Jambo Verslag van een werkbezoek van 2 maanden aan Tanzania door een werkgroep, bestaande uit tien studenten van de Technische Hogeschool Eindhoven (THE) .
.-
Mgeni siku mbilisiku
tatu mpe jembe
(lemand is voor twee dagen te gast. maar de derde dag zal men hem een hak geven om te werken).
Werkgroep Tanzania, Eindhoven
INROUDSOPGAVE INLEIDING
4
2 SAMENVATTING 5 2.1 Doelstelling en voorbereiding 2.2 Reis en verblijf 5 2.2 Terugblik 6
5
3 DE VOORBEREIDING 7 3.1 Doelstelling en organisatie 7 3.2 Studie 8 3.2.1 Literatuur 8 3.2.2 Tanza~ia-cyclus 8 3.2 ~'3 Kursus Swahili 8 3.3 Kontakten met Tanzania 9 3.3.1 Officiele instanties 9 3.3.2 Veldwerkers 9 3.4 Financien 10 3.4.1 Eerste begroting 10 3.4.2 Financiele organisatie 10 3.4.3 Verdere financiele verwikkelingen
10
4 VERBLIJF IN TANZANIA 11 4.1 Sese 12 4.1.1 Aanzet 12 4.1.2 Ret dorp en zijn bevolking 12 4.1.3 Ruizen en woonvorm ]3 4.1.4 Middel van bestaan ]3 4.1.5 Voeding en gewoonten 13 4.1.60nderwijs 14 4.].7 Medische voorzieningen 14 4.1.8 Bestuur 14 4.1.9 Openbaar vervoer 15 4.1.10 Onze bezigheden 15 4.1.]1 Persoonlijke ervaringen van Louis Linssen 15 4.1.12 Persoonlijke ervaringen van Eis Sonnemans 17 4.2 Sengerema 18 '4.2.] Ligging stad 18 4.2.2 Recente geschiedenis ]8 4.2.3 Sengerema nu 18 4.2.4 De bevolking 19 4.2.5 De Tanzaniaanse gezondheidszorg 20 4.2.6 Sengerema Hospital 20 4.2.7 Aard werkzaamheden 21 4.2.8 Samenwerking 2] 4.2.9 Terugblik· 21 4.2.10 Persoonlijke ervaringen van Arnold Berndsen 23 4.2 11 Persoonlijke ervaringen van Jos Kester 24 4.3 Tongi 25 4.3.1 Voorbereiding Nederland 25 4.3.2 Plaatselijke situatie 25 4.3.3 Laatste voorbereiding projekten 27 4.3.4 Uitvoering 27 4.3.5 Evaluatie projekten 29 4.3.6 Persoonlijke ervaringen van Maus Dieleman 29 4.3.7 Persoonlijke ervaringen van Thea en Rob van der Zon 30 4.3.8 Persoonlijke ervaringen van Ton van Aken 30
4.4 Kiguru Kiro 31 4.4.1 Ret dorp 31 4.4.2 De situatie in 1977 33 ___ ~_.__ 4.4.1 Onze ~~~~en . --=::=:c_ _ _.___.. _ _-:-_ _ _ _ ~._~ 4.4.4 De plaats van de put en de molen 4.4.5 De put 35 4.4.6 De toren 37 4.4.7 De kop van de molen 37 4.4.8 De pomp 38 4.4.9 Terugblik 39 4.4.10 Persoonlijke ervaringen van Frans Lennuens 39 4.4.11 Persoonlijke ervaringen van Bram Gordijn 40 4.4.12'.Pe:DSooulijke ervaringen van Rans Bleijs 41 4.5 Verder verblijf 42 5 FINANCIgLE VERANTWOORDING 43 5 • 1 Algemeen 43 5.2 Toelichting op totaaloverzicht
43
6 EVALUATIE GEHEEL 45 6.1 Ervaringen met aangepaste technologie 6.2 Tanzaniaans ontwikkelingsbeleid 45 6.3 Werk in ontwikkelingslanden 46 6.4 Organisatorische opzet 47 BIJLAGEN I Deeloverzichten financieR verblijfplaatsen II Lijst van subsidierende instanties III Lijst van kontakten IV Aanbevolen literatuur over Tanzania Vllaart van Tanzania met verblijfsplaatsen
45
- 4 -
1 INLEIDING Dit verslag geeft een indruk van een orientatiereis, die een tiental studenten van de Technische Hogeschool Eindhoven samen met 2 ni'et-studentes in de zomervakantie van 1977 hebben gemaakt naar Tanzania. Wij willen hiermee onze ervaringen doorgeven aan geinteresseerden, maar vooral aan degenen die doorhuu- daadwerkelijke steun onze reis mogelijk hebben gemaakt. In hoofdstuk 2 vindt u een korte samenvatting van dit verslag. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de voor~ereidingen op onze reis, hetgeen vooral van belang is voor degenen die een dergelijke orientatiereis willen organiseren. Het vierde hoofdstuk over het verblijf in Tanzania vormt natuurlijk de hoofdmoot. Naast een beschrijving van de situatie op de verschillende verblijfsplaatsen treft u een uiteenzetting over het eigenlijke werk aan.Ook zult u de persoonlijke ervaring van ieder van ans kunnen lezen. We besluiten met een hoofdstukje over de financHilekonSekWeat"fes van de reis en een evaluatie van het geheel. Aan dit verslag hebben aIle werkgroepleden een bijdrage geleverd, waardoor de verschillende gedeeltes een iets andere invalshoek hebben. Dit maakt het geheel voor de geinteresseerde lezer alleenmaar levendiger, dachten wij. Rest ons nog onze dank over te brengen aan allen,die ons behulpzaam zijn geweest. Wij denken hierbijallereerst aan het comite van aanbeveling, vanwege hun morele en daadwerkelijke steun. Zonder de bijdrage van de subsiduerende instanties en bedrijven {zie bij lageri} was onze reis niet mogelijk geweest, Tijdens de voorbereidingen zijn een aanta! T.H.-instellingen van belang geweest: Studium Generale, de Beleidskounnissie voor internationale ontwikkelingssamenwerking, de vakgroep Toegepaste Taalkunde en de Bedrtjfsgeneeskundige Dienst. Bijzonder danken wij de mensen in Tanzania,die ons zo gastvrij ontvangen en begeleid~" hebben. Eindhoven, december1977 Ton van Aken Arnold Hans Bleijs Bram Gordijn Maus Dieleman Jos Kester Frans Lemmens Louis Linssen Marion van der Schaft Els Sonnemans Rob van der Zon Thea van der Zon-Koot
krnefsen
2 SAMENVATTING 2.1 Doelstelling en voorbereiding Het doel van de werkgroep Tanzania was het organiseren van een orientatie-reis van ongeveer 2 maanden naar Tanzania. Hiervan zouden we een zestal weken besteden aan werkzaamheden op een bepaalde plaats. Onze groep, die aanvankelijk bestond uit 20 studenten van de T.H.E., is drie-kwart jaar met de voorbereiding bezig geweest. We maakten een studie van Tanzania via de aanschaf en uitwisseling van literatuur en door het organiseren en volgen van een lezingen-cyclus en een serie films. Er werd ook een kursus Swahili opgezet, met daarbij de nodige wekeIijkse oefeningen op schrift en in het talenpraktikum. De kontakten met Tanzania hebben we in eerste instantie getracht te leggen via de officiele bemiddelingsinstanties en de Universiteit van Dar es Salaam. Toen dit niet lukte, hebben we rechtstreeks naar een aantal veldwerkers geschreven, waarna we voldoende werkmogelijkheden kregen. Vanwege de voor studenten hoge kostenbegroting werden nationale en internationale ins tellingen en bedrijven. Ondanks een aantal positieve reakties leek de persoonlijke bijdrage dusdanig haag te gaan worden, dat mede hierdoor onze groep gehalveerd werd. 2.2 Reis en verblijf Eind juni 1977 ZLJn we gezamelijk naar Dar es Salaam gereisd, waar we enkele dagen zijn gebleven om te akklimatiseren. Toen heeft de groep zich opgesplitst en is vertrokken naar de vier verblijfplaatsen( zie kaart van Tanzania, bijlagevr). Een van de groepjes verbleef in de nabijheid van het traditionele dorp Sese. Door het intensieve kontakt met de dorpelingen zijn zij in staat geweest zich een goed beeld te vormen van het leven van de Tanzaniaanse boeren, die ruim 90 % van de bevolking uitmaken. Een ander groepje is gekonfronteerd geweest met het (technisch.) weI en wee van een ziekenhuis in de distriktshoofdstad Sengerema. Zij hebben veelvuldig samengewerkt met Tanzanianen, maar zijn door hun woonomstandigheden niet veel in direkt kontakt geweest met het Tanzaniaanse leven buiten het werk. Een derde groepje heeft geopereerd vanuit een hUlpmissiepost in het dorp Tongi. Zij hebben meegewerkt aan het ontwerp en de uitvoering van een regenwater-reservoir en een aantal putten. Dankzij het werk met veel verschillende Tanzanianen en het wonen in eea dorp met weinig blanken, hebben zij kennis kunnen maken met veel aspekten van het Tanzaniaanse leven. Tenslotte heeft een groepje in het dorp Kiguru Kiro meegewerkt aan de bouw van een windmolen. De geschiedenis van het dorp en de konstruktie van de windmolen worden uitvoerig beschreven.
- 6 -
Er moest hard gewerkt word~n om de molen op tijd klaar te hebben, waardoor de kontakten met de dorpelingen niet zo intensief geweest zijn. Na zes weken op de verblijfplaats geweest te zijn, gingen enkelen van ons weer terug naar Nederland. Het grootste gedeelte van onze groep heeft nog twee weken in Tanzania rondgereisd, waarbij een aantal projekten en toeristische bezienswaardigheden werden bezocht. Er zijn ook een aantal mikroprojekten, waarbij de T.H. betrokken is, geevalueerd. 2.3 Terugblik Door de lage verblijfkosten en het uitblijven van onvoorziene gebeurtenissen, die hoge kosten met zich meebrengen, was het mogelijk een sluitende financiele verantwoording samen te stellen.met een bevredigende eigen bijdrage van de deelnemers. De ervaringen met aangepaste technologie liepen uiteen. Verder is de groep van mening, dat de grote lijn van de Tanzaniaanse politiek het nastreven waard blijft, maar dat met name de uitvoering van de Ujamaa-politiek nog niet vergevorderd is. Van de andere kant is het niet terecht te zeggen, dat het slecht gaat. Als we de moelijkheden en middelen van het land in aanmerking nemen, gaat het eigenlijk best goed. We hebben door kontakten met vrijwilligers, die werkzaam zijn via overheidsinstanties en missie, een indruk kunnen krijgen van hun werkzaamheden en de problemen, die daarbij op kunnen treden. Hierbij bleek ons, dat vooral het geduuende langere tijd( meer dan 2 a 3 jaren ) werkzaam zijn in een land als Tanzania vruchtbare resultaten kan afwerpen, hoewel aan dit lange verblijf ook nadelen verbonden zijn. Het bleek ons, dat de woonomstandigheden van vrijwilligers veelal uitstekend te noemen waren. Over het algemeen is de opzet van de reis ons goed bevallen. Wij zijn daarom van mening, dat ook andere groepen studenten in staat gesteld zouden moe ten worden een dergelijke reis te ondernemen.
3 DE VOORBEREIDING 3.1 Doelstelling en organisatie Het doel van onze werkgroep, bestaande uit studenten van aIle afdelingen van de T.H.E. , was het organiseren van een orientatiereis naar Tanzania. Het idee voor deze reis is voortgekomen uit de kursus "Aangepaste Technologie en Ontwikkelingslanden " georganiseerd door Studium Generale en het Bureau Ontwikkelingssamenwerkingvan de T.H. en gehouden in het voorjaar 1976. Een van de sprekers van deze kursus,Mr.G.A.Macpherson merkte in zijn betoog het volgende op ; "There is only one way to achieve knowledge of the reality of poverty: go and see." Onze overwegingen om naar Tanzania te gaan waren: 1.Interesse in ontwikkelingsproblematiek en aangepaste technologie. 2.Het volgen van kolleges en/of het lezen van boeken over de ontwikkelingsproblematiek is niet voldoende. 3.Sonnnigen van ons overwegen na afloop yCt.~_hunl!1:udie in een ontwikkelingsland te gaan werken, terwijlanderesva. plan zijn af te studeren op onderwerpen,die verband houden metaangepaste technologie. 4. Ret ontwikkelingsbeleid van Tanzania wordt door ons als positief ervaren. 5.Nederland onderhoudt d.m.v.financiele en technische hulp nauwe betrekkingen met Tanzania. De totale duur van de reis~ou ongeveer 2 maanden bedragen, verdeeld als voIgt: a. Zes weken werken in kleine groepjes in Tanzaniaanse dorpen, in de oogst of in projekten. b. !wee weken bezoeken van projekten, om te trachten een indruk te krijgen van aktiviteiten van ontwikkelingswerkers in Tanzania. Het totale deelnemersaantal was vastgesteld op maximaal 20 T.H.studenten. Een oproep tot deelname is gedaan tijdens de kursus' en-in de T.H.-berichten. Van de deelnemers werd geeist,dat ze zich zouden inzetten bij de voorbereiding, door deel te nemen aan de organisatie van de reis en het bestuderen van informatie over Tanzania. Eens per maand werd een vergadering gehouden, die verplicht was voor aIle leden van de groep.Per vergadering kozen we een voorzitter en een notulist, terwijl bovendien een penningmeester werd benoemd. Om tot een taakverdeling van de organisatie te komen, werd de groep in drie subgroepjes gesplitst, met elk zijn eigen taken: a. Studie van land en taal. b. Kont.kten in Nederland en Tanzania. c. Fi~!ici~n, kosten begroten en dekkingsmiddelen zoeken. De resultacen vanhet werk van deze groepjes worden in de hierna volaende paragrafen uiteengezet.
-::8 -
3.2 Studie
Door de studiegroep werd algemene informatie over ontwikkelingsproblematiek en over Tanzania verzameld en bestudeerd, terwijl via het Tanzania-komite krantenartikels en brochures werden verkregen, die handelden over het beleid in Tanzania o.a. verwoord in t.oesrpraken van regeringsleiders met name Nyerere. Ook literatuur over aangepaste technologiewerd bestudeerd. Aan de hand van deze studies werd een literatuurlijst samengesteld, die werd aanbevolen aan alle leden van de groep. In bij lageIv·is een lijst van aanbevolen literatuur opgenomen. Bovendien werd er een checklist samengesteld,di~Lnaar we hoopten het rapporteren achteraf zou vergemakkelijke n • 3.2.2
Tanzani~~~~l~~
In samenwerking met Studium Generale van de T.H.E. werd gezocht naar geschikte sprekers voor een serie voordrachten over Tanzania, te houden in het voorjaar 1977. Ret programma van deze cyclus, die tevens bedoeld was om het inter.esse van de gehele T.H.-gemeenschap in de problemen van de ontwikkelingslanden in het algemeen en van Tanzania in het bijzonder te vergroten en daarom voor iedereen vrij toegankelijk was, werd tevoren aangekondigd in het programma van S.G. en in de T.H.berichten.Ret programma zag er als voIgt uit: 22april 29april l3 mei 27 mei
Tanzania;land, volk en traditie. Dr.J .H.Konter. Ret ontwikkelingsbeleid van Tanzania. Dr.J.D.Heijnen •. Ontwikkelingswerk in de praktijk. H. van der Paverd. Brengt Ujamaa ook socialisme? Prof. dr.H.U.E.Thoden van Velzen.
Na de lezingen gingen we met de sprekers dieper op specifieke problemen van de Tanzaniaanse ontwikkeling in. Ter ondersteuning van deze cue Ius werden een drietal films over Tanzania getoond, te weten: - .. ._19a.pril De boer en van Mahembe 3 mei Thee van Tanzania )0 mei Spoorweg naar vrijheid -~-
3.2.3
K»';j¥~~SW~hili_
.. --
&aar we van mening waren.dat het leggen van kontakten essentie~l was voor het welslagen van de reis, werden de mogelijkheden bezien van het leren van de officiele taal in Tanzania, het Swahili. Als noodzakelijke aanvulling op de in het talenpraktikum aanwezige kursus op de band, werd door mevr. Crebolder,doeente Swahili a~~ het Instituut voor Toegepaste Taalkunde van de universiteit in Nijmegen, een wekelijkse begeleiding gegeven in de vorm van mondelinge ensehriftelijke oefeningen en grammatiea-onderricht. Een aantal deelnemers hebben een eindtoets~f2eleid-~
3.3 Kontakten met Tanzania
In eerste aanleg hebben wij de ambassade van Tanzania in Nederland gevraagd.hoe we deze kontakten het Beste konden aanknopen.Men adviseerde ons de Universiteit van Dar se Salaam te Benadererl. • omdat westeun uit Tanzania nodig zouden hebben om toegang tot de dorpen te krijgen. Het leek ons ook nuttig om, voordat we ona naar onze verblijfsplaatsen in Tanzania zouden Begeven, een voorBespreking te hebben met docenten eastudenten in Tanzania en eventueel een evaluatiebespreking meti1en~te houden. Na geruime tijd kregen we echter bericht dat men ons niet verder kon helpen. Het enige, waar ~_~~veiitueeT-~e_i~y_~"r"!~~~!~~!i~b.!t ~ziltt~n van een~lei_liJk--- , proJekt, mits ,onze planneu'daartoe ilieen;~lietievOi:1;lerd stadium zouden . verkeren. De -houding, die we steeds ontmoetten bij" officiele ins tanties, aLe zouden kunnen bemiddelen, zowel in Tanzania als in Nederland, was: "Zeg ons precies W'aar en wat u kunt en wilt doen en of-u daar welkom bent" •. RIerao(jr- raakten we in een vicieuze cirkel t watrt. ontwikkelingswerkers en -organ:i:.sat:i:.es wilden eeHt toestem~ng van de overheid alvorens iets toe te zeggen. Dit gold ook voor de Tanzania Tourist Corporation, die zei in principe edukatielTe programma's te willen organiseren. Het Instituut voor Internationale Excursies zei de voorbereidingstijd te kort te vinden.
Men
3.3.2
¥eldwe~ke~a_
Om deze impasse te doorbreken hebben we toen, met medeweten van de ambassade, besloten rechtstreeks kontakten met vnl. Nederlandae veldwerkers in Tanzania te leggen. Er werd een informatiebrief gestuurd naar op de T.H., via aanvragen voor technische adviezen, bekende adressen. Tevens werden een aantal missieprocuren aangescnreven met het verzoek om adressen van of doorzending naar hun mensen in Tanzania. De brief werd ook afgedrukt in een rondzendbrief die regelmatig naar aIle missionarissen gestuurd wardt. De Stichting' . Nederlandse vrijwilligers en de Direktie Internationale Technische Hulpverlening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken weigerden op dit punt mee te werken. Men stelde zich op het standpunt dat verzoeken om hulp uit het buitenland van het gastland uit moet gaan. Bij andere instellingen bemerkten we een beduchtheid voor verdekt toeristische bedoelingen. Het heeft enkele maanden geduurd voor de eerste positieve,reaktie D1riileii.kW~\Uiteindelijk bleken er veel meer werkmogelijkfledente'Zijti' dan nodig voor de 10 overgeblevenen, maar in vele gevallen week bet werk af van de oorspronkelijke ideeen over oogst- en Boerde.ij~~~ ~rid april·lieDben we ons toen verdeeldover een viertal verblijfsplaatsen en hiervoor toestemming gevraagd en gekregen van de Tanzaniaanse autoriteiten.
- 10 3.4 Finandan
Bij de aanvang van de voorbereidingen voor onze Tanzania-reis werd een eerste begroting opgesteld. Hierbij werd uitgegaan van een bijdrage van de deelnemers van f 1.000,-. Dit leek gezien het student zijn van de deelnemers en de derving van een inkomen door vakantiewerk een maximum. Een tweede uitgangspunt was, dat we onze gastheren niet op onkosten zouden jagen of geld zouden proberen te putten uit fondsen, die normaal voor andere hulp aan ontwikkelingslanden bestemd zijn. Het begrote tekort bleek van een dusdanige omvang, dat besloten werd een breed scala(45) van landelijke instellingen aan te schrijven, die zich direkt of zijdelings met ontwikkelingssamenwerking bezig houden.
In eerste instantie hoopten we onze werkgroep dusdanig aan een T.H.instelling te kunnen koppelen, dat ook de financien via een T.H.rekening zouden kunnen lopeno Toen dit niet te realiseren was, hebben we gedacht aan de oprichting van een stichting. Hierdoor zou de financiele verantwoordelijkheid zowel voor de subsidierende ins tanties als voor de werkgroep duidelijk geregeld kunnen worden. Als voordeel zagen we ook de hierdoor gekreeerde kontinuiteit. De juridische gevolgen bleken echter te vergaand. We hebben toen uit ons midden een penningmeester benoemd en gebrui~ gemaakt van diens persoonlijke girorekening.
Al snel bleek, dat de aangeschreven instellingen onvoldoende zouden bijdragen. Daaropwerd besloten bedrijven aan te schrijven met vestingen in de regio Eindhoven. Toen ook deze pogingen te weinig leken te gaan opleveren, hebben we om raad gevraagd aan het inmiddels gevormde Comite van Aanbeveling. Vooral de gesprekken met de burgemeester van Eindhoven en de voorzitter van het College van Bestuur van de T.H.E. hebben waardevolle suggesties opgeleverd voor een andere benadering van landelijke en internationale instellingen en bedrijven. Het aanschrijven van multinationale ondernemingen heeft binnen onze groep veel diskussie teweeggebracht. Uiteindelijk hebben we besloten aIle giften, waaraan geen bijzondere voorwaarden werden gesteld, te aksepteren. We hebben ook overwogen de opzet van onze reis te veranderen, zodat we zouden vallen binnen de subsidienormen van instellingen als de Nationale Commissie Voorlichting en Bewustwording Onewikkelingssamenwerking of de Werkgroep Studiereizen Ontwikkelingslanden. . Uiteindelijk hebben we besloten tot het ppstellen van een tweede begroting, waarin de bijdragen van de deelnemers waren opgevoerd tot f 1.500,-, maar die tot voor ons vertrek een tekort bleef vertonen. Deze verhoging van de persoonlijke bijdrage,gekombineerd met de lang onzeker gebleven werkmogelijkheden, heeft de halvering van de groep tot 10 deelnemers veroorzaakt.
- 11 ,..
4 VERBLIJF IN TANZANIA Nadat op zaterdag 25 juni het hele gezelschap zich op Schiphol verzameld had, namen we afscheid van familieleden en vrienden. Ook Mr. Kilumanga, Councillor van de Tanzaniaanse ambassade, deed ons uitgeleide, waarna we met een DC-8 van de KLM naar Tanzania vertrokken. De volgende ochtend zetten we voet op Afrikaanse bodem in Dar es Salaam na tussenlandingen in MUnchen, Cairo en Nairobi. Met behulp van taxi's en auto's van bekenden, die ons kwamen verwelkomen, werden de kilometers die het vliegveld scheiden van het centrum van Dar es Salaam, afgelegd en werden we ondergebracht in het gebouw van de S.N.V. Nadat de financiele zaken geregeld waren, werd een bezoek gebracht aan het Ministerie van Voorlichting. Tevergeefs werd daarna .getracht de boeking van de terugreizen te bevestigen.., De volgende dag vertrokken Bram Gordijn, Frans Lemmens en Hans Bleijs, na de benodigde inkopen gedaan te hebben, met Jan van Zeeland naar Kiguru Kiro. De overigen vertrokken een dag later met de trein naar Tabora en MWanza. In Tabora stapten Ton van Aken, Maus Dieleman en Thea en Rob van der Zon uit, waar ze opgewacht werden door Desmond Doherty, die hen naar hun verblijfplaats in Tongi zou brengen. Arnold Berndsen en Jos Kester werden in MWanza opgewacht door Broeder Ansbertus en naar Sengerema gebracht, terwijl Louis Linssen, Marion van der Schaft en Els Sonnemans zich per bus naar Sese begaven. In de volgende paragrafen zijn de verblijfplaatsen beschreven, waar we onze werkzaamheden hebben uitgevoerd, gevolgd door onze persoonlijke ervaringen. Oak het verloop van het verdere verblijf in Tanzania is in het kort weergegeven.
- 12 -
4.1
-
Sese
Alles begon voor met een brief in Swahi1LYc;m~een Tanzaniaanse boer, Gervas MwamLHij reageerde op eenschriiVen aan hem van onze lerares Swahili. Zij kende hem uit de tiid~dat haar man als arts in Tanzania werkte e'l Gervas· dochter Col; etta haar h!~lu~ in de huishouding. Gervas no ~ .gde ons uit een poos bij hemtel~geren en mee te helpen met hetr' dagelijks werk van de mensen \lit zijn dorp.Hij noemde o.a. oog,ten van gierst en rijst, huizen bouwen~n wegen reparere\.Daarop schaften wij wat boeken en brochutes aan over landbojll, veeteelt en huizenbouw in de tropen.
,
4.].2~]~~-22!E_~~__ ~!i~_!!ia!~g{
I
\
Uiteindelijk kwamen we dan toch per openbaar vervoer(zie 4.1.9) in het buurtschap Langi (200 Ilnwoners) • Langi ligt op , een ' half uurtje lopenover voetpaadjes va~ Sese(600 inwoners) ,.c:!!lt~~a&n de in het regenseizoen slecht berij~);\e zandweg van Kayen~e (:t3000 inwoners) naar Kisessa (:t4000 inwon~l')ligt. ' I
~, •
j
)~\" ~~~~, '_0" ~" 1>"'~~~" , '. "~\.~"''''', \.,
S .... e
t,'r, '
La
" \:\"."\.. "\.
t
~'"
'\\. ""
','
"
~~,~. !,anza\>~~;~~:~ \ "'' ' -
' \ '
",
,,:\,,<' """ '.'
'-"
;
!
'r.'
",
'\
'-,
"'\'"
=:===::o--===---_
I
\
I
I
I
I I
I
r
\
i
h,
L\ ! \, \1i
\
\
\
\
\\ \ \
\
Vanuit Langi is het anderhs l uur \)pen naaI \Kayenze, waar een kleine markt is. Kisessa is / .let Mw. \.za, de d 'Fhtbijzijnde grote s tad, verbonden door een v'!/ narde '" \g van 01 ,eveer 18 km. De omgeving is heuvelachd ~, af en 1 '~\~ ~:::\at \r een boom. Heel soms ziet meneenb'/I;{.je, ofV',\/_:'I.ar,\an overwas •• er waren waJ!"t d ' ".~ )1 t1Jd., '$ \ ' want toen W1J e (' I
I j
I
\
I '
1
V f 1
\
'
- 13·-
4.1.3 Huizen en woonvorm
------------------
Voor de ongeveer 50 gezinnen Z1Jn er zo'n 120 huizen, waaryan het merendeel muren heeft van takken dichtgesmeerd met klei. Enkele zijn er opgetrokken met in de zon gedroogde kleistenen. Allemaal op een na hebben ze daken van gras, dat weI waterdicht en warmte-isolerend is, maar ook brandgevaarlijk en om het jaar aan rep~~atie toe. Er is een huis van beton met gol£platen dak. Ieder gezin hee£t twee ~ drfe hutten om eenerfje staan. Een daarvan (vaak 't slechtste of oudste) wordt gebruik~ als kookhut, de andere om te slapen en als opslag-plaats •. Men 1eeft veelal buiten.
Iedereen leeft van wat er op z1Jn akkers groeit.Sommigen hebben zoveel grond, dat ze maar een gedeelte voor de verbouw van eigen voedsel nodig hebben. Dit zijn de rijkeren, die katoen, suikerriet, tomaten, mango's en bananen verbouwen voor de verkoop. Er schijnt van hogerhand een regeling te zijn of worden getroffen voor een betere verdeling van het akkerland. Iedereen kweekt verder cassava, en _d~meesten ook zoete aardappels, mais, gierst en/of rijst. Men gebruikt weinig gereedschap. Op het veld zagen we slechts hak en kapmes. Bij het oogsten van gierst en rijst, waarbij we hielpen, komt geen stuk ijzer te pas. De gierstaren bijvoorbeeld, worden geplukt, op hopen gegooid, in bossen gebonden en op het hoofd naar het dorp gedragen. Daar worden de bossen op een houten stellage ge1egd, ter bescherming tegen kruipend ongedierte, en met doornige takken bedektom het altijd hongerige plui~ve~ op een afstand te houden. A1s de he1e oogst van een boer bin:nen is., wordt er gedorst -o:p,,~een met koemest hard en v1ak gemaaktstuk grond. De daartoe opgetromme1de buren en ge boer ze1f staan dan uren1ang in een rij met lange zwiepende takken, soms op het ritme van trammels. Naderhand nuttigt men samen een uitvoerige maaltijd bij de bewuste boer thuis. 'De vrouwen zorgen later voor het scheiden van kat en korrels door het mengsel in de wind te laten va11en, waarbij het graan voor hun voeten valt en het lichtere kaf verder weg wordt geblazen. Ook zij eten na gedane arbeid samen. Deze burenhulp gaat over en weer, aIleen niet aIle boeren hebben gierst of zoveel gierst,dat ze hulp van anderen nodig hebben. Wat het houden van vee betreft, op ieder erf scharrelen weI wat kippen rond, niet voor de eieren, maar om te slachten bij bijzondere gelegenheden. Veel mensern hebben wat geiten of een koe. Een paar boeren hebben enkele tientallen runderen voor het vlees, en wat ezels als lastdieren 4.1.5 Y2!2in&~n_g~!~~n~~n.
'" Men gebruikt twee maa1tijden per dag: de eerste rond de'middag en dan tijdens of na zonsondergang. Ook kauwt men de hele dag door op stukken cassava of zoete aardappel, a1 of niet gepoft in het altijd smeu1ende koemestvuur, dat ook nog een sociale funktie heeft. 's Avonds zitten de mannen eromheen te babbelen. Trouwens de hele dag
- 14 -
door wordt veel tijd besteed aan keuvelen, buurten en visites afleggen. AIle gebeurtenissen worden uitvoerig besproken. Ret hoofdvoedsel is ugali: een soort brei van cassavameel, waarbij een stukje gedroogde vis in een sausje wordt gegeten. Soms eet men rijst met wat bonensaus en ook weI een waterige pap van cassava- of gierstmeel met citroensap. Groente eet men nauwelijks, af en toe een soort pompoen of spinazie. De mannen eten apart van de vrouwen en kinderen het door de moeder bereide voedsel. Ze is daar zowat de hele dag mee bezig. Na de maaltijd wordt drinkwater geserveerd. Dit haalt men in Langi uit een bron, die op een afstand van ongeveer 600 meter ligt van het huis waar wij woonden. Voor waswater kan men bij verschillende poelen terecht, voor ons zowat 150 meter lopeno
Sinds twee jaar werkt men aan de lagere school, die inmiddels 120 leerlingen telt. De twee klaslokalen zijn alweer aan het vervallen en het woonhuis van de hoofdonderwijzer en de ruimte voor de meesters zijn bijna klaar. Op dit moment zijn er twee leerkrachten, die een regeringssalaris genieten. Voor de rest moet de school zichzelf bedruipen, wat men probeert te bereiken door aIle kinderen onder leiding van de meesters op de akkers van de school te laten werken, een paar uur per schooldag. De opbrengst daarvan, waarmee boeken en dergelijke moeten worden aangeschaft, is zelden toereikend. Indien mogelijk betalen de ouders ook nog een klein bedrag. Naast de lagere school ziet men her en der onder een grote boom kleine groepen oudere mensen, die les krijgen in Swahili lezen en schrij'ven, van iemand die dat wel al beheerst.
Ret dichtsbijzijnde ziekenhuisje staat in Kisessa, nog altijd twee a drie uur fietsen, maar de mensen gaan er niet graag heen. Er is daar ook een klein partikulier (dus niet gratis) ziekenhuis met een Indische arts. Verder staat in Mwanza een groot regeringshospitaal. Voor serieuze gevallen echter gaat men liever nog verder, naar Sengerema, waar het ziekenhuis een goede naam heeft.
Erg veel hoeft er niet beslist te worden, maar men zegt dat er weI eens een dorpsvergadering is; in de periode dat wij er waren was er helaas geen. Een gemeenschappeIijke akker of een gezamelijk projekt, een eerste vereiste voor de Ujamaa-status, is er niet. Bij de bouw van en beslissingen over de school maken de onderwijzers de dienst uit. CCMfunktionarissen (CCM is de eenheidspartij van Tanzania), waaronder de chairman van Sese en omliggende gehuchten, doen dat in andere gevaIIen, zoals in de toekomst bij de opzet van een gepland 'gemee1'l.schapshliiS annex opslagplaats~oor katoen en andere produkten. In Langi zijn ook nog drie "chairman of ten houses",die nog minder zaken dan de "big chairman" te regelen en te beslissen hebben.
- 15 -
(4-:1'. 9-Q2~.!!I Y~!yQ!! Per dag rijdt er een bus van Kayenze naar Mwanza, behalve ala de weg onberijdbaar is door tevee1 regen. Daze komt tussen 4 en 6 uur 's morgens in Sese langs en is dan al vaak vol. We maakten niet mee dat de bus in Sese a1 zo afgeladen was dat hij doorreed. We zagen dat weI in dorpjes verderop. De weg tot Kisessa is zo slecht dat die rit an~ derhalf uur duurt. De ongeveer even grote afstand Kisessa-Mwanza is dan nog maar een half uur. In de loop van de middag gaan er doorgaans twee bussen terug. Om een zitplaats te hebben moet men een uur van tevoren aanwezig zijn. 4.1.10·~!~_2!!i&h~~~~~
Naar Europese maatstaven voerden we in die maand dat we er waren niet vee1 uit. Zoals al beschreven habben we geholpen met gierst oogsten. Ook p1ukten we enige ochtenden rijst. Omdat het net de droge tijd was had men verder niet veel werk. Al wandel end verkenden we de omgeving en werden dan vaak bij wildvreemden op hun erf genood. Els en Marion naaiden kleren van uit Nederland meegebrachte lappen en van stukken stof die de mensen zelf daarvoor brachten. We hadden leesen Swahili-studieboeken bij ons. Twee keer bracht men ons een zogenaamde kapotte radio: beide karen lag het aan de batterijen. Het eten beviel ons redelijk: er was genoeg,maar we vonden het eenzijdig en niet zo smakelijk. We hebben dan ook dikwijls de verderop staande mandarijnenboom aangesproken. Het ontbijt misten we toch weI erg en hebben daarvoor later wat spullen in de stad gekocht. We sliepen in een van de vijf huizen van Gervas op de twee enige eenpersoonsbedden die hij rijk was. Nadat we de met rijststro gevulde slaapzakken als matras gebruikten ging dat prima. De muggen staken ons niet overhoop; we hadden aIleen wat bulten. Informatie over het aantal kinderen en de verbouwde gewassen,kregen we aIleen via de twee engelssprekenden in het dorp. Gewoonlijk spraken de andere mensen hun stamtaal Sukuma. Bijna iedereen beheerste ook Swahili, maar daar waren wij weer geen heIden in. Wat ook meespeelde was dat de mensen niet erg gul waren met het geven van informatie. Dat wil niet zeggen dat men onvriendelijk was, integendeel, ze deden alles om het ons naar de zin te maken. We hadden de indruk dat men ons zag als gas ten, wat we in feite ook waren.
Het unieke van Langi vond ik dat daar nog niets te merken was van wat voor ontwikkelingshulp dan ook, of van invloed van missiewerk. Dan was een voor mij positief verschil met de andere groepjes, dat wij niet werkten aan een nieuw of reeds bestaand projekt. De mensen leerden ons van alles in plaats van andersom. Daardoor hebben we intensief kennis gemaakt met de mensen en leefomstandigheden van een dorp zoals er naar mijn idee nog erg veel voorkomen in Tanzania. Minder leuk was de ervaring met de hoofdonderwijzer van Langi: van het bedrag dat hij van ons voor zijn school kon uitgeven , had hij liever een grote klok en een buro voor zichzelf gekocht als boeken, schriften en potloden voor zijn leerlingen. Gelukkig hebben we dit kunnen voor komen. Een enorme kick kreeg ik van het urenlang samen gierst dorsen. Hoewel je maar een paar woorden kunt wisselen, schept dat een geweldige band. Jammer dat dit verslag zoln povere afspiegeling is van alles wat we beleefd en meegemaakt hebben, en ook van wa~ we er hebb~n opge~toke~ Van de andere kant, over veel dingen --ben ik,~t:nognIet met
mezelf
-
16 -
Gervas Mwami, onze gastheer, scheidt rijst van het kaf. Zijn zoons en Louis dorsen.
Els en Coletta, die altijd kookte, stampen rijst voor de kookhut. Marion bekwaamt zich in het Swahili.
- 17 -
eens, zodat die hier niet opgeschreven kunnen worden. Daarvoor moeten we ooit nog eens een langere tijd terug.
Als iemand me vraagt:"Hoe was het daar?", is het eerste dat ik zeg: "Heerlijk rustig". Tijdens de reis en in het begin in het dorpje viel het niet zo op, denkelijk omdat ik zelf zo druk bezig was met van alies te zien, te vergelijken enzo. Maar toen ik een tijdje in 't dorp zat, merkte ik op dat de mensen zo rustig, vredig, ook weI gelaten zijn. Je ziet zelden dat ze zich ergens druk over maken. Je gaat je dan op een gegeven moment afvragen:"Waarmee zou ik die mensen eigenlijk kunnen helpen;en waarom?". Bij aUes wat ik bedacht, dacht ik meteen: "Waarom zou jet zo gaat het ook goed, of wat zouden ze met nog meer vrije tijd moeten doen?".De enige zichtbare argumenten zijn de dikke kinderbuikjes als gevolg van verkeerde voeding en de vee I voorkomende ziekten. Maar als ik denk aan van alies wat ik weet over economie, afhankelijkheid van het buiteniand, de geschiedenis van andere ontwikkelingslanden met allerlei negatieve invloeden van het westen, dan weet ik dat er veel te doen is omde ontwikkeling in goede banen te houden. Maar 't is verdomd moeilijk om te zien waarmee je kunt en moet beginnen in zotn dorpje. Ik zou nog zoveel kunnen schrijven over de trotsheid op hun socialisme, dat in hun dorpje nog niets voorstelde, over de in mijn ogen goede opvoeding van kinderen, de positie van de vrouw, het'werkvan'de hulpverieners, hoe ik daar nu tegenaan kijk enz •• Enfin, het komt er in ieder geval op neer dat ik de kans er ooitnog eens te werken absoluut niet uitsluit; het zal stert0a.fha~ge-n :-van het werk, dat ik er kan d o e n . ' -
-
18 -
4.2 Sengerema 4.2.1 ~!!S!~S_~!!~ Sengerema is gelegen ten zuiden van het Victoriameer plusminus 30 km. ten zuidwesten van de derde stad van het land Mwanza. De verbinding met Mwanza wordt echter belemmerd door een zijarm van het Victoriameer (zie tekening in paragraaf 4.1.2 en bijlage V). De verbinding tussen de oevers wordt in stand gehouden door drie veerdiensten, waarvan er twee autoveren zijn. Een van die-autoveren is in privehanden (kapaciteit 4 auto's), de"andere is van de staat en gratis, maar weI vaak stuk. Sengerema ligt op een kruising van wegen, waarvan de belangrijkste de doorgaande routes naar Musoma, Mwanza, Kigoma of Dttkoba zijn. Deze wegen zijn nog niet geasfalteerd. De E.E.G. heeft echter geld beschikbaar gesteld om gedeelten te asfalteren. 4.2.2 !!~!~!!_S!~~~!!~!~!! Sengerema is sinds twee jaar distriktshoofdstad. Het Sengeremadistrikt is ontstaan door de opsplitsing van het Geitadistrikt en is ongeveer 4000 kDl. groot. Het gebied telt rond de 250.000 inwoners en is naar Tanzaniaanse begrippen vrij dicht bevolkt. Dit in tegenstelling tot twintig jaar geleden.De bewoners van het gebied zijn voor een gedeelte afkomstig van de twee dichtbevolkte eilanden in het Victoriameer, Ukara en Ukerewe De stad Sengerema is in een jaar of twintig van een paar hut ten uitgegroeid tot een stad van 15.000 mensen. Dit heeft een aantal oorzaken. Naast de gunstige ligging waren regeringsaktiviteiten, zoals de bouw van een grote Secundairy School ( 500 leerlingen intern) en het bijeenbrengen van de mensen in dorpen van belang. Verder moet de stichting van een ziekenhuis worden genoemd. Bovendien hebben er zich veel regeringsinstanties gevestigd.
4.2.3
§!~B!!!!!_~~'
De stad beschikt nu verder over drie lagere scholen, een verpleegsters~ opleiding (100 leerlingen), een vroedvrouwenopleiding en een Rural Medical Aid (R.M.A.) opleiding. Het ziekenhuis, de R.M.A.-school en het complex van de Secundairy School beschikken over elektriciteit en stromend water. In de stad is maar op een beperkt aantal plaatsen stromend water. Sinds februari 1977 is er telefoon. Er is ongeveer twee jaar een postkantoor, waar drie a vier keer per week post wordt gebracht. Het bestuurscentrum is nu nog gevestigd in enkele gebouwen die bedoeld waren voor een landbouwschool. De middenstand is in opkomst, er is iedere dag een grote markt voor groenten, fruit, kleding, po tten ,pannen , "medicijnen", zeep, sigaretten enz •• ·s Avonds is er ook verse vis. Rond de markt liggen wat theehuisjes, hotelletjes, eetgelegenheden, cafe's, een benzinestation en een C.C.M.-partijgebouw. Verder zijn er nog een aantal winkels, de regering heeft net een nieuwe textielzaak geopend. Er zijn drie a vier busondernemingen, die een voor Tanzaniaanse begrippen in tensieve dienstregeling volgen.
- 19 -
Er zijn verscheidene ambachtslieden, zoals autobandschoenen- en klerenmakers, kapper~een slager en fietsenmakers, die ook fietsen assembleren. Radio's repareren kan men nog niet, maar ze zijn weI te koop. Van auto's hebben sommigen al een behoorlijke kennis. De werkers van het vervoersbedrijf tegenover het ziekenhuis hebben bijvoorbeeld een versnellingsbak van een Mercedes Benz in een Isuzu (vrachtwagen) gemonteerd. In Sengerema is een katholieke missiepost gevestigd, die wordt bemand door vier paters. Hun parochie omvat ook een twintigtal buitenposten. Er zijn twee kerken in de stad Sengerema, een dicht bij het ziekenhuis en een in het centrum. Deze laatste is betaald door de vastenaktie en wordt ook gebruikt voor vergaderingen en "maendeleo"- (vooruitgangs-)werk, bijv. kursussen in naaien, koken, lezen en schrijven. Het ziekenhuis wordt gerund door Nederlanders: 4 broeders, 2 zusters, 3artsen en een co-assistent. Een derda zuster zit in het maendeleowerk. 4.2.4 ~!_~!Y21~!~i' Deze bestaat hoofdzakelijk uit Sukuma's (de grootste stam van Tanzania). De mensen spreken dan ook onderling het Sukuma. De kinderen en de meeste mannen spreken ook de landstaal, het Swahili. De stammentegenstellingen zijn niet zo groot en veel tradities beginnen reeds te verdwijnen. Men heeft zelfs al een museum en een school voor oude ambachten opgericht. Ongeveer 15% van de bevolking hoort officieel tot de katholieke aiLeen protestantse kerk. Veel leidinggevende personen zijn christen. Katechisten bijvoorbeeld zitten in vrij veel kommissies. Zij zijn invloedrijke mensen in een dorp, omdat zij als betrouwbaar worden gezien. Andere godsdiensten zijn de islam (Arabieren) en het hiridoeisme (Itidiers). De mensen geloven van oudsher in een god en een aantal geesten. Men voelt zich sterk verbonden met de voorvaderen, die voortleven als de nakomelingen hem van tijd tot tijd in hun herinneringen terughalen. De gezondheidstoestand is de laatste drie jaar slechter geworden als gevolg van slechte oogsten, men had te weinig het droogtebestendige gewas cassave en te veel mars geplant. Het laatste regenseizoen is echter goed geweest, behalve voor de katoen. De voedingstoestand van aanstaande moeders is toch verbeterd, want zij krijgen relatief grote babie's. Daarom moet men vrij veel keizersnedes verrichten. De Sukuma's waren oorspronkelijkakkerbouwers maar hebben nu ook vr4J veel vee. Dit vee brengt echter weinig op. De hoogte van de melkgift 1S gering, maar van weinig belang. Het vee is in de eerste plaats een spaarpot, waaruit de boer kan putten, zowel voor de betaling van een bruidsschat als voor het kopen van voedsel, wanneer de oogst tegenvalt. Op hun akkers verbouwen ze cassave, rijst, mars, katoen, zoete aardappelen, uien, tomaten, bonen, bananen, sinaasappelen en papaya's(meloenachtige vruchten). Er loopt een F.A.O.-projekt voor de verbetering van de katoenteelt. Men leert de boeren insecticiden te gebruiken, verhuurt traktoren, bouwt en installeert reparatiewerk~ plaatsen, zorgt voor zaaigoed en voor het transport van de katoen naar de katoenontpitterij,
- 20 -
4.2.5 Q!_!!~!!~i!!~!!_g!!2~gh!ig!!2!g. Ret ziekenhuis was oorspronke1ijk van de missie maar is nu a1 bijna twee jaar van de staat. In ieder distriktmoet een staatsziekenhuis zijn waar de gezondheidszorg gratis is. Sinds die tijd verstrekt het ziekenhuis ook maaltijden, terwijl dit voordien door de familie van de zieke werd verzorgd. Bij veel ziekenhuizen in Tanzania treft men dan ook verblijven voor familieleden aan, want men komt vaak van vert Naast ziekenhuizen bestaan er in Tanzania nog zgn. "health centres" en "dispensaries". Een health centre heeft als regel geen arts, maar een "medical assistent" of een vroedvrouw. Er kunnen dan ook geen operaties en ,andere ingrijpende behandelingen verricht worden. De hulpmiddelen voor het stellen van een juiste diagnose zijn er uiterst beperkt. WeI is ereen aantal bedden voor ernstige patienten, bevallingen enz •• In een dispensary is de uitrusting nag eenvoudiger. Er zijn meestal geen of hooguit enkele bedden. De leiding berust bij een R.M.A. (rural medical aid). Die kan aIleen de meest voorkomende kwalen, zoals longontsteking, malaria en mijnworm behandelen en ontstekingen verbinden. Het beheer laat vaak nog te wensen over, zodat er korruptie optreedt en er vaak gebrek aan medicijnen is. 4.2.6 §!B8!!!!!-!2!e!!!1. Het ziekenhuis in Sengerema heefteen kapaciteit van 240 bedden, verdee1d over de volgende afdelingen: kraam-, vrouwen-, mannen-,en kinderafdeling. Men beschikt over een operatiekamer, een gipskamer, een goed uitgerust labaratorium, een rontgenafdeling, een keuken, een moderne wasserij, naai- en 1innenkamer, een aanta1 magazijnen en een vijftiental huizen voor een gedeelte van het personeel. TWee generatoren (iin reserve) zorgen voor elektriciteit gedurende een gedeelte van de dag. Dit alles is gebouwd onder leiding van broeder Ansebertus Verbeek, die op zijn vijfenveertigste als technische man naar Sengerema is gekomen. Hij heeft een aantal door Kajotters(voormalige vrijwilligers) opgeleide mensen in dienst. Zij maken deuren, kozijnen, ramen en verzorge~,het dak en het hang- en sluiewerk, bij nieuwbouw, terwijl anderen metse1en. Een persoon kan goed overweg met een lasapparaat. Dan past er nog iemand op de generatoren, er is een magazijnmeester en er zijn nog wat klusjesmannen. Jammer aIleen dat deze breeder te weinig tijd heeft om de werkers meer opleiding te geven, zodat ze ook meer toezichthoudend- en organisatorisch werk kunnen doen. Een praktisch gerichte technische school zou hier erg welkom zijn. Het ziekenhuis beschikt over een vrij groot aantal regenwaterreservoirs(betonnen putten). Dit water is schoner dan het leidingwater en is bestemd voor noodgevallen en speciale toepassingen(labaratorium, eten koken). Het ziekenhuis is een belangrijke werkverschaffer, er werken niet aIleen Nederlandse artsen, maar ook nog ongeveer 150 Tanzanianen (leraren, verple(e)g(st)ers, direktie) die per jaar Samen zo'n fl. 300.000 aan salarissen ontvangen. Dit is van grote betekenis voor de ekonomie van de stadt Het minimumloon voor verpleegsters is 580 Tsh. per maand, terwijl een arbeider in de stad 360 Tsh. heeft en een arbeider ophet platteland 240 Tsh. (1 Tsh.-30 cent). Dit geldt in46e praktijk aIleen voor mensen in dienst bij grote bedrijven of overheidsinstanties. Ret salaris van een Tanzaniaanse arts bedraagt 1800 Tsh.
- 21 -
4.2.7 ~~!~_~~!~~!~~j~~~~ Wij hebben 6 we ken, meegewerkt bij het onderhoud en de reparatie van de technische uitrusting, ,met name de elektJrotechnische. Verder werden vier nieuwbouw-huisjes voorzien van sanitair en elektriciteit. men beschikte over veel elektrische apparaten, zoals sterilisatieapparatuur elektrische fornuizen, wasmachines, centrifuges, een rantgenapparaat, operatieapparatuur, waterpompen, etc. Aan deze apparaten traden van tijd tot tijd storingen op, die wij probeerden te verhelpen. Dat varieerde van het verwijderen van insekten tussen kontaktpunten, tot het verwis selen van een elektrische schakelaar van een wastnachine. De moeilijkere klussen hebben we meestal zonder hulp van anderen opgelost, omdat op br. Ansbertus na, niemand er verstand van had. Vaak IIp~ste.n we improvi~ seren, omdat er bijvoorbeeld geen reserve onderdelen aanwezig waren of te weinig gereedschap voorhanden': De meeste problemen waren niet moeilijk. Jemoest er aIleen de tijd voor nemen en je gezond verstand gebruiken. Van het reviseren van de Stork-diesel (aandrijving van de generator) hebben we moeten afzien, omdat dat boven onze krachten ging. Samenwerking met een Nederlandse vrijwilliger kon niet doorgaan wegens tijdgebrek zijnerzijds. In onze vrijetijd hebben we ons verdienstelijk proberen te maken door het reparen van een bandrecorder, filmprojector, wasmachihe, scheerapparaten, ,etc; etc.
4.2.8 §~~~~~!~!~g lIet meeste werk deden we samen met drie Tanzaniaanse werkers, waarvan er een 'h ervaren kracht("mzee") was en de andere twee hulpjes(IIwatoto"). Afhankelijk van het werk speelden wij SOlIS meer de rol van "mzee" en de andere keer waren wij de "watoto". De Tanzaniaanse "mzee" liet af en toe duidelijk blijken dat ook hij weI wist hoe het moest. Vooral in het begin gaf dit nogal eens aanleiding tot uitleggen en discussies. Bovendien verliepen die nogal moeilijk omdat het Swahili ons nog veel moeite kostte. Vat lJij ditalles een rol speelde was dat wij de tweeanaere Tanzanianen tijdens het werk ook van alles probeerden uit te leggen~ Itierdoor werd de positie van de "mzee" natuurlijk aangetast. Ondanks dit was de samenwerking verder uitstekend. 4 • 2 • 9 !~!~g!!!!~
Door ons werk enverblijf z~Jn we gekonfronteerd met de (technische) behoeften en problemen van een relatief goed geoutilleerd ziekenhuis in Tanzania en hebben we kennis kunnen maken met de Tanzaniaanse arbeiders en hun werk. Erg veel direct kontakt met het leven en denken van de Tanzaniaan hebben we jammer genoeg niet gehad. Onze informatie hebben hoofdzakelijk gekregen van de Nederlanders die er wonen en werken. _u~ ____1l~ il!~Q!'II1.C!tie is Ila~1.1~_rliJk watgekle~d, tnaCl}t 4~!l!<--,-~ii-b..~ tnedew~rtdrtg is deze reis voor ons een unieke gebeurtenis geworden.
""
- 22 -
Sengerema: huis 1n aanbouw.
Huizen voor verpleegstaf van Sengerema Hospital.
- 23 -
4.2.10 ~~!~££~1!j~~_~!!~!!~~_!~~_~!~£12_~~!~2~~~'
II
In vergelijking met andere groepen heb ik minder in de bush gezeten. Door de werksituatie ben ik niet zo direkt in kontakt gekomen met het leven van de Tanzanianen buiten hun werk. WeI heb ik een goede indruk kunnen krijgen van de (technische) kennis die bij hen aanwezig is en de problemen die zich voordoen tijdens het werk. Qok de moeilijkheden op het gebied van materiaal, reserveonderdelen en gereedschap kwamen vaak naar voren en dwongen tot improviseren. Ik had me voorgenomen geen pretenties te hebben de Tanzanianen van alles te komen leren, maar gewoon mee te werken en te ervaren hoe de mensen werkten. Het bleek echter dat je onbewust toch al vaak bezig was van alles uit te leggen en dingen op eigen houtje te doen. De eerste dagen gaf dat aanleiding tot diskussies, maar al spoedig werd duidelijk wat onze bedoeling was en werd de verstandhouding uitstekend. Ik vind het feit dat ik een beetje Swahili kende van groot belang, niet aIleen om daardoor over het werk te kunnen praten, maar ook over "drank en vrouwen". De opleiding van de arbeiders vindt geheel plaats in.de praktijk, heel Tanzania telt nl. maar vier scholen die vergelijkbaar zijn met onze L.T.S.-en. Tekening lezen en abstraheren zijn dan ook dingen die niemand kane Dit heeft als konsekwentie dat met name moeilijkere apparaten, zoals die in het ziekenhuis worden gebruik;, nooit door de mensen zelf kunnen worden gerepareerd. Daardoor moesten we toch soms optreden als de "experts". Van de nu aanwezige Tanzanianen heeft niemand momenteel voldoende opleiding om de taak op organisatorisch gebied wat betreft het technische gedeelte van het ziekenhuis (nieuwbouw en onderhoud) over te nemen. Dit is niet aIleen hier, maar een algemeen probleem in Tanzania. Buiten het werk aten we met en woonden we bij de broeders, die het ziekenhuis runden. Zij~ebben dit ziekenhuis in twintig jaar tijd uit werkelijk niets opgebouwd, met de nodige moeilijkheden s tot wat het nu is. Deze vorm van missie spreekt mij meer aan dan het godsdienstige werk van de paters. Alhoewel de missieposten ook vaak hebben gezorgd voor wegen,een hotelfunktie hebben, postkantoor zijn enz •• In hun werk waarborgt de missie weI een stuk kontinuiteit en werk aan de basis. Op grond van jarenlange ervaring hebben deze mensen ook vaak meer recht van spreken dan een vrijwilliger die er slechts een paar jaar is. Dit langdurige verblijf geeft echter ook verplichtingen. Zo werd er met huip van het ziekenhuis een huis gebouwd voor een minister en twee huizen voor regeringsfunktionarissen( Iuxueus!). In de gesprekken kwamen we vaak terecht op de\Afrikaanse kultuur en de christelijke waarden van medelijden en naastenliefde die daar aan vreemd zouden zijn. Deze twee maanden heb ik als bijzonder prettig ervaren en heeft me tevens een beter beeld gegeven van de levensomstandigheden en het werk van een vrijwilliger in een ontwikkelingsiand. Hierdoor is het voor mij gemakkelijker geworden een beslissing te nemen wanneer ik na mijn studie overweeg ontwikkelingswerk te gaan doen. Ook heeft het meer duidelijkheid gebracht in wat ik voor mijn studie als zinvol ervaar om aan te gaan werken.
- 24 -
4.2.ll E!!~22B!!j~!_!!Y~!!BS!B_Y~B_~2!_!!!E!!_ De eerste twee weken had ik nog niet het gevoel in donker Afrika te zitten. Alles liep prima, bovendien kwamen de dingen die ik zag mij vrij bekend en gewoon over. Dit gevoel heeft de hele reis voortgeduurd inmeer of mindere mate. Alleen tijdens de terugreis en ons bezoek aan Sese veranderde data D armoede kwam op mij niet schrijnend over, dit is misschien wel te verklaren. Tijdens ons verblijf was het steeds mooi weer en dan valt slechte kleding en huisv~esting niet zo erg op. Gelukkig zijn de verschillen tussen arm en rijk (nog) niet zo groot. het land heeft bovendien een regering die zich richt op het totale yolk en land, de top geeft zelf het goeie voorbeeld. De mens staat voorop. Er bestaat daar nog een menselijke samenleving. Het levensritme en de rust waarmee de mens en hun werk doen doet weldadig aan. Dit alles slaat op je ove~ zodat,op een gegeven moment je rustig een uur onder een boom op de bus gaat zitten wachten zonder te gaan schelden op het openbare vervoer. Een bijzondere ervaring yond ik de kerkdiensten. Door de mooie, levendige zang voelde je je een. Ik kreeg het idee dat de kerk veel meer leefde. Verder was het leuk te ervaren dat je met de kennis die je hebt in Tanzania veel meer doet en kunt doen dan in Nederland. De oms tandigheden stimuleren je meer iets te leren of iets nieuws te doen. Uit de gesprekken kon je de ontwikkeling van de laatste twintig jaar opmaken en die geeft mij moed. De situatie is niet hopeloos. Met kleine dingen kan al veel verbeterd worden aan de levensomstandigheden. De ontwikkeling zal wel veel vallen en opstaan kosten. Men moet echter niet te snel proberen te ontwikkelen , want ook in Tanzania zegt men: BARAKA, BARAKA RAINA BARAKA. (Haastige spoed is zelden goed)
- 25 -
4.3 Tongi.
De direkteur van het caritasbureau van het bisdom Tabora stuurde ons een brief, waarin we uitgenodigd werden in het dorpje Tongi te komen helpen met het ontwerp en de bouw van een reservoir voor de opslag van regenwater, opte vangen door een nabijgelegen kerkdak (zie tekening). Men vroeg ons aan de hand van bijgevoegde gegevens te komen tot een compleet ontwerp, waarbij aandacht geschonken moest worden aan verdamping, termietresistensie, lekvrijheid en kosten. De materiaalkeuze moest zoveel mogelijk gebeuren uit wat plaatselijk c.q. landelijk verkrijgbaar is. Een 50-tal families moesten gedurende een aantal maanden water kunnen krijgen, als op het eind van de droge tijd veel waterpoelen droogvallen. Verder was vermeld dat een soortgelijk on twerp in een andere streek van Tanzania uitgevoerd was, maar mislukt door termietengaatjes in de bekleding van plasticfolie. Als deze opdracht voor ons niet geschikt was of te moeilijk, konden we helpen met graven in een bestaand puttenprogramma. We hebben ons toen verdiept in het reservoirontwerp, en in de literatuur over putten, reservoirs, waterpompen e.d. We hebben gekeken naar in Nederland verkrijgbare plasticfolies, wat betreft de leverbare breedtes, de zonlichtbestendigheid en kosten. Tegen de termieten hebben we niets anders kunnen vinden dan het gebruik van insekticides. In verband met de mogelijke werkzaamheden is een lascursus en een metselcursus gevolgd. We spraken verder een Nederlandse bouwkundige, die werkzaam is in Tabora en een pater uit Tongi~ Beiden waren op verlof in Nederland.
In Tongi aangekomen troffen we een vrij droog vlak land~aan.De bevolking woont er in lemen hut ten en houdt zich bezig met de verbouw van het eigen voedsel, zoals zoete aardappelen, mais, bonen cassava, uien, tomaten en soms wat rijst. Verder verbouwt men katoen, die aan de kooperatie geleverd wo~dt. Men houdt koeien, geiten en kippen. In de regio (Kata, bestuurlijke basiseenheid) liggen een aantal dorpskernen, enkele lagere scholen en enkele maalderijtjes, die over een dieselmotor beschikken. Er staat een gebouw van de C.C.M., een stenen kerk en een pastorie. De hoofdmissiepost en een ziekenhuis liggen op 10 mijl afstand in het dorp Ndala. De enige winkel levert zeep, fietsonderdelen, schriften, enkele kledingstukken, hakken voor het bewerken van het land en radiootjes. Meer kleding is er te krijgen in de winkels in Ndala. Trekossen voor een kar, slee of ploeg zijn nog zeldzaam. Man en vrouw werken samen op het land met de hak. De mannen bouwen in de droge tijd soms een huis en gaan naaa markten en vergaderingen. De vrouwen halen water, doen de was, stampen mais e.d. tot meel, verzorgen de kinderen en koken. Wij kregen onderdak in de pastorie van een hulpmissiepost. Meestal verbleef daar ook een pater, die pastoraal werk deed. De eerste 2 weken haddeh we gezelschap van pater Hendriks met wie we het ontwerp van het reservoir bespraken en die ons de omgeving leerde kennen. Ret grote stenen huis met een zestal vertrekken verschafte ons het normale woonkonfort. AIleen de butagasverlichting en de regenwatertank buiten waren aangepast. De kok maakte 2 keer per dag een warme maaltijd en bakte het brood voor ons ontbijt. Wekelijks kwam
:~,'~tB)t~~/: ~"~,.-;~,., ."
~
; {,"
'~1!1,t.' - '
, /\
,'\,.
\
I
I
I
t"
~ca!e
,
!--12:v&' ~
I-i
~
I
fD
;:s
1-"-
1;1&
~
.,
....... ,
f!
No- I;/t ,bricks
end!..
in each
I"vtr
"JO
PI
t"t
,!O
~
'1
(II
c:::
'" ~ .·21~ l~';';'~: !1oJO
t"t
~l
Moal
strips 10' (ong
G"
'
t
~ ! 2
II
3
0
t.
9
5
8
6
7
7
(,
6
5
9
4
1O
1
11
2
I I?
J I I
I'
--
I ' I'~,- ' '
I
iO
' :
I
:
_L _
.....
I--~ ,._-!~L_
~
--.---
;:s ;:s
1-"-
01:1 (II
r 'II 1- ----r-~-1 I
I-i
~ (II
Ii
r <,-
L,. . _,~_ ....
12
:
1 I r- --r---"'1 , I I ,I : I
13
l
- ...
I
14
_i
I! I 5':
I
14
14
ft
,
" 14
/7' 9
!
I
, ,
I
tigl,
liSP
"
'I'
I' : : \ l, ,i ...I ____ 1_: __
'
,
.
I
'~ I "
7,~" ~ I
t, I,
To p view of cov~ shONing • section of metal IIItrips (: lit from an oil drUft\
,- -:- -: ., ',- """"'" ;;...,
,
ScQlc 1:10 "
",.
'-}~
','
---!,
01:1 (II
~I» t"t
fD Ii Ii
(j)
til (II
~
o
1-"Ii
N Q\
- 27 -
een vrouw de was doen. De paters zorgden zo goed mogelijk voor koffie, thee, boter, zout butagas, bloem, suiker en rijst. Over deze artikelen beschikten de Tanzanianen hier niet, op het zout en de rijst na. We kregen 4 nieuwe fietsen van de missie om ons werk te kunnen uitvoeren. De eerste en de beste kontakten hadden we met de kok, de wasvrouw, de katechist en hun familie.
De eerste dagen na aankomst hebben we uitvoerig de plannen doorgesproken met pater Hendriks. Het bleek dat teer om de banen plastic aan elkaar te plakken en om de vertikale wand en van de kuil mee in te smeren, niet verkrijgbaar was (teer stoot termieten af). Plasticfolie hadden we in een fabriek in Dar es Salaam bekeken, maar een geschikte breedte zou pas enige tijd later in produktie gaan. De Nederlandse subsidie was bovendien nog niet ontvangen. Het konstrueren van een dak om de verdamping tegen te gaan en het plastic tegen het zonlicht te beschermen, zou het on twerp te duur maken. We hebben toen een houten frame, bespannen met folie, als vlot in een put getest. Dit type vlotten werd nu een dampscherm. De folie van de zijwanden zou nu echter aan de zonnestraling blootgesteld worden. Vervangbare folieflappen leken een oplossing.'.{zie tekening). Wand en met een helling werden verlaten, nadat we een oude put hadden gezien met vertikale wanden en besloten hadden vlotten toe te passen. Het uiteindelijke on twerp hebben we op een schoolbord geschetst en na de zondagsmis aan de mensen getoond. De mis zelf leidde de aandacht ook in die richting. Daarbij waren achter de kerk op de uitverkozen plek vier hoekpalen in de grond geslagen. Ook hadden we kontakt gezocht met de plaatselijke bestuurders om hun instemming en steun te krijgen. Het puttenprojekthield in dat grote, ondiepe, vervuilde drinkwaterpoelen werden veranderd in smalle diepe putten met een scharnierende ijzeren deksel (zie tekening). Hiervan waren er vijf jaar te voren al vier gemaakt. We hebben dit on twerp opnieuw op papier gezet. De paters hadden de mensen al voorbereid op het puttenprojekt. Ais de kerk cement en deksels beschikbaar stelde wilden ze best meewerken aan een gemeenschappelijke put in hun buurt.
Bij potentiele bouwplaatsen keken we naar : het gemeenschappelijke putgebruik, de bereidheid tot samenwerking bij de bouw, de waarschijnlijkheid, dat hier inderdaad het hele jaar door voldoende water zou zijn. Daarna konden de mens en cement komen halen om een opgegeven aantal cementstenen te maken. Ais die klaar waren, kwamen we op een afgesproken dag met schoppen, emmers en later zelfs een kleine motorpomp. Nu schepten we met zijn allen zand , vuil en water sneller uit de poel, dan het grondwater erin stroomde. Op de bodem begonnen we de stenen te leggen. AIleen de bovenste lagen werden gemetseld. Van deze putten hebben we er acht nagenoeg voltooid, terwijl er materiaal voorradig was om er nog meer te maken na ~ns vertrek. Bij sommige putten moesten we aIle aanwijzingen geven, bij andere stelden de mensen er een eer in het zelf" te doen. Vaak snapten de mensen het weI, maar ontbrak het hen aan zelfvertrouwen en ervaring.
- 28 -
Ret graven van het reservoir.
De eerste put
18
gereed.
- 29 ~ij het graven van het reservoir kwam slecht3 een klein groepje mannen meehelpen, terwijl er toch zoln 225 m verplaatst moest worden.Behalve wij drieen waren er de eerste week een stuk of vijf anderen. Zij mopperden dat de rest niet kwam". maar ze konden niet veel anderen ertoe bewegen ook te komen graven.De tweede week waren er nog minder, maar toch kwam to en ongeveer een achtste deel van het graafwerk klaar.De derde week is men nauwelijks meer komen helpen.s'Zondags heeft een pater een felle preek gehouden, waarin duidelijk gezegd werd dat de Nederlanders van heel ver waren gekomen om hun aan water te helpen,em dat ze het zelf maar moesten weten als het werk na die zes weken niet af was.Men is echter nauwelijks meer komen graven.
Bij thuiskomst in Nederland hebben we over het werk van gedachten gewisseld met dezelfde pater op verlof, die we v66r onze reis om achtergrondinformatie over Tongi gevraagd hadden.Hier voIgt een rijtje aspekten m.b.t. de moeilijke start van het reservoirprojekt in vergelijking met het puttenprojekt. a.Het idee van een reservoir en daarna het hele ontwerp was niet van henzelf, en het stond ook ver van hen af. b.Waarom een reservoir maken als nog niet gebleken is dat de nieuwe putten droograken. c.De gang naar de missie voor water is niet dezelfde als de gang over hun gewone waterpaadje. d.De watertorens van de regering die sommigen weleens gezien hebben bevatten vaak geen water. e.De uitvoering van het puttenprojekt was beter voor~ereid, mede omdat de paters het hierover onderling volkomen eens waren. f.De benodigde materialen, zoals dakgoten en plasticfolie, waren niet aanwezig. Op den duur zijn de mens en niet met woorden aIleen te motiveren, omdat ze al zo vaak te,leurgesteld zijn.
t
Uit korrespondentie met Tanzania weten wij dat de dakgoten inmiddels worden vervaardigd.Verder wordt er vanuit Nederland een partij butylrubberfolie met de bijbehorende verbindingstape naar Tongi getran.sporteerd.Deze folie is termietafstotend,monlichtbestendig en zeer elasties.Dit was lokaal niet verkrijgbaar; de kosten zijn aanzienlijk.
4.3.6
~~!!22g!!i~~_~!Y~!ig~~g_y~g_~~~~_~!~!~~~g
Prima reis geweest,ik ben erg blij dat ik meegegaan ben! J1ijn ideeen waren aan toetsing en revisie toe. Nu we ons zelf met twee kleine waterprojekten hebben bezig gehouden, is mij pas goed duidelijk geworden dat je niet een nieuw projekt daar moet beginnen, dat maar voor een deel klaar is als je vertrekt. Jammer is ook dat ik de vastgelopen dieselmotor van het aggregaat van het ziekenhuis in Ndala weI uitelkaar heb kunnen halen, maar door het uitblijven van reserveonderdelen niet meer in elkaar heb kunnen krijgen. Het is de vraag of de zusters dat nu zelf klaren. Tegenvallende resultaten moet je goed kunnen verwerken.Aantrekkelijk is de iets primitievere leefsituatie, de natuur, het makkelijke kontakt met de bevolking.
- 30 -
'---'----'De eerate dagen in Dar es Salaam zaten we s'middags en s'avonds warm te eten in die paar betere restaurants waar de blanken elkaar treffen.Dat speet me later, toen we in de eetgelegenheden voor gewone mensen geweest waren. Sinds ik terug ben van deze reis, herken ik de struktuur van onze komplexere maatschappij iets beter.lk heb iets meer interesse gekregen om hier zinvol werk te doen, en tevens ,. de erg noodzakelijke ervaring op te doen in een technies vakgebied.Afgestudeerden zonder ervaring worden weinig gevraagd door Landen ala Tanzania.
4.3.7 ~~!!~~~1ii~~_~!!!!i~g~~-!!~_~~!_~~_~~2_Y!~_2~!_~~~~ Voor ons was deze verblijfsperiode in Tanzania tevens een proeftijd. We wilden bekijken hoe we de leef- en werkomstandigheden in een tropisch ontwikkelingsland zouden ervaren, als voorbereiding op een eventueel langer verblijf. De persoonlijke kontakten met de Tanzanianen waren beter dan we hadden durven hopen met onze relatief geringe taalkennis. De geheel eigen kultuur, zich uitend in leefgewoonten, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten en dergeIijke was bijzonder boeiend. We hebben weI niet de warmste tijd meegemaakt, maar toch de overtuiging gekregen het klimaat aan te kunnen. We hebben ook gezien hoe een aantal buitenlanders gehuisvest zijn en hoe het voorzieningenniveau is. A1s je niet in de blanke wijk van een stad gaat wonen, maar tussen de (toch weI beter gesitueerde) Tanzanianen, kun je gemakkelijk relaties met hen aanknopen, ook buiten het werk. Sommige goederen en diensten zijn soms moeilijk te krijgen, maar daar staan veel inlandse produkten tegenover. Door het werken via de missie hehben we gezien dat deze organisatie een enorm vertrouwen heeft bij de mensen en de overheid. De paters en zusters staan lange tijd in direkt kontakt met een groot deel van de bevolking, waardoor zij hun problemen vaak goed kunnen schatten. Aan den lijve hebben we kunnen ervaren hoe belangrijk het is voort te bouwen op de gewoonten en het technisch vermogen van de mensen. We gaan nog weI eens die kant ui t • 4.3.8 In Tongi is mij goed duidelijk geworden, dat het werken in een primitieve dorpsgemeenschap een goede ervaring is, om de volgende redenen: a.Er werd'nuttig'werk verwacht, dat direkt welvaartsverbeterend is, d.w.z. de eerste levensbehoeften betreft. b.Er was voor de mensen een verwevenheid tussen de werk- en woonsituatie, dUB ook de verwevenheid tussen vrije tijd en werktijd. Daardoor beoordeelden zij hun werk veel meer in het licht van hun dagelijkse Ieefsituatie. c.Je komt tot relativering van een groot aantal'westerse' welvaartsartikelen. d.lmprovisatie en inventiviteit waren erg belangrijk. Er bleek veel mogelijk met eenvoudige dingen. e.Frisse lucht en natuurschoon waren overvioedig aanwezig, evena1s mogelijkheden voor avontuurlijke tochten, a1 dan niet met het openbaar vervoer.
- 31 -
4.4 Kiguru Kiro. In februari 1977 kregen we kontakt met Jan vraag of we erg ens in Tanzania aan de slag Hij was al jaren van plan om een windmolen Kiro. Dus het hoofddoel van ons bezoek aan van een windmolen.
van Zeeland, die op onze konden positief reageerde. te bouwen in het dorp Kiguru Kiguru Kiro was het bouwen
t
4 • 4. 1 !!~.L22!E . Het dorp Kiguru Kiro is genoemd naar een berg, een bult in het landschap in de nabijheid van het dorp. Kiguru Kiro betekent: "plaats om naar te vluchten". Het dorp ligt 70 km ten noorden van Morogoro, aan de voet van het Ngurugebergte in een vlakte, die ter plaatse "pori" (een savannegebied) genoemd wordt. Er leefden op het moment, dat wij het dorp bezochten, acht families, ongeveer 50 mensen. De dorpelingen behoren tot de Nguru, een stam die in het Nguru-gebergte woont en die zich daar in de vorige eeuw gevestigd heeft, toen men slavernij en stamm~n oorlogen probeerde te ontlopen. Het dorp is gesticht in juli 1974. Oorspronkelijk komen de dorpelingen uit Maskati, gelegen hoog in de bergen (op 1700 m) en moeilijk te bereiken. Het ligt op 7 uur lopen vanaf de missieplaats Mhonda en Turiani. Jan van Zeeland is daar gedurende een tiental jaren missionaris geweest. In 1974 is hij uit zijn orde getreden en heeft hij zijn missionaris-zijn een andere gestalte gegeven. Hij is nu getrouwd met Maria, een Tanzaniaanse, en heeft twee kinderen. Om een aantal redenen is Jan van Zeeland uitgetreden: I) Na de onafhankelijkheid trokken vele missionarissen weg. Ook de com-
pagnon van Jan vertrok en niemand verving hem, zodatJan-calleen,moest werken in een afgelegen oord. Deze eenzaamheid kon hij niet langer verdragen. 2) AIleen maar geestelijke zorg bracht deze mensen g~en vooruitgang. Hij wilde niet buiten, boven en voor de Afrikaanse gemeenschap werken, maar in, voor en samen met die gemeenschap. Dit zag hij als zijn voornaamste taak als christen. 3) Hij werd verliefd op zijn toekomstige vrouw, Maria. Samen met een tiental jonge mannen en vrouwen uit Maskati is hij toen naar de vlakte getrokken om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Ais reden daarvoor is aan te geven: I) Er was niet voldoende landbouwgrond aanwezig voor de groeiende bevolking. Bovendien kan door de ligging van de percelen, tegen de hellingen, de grond niet mechanisch bewerkt worden. Dus g~en mogelijkheid tot produktiviteitsverhoging. Het gevolg is overbevolking met daarmee gepaard gaande periodieke hongersnood. 2) Andere bestaansmogelijkheden dan landbouw, bijvoorbeeld een kleine industrie, zijn er niet omdat Maskati verafgelegen ligt. 3) De oudere mensen in Maskati staan skeptisch tegenover iedere verandering van gewoontes en levenswijze. Dit conservatisme werkt belemmerend voor de jonge mensen, die hun situatie willen verbeteren. Door zich elders te vestigen, valt deze belemmering (sociale contrale) weg. 4) Juist in die tijd (1974) voltrok zich in heel Tanzania een proces van vernieuwing en herinrichting van het platteland. Er werd een begin, gemaakt met het in praktijk brengen van de politieke idealen, die in de daarvoor liggende 10 jaren waren ontwikkeld. (zie de werken van Nyerere en de C.C.M. over self-reliance, self-supporting,.
- 32 -
onderwijs en de ontwikkeling van industrie en platteland, de ujamaapolitiek). Het belangrijkste was weI de oprichting van ujamaa-dorpen om de teveel verspreide bevolking te concentreren, daar anders voorzie~ ningen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, industrie en nijverheid, elektriciteits- en watervoorziening niet gerealiseerd konden worden. Dit alles zou gebeuren op basis van inspraak en vrije wil. Echter in de praktijk is er door de overheid "dwang" gebruikt om de mensen bijeen te brengen. Dit proces van dorpsvorming is nu tot stilstand gekomen en er zijn slechts weinig dorpen, die voldoen aan de eisen, die aan zo'n ujamaa-dorp gesteld kunnen worden. Een ujamaa-dorp houdt globaal in: - Zo weinig mogelijk prive-grondeigendom, uiteindelijk doe I gemeenschappelijk grondbezit. - Gemeenschappelijke arbeid en konsumptie. - Opzetten van dienstverlenende bedrijven voor ujamaa-dorpen zoals ge~ zondheids- en onderwijsvoorzieningen, winkels, enz. - Het initiatief moet komen van de plaatselijke bevolking onder advies van de regering. - AIle belangrijke beslissingen (zoals winst-besteding) worden door de dorpsleden gezamelijk genomen. - Opbrengsten worden verdeeld naar arbeidsaandeel. - Regerings- en C.C.M.-funktionarissen en onderwijzers moeten deze produktie- en leefwijze verduidelijken en daarmee begrijpelijk maken als enige alternatief tot ware ontwikkeling. - Er moeten geleidelijk technologische veranderingen plaatsvinden. Twee jaar lang praatte Jan van Zeeland met jonge mannen en vrouwen de mogelijkheden door om zo'n dorp op te richten. Vruchtbare grond was er genoeg, gelegen aan de voet van de bergen. Vanuit Nederland kreeg men een gift (125.000,-). De bedoeHng was dat deze gift als een "roulerende" lening werd beschouwd: Het dorp zou de lening in de loop der jaren afbetalen en de gift doorgeven aan een ander dorp in de omgeving. Van deze gift werden 2 tractoren en landbouwwerktuigen gekocht. In juli 1974 was het zover. De mann en gingen het eerst. Zij maakten het land vrij van bomen en ploegden het en bouwden huizen. De plaats was ongelukkig gekozen. Vijf kilometer van het riviertjeMgongora, dat in september droogvalt tot de regentijd in maart. Hieruit ging men iedere dag met de tractor en een tankwagentje water halen. In de droge tijd moest men nog eens vijf km verder naar de rivier Mkindu. Dit bracht hoge kosten met zich mee (dieselolie en onderhoud). Bij de oprichting van het dorp werd van drie principes uitgegaan: J) Er zullen nooit arbeiders (in de zin van loonarbeiders) in dienst worden genomen. 2) AIle grond, produktiemiddelen, arbeid en winst zal aan de leden van het dorp toekomen. De winst zal via de volgende verdee1sle~tel worden verdeeld: 25 % sociale zekerheid (huizen), 25 % reservepot voor uitbreidingsinvesteringen, 25 % onderwijs en 25 % winstdeling onder de leden. 3) Het doel van de produktiegemeenschap is niet om zoveel mogelijk geld te verdienen, maar om het leven voor anderen mogelijk te maken en te verbe:teren. Verder was men nog van plan om het dorp uit te laten groeien tot 250 mensen, een winkel te openen, een school, een houtzagerij en een steenfabriekje op te zetten, koeien,:.ge.iten en kippen te gaan houden. Er werd begonnen met het verbouwen van rijst, mais, sorghum en bonen.
- 33 -
De bewoners waren aan het verhuizen naar het riviertje toe (zie kaartje). De ontwikkeling van het dorp is gestagneerd. Er zijn nog acht families overgebleven. Jan van Zeeland heeft besloten deze zomer het dorp te verlaten en voor zichzelf te beginnen (o.a. verbouw van suikerriet). Hij kreeg de indruk, dat de dorpsgemeenschap teveel op hem steunde kwa initiatief, kennis, inzet en kapitaal. Hij hoopt dat de dorpelingen door deze stap zelf initiatieven zullen ontplooien. Jan blijft secretaris van het dorpskomitee, hij blijft hen adviezen geven en men kan gereedschap en materialen van hem blijven gebruiken. Een andere reden speelt ook een belangrijke rol: Jan heeft nu een gezin en heeft bovendien familieverplichtingen (extended family). Hij moet aan zijn toekomst denken en hij wordt belemmerd in zijn zelfontplooii~g, omdat de onstabiele toekomst hem geen zekerheid kan geven. Het gecultiveerde land is nu verdeeld onder de acht leden. Het materieel, zoals de tractoren, is voor gemeenschappelijk gebruik; een tractor staat al een half jaar stil vanwege een onderdeel dat niet te krijgen is. De oogst van dit jaar was goed. Er werd voornamelijk mais verbouwd, dat minder arbeidsintensief is dan rijst. Bovendien is het volksvoedsel ugali ~maismeeIpap). Verder verbouwde men sorghum, bonen en wat rijst. Van de totale produktie wordt een gedeeite opgeslagen en voor eigen gebruik aangewend, de rest wordt verkocht aan de overheid of aan particulieren. Dit geld gaat voor een gedeelte in de dorpskas, wat overblijft is voor eigen gebruik (kleren, ijzeren golfplaten voor daken, een radio, een fiets, spaien). Het is nu zo dat de dorpsgemeenschap een "goede boterham" heeft, aIleen wordt niet beseft dat ze met een "gegeven kapitaal n werken, dat ze binnen een tiental jaren moeten hebben terugverdiend voor bijvoorbeeld nieuwe tractoren. De indruk is, dat de dorpsgemeenschap dit niet zal kunnen omdat: 1) de produktie te klein is 2) de prijs van de tractoren, die ingevoerd moeten worden, in vergelijking met de landbouwprodukten die Tanzania uitvoert (koffie), steeds hoger wordt en daardoor dus eigenlijk een nog grotere produktie in de toekomst vereist is. Het gevolg is dat de dorpsgemeenschap over tien-jaar terug moet naar de hak of wederom aangewezen is op een gift van de regering of van het buitenland. Van self-reliance is op deze Manier geen sprake! Ten aanzien van de socialistische doelstellingen kan opgemerkt worden dat er nog weinig is bereikt, hoewel dit in de loop der jaren nog zeker kan gebeuren. Dat dergelijke doelstellingen in vier jaar verwezenlijkt zouden kunnen worden is ons inziens een utopie. Dit vereist zeker een generatie. Volgens de laatste berichten zijn, nadat de windmolen en de waterput gerealiseerd waren, er weer een achttal families in het dorp neergestreken. Een ander probleem, dat in de toekomst nog kan optreden, vormen de Masai, een nomadenstam, die met haar kudde's door de vlakte trekt en deze als haar bezit beschouwt. Verandering van grasland in akkerland zal tot sociale spanningen kunnen leiden tussen de Masai en de dorpelingen. 4.4.3 Onze werkzaamheden.
------------------
Toen wij in Tanzania aankwamen was de situatie voor ons nog helemaal open. We wisten nog niet waar de Molen en de put zouden moeten komen, hoe diep het water zou zitten, hoe hard het waaide, en vooralhoe en waarvanwede Molen en de put zouden maken. We hadden weI wat globale ideeen uit Nederland meegenomen, maar er lag in feite niets vast.
- 34 -
O\.C.Ot:. D ':'0." '1Q;-:Q~--'" ...._ _ _ 1..... 1'_ _---.1'0 teN.
0...._ ...... \ _-.17 'Ut.
PUT ."..L!-i _
.-..--.ZAND
J
- 35 -
Jan van Zeeland bleek al concretere plannen te hebben. De molen zou grotendeeis van hout moeten worden, en in de kop van de molen wilde hij een auto-achteras-differentieel gebruiken. V~~r de put was hij a1 begonnen met het maken van bekistingen om putringen te storten. De put zou in ieder geval dichtbij het riviertje Mgongora moeten komen, maar de meest geschikte plek was nog niet bepaaid. Dit riviertje va1t van septemr ber tot januari droog. Het was bekend dat je in de droge tijd in en bij de bedding van het riviertje water kunt vinden door op de juiste plaatsen te graven.
We zijn begonnen met het zoeken naar een geschikte plaats voor de put. Om de bodem op de aanwezigheid van water te onderzoeken moesten we een aantal boringen verrichten. We gebruikten daarvoor een eenvoudige (hand-) grondboor. Na het maken van verlengstukken kon er met deze boor tot 6 m diepte geboord worden. Met de dorpelingen werden een aantal p1aatsen uitgezocht, die':1op grond van de begroeiing in aanmerking kwamen voor een boring. Onze eerste pogingen waren niet zo hoopgevend: tot op 6m diepte geen water. Het boren bleek een vermoeiend en tijdrovend karwei te zijn. Bij een van onze pogingen kwam er iemand naar ons toe, die we nog niet eerder ontmoet hadden. Het bleek de rijkste man van het dorp te zijn: Mr. Jackson. Hij woonde er a1 10 jaar en kende het gebied erg goed. Hij zei ~ns dat wij op de verkeerde plaatsen aan het boren waren en dat hij een plek wist waar weI water zou zitten. Deze plek lag opvallend dicht bij zijn huis en tamelijk ver van de rest van het dorp, zodat we enigszins argwanend waren. Deze plek lag in een oude rivierbedding, die door de dichte begroeiing moeilijk te vinden was. In het laagste punt van de bedding deden we een boring en het bleek inderdaad een gesehikte plek te zijn: water op slechts 1m diepte. Na nog een aantal boringen in de omgeving werd besloten om op die plek de put te maken, omdat het zieh niet liet aanzien dat er een betere plek dichter bij het dorp gevonden zou worden. Bovendien hadden we al meer dan een week besteed aan het boren. Tevens werd besloten om de molen niet boven de put te plaatsen, maar naast de rivierbedding op het wat hoger gelegen land. We waren bang dat de molen in de zachte, vochtige bedding zou gaan verzakken, en dat de toren in de natte tijd met zijn poten in het water zou komen te staan. Bovendien moest de molen zo ver mogelijk boven de begroeiing uitsteken.
Het maken van de put deden we aan de hand van het volgende systeem. Er werd een binnen- en een buitenbekisting gemaakt om betonnen putringen te storten. Deze bekistingen bestonden uit 4 stukken. Ze waren zo gemaakt, dat, zodra de putring hard geworden was, ze verwijderd konden worden zonder ze te moeten slopen. (zie foto ) We begonnen met het opstellen van de bekistingen op de plaats, waar de put moest komen. Vervolgens werd de eerste ring gestort. Zodra deze ring hard geworden was (na 2 dagen), werd de bekisting verwijderd. Daarna gingen we in en onder de ring graven, waar..,.. door deze langzaam in de grond zakte. Wanneer de ring nog 10 a 15 em bovan de grond uitstak, stopten we met graven. Dan werd de bekisting weer op zijn plaats gebracht en stortten we de tweede putring. Hard laten worden, bekisting verwijderen en weer graven. Op die manier werden 4 putringen gemaak t •
- 36 -
Het maken van een putring.
De windmolen in beddjf.
- 37 De eerste putring mis1ukte helaas. Het cement was te oud en daardoor van een te s1echte kwa1iteit (veel harde brokken). Tijdens het graven brak de ring in tweeen in een onder- en een bovenhelft. Naderhand verbrokkelde de onderste helft verder en hebben we die stukken moeten verwijderen. Voor de tweede en volgende ringen was er weI cement van goede kwaliteit. We konden de put niet dieper maken dan + 2m omdat er teveel water toestroomde en het graven daardoor onmogelijk werd. Wanneer in september de waterspiege1 daalt, moeten de dorpelingen de put verder uitdiepen en afwerken. De putringen zijn gemaakt van zand en cement in een verhouding van 5 : 1. Er is een wapening van betonijzer in opgenomen. Het systeem dat we hier hebben toegepast heeft als voordeel dat de ringen ter plaatse gestort worden. Dit schee1t aanmerke1ijk in transportkosten. Er is ook geen hijsinstallatie nodig. Het opste1len van de bekisting bleek echter lastig en tijdrovend werd te zijn. De oorzaak hiervan was het feit dat de vorm van de bekisting niet ideaal rond was en bovendien onregelmatigheden bevatte. Daardoor paste de onderkant van de bekisting meestal niet goed op de bovankant van de vorige putring. Voora1 het aanbrengen van de binnenbekisting leverde veel moeilijkheden Ope 4.4.6 De toren. De toren van de molen is helemaal van hout gemaakt. Het ontwerp is grotendeels overgevomen van de houten zeiltjes-molen van de W.O.T. (Werkgroep Ontwikkelings Technieken) van de T.H. Twente. Hij is echter hoger (7,5m) en een stuk zwaarder. Voor de 4 torenpalen namen we teakbomen van ongeveer 15 cm doorsnede. Voor de dwars- en kruisverbindingen gebruikten we balken van 10 x 5 cm. De bomen en de balken haalden we bij een teakbomenplantage en een houtzagerij 30 km ten noorden van het dorp. V~~r bijna aIle bevestigingen gebruikten we spijkers van 15 cm lengte. Nadat we de boman geschild en op maat gezaagd hadden, werd de toren op de grond in e1kaar gezet. Er werden 4 gaten van 50 cm diepte voor de poten van de toren gegraven. De toren was zover klaar dat hij rechtop gekanteld kon worden. Hij bleek echter zo zwaar, dat hij bij de top met ongeveer 10 man nauwelijks op te tillen was. We probeerden daarom de toren vanuit bijna horizontale positie met de auto rechtop te trekken. Bij de eerste poging schoten de poten op de grond over de gaten heen en viel de toren schuin opzij • Om dit te voorkomen groeven we bij de tweede poging sleuven naar de twee voorste gaten toe, zodat de twee poten op de grond a1 in hun gat rustten. Toen lukte het weI om de toren rechtop te trekken. De poten werden ingesmeerd met carboleum. Voor de fundering stortten we eementspeeie in de gaten rondom de poten, die voor een goede heehting van grote spijkers voorzien waren. Daarna kon de toren verder afg~bouwd worden: het aanbrengen van het eerste en tweede bordes en het vastzetten van de torenpijp.
Er is gebruik gemaakt van een auto-achteras-differentieel. De roterende beweging van een van de steekassen, die als molenas dienst doet, wordt via een krukmeehanisme omgezet in een op en neer gaande,bewe8i~g.met een slag van slechts 3 em, genoeg voor het gebruikte pompje. Vanwege deze kleine slag was er in het differentieelhuis juist voldoende ruimte om een kruk aan een van de steekassen te maken. We wilden of moesten gebruik maken van de in het differentieel aanwezige lagers, omdat lagers in Tanzania erg duur en moeilijk te krijgen zijn. Het zou te ver voerenoJD. in de-
- 38 tail weer te geven wat we allemaal hebben moe ten doen om een goed gelagerd krukmechanisme te verkrijgen, maar na een hoop snijbranden, zagen, lassen en boren hadden we toch een bevredigend resultaat. We hebben gebruik gemaakt van een van de op de achteras aanwezige remr men. De kabel van de handrem werd verlengd en bevestigd aan een tuimelbalkje. Met een trekkoord kun je het tuimelbalkje net over het dode punt trekken en zodoende de molen op de rem zetten. Met het zelfde trekkoord kun je het tuimelbalkje weer verticaal trekken en daarmee de molen van de rem af zetten. Het frame van de vaan is gemaakt van geperforeerde hoekprofielen en strippen. Deze profielen had Jan een keer ergens op de kop getikt. Voor het vaanblad namen we een dunne ijzeren plaat. Om de molen veilig uit de wind te kunnen zetten hebben we de vaan zo gemaakt, dat je hem in twee standen kunt zetten: de vaan loodrecht op het rotorvlak (molen in de wind) en de vaan evenwijdig aan het rotorvlak (molen uit de wind). De vaan kan draaien om een van de steekassen, die we loodrecht op het differentieel hebben gelast. Twee grendels zorgen ervoor, dat de vaan in een van beide standen blijft staan. Bij het ontwerp van de rotor hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld: - Om de overbrenging van de rotor naar de pomp zo eenvoudig mogelijk te houden werd er gekozen voor een directe koppeling via een kruk aan de molenas en een pompstang. - De gekozen pomp, een membraanpomp, werkt bij een laag toerental en vraagt een hoog startkoppel. Deze drie factoren, laag toerental, directe koppeling en hoog startkoppel, leidden tot de keuze van een veelbladige rotor met een lage snellopendheid. Het startkoppel is extra vergroot door de bladbreedte aan de tip groter te nemen en de instelhoek daaraan aan te passen. Uitgangspunten bij de bepaling van de di~ter van de rotor waren: - een gewenst debiet in het begin van 2 m water per dag, . - een opvoerhoogte van 10 m, - aanlopen van de molen bij een windsnelheid van 2 m/sec., - de vraag: Wat is voor ons nog een haalbare diameter om te maken? Van het windregiem ter plaatse waren slechts weinig betrouwbare gegevens beschikbaar. We kwamen uit op een diameter van 3 m. Daardoor is de molen zodanig overgedimensioneerd, dat het debiet in een later stadium vergroot zou kunnen worden door een grotere pomp onder de molen te monteren. De rotor is gemaakt van een oude snijschijf van een ploeg, waarop 8 stukken waterpijp gelast zijn. Op elke pijp zitten 3 houten steunen geklemd, die gemaakt zijn in een timmerfabriekje van de missie. Op deze steunen zit het blad geschroefd. De bladen zijn geknipt uit dunne ijzeren plaat. Het gebruik van zeilen in plaats van metalen bladen leek ons minder geschikt. Zeil is moeilijk te krijgen, het aerodynamisch rendement is lager, de levensduur is waarschijnlijk korter, het elke dag uitzetten en oprollen van de zeilen is te omslachtig en het maakt een minder solide indruk. Om de rotor meer stevigheid te geven hebben we de wieken naar voren getuid en de tippen onderling verbonden met ijzerdraad.
Bij de keuze van de pomp kwamen twee typen in aanmerking: de zuigerpomp en de membraanpomp. Deze vragen een op en neer gaande beweging en kunnen met een kruk-drijfstang direct aan de molen gekoppeld worden. Er werd gekozen voor de membraanpomp on twee redenen:
- 39 -
1) De membraanpomp heeft een korte slag. Bij directe koppeling van de pompstang aan de kruk van de molenas blijft de zijdelingse beweging van de pompstang klein, waardoor het lager, waarop de kop van de molen draait, klein kan blijven. ~ 2) Voor het maken van een zuigerpomp heb je o.a. een draaibank nodig. Die hadden we daar niet tot onze beschikking. Er is gezocht naar een geschikt type membraanpomp. We besloten om zelf een pompje te maken. Dit pompje hebben we meegenomen naar Tanzania en daar onder de molen gemonteerd. Er zouden echter nog verbeteringenaangebracht kunnen worden door: - een zuig- en perswindketel aan te brengen, - een extra geleiding van de pompstang aan te brengen, - het frame, waarin de pomp gemonteerd is, te versterken.
4.4.9
!~!~g~!~~.
De totale kosten van de molen en de put bedragen 11600,-. Daarbij zLJn· niet gerekend de pomp, een aantal materialen van Jan of van het dorp en enkele gereedschappen, die Jan heeft overgenomen. 75% van de kosten zijn materiaalkosten, 25% vervoerskosten. 1360,- is door het dorp zelf bijgedragen, 11240,- is betaald door Nederlandse subsidiegevers. Terugkijkend op onze bezigheden in Tanzania zouden de volgende kanttekeningen geplaatst kunnen worden: - Door de korte voorbereidingstijd waren we nog niet voldoende thuis op het gebied van het ontwerpen en dimensioneren van een molen. Desondanks vinden we dat we de ons gestelde opdracht tot een goed einde hebben gebracht en zijn we tevreden over het resultaat. - Toch zou het naar ons idee verstandiger geweest ZLJn als in plaats van de molen een solide handpomp geinstalleerd zou zijn. De molen is voor de mensen van het dorp een ingewikkeld ding, en hij is duur en kwetsbaar. V~~r reparaties zullen zij waarschijnlijk steeds een beroep moeten doen op Jan van Zeeland.
Allereerst: de dorpsgemeenschap Kiguru Kiro en Jan van Zeeland en Maria, bedankt voor de gelegenheid om iets van het "Afrikaanse leven" mee te maken. Ik hoop dat men in de loop der jaren een bestaan kan op bouwen met wat materiele welvaart. Dit vereist werken waarbij ze hopelijk de doelstelling 3 (van de oprichting van het dorp) nooit uit het oog zullen verliezen. Meer materiele welvaart zonder welzijn is slechts een levensillusie die funest zal werken, iets wat op dit moment in West-Europa gebeurt, zonder oog op daadwerkelijke oplossingen voor problemen als de energiecris is, mi lieu-aantas ting, enz. Mijn algemeen oordeel over Tanzania is na mLJn verblijf van drie maanden niet veranderd. Ik blijf het socialistisch ontwikkelingsmodel positief beoordelen, hoewel nu ook de problemen duidelijker zijn geworden. Ret beeld, dat hier van Tanzania geschilderd wordt, o.a. door het Tanzaniakomi tee , is ideaal. De politieke idealen zijn inderdaad mooi en worden ook door iedereen onderschreven, aIleen de uitvoering ervan levert problemen op en deze zijn weinig bekend. Proberen een socialistische staat op te bouwen vereist voor een volk verandering van cultuurnormen en -waarden, hetgeen problemen oplevert. Verder, de situatie van ontwikkelingsland te midden van andere ontwikkelingslanden, die niet allemaal hetzelfde model volgen en de relatie met de kapitalistische "eerste'wereId" beperk~n Tanzania in zijn ontwikkeling in materiele zin.
- 40 -
Bij het formuleren en uitwerken van politieke idea1en heeft Tanzania geen hulp nodig van buiten. We1 heeft het technische know-how nodig, en kapitaal om een ontwikkeling van de grond te krijgen, door middel van leningen en giften, maar dan zonder clausules waar dit geld besteed meet worden, en goederen, eventueel tegen betaling; maar dan wel zo dat ook zij een rechtvaardige prijs voor hun goederen krijgen (gestabiliseerde grondstoffenprijzen). En niet zo dat een tractor, die nu tien balen koffie kost, over drie jaar dertig balen koffie kost, zodat produktiviteitsstijging geen effekt heeft op de welvaart van de Tanzaniaanse bevolking. Door mijn verbIijf is de Afrikaanse denkwereld iets minder donker geworden voor mij, hoewel het zeer moeilijk is om je daarin te kunnen inleven. Ik heb hun wereld kunnen aanschouwen, hoe ze hem inrichten, echter hoe ze hem interpreteren en proberen te begrijpen is toch voor een deel ontoega~elijk geb1even. Twee dingen hebben me getroffen: I) De eenvoud op het platteland. Een bee1d zal me steeds bij blijven, dat van een oma met kind zittend bij het vuur, terwiji de zon ondergaat. 2) Het zoeken en proberen terug te vinden en opbouwen van de eigen identiteit van de Afrikaan, die door eeri eeuwenlang indoctrinatie-proees is bijgebraeht dat zijn eultuur, zijn god(en) enz. minderwaardig zijn aan,de westerse. Ook de missie is hiervoor gedeeltelijk verantwoordelijk. Samengevat: een rijke ervaring en voor mij de indruk dat daadwerkelijk socialisme noodzaak en mogelijk is: geen utopie.
De kennismaking met een geheel andere cultuur heb ik als zeer waardevol ervaren. Tanzania is een arm land, maar in bepaaide opzichten vind ik het rijk, met name op het soeiale viak. De omgang met de mensen was plezierig. In het dorp leek voor mij de tijd stil te staan. Het leven ademde iets van rust en tevredenheid. Ik was zelf erg geeoneentreerd op het bouwen van de molen, er moest hard gewerkt worden om op tijd klaar te zijn. Het contact met de mensen was daardoor niet zo intensief. Ik ervaarde dat je als blanke sterk opva1t en dat je a1 gauw op een voetstuk geplaatst wordt: je kan alles, weet alles en je bent rijk. Dit viel mij vooral op toen ik weer in Nederland terug was en die verschi1len ineens wegvie1en. Een van de dingen die ik daar ge1eerd heb is het feit, dat je niet zomaar kan spreken van de Afrikanen, de missie, de vrijwilligers of iets dergelijks. Na ver100p vantijd ga je gedifferentieerder waarnemen, je gaat de onderlinge verschillen opmerken. Van vitaal be1ang was ook, dat we in de persoon van Jan van Zeeland iemand hadden, die door zijn jarenlange ervaring de kloof tussen ons en de Afrikanen kon overbruggen en op de hoogte was van de (on-)mogelijkheden ter plaatse. Hij wees ons op dingen, die ons niet opgeval1en waren, bijvoorbeeld bepaalde gewoonten of be1eefdheidsvormen, die voor de omgang met de mensen erg belangrijk waren. De samenwerking in ons groepje vond ik niet altijd even gemakkelijk, maar het was weI 1eerzaam. Voor zover we met de dorpelingen hebben samengewerkt krijg je al gauw de rol van de deskundige toebedeeld en dat lijkt haast onvermijdelijk. De reis als gehee1 heeft mij aan het denken gezet over o.a. ontwikkelingshulp, aangepaste technologie, onze westerse welvaart, mijn studie aan de T.H. Ik geloof dat de reis voor mij meer vragen heeft opgeroepen dan antwoorden gegeven, maar dat vind ik positief voor een ge-
- 41 -
nuanceerde menigsvorming. Door deze reis heb ik een indruk gekregen van een ontwikkelingsland. Het werken als vrijwilliger lijkt me weI wat. Ik ben me echter af gaan vragen ofeen T.H.-studie daar de meest geschikte opleiding voor is.
Bij aankomst in Tanzania heb ik verbaasd gestaan over de ogenschijnlijke chaos, waarin alles verkeert, die totaal verschilt van het supergeregelde leven in Nederland, en waardoor ik me weI eens getrriteerd voelde als bepaalde handelingen teveel tijd kostten. Maar dit werd ook ingege~ ven door de korte tijd, die we hadden om ons projekt(je) uit te voeren. Na verloop van tijd leerde ik echter deze levenswijze te waarderen. De mensen zijn er zeer vriendelijk, hetgeen onder meer tot uitdrukking komt in het vele groeten. Verder zijn ze minder gehaast, waardoor de snelheid van de ontwikkeling wat laag is, maar waarbij tenminste gelet kan worden op een evenwichtige ontwikkeling. Ik heb weI bedenkingen over het projekt, waarin ik heb gewerkt, omdat alternatieve oplossingen, zoals b.v. eenhandpomp of zelfs een putemmer a1 bij voorbaat dorn Jailv.an' Eeeland1verwQrpen werden. Ik verwacht daarom meer sukses van een projekt, dat opgezet is door en steunt op het volk. Eerst moeten de wensen van de bevolking worden gehoord en moeten technische oplossingen aangedragen worden, kompleet met voor- en nadelen, waarna de betrokken mensen moeten kiezen. Daarbij moet getracht worden om grote sprongen te vermijden. Zeer goed kontakt met de bevolking en een goed begrip van hun leefwijze zijn daarom mijns inziens het belangrijkst voor een ontwikkelingswerker die een blijvende verbetering nastreeft. Bij projekten, uitgevoerd door kerkelijke organisaties, zijn deze laatste vo.orwaarden meestal weI vervuld, maar komen de ideeen te dikwij1s van een op een voetstuk staand persoon, die op de mensen ook zijn eigen geloofsovertuiging tracht over te brengen. Het:-~
voormij een zeer leerzametijd gewees£ en ik hoop na mijn
!'3tudievGor langere tijd in een dergelijke land te kunnen gaan werken.
- 42 -
4.5 Verder verblijf. Na afloop van de werkzaamheden op de verschillende verblijfplaatsen hebde subgroepen zich verder gesplitst om voor hen interessante plaatsen en mensen te bezoeken. Thea en Rob van der Zon zijn direct naar Nederland teruggekeerd, Maus Dieleman ging eerst nog een kijkje nemen in Kiguru Kiro, waar hij nog behulpzaam kon zijn bij het installeren van de kop van de molen. Omdat er door de subcommissie Microprojecten van de CICA aan de deelnemers van de Tanzania-reis gevraagd was om de resultaten van gegeven adviezen aan missionarissen of ontwikkelingswerkers in Tanzania te evalueren, waartoe de voorzitter van de subcommissie de vraagstellers in Tanzania verzocht had een of twee studenten te willen ontvangen, kwamen de groepsleden, afkomstig uit Tongi, Sese en Sengerema, in Mwanza bijeen om de ontvangen antwoorden te bezien en een reisplan vast te stellen. Aangezien echter slechts enkele antwoorden binnengekomen waren van plaatsen, die vele dagen reizen van Mwanza verwijderd lagen, werd van het bezoeken daarvan afgezien en besloten vier leden, t.w. Els Sonnemans, Ton van Aken, Jos Kester en Arnold Berndsen, de terugreis te maken via Arusha, waar zij het Arusha Appropriate Technology Project en de Ngorogoro-krater (een wildpark) bezochten. Louis Linssen en Marjon van der Scbaft gingen via Tabora en Dodoma naar Lusaka in Zambia om vrijwilligers te bezoeken. b~n
Nadat Bram Gordijn en Hans Bleijs uit Kiguru Kiro vertrokken waren om voor de gevraagde evaluatie veldwerkers te bezoeken in de buurt van Dodoma, Babati , Arusha, West Kilimanjaro en Morogoro, bleef Frans Lemmens nog anderhalve week in Kiguru Kiro om de laatste band te leggen aan de windmolen en de pomp. Daarna is hij via Dodoma, Iringa en Mbeya, waar hij enige veldwerkers bezocht t.b.v. de evaluatie, vertrokken naar Zambia om bekenden te bezoeken. Hans B1eijs en Bram Gordijn zijn na afloop van hun evaluatie-rondreis nog enkele dagen te gast geweest in Turiani om te kijken hoe de gebouwde windmolen zich gedroeg. Ret verslag van de afgelegde evaluatie-bezoeken alsmede de informatie, die door diverse leden over resultaten van adviezen verkregen werd op hun ver~lijfplaatsen, is neergelegd in een evaluatie-rapport van de subcommissie Microprojecten, dat te zijner tijd verkrijgbaar zal zijn bij het Bureau Ontwikkelingssamenwerking van de T.H.E.
- 43 -
5.
Financiele verantwoording
5 • 1 !:lJ~~~~!!
In de paragraaf over de financiele kant van de voorbereiding op onze reis (3.4) hebben we duidelijk trachten te maken dat het niet eenvoudig was de nodige fondsen bij elkaar te krijgen. De begroting vertoonde bij ons vertrek nog steeds een tekort ondanks een aanzienlijke verhoging van de persoonlijke bijdrage. Achteraf gezien is het allemaal nogal meegeval:len. Zoals u kunt zien in het totaaloverzicht van de werkelijke en begrote inkomsten en uitgaven op de volgende pagina zijn met name de onderhoudsen verblijfskosten meegevallen. Overnachtingskosten zijn er op de verblijfsplaatsen nauwelijks geweest en de kosten van levensonderhoud bleken zeer laag. Verder zijn er tijdens de reis geen kostbare onverwachte dingen gebeurd, zodat de begrotingspost , diversen/onvoorzien' achteraf veel te hoog was. Dit maakte het mogelijk bij de afrekening de bijdrage per deelnemer weer op fJOOO,- te brengen. Bij onze kontakten met de Stichting Windenergie Ontwikkelingslanden (S.W~O.) en de Beleidscommissie voor Internationale Samenwerking (CICA) van de THE bleek dat deze instanties bereid waren bepaalde op de begroting voorkomende posten voor hun rekening te nemen. Deze begrote kosten zijn opgenomen in deeloverzichten die u, sarnen met de werkelijke bijdragen zult aantreffen in de bijlage I. De totaalbedragen van deze deeloverzichten vindt u weer terug in het totaaloverzicht. De twee niet-THE studenten die met ons mee geweest zijn, hebben de door hen gemaakte kosten voor eigen rekening genomen.
ad 2 en 20 De salariskosten van de docente en het gebruik van materialen in het talenpraktikum werden volledig gesubsidieerd door de vakgroep Toegepaste Taalkunde van de onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen van de THE; De deelnemers hebben elk £20,- uitgegeven aan leerboeken.
ad 3 - 16
De voll~diae Ramen van d~~e bedrijven en instellingen staan in het betreffende overzicht op bijlage II.
ad 12 - 16 Zie deeloverzichten bijlage I. ad 2]
De deelnemers, die onvoldoende verzekerd waren, hebben hun verzekering individueel uitgebreid.
ad 22
Dankzij de medewerking van de bedrijfsgeneeskundige dienst van de THE bleven deze kosten beperkt tot de gele koorts prik en malaria tablet ten.
ad 25 - 29 Zie deeloverzichten bijlage I (herindeling naar kostensoorten).
- 44 -
ad 31
Dit zijn voornamelijk reiskosten, gemaakt bij bezoeken aan ~ns tellingeIl!Il ~derlan~ Dank zij dE: . adminis tratieve onders teuning van de voorbereiding op de reis--door net·-Bureau Ontwikkelingssamenwerking van de THE, werden de administratiekos tot een minimum beperkt.
Totaaloverzicht. begroot I) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) II)
12) 13) 14) 15) 16) 17)
18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28) 29) 30) 31) 32)
werkelijk
115.000,-Bijdrage van deelnemers (10) 2.800,-Kursus Swahili 500,-C &A 250,-Volvo 250,-Daf 100,-Edah 100,-Combinatie Zeeuwse Aardappeltelers 2.000,-Philips 2.500,-Kivi 1.000, -Gustaaf 1.000,-Heidemaatschappij 5.000,-S.W.O. Kiguru Kiro 1.152,-C.I.C.A. Tongi 400,-11 Sengerema 600,-" Kiguru Kiro 590,-II Sese 3.115,-Saldo tekort
flO.OOO ,-2.800,-500,-250,-250,-100,-100,-2.000,-2.500,-1.000,-1.000,-5.000,-1.212,50 604,50 716,-595,--
36.357,--
28.628,--
160,-14.000,-3.000,-400,-500,150,-9.000,-680,-972,-200,-1.600,-290,-1.600,-500,-3.305,--
150,-13.950,-3.000,-420,-300,-.65,-4.200,-653,-1.051,-413,-1.716,-295,-1.600,-220,-595,--
36.357,--
28.628,--
Visa Vliegreis Kursus Swahili Verzekering Medische kos ten Luchthavenbelastin.g Verblijfkosten p.p.p.d. fl5,-Transport in Tanzania Materialen Tongi Sengerema " Kiguru Kiro "II Sese Zakgeld p.p.p.w. 120,-Voorbereidingskosten Diversen (onvoorzien 10%)
- 45 -
6.
Evaluatie geheel. In paragraaf 3.1 hebben we onze overwegingen om naar Tanzania te gaan weergegeven. In dit laatste hoofdstuk willen we onze ervaringen traehten weer te geven ten aanzien van deze gezamelijke beweegredenen.
Zonder volledig . te willen zijn, hebben wij onder aangepaste teehnologie verstaan: een teehnologie die aansluit op de gewoonten,de soeiale struetuur, het teehniseh kunnen en de eeonomisehe draagkraeht van de gemeenschap, waarvoor deze teehnologie bedoeld is. Omdat de gemeensehappen in onze verblijfplaatsen op deze aspeeten versehilden , lopen onze ervaringen met aangepaste teehnologie uiteen. In Sengerema was er een duidelijk versehil tussen de kennis en vaardigheid, nodig voor het bouwen en installeren van de huizen enerzijds en hetrepareren van ziekenhuisapparatuur anderzijds. Het eerste kon door de Tanzanianen zelf worden gedaan met behulp van de aanwezige gereedsehappen en materialen. Voor de reparatie van elektrisehe apparaten en bijvoorbeeld het reviseren van de generator was men aangewezen op hulp van buiten(landers). Om voorzien te zijn van dag en naeht elektriciteit en brandstof te sparen wordt overwogen eenwindmolen aan te sehaffen. Deze zal gezien het te leveren vermogen (10 kW) een geavaneeerd apparaat moeten zijn. In Tongi waren het putten en reservoirprojekt gerieht op de zelfwerkzaamheid van de plattelandsbevolking. De moeilijke start van het reservoirprojekt wijtte men, naast een minder goede introduktie , aan het te ver van de mensen afstaan van de gebruikte teehnologie. Het puttenprojekt was in aIle opziehten veel meer aangepast. De groepsleden, die in Kiguru Kiro verbleven, hadden op zieh genomen een windmolen te bouwen. Aehteraf beschouwden zij het resultaat van hun werk meer aangepast aan de daar toegankelijke technische mogelijkheden, dan aan de gemeenschap. De molen is voor de mensen in het dorp een duur, ingewikkeld en kwetsbaar ding. Het zou beter geweest zijn om uitgaande van de waterbehoeften, te zoeken naar meer aangepaste oplossingen (zoals een robuuste handpomp).
De grote lijnen van het Tanzaniaans ontwikkelingsbeleid blijft naar onze mening het nastreven waard, maar het zal nog weI de nodige tijd vergen. Met name de Ujamaa-politiek, de vorming van dorpen op Afrikaans socislistische basis met grote gezamelijke akkers e.d., verkeerde op onze verblijfplaatsen nog in deeerste fase van uitvoering: de dorpsvorming, daar waar de menseh eerst verspreid woonden. Op zich is dit zeer nuttig, omdat het dan de moeite loo.!tt,. ---openbar-e voorzieningen te trerren, maar we hebben-8ezT....,,~'IIr.U at. ,oak voor de Tanzanianen moeilijk is, vrijwillig samen iets te doen. Er is nauwelijks sprake van gemeenschappelijk bezit of het gezamelijk doen van het dagelijks werk. De dorpsvorming op zich 1ijkt a1 de nodige problemen met zich mee te brengen. De mensen zijn niet
- 46 -
gewend in grote aantallen zo~ dicht op elkaar te wonen (ruzies), de akkers liggen verder weg (diefstal) en de huisvesting is niet zo goed als voorheen in verband met de onzekere situatie enz. Misschien dat de generatie, die nu naar school gaat in staat is het land verder te helpen; indien zij daarbij voldoende medewerking ondervindt van de ouderen. Ret is van de andere kant niet terecht te zeggen, dat het slecht gaat, want daarbij worden vaak Nederlandse maatstaven aangelegd. Je kunt . bijvoorbeeld zeggen, dat het openbaar vervoer slecht is omdat je soms lang moet wachten. Als je echter in aanmerking neemt hoe groot de afstanden zijn, hoe de toestand van de ~egen is, dat de bussen overvol zijn en ook nog eens grote vrachten moeten vervoeren, de moeilijkheden met onderdelen en reparaties, dan is het eigenlijk erg goed. Ook de gezondheidszorg en het onderwijs hebben met enorme problemen te kampen, maar zijn tegenwoordig voor iedereen bereikbaar. De prijsbeheersing van een aantal produkten, die samenhangen met de eerste levensbehoeften, funktioneert in de praktijk goed.
Wij zijn van mening dat het voor buitenlanders van gtoot belang is de betreffende gemeenschap goed te kennen. Daarvoor is een oprechte belangstelling voor mensen en taal een voorwaarde. Verder lijkt het ons noodzakelijk, dat een vrijwilliger improvisatievermogen en een niet te idealistische ins tel ling heeft. Een vrijwilliger zou dan ook de intentie moeten hebben voor langere tijd uitgezonden te worden omdat de normale uitzendperiode van 2 a 3 jaar te kort is. Paters, broeders en zusters staan lange tijd in direkt kontakt met de bevolking, waardoor zij hun problemen vaak goed kunnen schatten. Ret gevaar is dat deze missievrijwilligers te veel gaan drijven op het vertrouwen dat de gelovigen hen geven en de projekten te veel van bovenaf regelen. Ook van de werkomstandigheden van vrijwilligers hebben we een indruk gekregen. Ret klimaat was tijdens ons verblijf heel plezierig. Afhankelijk van de plaats waar je woont, kunnen de temperaturen in de regentijd echter flitik oplopen, maar de vrijwilligers hebben ons verzekerd, dat het toch meestal weI uit te houden is. We hebben de behoorlijke tot overdreven huisvesting gezien. De dienstverlening in Tanzania staat niet op een westers peil en sommige goederen zijn moeilijk te krijgen, maar daar staan veel inlandse produkten tegenover. De voorwaarden van uitzending zijn vaak goed, het eigen baas zijn is voor velen aantrekkelijk. Daar tegenover staan de vele frustraties, die je kunt oplopen, met name wanneer je in een uitzendperiode te veel wilt realiseren of te veel bureaucratie ontmoet. Wij vragen ons af, of er binnen de T.R. voldoende opleidingsmogelijkheden zijn voor het werk in Minder ontwikkelde landen. Samengevat is te stellen dat het voor vrijwilligers met de juiste instelling bijzonder interessant is in een ontwikkelingsland te werken.
- 47 -
Het was de eerste tijd goed om als groep op te trekken, omdat je nog wat vreemd rondkijkt. Ook op de verblijfplaatsen was het goed de (teehnisehe) problemen te kunnen bespreken met medestudenten en in een taal die je tot op subtiliteitsniveau beheerst. Voor het werk en de kontakten met Tanzanianen in het algemeen, is een redelijke kennis van het Swahili noodzakelijk gebleken. Een goede introduktie door een ter plaatse bekende ontwikkelingswerker, is een vereiste, als je snel ingewerkt wilt raken. De verblijfsduur was gezien de mogelijkheden van TH studenten juist goed. WeI zijn we van mening dat we beter niet, zoals in Kiguru Kiro hadden kunnen proberen een projekt in deze korte periode te starten en af te ronden. Onze reis is zonder meer een belangrijke aanvulling geweest op onze 'boeken'wijsheid over ontwikkelingslanden. De kennismaking met een geheel andere kultuur is als zeer waardevol ervaren. Tanzania is een arm land, maar in bepaalde opzichten, met name op het soeiale vlak, is het rijk. Wij zijn van mening, dat ook andere groepen studenten in staat gesteld zouden moe ten worden een dergelijke reis te ondernemen.
Bijlage I De begrote materialen bleken of niet te krijgen (plastic) of in dit stadium van het reservoirprojekt onnodig. Belangrijker was dat het dakgoten- pijpensysteem, dat het regenwater van de kerk in het reservoir moet leiden, vervaardigd werd. Dankzij het meegebrachte CICA- materialenpotje kon de metaalbewerkingscooperatie "Azimio"uit Tabora nu aan het werk.
1) 2) 3) 4) 5)
Reis Dar es Salaam - Sengerema v.v. Literatuur over dieselaggregaten Meetapparatuur (multimeter) Borstels voor generator Geschenk voor onderdak
begroot
werkelijk
1200,-50,-100,--
1191,50
43,--
50,--
190,-130,-50,--
400,--
604,50
ad 3) De aangeschafte meter is duurder dan begroot, aangezien de goedkopere types niet voldeden aan de te stellen eisen. ad 4) Het bleek nodig deze borstels te vervangen. Wij hebben deze vanuit Nederland nagestuurd.
1) 2) 3) 4)
Reis Dar es Salaam ... Sese vice versa Literatuur over huizenbouw e.d. Materialen en gereedschap Gift aan lagere school
begroot
werkelijk
1300,-
1300,--
115,-]75,-
85,-210,--
590,--
595,--
ad 3 en 4 We hebben niet de begrote gereedschappen gekocht, maar de zeer dringend benodigde leesboeken, potloden en oefenschriften voor de nog in aanbouw zijnde school in Langi.
Bijlagel Deelover zi ch ten £inanc ien an;i;fS1J:laatsea
De stichting windenergie ontwikkelingslanden kende een vast bedrag toe als subsidiering van de onkosten gemaakt bij de bouw van een windmolen in Kiguru Kiro. De begroting en de verantwoording zijn hier identiek. 1) Materialen voor put en MOlen I 1000,-2) Tegemoetkoming in kosten vliegreis 4000,-5000,--
Weergegeven zijn de begrote en de werkelijke uitgaven. I) Materiaalkosten incl. windmeters
2) Aanschaf pomp 3) Slijpsteen 4) Schroevedraaiers 5) Rekenmachientje 6) Zettang voor zaag 7) Zakmes 8) Beitel 9) Popnagels 10) Snelkoppelingen 11) Literatuur 12) Tegenprestatie vanwege onderdak
begroot f 200,-100,-75,-50,-50,-25,--
werkelijk I 262,90
50,-50,--
27,25 59,25 93,-21,20 6,95 4,15 10,80 125,-10,-95,50
600,--
716,--
Ad 2) Aangezien we de pomp zelf vervaardigd hebben, is het daarvoor begrote bedrag besteed aan gereedschappen. begroot 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) II) 12) 13)
Reis Dar es Salaam- Tongi vice versa Aanschaf literatuur 3 rollen plastic folie Golfplaat Vervoer materialen Aanschaf cement, hoekstaal etc. Tegenprestatie voor gastvrijheid Literatuur dieselaggregaten Vervangingsonderdelen dieselaggregaat Vervoer onderdelen Aanschaf dakgoten Aanschaf valpijpen Hoeksteunen e.d.
I 180,-37,-300,-150,-150,-100,-50,-35,-100,-50,--
werkelijk f 161,50
59,--
600,300,-92,-1.152,--
1.212,50
Bijlage III Lijst van kontakten. Ambassade van Tanzania, Den Haag. De Minister voor ontwikkelingssamenwerking, Drs. J. Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag.
Pron~
Stichting Nederlandse Vtijwilligers (S.N.V.) Den Haag, Dar es Salaam en Mwanza. Tanzania Comite, Bilthoven.
Mr. J.J. van der Lee, burgemeester van Eindhoven. Prof. Dr. P. van der Leeden, Rector Magnificus van de Technische Hogeschool Eindhoven. Drs. H. J. ter Heege, voorzitter van
College van Bestuur van de THE.
Ir. B. van Bronckhorst, voorzitter vakgroep Aang.epaste Technologie van de afdeling Bedrijfskunde van de THE.
Mr. W.J.P. van Notten, burgemeestervan Gorssel Nationale Commissie Voorlichting en Bewustwording Ontwikkelingslanden (N.C.O.), Amsterdam. Internationale Reisorganisatie RAPTIM Nederland B.V., Tilburg. Missiecentrum, 's Hertogenbosch. Ingenieursbureau Dwars , Heederik en Verhey B.V. (D.H.V.), Amersfoort. liaco· B. V.,
"
Arnhent ..
Universiteit van Dar es Salaam, Tanzania. Generalaat Onder de Bogen, Maastricht. World University Service, Nederlands Comite, Amsterdam.
Bijlage III Missieprokuur van de Kapucijnen, Tilburg. G.A. Macpherson, London, U.K. Direktie Internationale 1l'echnische Hulp'vanhet Ministerie van BULtenlandse'Zaken, Den Haag. Centrale voor Bemiddeling bij Medefinanciering van Ontwikkelingsprogramma's (CEBEMO), Den Haag. Instituut voor Internationale Excursies, Bergen (N. H.). Verbond van Nederlandse lTroothandel, Den Haag.
Bijlage II Lijst van subsidierende instanties. Beleidscommissie voor Internationale Samenwerking (CICA)van de Technische Hogeschool Eindhoven. Vakgroep Toegepaste Taalkunde van de Onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen van de T.H. Eindhoven. Stuurgroep Windenergie voor Ontwikkelingslanden (S.W.O.) • sekretariaat Amersfoort. Koninklijk Instituut van Ingenieurs (K.I.V.I.),Den Haag. N.V. Philips Gloeilampenfabrieken,Eindhoven. Vereniging Koninklijke Nederlandse Heide Maatschappij, Arnhem. Hoveniersbedrijf Gustaaf B.V., Geldrop. C&A Nederland, Eindhoven Van Doornes Bedrijfswagenfabriek, DAF B.V., Eindhoven Volvo Car B.V., Eindhoven. Edah N.V., Helmond Combinatie "De Vier", Zeeuwse Aardappeltelers, Zaamslag (Zld).
Bijlage IV Aanbevolen literatuur over Tanzania. Tanzania, J. D. Reijnen, 1976. Landendocumentatie Tanzania, Koninklijk Instituut voor de Tropen. Socialisme in Tanzania, J Konter, Intermediair 16 januari 1976. Land Scarcity and Rural Inequality in Tanzania, Van Rekken en Thoden tot Velzen, 1972. Pole pole, Rein Stufkens, Tanzania Comite. Nyerere, Fakkeldrager in Afrika, Steven Debroey, 1972. Tanzania, Ret land van Julius Nyerere, Rarm Lamberts, Sjaloom. The Arusha Declaration Ten Years After, Julius K. Nyerere , 1977. Freedom and Unity, Julius Nyerere, 1966. Underdevelopment and Industrialization in Tanzania, Justinian Rweyemamu, 1973 Class Struggles in Tanzania, Issa G. Shivji, 1975. Tanzania, Novib, 1977 Tanzania: From Ujamaa pers A.76.7.1976.
to Villagization, Jadaik Boesen, I.D.R.-PA-
Tanzania, geen socialisme zonder eieren, Nico Kussendrager, TanzaniaComite. Onderwijs en op zichzelf vertrouwen, J. Nyerere, 1976. Tanzania als toetssteen, DIC- map, 1974.
Voor literatuur over aangepaste technologie verwijzen wij naar de publikaties van de Stichting TOOL (Technische Ontwikkeling Ontwikkelingslanden), Amsterdam en buitenlandse organisaties, zoals I.T.D.G. (Intermediate Technologie Development Group), London U.K. en VITA (Volunteers in Technical Assistance), USA.
:ie'
TANZANIA VfCTORIAItfEER
o,
tOO ,
200 ,
Irm
:.t t::I
~J ~
-? o ("')
"' ".
".
a
Z A At 30· I (j)
hoofdstad
•
plaals
moeras
staalsgrens
gebergte
hoofdweg
weg
+
.....
1-,0' !
~t
\
)
~. ~~."'b' [llY
nNc,E"
\;'¥2"
bergtop steilwand
... .;.. -
~ ~
)
./.,
~
I
rfo.'
,
'.
/
~'
c.,
""'? "_. £
Li~
to·
.............""
.: lie
<