59e jaargang nr. 6
Juni 2015 Geachte leden,
Hierbij willen wij jullie uitnodigen voor het kasje kijken op donderdag 18 juni 2015. Programma (de tijden zijn bij benadering): 18.30 – 19.20 Piet Kamminga, Riet 2, 9351 XP Leek, 0594-511922. 20.10 – 21.00 Gerard Eising, Ruiterakker 37, 9407 BE Assen, 0592-340325. 21.10 – 22.00 Wolter ten Hoeve, Vreebergen 2, 9403 ES Assen, 0592341660. De reistijd van Piet naar Gerard bedraagt ongeveer 40 minuten, van Gerard naar Wolter is het ongeveer 5 minuten. Check zelf wat de handigste route is om van Piet naar Gerard te rijden! Via de snelweg naar Groningen is de snelste en gemakkelijkste, maar ook de langste route. Je kunt ook van Leek naar Roden rijden en dan via Langelo, Norg, Peest, Zeijen en Ter Aard naar de ringweg van Assen (Europaweg Noord), dit is 5 minuten langer en 14 km korter dan de eerste route. Ook kun je vanaf ‘Piet aan de Riet’ naar Terheijl rijden en dan via Nieuw Roden en Roderesch naar Langelo, waarmee je weer op de vorige route zit. En nu maar hopen op mooi weer!
WEBSITE www.cactusclubgroningen.nl
Bestuursproat In het voorjaar is er altijd veel te doen, eerst moeten de cactussen en vetplanten in de kas weer aan de groei, dus moeten we ze na de winterrust weer flink vertroetelen met water en later met voldoende voeding zodat ze ons met hun mooie bloemen kunnen verrassen. Dat is nu volop aan de gang, Mammillaria's, Echinopsissen, Astrophytums, Turbinicarpussen en vooral zeer veel Gymnocalyciums produceren de ene na de andere bloem, een lust voor het oog, het blijft fascineren. Ook heb ik al veel bestuivingen uitgevoerd en de eerste zaadbessen geoogst. Verder heb ik alweer behoorlijk wat foto's gemaakt zodat we er later nog eens van kunnen genieten. Ook is het in mei de tijd om de planten die in de winterstalling staan, bij ons staan ze onder tabletten in de kas en in de schuur, weer naar buiten te zetten. Dat was nog best wel spannend want het wilde maar niet wat warmer worden, eind mei en zelfs begin juni waren er nog nachtvorsten. Ze staan meer dan een halfjaar droog en in de schaduw en dat komt de planten niet ten goede, maar het is uiteindelijk weer gelukt en ze staan nu allemaal buiten in het volle licht en ze hebben volop water en voeding gekregen zodat ze er weer tegenaan kunnen deze zomer. Ik ben nog maar net aan het zaaien begonnen, wel wat laat maar 2 bakken zijn al gereed en 3 bakken moeten deze week nog. We zullen zien wat de resultaten worden, er zal altijd wel wat van opkomen. De zaailingen zullen wel wat kleiner de winter ingaan maar ze staan op de slaapkamer voor het raam op het zuiden en kunnen wat langer doorgroeien eventueel met de groeilamp aan erboven, dat heb ik wel vaker gedaan. Dit jaar heb ik 18 verschillende Aloe's gezaaid en ook Dioscorea elephantidens, ben benieuwd of er wat van opkomt. Donderdag 18 juni gaan we weer kasje kijken, altijd een gezellige avond. Eerst gaan we naar Piet en Thea Kamminga. Piet heeft een mooie muurkas met een rotstuin er rondom en ze hebben een grote tuin rondom het huis met veel interessante planten. Dan gaan we naar Gerard Eising, hij heeft een mooie kas in de tuin waar we zijn ent-resultaten kunnen aanschouwen. Dan gaan we naar Wolter ten Hoeve, hij heeft een grote kas in de tuin waar een uitgebreide Mammillaria collectie en vele andere interessante planten zijn te bewonderen. Dus allemaal komen want er is heel wat te zien. Coby Keizer-Zinsmeester
Verslag van de bijeenkomst op 21 mei 2015 Toen ik om half acht de zaal binnenliep was het al aardig druk. Er waren diverse leden die planten meegenomen hadden en voor een luttel bedrag verwisselden diverse planten van eigenaar. Na een tijdje ebde de belangstelling voor de plantjes weg en toen ook het onderlinge geroezemoes was afgezakt kon Dick de bijeenkomst openen. Er waren 22 aanwezigen, waaronder een aspirant-lid, Anita Kikkert. Verder waren er twee afmeldingen binnengekomen, te weten van Lute Hilberts en Veroniek Bicknese. Op het verslag van 16 april had niemand commentaar, dat werd dus goedgekeurd. De ingekomen post bestond uit een catalogus van Kakteen Haage. Dick meldde dat we een uitnodiging gekregen hebben voor het 50-jarig jubileum van de BSV Selwerd. 2 bestuursleden zullen acte de présence geven op dit jubileum. Dick gaf aan dat de bezoekcommissie het, eufemistisch gezegd, niet heel erg druk heeft met het bezoeken van nieuwe leden. Daarom wordt gedacht aan een wat andere invulling, bijvoorbeeld het bezoeken van langjarige leden. Ideeën voor een nieuwe naam van de commissie zijn welkom.
Die commissie zou het best druk kunnen krijgen want we hebben nogal wat langjarige leden. Een daarvan is aanwezig. Het is Klaas Hofstee, die 50 jaar lid is van Succulenta. Hij krijgt het jubileumspeldje en de felicitaties van Dick, alsmede een bos bloemen en een applaus van de aanwezigen. Klaas vertelt hoe de hobby bij hem vorm gekregen heeft en hoe zijn stekelige carrière verlopen is. Hij is zelfs voorzitter van de voormalige afdeling Delfzijl geweest. Blijkbaar is hij toch ietwat beduusd geraakt van al die aandacht, want aan het eind van de avond vergat hij om de bos bloemen mee te nemen…. Gerard Enting (oeps, Eising) legde ons vervolgens uit hoe je kleine zaailingen hard kunt laten groeien door te enten op een snelgroeiende cactus. Om te enten moet het minstens 20 graden zijn, met het weer van deze week kun je het dus wel schudden. De zaailingen moeten glanzen en na de enting moet je ca. 3 maanden lang geen voeding geven, want anders gaat de entstam groeien en wordt de ent afgestoten. Gerard demonstreerde daarna zijn methode. Hij ent op pereskiopsis, een snelgroeiende soort. De sappige entstam wordt met een scherp mes doorgesneden, evenals het zaailingetje. Het topje van de entstam laat je opnieuw bewortelen en voilà, na korte tijd is dat stukje uitgegroeid tot een geschikte nieuwe entstam. Scheermesjes zijn niet nodig en ook geen alcohol om te ontsmetten. De ent wordt op de entstam gedrukt en op haar plaats gehouden door een stukje hout dat aan de ene kant op de ent ligt en aan de andere kant op wat potjes. Na zijn demonstratie kreeg Gerard nog wat vragen te verwerken die hij probleemloos beantwoordde. Daarna werd hij met applaus bedankt, en kon het publiek zich gaan laven aan een drankje en een praatje, oftewel het was pauze. Na de pauze werden er planten van de maand gepresenteerd door Wolter ten Hoeve en Coby Keizer. Wolter vertelde het een en ander over Mammillaria deherdtiana en Mammillaria rubrograndis en Coby vertelde wat over Epithelantha pachyrhiza, een soort die zij en Anjo op diverse plekken in het noorden van Mexico gevonden hebben. Beide sprekers lieten plaatjes zien van de besproken soorten in de Mexicaanse natuur. Tot slot wenste Dick iedereen een goede thuisreis. Wolter ten Hoeve.
Bezoek volgens telefonische afspraak
Plant van de maand Mammillaria rubrograndis Deze soort is door Reppenhagen en Lau beschreven in 1979, dus alweer meer dan 30 jaar geleden. Deze soort wordt gekenmerkt door de relatief grote bloemen van bijna 5 cm in doorsnede. Ze wordt verder beschreven als een solitaire, vrij platte cactus die een diameter van 25 cm wel kan halen. Verder zijn er 11 tot 13 randdoorns en 1 tot 4 middendoorns die 10 tot 20 mm lang zijn. Zoals gezegd, de bloemen zijn nogal groot. De vorm is trechterachtig en de kleur varieert van karmijnachtig tot witachtig met een roze rand. Deze cactus komt voor in de Mexicaanse staten Tamaulipas en Nuevo León, meestal wat hoger in de bergen. Die staten liggen in de noordelijke helft van Mexico. De typevindplaats is de asbestmijn in de Novillo-canyon, en die ligt in de omgeving van de stad Ciudad Victoria. Die asbestmijn is vooral ook bekend omdat daar M. laui en de ondersoorten subducta en dasyacantha voorkomen, mooie rijk bloeiende mammillaria’s. M. rubrograndis is veel lastiger in bloei te krijgen. Het lijkt erop dat ze een heel zonnig plekje nodig heeft.
Tegenwoordig wordt deze soort als een ondersoort van M. melanocentra beschouwd, en daar is ze vast wel mee verwant. Ik houd echter graag de naam M. rubrograndis aan om duidelijk te maken dat deze soort behoorlijk afwijkt van M. melanocentra.
Ik heb deze cactus al weer heel wat jaren geleden gezaaid, te weten in 1995. Het zaad was afkomstig van Succulenta, en in de oude zaadlijst stond dat Hildegard Nase de leverancier was van het zaad. Verder heb ik geen gegevens, zoals de standplaats in de natuur. Ik heb 4 planten van deze soort, en elk jaar groeien ze weer wat. Ze staan naast elkaar in de kas. Pas een jaar of 5 geleden kreeg ik een bloem in een van de 4 planten, en vorig jaar waren er twee planten die bloeiden, de ene met 3 en de andere met 2 bloemen. Dat is maar heel magertjes en dat klopt dus wel met wat ik hierboven noemde, dat deze soort een moeilijke bloeier is. De afgelopen winter hebben mijn 4 planten in de onverwarmde kas overwinterd onder het motto dat ze wel wat vorst kunnen verdragen omdat ze vrij hoog in de bergen groeien, en onder het motto dat alle beetjes winterzon helpen om de bloei te bevorderen. Het is heel raar, maar 3 van mijn 4 planten hebben dit voorjaar helemaal geen bloemen geproduceerd, terwijl het vierde exemplaar een hele ring van bloemen heeft voortgebracht. Ik was werkelijk stomverbaasd dat er zoveel bloemen in kwamen. Ze is nu uitgebloeid, maar ik tel 20 bloemresten. De doorsnede van deze plant is 16 cm. Maar waarom geen enkele bloem bij die andere drie? De verzorging van deze soort is overigens niet lastig, gewoon af en toe flink wat water en ’s winters droog. In de natuur heb ik deze soort ook gevonden, op een stuk of vijf verschillende plekken. De afstand tussen de uiterste locaties is wel 100 km, en deze cactus heeft dus een redelijk groot verspreidingsgebied. Meestal groeit hij vrij hoog in de bergen, de hoogste locatie waar ik hem vond was op meer dan 3100 meter hoogte, en op die hoogte valt af en toe echt wel wat sneeuw. Maar de locatie bij de asbestmijn in de Novillo- canyon ligt maar op 1000 meter hoogte. Dat gebied is ook behoorlijk groen, er valt daar ongeveer net zo veel regen per jaar als in Nederland. Het allermooiste is natuurlijk als je deze cactus in bloei vindt, en dat is mij gelukkig ook overkomen. Ik laat wat plaatjes van planten in de natuur zien, alsmede mijn eigen bloeiende plant. Wolter ten Hoeve. Mammillaria deherdtiana Deze grootbloemige soort is in 1969 beschreven. Ze is vernoemd naar Cyriel De Herdt, een van de drie broers De Herdt, een befaamde cactuskwekerij in België. De eerste zending planten is door De Herdt vermeerderd, vandaar de naamgeving. Ik geloof dat de kwekerij nog steeds bestaat, al zijn twee van de broers intussen overleden. Volgens de beschrijving is deze cactus solitair en
moeilijk te vinden als hij niet bloeit, omdat hij bepaald niet opvalt in het kalkachtige terrein waarin hij groeit. In cultuur spruit de plant overigens wel. De individuele koppen zijn ongeveer 5 cm in diameter. Er zijn ongeveer 36 vrij korte randdoorns. Er zijn tot 6 iets langere middendoorns (3 tot 7 mm lang), maar vaak zijn die er ook helemaal niet en komen ze pas als de plant ouder wordt. De bloemen zijn ongeveer 5 cm in doorsnede, met een duidelijke bloembuis. Ze zijn roze-violet van kleur. De vruchten zijn vrij klein, ze blijven onder de bedoorning zitten en ze zitten deels in het plantenlichaam. Deze soort komt voor in de staat Oaxaca, dat ligt in de zuidelijke helft van Mexico. Hij moet groeien in de omgeving van de stad Mitla, d.w.z. op een hoogte van ongeveer 1500 meter, maar ik heb hem daar nog nooit gevonden. Wat ik wel gevonden heb is de ondersoort (subspecies) dodsonii, die door wijlen Werner Reppenhagen als identiek aan deherdtiana beschouwd werd. Die dodsonii is een jaar later dan deherdtiana beschreven. Het verschil tussen deherdtiana en dodsonii is niet groot. Voor dodsonii wordt vermeld dat hij 20 tot 21 randdoorns heeft (dus minder dan deherdtiana), 3 tot 5 middendoorns (10 tot 20 mm lang, dus wat langer dan deherdtiana) en ook in de natuur spruit. Verder groeit dodsonii hoog in de bergen, op 3000 meter hoogte, of soms zelfs iets meer. Daar groeit hij in bossen op enorm grote met mos
bedekte rotsblokken. En ook hier wil wel eens sneeuw vallen. Verder valt er per jaar meer neerslag dan in Nederland, vandaar dat het gebied zo bebost is. Maar bijna al het water spoelt ook meteen van die rotsblokken af.
De planten die ik heb zijn tussen 1990 en 2000 gezaaid. Ze geven me geen problemen bij de verzorging en ze bloeien bij mij ook goed. Wolter ten Hoeve.
Kom in de kas bij Bronsema, Zuidbroek Op zaterdag 11 april 2015 was er weer kom in de kas in de omgeving van Zuidbroek. Dit evenement vindt jaarlijks plaats, echter het ene jaar het ene deel van het gebied , het andere jaar in het andere deel. Iedere twee jaar staan wij met een stand bij Bronsema, al vele jaren inmiddels. Op vrijdagavond hebben Dick, Coby, Anjo en ik de opstelling gemaakt voor de volgende dag. Op zaterdag werd de stand bemenst door dit team, aangevuld met Harmien. Dat is een flinke club en dat is gezellig. Er kwamen ook enkele leden van de afdeling op bezoek. Het aantal bezoekers viel helaas flink tegen,
waar in eerdere gevallen de medewerkers van Bronsema in de loop van de dag de voorraad te verkopen planten vanuit de kas weer aan gingen vullen, is er deze keer dan ook weinig verkocht. We vernamen dat de promotie wat minder was en dat bepaalde bedrijven deze keer niet mee deden. Voor ons is dat natuurlijk ook jammer omdat de kans op geïnteresseerden in onze afdeling ook kleiner wordt. Maar goed er hebben toch weer wat mensen informatie van ons ontvangen, onze club leren kennen en onze mooie planten en opstelling kunnen bewonderen, daar doen we het voor!
Rudy Sterenberg
Activiteitenagenda 4 juli Bezoek afdeling Fryslân. 17 september Lezing door Jan Lubbers over flora en vulkanisme in het IJslandse landschap.
UITNODIGING voor de trouwe lezer: kom eens langs bij de succulentenproatstamtafel deze bevindt zich in de oude rolkas gelegen te Zuidbroek adres: De Akkers 10 open alleen op afspraak; vrijdag of zaterdag dus even bellen of mailen: 0622464630 /
[email protected]
Gerard