JIJ BESLIST MEE! Onderzoeksrapport februari 2012
2
Quote van een student uit één van de panelgesprekken.
Het lijkt soms wel alsof je tegen een muur aan praat, ik voel me niet gehoord . Colofon
©2012 Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs www.job-site.nl Onderzoek uitgevoerd door P.S. Onderzoek www.ps-onderzoek.nl Coverfoto door Philippe Leroyer (CC BY-NC-ND) www.flickr.com/photos/philippeleroyer Vormgeving door Bob van Vliet / Sjokola ontwerp www.sjokola.nl Gedrukt door Newspaper Club www.newspaperclub.com
In dit rapport p. 4 / 5 Uitkomst Panelgesprekken Wat kwam er naar voren uit de gesprekken op basis van de enquête-resultaten?
p. 6 / 7 Conclusies Beantwoording van hoofd- en deelvragen. Welke lessen zijn er te trekken?
p. 8 / 9 Wie kan wat doen? Concreet op een rij wat studenten, docenten en het management kunnen doen om studenteninspraak te verbeteren op mbo-instellingen.
p. 10 / 11 De cijfers Alles netjes op een rij. Opzet en resultaten van het onderzoek gedetailleerd weergegeven.
P.S. Onderzoek Wat willen jongeren? Wat vinden zij? Hoe denken zij? Dat is te allen tijde de leidende factor bij de onderzoeken die P.S. uitvoert. Of het nu gaat om tevredenheidsonderzoek door interviews, effectmeting door mindmapping of imago-onderzoek door co-creatie, P.S. wordt gedreven door een inherente nieuwsgierigheid naar wat jongeren beweegt en bezighoudt. Die drive, die passie stelt P.S. in staat om onderzoek te doen dat tot resultaten leidt. P.S. helpt organisaties meer inzicht te krijgen in hun doelgroep, waardoor zij dichterbij de jongeren komen te staan. Dit levert voor de jongeren het voorhet-zeggenschap-gevoel op.
Het onderzoek In 2010 is Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) gestart met ‘Jij Beslist Mee’. De aanleiding voor dit grootschalige project is de wijziging van de wet die gaat over medezeggenschap op mbo-onderwijs. Per 1 maart 2011 is op elke mbo-instelling een centrale studentenraad verplicht. JOB laat door ‘Jij Beslist Mee’ studenten kennis maken met medezeggenschap en geeft hen inzicht in hun rechten en plichten als student. Dit doet JOB door voorlichting te geven op scholen, individuele studenten te helpen met vragen en door te onderzoeken hoe studenten tegen medezeggenschap aankijken. Het stimuleren van studentparticipatie op mbo-onderwijs en het geven van informatie aan studenten én scholen over de huidige situatie is onderdeel van het project. Om te weten wat mbo-studenten vinden en willen is onderzoek belangrijk.
Uit JOB-Monitor 2010 bleek dat 30% van de mbostudenten actief wil meedenken op hun mbo-instelling, maar dat lang niet allemaal doet. Ruim een kwart van de mbo-studenten vindt hun mening ondergewaardeerd door de instelling waar zij hun opleiding volgen. In dit rapport staan de uitkomsten beschreven van het onderzoek dat JOB naar aanleiding hiervan heeft laten uitvoeren. Het ‘grijze gebied’ van studenten die wel mee willen praten maar het niet doen voerde in de onlineenquête de boventoon. Tijdens de panelgesprekken in Zwolle, Amsterdam en Eindhoven die daarna werden gevoerd is de vraag op welke manier medezeggenschap verbeterd kan worden, besproken.
Over JOB
3
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs, JOB, is een vereniging die op komt voor de belangen van mbo- studenten in Nederland. JOB bestaat uit een bestuur en medewerkers. Het bestuur bestaat uit 5 mbo-studenten die door de leden worden gekozen. Daarnaast zijn er 6 medewerkers, dit zijn project- en beleidsmedewerkers. De medewerkers ondersteunen het bestuur in hun werkzaamheden. Één van de belangrijkste onderdelen van JOB is de klachtenlijn: mbo-studenten kunnen ons bellen met klachten en vragen en de medewerkers adviseren dan wat ze het beste kunnen doen en ook wat precies de regels zijn. Daarnaast worden er door JOB verschillende projecten georganiseerd. Een van deze projecten is ‘Jij beslist mee’. Een ander project is de JOB-monitor, het tevredenheidonderzoek onder alle mbo studenten.
Doel
Hoofdvraag
Subvragen
JOB wil graag inzicht krijgen in de redenen waarom mbo-studenten wel mee willen praten en het (nog) niet doen. Daarnaast kunnen na dit onderzoek voorwaarden worden genoemd die nodig zijn om mbo-studenten actief te betrekken bij hun onderwijs (medezeggenschap en inspraak).
Op welke manier moet medezeggenschap en inspraak voor studenten georganiseerd worden op mbo-instellingen zodat meer mbo-studenten de mogelijkheid krijgen en nemen om mee te praten over hun onderwijs?
Deze subvragen zijn alleen beantwoord door studenten. 1.
Hoe is medezeggenschap en inspraak van studenten vormgegeven op mbo-instellingen?
2. Wat betekent medezeggenschap en inspraak voor studenten en hoe gaan zij daarmee om? 3. Welke rol hebben docenten op dit moment bij medezeggenschap en inspraak van studenten? 4. Welke rol heeft het management bij medezeggenschap en inspraak van studenten? 5. Wat zouden studenten, docenten en management kunnen doen om medezeggenschap en inspraak van studenten te verbeteren? 6. Wat is volgens studenten nodig om de doelgroep actief deel te laten nemen aan medezeggenschap en inspraak op hun mbo-instelling? 7. Wat kan JOB doen om de positie van studenten te verbeteren in het mbo-onderwijs?
4
Inhoud panelgesprek Discussie over quotes uit de online enquête De meest opvallende quote van de poster is ‘89% van de studenten vindt het heel belangrijk dat de school naar hen luistert’. Studenten zijn het hiermee eens, zij denken ook dat dit zo is. Daarnaast denken zij dat dit nog veel te weinig gebeurt op scholen. Ook de quote ‘1 op de 3 studenten voelt zich niet serieus genomen bij het meepraten op school’ is herkenbaar volgens studenten. Een student vertelt dat zelfs de nieuwe studentenraad waar zij in zit niet serieus genomen wordt, laat staan een individuele student. Als zij iets willen bereiken met de studentenraad dan moeten zij dat via de juiste mensen doen anders lukt het niet. Vaak wordt een advies of een klacht gewoon weggeveegd als niet belangrijk. Dat 66% van de mbo-studenten wil meepraten, vinden sommige studenten erg veel. Zij denken dat dit te maken heeft met de studenten die de enquête hebben ingevuld. De studenten die de moeite nemen om de enquête in te vullen zijn misschien ook wel studenten die graag willen meepraten op school. De studenten geven aan dat de quotes met elkaar samenhangen. Een groot aantal studenten wil wel meedoen maar weet niet waar ze terecht kunnen. Omdat ze niet goed weten waar ze terecht kunnen hebben ze het gevoel dat ze niet gehoord worden. Als zij iets aankaarten wordt er niet geluisterd of er wordt niets mee gedaan. Ook de kritische studenten die weten waar ze moeten zijn met hun klacht of oplossing worden niet serieus genomen.
Op deze pagina’s staan de uitkomsten beschreven van de drie panelgesprekken die zijn gehouden met mbostudenten. Basis voor de panelgesprekken waren de uitkomsten uit de online enquête die waren weergegeven op een poster.
De plannen die je nu bedenkt zijn niet altijd haalbaar binnen de tijd dat jijzelf nog op school zit. Dus werken studenten er niet aan mee, want ze hebben er zelf niets aan . Quote van een student uit één van de panelgesprekken.
Hoe ziet medezeggenschap eruit op jouw school? Een deel van de studenten die hebben meegepraat weet niet hoe medezeggenschap eruit ziet op hun school. Zij maken zelf geen deel uit van de medezeggenschaps- en/of studentenraad. Zij weten niet of die er wel zijn bij hen op school is. Wel hebben zij een duidelijk beeld van hoe het zou moeten zijn op school (zie ideale medezeggenschap). Een student probeert al een tijd een studentenraad op te zetten maar dit komt niet van de grond. Andere studenten zitten zelf in de studentenraad van hun school of locatie.Deze studentenraden zijn in september 2011
Belangrijke eigenschappen voor medezeggenschap Tijdens de panelgesprekken is aan de studenten gevraagd om een aantal eigenschappen aan te kruisen die zij vinden passen bij medezeggenschap. Als medezeggenschap een persoon zou zijn, welke eigenschappen zou die dan moet hebben? Aan alle studenten is gevraagd om een aantal eigenschappen te noemen die zij erg goed vinden passen bij de ideale medezeggenschap. Ook is gevraagd naar twee eigenschappen die de studenten niet verbinden met medezeggenschap en inspraak. De belangrijkste eigenschappen zijn een ‘goede luisteraar’ en ‘georganiseerd’. De studenten vinden dat de studenten in bijvoorbeeld de medezeggenschaps-
Tijdens de panelgesprekken is met studenten gesproken over medezeggenschap en de waardering van hun onderwijs. Daarnaast is gesproken over wat er beter kan qua inspraak op de mbo-instellingen en op welke manier dit verbeterd kan worden.
raad goed moeten luisteren naar andere studenten. De medezeggenschap voor studenten moet ook goed georganiseerd zijn, zodat studenten op school weten waar zij terecht kunnen. Zij vinden dat zij dit deels zelf moeten regelen, maar vinden begeleiding vanuit school hierbij ook belangrijk. ‘Openheid’, ‘hardwerken’ en op een ‘volwassen’ manier met elkaar omgaan, vinden studenten ook essentieel voor goede medezeggenschap op het mbo. Zij noemen deze eigenschappen voornamelijk ook omdat zij dit nu op hun school niet herkennen. Studenten die zich bezighouden met medezeggenschap hebben niet het idee dat zij naar andere studenten kunnen luisteren omdat er ook (nog) niet naar hen geluisterd wordt.
opgestart. De studentenraden worden meestal begeleid door een actieve docent die de studenten helpt bij het vormgeven van de raad en de inspraakprocessen. De studenten vinden het fijn dat zij begeleid worden door iemand van hun school die ook ingangen heeft bij de andere docenten en het management. Zij hebben het gevoel dat zij als studentenraad nog niet heel serieus worden genomen door school. Zij hebben nog geen concrete acties uitgevoerd omdat zij net begonnen zijn en hoofdzakelijk bezig zijn met het goed structureren van de studentenraad.
Wel
Niet
Goede luisteraar
Stil
Georganiseerd
Charmant
Open Hardwerkend Volwassen Veel zelfvertrouwen Eigenwijs Zelfstandig
Ideale medezeggenschap De studenten is gevraagd een beeld te schetsen van de ideale vorm van medezeggenschap. Studenten zaten niet vast aan wat mogelijk was of wat er nu al gebeurt bij hen op school, maar werden juist gevraagd te denken in mogelijkheden. Inspraak ziet er voor alle studenten verschillend uit, hoewel er ook overeenkomsten zijn in bepaalde factoren. Alle studenten vinden het belangrijk dat medezeggenschap bestaat uit een goede mix van studenten. Studenten van verschillende leerjaren, leeftijden en opleidingen moeten de achterban kunnen vertegenwoordigen. Het grootste verschil ligt in de vorm van de inspraak. De ene student wil een studentenraad, de andere wil lunchen met de directeur en een derde zou met studentenvertegenwoordigers willen werken. De inhoud van de medezeggenschap komt niet ter sprake, alleen de vorm. De verschillende onderdelen van de ideale medezeggenschapssituatie worden hieronder los van elkaar beschreven.
Studentenvertegenwoordiger De studentenvertegenwoordigers zouden bekend moeten staan als open, positief en communicatief vaardig. De achterban zou moeten weten wat de studentenvertegenwoordigers al hebben bereikt en dat zij –als student zijnde- inbreng kunnen leveren met hun feedback en ideeën. De studentenvertegenwoordiger zou ondernemend moeten zijn en betrokken moeten zijn bij de achterban. De studentenvertegenwoordiger moet bewegingsvrijheid hebben binnen de school. Zij moet redelijk zelfstandig kunnen handelen en moet vertrouwen krijgen van het management waardoor zij zich ook serieus genomen voelt.
Studentenraad Een aantal studenten noemt een studentenraad als de ideale vorm van medezeggenschap. Met daarin bijvoor-
Link naar uitkomsten enquête Uit de enquête blijkt dat 89% van de studenten het (heel) belangrijk vindt dat de school naar hen luistert. De eigenschap ‘een goede luisteraar’ die tijdens de panelgesprekken vaak wordt genoemd sluit hier naadloos op aan. 42% van de studenten geeft aan dat als zij mee zouden willen praten, zij niet zouden weten hoe dat te doen. Dit sluit aan bij een goede organisatiestructuur van medezeggenschap binnen de school. De eigenschappen ‘stil’ en ‘charmant’ zijn niet nodig bij inspraak op het mbo. De studenten vinden juist dat je jezelf mag laten horen als studenten of studentenraad, je mag een beetje eigenwijs zijn en met veel zelfvertrouwen met docenten en het management in gesprek gaan.
beeld twee studenten per leerjaar en opleiding. Idealiter zou dat een vrouw en een man zijn. Daarnaast is er een ‘grote raad’ waar afgevaardigden uit de studentenraad, docentenraad en de directeur samenkomen. Sommige studenten zouden in deze grote raad niet alleen docenten laten aanschuiven maar ook andere medewerkers van school. Bijvoorbeeld een facilitair medewerker, iemand van kwaliteitszorg en van ict. De reden hiervoor is een goede afspiegeling krijgen van wat er in de school speelt, om zo echt samen verbetering te kunnen brengen.
Lunch Een gezamenlijke lunch van studenten en de directeur wordt ook genoemd als mogelijke vorm van medezeggenschap. Deze lunch zou maximaal 2 uur moeten duren en een paar keer per jaar kunnen plaatsvinden. Belangrijk hierbij is dat er echt geluisterd wordt naar elkaar. Er zouden ongeveer vijf tot tien studenten bij kunnen aanschuiven van diverse opleidingen.
Overleg Welke vorm van overleg of inspraak ook gekozen wordt op een school, een duidelijke overlegstructuur vinden studenten belangrijk. Er moet echt geluisterd worden naar elkaar en er moet gewerkt worden aan de hand van een agenda of een bepaald onderwerp dat centraal staat. Een voorzitter en notulist vinden de studenten essentieel voor een goede overlegstructuur. Deze heldere rolverdeling geeft waarde aan het overleg en hierdoor is iedereen gelijkwaardig. Deze gestructureerde vorm van overleg leidt ertoe dat studenten zich serieus genomen voelen door hun overlegpartners.
Achterban De achterban wordt in de ideale situatie goed vertegenwoordigd. Dat kan door een vertegenwoordiger per leerjaar of opleiding aan te stellen, bij wie studenten
5 terecht kunnen met hun inbreng. Belangrijk hierbij is dat de achterban weet door wie zij vertegenwoordigd worden en dus ook bij wie ze terecht kunnen met vragen of opmerkingen. De studentenraad zou als eerste vraagbaak, gesprekspartner en overlegorgaan gezien moeten worden door alle studenten.
Communicatie Deze studentenvertegenwoordigers praten met studenten maar ook met docenten en het management. In de ideale situatie zou het management geïnteresseerd moeten zijn in wat er speelt onder studenten. Zij zouden moeten willen weten wat er gaande is op school en wat er leeft onder studenten en docenten. Er zou dus een dialoog moeten plaatsvinden, met het resultaat dat beide partijen (het management en studenten) geïnteresseerd zijn in elkaar en vandaar uit samen verder komen. De communicatie over medezeggenschap en inspraak zou in de ideale situatie duidelijk en helder zijn. Ook terugkoppeling naar studenten over de resultaten die geboekt zijn valt hieronder. In de ideale situatie horen studenten en docenten van de raad of het management wat er besproken is en hoe daarnaar gehandeld is. Iedereen moet weten dat er personen zijn waar zij problemen of ideeën kunnen melden en ze moeten merken dat er ook echt iets mee gedaan wordt!
Tegemoetkoming In de ideale situatie krijgen de studentenvertegenwoordigers een vergoeding voor hun aandeel in de medezeggenschap op school. Dit kan zijn door bijvoorbeeld te overleggen tijdens een lunch of door studiepunten of een vergoeding te ontvangen voor het deelnemen aan medezeggenschap.
rapportcijfer school: 6,2 De studenten die de enquête hebben ingevuld gaven hun school en onderwijs gemiddeld een 6,2. Tijdens de panelgesprekken is aan de studenten gevraagd hoe zij over dat rapportcijfer denken. De cijfers die studenten geven aan hun school of onderwijs liggen ver uit elkaar. Het varieert van een 3 tot aan een 8. Niet alleen medezeggenschap speelt hierbij een rol. Ook de kwaliteit van docenten, roostering, lesinhoud en communicatie vanuit school bepalen dit cijfer. De kwaliteit van docenten wordt door de meeste studenten benoemd als slecht of matig. Er zijn veel vakken waarbij studenten bijna alleen maar zelfstudie hebben of waarvoor ze zo weinig hoeven te doen dat ze zich totaal niet uitgedaagd voelen. Het tweede belangrijke punt is de communicatie vanuit school
die vaak te wensen over laat. Er wordt niet duidelijk gecommuniceerd of niet op een manier die studenten aanspreekt. Studenten willen serieus genomen worden tijdens hun opleiding, op alle vlakken. Zij willen iets leren, ze willen uitgedaagd worden, ze willen het gevoel hebben dat ze hebben moeten werken voor hun diploma. Ze willen dat er open met hen gecommuniceerd wordt, dat ze behandeld worden als volwassenen en dat er naar hen geluisterd wordt als ze feedback geven of een klacht hebben. Er zijn veel verschillen in scholen en ook in studenten. Wat de één prettig en goed vindt ziet de ander misschien als vervelend. Toch wordt het cijfer 6,2 uit de enquête onderstreept door de verhalen van de studenten uit de panels.
6
Hier worden de hoofd- en deelvragen van dit onderzoek beantwoord. De conclusies zijn gebaseerd op drie panelgesprekken die zijn gehouden met mbo-studenten. Basis voor de panelgesprekken waren de uitkomsten uit de online enquête die zijn weergegeven op een poster.
Tijdens de panelgesprekken is met studenten gesproken over medezeggenschap en de waardering van hun onderwijs. Daarnaast is gesproken over wat er beter kan aan inspraak op de mbo-instellingen en op welke manier die verbeterd kan worden.
Beantwoording deelvragen Hoe is medezeggenschap en inspraak van studenten vormgegeven op mboinstellingen?
Welke rol hebben docenten op dit moment bij medezeggenschap en inspraak van studenten?
Uit dit onderzoek blijkt dat medezeggenschap nog niet goed is vormgegeven in het mbo-onderwijs. De studentenraden komen langzaam van de grond en de studenten die daarin zitten weten nog onvoldoende van hun rechten en plichten. Medezeggenschap is nog te afhankelijk van hoe gewillig een school is om daarin te investeren en of er een begeleider is voor de studenten om hen te ondersteunen. De studenten denken bij medezeggenschap vaak aan de studenten- of medezeggenschapsraad.
Medezeggenschap lijkt sterk afhankelijk van een paar personen binnen een school die het goed met studenten voor hebben. Meestal zijn dit betrokken docenten die de studentenraad begeleiden. Andere docenten geven de studenten niet het gevoel ze serieus te nemen. Studenten zouden het fijn vinden als de studentenraad voor iedereen een gelijkwaardige partij wordt. Een partij waar docenten naar kunnen doorverwijzen als studenten hulp nodig hebben of met een probleem zitten. Dit lijkt nog erg ver weg.
Wat betekent medezeggenschap en inspraak voor studenten en hoe gaan zij daarmee om? Uit de enquête blijkt dat studenten het heel erg belangrijk vinden dat er naar hen geluisterd wordt op school. Zij hebben het gevoel dat dit nog maar weinig gebeurt. De studenten uit de panels hebben veel ideeën over hoe medezeggenschap en inspraak te regelen is in het mbo. Dit hoeft niet altijd met een studentenraad, dit kan ook op andere manieren waardoor meer studenten betrokken worden. Ook uit de enquête blijkt dat studenten mee willen praten, maar niet altijd in een raad. Zij zoeken ook andere personen op om mee te praten als zij iets willen veranderen in het onderwijs. Hierin worden zij niet serieus genomen. Sterker nog, zelfs een beginnende studentenraad heeft moeite om zichzelf te profileren binnen school en voelt zich niet serieus genomen door docenten en management.
Welke rol heeft het management bij medezeggenschap en inspraak van studenten? Volgens de studenten heeft het management vooral de taak van aansturen en zorgen dat medezeggenschap mogelijk is op school. Ook wordt zij gezien als de beslisser, uiteindelijk komen studenten daar terecht als ze iets voor elkaar willen krijgen. De studenten zeggen het niet letterlijk, maar geven aan het gevoel te hebben dat het management heel ver van studenten af staat. Er is weinig contact tussen het management en studenten. Ook niet met studenten van de studentenraad.
Wat zouden studenten, docenten en management kunnen doen om medezeggenschap en inspraak van studenten te verbeteren? Studenten hadden veel ideeën over wat de verschillende partijen zouden kunnen doen om studenteninspraak te verbeteren. Het komt neer op drie belangrijke zaken. Alle partijen zouden betrokken moeten zijn bij elkaar en wat er leeft in school. De partijen zouden open en helder moeten communiceren en op een volwassen manier met elkaar om moeten gaan. Als laatste is een actieve houding belangrijk om medezeggenschap samen verder te brengen.
Wat is volgens studenten nodig om de doelgroep actief deel te laten nemen aan medezeggenschap en inspraak op hun mboinstelling? Als je studenten meer verantwoordelijkheid geeft en ze meer uitdaagt zouden zij zich meer betrokken voelen bij hun eigen onderwijs. Het overgrote deel van de studenten praat niet mee, maar er zijn ook studenten die wel hun stem willen laten horen. Het lijkt alsof er een neerwaartse spiraal is waarin studenten en docenten elkaar naar beneden trekken. Hierdoor gebeurt er weinig op scholen en dat wat er gebeurt is heel persoonsafhankelijk. Inspraak lijkt afhankelijk van een docent of bestuurder die wel begrijpt dat er mbo-studenten zijn die hun stem willen laten horen. Die niet willen klagen maar het onderwijs juist willen verbeteren!
Wat kan JOB doen om de positie van studenten te verbeteren in het mboonderwijs? Studenten geven aan dat JOB vooral nodig is om studentenraden en andere vormen van medezeggenschap te ondersteunen. Door op school langs te komen en inzicht te geven in de rechten en plichten van studenten. En om het management erop te wijzen wat hun verantwoordelijkheden zijn ten aanzien van medezeggenschap. De studenten die in een studentenraad zitten kennen JOB en vinden dat JOB nu al veel dingen voor hen heeft betekend. Het voorbeeldreglement en de driedaagse-cursus worden als waardevol beschouwd door de studenten.
Conclusies
7
Beantwoording hoofdvraag Op welke manier moet medezeggenschap en inspraak voor studenten georganiseerd worden op mboinstellingen zodat meer mbo-studenten de mogelijkheid krijgen en nemen om mee te praten over hun onderwijs? Het lijkt erop dat de cultuur op de meeste mbo-instellingen niet is ingericht op studentenmedezeggenschap. Zoals de meeste zaken begint ook inspraak met een veilige sfeer en een open houding. Uit de verhalen van de studenten tijdens de panelgesprekken blijkt dat de sfeer op veel mbo-instellingen niet bijdraagt aan een prettig medezeggenschapsklimaat. De studenten die actief deelnemen aan medezeggenschap en de studenten die dat niet doen lieten hetzelfde geluid horen. Studenten worden meestal niet gehoord of er wordt niets met hun adviezen gedaan. Ze worden niet serieus genomen en er wordt niet openhartig en op een gelijkwaardige manier met studenten gesproken. Geconcludeerd kan worden dat dit een gemiste kans is op het mbo, want er zijn voldoende studenten die hun stem willen laten horen (op diverse manieren). Dit zijn studenten die niet alleen met hun vinger wijzen naar de andere partijen maar ook kritisch zijn ten opzichte van zichzelf. Uit de panels blijkt duidelijk dat studenten niet willen klagen, maar juist mee willen aanpakken als zij de ruimte hiervoor krijgen. Er wordt onvoldoende gecommuniceerd met studenten, tijdens de lessen maar ook daarbuiten. Als er gecommuniceerd wordt is het veelal op een manier die studenten niet aanspreekt. Het is erg afhankelijk van een betrokken medewerker of studentenmedezeggenschap van de grond komt op een mbo-instelling. Studenten willen graag serieus genomen worden tijdens hun opleiding, op alle vlakken. Zowel als individu tijdens het volgen van onderwijs, maar ook als zij hun onderwijs willen verbeteren, eventueel in een groep (bijvoorbeeld als studentenraad). De andere studenten moeten weten waar zij te-
recht kunnen met hun ideeën over hun eigen onderwijs of als zij problemen willen melden. Voor studenten zou een studentenraad een eerste aanspreekpunt moeten zijn. Een schakel tussen studenten en medewerkers!
Iedereen doet mee! Op de vraag: “Wat kunnen studenten, docenten en het management doen om medezeggenschap te verbeteren op school?” kwam een hele lijst met antwoorden. Voor de beantwoording van de hoofdvraag is gezocht naar overeenkomsten in wat de verschillende partijen kunnen doen. Dialoog, een open houding, betrokkenheid, alle partijen serieus nemen, een actieve houding en initiatief nemen en ondersteunen zijn de verbindende factoren tussen partijen. Dit zijn ‘grote woorden’ die niet meteen te vatten zijn in praktische handelingen binnen de school. Het was mooi geweest als er een praktisch lijstje was verschenen bij deze conclusie. Dan hadden de verschillende partijen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen en het lijstje kunnen afwerken. Helaas is het niet zo simpel. Het gaat een laag dieper dan het afwerken van lijstjes en doen wat je gevraagd wordt. Inspraak en betrokken worden heeft te maken met beeldvorming van, en communicatie tussen de diverse partijen. Hierbij hoort een klimaat van samenwerken, gedeelde verantwoordelijkheid en gelijkwaardigheid. Pas als instellingen dit klimaat weten te creëren zal studentenmedezeggenschap de plaats innemen die het zou moeten hebben binnen het mbo-onderwijs.
De uitkomsten van het onderzoek moeten inzicht geven in wat studenten, docenten en het management kunnen doen om studenteninspraak te verbeteren op mbo-instel-lingen. Studenten hebben tijdens de panelgesprek-
8
Als je niet meepraat, mag je ook niet klagen!
ken nagedacht over hoe inspraak verbeterd kan worden en wie daarbij welke rol vervuld. De uitkomsten zijn hieronder beschreven, samen met een aantal uitspraken van studenten tijdens de panels.
Studenten Studentenraad opzetten. Klassenvertegenwoordigers leveren. Gesprekken houden met andere studenten over wat er beter kan op school. Inzet tonen voor de school en opleiding. Openstaan om met elkaar te zoeken naar een oplossing (en naar elkaar te luisteren).
Docenten Aan studenten vragen wat ze willen of nodig hebben om verder te komen. Openstaan voor dialoog met de studenten.
Niet mopperen onderling maar contact zoeken met mensen/raden/instanties die er wat aan kunnen doen.
Zorgen dat ze niet afhankelijk zijn van de kennis van studenten. Op sommige opleidingen komt te vaak teachthe-teacher voor waarbij de studenten zaken beter weten dan de docent.
Neem initiatief en wees actief!
Studenten verwijzen naar studentenraad.
Wie kan wat Tijdens de panelgesprekken bleek direct dat studenten ook vinden dat zij zelf een rol kunnen spelen in het verbeteren van medezeggenschap op hun school. Een actieve houding en laten zien dat je echt betrokken bent bij je eigen onderwijs is belangrijk. Het willen opstarten van een studentenraad of klassenvertegenwoordigersysteem is daarvoor een goed begin. Contact met de achterban en het initiatief nemen om niet alleen te blijven klagen hierover, maar hier echt iets aan te doen kunnen studenten zelf. De studenten vertellen dat ze graag verantwoordelijkheid en vrijheid willen om medezeggenschap van de grond te krijgen, maar dat ze vanuit school hier niet altijd bij ondersteund worden.
Studenten halen elkaar naar beneden , docenten halen elkaar naar beneden , uiteindelijk is niemand meer gemotiveerd .
Up-to-date blijven wat betreft kennis en ontwikkelingen op hun vakgebied.
Cursussen volgen om het aanbieden van lesstof aansprekend te maken voor studenten. Gastlessen organiseren voor meer betrokkenheid bij het beroepsgebied. De belangrijkste twee punten voor docenten zijn het doorverwijzen van studenten naar studentenvertegenwoordigers en het inspireren van studenten tijdens onderwijs. Studenten geven aan niet het gevoel te hebben dat docenten dat nu doen. Omdat ze niet van het bestaan van de studentenraad af weten of omdat zij er niet aan denken dat de studentenraad iets kan betekenen voor een student. Studenten vinden het belangrijk dat dat gaat gebeuren. Dat iedereen beter op de hoogte is van het bestaan van studentenmedezeggenschap en dat docenten deze ook als serieuze gesprekspartner zien waar zij andere studenten naar doorverwijzen. Daarnaast geven een aantal studenten aan dat de manier van onderwijs niet aansluit bij hun behoeftes en verwachtingen. Docenten zijn niet goed genoeg op de hoogte van de stof, zijn niet up-to-date of geven geen les maar laten de studenten voornamelijk zelfstandig werken.
9
Tips voor JOB JOB is er voor mbo-studenten dus wilde zij tijdens dit onderzoek ook achterhalen wat zij als externe partij kunnen doen om studenteninspraak te verbeteren en studenten te ondersteunen.
management Zelf betrokken zijn bij de studentenraad en interesse tonen in wat er leeft in de school. Studenten centraal stellen bij de beslissingen die genomen worden. Geld/mogelijkheden/materialen beschikbaar stellen voor veranderingen in de school. Studenten serieus nemen in de klachten die ze hebben en er ook voor open staan. Symposium (verplicht) aanbieden aan docenten om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van studentbegeleiding en lesstof.
De studenten hebben de volgende tips voor JOB:
JOB, kom eens bij ons op school en help ons met de studentenraad!
Studenten serieus nemen in hoe zij lesstof aangeboden willen krijgen.
doen? Als volwassen mensen met elkaar praten, ook met studenten.
Workshops geven op scholen over belangrijke onderwerpen waar studenten nog niet veel vanaf weten. Studenten weten bijvoorbeeld weinig af van de vrijwillige bijdrage. Hier kunnen scholen hun eigen gang gaan en weten de studenten niet wat ze daartegen kunnen doen. Over dit soort onderwerpen zouden studenten wel meer informatie willen krijgen van JOB. JOB zou de studentenraad kunnen begeleiden bij het doen van onderzoek. Vaak worden er enquêtes uitgedeeld om een beeld te krijgen van de mening van de achterban. Maar dat stelt niet zoveel voor en goed onderzoek helpt de studentenraad om goed voor de dag te komen bij het management. Kom eens bij ons op school kijken en ons helpen met de studentenraad. JOB moet de directie motiveren om actie te ondernemen als er nog geen studentraad is. JOB kan studenten op een plezierige manier kennis laten maken met medezeggenschap en inspraak. Het is heel handig dat er een format voor een huisreglement is, dat helpt heel erg om goed te snappen waar je mee bezig bent. Dit soort hulp en informatie moet JOB vooral blijven geven.
Meer in de klas komen om te zien wat er leeft en hoe het er aan toe gaat. Zelf lesgeven om met de studenten in contact te blijven. Zorg voor raden of instanties die de communicatie binnen de school makkelijker maken. Studenten ideeën voor verbetering laten inbrengen en hier ook naar handelen. Volgens de studenten is er voor het management nog genoeg te doen op het gebied van studentenparticipatie. Betrokkenheid bij de studenten, interesse in studenten en wat er speelt op school en het ondersteunen van initiatieven die studenten nemen worden als belangrijkste zaken genoemd. Het draait hierbij vooral om communicatie. Studenten zien of horen weinig van het management, terwijl zij belangrijker zijn dan docenten als studenten iets willen betekenen voor hun eigen onderwijs.
Het lijkt wel alsof er gegeneraliseerd wordt door scholen: De meeste studenten hebben er geen zin in , dus zal dit wel voor alle studenten gelden .
Quotes van studenten uit de panelgesprekken.
10
Hieronder zijn de volledige resultaten van de online enquête weergegeven, ‘n’ is het aantal studenten dat deze enquête heeft ingevuld.
Leerjaar
Wil jij zelf meepraten op school over jouw onderwijs? n
1 2 3 4 Totaal
n
%
30 80 50 11 171
17,5 46,8 29,2 6,4 100,0
Van de studenten die hebben meegewerkt aan de enquête zit bijna 50% in leerjaar 2. Bijna 30% zit in leerjaar 3 en 17,5% zit in leerjaar 1. 6,4% zit in het laatste jaar van het mbo.
Leerweg BOL BBL Totaal
n
%
146 25 171
85,4 14,6 100,0
85% doet BOL en 15% doet BBL.
School
n
%
ROC van Amsterdam 9 Friesland College 8 ROC ASA / Amarantis Onderwijsgroep 8 Deltion College 7 Hoornbeeck College 6 Leeuwenborgh Opleidingen 6 ROC Midden Nederland 6 Alfa-college 5 Da Vinci College 5 Drenthe College 5 Koning Willem I College 5 Rijn IJssel 5 ROC van Twente 5 Overige instellingen 91
5,3 4,7 4,7 4,1 3,5 3,5 3,5 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 53,2
Als de respons van een school minder was dan 5 worden zij niet genoemd in de tabel.
Geslacht Man Vrouw Totaal
n
%
59 112 171
34,5 65,5 100,0
65,5% van de studenten die de enquête hebben ingevuld is vrouw en 34,5% is man.
Niveau 2 3 4 Totaal
n
%
22 38 111 171
12,9 22,2 64,9 100,0
Veruit de meeste studenten die de enquête hebben ingevuld zitten op een niveau 4 opleiding (64,9%). 22,2% doet niveau 3 en 1,29% zit op niveau 2.
Hoe leuk vind jij jouw school? n Helemaal niet leuk Niet leuk Gemiddeld Leuk Heel leuk Totaal
6 10 66 77 12 171
% 3,5 5,8 38,6 45,0 7,0 100,0
Iets meer dan de helft vindt school (heel) leuk. Bijna 40% vindt het gemiddeld op school en bijna 10% vindt het (helemaal) niet leuk op school.
Hoe betrokken voel jij je bij jouw school? n % Helemaal niet betrokken Niet betrokken Gemiddeld Betrokken Heel erg betrokken Totaal
11 31 61 58 10 171
6,4 18,1 35,7 33,9 5,8 100,0
Bijna 40% voelt zich (erg) betrokken hun school. 35,7% noemt de eigen betrokkenheid ‘gemiddeld’. 24,5% vindt zichzelf niet betrokken.
Hoe belangrijk vind jij het dat jouw school luistert naar studenten? n % Niet belangrijk Gemiddeld Belangrijk Heel belangrijk Totaal
2 18 39 112 171
1,2 10,5 22,8 65,5 100,0
89% vindt het (heel) belangrijk dat de school luistert naar studenten.
Absoluut niet Niet echt Maakt mij niet uit Jawel Heel graag Totaal
3 18 38 71 41 171
%
1,8 10,5 22,2 41,5 24,0 100,0
66% wil (graag) meepraten over hun eigen onderwijs. 22,2% maakt het niet uit en iets meer dan 10% heeft geen behoefte om zelf mee te praten over hun onderwijs.
Meepraten op school Ik weet niet hoe ik moet meepraten Ik kan niet meepraten Met klasgenoten praten Gesprek met opleidingsmanager Praten met docenten Klassenvertegenwoordiger worden Lid worden van de studentenraad
% 5,8 4,7 24,0 14,6 30,4 2,9 17,5
30% praat met docenten en 24% praat met klasgenoten als zij mee willen praten over hun school of onderwijs. 18% denkt lid te moeten worden van de studentenraad en 14,6% zou een gesprek aangaan met de opleidingsmanager.
Terecht bij… Geen idee Niemand Klassenvertegenwoordiger Studentenraad Opleidingsmanager Mentor Docenten
% 8,4 2,7 4,7 12,1 16,4 32,2 23,5
32% zou voor veranderingen op school gaan praten met de mentor en 24% met docenten. 16% heeft het gevoel bij de opleidingsmanager terecht te kunnen en 12% bij de studentenraad.
de cijfers!
11
Hoe vaak heb jij gemiddeld meegepraat over jouw Stellingen onderwijs? n % Meerdere keren per week 1 keer per week Meerdere keren per maand Ongeveer 1 keer per maand Ongeveer 1 keer per drie maanden Ongeveer 2 keer per jaar Ongeveer 1 keer per jaar Nooit Totaal
9 2 23 15 22 34 31 35 171
5,3 1,3 13,6 8,8 13,0 20,0 18,0 20,0 100,0
De meeste studenten praten nooit mee (20%) of ongeveer 2 keer per jaar (34 studenten). 44% praat een keer in de drie maanden of vaker mee op school.
Hoe vaak… Nooit
Niet altijd
29
Soms Meestal Altijd
65
n.v.t.
Totaal
3
7
6
171
Hoe vaak wordt er iets gedaan met je mening op school? 49
43
45
21
7
6
171
Hoe vaak heb je op school iets zien veranderen nadat jij je mening had gegeven? 73
30
43
12
1
12
171
30% van de studenten voelt zich niet serieus genomen op school als zij meepraten. Er wordt niet naar hen geluisterd en er wordt niets gedaan als zij hebben meegepraat. 16% van de studenten geeft aan dat zij meestal of altijd serieus genomen worden.
In de studentenraad gezeten? Ja Nee
Op mijn school wordt wel geluisterd naar studenten maar er wordt niets mee gedaan. 46,8% eens
53,2% oneens
Het maakt mij niet uit of ik mee kan praten op school, daar houd ik me niet mee bezig. 74,3% eens
25,7% oneens
Op mijn school heeft de studentenraad echt invloed op wat er gebeurt. 66,7% eens
% 17,0 83,0
17% heeft in de studentenraad gezeten of zit daar nu nog in.
58,5% eens
In november 2011 zijn drie panelgesprekken gehouden in Zwolle, Eindhoven en Amsterdam. De opkomst bij de panelgesprekken was niet hoog, maar de kwaliteit van de gesprekken was goed. Door de panelgesprekken weet JOB nu beter waar het misgaat op scholen op het gebied van ‘meepraten’. Ook hebben de studenten tijdens de panelgesprekken tips gegeven over wat er beter kan op scholen, wat zij als studenten zelf kunnen doen om het medezeggenschapsklimaat te verbeteren en ook wat docenten en het management kunnen doen.
33,3% oneens
41,5% oneens
De studenten die hun school en onderwijs beoordelen met een 8 of hoger zijn het minder vaak eens met de stelling “Op mijn school wordt wel geluisterd naar studenten maar er wordt niets mee gedaan”. De studenten die het niet eens zijn met de stelling “Op mijn school heeft de studentenraad echt invloed op wat er gebeurt” geven ook een lager rapportcijfer voor hun school en onderwijs. De studenten die het niet eens zijn met de stelling “Als ik mee zou willen praten op mijn school zou ik niet weten hoe ik dat zou kunnen doen” geven ook een hoger rapportcijfer (8 of hoger).
Rapportcijfer Leerjaar 1 2 3 4 Totaal
Het onderzoek “Jij beslist mee” bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel was een online-enquete die verstuurd werd naar honderden studenten in het mbo. Het tweede deel was is de vorm van panelgesprekken, deze zijn gehouden in Zwolle, Eindhoven en Amsterdam. In juni 2011 is de enquête over medezeggenschap en inspraak in het mbo verstuurd naar mbo-studenten als link in de nieuwsbrief van ‘Jij Beslist Mee’. Binnen een paar weken hadden 171 studenten de enquête ingevuld.
Als ik mee zou willen praten op mijn school zou ik niet weten hoe ik dat zou kunnen doen.
Hoe vaak wordt er naar je mening geluisterd op school? 30
Uitvoering
Gemiddelde
n
6,07 6,39 6,32 5,18 6,23
30 80 50 11 171
Studenten die een hoger rapportcijfer geven lijken beter te weten hoe zij mee zouden moeten praten dan de studenten die hun onderwijs en school met een lager cijfer beoordelen. Die eerste groep heeft wel het gevoel dat er iets gedaan wordt met hun inspraak. Er zijn geen (statistische) verschillen tussen rapportcijfers van de verschillende leerjaren. De vierdejaars studenten geven gemiddeld een lager cijfer, maar omvatten ook maar 6,4% van de gehele groep. Hierop kunnen geen steekhoudende uitspraken gedaan worden.
Er kan van uitgegaan worden dat zowel de studenten die de enquête hebben ingevuld als de studenten die hebben meegewerkt aan de panels meer betrokken zijn bij inspraak en medezeggenschap op hun school. Dit kan de resultaten van het onderzoek hebben beïnvloed.
89%
van mbo-studenten vindt het (heel) belangrijk dat de school naar hen luistert. Daarnaast wil 66% van de studenten ook echt (graag) meepraten over hun eigen onderwijs.
1
3
Op de Studenten voelt zich niet serieus genomen bij het meepraten op school. 16% van de studenten geeft aan dat ze meestal of altijd serieus genomen worden door de school.
Enkele resultaten van de eerste helft van het onderzoek “Jij beslist mee”, een online enquête onder mbo-studenten.