Jansen Venneboer te Wijhe Ondernemende partner in techniek
Jaar 2012 CO2‐reductiedoelstellingen
Auteur: J. van Mierlo Eindverantwoordelijke: J. van Mierlo Jansen Venneboer Datum: 23‐05‐2012
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 Inleiding ................................................................................................................................................... 4 1.
Analyse CO2‐uitstoot in 2011 t.o.v. 2010 ........................................................................................ 5
2.
Onderzoek energiereductiemogelijkheden ..................................................................................... 6 2.1
3.
2.1.1
Vernieuwing gevel ........................................................................................................... 6
2.1.2
Loopdeuren ..................................................................................................................... 6
2.1.3
Verlichting ....................................................................................................................... 7
2.1.4
Wagenpark ...................................................................................................................... 7
2.1.5
Onderzoek zonnepanelen ............................................................................................... 7
2.1.6
Duurzame nieuwbouw .................................................................................................... 8
2.1.7
Afname groene stroom ................................................................................................... 8
Kwalitatief beschreven energiereductie‐ambitie ............................................................................ 8 3.1
Kwalitatieve doelstelling(2.B.1) ............................................................................................... 8
3.2
Doelstelling gebruik alternatieve brandstoffen/ groene stroom (2.B.2) ................................ 9
3.2.1
Groene stroom ................................................................................................................ 9
3.2.2
Alternatieve brandstoffen ............................................................................................... 9
3.3 4.
Energiereductiemogelijkheden ............................................................................................... 6
Communicatie energie‐ en reductiedoelstelling aan alle werknemers (2.B.3) ....................... 9
Kwantitatieve CO2 reductiedoelstellingen .................................................................................... 10 4.1
Scopes .................................................................................................................................... 10
4.2
CO2‐reductiedoelstelling scope 1 .......................................................................................... 11
4.2.1
Wagenpark .................................................................................................................... 11
4.2.2
Gasverbruik ................................................................................................................... 11
4.2.3
Overig scope 1 ............................................................................................................... 11
4.2.4
Maatregelen scope 1: .................................................................................................... 12
4.3
CO2‐reductiedoelstelling scope 2 .......................................................................................... 12 2
5.
4.3.1
Elektriciteitsverbruik ..................................................................................................... 12
4.3.2
Maatregelen scope 2: .................................................................................................... 12
Projecten met CO2‐gerelateerd gunningvoordeel ......................................................................... 13
6. Verklaring directie reductiedoelstelling ............................................................................................ 14 Bijlage I: Kansenregister Jansen Venneboer ......................................................................................... 15
3
Inleiding In dit document wordt ingegaan op de doelstellingen omtrent de CO2‐reductie van Jansen Venneboer in het jaar 2012. Allereerst wordt er ingegaan op het energieverbruik van Jansen Venneboer in 2011 en de daarbij behorende CO2‐uitstoot ten opzichte van het referentiejaar 2010. Vervolgens treft men mogelijkheden om het energieverbruik te reduceren en daarbij wordt ook gekeken naar de haalbaarheid van de genoemde voorstellen. Daaropvolgend treft men de daadwerkelijke reductiedoelstellingen aan van zowel kwantitatief als kwalitatief en de directieverklaring omtrent de inhoud van dit document. Na het lezen van dit rapport zou men in staat moeten zijn de reductiedoelstellingen van Jansen Venneboer te kennen en te weten en welke maatregelen de organisatie verwacht om deze doelstellingen te halen op locatie en binnen/buiten het bedrijfspand. Er wordt verwezen naar het energie‐auditverslag als apart document waarin de CO2‐uitstoot van Jansen Venneboer staat beschreven.
4
1.
Analyse CO2‐uitstoot in 2011 ten opzichte van 2010
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het energieverbruik en de daarbij behorende CO2‐uitstoot voor scope 1 en 2 over de jaren 2011 en 2010. Scope e
Categorie
Brandstof‐ verbruik
Energiedrager
Verbruik 2011
Verbruik 2010
Eenheid
Ton CO2 2011
Ton CO2 2010
Aardgas Diesel Benzine LPG Acetyleen
53.462 493 165 3.678 2.425
66.244 853 1.384 3.830 1.119
m3 Ltr Ltr Ltr Kg
97,6 1,5 0,5 6,8 7,6
120,9 2,7 3,8 7,1 3,5
CO2‐dekgassen
7.482
5.350
7,5
5,4
34.523
69.702
108,2
218,5
351.028
0
74,2
2.505
170
7,0
0,5
105.396
0
Kg liter (voor 1 juli) km (na 1 juli) liter (voor 1 juli) km (na 1 juli)
20,0
0
0
0,0
0,0
330,9
362,4
1
Diesel Zakelijke auto's Benzine Airconditio‐ ning Div. koelgassen
2
Elektriciteit Groene stroom Zakelijk vliegverkee Kerosine a.d.h.v r afstand Diesel Privéauto's Benzine
Kg Totaal scope 1
310.880
291.667
kWh
4,7
179,4
15.314 17.295
17.676 69.600
Km Km
2,1 3,5
4,0 14,3
69.183
41.830
Km Totaal scope 2 Totaal scope 1+2
14,9
9,0
25,2
206,7
356,0
569,1
In beide jaren is de grootste CO2‐uitstoot afkomstig van diesel ten behoeve van zakelijke kilometers met een aandeel van 38,4% in 2010 en 49,4% in 2011. In absolute zin is de uitstoot in 2011 afgenomen, maar door grote afname van gebruik van groene stroom is het aandeel procentueel toegenomen. Dit is uitgezonderd het dieselverbruik door gedeclareerde kilometers van zakelijk verkeer in privéauto’s. Het aandeel van de aan aardgas gerelateerde CO2‐uitstoot staat op de tweede plaats in 2011 met 26,4% van het totaal. Het verbruik van aardgas is met 20% afgenomen. Aangezien het gasverbruik direct afhankelijk is van het buitenklimaat in de winter kunnen wij hier weinig invloed op uitoefenen. 5
Door de inkoop van groene stroom, opgewekt uit waterkracht en windkracht, is het aandeel van het elektriciteitsgebruik in 2011 aanzienlijk afgenomen van 31,5% naar 1,3% van de totale uitstoot. Het verbruik is echter toegenomen met 6,6%, vooral door de ingebruikname van de klimaatinstallatie van een nieuw in gebruik genomen kantoorgedeelte.
2.
Onderzoek energiereductiemogelijkheden
2.1 Energiereductiemogelijkheden Jansen Venneboer is zich bewust van het energieverbruik van de organisatie. Binnen Jansen Venneboer maakt men gebruik van een aantal verschillende soorten energie(dragers). Deze worden verbruikt in het bedrijfspand en voor mobiliteit. Het doel is efficiënter en bewuster om te gaan met de energie zodat het verbruik van aardgas, elektriciteit en brandstoftypen daalt en daarmee ook de CO2‐uitstoot. Het energieverbruik is de laatste jaren flink met de omzet meegegroeid en Jansen Venneboer zoekt naar mogelijkheden het energieverbruik te reduceren. Jansen Venneboer doet dit niet alleen en heeft hiervoor een geschikte partner gevonden in het adviesbureau: Bgreen B.V. (Hattem). Al dan niet in samenwerking met BGreen zijn de volgende ideeën ter tafel gekomen die vooralsnog onderzocht worden of zelfs al uitgevoerd worden.
2.1.1 Vernieuwing gevel De gevel van Jansen Venneboer wordt binnenkort vervangen door een duurzamere variant. De huidige gevel heeft een slechte isolatiewaarde en grote koudebruggen. De nieuwe gevel zal een goede isolatiewaarde krijgen en een gunstige LTA‐ en ZTA‐waarde voor de lichtdoorlatendheid. Hiermee kan de verlichtingscapaciteit verkleind worden en zal de verwarmingscapaciteit en het koelvermogen aanzienlijk gereduceerd worden. De verwarming kan op een lage temperatuur worden ingesteld zodat hiermee flink op het aardgasverbruik kan worden bespaard. Tegelijkertijd zal de spouw van de gevel worden geïsoleerd zodat de totale schil van het kantoorgedeelte enorm verbeterd wordt ten opzichte van de huidige situatie.
2.1.2 Loopdeuren In de productiehal is het gasverbruik erg hoog, door gebruik van gasinfraroodstralers. Deze verwarmingstoestellen geven straling af, maar verwarmen de ruimte niet structureel. Er treedt regelmatig veel warmteverlies op door het lang open staan van grote toegangsdeuren. Er is momenteel overleg tussen meerdere partijen deze deuren te vervangen door snelloopdeuren om zodoende het warmteverlies te reduceren. Diverse leveranciers hebben inmiddels een offerte gemaakt met daarin verschillende opties. 6
2.1.3 Verlichting Jansen Venneboer onderzoekt mogelijkheden het elektriciteitsverbruik te reduceren door te kijken naar de verlichting. Hiervoor laat de organisatie zich adviseren door een aantal fabrikanten/leveranciers. Hier valt te denken aan daglichtsensoren voor de werkplaats, maar ook aan andere type lampen voor de productiehal. Inmiddels hebben wij offertes ontvangen voor nieuwe verlichting in de kantoren en in de productieafdelingen.
2.1.4 Wagenpark Het wagenpark is de grootste uitstootbron van Jansen Venneboer. Om hier een reductie te bewerkstelligen dient men het bewustzijn van de bestuurders te vergroten en het materieel te verbeteren. 1. Een maatregel waaraan op het moment gedacht wordt is deelname aan een cursus: "Het Nieuwe Rijden". Na deze cursus wordt een brandstofbesparing gerealiseerd van 5‐15%. Er ligt een voorstel van de combinatie PON, Pouw, Lease Unlimited waarbij de berijders van bedrijfswagens gedurende een dagdeel worden geïnstrueerd over veilig en zuinig rijden. Dit wordt op een circuit gedaan waar ook een praktijkdeel wordt ingevuld. 2. Als tweede maatregel kijkt Jansen Venneboer naar het wagenpark, dan wel leaseauto’s of het eigen wagenpark. Bij vervanging of bij een toevoeging aan het wagenpark zal een zuiniger (beter energielabel) alternatief worden aangeschaft of geleased of een minstens gelijkwaardige auto. 3. De bandenspanning dient van elke bedrijfsauto op spanning te zijn waardoor er ook een besparing gerealiseerd kan worden. 4. De inrichting van de bedrijfswagens zal in de toekomst lichter worden uitgevoerd zodat het gewicht van de complete auto verlaagd wordt. Ook wordt er geen imperiaal meer op het dak gemonteerd. Deze is momenteel standaard, maar wordt relatief weinig gebruikt. Er wordt echter wel elke kilometer minder zuinig gereden doordat deze imperiaal de aerodynamica van de auto negatief beïnvloed.
2.1.5 Onderzoek zonnepanelen Jansen Venneboer is gehuisvest in een bedrijfspand met een plat dak. Er is een kort onderzoek geweest naar de mogelijkheid voor zonnepanelen, maar op het moment ligt de terugverdientijd te hoog waardoor andere mogelijkheden eerst aan bod komen. Weliswaar leidt het gebruik van zonnepanelen niet tot reductie van energieverbruik, de opwekking wordt wel vele malen schoner gerealiseerd en uiteindelijk voorziet de organisatie in zijn eigen stroomvoorziening in een markt met alsmaar stijgende energieprijzen.
7
2.1.6 Duurzame nieuwbouw In 2011 is een nieuwbouwgedeelte (kantoor) gerealiseerd binnen Jansen Venneboer om de ruimteproblematiek op te lossen. In het kader van verduurzaming is hier rekening gehouden met het energieverbruik van dit kantoor. Er wordt hier ook bijvoorbeeld een daglichtsensor gerealiseerd. Daarnaast komt er een klimaatbeheersingsysteem met CO2‐sensor om ook in de warmtevoorziening een efficiënt verbruik te bewerkstelligen. Het verbruik zal door de nieuwbouw logischerwijs wel op lopen, maar door bovenstaande maatregelen zal de impact niet al te hoog zijn.
2.1.7 Afname groene stroom Vanaf 1 januari 2011 neemt Jansen Venneboer groene stroom af bij Oxxio om de CO2‐uitstoot terug te dringen en een grote stap te maken in de reductie van CO2‐uitstoot. Groene stroom is ten opzichte van de grijze stroom, die momenteel afgenomen wordt, 51% minder CO2‐uitstotend. Jansen Venneboer heeft een certificaat van de herkomst van de groene stroom van Oxxio, dit is echter niet gecertificeerd met het SMK‐keurmerk.
3.
Kwalitatief beschreven energiereductieambitie
3.1 Kwalitatieve doelstelling(2.B.1) Jansen Venneboer heeft als doel gesteld om de CO2‐uitstoot te reduceren. Dit zal gebeuren door het nemen van een aantal maatregelen zoals beschreven in het vorige hoofdstuk. Deze maatregelen worden wel of niet uitgevoerd na een afweging op haalbaarheid en de bijdrage aan CO2‐reductie. De maatregelen zullen de CO2‐uitstoot in zowel scope 1 als scope 2 moeten terugdringen.
3.1.1 Kwalitatieve doelstelling projecten Voor projecten wordt ook geprobeerd het verbruik van energie terug te dringen, deze maatregelen zijn ook terug te vinden in het kansenregister van Jansen Venneboer. Het kansenregister is een onderdeel van het Energiemanagementprogramma en is daar terug te vinden in de bijlage. Maatregelen die ook van toepassing zijn op de projecten van Jansen Venneboer zijn onderstreept en gearceerd in het groen in de kolom van het kansnummer. Voor de maatregelen, ook van toepassing op projecten, geldt net als voor de andere maatregelen dat ze worden getoetst op haalbaarheid en de mogelijke bijdrage aan de CO2‐reductie.
8
3.2 Doelstelling gebruik alternatieve brandstoffen/groene stroom (2.B.2) 3.2.1 Groene stroom Jansen Venneboer nam in 2010 nog grijze stroom af van Essent. In het kader van reductie van de CO2‐uitstoot neemt Jansen Venneboer groene stroom af van de leverancier Oxxio. Dit is gerealiseerd met ingang van 1 januari 2011. Deze stroom zorgt voor een aanzienlijk lagere CO2‐uitstoot per kWh, dus hiermee wordt een forse reductie op de CO2‐uitstoot behaald. Op projectlocaties maakt Jansen Venneboer gebruik van aggregaten voor stroomvoorziening vanwege de tijdelijke aard van een project. Mocht het nodig zijn vanwege de duur van een project om een tijdelijke aansluiting op het lichtnet te realiseren, dan wordt hiervoor ook aandacht besteedt aan de leverancier van de stroom en zal er gekozen worden voor een duurzame variant conform het beleid van Jansen Venneboer.
3.2.2 Alternatieve brandstoffen Jansen Venneboer maakt op het moment geen gebruik van alternatieve brandstoffen, maar zal , als het een substantiële bijdrage levert aan de CO2‐reductie en het te verkrijgen is tegen een acceptabele prijs, in overweging nemen om haar CO2‐reductiedoelstellingen te halen voor zowel de projecten als op de bedrijfslocatie.
3.3 Communicatie energie‐ en reductiedoelstelling aan alle werknemers (2.B.3) Communicatie van de energie‐ en reductiedoelstelling zal plaatsvinden door middel van:
Intranet Internet o Website o Twitter‐account Kwartaalbespreking Werkoverleg Toolboxmeeting Informatieborden Congressen of beurzen Publicaties in vakbladen en overige media
De wijze van communicatie is gedetailleerd terug te vinden in het document: CO2‐prestatieladder Communicatieplan 2012.
9
4.
Kwantitatieve CO2‐reductiedoelstellingen
Jansen Venneboer ambieert de CO2‐uitstoot in 2012 met 35% gereduceerd te hebben ten opzichte van het basisjaar 2010. In 2010 bedroeg de omzet van Jansen Venneboer 14 miljoen tegen een uitstoot van 569,0 ton CO2. Dit komt neer op een CO2‐uitstoot van ≈ 40,6 ton per miljoen euro omzet. De doelstelling voor 2012 komt dus op een CO2‐ uitstoot van 370 ton. De prognose voor de omzet in 2012 is € 18 miljoen. Dit resulteert in een CO2‐uitstoot van 20,6 ton per miljoen euro omzet. Om dit te halen richt de organisatie zich op een aparte doelstelling voor beide scopes. Deze reductiedoelstellingen komen hieronder aan bod.
4.1 Scopes Scope 1 omvat alle CO2‐uitstoot direct veroorzaakt door toedoen van het bedrijf. In het onderstaande scopediagram van SKAO staat wat er verstaan wordt onder de verschillende scopes. Scope 2 omvat de CO2‐uitstoot indirect veroorzaakt door toedoen van het bedrijf inclusief de uitstoot door zakelijk vervoer met de privéauto en het zakelijk vliegverkeer.
10
4.2 CO2‐reductiedoelstelling scope 1 4.2.1 Wagenpark De doelstelling voor het wagenpark is deels direct en deels voor de langere termijn. Vanaf 2011 is er gekozen alleen leaseauto’s beschikbaar te stellen met een A‐ of B‐label. Deze maatregel heeft gedurende de komende jaren volledig effect, omdat niet alle auto’s in één keer vervangen zullen worden. Deze maatregel zal pas vol in effect zijn over 3 tot 4 jaar. Het gemiddelde brandstofverbruik zal hierdoor flink dalen met 10‐20%. De bedrijfsbussen kennen dit soort label niet, maar ook hiervoor zullen, waar mogelijk, zuinigere varianten gekozen worden. In 2012 worden 6 bedrijfsbussen vervangen door 5 nieuwe bedrijfswagens, allen voorzien van kleinere motoren (2 in plaats van 2,5 liter) en EURO 5 motoren. De CO2‐uitstoot voor deze categorie dieselmotoren is 195 gr/km in plaats van 265 gr/km die voor de oude motoren geldt. Daarnaast zal er geen imperiaal meer gemonteerd worden zodat hiermee een brandstofbesparing van zo’n 5 à 10% wordt gerealiseerd. In tenminste 1 nieuwe bus zal de complete inrichting in aluminium worden uitgevoerd zodat het totale voertuiggewicht met nog eens zo’n 150 kg wordt verminderd. Na de zomer wordt er een voorlichtingssessie georganiseerd in samenwerking met PON, Pouw en de leasemaatschappij om de berijders kennis te laten nemen van het nieuwe rijden. In de laatste 4 maanden van 2011 zijn er 7 nieuwe personenauto’s bijgekomen in verband met de nieuwe Advies B.V. van Jansen Venneboer. Ook in 2012 zal het aantal auto’s door uitbreiding van het werknemersaantal toenemen. De verwachting is dat er in totaal vijf personenauto’s bij komen. Ten opzichte van het basisjaar 2010 zijn er eind 2012 12 auto’s bijgekomen, een toename van 22 naar 34 auto’s. De verwachting is echter dat de CO2‐emissie in 2012 ten opzichte van 2010 met slechts 2% zal stijgen, hetgeen mogelijk is door de hiervoor beschreven aanpassingen van het wagenpark. Het totale aantal zakelijke kilometers met de bedrijfswagens van Jansen Venneboer wordt geschat op 1.116.000 km in 2012.
4.2.2 Gasverbruik Een reductiedoelstelling opstellen om het gasverbruik tegen te gaan is veel lastiger te bepalen. Deze is erg afhankelijk van hoe streng de winter wordt. Tot en met mei 2012 was het gasverbruik in 2012 vergelijkbaar met de eerste 5 maanden van 2011. Als doelstelling voor 2012 hanteren wij daarom een gelijkblijvend gasverbruik. Ten opzichte van het basisjaar 2010 is dit echter nog steeds een reductie van bijna 20%.
4.2.3 Overig scope 1 Er zijn geen concrete doelstellingen voor het terugbrengen van het verbruik van technische gassen en gas voor de heftrucks. Het verbruik hiervan is direct afhankelijk van de hoeveelheid werk in de productieafdeling van Jansen Venneboer. Aangezien het aantal medewerkers in de productieafdeling door uitbreiding met de afdeling Productietechniek is toegenomen van 25 naar 35 en de orderportefeuille voor de productie goed gevuld is zal het verbruik van deze gassen toenemen. 11
De prognose is dat de daarmee gepaard gaande CO2‐uitstoot zal toenemen van 16 naar 24 ton in 2012 ten opzichte van 2010 (in 2011 was dit 21,9 ton).
4.2.4 Maatregelen scope 1: Wagenpark: Bedrijfsauto’s vervangen door type A‐/B‐label Bedrijfsauto’s herinrichten met lichtere gereedschapskasten Geen onnodige lading meenemen Imperiaals verwijderen Bandenspanning maandelijks controleren Medewerkers instrueren over zuinig rijden/Het Nieuwe Rijden Brandstofverbruik Glasgevel kantoorgebouw vernieuwen en spouwmuurisolatie aanbrengen Thermostaten verwarming zorgvuldiger afstellen Controleren of verwarming/airco op verkeerde moment aanstaat Deuren constructiehal niet onnodig geopend laten in de winter Ontwikkelingen groen gas volgen
4.3 CO2‐reductiedoelstelling scope 2 4.3.1 Elektriciteitsverbruik Door uitbreiding van de productieafdeling met de nieuwe afdeling Productietechniek en door meer productieorders zal het elektriciteitsgebruik in 2012 toenemen. Een inschatting is dat het elektriciteitsverbruik met 10% zal toenemen ten opzichte van 2011. Dit is een toename van 17% ten opzichte van 2010. De CO2‐emissie zal in 2012 stijgen van 4,7 naar 5,1 ton. Ten opzichte van 2010 is dit nog steeds een forse reductie van 97%.
4.3.2 Maatregelen scope 2: Elektriciteitsverbruik: Reduceren gebruik verlichting waar/wanneer dit niet nodig is (draaierij, constructiehal).
Instellingen pc’s medewerkers kantoor wijzigen (screensaver uit, dimmen beeldscherm, stand‐by tijden instellen).
Vervangen van verlichting voor energiezuinige (en zo mogelijk dimbare) verlichting. Hiervoor zijn offertes ontvangen van diverse leveranciers. Zodra de financiële positie dit toelaat zal deze investering worden gedaan.
12
Het elektriciteitsverbruik ligt bij veel bedrijven onnodig hoog. Hier valt dan ook veel te halen en op een redelijk makkelijke manier. Door het bewustzijn van het personeel te vergroten kan men op een eenvoudige en kostenloze manier de eerste stap al maken. Door een eventuele investering voor elke afzonderlijke pc of dagelijkse apparatuur kan men vervolgstappen ondernemen om nog grotere effecten te halen. Zakelijk vervoer in privéauto’s: Voor deze categorie worden geen doelstellingen opgesteld. Als organisatie zijn wij geen besluitvormer over de aanschaf van het type auto. Het enige wat hier gedaan kan worden is de inzet van privéauto´s zoveel mogelijk voorkomen. Er is een beleid dat zoveel mogelijk met eigen bedrijfswagens wordt gereden naar vergaderingen of projectlocaties. Zakelijk vliegverkeer: Er vinden binnen Jansen Venneboer maar een beperkt aantal vliegbewegingen per jaar plaats. De verwachting is niet dat deze zullen stijgen, maar ook niet zullen dalen. Er wordt momenteel gewerkt aan een project in Irak en een aantal projecten van handpompen in Afrika. Hier wordt daarom ook geen reductiedoelstelling voor opgesteld.
Projecten met CO2‐gerelateerd gunningvoordeel
5.
Er zijn op dit moment nog geen projecten in de orderportefeuille die verkregen zijn met gunningvoordeel. Vanaf heden wordt er voor elk op te starten project, verkregen met gunningvoordeel, een raming gedaan van de verwachte CO2‐uitstoot met behulp van het Excel‐bestand: “CO2 footprint calculator voor projecten”. Tevens dient dit bijgehouden te worden gedurende het project om de daadwerkelijk en uiteindelijke CO2‐uitstoot te monitoren. Aan de hand van de raming is het mogelijk de reductiedoelstellingen op te stellen per scope en aan de hand van de uiteindelijke CO2‐footprint. Op het moment valt er nog geen kwantitatieve doelstelling te formuleren aangezien Jansen Venneboer nog geen ervaring heeft met het meten van de CO2‐uitstoot van een afzonderlijk project. Wel kan er op voorhand gezegd worden dat een reductie mogelijk moet zijn. Dit dient onder andere mogelijk te zijn door bewuster om te gaan met het vervoer en de benodigde apparatuur.
Minder rijbewegingen tussen de projectlocatie en Wijhe Efficiëntere inrichting/belading bussen Rijgedrag werknemers Zuinigere aggregaten/aangepast aan de behoefte Zuinigere bedrijfsauto’s
13
6. Verklaring directie reductiedoelstelling De directie van Jansen Venneboer Groep B.V. verklaart te hebben kennis genomen van de reductiedoelstellingen van de CO2‐uitstoot in dit document. Om deze reductie te realiseren, is een reductieplan opgesteld waarin alle verantwoordelijkheden zijn vastgelegd en op welke wijze deze doelstellingen zullen worden gerealiseerd.
14
Jansen Venneboer te Wijhe Ondernemende partner in civieltechnische projecten
Bijlage I: Kansenregister Jansen Venneboer Kan s
Energieaspect
Uitstoot door 0 bedrijfspand Inkopen groene 1 stroom Instellingen monitor 2 wijzigen Instellingen pc 3 wijzigen Instellingen koffiezetapparaten 4 wijzigen Verlichting draaierij 5 standaard uit Verlichting constructiehal pauze 6 uit Sluipverbruik pc’s 7 uitschakelen Sluipverbruik frisdrankautomaat 8 uitschakelen Compressor uitschakelen in het 9 weekend
Energiesoort
Waarde (kosten/kooldioxide Maatregelen )
Geschatte kosten
Datum Daadwerkelijke resultaten voltooiing
Elektriciteit
179,6 ton
97% minder uitstoot door 1‐jan‐11 elektriciteit
"
175 ton reductie
contract/leverancier wijzigen
0,‐
"
0,2 ton reductie
instellingen wijzigen d.m.v ronde
0,‐
Doorlopende actie
"
0,9 ton reductie
instellingen wijzigen d.m.v ronde
0,‐
Doorlopende actie
"
0,2 ton reductie
monteur laten komen
0,‐
20‐jun‐11
"
0,9 ton reductie
gedragsregel instellen
0,‐
"
2,1/3,4 ton reductie
"
0,8 ton reductie
gedragsregel instellen aanschaffen digitale tijdschakelaars
0,‐ 40 x 7,99=320 euro
1‐mei‐11 niet iedere werknemer neemt tegelijk pauze; nog geen resultaat
"
0,03 ton reductie
aanschaffen digitale tijdschakelaars
7,99
"
onbekend
gedragsregel instellen
0,‐
15
10
11
12 13 14
Energiezuinige apparatuur aanschaffen Energiezuinige verlichting aanschaffen (Vervangen gevel) Verwarmen/koelen elimineren Energiebewustheid personeel vergroten Zonnepanelen op dak plaatsen Lichtplan ETAP invoeren
15 16 0 (Vervangen gevel) Verwarmen/koelen 1 elimineren
Verwarming instellen 2 op winter‐/zomertijd ECOJet 3 magneetsysteem Gasinfraroodstralers aanpassen 4 (meerdere standen)
5 Houtkachels
"
onbekend
verbruiksgegevens in oog houden bij aanschaf
"
onbekend
verbruiksgegevens in oog houden bij aanschaf
0,‐
"
onbekend
Gevel 'uitzoeken'/aannemer laten uitvoeren
85000,‐
"
onbekend
Informeren personeel
gering
"
30,8 ton reductie
"
6 ton reductie
Lichtplan uitvoeren
400000+ 44.954,47 excl. montage
Gasverbruik
120,9 ton
"
onbekend
Gevel 'uitzoeken'/aannemer laten uitvoeren
"
onbekend
0,‐
27‐mei‐ 11
aanzienlijk uurloon medewerker
"
6 ton reductie
ECOJet magneetsysteem plaatsen mits reëel
"
onbekend
Installateur meer standen laten plaatsen
onbekend
"
Aanzienlijk
Houtkachelverbrandings‐ installaties plaatsen en aansluiten
onbekend
€ 350,‐
Wacht op investeringsruimte Minder elektriciteit/gasverbruik door betere isolatie Overbodig elektriciteits‐ verbruik gereduceerd Projectmatige aanpak met gemeente of participanten Minder elektriciteit/gasverbruik door betere isolatie Efficiënter gebruik verwarmingsmogelijkhede n Lager gasverbruik, mits waar Lager gasverbruik, mits mogelijk Lager gasverbruik, door verbranding hout (CO2‐ neutraal) 16
0 Scope 3 Printen Printopdracht beveiligen met 1 wachtwoord " Instellingen wijzigen naar dubbelzijdig/zwart‐ " 2 wit Uitstoot door mobiliteit (incl. 0 aggregaten) Wagenpark 258,4 ton Introductie nieuwe " 13 ton reductie 1 rijden Bandenspanning op " 5 ton reductie 2 peil houden 3 Bussen lichter laden Zuinigere leaseauto’s bij vervangen (A‐/B‐ 4 label) Aggregaten vervangen voor zuinigere en afstemmen op 5 behoefte
Privé printinstellingen wijzigen
0,‐
16‐mei‐ 11
Printinstellingen wijzigen
0,‐
16‐mei‐ 11
Informeren personeel/cursussen
4 uur per werknemer
5% lager brandstofverbruik
"
5 ton reductie
Maandelijkse controle Min. Eis lijst opstellen/optionele lijsten
"
5 ton reductie
Overleg lease maatschappij
0,‐
Project‐ locatie
onbekend
Overleg leverancier aggregaat
Geen
1‐2 manuren
2% lager brandstofverbruik
1‐2 manuren
2% lager brandstofverbruik 2% zuiniger eerste jaar / 10% zuinigere auto's in 4 1‐apr‐15 jaar
5% lager brandstofverbruik
17