting, directeur van één van de IJsselgraaf basisscholen, ziet daarin geen probleem. “Het is voor mijzelf ook zeer welkom een systeem te hebben waarmee ik overzicht heb en waarmee ik kan sturen. Je weet waar de Inspectie op toetst. Op die kwaliteitsaspecten wil ik dan ook invloed kunnen uitoefenen. Ik weet dat er directeuren zijn die het niet prettig vinden als hun schoolgegevens toegankelijk zijn voor anderen. Maar je moest ze toch ook al delen met de Inspectie. Dat een algemeen directeur op de hoogte is, vind ik heel normaal.”
instrument? Dashboard Het bleek relatief eenvoudig dat overzicht wel te verkrijgen, door de gegevens uit de Cito-leerlingvolgsystemen van de afzonderlijke scholen online centraal beschikbaar te stellen. De centrale directie, maar ook de afzonderlijke schooldirecteuren, beschikken over alle bijbehorende functionaliteiten om analyses te kunnen maken. Door ook gegevens uit de bekwaamheidsdossiers, de financiële
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Wat zijn de analyses die zij maakt met behulp van het informatiesysteem? Ampting: “Ik kan bijvoorbeeld zien dat in een middengroep de toetsresultaten wat terugvallen, terwijl de leerlingtevredenheid juist toeneemt. In de hoogste groep zie je een tegenovergestelde beweging. Kennelijk ligt daar een verband. Daar kun je dan met de betreffende leerkrachten over in gesprek gaan. Je kunt door de jaren heen volgen waar knelpunten >
15
liggen.” Bieleman vult aan: “Als je dat als onderwerp van je schoolbezoek kunt maken, dan krijg je heel interessante bespiegelingen.”
Grote voeten Het systeem zoals dat bij stichting IJsselgraaf draait, is nog niet helemaal gereed. Niet alle koppelingen zijn al gelegd en het is nog een punt van overweging welke koppelingen als zinvol worden beschouwd. De bedoeling is tot vijf à zes indicatoren te komen. “Je moet waken voor conclusies als ‘een kind met grote voeten leest beter’”, stelt Bieleman. Als voorbeelden van indicatoren die wel zinvol kunnen zijn noemt hij – naast de informatie over opbrengsten – gegevens over scholing van leerkrachten en de persoonlijke ontwikkelplannen in relatie tot het eventueel achterblijven op een aantal prestaties van leerktachten. Of verzuim van leerkrachten in relatie tot medewerkertevredenheid; mobiliteitswensen en het kweekvijvertraject. Bieleman: “Als de Inspectie analyseert waarom een school zwak presteert, is er altijd een relatie tussen werksfeer en een hoge
mate van verzuim. Als je die oorzakelijke verbanden kunt leggen en je weet dat je er invloed op kunt uitoefenen, dan krijg je een ander proces. Je moet vaststellen wat je wilt weten en wat niet, en waar de juiste knop zit om gedrag te veranderen. Bij het opbouwen van zo’n systeem gaat het erom vast te stellen wat feitelijk zinvolle managementinformatie is, waarmee je verandering kunt bewerkstelligen. Sommige zaken kun je beïnvloeden en andere niet.”
Professionele leergemeenschap Tot slot de vraag of deze manier van bovenschoolse bemoeienis niet leidt tot een al te grote cultuurshock bij directeuren en leerkrachten. Bieleman is gedecideerd in zijn reactie. “Het met elkaar goed hebben is niet meer voldoende. We staan allemaal voor het belang van het kind; de professional voor de klas moet zijn werk goed kunnen doen. Dan is het ook van belang te weten waar de schoen wringt. Het is aan jou als leidinggevende om de vinger te krijgen achter discrepanties in opbrengsten tussen het ene jaar en het andere jaar. Wat ga je veranderen zodat
‘ict helpt je greep te krijgen op iets wa a rva n j e tot n u to e dac h t dat h et n i et t e b e ï n v lo e d e n w a s . ’
uw mening telt _ peiling De afgelopen maand heeft u via het AVS Scholenportaal kunnen reageren op de stelling:
6%
oneens
29%
deels eens
Ict als hulpmiddel in de bedrijfsvoering van de onderwijsorganisatie is nog niet voldoende ontwikkeld.
65% eens
16
De reacties zijn (ingekorte) weergaven, ingezonden via de website.
Jent Hadderingh van Burg. S. J. van Royen in Schoonoord: “Eens. Het zal ongetwijfeld per school/ bestuur verschillen, maar ict zou bij uitstek een middel moeten zijn om administratieve handelingen/informatie-uitwisseling meer binnen de perken te houden. Ons bestuur heeft geen managementinformatiesysteem, waardoor er regelmatig een beroep op ons wordt gedaan voor de aanlevering van gegevens. Goed ict-gebruik = snelle uitwisseling van gegevens.”
thema duurzaamheid them a _ digitale onder steuning thema _ _duurzaamheid
verbetering optreedt? Die gesprekken worden niet tot sporadisch gevoerd. De directeur moet zich niet verschuilen achter zijn intern begeleider, maar inzien dat hij of zij invloed kan uitoefenen. Heb het tijdens klassenbezoeken maar eens over het feit dat de instructie niet optimaal verloopt en dat je in het persoonlijk ontwikkelplan weinig ziet dat tot verbetering kan leiden. Ik zou het heel prettig vinden als mijn directeuren managementinformatie als onderdeel van hun professionaliteit in hun dagelijkse sturing zouden gebruiken. Datzelfde geldt ook de leerkracht die aan de hand van het leerlingvolgsysteem een dip constateert. Kijk waar dat aan ligt! Heeft het iets te maken met mijn didactisch handelen? Op die manier gebruikt is ict een middel en geen doel. Het helpt je greep te krijgen op iets waarvan je tot nu toe dacht dat het niet te beïnvloeden was. Mijn ideaal is de professionele leergemeenschap. Een managementinformatiesysteem helpt bij het tot stand brengen daarvan. Het is het denken daarover dat ik wil stimuleren.” _
Pauline van der Zwet-Kortekaas van kbs De Ark en De Ark van Noach: “Eens. Ict kan nog meer een onderdeel worden in het onderwijs door de software aan te passen. Software moet zodanig ontwikkeld worden dat een leerling inlogt en verder kan gaan met zijn eigen programma. Hierbij moet wel de kanttekening geplaatst worden dat kinderen niet alleen maar achter een computer of laptop zitten. Kinderen moeten ook de mogelijkheid krijgen heel regel matig met andere kinderen samen te werken, samen dingen ontdekken, samen te leren . De leerkracht heeft, doordat hij/zij minder uit hoeft te leggen, hier ook dan meer tijd voor.”
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
o pe n a p pl i c at i e Managementinformatiesystemen zijn in het bedrijfsleven gemeengoed. Oracle Business Intelligence is een bekend systeem waarmee je verschillende data kunt ontsluiten en managementinformatie op een centrale manier kunt presenteren. Stichting IJsselgraaf maakt hiervan gebruik. PST Business Solutions uit Tiel maakte het geschikt voor gebruik in het onderwijs. “Het is een open applicatie waaraan je alle aanwezige, digitale, informatie kunt koppelen”, legt Paul Kölzer uit. Hij is werkzaam bij dit bedrijf en begeleidde het traject. “Het leerlingvolgsysteem is een vreemde eend in onze bijt, wij hadden daar totaal geen kennis van. Toch bleek ook dit goed inpasbaar.” Met medewerking van drie scholen die hun gegevens inbrachten werd een proof of concept geleverd. Het werd duidelijk dat de gegevens uit de leerlingvolgsystemen op stichtingsniveau gepresenteerd kunnen worden met behoud van de diverse functionaliteiten. Kölzer: “Op het moment dat door een school gegevens worden ingevoerd in het leerlingvolgsysteem, kan deze met één druk op de knop die gegevens centraal online beschikbaar maken.” De kosten van een dergelijk systeem bedragen, afhankelijk van de omvang van de stichting, honderd tot 150 euro per maand per school (brin-nummer) voor een looptijd van 36 maanden. Een bedrag waarvoor het systeem ook wordt onderhouden en eventuele nieuwe functionaliteiten worden ingevoerd.
Nieuwe peiling De nieuwe stelling waarop u via het AVS Scholenportaal kunt reageren luidt:
Horizontale verantwoording (naar de schoolomgeving) is een Haags verzinsel waar ik het nut niet van inzie. Ga snel naar www.avs.nl en geef uw mening!
17
them a _ digitale onder steuning
centr ale servers en thin clients kunnen een oplossing zijn In bijna elk klaslokaal staan tegenwoordig wel drie of meer computers. Vaak leveren deze apparaten problemen op. Want wie beheert al die computers en wat gebeurt er als ze niet goed meer werken? En hoe houdt je de energiekosten binnen de perken? Veel scholen worstelen met deze vragen. Technologische ontwikkelingen kunnen een antwoord bieden.
tekst peter hamers
Uitdijend compu vraagt om slim Op de Eerste Westlandse Montessorischool staan in alle lokalen beeldschermen waaraan leerlingen zitten te werken. Alleen het getik van het toetsenbord is hoorbaar; de bijbehorende computerkastjes zijn muisstil. In een ander lokaal zitten de kinderen gebiologeerd naar plaatjes van dieren te kijken op een digitaal schoolbord, terwijl de leerkracht vertelt. De montessorischool is een moderne school en heeft haar ict-proces onder controle. Dat is vooral te danken aan Ben Zwartveld, bestuurslid, betrokken ouder en van beroep ict-architect. Eind 2004 is Zwartveld gevraagd om een nieuwe website voor de school neer te zetten. Zodoende is hij betrokken geraakt bij het beheer van ict op school. “Het beheer van de computers werd door een aantal enthousiaste vrijwillige ouders verzorgd. In de loop van de tijd nam de animo af, terwijl het aantal te beheren computers sterk toenam. Met minder mensen moesten meer, veelal afgedankte computers uit het bedrijfsleven beheerd worden en een verouderde server met weinig capaciteit. We wilden graag vernieuwen en hebben de wensen vanuit het team geïnventariseerd.”
Sinds september van dit schooljaar werken kinderen, leerkrachten en directie van de Eerste Westlandse Montessorischool met thin clients in plaats van computers. Foto’s: Rolf van Koppen
18
Aan die lijst voegde Zwartveld nog een aantal verzoeken vanuit technisch perspectief toe. Zo ontstond een pakket met eisen waaraan de nieuwe ict-infrastructuur moest voldoen. “Het zou bijvoorbeeld fijn zijn als zieke kinderen ook thuis op het netwerk kunnen, zodat ze niet onnodig ver achter raken en bij school betrokken blijven. Ook zouden leerkrachten thuis op het netwerk moeten kunnen, rugzakkinderen van huis uit lesjes op de schoolsystemen moeten kunnen maken, zou volledig beheer op afstand mogelijk moeten zijn, het systeem eenvoudig uit te breiden moeten zijn, et cetera.”
Enthousiast Zwartveld ging op zoek naar een systeem dat aan dit eisenpakket voldeed en kwam al snel uit bij thin clients. Clients zijn apparaten of computers die gebruikmaken van de
terpark beheer
diensten van een server, een thín client is een client die zelf over zeer weinig bronnen beschikt en sterk afhankelijk is van de server. Alle toepassingen, documenten en gegevens staan centraal op de server die het verwerken van data voor zijn rekening neemt. Zwartveld raakte enthousiast over Sun Ray van Cards ICT Solutions uit Best, dat een systeem biedt met een centrale traffic server die het verkeer tussen de thin clients en de achterliggende applicatieserver afhandelt. Op 10 juli 2008 is de montessorischool overgegaan tot aanschaf. Zwartveld: “Het hele systeem was op de eerste schooldag na de zomervakantie live en het geheel werkt nu bijna perfect. Zelfs de digitale schoolborden worden aangestuurd via de thin clients. Leerkrachten kunnen thuis inloggen op de systemen en zo de lessen voorbereiden en alvast klaarzetten.” De aanschaf van het hele systeem is een flinke eenmalige investering geweest: ongeveer 45.000 euro. “Dat is duurder dan wanneer je gewoon losse computers in school plaatst”, aldus Zwartveld. Maar de kosten voor beheer nemen af, onze thin clients gaan veel langer mee en gebruiken veel minder stroom: vier watt per uur, terwijl een computer zo’n 150 tot 200 Watt per uur gebruikt. Ook kunnen we met de huidige opstelling zeer eenvoudig uitbreiden tot 140 werkplekken.” Erik Burghoorn is managing director van Cards ICT Solutions. “Wij zetten de hele omgeving op en doen, als de klant dat wil, ook het beheer. Het is mogelijk de server in
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
‘a l s d e s c h o o l n o g o p d e conventionele manier met a pa r t e c o m p u t e r s z o u werken, zouden we zelf het beheer niet goed meer kunnen verzorgen.’
een datacentrum te plaatsen, waar meerdere scholen gebruik van maken. Op die manier kunnen kosten worden bespaard.” Cards is nu negen jaar bezig met Sun Ray en ziet een flinke toename van gebruikers in de onderwijswereld. In Almere werken bijvoorbeeld ook 54 scholen met dit thin clients systeem. “Vooral de stroombesparing spreekt scholen aan. In vergelijking met een gewone computer bespaart een Sun Ray 75 euro per jaar. Tel uit je winst als je vijftig of zestig thin clients hebt staan. Fijn voor het onderwijs is ook dat je snel kunt in- en uitloggen. Tijdens lessen, die doorgaans maar vijftig minuten duren, is dat prettig.”
Coaching Binnen afzienbare tijd zal ook bij de Nutsscholen in Best het thin client systeem worden geïnstalleerd. Henk Langeler is locatieleider van basisschool de Schakel in Best: “De ict’er van de school heeft straks minder tijd nodig voor het beheer van het computerpark en kan zich veel meer richten op het coachen van collega’s. Onder onze stichting vallen drie scholen die samen uit vijf locaties bestaan. Omdat we in Best overal over glasvezel beschikken, kan het beheer op afstand worden uitgevoerd. Op dit moment overleggen we met Cards over het implementatieproces.” In tegenstelling tot de Schakel voert de Eerste Westlandse Montessorischool het beheer zelf uit, maar ook dat wordt >
19
20
advertentie
them a _ digitale onder steuning
aandachtspunten thin clients Let bij de aanschaf van thin clients op de volgende punten: Reductie beheerkosten: Vergelijk de kosten tussen eigen beheer en centraal beheer.
‘leerkrachten kunnen t h u i s i n lo g g e n o p d e syst e m e n e n zo d e lessen voorbereiden en a lv a s t k l a a r z e t t e n . ’
Milieuvriendelijkheid: Thin client werkplekken gebruiken minder stroom per uur dan een ‘complete’ computer en gaan doorgaans ook langer mee. Betrouwbaarheid: Het is mogelijk om de servers zo te installeren dat bij falen van één van hen toch gewoon kan worden doorgewerkt. Snelheid: Bij een degelijk thin client systeem is de inlog- en opstarttijd verleden tijd, omdat de virtuele desktop altijd aanstaat en instant beschikbaar is. Beheer op afstand: Beheer kan geregeld worden vanaf iedere virtuele dekstop en server via een veilige internetverbinding (VPN). Werkplekonafhankelijkheid: Het meest handig is de mogelijkheid tot thuiswerken voor ieder teamlid. Voorbeeld: de leerkracht stopt met typen, trekt het kaartje uit de thin client en gaat naar huis. ‘s Avonds maakt hij of zij via VPN verbinding met het schoolsysteem en logt in vanaf thuis. Het document staat nog open en de leerkracht kan verder gaan met typen vanaf waar hij of zij gebleven was. Uitbreidbaarheid: Mogelijkheden tot het installeren van meerdere extra virtuele servers, zoals een media server, intranet server, proxy server, et cetera.
minder arbeidsintensief dan voorheen. Zwartveld legt uit: “We hebben drie servers aangeschaft. Als de school nog op de conventionele manier met aparte computers zou werken, zouden we zelf het beheer niet goed meer kunnen verzorgen en aan de wensen van de school kunnen voldoen. De school moet dan een bedrijf inhuren en dat is bijna onbetaalbaar. Die jongens vragen honderd tot 125 euro per uur. Dat loopt snel erg hoog op. Het systeem werkt nu beter en stabieler. We hebben in de opstartfase wel de gebruikelijke kleine kinderziektes gehad, maar over het algemeen valt het erg mee. Het team en de kinderen zijn erg blij met de mogelijkheden die het nieuwe systeem biedt. Deze oplossing geeft ons een enorme impuls in het doelmatig gebruik van ict binnen het onderwijs.” _
meer weten? Meer informatie over Sun Ray van Cards (AVS Voordeelpartner) is te vinden op www.cardsictsolutions.nl . Zie ook www.ictopschool.net (zoek op thin clients).
Opening nieuwe huisvesting van de Eerste Westlandse Montessorischool afgelopen september.
Schaalvoordeel: Het is mogelijk dat scholen gezamenlijk investeren in de aanschaf van de serveromgeving en geza menlijk gebruik maken van de software-bronnen. Co-locatie: De mogelijkheid tot het onderbrengen van de servers in een datacenter, met alleen nog thin clients werkplekken in school. Hiervoor is wel een internet aansluiting met voldoende bandbreedte een vereiste.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
21
22
advertentie
advertentie advertentie
zo k an het ook _ good pr ac tice
Scholen voor primair onderwijs lopen vaak tegen min of meer dezelfde problemen – of kansen – aan. De aanpak kan bijzonder zijn en voor meerdere scholen nuttig. Obs Toermalijn in Duiven schakelde een schoolcounselor in om een veiligere leeromgeving voor leerlingen te creëren en sociaalemotionele problemen sneller in beeld te krijgen. tekst winnie lafeber
schoolcounseling maakt problemen beter bespreekbaar Toermalijn startte in januari 2008 een pilot met schoolcounseling vanwege vermoedens van gedragsmatige problemen bij bepaalde leerlingen. Ook werd ingespeeld op de komst van een nieuwbouwwijk met sociale woningbouw. Door de positieve reacties van zowel ouders, leerkrachten als leerlingen wordt het project nu met twee jaar verlengd.
De schoolcounselor doet een oefening met de kinderen van Toermalijn, waarbij ze leren in vertrouwen met elkaar om te gaan onder het motto: ‘Samenwerken is samen overleggen. Samen afspreken is samen doen’.
Waarom luisteren kinderen wel naar de leerkracht als die met een belletje rinkelt om stil te zijn, maar luisteren ze niet naar elkaar? Het antwoord van een kind is: ‘Ik ga toch niet luisteren naar iemand van mijn eigen leeftijd?’ In de sociaal-emotionele training die bureau Windmee aan het begin van het schooljaar aan obs Toermalijn gaf, worden deze en andere ‘problemen’ bespreekbaar gemaakt. De schoolcounselor heeft als opdracht de zelfredzaamheid, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van het kind te verhogen, waardoor een veiliger leermilieu ontstaat. Elke week is er op de school een half uur inloop voor ouders die vragen hebben, voor leerkrachten die individuele of groepstrainingen willen aanvragen en is er ruimte voor individuele gesprekken met kinderen.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Directeur Marion van de Kamer: “De schoolcounselor is een soort vertrouwenspersoon. Leerkrachten die gedragsproblemen in een groep zien, vragen zich weleens af of het aan hen ligt of aan de leerling. Voor dat soort vragen en coaching kunnen ze bij de counselor terecht. Door de gesprekken met de counselor weten de leerkrachten beter wat er speelt bij een kind en voelen ze zich ook een stuk veiliger, omdat het duidelijker is hoe zij en de kinderen problemen kunnen aanpakken. Voor kinderen zijn er ontspanningsoefeningen of simpele gesprekken om met spanningen of gezinsproblemen om te gaan. Ouders vinden het prettig vragen over opvoeding en gedrag aan de counselor te kunnen stellen. Omdat ze deze zien als een hulpverlener, accepteren ze soms eerder iets van de counselor dan van de leerkracht. Bij schoolcounseling zorgen leerkrachten, kinderen en ouders er samen voor dat het kind op een veilige en prettige manier kan leren op school.” “Gezien de huidige maatschappij, waarin kinderen minder respect voor elkaar hebben, vind ik dit een must op iedere school.
De school- en gezinssituatie van kinderen heb je zo eerder in beeld. Bij bepaalde situaties, zoals pestgedrag of een echtscheiding, kan de counselor het gezin erbij betrekken. Hij/zij brengt de leerkrachten op de hoogte, waardoor ze wel betrokken zijn, maar niet belast. De counselor beschikt ook over een uitgebreid netwerk, waardoor leerlingen sneller naar het juiste loket gestuurd kunnen worden.” De school probeert de schoolcounseling te bekostigen door doorlopende sponsorcontracten met bedrijven aan te gaan. Toermalijndirecteur Van de Kamer wijst hen daarbij op de ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning’. Profilering daarmee levert een bijdrage aan een positief beeld van het bedrijf naar de buitenwereld toe. Iedereen die bij de school betrokken is vindt het project zo succesvol dat het zeker navolging verdient. Van de Kamer: “Ik heb staatssecretaris Sharon Dijksma via een e-mail op de hoogte gesteld van het belang van dit project en gevraagd of ze dit landelijk kan toepassen.” Het antwoord was bij het ter perse gaan van deze Kader Primair nog niet bekend. _ Geïnteresseerde scholen kunnen contact opnemen met obs Toermalijn:
[email protected] of www.toermalijnduiven.nl Ook een creatieve aanpak op uw school? Mail naar
[email protected] o.v.v. ‘Zo kan het ook’.
23
eindver ant woordelijk m anagement
professionalisering leerkrachten én management In het convenant Leerkracht van Nederland is de professionalisering van het onderwijspersoneel een belangrijk onderwerp. Voor leerkrachten is hiervoor – in aanvulling op de al in de huidige CAO-PO opgenomen afspraken over scholing – de lerarenbeurs beschikbaar gesteld. Deze beurs geldt niet voor het management, maar dat neemt niet weg dat scholing en professionalisering ook voor leidinggevenden in het primair onderwijs van groot belang is. tekst carine hulscher-slot
In het kader van de professionalisering van leidinggevenden is bijvoorbeeld in het overleg over de CAO-PO bepaald dat de kosten voor registratie bij de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) door de werkgever worden vergoed. Leidinggevenden in het primair onderwijs worden voortdurend geconfronteerd met steeds weer nieuwe of veranderende onderwijskundige, morele, sociale en organisatorische eisen. Alleen door voortdurend en planmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling blijven onderwijsmanagers – of ze nu schoolleider zijn of op bovenschools niveau werkzaam zijn – vakbekwaam. Daardoor blijven zij ook in
staat om hun medewerkers te stimuleren en sturen in de ontwikkeling, vormgeving en uitvoering van het beleid van de scho(o) l(en). Zij kunnen dit doen door scholing binnen hun vakgebied, door collegiale consultatie, door opleidingen via bijvoorbeeld de AVS School for Leadership, door ‘op maat’ trajecten met collega’s van de scholen die ressorteren onder hetzelfde bevoegd gezag, door het maken van een educatieve reis, door het bijwonen van een congres, et cetera.
Educatieve reizen en congressen Bij educatieve reizen staat centraal dat de deelnemers hun horizon verbreden, inspiratie opdoen, ideeën uitwisselen met collega’s uit binnen- en buitenland, et cetera. Het helpt daarbij dat zij dan even afstand kunnen nemen van de dagelijkse rompslomp. Vast staat dat een dergelijke reis de deelnemers in staat stelt om op een professionele manier meer inhoud en diepgang in het dagelijks werk te brengen. Dat blijkt ook steeds weer bij de door de AVS georganiseerde educatieve reizen. Het scholingsbudget is ook bedoeld voor dergelijke activiteiten. En onlangs nog woonde een grote groep schoolleiders de AVS-conferentie ‘Elke school een TOPschool!’ bij. Zij werden geïnspireerd door onder andere professor David Hopkins uit Londen, gespecialiseerd in duurzame schoolontwikkeling. Hij hield
e e n e d u c a t i e v e r e i s s t e lt d e d e e l n e m e r s i n s ta a t o m o p e e n professionele manier meer inhoud en diepgang in het dagelijks werk te brengen.
24
de aanwezigen bijvoorbeeld voor dat avontuurlijke schoolleiders situaties kunnen scheppen waarin anderen (leerkrachten en leerlingen) zich optimaal kunnen ontwikkelen. Een goedpresterende leerkracht heeft volgens Hopkins veel invloed op de prestaties van leerlingen. Schoolleiders moeten voor de juiste condities zorgen. Ook de Canadese professor Michael Fullan, die staatssecretaris Dijksma adviseert over de verbetering van de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs, mag rekenen op veel belangstelling van schoolleiders – al dan niet samen met hun teams – voor zijn inzichten en voor onderwijsprojecten geïnspireerd op zijn ideeën. Kortom, professionalisering van leidinggevenden én leerkrachten wordt een steeds belangrijker onderwerp. Onderwijsorganisaties kiezen hierbij ook regelmatig voor inhoudelijke thema’s die verband houden met het strategisch beleidsplan. Afstemming en samenwerking op bovenschools niveau ligt daarbij voor de hand. Bij het verlevendigen van de thema’s uit het strategisch beleidsplan kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een afsluitende beleidsdag voor alle medewerkers van het bestuur. _
Meer weten? • w ww.avs.nl/nieuwsenagenda/nieuws (Elke school een TOPschool) • w ww.avs.nl/professionalisering/ internationaal/educatievereizen • A rtikel ‘Bovenschools beleid ‘van iedereen’ maken’, Kader Primair 3, november 2008 (pag. 30 e.v.) Carine Hulscher-Slot (c.hulscher @avs.nl ) is werkzaam bij de AVS als senior adviseur op het gebied van arbeidsvoorwaardenontwikkeling, medezeggenschap en de verhouding bestuur-management. Ook houdt zij zich bezig met politieke beleidsbeïnvloeding.
specia al (ba sis)onderwijs
als het je eigen kind – of school – betreft Sbo-school de Brigantijn uit Someren kwam onlangs negatief in de publiciteit in verband met onder andere pesterijen door medescholieren aan het adres van één van haar leerlingen. De school geeft aan zich lange tijd te hebben ingespannen voor deze leerling, een meisje met een autismespectrum stoornis (ASS); een ernstiger problematiek dan een sbo-school gewoonlijk aankan. tekst heike sieber
Sbo De Brigantijn neemt binnen het bestuur van Stichting Prodas (met in totaal 28 basisscholen) een aparte plaats in. De Brigantijn verzorgt onderwijs aan leerlingen met leer- en ontwikkelingsproblemen. In januari 2008 heeft sbo de Brigantijn de betreffende leerlinge verwelkomd, omdat er geen plaats was op REC-scholen in de regio – waarvoor de leerlinge een indicatie had en reeds was aangemeld – en zij problemen had ondervonden op twee eerdere basisscholen. Hiermee wilde de Brigantijn voorkomen dat het kind verder in een isolement raakt. Door (pest-)incidenten is het tot negatieve publiciteit gekomen en nu luidt Stichting Prodas de noodklok: “De situatie waarin sbo-scholen in Nederland verkeren, is schrijnend door de wachtlijstproblematiek bij de REC-scholen.”
De AVS signaleert dat te vaak moet blijken of het ‘verstandig’ is om een leerling op school te plaatsen, ondanks vermoedens dat de intensieve zorg die de leerling behoeft de mogelijkheden van de school te boven gaan. In dergelijke gevallen wordt vaak vanuit een sterk verantwoordelijkheidsgevoel tot plaatsing overgegaan en heb je als school achteraf het nazien. Aan de school zal in soortgelijke gevallen de vraag worden gesteld of er ten opzichte van de leerling voldoende inspanning is geleverd. De Brigantijn heeft naar eigen zeggen: • “zich opengesteld als gastvrije school, de leerling opgenomen en haar binnen de mogelijkheden van de school de zorg gegeven die ze verdient en nodig heeft; • de leerling de ruimte gegeven op de Brigantijn te blijven tot er plaats was op een passende school; • de kinderen en de leerkrachten deskundig begeleid; • het pestprotocol ingezet; • de ‘pestspecialist’ van Nederland, drs. Bob van de Meer, ingeschakeld; • overleg geïnitieerd met de hulpverlenende instanties (GGZ, MEE, OCGH Advies) en met de politie met betrekking tot de buitenschoolse situaties; • zeer intensief gecommuniceerd met de ouders; • een crisisplaatsing aangevraagd op de REC-school, die werd afgewezen door plaatsgebrek.”
‘d e s i t u a t i e w a a r i n s b o - s c h o l e n in nederland verkeren, is schrijnend d oo r d e wac h t l i j st p rob l e m at i e k b i j de rec-scholen.’
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Volgens het bestuur van Stichting Prodas heeft de school zich tot het uiterste ingespannen en de leerlinge tien maanden lang de best mogelijke opvang en begeleiding gegeven, in een situatie waarbinnen de leerlinge nergens anders terecht kon. Ook vindt het bestuur dat er adequaat en voldoende gecommuniceerd is met de ouders en dat de school zich steeds heeft ingezet voor adequate hulp en goede oplossingen. Wanneer een sbo-school of reguliere basisschool aan zijn grenzen komt met betrekking tot leerlingenzorg, of als een bijzonder geval zich voordoet, dan adviseert de AVS om niet te aarzelen om een opsomming te maken van alle inspanningen en deze activiteiten te markeren in een document. De activiteiten rond een leerling vinden in de meeste gevallen niet lineair maar parallel plaats, waardoor je snel het overzicht kwijtraakt. Aan een verwijzing gaat een heel proces vooraf. Reden temeer om zorgvuldig te bezien wat je als school ‘in alle redelijkheid’ aan leerlingenzorg kunt bieden. Een situatie als die op de Brigantijn kan in principe elke school overkomen. Los van dit specifieke geval dient altijd goed nagedacht te worden over de vraag of je een kind kunt helpen in jouw school. Waak er als school voor te makkelijk en snel vanwege een ‘groot hart’ en blijk van medeleven de problemen van zwaardere voorzieningen (zoals plaatsingsproblematiek van cluster 4) te willen oplossen. Bezint eer ge begint is het devies. _ Heike Sieber (
[email protected] ) is adviseur bij de AVS op het gebied van Onderwijs & Leerlingzorg.
25
reportage
‘Referentieniveaus taal en
niet gebruiken als
De veldraadpleging vond plaats in diverse sessies op verschillende plaatsen in het land, zoals bij stichting Boor in Rotterdam. Foto’s: Jan de Groen
p o - r a a d h o u d t v e l d r a a d p l eg i n g De afgelopen maanden vond een door de PO-Raad georganiseerde veldraadpleging plaats over de door de commissie Meijerink vastgestelde referentieniveaus voor rekenen en taal. Het onderwijsveld is blij met de extra houvast, maar pleit ook voor enkele aanscherpingen. De raadpleging leidt tot een advies aan staatssecretaris Dijksma, dat in december wordt uitgebracht.
26
tekst bert nijveld
n rekenen
afrekeninstrument’ Op verzoek van de staatssecretaris hield de PO-Raad de afgelopen maanden een veldraadpleging over de referentieniveaus taal en rekenen van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen. De expertgroep, beter bekend als de commissie Meijerink, kwam begin 2008 met het rapport ‘Over de drempels met taal en rekenen’. Daarin is vastgelegd wat kinderen aan het eind van de basisschool zouden moeten kunnen en kennen op het gebied van rekenen en taal. De commissie heeft hierbij twee niveaus beschreven: een fundamenteel niveau en een streefniveau. De fundamentele kwaliteit hoort door alle leerlingen gerealiseerd te worden en de streefkwaliteit is een uitdagend perspectief voor leerlingen die op dat moment meer aankunnen. Voor beide niveaus is vastgelegd wat leerlingen op bepaalde momenten in hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen en taal. Het eerste moment is het aan het eind van de basisschool, maar ook voor de daaropvolgende onderwijstypes worden referentieniveaus gedefinieerd. De bedoeling van de referentieniveaus is het creëren van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen. Daarnaast moet de invoering leiden tot een verbetering van de taal- en rekenprestaties van leerlingen. De veldraadpleging ging over zowel de inhoud van de referentieniveaus als over de voorwaarden waaronder deze zouden kunnen worden ingevoerd. Zowel leerkrachten, intern begeleiders, directeuren en bestuurders namen deel, zodat een breed pallet aan meningen en invalshoeken gehoord kon worden.
Condities De staatssecretaris vroeg aanvankelijk alleen advies over de inhoud van de referentieniveaus. Op aandringen van de PO-Raad is dit uitgebreid naar de condities waaronder invoering zou moeten plaatsvinden. PO-Raad adviseur Anje Margreet Woltjer, verantwoordelijk voor de veldraadpleging: “Over de inhoud van het advies van de commissie Meijerink bestaat een brede consensus, dat bleek ook tijdens de veldraadpleging. De commissie heeft gedegen werk afgeleverd, daar is iedereen het wel over eens. Over de voorwaarden waaronder je de referentieniveaus invoert kun je als bestuurder, directeur of leerkracht(en) echter verschillend denken. Een leerkracht zit meer op
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
de lijn van de uitvoering: welke mogelijkheden biedt mij dit om mijn eigen leerlijnen in te richten? De bestuurder wil vooral meer zicht krijgen op waar zijn scholen staan. De insteek verschilt per laag in de organisatie.” Juist door deze diverse gezichtshoeken van waaruit is gereageerd spreekt Woltjer over bijzonder interessante gesprekken. “Het ging bijvoorbeeld over de rol van de directeur; is deze manager of onderwijskundig leider? De leerkracht wil geen methodeslaaf zijn, maar zelf in staat zijn leerlijnen uit te zetten. Maar deze leerkracht wil daar dan wel over kunnen sparren met de directeur. Echt tegengestelde belangen heb ik niet gezien, het ging er meer over waar die verschillende geledingen last van hebben in hun dagelijks werk en wat ze nodig hebben om dat te verbeteren.”
Overeenstemming De veldraadpleging vond plaats in diverse sessies op verschillende plaatsen in het land. De deelnemers aan de raadpleging waren zonder uitzondering vol lof over de kwaliteit ervan: ‘levendige discussies’, ‘volop mogelijkheden meningen te ventileren’, ‘waardevol’, ‘een betrokken bijeenkomst’, zo luiden de reacties. Ook over de inhoud van de referentieniveaus bestaat een grote mate van overeenstemming. Zo is Ingrid Burgmans, leerkracht op basisschool Beisterveld in Bergeijk, blij met handvatten die aangeven wat kinderen moeten kennen en kunnen aan het eind van de rit. “Heel blij zelfs, ook met het feit dat er meer afstemming komt tussen primair en voortgezet onderwijs. Wij proberen de kinderen zo goed mogelijk te begeleiden, uitgaande van het niveau waarop zij zich bevinden. Een kind in groep 4 kan wat betreft rekenen op het niveau van groep 5, en voor spelling halverwege groep 3 zitten. Het is dan handig te weten op welk niveau ze gemiddeld zouden moeten zitten. Wat ik mis zijn de niveaus per leerjaar.” Ook Rian Maaskamp, coördinerend intern begeleider op basisschool De Oversteek in Dreumel, noemt dit laatste punt als manco in het geheel. “De kerndoelen voor eind groep 8 en ook de referentieniveaus bieden te weinig houvast. Leerkrachten weten vaak niet wat zij aan eind van een jaar bereikt moeten hebben. Zeker niet als ze net van de pabo komen. Voor mijzelf was dit wel een eye-opener. Als je weet wat >
27
de doelen per leerjaar zijn, zit je minder strak vast aan de lesmethode die voor velen nu nog het enige houvast vormt. Het geeft je de mogelijkheid die laatste meer als een leidraad te gebruiken en niet te zien als een harnas waarin je gevangen zit. Wanneer je strak aan een methode gebonden bent, is het moeilijker te differentiëren.”
Geen afrekeninstrument Ook onder de deelnemers die wat verder van de werkvloer staan, is veel waardering voor de veldraadpleging. Marike Venema is directeur van de Swoaistee in Groningen: “Een open bijeenkomst waar mooie gesprekken ontstonden.”
hebben de kwaliteitskaarten, de kerndoelen, de verschillende toetsmomenten en het leerlingvolgsysteem. Daarmee kan ik de voortgang analyseren, ook op groepsniveau. De referentieniveaus zijn wel wat verder uitgewerkt dan de kerndoelen; het ligt duidelijk vast wat gevraagd wordt.” Ton Versteeg, clustermanager bij Stichting OPO Zaanstad, is het grotendeels met Venema eens. Hij staat positief tegenover de referentieniveaus. “Als je echt gericht wilt werken aan kwaliteitsverbetering op het gebied van rekenen en taal, is het voor de leerkrachten prettig om te weten wat er van hen verwacht wordt. Waar moeten we
Over de voorwaarden waaronder je referentieniveaus invoert kun je als bestuurder, directeur of leerkracht verschillend denken.
Venema vindt dat ‘er niets mis is’ met het gebruiken van de referentieniveaus. “Ze zijn goed haalbaar voor de meeste kinderen in het basisonderwijs. Als je ze kunt gebruiken voor verbetering van het onderwijs dan is dat prachtig.” Maar zij ziet ook een gevaar. “De referentieniveaus zouden ook gebruikt kunnen worden als afrekeninstrument. Dat is een zorg die in de bijeenkomst werd gedeeld. Dat zou haaks staan op alles dat te maken heeft met adaptief werken en met onderwijs op maat. Wij staan open voor kwaliteitsverbetering, je kunt echter niet denken in ‘gemiddelden’ of in ‘zoveel procent van de kinderen die aan een niveau voldoen’. Dan sla je de plank flink mis.” Venema zegt overigens nu ook al voldoende zicht te hebben op wat in de verschillende groepen gebeurt. “We
28
op sturen?” Tegelijkertijd deelt hij de zorg van Venema. “Zouden de referentieniveaus wel gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn? Gaat de Inspectie ze straks niet gebruiken om de opbrengsten te meten? Daar zijn ze absoluut niet voor bedoeld; net zomin als de Cito-toets daar ooit voor bedoeld was. De Inspectie is erg op zoek naar de meetbaarheid van het onderwijs.” Een ander punt dat hij noemt is de indeling in twee referentieniveaus. Versteeg vindt dat een derde referentieniveau voor kinderen die niet in staat zijn het fundamentele niveau te behalen op zijn plaats zou zijn. “In de uitstroom naar het vervolgonderwijs is in feite ook sprake van drie niveaus (inclusief vmbo praktische leerweg), daar zou je je bij moeten aanpassen.”
reportage
Hij gaat er vanuit dat de te behalen niveaus per leerjaar worden vastgesteld. “Dan is het een werkbaar instrument. Elke onderwijsgevende heeft er belang bij te meten wat uiteindelijk beklijft bij de kinderen en waar deze op moet insteken om leemtes te vullen. Dan wordt het onderwijs weer leuk. Het is kicken als je kunt zien dat kinderen vooruit gaan door de interventies die jij hebt gedaan.”
Invoering PO-Raad adviseur Woltjer kan over het uiteindelijke advies aan staatssecretaris Dijksma nog niet teveel uit de school klappen. Wel geeft ze aan dat over de meeste punten ruime overeenstemming bestaat. “De referentieniveaus moeten worden ingebed in een lerende cultuur. De leerkracht wil niet worden afgerekend door de schoolleider, de schoolleider niet door het bestuur en het bestuur niet door de overheid. Verantwoording afleggen is prima, als maar niet direct het etiket ‘zwak’ erop geplakt wordt, of ‘jij doet het niet goed’. Je moet beredeneerd kunnen afwijken.”
PO-Raad, wat een laatste fine tuning opleverde voor het uiteindelijke advies, dat in december wordt overhandigd aan de staatssecretaris. Daarin wordt in ieder geval meegenomen dat het principe van de referentieniveaus geen afrekeninstrument moet zijn, maar een leerinstrument. En dat – in het kader van het voorstel voor niveaus per leerjaar – gekeken moet worden naar doorlopende leerlijnen in plaats van alleen het eindniveau in groep 8. Of dat centraal vanuit de overheid of individueel per school vorm krijgt is een tweede. Of de deelnemers aan de veldraadpleging er vertrouwen in hebben dat de politiek het uiteindelijke advies zal opvolgen? Ib’er Rian Maaskamp: “Ik ben hoopvol gestemd. We moeten het defaitisme laten varen en kiezen voor een positieve benadering. Als je van tevoren al zegt dat het toch niets zal worden, dan wordt het ook niets.” _
‘leerkrachten weten nu va ak n i et wat z i j a a n e i n d va n h et jaar bereikt moeten hebben.’
Daarnaast wil Woltjer nog wel kwijt dat het advies in elk geval aandacht zal vragen voor het moment van invoering. “Wij vinden het als sector belangrijk dat de invoering van de referentieniveaus tegelijkertijd in primair en voortgezet onderwijs geschiedt. Het gaat ten slotte ook over het verbeteren van doorlopende leerlijnen.”
meer weten? www.poraad.nl www.taalenrekenen.nl
advertentie
De PO-Raad organiseerde op 19 november een ledenraadpleging over het conceptadvies dat naar aanleiding van de veldraadpleging is opgesteld. De bevindingen uit de veldraadpleging zijn voorgelegd aan de leden van de
De inhoud van het advies van de commissie Meijerink wordt breed gedragen.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
29
interview
‘Schoolleiders moeten meer verleiden’ h o o g l e r a a r i n n o vat i e j e f f g a s p e r s z o v e r k a n s d e n k e n
30
Hoogleraar innovatie Jeff Gaspersz vindt dat schoolleiders creatief denken in de klas kunnen bevorderen door samen met de leerkracht te zoeken naar mogelijkheden om het in de bestaande lessen te intergreren.
Organisaties die willen innoveren moeten optimaal gebruikmaken van de creativiteit van hun medewerkers. Dat stelt Jeff Gaspersz, spreker op het AVS congres in maart 2009, in zijn onlangs verschenen boek ‘Nieuwe ideeën nieuwe kansen; bereik je doelen met creativiteit’. Nieuwe ideeën zijn hard nodig om het succes of zelfs het voorbestaan van een organisatie te kunnen garanderen. tekst sep schaffers
Jeff Gaspersz is als hoogleraar innovatie verbonden aan de Business Universiteit Nyenrode en is daarnaast zelfstandig adviseur. Tijdens het interview met Kader Primair op kasteel Nyenrode bedient de kansdenkenspecialist zich veelvuldig van beelden en metaforen om zijn inzichten voor het voetlicht te brengen. Onlangs is alweer uw negende boek over kansdenken verschenen. Blijkbaar is dit onderwerp een gat in de markt? “Op nationaal niveau is creativiteit keihard nodig om te kunnen wedijveren met een land als China, dat concurreert op basis van hoge kwaliteit én een lage prijs. Ook op organisatieniveau is creativiteit onmisbaar als het moeilijk wordt; als niet meer kan worden volstaan met standaardoplossingen. Ons complexe privéleven, waar we tegelijkertijd het maximale uit willen halen, vormt
‘c r e a t i e v e v a k k e n z o a l s t e k e n e n en handva ardigheid zijn goed, m a a r da a r n a a st i s c re at i e f d e n k e n ook zeer van bel ang.’
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
eveneens een uitdaging voor onze creativiteit. Zoals de Engelsen zeggen: Necessity is the mother of invention.” Wat was voor uzelf de trigger om kansdenken tot speerpunt van uw activiteiten te maken? “De sociaal-economische onderwerpen die ik doceerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de puur organisatorische innovatiethema’s bij mijn latere advieswerk bij KPMG gaven mij niet de diepe energie waar ik naar zocht. Ik ontdekte dat ik intens geïnteresseerd ben in vernieuwing van de mens, de geest en van ons kijken naar de werkelijkheid. Vanuit deze bewustwording en vanuit zelfreflectie – door mijzelf bijvoorbeeld af te vragen ‘waar geniet ik nou het meeste van?’ – kwam ik erachter waar mijn favoriete onderwerp lag.” Wat is volgens u creativiteit? “Creativiteit is de energie waarmee we mentaal scheppen. Alles wat is gecreëerd, zoals een boek, een muziekstuk of een idee voor verbetering, is eerst mentaal geschapen. Daarna is het fysiek tot stand gebracht. Dat mentale scheppingsvermogen kunnen we versterken. Zo komen we dus ook tot meer kansen in werk en leven.” Creativiteit is volgens Gaspersz geen doel op zich, zoals bij veel kunstenaars. “Creativiteit is vaak een middel om onze doelen slimmer of sneller te bereiken. Ontevredenheid met de huidige situatie is daarbij vaak een prikkel. Bij het zoeken naar andere wegen is onze creativiteit dan hard nodig.” Volgens Gaspersz uit creativiteit zich niet alleen in anders denken, maar ook in anders kijken. Leerkrachten kunnen leerlingen daarin wezenlijk beïnvloeden. Om zijn bewering kracht bij te zetten laat hij een fragment uit de film Dead Poets Society zien, waarin literatuurdocent John Keating (gespeeld door Robin Williams) op een tafel springt en zijn klas uitnodigt hetzelfde te doen. Een halve meter hoger ziet het klaslokaal er heel anders uit, waarmee hij zijn leerlingen aanspoort in het leven altijd andere invalshoeken te verkennen. Wat is de grootste belemmering voor creatief denken? “Al heel jong hebben we geleerd kennis te reproduceren. We drillen kinderen in het vinden van dat ene juiste antwoord op de vraag. Wat dan sterk afneemt, is het creatieve vermogen om meerdere oplossingen of antwoorden te bedenken. Creatieve vakken zoals tekenen en handvaardigheid zijn goed, maar daarnaast is creatief denken ook zeer van belang. Kinderen leren hun denken te verbreden en bijvoorbeeld problemen van meerdere kanten te bekijken. Of alternatieve oplossingen te bedenken voor hardnekkige vraagstukken. Ook oefenen ze zo in het reflecteren op hun eigen handelen. Op dit moment heb ik een boek in voorbereiding waarin de belangrijkste methoden voor creatief denken in het basisonderwijs worden uiteengezet. Maar ook scholen zelf moeten bereid zijn het experiment aan te gaan en dat zie ik nog te weinig gebeuren in Nederland.” >
31
advertentie
advertentie
AVS Voordeel voor school en privé Veel scholen samen kunnen beter en goedkoper inkopen. Dat is het idee achter AVS Voordeel. Als AVS-lid krijgt u korting bij de volgende bedrijven: Alberts, Canon, Cards Engineering, Douwe Egberts, Epson, Heutink, KlasseTV, King Nederland, Kluwer, Koks Gesto, Loyalis schaderegeling, OHRA, Rabobank, Reed Business, Sintact, Smart, Wortell Voor meer informatie kijkt u op www.avs.nl/vereniging/ avsvoordeel of mail de AVS:
[email protected]
postadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax 030 2361036 e-mail
[email protected] internet www.avs.nl
32
interview
‘va ak is probleemdenken bij medewerkers een onderdeel v a n d e c u lt u u r e n v e r g t het leiderschap om die knop om te zetten.’
Waarom moet creatief denken volgens u worden opgenomen in het schoolcurriculum? “Enkele jaren geleden heb ik Teleac voorgesteld een cursus creatief denken voor kinderen in het basisonderwijs te ontwikkelen. Maar dat paste niet in de doelstellingen van het ministerie van Onderwijs, waar zij zich aan moesten houden. In landen als Canada, Australië, China, Japan, Rusland, Italië, Engeland en Amerika is creatief denken als vak al op veel scholen ingevoerd. In Engeland bijvoorbeeld heeft creative thinking een prominente plaats in het National Curriculum gekregen. Als gevolg daarvan zijn de leerlingen op die scholen meer geïnteresseerd in het ontdekken van nieuwe dingen. Ze staan meer open voor nieuwe ideeën, zijn gemotiveerder en hebben meer zelfrespect.” Gaspersz is van mening dat schoolleiders in Nederland creatief denken in de klas kunnen bevorderen door samen met de leerkracht te zoeken naar mogelijkheden om het in de bestaande lessen te integreren. “Wanneer mindmapping als creatieve techniek wordt geïntroduceerd, kunnen leerlingen bij allerlei onderwerpen een eigen mindmap maken. Gedachten en aantekeningen worden op deze manier ruimtelijk weergegeven; dit versterkt het zien van samenhangen en nieuwe verbanden.”
Hoe kunnen schoolleiders ‘probleemdenken’ omzetten in kansdenken? “Vaak is probleemdenken bij medewerkers een onderdeel van de cultuur en vergt het leiderschap om die knop om te zetten. In Amsterdam introduceerde de gemeentesecretaris een vernieuwingsprogramma waar 80 procent van de ambtenaren tegen was. Hij zag dit niet als een bedreiging en verloor geen energie door ze mee te willen krijgen, maar ondersteunde degenen die wél kansen zagen. Successen van deze groep maakte hij zichtbaar in de organisatie. Daarmee verleidde hij steeds meer mensen om toch mee te doen. Door zijn leiderschap, of beter gezegd verleiderschap, kweekte hij steeds meer kansdenkers. Ook schoolleiders kunnen hun medewerkers verleiden. Als een leerkracht of een leerling over een probleem wil praten, kan een schoolleider vragen altijd zelf twee oplossingen mee te brengen. Het gaat om dit soort kleine stapjes.“ Jezelf vragen stellen is volgens u een goede manier om op zoek te gaan naar kansrijke ideeën. Wat is een belangrijke vraag die schoolleiders zichzelf kunnen stellen? Gaspersz brainstormt even hardop en komt dan met de volgende volzin: “Schep ik vanuit mijn leiderschap een atmosfeer waarin leerkrachten met plezier kunnen werken en groeien, en voelen ze dat het betekenis heeft om op deze school te werken? Voor mij is de essentie van leiderschap een omgeving creëren waarin mensen hun talenten kunnen inzetten en blijven ontwikkelen. Daar is veel creativiteit voor nodig.” _
verder lezen? Het meest recente boek van Jeff Gaspersz is voor iedereen die op zoek is naar creatieve ideeën om (ambitieuze) doelen te bereiken. Daarvoor is creativiteit hard nodig. Om slimmer te werken. Om de kans in veranderingen te zien en deze te grijpen. Om nieuwe activiteiten te ondernemen die energie en voldoening geven. Kortom, om tot kansrijke ideeën te komen. ISBN-13: 9789027465221 of ISBN10: 9027465223, Uitgeverij Spectrum, februari 2008 (1e druk)
Op 20 maart 2009 tijden het AVS congres ‘Leiden met Lef’… … geeft Jeff Gaspersz een presentatie over kansdenken vanuit het perspectief van de schoolleider. Aan de hand van foto’s en beelden zal hij zijn toehoorders inspireren een kansgerichte organisatie te bouwen, waarin mensen hun passie, creativiteit en betrokkenheid richten op verbetering en vernieuwing. Meer informatie: www.kansdenken.nl
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
33
achtergrond
i n z e t p o l i t i e k e pa r t i j e n t i j d e n s b eg r o t i n g s b e h a n d e l i n g Tijdens de Algemene Beschouwingen is extra – tijdelijke – subsidie vrijgemaakt voor ondersteunende krachten op basisscholen. Echter niet genoeg om op élke school een ondersteunende functie te creëren. Kader Primair vroeg tien onderwijswoordvoerders naar hun inzet hiervoor, met het oog op de begrotingsbehandeling op 9, 10 en 11 december aanstaande in de Tweede Kamer.
Elke school een ondersteunende kracht? Voor de 2.700 basisscholen die een aanvraag indienden voor de financiering van een ondersteunende functie was aanvankelijk slechts twintig miljoen euro beschikbaar; net genoeg voor een bijdrage in de salariskosten van conciërges en administratieve krachten op ruim 1.700 basisscholen. Na de Algemene Beschouwingen in september is besloten – mede naar aanleiding van de handtekeningenactie ‘Help! De school verzuipt’ – de aanvragen van de overige bijna 1.000 scholen ook te honoreren. Dit komt neer op zo’n tien miljoen extra, waardoor de huidige totale investering met betrekking tot ondersteuning in het primair onderwijs op ongeveer dertig miljoen uitkomt. AVS voorzitter Ton Duif: “We hebben echter 150 miljoen extra nodig om op alle ruim 7.000 scholen fulltime ondersteuning aan te stellen. Veel scholen hebben zich de moeite van het invullen van de subsidieaanvraag bespaard. Het aantal aanvragen was dan ook helemaal niet representatief voor de behoefte die er bestaat. Nog steeds zit de meerderheid van de basisscholen helemaal zonder ondersteuning.” De subsidie kent maar een beperkte looptijd en betreft slechts een bijdrage in de salariskosten. Het schoolbestuur moet zelf de rest financieren, eventueel met steun van een derde partij, zoals een gemeente. Veel scholen kunnen zich dit niet veroorloven, tenzij het ten koste gaat van andere noodzakelijke uitgaven. De situatie in Leiden – waar de gemeente voorheen de conciërges bekostigde, maar waar nu gesneden gaat worden elders in het onderwijsbudget en de schoolbesturen zelf een deel
34
moeten bijdragen – illustreert dit. De SP Leiden is bezorgd dat door de 113.000 euro die door de schoolbesturen zelf moet worden opgebracht sommige scholen noodgedwongen moeten bezuinigen op personeel, en dus op de kwaliteit van onderwijs (zie Actueelbericht pagina 3). De landelijke regeling is er juist op gebaseerd dat afspraken worden gemaakt met een derde partij, indien basisscholen het niet uit eigen middelen kunnen betalen. De AVS signaleert meerdere klachten over knelpunten en klemmende voorwaarden bij de uitvoering van de landelijke regeling Loonkostensubsidie ondersteunend personeel.
Enquête In de huidige Onderwijsbegroting, die verscheen op Prinsjesdag, is bij lange na (nog) geen sprake van de noodzakelijk geachte 150 miljoen extra. In de aanloop naar de begrotingsbehandeling op 9, 10 en 11 december aanstaande legde Kader Primair de onderwijswoordvoerders van de diverse partijen in de Tweede Kamer voor of zij vinden dat op basisscholen ondersteuning (conciërge of administratieve kracht) noodzakelijk is. Zo ja, hoe moet die kracht gefinancierd worden? En zo niet: wie zal dan de ondersteunende werkzaamheden moeten verrichten? Tot slot de vraag: ‘Als u vindt dat er extra geld vrijgemaakt moet worden om een ondersteunende kracht aan te kunnen stellen, op welke termijn komt dit geld er, als u het voor het zeggen zou hebben?’
‘Regeling structureel verankeren’
‘Een financieel probleem’
bas van der vlies (sgp): “Onderwijsondersteunend
jan jacob van dijk (cda): “’Een conciërge voor iedere
personeel vormt een belangrijke schakel in de school. Schoolleiders zijn behalve directeur ook vaak manusjevan-alles en zijn veel tijd kwijt aan uitvoerende taken. Verlichting van deze taken kan bijvoorbeeld door conciërges plaatsvinden, waardoor schoolleiders meer aan hun eigenlijke werk toekomen. Dat komt het klimaat in de school ten goede. Het kabinet heeft inmiddels een stap in de goede richting gezet; eerst 1.700, en nu al 2.500 scholen maken gebruik van de nieuwe regeling voor loonkostensubsidie. Scholen in steden en prachtwijken genieten daarbij prioriteit. Dat is goed, maar ook andere scholen verdienen dezelfde ondersteuning. De regeling moet ook gaan gelden voor de overige scholen. Daarom wil de SGP de komende jaren toewerken naar dit doel, zodat deze scholen niet achter het net vissen. De SGP is er bovendien voorstander van de regeling voor ondersteunend personeel structureel te verankeren; de huidige regeling loopt namelijk af in 2012. Scholen dienen de zekerheid te hebben dat zij, vanaf een bepaalde grootte, kunnen beschikken over ondersteunend personeel. Voor een bloeiende school is dat een belangrijke voorwaarde!”
basisschool.’ Dat was de leus waarmee enkele weken geleden alle bonden en verenigingen van schoolleiders de leden van de Tweede Kamer begroetten. Het was noodzakelijk dat er nu 150 miljoen euro op tafel werd gelegd om iedere school een conciërge te geven. Vooral schoolleiders leden onder het gebrek aan ondersteunende krachten binnen de school. En wat is nu 150 miljoen op een begroting van 32 miljard euro voor onderwijs? Dat moet toch wel te vinden zijn? Ik denk dat niemand zal ontkennen dat een conciërge of een administratieve kracht de werkzaamheden voor leerkrachten en schoolleiders zal ontlasten. Dus over de doelstelling bestaat geen onenigheid. Maar hoe moeten we dat nu bereiken? En daar zit het probleem, vooral een financieel probleem. In deze kabinetsperiode wordt een heel groot bedrag extra geïnvesteerd in het onderwijs. Ruim een miljard aan lerarensalarissen, verbetering van lerarenopleidingen, verhoging van de kwaliteit van rekenen en taal en ga zo maar door. Er gaat veel extra geld naar het onderwijs. Ook wordt extra geld uitgetrokken voor conciërges, zelfs nog bij de laatste Algemene Politieke Beschouwingen. Maar nog eens een bedrag van 150 miljoen vinden is erg moeilijk. >
De onderwijsbonden (links), waaronder de AVS, overhandigden begin september een kleine 200.000 handtekeningen aan de onderwijswoordvoerders uit de Tweede Kamer (rechts) voor meer ondersteunende functies in het basisonderwijs.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
35
achtergrond
En dat dwingt eenieder om eens na te denken over de vraag of we onze doelstelling ook op een andere manier kunnen bereiken. Moet wel op elke school een fulltimer in dienst worden genomen? Is de aanstelling van een conciërge ook aanleiding om nog eens te kijken naar de taakverdeling binnen een school, waardoor ook enige financiële middelen gevonden kunnen worden? Zo kunnen we misschien gezamenlijk de doelstelling van een ondersteuner per school bereiken.”
‘Kwestie van politieke wil’ manja smits (sp): Het is een dagelijks tafereel: de schooldirecteur of leerkracht maakt de toiletten schoon, repareert de afvoer, zet koffie, schrijft leerlingen in, noem maar op. Niemand voelt zich daarvoor te min. Het kwalijke gevolg is wel dat de professional minder tijd heeft voor onderwijs en begeleiding van leerlingen. Vaak helpen ouders de school uit de brand. Beter is het om élke school te verzekeren van een conciërge en een administratieve kracht. Politiek en beleidmakers roepen in koor hoe belangrijk het onderwijs is. Toch krijgt slechts een deel van de scholen geld voor een conciërge. De anderen vragen zich verbaasd af waarom zij niet. Hier wordt de schaarste verdeeld. Het is dan ook goed dat 190.000 leerkrachten, leerlingen, ouders en directeuren in een petitie een extra kracht eisen voor élke school. Maatschappelijke problemen komen op kindervoeten de school binnen. Je kunt het zo gek niet bedenken of de school moet het medicijn bieden. Het staat vast dat elke school geholpen is met de steun van een volwaardige professionele duizendpoot. Het is slechts een kwestie van politieke wil. Helaas heeft de SP nog geen steun gekregen voor dit voorstel. Maar die steun komt er wel, als ook andere partijen het onderwijs werkelijk serieus nemen. Rest mij één vraag: hoe lang houdt de staatssecretaris het uit zonder ondersteuning? Wie ontvangt de gasten, zet koffie, neemt de telefoon op en houdt de agenda bij? Het is ondenkbaar dat zij het zonder kan. Hetzelfde geldt voor iedere basisschool.”
‘Een eerste begin’ arie slob (christenunie): “In de afgelopen jaren heb ik als woordvoerder Onderwijs voor de ChristenUnie regelmatig aandacht gevraagd voor de werkdruk in het onderwijs. Voor het primair onderwijs kan de werkdruk van leerkrachten en directeur mede opgevangen worden door ondersteunende krachten (conciërges, onderwijsassistenten of administratieve ondersteuning). De leerkrachten kunnen zich dan vooral richten op hun kerntaak: lesgeven. De ChristenUnie heeft als coalitiepartij meegewerkt aan het beschikbaar stellen van financiële middelen voor het maken van een eerste begin daarmee: eerst twintig miljoen via staatssecretaris Dijksma en bij de laatstgehouden Algemeen Politieke Beschouwingen tien miljoen voor conciërges op scholen in zogenoemde probleemwijken.
36
We realiseren ons goed dat dit nog niet voldoende is, maar zien het wel als een eerste begin. In de afgelopen jaren was dit in ieder geval niet mogelijk. Mocht er in de toekomst opnieuw meer geld beschikbaar komen voor onderwijs, dan behoort dit tot één van onze prioriteiten.”
‘Honderd miljoen extra voor concië
rges’
alexander pechtold (d66): “D66 is van mening dat op elke basisschool, net als op elke middelbare school, een conciërge aanwezig moet zijn. Een conciërge moet ervoor zorgen dat kinderen zich thuis voelen op school; door onderhoud van gebouwen, het tegengaan van vervuiling, bewaken van veiligheid op het schoolplein en extra aandacht of zorg voor een leerling waar dat nodig is. Conciërges ontnemen de werkdruk van leerkrachten. Wanneer er een conciërge aanwezig is om deze taken op zich te nemen, hoeven de leerkrachten dit niet te doen en hebben zij meer tijd om te doen waar ze voor bedoeld zijn: lesgeven. Een conciërge op school komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede. Het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs is een van de speerpunten van D66. D66 trekt daarom in haar tegenbegroting voor 2009 600 miljoen extra uit voor onderwijs. 200 miljoen voor lerarensalarissen, honderd miljoen voor conciërges en honderd miljoen voor het vmbo (en 200 miljoen voor wetenschap). Dit zijn investering die echt bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de ‘gratis’ schoolboeken van dit kabinet, die scholen op kosten jagen en met juridische problemen opzadelen. Als het aan D66 ligt, komt die 600 miljoen extra er al in 2009. En dus in 2009 op alle basisscholen een conciërge.”
‘Alert blijven’ margot kraneveldt-van der veen (pvda): “Ondersteunende krachten kunnen op scholen veel nuttig werk doen en zij kunnen voor leerkrachten de werkdruk verlagen door werkzaamheden over te nemen die eigenlijk niet moeten worden gerekend tot de echte onderwijstaken voor onderwijzend personeel. Dat was ook de reden dat de PvdA in de jaren negentig het mogelijk heeft gemaakt dat er op de scholen conciërges kwamen werken via additionele banen. Vorige kabinetten hebben die banen stevig op de tocht gezet, maar inmiddels geeft staatssecretaris Dijksma gelukkig weer een waardevolle impuls aan de ondersteunende krachten op de scholen. De PvdA vindt het van groot belang dat we voor deze financiering naar middelen zoeken. Daarom heeft de PvdA bij de Algemene Politieke Beschouwingen ook de motie Hamer ingediend, waarmee onder andere werd geregeld dat er in het kader van de wijkaanpak tien miljoen vrijkwam om bestaande verzoeken van scholen voor conciërges te honoreren. Vanzelfsprekend geef ik grif toe dat we daarmee niet helemaal voorzien in de behoefte van de basisscholen, maar we zetten in ieder geval een volgende stap.
Het is een kwestie van samen investeren: scholen én overheid. De PvdA houdt er niet van om loze beloften te doen. Opnieuw extra geld om een ondersteunende kracht aan te kunnen stellen komt er helaas niet meteen. We blijven echter alert en als we de komende tijd financiële mogelijkheden zien voor extra investeringen, dan zullen we ook zeker denken aan deze vraag vanuit de scholen.”
‘Prioriteiten stellen’ martin bosma en richard de mos (pvv): “Staatssecretaris Dijksma heeft twintig miljoen extra voor het aanstellen van conciërges in de grote steden beschikbaar gesteld. Een stap in de goede richting, maar dat is te weinig om iedere basisschool in Nederland vijf dagen per week van een conciërge te voorzien. Om schooldirecteuren te ontlasten van de vele administratieve lasten dient elke basisschool een administratief medewerker in dienst te hebben. Zo kunnen schooldirecteuren de tijd die zij nu aan papierwerk kwijt zijn, besteden aan goed onderwijsmanagement van de school. Er zal gezocht moeten worden naar geld hiervoor. Maar dit streven is ook een kwestie van prioriteiten stellen. Zolang het onderwijsveld zelf tal van activiteiten blijft organiseren die het belang van goed onderwijs niet ten goede komen, moet men ook de hand in eigen boezem steken en zichzelf afvragen of men het geld aan de juiste doeleinden aangeeft. Neem nu het bericht van 15 november jongstleden in De Telegraaf: ‘Onderwijzers maken snoepreisje naar Canadese goeroe’. Het is toch niet te bevatten dat 28 schooldirecteuren samen Y 63.000 uitgeven voor zo’n tripje en vervolgens klagen dat ze geen conciërge of administratief medewerker hebben? Met Y 63.000 kun je een heel jaar op één school een conciërge en een administratief medewerker aanstellen. Veel scholen doen mee met de hype om het onderwijs maar te vernieuwen en betalen daarvoor jaarlijks duizenden euro’s aan begeleiding- en cursuskosten. Stoppen met die onzin en investeren daar waar het echt nodig is.”
‘Zo snel mogelijk budget’ tofik dibi (groenlinks): “Ik vind dat ondersteunende krachten op basisscholen absoluut onmisbaar zijn. Zonder kunnen leerkrachten hun werk niet doen. Conciërges zorgen voor een veilig en prettig schoolklimaat én schoolgebouw. Er is 150 miljoen extra nodig. Dat is een kwestie van kiezen. Wat GroenLinks betreft geven we prioriteit aan de conciërge en niet aan de gratis schoolboeken of de maatschappelijke stage. Helaas maakt het kabinet andere keuzes. Als GroenLinks het voor het zeggen zou hebben, is onderwijs prioriteit nummer één. Goed (basis)onderwijs is immers de belangrijkste investering in onze toekomst, onze kinderen, onze economie, onze samenleving. Kortom: als het aan GroenLinks ligt komt dat budget er zo snel mogelijk.”
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
‘Minder regels en papierwerk’ ineke dezentjé hamming–bluemink (vvd): “Conciërges en administratieve krachten doen op veel scholen onmisbaar werk. Ze zorgen er bovendien voor dat leerkrachten ontlast worden, zodat zij kunnen doen waar ze goed in zijn: lesgeven. Voor de VVD is echter van belang dat niet alle scholen over één kam worden geschoren. Er zijn genoeg kleine buurtscholen waar geen behoefte bestaat aan een conciërge. Er zijn grote basisscholen waar misschien wel twee ondersteunende krachten nodig zijn en momenteel een gebrek heerst. Maatwerk is het sleutelwoord. Een generieke regeling waarbij alle scholen een ondersteunende kracht krijgen is niet wat de VVD voorstaat. Het inzetten van een administratieve kracht mag niet de oplossing zijn van de groeiende bureaucratie in het onderwijs. De VVD pleit voor minder regels en minder papierwerk in het onderwijs. Doordat er bijvoorbeeld nog steeds vele subsidiepotten zijn, moeten scholen toch weer heel veel extra werk verrichten om alle administratie daaromheen rond te krijgen. Wanneer alle aparte subsidieregelingen zouden verdwijnen, en scholen meer geld binnen de lumpsum zouden krijgen, verdwijnt er een hoop papierwerk. Scholen kunnen dan hun eigen prioriteiten stellen en binnen de vrij te besteden middelen eventueel een conciërge of administratieve kracht aanstellen. De VVD is niet voor méér geld, maar voor een betere besteding van het geld.”
Druk op de ketel “Wat jammer is, is dat ondanks alle mooie woorden en intenties van de onderwijswoordvoerders het geld nog steeds niet beschikbaar komt”, aldus AVS voorzitter Ton Duif. “Er is weliswaar een aantal stapjes gezet, maar we zijn nog lang niet op het gewenste niveau. Het is zuur te moeten constateren dat we, omdat we met ruim 7.000 scholen zijn, het geld niet krijgen dat in andere, kleinere sectoren heel normaal is. We zullen de komende tijd de druk op de ketel moeten houden; via lobby of acties en politieke partijen aan hun woord houden. Verkiezingen zijn in dit land nooit ver weg. Bijna 200.000 handtekeningen in twee weken geeft aan dat de adhesie in de maatschappij groot is. De AVS is geen organisatie die adviezen zal geven aan wie u de volgende keer uw stem zou moeten toekennen als u in het stemhokje staat. Daar zijn de leden zelf mans genoeg voor. Het wordt een zaak van de lange adem, maar die hebben we zo nodig ook.” _
meer weten? In Kader Primair 5 (januari) volgt een terugblik op de behandeling van de onderwijsbegroting in december en de resultaten daarvan. Zie ook www.helpdeschoolverzuipt.nl
37
38
advertentie
advertentie
advertentie
politieke column
Politici laten in Kader Primair hun licht schijnen op de gebeurtenissen in onderwijsland. Deze maand het woord aan Martin Bosma, woordvoerder Onderwijs namens de Partij voor de Vrijheid (PVV) in de Tweede Kamer (in samenwerking met richard de mos, beleidsmedewerker).
wanneer wordt de school leider nu eindelijk eens serieus genomen? Het tekort aan basisschooldirecteuren neemt zo langzamerhand dramatische vormen aan. Bijna 80 procent van de vacatures voor schooldirecteuren die aan het begin van dit schooljaar ontstonden is oningevuld gebleven. Dat is niet zo vreemd als je weet dat het salaris van een schoolleider fors achterloopt bij wat in een soortgelijke functie in andere sectoren wordt verdiend. Het salarisverschil tussen leerkracht en schoolleider is gering en staat niet in verhouding tot de extra verantwoordelijkheden en taken die een schoolleider heeft. Daarnaast is het bord van de schoolleider te vol. De veranderde positie van de school in de maatschappij maakt dat een schoolleider zich met van alles moet bemoeien. Is een kind te dik, moet de wijk veiliger, zijn er problemen met alcohol, wordt er thuis
niet ontbeten, radicaliseren moslim-kinderen of komen er wensen vanuit de overheid op het gebied van antipest-beleid, veiligheid op school, burgerschapsvorming of stages? De school moet er wat mee doen. En dat meestal zonder ondersteunend personeel, zoals op administratief gebied. De aanstelling van meer conciërges op scholen is een eerste kleine stap ter vermindering van de werkdruk. Maar het is allemaal te weinig om het gapende gat aan schoolleiders te dichten. Zolang de staatssecretaris zich bezighoudt met bijvoorbeeld een werkgroep die voor meer allochtone bestuurders op scholen moet zorgen, ziet zij de werkelijke urgentie over het hoofd. Het actieplan Leerkracht van Nederland had er veel meer op gericht moeten zijn om het salaris van de schoolleider gelijk te
‘het actiepl an leerkracht van nederl and had er veel meer op gericht moeten zijn om het sal aris van de schoolleider gelijk te trekken met soortgelijke functies in andere sectoren.’
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
trekken met soortgelijke functies in andere sectoren. De salarisverhoging van t 275 is wat de PVV betreft niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat en natuurlijk niet dé oplossing voor het nijpende tekort aan schoolleiders. De adjunct-directeur was en passant helemaal vergeten. De overheid moet snoeien in de regelgeving die aan scholen wordt opgelegd en de overheid moet stoppen om alle maatschappelijke problemen op het bordje van de school te leggen. Pas dan kan er richting gegeven worden aan goed schoolbestuur. Tenslotte wil de Partij voor de Vrijheid pleiten voor één enkele opleiding tot schoolleider, die iedere schoolleider verplicht dient af te ronden. Zo moet er een einde komen aan de huidige vrijblijvendheid van een bijscholingscursusje hier en een nascholingscursusje daar en zal de status van het beroep stijgen. Als dan ook nog iedere schoolleider wordt opgenomen in een landelijk kwaliteitsregister, dan is de sturende basis voor kwaliteit in het primair onderwijs gelegd. _ Reageren? Mail naar
[email protected]
39
Van de AVS
AVS Helpdesk – Vraag van de maand Hoe ga ik om met en heb ik voldoende tijd voor de beoordeling van leerkrachten die nu al bezoldigd worden in LA 18 of LB 18? tekst jos kooij
In artikel 6.14 A van het onderhandelaarsakkoord voor de CAO-PO 2009 over het schaal-uitloopbedrag staat het volgende: “Voor de werknemer, benoemd of aangesteld in een LA-functie in het basisonderwijs dan wel in een LB-functie in het speciaal (basis)onderwijs, geldt zodra hij het maximumsalaris van respectievelijk schaal LA dan wel schaal LB bereikt, een schaaluitloopbedrag van 61 euro bruto per maand (deeltijders naar rato). Dit schaal-uitloopbedrag wordt toegekend na een eenmalige beoordeling, tenzij er op basis van deze beoordeling sprake is van onvoldoende functioneren. Deze eenmalige beoordeling maakt onderdeel uit van de gesprekkencyclus, zoals genoemd in artikel 9.4 van deze cao en vindt als volgt plaats: • Voor de werknemer die reeds volgens het hoogste salaris nummer wordt bezoldigd (op 31 december 2008 volgens salarisnummer 18), vindt de beoordeling plaats vóór 1 januari 2009. Bij niet-onvoldoende functioneren wordt de toelage per 1 januari 2009 toegekend; • Voor de werknemer die op basis van de conversie door het verkorten van de salarislijnen per 1 januari 2009, 1 januari 2010 of 1 januari 2011 het hoogste salarisnummer bereikt, vindt de
beoordeling plaats vóór respectievelijk 1 januari 2009, 1 januari 2010 of 1 januari 2011. Bij niet-onvoldoende functioneren wordt de toelage per 1 januari 2009, 1 januari 2010 of 1 januari 2011 toegekend; • Voor de werknemer die op enig ander moment het hoogste salarisnummer bereikt, vindt de beoordeling plaats vóór het moment dat het hoogste salarisnummer wordt bereikt. Dit zal veelal de datum 1 augustus zijn. Bij niet-onvoldoende functioneren wordt de toelage per de datum van het bereiken van het hoogste salarisnummer toegekend.” Als de gesprekkencyclus er niet in voorziet dat er vóór 1 januari 2009 een beoordelingsgesprek plaatsvindt, wordt het schaaluitloopbedrag automatisch toegekend. Bij evident disfunctioneren – aantoonbaar door verslagen van recente beoordelingsgesprekken en/of door middel van een dossier – kan het bedrag worden onthouden. Overigens geldt in dit verband een herkansing bij een niet voldoende beoordeling. Zie ook: www.avs.nl/ belangenbehartiging/caoonderhandelingen/caopo. Leden van de AVS kunnen de Helpdesk bellen met uiteen lopende vragen over vakgerelateerde zaken. Iedere maand wordt één vraag beantwoord in Kader Primair. De AVS Helpdesk is bereikbaar op maandagmiddag (13.00 – 16.30) en van dinsdag tot en met vrijdag (9.00 – 16.30) via tel. 030-2361010 of
[email protected]
p r i v é voo r d e e l
avs congres 2009
Nog meer kortingen voor leden
Beeldmerk is bekend!
Vanaf nu kunnen AVS-leden gebruik maken van aantrekkelijke privé-voordeelregelingen, bestaande uit enkele vaste aanbiedingen, aangevuld met periodieke actiekortingen. Leden krijgen korting op onder meer hotelovernachtingen, stedentrips, benzine en navigatieapparatuur, maar ook op wasmachines, tijdschriften, boeken, et cetera. De AVS kan deze korting bieden, omdat ze zich heeft aangesloten bij Employees’ Benefits, een organisatie die kortingen voor leden en/of werknemers van meer dan 35 brancheverenigingen regelt. De AVS en haar leden zijn tot niets verplicht en bestellingen zijn geheel vrijwillig. Log met uw lidmaatschapsgegevens in via www.avs.nl/privevoordeel. Kies voor ‘privé-voordeel’ en vul uw gebruikersnaam en wachtwoord in (zie pag. 41: Wachtwoord vergeten?). Meldt u zich voor het eerst aan, dan kan het enkele dagen duren voordat de webmaster uw wachtwoord heeft aangemaakt. De aanbiedingen op de pagina Privé-voordeel worden regelmatig ververst en aangevuld!
Op basis van de titel ‘Leiden met Lef; kwaliteit door durf, passie en (zelf)reflectie’ kwam cartoonist Jos Collignon ook dit jaar met een zeer passend ontwerp voor het congreslogo. Het is aan u als lezer en (potentiële) congresbezoeker om te beoordelen of u zichzelf herkent in één van de personen: staat u nog wat weifelend aan de rand en wilt u eerst de temperatuur van het water weten, of duikt u er zonder bedenkingen in? Of bent u de ene keer wat afwachtend en de ander keer juist vol overgave en overtuiging? Eén ding is zeker: in het congresprogramma zult u zich gegarandeerd herkennen. Begin december staat het volledige programma op www.avs.nl; de congresbrochure wordt in de tweede week van december verstuurd.
40
avs ledenra ad
Inspectietoezicht
David Hopkins ontvangt uit handen van AVS-adviseur en dagvoorzitter Jos Hagens het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling van zijn boek: Every School a Great School. Tijdens de op het boek gebaseerde AVS-conferentie op 7 november in Burgers’ Zoo Arnhem gaven David Hopkins, de Engelse schoolleider Trish Franey en onderwijsadviseur Jan Jutten elk hun visie over systeemleiderschap, duurzame schoolontwikkeling en de lerende organisatie. In het boek wordt duidelijk dat elke school een TOPschool kan worden en vooral hóe. De doorslaggevende rol van leiderschap is hierbij inzichtelijk gemaakt. ‘Elke school een TOPschool’ (206 pagina’s) is te bestellen voor de prijs van t 47,50 (excl. 6% btw) via www.avs.nl/vereniging/publicatiesenproducten/ Elke school een TOPschool publicaties,
[email protected] of tel. 030-2361010. Een verslag van de conferentie staat op www.avs.nl/ nieuwsenagenda/nieuws. D E K R AC H T VA N SYS T E E M L E I D E R S C H A P R E A L I S E R E N
David Hopkins
N OT 2 0 0 9
Altijd prijs bij de AVS-stand! Van 27 tot 31 januari 2009 stroomt de Jaarbeurs in Utrecht weer vol met tienduizenden bezoekers aan de NOT, de grootste onderwijsbeurs in Nederland. Ook de AVS heeft er natuurlijk weer een stand (hal 8, standnummer B076). Leden én niet-leden zijn hier van harte welkom. Voor een kennismaking met de AVS, een vraag over een opleiding- of adviestraject, of gewoon een lekkere kop koffie. U maakt kans op mooie prijzen, al moet u daar wel wat voor doen: letterlijk uw hengel uitwerpen in de ‘vijver van talent’! Iedere (vis)vangst staat voor een aardige attentie (zolang de voorraad strekt). Bovendien maakt elke bezoeker van de AVSstand, van leerkracht tot (adjunct-)directeur of bovenschools manager, kans op een van de prijzen die worden verloot. Zoals bijvoorbeeld een Vario 100 Multivouwkast of een mooie zandwatertafel, ter beschikking gesteld door AVS Voordeelpartner Heutink (zie www.avs.nl/vereniging/avsvoordeel). KlasseTV stelt speciaal voor deze verloting een kennismakingspakket beschikbaar. Uw school maakt extra kans op een van de prijzen als u met meerdere collega’s komt! Nieuwe leden, aangemeld tijdens de NOT, tellen zelfs twee keer mee in de verloting. Dus maak uw teamlid (aspirant) AVS-lid! Kijk voor de laatste NOT/AVS-informatie op www.avs.nl/not. Op deze pagina kunt u ook extra, gratis toegangskaarten aanvragen. Voor uzelf of voor uw teamleden.
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
Op dit moment oriënteert de AVS Ledenraad zich op het onderwerp Inspectietoezicht. Regelmatig ontvangt de raad bezorgde reacties uit het veld over dit toezicht. De ledenraad laat zich daarom goed informeren over de voors en tegens van het huidige toezichtkader. Tijdens de meeste recente ledenraadbijeenkomst is – naast het goedkeuren van de verenigingsbegroting – uitvoerig gesproken met Herman Godlieb. Als schooldirecteur heeft hij samen met anderen een wetenschappelijk onderzoek verricht naar de werkwijze van de Inspectie. De uitkomsten van dit onderzoek lijken nogal onthutsend. Wetenschappelijk gezien zou er van de gehanteerde methode weinig kloppen. Alvorens een standpunt in te nemen wil de ledenraad in december eerst spreken met de Inspectie van het Onderwijs. Dit gesprek zal tijdens de decembervergadering plaatsvinden. Nadat beide partijen zijn gehoord zal de raad zijn advies opmaken. De raad houdt u hiervan op de hoogte. Eind vorig schooljaar heeft de AVS Ledenraad afscheid genomen van twee leden: Paulien Hagers en Albert Wilkens. Paulien was vanaf de ledenraadoprichting lid van de raad. Albert was vóór de oprichting van de raad ook jarenlang lid van het bestuur. Hij stond bij de raad en het bestuur bekend als een betrokken en kritisch lid. Paulien heeft aangegeven te stoppen vanwege drukke werkzaamheden, terwijl Albert als leidinggevende het onderwijs heeft verlaten om als consultant in dienst te treden van een onderwijsadviesbureau. We wensen hen veel succes met hun huidige werk en bedanken hen voor hun inzet. De Ledenraad van de AVS komt jaarlijks vier keer bij elkaar om met het AVS-bestuur over diverse onderwerpen te discussiëren die het onderwijsveld bezighouden. Ook stelt de raad beleidsdocumenten vast, zoals de begroting. Wilt u meepraten over bovenstaand onderwerp of een ander onderwerp inbrengen, mail dan naar
[email protected] . Uw standpunt wordt zeer op prijsgesteld. Tekst Ger de Vos (namens de ledenraad)
kennis delen
Wachtwoord vergeten? Probeert u in te loggen bij AVS Kennis Delen maar bent u uw wachtwoord vergeten? Dan is het mogelijk om een nieuw wachtwoord aan te vragen. Dit kan – ook buiten kantooruren – via het AVS Scholenportaal. Ga dan naar www.avs.nl/kennisdelen/ Pages/Wachtwoordvergeten.aspx. Voer hier uw gebruikersnaam in (wwwbh\AVS met meteen daarachter uw lidmaatschapsnummer óf voornaam+achternaam in kleine letters aan elkaar) en u ontvangt een e-mail met instructies. Na het opvolgen daarvan ontvangt een nieuw (automatisch gegenereerd) wachtwoord. Eenmaal ingelogd kunt u uw wachtwoord weer veranderen in een wachtwoord naar eigen keuze.
41
School for Leadership S EF ,B
BJS
BJS
SJN
SJN
1
1
S EF ,B
Raadpleeg voor inhoudelijke omschrijvingen, overige opleidingen en trainingen, maatwerk en meer informatie de AVS Professionaliseringsgids 2008/2009 of kijk op www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/ cursusaanbod20082009. Inschrijven via
[email protected]
1SPGFTTJPOBMJTF USBJOJOH FO
PQMFJEJO HFO
SJOHTHJET
1SPGFTTJPOBMJTF
NBBUXF SL DPBDIJO H
°
4DIPPMGPS -FBEFSTIJQ
°
"EWJFT +BBSHBOH]
+BBSHBOH]
/VNNFS]"
QSJM
Trainingen & opleidingen Januari 2009 Opleiding/training
Data
Trainer/adviseur
• Gesprekstechnieken vanuit moed en betrokkenheid
9 januari
Magda Snijders
(gesprekken voeren met uw medewerker)
• Verbeter uw persoonlijk functioneren
14 en 15 januari
AVS School for Leadership
• Timemanagement (terugkomdag)
14 januari
Magda Snijders
• Oriëntatie op management (reeks 2, startdag)
14 januari
Magda Snijders
• Middenmanagement (4e eendaagse)
14 januari
Bob Ravelli
• Droombaandag
15 januari
AVS School for Leadership
• De juiste interim-manager op de juiste plaats
(1e
tweedaagse, dag 1)
15 en 16 januari
Trieneke van Manen
• Meesterlijk coachen (2e tweedaagse)
15 en 16 januari
Anita Burlet
• Minileergang Startende directeuren (startdag)
16 januari
Heike Sieber
• Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties (startdag)
16 januari
AVS School for Leadership
• Financieel management
(2e
reeks, 1e dag)
21 januari
Carlo Juffermans
• Competentiegericht coachen (2e tweedaagse)
22 en 23 januari
Anita Burlet
• Taakbeleid als opmaat naar professioneel personeelsbeleid
22 januari
Eelco Dam
• Op weg naar excellent schoolleiderschap (2e tweedaagse)
22 en 23 januari
Ruud de Sain
• Omgaan met conflicten
22 en 23 januari
Ad van der Staak
• Heroriëntatie op management (1e eendaagse)
23 januari
Magda Snijders
• Onderwijsconcept
27 en 28 januari
Jos Hagens
• Gesprekkencyclus
29 januari
Jos Kooij
Opleiding/training
Data
Trainer/adviseur
• Droombaandag
3 februari
AVS School for Leadership
• Succesvol onderhandelen
4 en 5 februari
Tom Roetert
• Minileergang Startende directeuren
5 en 6 februari
Heike Sieber
• Onderwijshuisvesting
5 februari
Jan Schraven
• Gesprekstechnieken vanuit moed en betrokkenheid
5 februari
Magda Snijders
(gesprekken met een corrigerend karakter)
Februari 2009
• Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties
5, 6 en 10 februari
AVS School for Leadership,
(Human Dynamics 1 en slotdag)
o.a. Anita Burlet
• Wat ben ik als ik intern begeleider ben?
11 februari
Jos Hagens
• Middenmanagement
(5e
11 februari
Bob Ravelli
• Heroriëntatie op management (2e eendaagse)
13 februari
Magda Snijders
• Gesprekkencyclus
19-februari
Jos Kooij
(onder voorbehoud)
42
eendaagse)
SJOHTHJET
/VNNFS]"
QSJM
Opleiding _ Nog enkele plaatsen vrij!
Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties Deze maximaal anderhalf jaar durende opleiding is zowel gericht op persoonlijke en professionele groei, zelfreflectie, competentie ontwikkeling, als op specifieke managementvaardigheden die u nodig heeft voor het aansturen van complexe organisaties. De opleiding bestaat uit vier modules: 1) Ik; persoonlijke groei en zelfreflectie 2) De ander; gericht op het functioneren en ontwikkelen van collega’s 3) De organisatie; het sturen en beïnvloeden van complexe organisaties 4) Kwaliteit van de organisatie. Doelgroep: (startende) bovenschoolse en bestuursmanagers, schoolleiders met ambities om ‘bovenschools’ te werken, clusterof meerschoolse directeuren en schoolleiders van complexere organisaties, zoals brede scholen en speciaal onderwijs Data : 16 januari 2009 (startdag), 19 en 20 januari (Investment in Excellence), 5 en 6 februari (Human Dynamics 1), 12 en 13 maart
(Sturen op afstand/Policy governance), 23 en 24 april (Human Dynamics en leidinggeven), 14 en 15 mei (Competentiegericht coachen/Professionalisering van het management), 17 en 18 september (Kwaliteitszorg/Visitatie), 5 en 6 november (Meesterlijk coachen/Succesvol onderhandelen), 3 en 4 december (Sturen met geld), 15 januari 2010 (Juridische vraagstukken), 4 en 5 februari 2010 (Het spotten en koesteren), maart – mei (Meester/gezel Traject – visitatie), 18 juni (slotdag) Uitvoering : ervaren trainers van de AVS School for Leadership/ Interstudie NDO en experts op deelterreinen Kosten: leden t 11.450 / niet-leden t 11.950 (te betalen in drie termijnen). Losse tweedaagse: tussen t 850 en t 1.300, afhankelijk van het thema (excl. coaching en deelname aan leerteams) Aanmelden:
[email protected] of tel. 030-2361010 Meer informatie : Anita Burlet,
[email protected]
Minileergang _ 7-daagse
Startende directeuren Tijdens deze minileergang buigen deelnemers zich samen met andere startende directeuren over alle vragen die op hen afkomen en breiden zij hun leidinggevende vaardigheden verder uit. Aan de orde komen bijvoorbeeld zelfsturing, organisatiebeleid- en beheer, ontwikkelen en aansturen van het primaire proces en onderwijsondernemerschap. De minileergang is afgestemd op de acht bekwaamheidseisen van de NSA voor leidinggevenden.
Doelgroep: startende directeuren die sinds kort in een l eidinggevende functie in het primair onderwijs werken Data : 16 januari, 5 en 6 februari, 13 maart, 3 april, 8 mei en 5 juni (2009) Uitvoering : Heike Sieber e.a. Kosten: leden t 2.650/niet-leden t 2.950 Aanmelden:
[email protected]
Thema-tweedaagse
Onderwijsconcept In deze tweedaagse verkennen we de thema’s missie en visie, leiderschap en veranderingen. Wat wil uw school zijn, wat kán en wat mág? Wat is voor u nieuw leren, wilt u dat en kunt u dat bieden? Wat vraagt een school in de huidige tijd van leiderschap? Wat komt er in de nabije toekomst op u af? Hoe moet en kan u als schoolleiding omgaan met al die veranderingen? Hoe geeft u daar leiding aan en hoe gaat u met uw team om? De leidinggevende in de school heeft een doorslaggevende invloed op alles en iedereen in en om de school. Investeren in uzelf als leider van de school, is investeren in de school, het personeel en de kinderen. Vanuit strategisch oogpunt een investering met een grote invloed op uw totale organisatie. Na de tweedaagse heeft u meer
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
inzicht in en een plan van aanpak voor de schoolontwikkeling. In overleg met de deelnemers stellen we het programma definitief samen. Workshops naar keuze: Schoolconcept en ‘nieuw leren’, Onderwijsconcept in relatie tot PR en communicatie, Nieuw (duurzaam) leiderschap, Leiderschap en specialisten, Leidinggeven aan verandering, Veranderen en weerstand en Onderwijskundig leiderschap. Data : 27 en 28 januari 2009 Uitvoering : AVS-adviseurs Onderwijs & Leerlingzorg Kosten: leden t 850 euro / niet-leden t 950 Aanmelden:
[email protected]
43
tenslotte _ Voor teerd u geselecteerd voor u geselec
tr aining p u b l i c at i e website cursus l e spa k k e t congres richtlijn conferentie diversen handleiding symposium i n fo r m at i e va ri a voor: po en vo in Nederland en Vlaanderen
voor: basisonderwijs van: NPS datum: vanaf 8 januari 2009 wat: tv-serie
Cito-toets In de nieuwe tiendelige serie ‘De school van Prem’ is te zien hoe Prem Radhakishun tien achterstandsleerlingen klaarstoomt voor de Cito-toets. Ze krijgen klassikaal les van gastdocenten in onder andere taal, rekenen en studievaardigheden. Met behulp van workshops en ‘speciale’ gaan de kinderen aan de slag met hun talenten en zelfvertrouwen. In de laatste aflevering zal blijken of een goed Cito-toetsresultaat behaald is. Nederland 1, donderdags om 22.30 uur.
van: Computer op school (COS) datum: vóór 14 februari 2009 wat: prijs
voor: vertrouwenspersonen van: PPSI
COS Awards 2009
wat: informatieblad
Best practices zijn vaak het beste middel om andere scholen te stimuleren en te inspireren om ict optimaal in te zetten bij hun onderwijs. Scholen die willen meedingen naar een COS Award, dienen een kant-en-klare les(idee) aan te leveren, voor gebruik op een digitaal schoolbord. Diverse sponsors hebben prijzen beschikbaar gesteld, waaronder een digitaal schoolbord. De prijsuitreiking vindt plaats op 14 mei 2009. Meer informatie: www.cos-awards.nl
Seksueel gedrag op de basisschool
voor: leidinggevenden en stafleden po en vo van: AVS, CPS, Maas Bestuursvraagstukken, Infinite Financieel en H.E. van Ravestein Consultancy datum: 3 februari 2009 wat: conferentie
44
Eind vorig jaar meldden vertrouwensinspecteurs 97 klachten over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen basisschoolleerlingen. Welk gedrag hoort bij de normale seksuele ontwikkeling? Wat doen we als er meer aan de hand is dan doktertje spelen? Het PPSI-informatieblad ‘Seksueel gedrag op de basisschool; normale ontwikkeling of seksuele pressie?’, geeft antwoord op deze vragen en informeert over het nemen van praktische en preventieve maatregelen, bevat een stappenplan bij de afwikkeling van incidenten en verwijst naar bruikbare materialen. Downloaden: www.ppsi.nl
Policy Governance® in management
voor: midden- en bovenbouw
Om besturen en raden van toezicht beter te laten functioneren, ontwikkelde dr. John Carver het Policy Governance model: een inspiratiebron en goede repertoire-uitbreiding voor schoolleiders en bestuurders, die niet overal ‘bovenop willen zitten’ en zoeken naar manieren om hun verantwoordelijkheid te nemen, waarbij zij hun medewerkers niet belemmeren, maar juist prikkelen en uitdagen. Locatie: NBC Blokhoeve in Nieuwegein. Meer informatie: AVS, Carine Hulscher-Slot,
[email protected] , www.avs.nl/nieuwsenagenda/agenda (februari). Inschrijven: www.cpsacademie.nl (Conferenties)
Geen pest aan
van: Theatergroep ‘Veren inbegrepen’ wat: voorstelling en lespakket
Theatergroep ‘Veren inbegrepen’ heeft een voorstelling over pesten gemaakt die langs verschillende pestsituaties ‘zapt’, waarbij de pester de invalshoek is. Een voorstelling die laat lachen, confronteert en bespreekbaar maakt. Daarbij hoort een lespakket, bestaande uit handvaardigheid, muziek, schrijven, drama, computer en mondelinge lessen. De voorstelling kan op korte termijn, maar ook vooruit worden geboekt voor volgende jaren en is ook geschikt voor ouderraad en ouders. Inlichtingen en boekingen: ImProduct, Ida van de Lagemaat,
[email protected] , www.improduct.nl/voorstelling.htm
voor: alle groepen basisonderwijs
voor: onderwijsbetrokkenen
van: NIGZ
van: BredeSchool.nl
wat: lespakket
datum: tot en met 20 januari 2009 wat: online kennisquiz
Lekker fit!
Brede School KubusQuiz
Kinderen leren op een structurele manier veel over voeding, beweging en het maken van gezonde keuzes. De methode bestaat uit acht lessen per leerjaar. Met een mix van theorie en praktijk, waarin ook ouderlijke betrokkenheid een rol speelt. Het uitgangspunt is het tegengaan van overgewicht en bewegingsarmoede. De methode kan makkelijk worden ingepast in het reguliere onderwijsprogramma. Meer weten en/of een informatiebijeenkomst bijwonen: www.lekkerfitopschool.nl (Informatiebijeenkomsten)
Elke twee weken wordt de brede schoolkennis van de deelnemers getest in een nieuwe ronde. Per spelronde zijn er tien winnaars. Alle winnaars ontvangen een prijzenpakket voor de leerlingen en een taart voor het team. Tijdens de NOT wordt op 28 januari 2009 de eindronde gespeeld. Zes teams spelen dan om de hoofdprijs: een geheel verzorgde schoolreis voor een klas of een teamexcursie. Ga naar www.bredeschool.nl/ kubusquiz en beantwoord de vragen.
voor: groep 5 en 6
voor: betrokkenen basisonderwijs
van: Ambulancezorg Nederland
van: Stichting Weet Wat Je Ziet, Stichting Kennisnet,
wat: lespakket
Vereniging Openbare Bibliotheken en stichting Mijn Kind Online, Stichting Reklame Rakkers en Stichting De Kinderconsument wat: lesmateriaal
Alles over de ambulance Wanneer bel je nu 112 en wanneer niet? Het lespakket ‘Alles over de ambulance’ bestaat onder andere uit een DVD met een korte, film om de leerlingen een beeld van ambulancezorg te geven, een lesboekje (voor dertig leerlingen) en een vragenlijst voor de leerlingen. Met het pakket wordt gewerkt aan meer bekendheid met de ambulancezorg. Niet alleen in de zin van kennis, maar ook als het gaat om een respectvolle houding en gedrag ten opzichte van ambulancemedewerkers. Bestellen: www.ambulancezorg.nl
Mediawijsheid In de Tweede Kamer zijn voorstellen gedaan om mediaeducatie een vast onderdeel van het curriculum te maken en kinderen kritisch en mediabewust op te voeden. Verschillende organisaties bieden (downloadbaar) lesmateriaal op het gebied van mediawijsheid, zoals www.weetwatjeziet.nl , www.medialessen.nl en www.reklamerakkers.nl/index. php?PageId=132.
voor: bestuurders, bovenschoolse managers en schoolleiders van: Reed business Overheid
voor: schoolleiders
datum: 11 december
van: Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO)
wat: congres
ism ministeries OCW en SZW datum: 17 december 2008, 15 en 29 januari 2009
Convenant Leerkracht in de praktijk Na een korte update over het convenant richt deze dag in NBC De Blokhoeve te Nieuwegein zich op de praktische werking en mogelijkheden ervan in de organisatie. Met een antwoord op vragen als: Wat is de samenhang met andere ontwikkelingen en maatregelen? Hoe vertaalt u het convenant naar uw eigen personeelsbeleid? Welke rol spelen, bestuur, management, MR, schoolleiders en leerkrachten? Inschrijven: http://fd9.formdesk.com/rbi/InschrijfformulierCongres Convenantleerkracht
k a der prim a ir dec ember 20 0 8
wat: netwerkbijeenkomsten
Met gemeenten meer personeel in het onderwijs Gemeenten en scholen kunnen samen de komst van meer additioneel personeel voor administratieve en facilitaire ondersteuning, assistenten in de klas en medewerkers in combinatiefuncties realiseren. Hoe? Kom voor informatie en het leggen van contacten naar de netwerkbijeenkomsten in respectievelijk Zwolle, Eindhoven of Arnhem. Aanmelden: www.onderwijsarbeidsmarkt.nl
45
46
advertentie
advertentie k a der prim a ir dec ember 20 0 8
47
48
advertentie
advertentie
advertentie
Vissen in de Vijver van Talent Win mooie prijzen op de NOT 2009 Iedereen heeft een talent: u, uw teamleden, uw leidinggevenden… Maar gebruiken we het ook?
Bezoek de AVS in stand 8B076 !
De AVS helpt u – (adjunct-)directeur, bovenschools manager of leerkracht – uw talent te ontdekken en/of ontwikkelen. In de AVS-stand op de Nationale Onderwijstentoonstelling (NOT) staan onze adviseurs voor u klaar. U bent ook van harte welkom voor ‘slechts’ een lekkere kop koffie! Of om te hengelen naar geluk. In onze vijver vindt u prijzen als een mooie kalender of een USB-stick; altijd prijs!
De AVS nodigt u tussen 27 en 31 januari 2009 uit in hal 8, stand B076 van de NOT in de Jaarbeurs te Utrecht.
postadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax 030 2361036 e-mail
[email protected] internet www.avs.nl
goed onderwijs door goed management
De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is de actieve belangen- en beroepsorganisatie voor alle leidinggevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Voor meer dan 5.200 schoolleiders, bovenschools managers, adjunct-directeuren en locatieleiders verzorgen we belangenbehartiging, landelijke vertegenwoordiging, juridische hulp, beroepsondersteuning, scholing, collegiale netwerken en actueel en betrouwbaar vaknieuws. Goede scholen hebben altijd één ding gemeen: een goede leidinggevende.